40
MAGAZINE STUDIEVERENIGING VOOR ACCOUNTANCY & CONTROLLING 7e jaargang - Nummer 2 - Maart 2011 Interview: De functie van controllers Bernard Wientjes (VNO-NCW) Interview: Wisseling van de wacht Arjan van der Nat (VRC) en Michiel Rovers (VRC) Interview: Meer dan de bottom line Laura van Geest (Ministerie) Jan van Leeuwen (Philips): “Ondernemen is het nemen van beheers- bare risico’s.” Special: Control- ling

Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Citation preview

Page 1: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

MAGAZINES T U D I E V E R E N I G I N G V O O RA C C O U N TA N C Y & C O N T R O L L I N G

7e jaargang - Nummer 2 - Maart 2011

Interview:

De functie van controllers Bernard Wientjes (VNO-NCW)

Interview:

Wisseling van de wacht Arjan van der Nat (VRC)en

Michiel Rovers (VRC)

Interview:

Meer dan de bottom line Laura van Geest (Ministerie)

Jan van Leeuwen (Philips):“Ondernemen is het nemen van beheers-

bare risico’s.”

Special:

Control-

ling

Page 2: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

W W W.GA A AN.NU© 2011 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.

Shenaz Badloe, 26 jaarTrainee KPMG Audit

“Cocktails drinken met collega’s na hectischewerkweek @ #vrijmibo. Fijn weekend!”

Voor 24/7 updates over werken bij Audit of Advisory, check de KPMG-bloggers op www.gaaan.nu

-04225_210x297mm_Blog_Bar_OF.indd 1 31-01-2011 14:49:15

Page 3: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Pro Memorie Magazine | 3

Voorwoord

Beste lezers,

Het studiejaar is alweer halverwege en voor veel van de laatstejaars ba-chelor of masterstudenten betekent dit scriptie schrijven en zorgen dat de laatste vakken goed worden afgesloten. De winter komt nu langzaam tot een eind en de lente staat al voor de deur. Net als vorig jaar zorgde ook deze winter weer voor veel problemen met sneeuw en gladheid op de weg. Vooral het verkeer had eronder te lijden en voor de vervoersmaatschap-pijen bracht dit zoals vaker flinke problemen met zich mee. Gestrande rei-zigers en storende wissels waren op het hoogtepunt aan de orde van de dag. Het is dus zaak om deze winterse risico’s niet te onderschatten en de gevolgen ervan goed te managen.

Sprekende over risico’s brengt ons dat vrijwel automatisch bij controlling, het thema dat in dit magazine centraal staat. Binnen de studie Accountancy & Controlling gaat vaak de meeste aandacht uit naar de kant van de ac-countancy, terwijl controlling evenzeer een belangrijk aspect ervan is. Hoog tijd voor een special dus, waarin prominenten uit het bedrijfsleven, de over-heid en het controlling vakgebied een bijdrage hebben geleverd om ook dit magazine veel inhoud mee te geven.

Met bijdrages van Bernard Wientjes (voorzitter van de VNO-NCW), Laura van Geest (Directeur-Generaal Rijksbegroting), Jan van Leeuwen (Group Controller bij Philips) en Arjan van der Nat en Michiel Rovers (aftredend en opvolgend voorzitter van de VRC), kan ik alleen maar trots zijn op de inspanningen die de redactie heeft geleverd. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn bijvoorbeeld de gevolgen van de financiële crisis op het werk in het bedrijfsleven en bij overheid en de rol die de controller daarin speelde. Verder komen ook nog de inrichting van de opleiding tot Register Controller en de daar bijbehorende PE-regeling ter sprake.

Natuurlijk zijn er ook weer de nodige vaste, terugkerende rubrieken zoals de autotest, het soft skills artikel en de stelling. Dit alles wordt aangevuld met het onafhankelijke oordeel van Harry Mens en een column van Dirk Swagerman. Inhoudelijke stukken over het controlling vakgebied worden afgewisseld met verenigingsnieuws.

Kortom, ook dit keer is het magazine weer goed gevuld. Namens de gehele redactie wens ik u dan ook veel leesplezier!

