Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Wooncongres 2017: Kwaliteit van wonen en wijken opnieuw gewogen
Het Regeerakkoord Rutte-III rept niet over problemen in oude wijken en in krimpgebieden. Evenmin geeft het kabinet richting aan de woningproductie. De markt kijkt echter naar het kabinet en hoopt op versoepeling van regels.
Nooit meer verdwalen
Digitale geografische data zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Bij het gebruik van routeplanners en navigatiesystemen denken we zelden aan wat daar allemaal bij komt kijken. Twee promovendi dachten daar gelukkig wèl aan.
OTB-cursussen, -congressen en -studiedagen
Nieuws
42017
pagina 2, 3 pagina 4
pagina 8
pagina 7
Diversiteit zwakte of kracht in stedelijk beleid?
Lang niet alle bewoners merken iets van diversiteitsbeleid op gemeentelijk niveau. Het lukt beter met kleinschalige interventies van onderaf, verbeteren van onderwijs en ‘grassroots’ activisme, zo blijkt in Toronto.
pagina 5
OTB & OmgevingKwartaaluitgave van OTB - Onderzoek voorde gebouwde omgeving Faculteit Bouwkunde
pagina 6
OTB-cursussen voldoen aan PE-kwaliteitseisen
Sinds januari 2015 bestaat voor de leden van de vereni-ging van toezichthouders van woningcorporaties (VTW) en voor woningcorporatiebestuurders de verplichting tot permanente educatie. Het OTB speelt hierop in met cursussen waarvoor zij, en ook andere deelnemers, PE-punten kunnen behalen.
O p het Wooncongres 2017 is de kwa-
liteit van wonen en wijken gewogen.
Kwaliteit die zou moeten zitten in
voldoende en passend aanbod van
betaalbare huur- en koopwoningen,
goed geïsoleerde woningen die weinig of geen ener-
gieverlies opleveren en een zichtbare verbetering van
kwetsbare wijken. Geen van deze kwaliteiten is echter
zichtbaar; de trends gaan soms in tegengestelde rich-
ting en kunnen met het nieuwe Regeerakkoord van het
kabinet-Rutte III waarschijnlijk niet voldoende worden
omgebogen.
Vraag en aanbod op de woningmarkt“Jaarlijks zijn minimaal 80.000 nieuwe woningen per jaar
nodig, bijna het dubbele van de huidige productie”, meldt
TU Delft-hoogleraar Housing Systems Peter Boelhouwer.
De productie is sinds het einde van de crisis niet noemens-
waardig gegroeid en lijkt ook in de nabije toekomst niet te
groeien. Daarvoor zijn meerdere redenen aan te wijzen,
zoals een tekort aan bouwvakkers, maar ook een tekort aan
bouwlocaties en plannen. Bouwen in het buitengebied is nog
geen beleidsoptie, vooral de provincies houden die ontwik-
keling tegen. Het gevolg is dat het aanbod van nieuwbouw-
woningen fors daalt. In diverse grote steden in de Randstad
stegen de prijzen van bestaande woningen in een jaar tijd
met 17 tot 19%. Ongeveer 40% van de woningen gaat bo-
ven de vraagprijs van de hand. “Voor Nederland als geheel
ligt het gemiddelde prijsniveau echter nog onder dat van
het begin van de economische crisis. Maar ook in de regio’s
rondom de grote steden groeiden de prijzen en inmiddels
stijgen ook in Groningen en Noord-Limburg de prijzen.”
Boelhouwers’ advies aan het Rijk is om met een taakstellen-
de productie te komen en belemmeringen die de woningpro-
ductie beperken weg te nemen.
Ondanks de stagnerende productie en het geringe aanbod
en zijn toch enkele positieve trends te ontdekken. Als
gevolg van sterk stijgende koopprijzen groeit de vraag naar
huurwoningen, vooral op de commerciële markt. Voor star-
ters is het inmiddels onhaalbaar om een woning te kopen
in de Randstad. Ook de afgenomen zekerheden van een
vaste baan doet steeds meer huishoudens kiezen voor een
huurwoning.
Woningzoekende gezinnen kiezen minder voor de stad en
zoeken nu vaker een woning in kleine gemeenten. Jonge al-
leenstaanden zoeken verder in de stad en nemen genoegen
met kleine tot zeer kleine woningen. Meer dan de helft van
de nieuwbouw is kleiner dan 40 m2, signaleert Boelhou-
wer. De koopprijzen daarvan zijn hoog. Tobias Verhoeven,
commercieel directeur van projectontwikkelaar Synchroon:
“Daarom bieden we bewoners voldoende luxe en zorgen
voor diensten die de bewoners niet meer binnenshuis
kunnen halen, zoals een wasserette en werkplekken,
bijvoorbeeld op de begane grond van woonappartementen.
Bewoners vinden klein wonen in de stad geen probleem,
zolang de prijs maar in verhouding is en er voldoende
voorzieningen in het pand of de directe omgeving zijn.
Bouw waar het past, dat zou in de stad mogen, waar het
kwalitatief maatwerk vergt, maar wat ons betreft ook aan de
stadsranden.”
De bouw van kleine woningen mag niet ten koste gaan van
de bouw van huurwoningen. “Aan die opgave moet ook wor-
den voldaan”, stelt de Utrechtse wethouder Paulus Jansen.
“Kleine woningen zijn op termijn geen ideale toevoeging
van de woningvoorraad, hoewel daarmee wel een groep
bewoners aan de stad te binden is. Wijken moeten gemengd
blijven.”
DuurzaamVanaf 2021 moet alle nieuwbouw in Nederland bijna-
energieneutraal zijn. In 2050 moeten ook de nu bestaande
ruim zes miljoen woningen zo goed als energieneutraal
zijn. Hiervoor moeten volgens het Regeerakkoord over
drie jaar 30-50.000 woningen per jaar worden aangepakt
en zal vervolgens naar minimaal 200.000 moeten worden
opgehoogd om het beleidsdoel te halen. Ook het Regeerak-
koord noemt deze aantallen. “Het realiseren daarvan is een
enorme opgave”, constateert Henk Visscher, hoogleraar
Housing Quality & Process Innovation aan de TU Delft. “Veel
energiebesparingsprogramma’s zijn in het verleden van start
gegaan, maar een deel daarvan is inmiddels achter de rug.
Tot nu toe hebben vooral woningcorporaties veel gedaan
aan verduurzaming van hun woningbestand. Deze sector is
goed georganiseerd. Hun streven is om gemiddeld op label
B uit te komen. De corporaties doen dat vaak met kleine
verbeteringen per keer. Particulieren investeren daarentegen
weinig in verduurzaming.”
Hoewel er veel is geïnvesteerd in maatregelen hebben
deze onvoldoende resultaat en zijn energierekeningen van
huishoudens minder gedaald dan toegezegd. De met label
A en B gecertificeerde woningen zijn lang niet zo zuinig als
verwacht en in nog niet duurzaam gerenoveerde corporatie-
woningen is het energieverbruik zo’n 50 procent beschei-
dener dan gedacht. Ook voor eigenaar-bewoners zullen de
terugverdientermijnen uitlopen. Wel wordt het extra comfort
zeer gewaardeerd. “Het is zaak het energieverbruik in ver-
duurzaamde woningen te blijven monitoren en de labelkwa-
liteiten dichterbij de realiteit te brengen”, adviseert Visscher.
Wijkaanpak in impasseDe aandacht voor leefbaarheid in de wijken is weggezakt
bij het vorige kabinet en Rutte-III heeft het niet terugge-
zet op de beleidsagenda. Hoe staan de wijken er nu voor?
Na duidelijke verbeteringen aan het begin van deze eeuw
dankzij actief beleid trad stagnatie in en inmiddels is sprake
van een achteruitgang van de leefbaarheid. Dat blijkt uit
onderzoek van Platform31. Er is opnieuw sprake van een
Het Regeerakkoord Rutte-III rept niet over problemen in oude wijken en in krimpgebieden. Evenmin geeft het kabi-net richting aan de woningproductie. De markt kijkt echter naar het kabinet en hoopt op versoepeling van regels.
2
Rijk moet productie woningbouw stimuleren
Wooncongres 2017
OTB
& O
mge
ving
dec
embe
r 20
17
Kwaliteit van wonen en wijken opnieuw gewogen
Leefbaarheid verbetert, maar juist niet in kwetsbare wijken
3
concentratie van kwetsbare bewoners. Voorheen konden
zij in de zorg terecht, maar inmiddels kunnen zij niet meer
worden opgevangen.
De verschaling van beleid in de volle breedte is hard aange-
komen, ook op de werkvloer. Er is bezuinigd op welzijnswerk
en sportwerk; veiligheid vraagt permanent om aandacht.
Programma’s zijn verouderd, er zijn nog maar weinig gedeel-
de visies en er is beperkte operationele samenwerking.
Lokaal is er minder focus op de problemen. Postbezorgers
moet worden gevraagd om problemen te signaleren.
De schrijnende conclusie volgens senior projectleider
Matthijs Uyterlinde van Platform31 is dat landelijk gezien
de leefbaarheid verbetert, maar juist niet in de kwetsbare
wijken. “Gemengde wijken zijn geen bereikbaar doel meer.
Het wordt nu vooral zaak om bestaande geldstromen te
bundelen om de achteruitgang te stoppen. Dat leefbaarheid
als thema in het Regeerakkoord ontbreekt, betekent nog niet
dat we dat moeten laten vallen. Leefbaarheid is nog te reali-
seren met een goede samenhang van lokale beleidsdoelen.”
Wat betekent dat voor de beleidsuitvoerders? De conclusies uit de ochtendsessies en het lunchdebat zijn
dat het Rijk zich blijkbaar terugtrekt en gemeenten eigen
beleid moeten ontwikkelen. Het Regeerakkoord rept niet
over problemen in oude wijken en in krimpgebieden. Voor
verduurzaming van de woningvoorraad wordt weinig geld
vrijgemaakt. Wel komt uit de verhuurdersheffing de ko-
mende vier jaar in totaal 400 miljoen euro beschikbaar voor
energiezuinige maatregelen, een bedrag dat de corporatie-
sector dus zelf aanlevert.
Ook wil het kabinet de woningproductie verhogen, maar het
geeft daar geen verdere nuancering aan. In het buitenge-
bied bouwen blijkt nog steeds geen optie.
Sommigen concluderen uit het akkoord dat provincies en
gemeenten daardoor vrijheid van handelen wordt geboden,
wat overigens veel onderling en intern overleg vergt. Daarbij
is financiële ondersteuning nodig omdat binnenstedelijk bou-
wen een kostbare zaak is. Bovendien is er haast geboden,
gezien de enorme vraag en sterk stijgende koopprijzen.
Sommige corporaties zijn blij dat er geen nieuw beleidskader
is gepresenteerd, maar dat de huidige werkwijze – focus op
kerntaken, verduurzaming – kan worden voortgezet. “Dat
geeft even rust. Kijk niet naar het Rijk, maar zoek lokaal de
grenzen van je taken op.”