Arjan kleyn Winkel

Hoofdredacteur Pro Memorie Magazine 2010//2011

W W W.GA A AN.NU© 2011 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.

Shenaz Badloe, 26 jaarTrainee KPMG Audit

“Cocktails drinken met collega’s na hectischewerkweek @ #vrijmibo. Fijn weekend!”

Voor 24/7 updates over werken bij Audit of Advisory, check de KPMG-bloggers op www.gaaan.nu

-04225_210x297mm_Blog_Bar_OF.indd 1 31-01-2011 14:49:15

Page 4: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Inhoudsopgave

Inhoud

06 20 28 32Interview:

Laura van GeestDirecteur-Generaal

RijksbegrotingMinisterie van Financiën

Interview:Jan van LeeuwenGroup Controller

Philips

Interview:Bernard Wientjes

VoorzitterVNO-NCW

Onafhankelijk Oordeel Van:Harry MensPresentator

Business Class

4 | Pro Memorie Magazine

Colofon

UitgeverStudievereniging Pro MemoriePostbus 16009701 BP Groningenwww.pro-memorie.com

Pro Memorie Magazine7e jaargang - nummer 2 Maart 2011

HoofdredacteurArjan kleyn Winkel

RedactieMariëlle CuypersMarit OosterbaanKlaas SportelKrijn ToetMaarten Wessels

EindredactieHarma Kikkert

Lay-outKoen Jansen

Agenda

Page 5: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Inhoudsopgave

5 | Pro Memorie Magazine

Oplage410 stuks

DrukSMG-Groep

Alle rechten voorbehouden. Over-nemen of nadrukken uit het Pro Memo-rie Magazine is uitsluitend toegestaan naschriftelijke toestemming van de uitgever.Aan publicaties in dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend.

Agenda

Voorwoord

Interview: Arjan van der Nat en Michiel Rovers

Autotest: Seat Leon 1.2 TSI Sport Ecomotive

Even Voorstellen... Henk ter Bogt

Soft Skills: Leiderschapsstijlen

Controller versus Acccountant

Aan het Werk

Wie zit er in... De Inhouse commissie?

Verslag Controlling Game

Alle pijlen op: De Almanak commissie

Column: Dirk Swagerman

Stelling

Fotopagina

3

10

14

15

16

18

24

26

33

34

36

37

38

Agenda

Maart:11 BALV18 Alumnidag22 Start Inhousedagen Amsterdam30 Accountancy event Groningen

April : 1 Mastervoorlichting 7 Opening sollicitatie PM Bestuur 2011//201211 Start tentamens

Mei: 2 Start semester II.b 3 Uitgave magazine 3 10 Controlling Inhousedag 12 Almanakborrel 14 Oud besturendag 26 Pro Memorie Congres

Page 6: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Laura van Geest

Laura van Geest is vanaf 1 januari 2008 Directeur-Generaal Rijksbegroting op het ministerie van Financiën. Van Geest is afgestudeerd voor de studie Algemene Economie en Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor haar huidige functie vervulde ze op ministerie van Financiën al verscheidene functies. Zo was ze van 2006 tot en met 2007 Thesaurier-generaal en was ze daarvoor (plaatsvervangend) Directeur Algemene Financiële Economische Politiek van 2002 tot 2006. Buiten het ministerie van Financiën vervulde Van Geest nog een kleine drie jaar de functie van Advisor bij het Kiesgroepkantoor Nederland bij het IMF.

Laura van Geest DG Rijksbegroting

6 | Pro Memorie Magazine

U bekleedt de functie van Directeur-Generaal Rijksbegroting op het Ministerie van Financiën. Zou u kort uiteen kunnen zetten wat deze functie inhoudt?Als je de minister van Financiën als de CFO van Nederland zou zien, dan ben ik zijn ambtelijke ondersteuner. Ik ben hoofdverantwoordelijk voor het bedienen van de minister in zijn CFO rol. In de praktijk betekent dit, dat ik zorg dat alles wat samenhangt met de begroting en de uitvoering daarvan goed verloopt. Dit valt in twee elementen uiteen. Aan de ene kant directie begrotingszaken, met als hoofdtaak de infrastructuur waarlangs het begro-tingsproces verloopt. Aan de andere kant de Inspectie der Rijksfinanciën, die beziet of de individuele begrotingen ook in het budgettaire plaatje passen. Bij de begrotingen kijken wij of het budgettair solide is en of het geld doelmatig wordt uitgegeven. Als Directeur-Generaal rapporteer ik direct aan de minis-ter van Financiën.