Advies aan kabinet-Rutte IIIDe gesignaleerde gevolgen van het beleid van de afgelopen
jaren resulteerde tijdens dit Wooncongres in oproepen aan
de nieuwe minister van Wonen en Ruimte. De woningbouw-
productie moet fors omhoog en wel zo snel mogelijk. De wo-
ningbouw dient te worden gereguleerd in de vorm van een
op te leggen bouwproductie en versoepeling van regels. Het
is voor Boelhouwer en velen met hem echter de vraag of het
Rijk dat wil oppakken. Een tweede advies aan de minister is
om in ieder geval te gaan praten met de gemeenten waar
problemen spelen, met of zonder budget in het vooruitzicht.
Themasessie: Leidt meer woonkwaliteit tot een ho-gere kwaliteit van wonen? De kenmerken van de huidige woningvoorraad blijken
goed aan te sluiten bij de beleving en waardering van de
woonkwaliteit. De vraag is in hoeverre de huidige woning-
voorraad zal aansluiten op deze ‘subjectieve’ kwaliteiten in
de toekomst. Een discrepantie is zeer waarschijnlijk, zeker
wanneer de woonconsument in toenemende mate meer
zal moeten betalen, en een regierol van de overheid is dan
noodzakelijk om daar in het bouwbeleid op te anticiperen.
Meer woonkwaliteit lijkt echter niet te leiden tot een hogere
kwaliteit van wonen. Een mogelijke verklaring is dat de
waardering daalt doordat er nieuwe ervaringen worden
opgedaan.
Een opvallende bevinding is dat de wens om kleiner te willen
gaan wonen niet leidt tot ontevredenheid met het wonen.
Deze bewoners betalen veelal ook niet de ‘marktwaarde’
voor die kwaliteit. Indien we focussen op tevredenheid in
deze groep, zien we over het hoofd dat de woonkwaliteit
niet is afgestemd op de behoefte.
Themasessie: Het heft in eigen handen met de woon-coöperatie Wooncoöperaties zijn in 2015 opgenomen in de Woningwet,
als segment tussen woningcorporaties en Verenigingen van
Eigenaren. De wooncoöperaties hebben diverse maatschap-
pelijke doelstellingen, zoals het voortbestaan van gemeen-
schappelijke woonvormen en grotere betrokkenheid bij
de woonomgeving en een aanvullend aanbod op dat van
woningcorporaties. Wooncoöperaties kunnen zelf bouwen
en hun woningen in eigendom hebben, maar ook vergaand
taken overnemen van hun sociale verhuurder. Het kabinet
wil onderzoeken of overname van corporatiewoningen ook
een optie kan worden.
Dit type wonen komt een vooralsnog kleine groep geïnte-
resseerden tegemoet bij hun wens naar kleinschaligheid,
het laag houden van beheerkosten door veel zelf te doen
en duurzaamheid, ecologie en zorg voor elkaar centraal te
stellen. Deel uitmaken van een wooncoöperatie kan een
optie zijn als een particuliere woning kopen te duur blijkt,
maar deelnemers moeten rekening houden met een lange
realisatietijd. Er zijn enkele tientalen initiatieven bekend, met
een omvang van hooguit vijftig woningen. Gemeenten zijn
in sommige situaties bereid lagere grondprijzen te hanteren
voor serieuze initiatieven.
Verslagen van alle presentaties en sessies op dit congres zijn te vinden op
www.platform31.nl.
WOONCONGRES 2017OTB|PLATFORM31
H et gebruik van geodata maakt een
exponentiële groei door. Steeds meer
mensen gebruiken steeds meer data
voor steeds meer doelen. Vooral
voor de particuliere markt wordt veel
ontwikkeld. De hoeveelheid data groeit dan ook expo-
nentieel. Hoe hou je die data beheersbaar? Neem alleen
al digitale kaarten voor onderweg. En binnen niet al te
lange tijd kun je met je smartphone ook je weg vinden
op grote vliegvelden, in congresgebouwen, musea of
ziekenhuizen.
Twee GIS-technologiepromovendi van afdeling OTB en
afdeling Urbanism promoveerden op eenzelfde dag op
deze onderwerpen. Van beiden was Peter van Oosterom de
promotor.
Nooit meer verdwalen in grote gebouwenLiu Liu heeft software ontworpen die het mogelijk moet
maken om routes binnen grote openbare gebouwen te
berekenen en op een begrijpelijke wijze weer te geven op
tablets en mobiele telefoons. ‘Indoor navigation’ wordt dat
genoemd. “Er bestaan al programma’s voor maar die bie-
den vaak geen logische opeenvolging van informatie voor
de gebruiker”, weet hij.
Het ontwikkelen van een programma dat dat wel doet
bestaat uit drie fasen: de locatie van de gebruiker bepalen,
een route genereren naar de gewenste bestemming en die
route goed op het scherm laten zien. “Ik heb gewerkt aan
fase twee. De vraag was hoe we die routes kunnen samen-
stellen. Routes aanbieden binnen gebouwen is afhankelijk
van veel meer details dan routes buiten, bijvoorbeeld
omdat gebouwen uit meerdere etages kunnen bestaan en
in dat geval trappen, roltrappen en liften hebben. En al
deze voor een route relevante onderdelen van een gebouw
moeten worden gemodelleerd, evenals deuren, loketten,
gangen en zalen.”
Er is gewerkt aan een globale en een gedetailleerde weer-
gave, waaruit gebruikers kunnen kiezen. “Voor de globale
routeopbouw worden routes gevormd door series ruimtes,
waarna extra detailinformatie wordt aangeboden om duide-
lijk te maken waar de gebruiker zich precies in die ruimte
bevindt.” Een bijkomend voordeel van het onderhouden
van twee niveaus is dat er geen grootschalig en gedetail-
leerd routenetwerk nodig is. Daartoe is een nieuw opslag-
model ontwikkeld: Indoor Navigation Space Model (INSM).
Daarin zijn bijvoorbeeld ook routes van de ene verdieping
naar de andere ondergebracht. Het tweeniveaus-model
heeft als resultaat dat routes op meerdere abstractieni-
veaus zijn op te vragen en weer te geven.
Net als varioschaaltechnieken heeft ook indoor navigation
de belangstelling van de producenten. Zo heeft Liu zijn
ontwerp kunnen testen in een software-demoversie bij
Bentley.
Schaalbare kaarten optimaliserenRadan Šuba werkte als promovendus aan het ontwikkelen
en testen van een techniek waarmee digitale kaarten beter
en sneller op elke willekeurige schaal weergegeven kunnen
worden en de hoeveelheid data toch beheersbaar kan
blijven. Deze varioschaaltechniek – het integreren van alle
schaalinformatie in plaats van werken met afzonderlijke
kaarten per schaal – heeft grote praktische voordelen: je
hoeft niet steeds terug naar de basisdata, waardoor minder
opslagcapaciteit nodig is dan nu het geval is.
Multischaal-kaarten op internet, mobiele telefoons en
mobiele routeplanners maken gebruik van uiteenlopende
data, opgeslagen op verschillende plekken. Veel van deze
data overlappen elkaar, waardoor onnodig veel informatie
wordt opgeslagen en vaak ook onnodig wordt meegeleverd
bij het opvragen van kaarten. Ook de kwaliteit van de
weergave kan daaronder lijden.
Šuba: “Er ligt nu software waarmee een dataset met een
varioschaal-datastructuur maximaal benut kan worden.
Tijdens het inzoomen en uitzoomen op kaarten zijn met
deze techniek niet steeds opnieuw alle data nodig, maar
slechts een deel van de data, te weten alleen de verschillen
met de vorige schaal. Dat versnelt de interactie en leidt tot
fraaiere overgangen tijdens het in- en uitzoomen.
Een van de resultaten is dat door alle schalen heen het
wegennet goed zichtbaar blijft.”
NWO/TTW financierde het onderzoek. “Dat wil graag
bruikbare resultaten voor praktijkgebruikers”, vertelt Šuba,
“en daarom zijn we blij dat we nu inzicht hebben in de
mogelijkheden en beperkingen van de varioschaaltechniek.”
Nog tijdens zijn PhD-traject ontving Šuba de OGT Award
voor zijn onderzoek naar het gebruik van varioschaal-data-
sets en zijn publicaties daarover.
Digitale geografische data zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Bij het gebruik van routeplanners en navi-gatiesystemen denken we zelden aan wat daar allemaal bij komt kijken. Twee pro-movendi dachten daar gelukkig wèl aan.
4
OTB
& O
mge
ving
dec
embe
r 20
17
Data selectiever benutten voor betere weergave
Nooit meer verdwalen
Groei en beheersing van geodata moeten hand in hand gaan
Informatie
Indoor semantic modelling for routing, Liu Liu,
2017, Architecture and the built environment (A+BE) 17,
ISBN 978-94-92516-93-0, uitgave van TU Delft.
Pdf: https://repository.tudelft.nl/.
Design and development of a system for vario-scale maps, Radan Šuba, 2017, Architecture and the
built environment (A+BE) 18, ISBN 978-94-92516-94-7,
uitgave van TU Delft. Pdf: https://repository.tudelft.nl/.
Contactpersoon: Peter van Oosterom
In grote publieke ruimtes kan indoor navigation via je smartphone goed van pas komen.
5
Lang niet alle bewoners merken iets van diversiteitsbeleid op gemeentelijk niveau. Het lukt beter met kleinschalige interven-ties van onderaf, verbeteren van onder-wijs en ‘grassroots’ activisme, zo blijkt in Toronto.
Bewustmaking vooral kwestie van interventies van onderaf
Diversiteit zwakte of kracht in stedelijk beleid?
Informatie
Living with diversity in Jane-Finch, Donya Ahmadi,
2017, Architecture and the built environment (A+BE) 12,
174 p., ISBN 978-94-92516-80-0, uitgave van TU Delft. Pdf:
https://repository.tudelft.nl/.
De studie is gefinancierd met onderzoeksgeld van de Euro-
pese Unie.
Contactpersoon: Willem Korthals Altes (w.k.korthalsaltes@
tudelft.nl)
“Aanvankelijk vond er een aanzienlijke immigratiegolf plaats
vanuit het Caraïbisch gebied, Oost-Azië, Zuid-Azië, Afrika en
Zuid-Amerika. Tegenwoordig telt de buurt een groter aandeel
jongeren, eenoudergezinnen, vluchtelingen en immigran-
ten, mensen zonder middelbareschooldiploma, mensen met
lage inkomens en huurders in de sociale sector dan andere
buurten in Toronto. Bendegerelateerd geweld is schering en
inslag.”
Etniciteit en sociale klasse Wat merken bewoners ervan en is dat beleid ook interes-
sant voor andere steden, wilde Ahmadi graag weten. Door
middel van interviews, rondetafelgesprekken, observaties
van deelnemers en focusgroepen heeft Ahmadi getracht
inzicht te krijgen in de diversiteit aan bewoners en in de
mogelijkheden en struikelblokken bij beleidsuitvoering. Daar-
toe verzamelde zij de verhalen die over diversiteit de ronde
doen en feitelijke kenmerken die een gebied divers maken
en keek zij naar wat er gedaan wordt met die diversiteit in
beleid en programma’s.