In hoeverre wordt door het kabinet bepaald wat in de Rijksbegroting komt, en wat is uw invloed op hetgeen dat hierin vermeld wordt?Het kabinet bepaalt wat er in de Rijksbegroting komt. In de formatie wordt bepaald waar het geld naartoe gaat. Dat gaat vooral over mutaties en dat is iets wat de politiek beslist. Anders geformuleerd: zij bepalen, wij adviseren en verwerken. In de praktijk is het echter genuanceerder. De politiek heeft informatie en materiaal nodig op grond waarvan zij kan beslissen. Daar heb-ben wij een belangrijke rol in. Wanneer er verkiezingen aankomen vraagt het zittende kabinet advies aan de studiegroep begrotingsruimte. Er wordt dan een advies geschreven voor alle politieke partijen in termen van budgettaire doelstellingen en hoe je die doelen kunt bereiken (de begrotingsregels). Poli-tieke partijen hoeven dit advies niet over te nemen, maar het geeft wel ‘food for thought’. Daarnaast zijn er nu bezuinigingen nodig op de begroting. Daarvoor leveren we ook een waaier aan keuzemogelijkheiden waaruit de politici kunnen kie-zen, de laatste keer heel uitgebreid met de Brede Heroverwegingen. Als de formatie eenmaal rond is, dan volgt het toezicht; loopt het conform planning of zijn er budgetoverschrijdingen? Bij overschrijdingen dient er ergens anders in het departement minder uitgegeven te worden. Om hierbij hulp te bieden leveren we verschillende opties uit de ombuigingsbijbel waaruit gekozen kan worden. Wij beslissen echter niet, want uiteindelijk moeten de politici de keu-

Meer dan alleen de bottom lineBij controlling wordt vaak de link gelegd met het bedrijfsleven,

maar bij de overheid zijn er ook werkzaamheden die hiermee

vergelijkbaar zijn. Het ministerie van Financiën is de plaats waar

dit het beste tot uiting komt en de meeste financiele experts bij

de overheid te vinden zijn. Wij spraken met topambtenaar Laura

van Geest, Directeur-Generaal Rijksbegroting, om haar te vragen

wat haar werkzaamheden inhouden, waar de overeenkomsten

met een controller in het bedrijfsleven liggen en wat de overheid

aantrekkelijk maakt als werkgever.T E K S T : Arjan kleyn Winkel en Harma Kikkert

Page 7: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Laura van Geest

zes maken. Wel komt er een intensief gesprek tussen mijn minister en de vakminister, mocht de vakminister op het terrein van de begroting iets heel anders willen gaan doen. Mochten zij er niet uitkomen, dan gaat het naar het kabinet.

In de tijd dat u werkzaam bent bij de overheid zijn er al verschillende kabinetten de revue gepasseerd. Wat voor invloed hebben deze veran-deringen op uw werkzaamheden als Directeur-Generaal Rijksbegroting? Het ene kabinet heeft een hele andere signatuur dan het andere. Maar aan de andere kant is zo’n heel ander signatuur in Neder-land, internationaal gezien niet heel indrukwekkend anders. Er zit veel continuïteit in, alle partijen willen een degelijke begroting waarbij de overheidsfinanciën solide blijven. Maar er zijn natuurlijk wel verschillen: een links kabinet heeft andere prioriteiten dan een centrum-rechts kabinet. Voor ons werk geldt dat je aan andere onderwerpen gaat werken. Op het moment dat er tegenvallers zijn, ga je nadenken over alternatieven. Er is een hele lijst van mo-gelijkheden en een subselectie ervan past binnen een bepaalde coalitie. Bepaalde alternatieven zijn voor hen belangrijk en over andere alternatieven hoeven we niet te beginnen. In die zin bepaalt dat wel de kleur van het werk dat je doet. Veel blijft ook hetzelfde. Uiteindelijk muteren we nu zo’n 18 mil-jard op een begroting van meer dan 200 miljard. Dit geeft aan hoeveel er constant blijft. Maar ook posten van 10 miljoen kunnen veel politieke pijn geven.