Toronto heeft van haar diversiteit haar motto gemaakt:
‘Diversity our strenght’. Het is ook een belangrijk thema in
de beleidsontwikkeling in de stad. Diversiteit in stedelijke
gebieden kan zich op verschillende manieren manifeste-
ren, bijvoorbeeld in leefstijlen, etniciteit, leeftijden, sekse,
burgerrechten, positie op de arbeidsmarkt, welvaart en
patronen van ruimtelijke verdeling van deze aspecten. In de
praktijk gaat het echter vaak om etniciteit en sociale klasse,
want hoewel Toronto beleid en fondsen heeft waarmee het
diversiteit tracht te omarmen, heeft stereotypering op basis
van vooral etniciteit en klasse juist geleid tot het stigmati-
seren van arme, gekleurde wijken aan de rand van de stad,
zoals Jane-Finch.
D iversiteit is een term met een positieve
lading als het gaat om stedelijke-
vernieuwingsprogramma’s en be-
leidsontwikkeling, maar in de wijken
kunnen andere signalen klinken. Dat
concludeert OTB-promovenda Donya Ahmadi die in
Toronto onderzocht hoe diversiteit op buurtniveau door
de bewoners zelf ervaren wordt.
Belangrijk beleidsthemaDe wijk Jane-Finch staat centraal in haar onderzoek vanwege
de lokale problematiek en de diversiteit van dat deel van
Toronto. Ahmadi: “Toronto is niet alleen de grootste stad van
Canada, maar ook de stad met de meest diverse bevolking.
De stad geldt internationaal als voorbeeld van diversiteit. Het
heeft een lange geschiedenis van immigratie en het behoud
van deze diversiteit is er een belangrijk beleidsthema.”
Het moderne stadscentrum is een mengelmoes van culturen,
vrouwen en minderheden lijken er een eerlijke kans te
krijgen. In Jane-Finch, een buitenwijk gebouwd in de jaren
zestig, met veel sociale woningbouw en een sociaal diverse
bevolking, hebben de bewoners echter andere ervaringen.
Is diversiteit een pluspunt?Een belangrijke conclusie is dat op beleidsniveau steeds meer
in positieve bewoordingen wordt gesproken over diversiteit,
omdat daarmee goede sier gemaakt kan worden, maar dat
dit duidelijk verschilt van hoe diversiteit daadwerkelijk in de
wijk ervaren wordt. Ahmadi: “Diversiteit wordt gepresenteerd
als een onderscheidend handelsgoed waarmee de stad op de
internationale markt van wereldsteden fondsen en kapitaal
weet aan te trekken. De positieve uitspraken over diversiteit
gaan echter vaak niet verder dan het bewijzen van lippen-
dienst aan het beleid om de percepties en dagelijkse inter-
acties van de bewoners te beïnvloeden.” Verder constateert
Ahmadi dat het begrip diversiteit vaak gekoppeld wordt aan
een waardeneutrale maatschappij, maar dat diversiteit niets
verandert aan het bestaan van hiërarchieën, maatschappelijke
machtsverhoudingen en sociaaleconomische ongelijkheden.
Spreken over diversiteit kan zelfs de maatschappelijke realiteit
bagatelliseren waarin verschillen tussen culturele groepen
worden benadrukt en de onderliggende machtsstructuren
juist worden genegeerd. Ahmadi: “We ontwikkelen een taal
in plaats van de problemen te benoemen en aan te pakken.
Daarmee los je ongelijkheid, racisme en islamofobie natuurlijk
niet op.”
Hoe kunnen problemen dan wel worden aangepakt en hoe
kan haar onderzoek daaraan bijdragen? Ahmadi gelooft niet
in topdown-interventies aangezien die niets doen tegen de
sterk door de bewoners ervaren hiërarchieën en vooroorde-
len. ”Bewustmaking is nodig, wat vooral bereikt kan worden
door bijvoorbeeld kleinschalige interventies van onderaf, geor-
ganiseerd op buurtniveau, door het verbeteren van onderwijs
en door ‘grassroots’ activisme”, stelt zij.
Promovenda Donya Ahmadi: “Begrip diversiteit leidt niet tot aanpak
van problemen”
W at is de overeenkomst tussen de
volgende cursussen: ‘Recente ont-
wikkelingen in het wonen’, ‘Nieuwe
wegen in technisch beheer van wo-
ningen’, ‘Duurzaam beheer, renova-
tie en onderhoud van woningen’, ‘De nieuwe wijkaanpak’
en ‘Trends in de woonruimteverdeling’? Niet alleen zijn
dit reeds langlopende cursussen die het OTB organiseert,
maar ook cursussen waarvoor deelnemers sinds een jaar
PE-punten ontvangen. Ook bij deelname aan sommige
studiedagen en congressen, zoals het Wooncongres (dat
het OTB samen met Platform31 organiseert) zijn PE-
punten te verdienen.
Samen met Peter Boelhouwer, vaste spreker op meerdere
cursussen en congressen en cursusleider van de cursus
Recente ontwikkelingen in het wonen en een masterclass,
heeft OTB-congresbureaumedewerker Christel Swarttouw
gewerkt aan het toegekend krijgen van de punten aan de
cursussen. “Wij kennen de punten toe op basis van het
aantal contacturen”, vertelt zij. “Elk contactuur levert een
PE-punt op.”
Corporatiesector belangrijke afnemerSinds januari 2015 bestaat voor de leden van de vereni-
ging van toezichthouders van woningcorporaties (VTW)
en voor woningcorporatiebestuurders de verplichting tot
permanente educatie. Een van de doelen van de nieuwe
Woningwet en het nieuwe Besluit Toegelaten Instellingen in
de Volkshuisvesting in 2015 is een hogere kwaliteit van het
interne toezicht van woningcorporaties. Er worden hogere
eisen gesteld aan kandidaten bij toetreding tot Raden van
Commissarissen en het functioneren van RvC’s. Een van de
onderdelen is dat commissarissen en directeur-bestuurders
tijd besteden aan permanente educatie, zich op de hoogte
stellen van de ontwikkelingen in de sociale huursector en
hun competenties vergroten. De OTB-cursussen beogen aan
die behoefte te voldoen.
Swarttouw: “Veel van onze cursisten werken in de corpora-
tiesector en de meeste corporaties zijn lid van corporatiekoe-
pel Aedes. Aedes plaatst de cursussen op haar website, mits
ze vallen onder hun aandachtsgebieden. Zowel medewerkers
van corporaties die Aedes-lid zijn als medewerkers van
niet-leden krijgen van het OTB PE-punten en een bewijs van
deelname. Dit geldt ook voor corporatietoezichthouders en
andere deelnemers, zoals overheidsmedewerkers, project-
ontwikkelaars en andere professionals die bij de woningsec-
tor zijn betrokken. Werkgevers kunnen in hun jaarverslagen
melding van bijscholing van hun medewerkers maken en de
accountant kan om bewijs van deelname vragen.”
Boelhouwer: “Wat mij iedere keer weer opvalt is hoe en-
thousiast en leergierig de deelnemers zijn. Sommige gaven
aan echt zin te hebben om weer in de schoolbanken plaats
te nemen. Voor mij zijn met name de interactiemomenten
op de cursussen erg waardevol.”
Groepsopdrachten en discussiesDe cursussen worden samengesteld door de cursusleiders
in nauw overleg met het Congresbureau van het OTB.
De meest recent ontwikkelde cursus is de tweedaagse
masterclass ‘Trends in het wonen voor toezichthouders en
bestuurders van woningcorporaties’. Aan bod komen onder
meer leiderschap in de sociale huursector, de financiële
positie van woningcorporaties, ontwikkelingen op het
gebied van de woonruimteverdeling en de betrokkenheid
van corporaties bij wijkvernieuwing en maatschappelijk
ondernemen. Ook is er aandacht voor portefeuille- en as-
setmanagement, energiebesparing en duurzaamheid. Voor
toezichthouders was een dergelijke cursus nog niet op de
markt. Enkele van deze thema’s worden ook als vierdaagse
cursussen aangeboden, zoals portefeuille- en assetma-
nagement. Tijdens die cursussen is ook ruimte voor het
uitvoeren van groepsopdrachten en discussies met de
inleiders. Dankzij het beperken van het aantal deelnemers
per cursus tot rond de twintig, wordt bij de opdrachten en
discussies voldoende diepgang bereikt en is er voldoende
ruimte om van elkaar te leren.
Brede kennisdeling taak universiteitDe universiteit verzorgt naast onderwijs aan studenten ook
kennisdeling met de praktijk, gebaseerd op wetenschappe-
lijk onderzoek, wetenschappelijke inzichten in combinatie
met praktijkervaring van de cursusleiders en gastsprekers.
Behalve de vakkennis van de docenten en gastsprekers
wordt ook de onderwijservaring van de docenten door de
deelnemers gewaardeerd.
De OTB-cursussen worden actueel gehouden, waardoor
het zinnig kan zijn om elke paar jaar opnieuw aan een cur-
sus deel te nemen. Sommige cursussen worden vanwege
de grote belangstelling tweemaal per jaar aangeboden,
zoals ‘Portefeuille- en assetmanagement bij woningcor-
poraties’. Het jaarlijkse Wooncongres heeft elk jaar een
nieuw thema en een nieuwe serie workshoponderwerpen.
Het congres is ook een ontmoetingsplek geworden voor
ex-cursisten.
Het Congresbureau organiseert naast cursussen en studie-
dagen voor de Nederlandse markt ook studiedagen over
actuele thema’s, zoals bouwsparen en grote internationale
wetenschappelijke congressen voor Europese netwerken,
zoals voor het European Real Estate Society (ERES) en
het European Network for Housing Research (ENHR). Ook
andere afdelingen van de faculteit Bouwkunde en andere
faculteiten van de TU Delft hebben in het verleden een
beroep gedaan op het OTB-Congresbureau.
Sinds januari 2015 bestaat voor de leden van de vereniging van toezichthouders van woningcorporaties (VTW) en voor woningcorporatiebestuurders de verplich-ting tot permanente educatie. Het OTB speelt hierop in met cursussen waarvoor zij, en ook andere deelnemers, PE-punten kunnen behalen.
OTB-cursussen voldoen aan PE-kwaliteitseisen
6
Groeiende vraag naar mogelijkheden voor permanente educatie
OTB
& O
mge
ving
dec
embe
r 20
17
OTB springt in op behoefte aan cursussen met PE-punten
Meerdere cursussen per jaar met thema’s op het gebied van de gebouwde omgeving.
Ik wil graag meer informatie over:� 4-daagse cursus De nieuwe wijkaanpak, 13/14 februari en 27/28 maart 2018� Cursus Duurzaam beheer, renovatie en onderhoud van woningen, 14/15 februari en 21/22 maart 2018� Cursus Trends in de woonruimteverdeling, 5/6 maart 2018� 4-daagse cursus Portefeuille- en assetmanagement bij woningcorporaties, 16/17 mei en 13/14 juni 2018� 2-daagse Masterclass Trends in het wonen voor toezichthouders en bestuurders van woningcorporaties, voorjaar 2018
� Ik wil graag op de postverzendlijst komen van OTB & Omgeving� Ik wil standaard per post op de hoogte worden gehouden van alle OTB-cursussen en -studiedagen� Ik wil standaard per e-mail op de hoogte worden gehouden van alle OTB-cursussen en -studiedagen� Ik wil per email de digitale nieuwsbrief ontvangen
OTB-cursussen, -congressen en -studiedagen 2018
U kunt dit strookje sturen aan:
OTB – Onderzoek voor de gebouwde omgevingFaculteit Bouwkunde, TU Delftt.a.v. Angélique DersjantPostbus 50432600 GA Delft
Naam :Instelling :
Afdeling/dienst :Soort instelling/organisatie :
Adres :Postcode/plaats :
E-mail :
................................................................................................................................
................................................................................................................................
................................................................................................................................
................................................................................................................................
................................................................................................................................
................................................................................................................................
................................................................................................................................
7
Cursus De nieuwe wijkaanpak13/14 februari en 27/28 maart 2018, Amsterdam
Er is een nieuwe praktijk aan het ontstaan in de wijkver-nieuwing als antwoord op de sterk veranderde omstan-digheden. De grootschalige fysieke aanpak is verlaten en heeft plaats gemaakt voor kleinschalige initiatieven, meer uitgaand van de bestaande stad en van wat bewoners zelf zouden kunnen doen. Nog steeds zijn er wijken die te maken hebben met een dalende populariteit en een zwakke reputatie. In veel van die wijken staat de leefbaar-heid onder druk. Deze situatie vraagt om een nieuwe aanpak, rekening houdend met lokale omstandigheden. Hoe kom je tot een actuele, samenhangende visie en een effectieve aan-pak? Hoe zorg je voor een balans tussen korte en lange termijn? Hoe breng je het vernieuwingsbeleid in praktijk in deze tijd? De cursus biedt een breed overzicht en verbindt inzichten uit de praktijk, theorie en recent onderzoek met de eigen ervaringen en inbreng van de deelnemers. (29-PE-punten)
Cursus Duurzaam beheer, renovatie en onderhoud van woningen14/15 februari en 21/22 maart 2018, Doorn
Het doel van deze cursus is om kennis op te doen over een breed scala van onderwerpen rondom duurzaam beheer, renovatie en onderhoud van woningen. De cursus biedt
medewerkers van woningcorporaties en bouw- en onderhoudsbedrijven handvat-ten om de duurzaamheidsopgave vorm te geven, samen met andere betrokkenen zoals huurders en gemeenten. Daarbij is gekozen voor een beleidsmatige insteek, en wordt dus niet direct gericht op de uitvoeringspraktijk. Thema’s die aan de orde komen zijn onder meer het overheidsbeleid, het assetmanagement van de corporatie, toelichting bij succesvolle concrete voor-beeldprojecten, innovaties in klimaatin-stallaties, de wegen naar gasloos wonen, keuzevrijheid en participatie van bewo-ners, bewonersgedrag en energiegebruik,
financiering en betaalbaarheid van duurzame maatregelen, samenwerking tussen woningcorporaties en bouwbedrijven, duurzaam en circulair materiaalgebruik, en gezond en com-fortabel wonen. (25 PE-punten)
Cursus Trends in de woonruimteverde-ling5/6 maart 2018, Zeist
Er zijn in de afgelopen jaren grote veranderingen in gang gezet die de huurwoningmarkt structureel wijzigen, zoals de verhuurdersheffing, de inkomensaf-hankelijke huurverhoging en de huursombenadering. Gelijktijdig zijn door de extramuralisering en instroom van asielzoekers de huisvestingsopgave voor bijzon-dere doelgroepen en de druk op de huurwoningmarkt toegenomen. Dit leidt tot discussie over wachttijden en verdringing. Woonruimteverdeling staat daarmee weer in het middelpunt van de belangstelling.Door de toegenomen druk op de woningmarkt blijft de efficiency bij woningtoewijzing van groot belang. Dit gaat gepaard met de wens meer maatwerk te kunnen leveren. Maatwerk maakt het ook mogelijk bij te dragen aan de leefbaarheid in buurten of complexen. In deze tweedaagse cursus doet u kennis op van de laatste ontwikkelingen op het gebied van woonruimte-verdeling. Verder is er aan de hand van praktijkpresen-taties ruime aandacht voor discussie over en reflectie op uw eigen werksituatie. (12 PE-punten)
Cursus Portefeuille- en assetmanage-ment bij woningcorporaties16/17 mei en 13/14 juni 2018, Doorn
Het portefeuillebeleid is een van de belangrijkste beleidsthema’s bij corporaties. Het doel is vastgoed en diensten zo goed mogelijk te laten aansluiten op de wensen van huidige en toekomstige bewoners. Hierbij wordt vaak onderscheid gemaakt in strategisch niveau (portefeuillemanagement), tactisch niveau (assetma-nagement) en operationeel niveau (property manage-ment). Tijdens deze cursus leert u zelf het portefeuil-lebeleid te ontwikkelen. In het eerste cursusblok ligt de nadruk op het portefeuillemanagement (het strategisch niveau). In het tweede cursusblok ligt de nadruk op het assetmanagement (het tactisch niveau, complexgericht). (28 PE-punten)
Masterclass Trends in het wonen voor toezichthouders en bestuurders van woningcorporatiesVoorjaar 2018
In deze tweedaagse masterclass is aandacht voor de bredere ontwikkelingen in de sociale huisvesting, de woonruimteverdeling en de betrokkenheid van corpora-ties bij wijkvernieuwing en maatschappelijk ondernemen. Door middel van een praktijkcasus komen de verhoudin-gen met lokale en regionale partijen aan bod. Ook wordt de betekenis van portefeuille- en assetmanagement besproken. Daarnaast is er aandacht voor de in de afgelopen jaren veranderde positie van de woningcorporaties en de financiële randvoorwaarden voor het functioneren van corporaties. Ook de betaalbaarheid met betrekking tot huren en kopen komt aan de orde, evenals energiebespa-ring en duurzaamheid. Tot slot komt het thema wonen en zorg aan de orde. (12 PE-punten)
INFORMATIE EN AANMELDINGOngeveer 2 maanden voor aanvang van een cursus of congres is uitvoerige informatie over het programma beschikbaar. Voor een specifieke programmafolder kunt u mailen naar Angélique Dersjant: [email protected], of gebruik maken van de invulstrook. Ook kunt u kijken op onze website www.otb.tudelft.nl/agenda voor ons actuele aanbod.
OTB & Omgeving is een kwartaaluitgave van OTB - Onderzoek voor de gebouwde omgeving REDACTIE Peter Boelhouwer, Dirk Dubbeling, Daniëlle Groetelaers, Christel Swarttouw-Hofmeijer en Eveline Vogels VORMGEVING Itziar Lasa
DRUK NIVO, Delfgauw
COLOFON
OTB - Onderzoek voor de gebouwde omgeving - Julianalaan 134 2628 BL Delft - Tel. (015) 2783005 - [email protected] - www.otb.bk.tudelft.nl
Afdeling OTB - Onderzoek voor de gebouwde omgeving is onderdeel van de
faculteit Bouwkunde van de TU Delft en bestaat sinds 1985. Het is gespe-
cialiseerd in onafhankelijk onderzoek op het gebied van wonen, bouwen
en de gebouwde omgeving. Er werken ongeveer 130 mensen, waaronder
planologen, sociaal-geografen, bouwkundigen, economen, geodeten, be-
stuurskundigen en woonecologen. Machiel van Dorst is afdelingsvoorzitter.
De onderzoekers zijn verdeeld over zes secties:
- Duurzame Woningkwaliteit (coördinator Henk Visscher)
- Geo-informatie en Grondbeleid (coördinator Willem Korthals Altes)
- GIS-technologie (coördinator Peter van Oosterom)
- Stedelijke en Regionale Ontwikkeling (coördinator Kees Maat)
- Stedelijke Vernieuwing en Wonen (coördinator Maarten van Ham)
- Volkshuisvesting en Woningmarkt (coördinator Marja Elsinga).
Recente publicaties
Indoor semantic modelling for routing. The two level routing approach for indoor navigation, Liu
Liu, 2017, Architecture and the built environment (A+BE)
17, ISBN 978-94-92516-93-0, uitgave van TU Delft. Pdf:
https://repository.tudelft.nl/. Het onderzoek is gefinancierd
door het China Scholarship Council.
Design and development of a system for vario-scale maps, Radan Šuba, 2017, Architecture and the built envi-
ronment (A+BE) 18, ISBN 978-94-92516-94-7, uitgave van
TU Delft. Pdf: https://repository.tudelft.nl/. Het onderzoek
is gefinancierd door STW.
Living with diversity in Jane-Finch, Donya Ahmadi,
2017, 174 p., Architecture and the built environment
(A+BE) 12, ISBN 978-94-92516-80-0, uitgave van TU Delft.
Pdf: https://repository.tudelft.nl/.
OTB betrokken bij samenwerking met Chinese universiteit
Bouwkunde-afstudeerder Bob Witjes (rechts op de foto),
inmiddels werkzaam is bij Aedes, heeft de BZK Woning-
marktscriptieprijs 2017 toegekend gekregen voor zijn
scriptie over de differentiatie van de inkomensgrens voor
sociale huurwoningen naar huishoudgrootte. De scriptie
‘Ongelijke gevallen, ongelijk behandeld’ laat zien dat de
woonbudgetten sterk kunnen verschillen bij verschillende
huishoudens, terwijl in het woonbeleid maar beperkt
rekening wordt gehouden met de samenstelling van de
huishoudens. De conclusie is dat de overheid meer oog zou
moeten hebben voor verschillen in de huishoudsamenstel-
ling bij onder meer het toewijzen van sociale huurwonin-
gen. Peter Boelhouwer was Witjes scriptiebegeleider.
Geo Delft 2018
De faculteit Bouwkunde is in oktober 2018 gastheer van
het internationale Geo Delft 2018 congres. Daarin zijn de
jaarbijeenkomsten van internationale organisaties onder-
gebracht: ISPRS, FIG, UDMS en 3D GeoInfo. “Medewerkers
van wetenschappelijke instellingen, overheidsinstellingen
en het bedrijfsleven komen voor het eerst op zo’n grote
schaal samen”, vertelt GIS-technologiespecialist en mede-
organisator prof. Peter van Oosterom. Er zal specifiek
aandacht zijn voor onder meer 3D, smart cities en kadas-
ters. In een speciale sessie komen de beste Nederlandse
geo-informatieprojecten aan bod.
www.tudelft.nl/geo-delft-2018
Bouwkundestudent wint BZK-scriptieprijs
Het College van Bestuur van de TU Delft heeft onlangs de
plannen goedgekeurd voor de tweede fase van de samen-
werking tussen de TU Delft en de Universiteit van Wuhan
(China). De belangrijkste ambities in deze tweede fase
zijn het verbreden van de onderzoeksthema’s en mogelijk
meer samenwerking op het gebied van Masteronderwijs.
Bouwkunde is een van de faculteiten die actief meedraaien
in de samenwerking, onder meer met een ‘double degree’
PhD-programma. GIS-technologiespecialist prof. Peter van
Oosterom (afdeling OTB) is directeur van het JRC.