U heeft zelf het grootste deel van uw loopbaan voor de overheid gewerkt. Wat maakt de rijksoverheid voor u tot een aantrekkelijke werkgever? Ik ben van huis uit macro-econoom, internationaal econoom en bestuurskundige. Dus toen ik bij Financiën ging werken, werkte ik precies op het terrein waarvoor ik ben opgeleid. Ik vind het werk bij de overheid leuk, want het zijn interessante economische vraagstukken die je moet oplossen. Je schrijft en praat er niet al-leen over, maar je kunt met adviezen ook echt bijdragen aan de

koersbepaling. En er heerst hier bij Financiën ook een prettige sfeer. Het is een resultaatgerichte en zakelijke club waar mensen echt op de inhoud het spel spelen. Daarnaast is het een relatief platte organisatie. Als medewerker kun je met een goede reden best snel bij de minister aan tafel komen. Als jij diegene bent die er alles van weet, dan ben jij ook diegene die met het andere departement het gesprek voert. Ik ben hier altijd heel tevreden geweest, dus er waren geen push-factoren. Dan moet er wel een grote pull-factor zijn om te vertrekken.

Veel van de Accountancy & Controlling studenten gaan na hun opleiding aan het werk in het bedrijfsleven. Waarom moeten deze studenten de optie om bij de overheid te gaan werken in hun overweging meenemen? De overheid is een hele belangrijke speler in Nederland. Het be-drijfsleven moet zorgen dat de economie draait, maar de overheid is daarvoor voorwaarde scheppend. Ze bepaalt mede hoe mensen in Nederland kunnen leven en welke voorzieningen er zijn. Het is mooi om daar aan bij te dragen. Dat kan op veel manieren. Een daarvan is om te zorgen dat het geld dat we uitgeven, ook uitge-geven wordt aan de dingen waaraan het uitgegeven zou moeten worden. Daar komen auditors met de rechtmatigheidstest om de hoek kijken. Daarnaast is het ook belangrijk om te zorgen dat fou-ten van nu, in de toekomst niet meer worden gemaakt. Ook daar komen auditors bij kijken en op deze manier helpen ze mee aan een beter functioneren van de overheid. Verder vind ik de sfeer bij de overheid ook iets minder competitief. Via het Audit traineeship is het mogelijk om een kijkje te nemen bij de overheid. Je werkt dan een periode in een audittaak bij het Rijk en krijgt daarnaast extra training. Verder staan we op beurzen en zijn er verschillende open dagen en is er de mogelijkheid om stage te lopen of je scriptie bij de overheid te schrijven.

Wat zijn de grootste verschillen tussen een controller in het bedrijfs-leven en uw eigen werkzaamheden op het Ministerie van Financiën? De context waarin er gewerkt wordt is heel anders. Een con-troller bij een groot bedrijf legt verantwoordelijkheid af aan de Raad van Bestuur of aan de Raad van Commissarissen en aan de aandeelhouders. Die hebben de neiging om vooral naar de winst- en verliesrekening te kijken. Natuurlijk zijn er ook bedrijven die kijken naar maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar uit-eindelijk telt toch de bottom line. In de politiek wordt de verant-woording afgelegd aan de politiek, burgers en ook aan de verschil-lende deelbelangen en velden waarmee je te maken hebt. Je legt dus verantwoording af aan andere mensen en die rekenen je niet alleen maar af op de bottom line. Het oplossen van maatschappe-lijke problemen speelt hier een grotere rol. Daarnaast is het is ook belangrijk dat het geld naar de goede dingen is gegaan conform de plannen van de politiek.

7 | Pro Memorie Magazine

Meer dan alleen de bottom line

“Als medewerker kun je met een goede reden best snel bij de minister

aan tafel komen.”

Page 8: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

8 | Pro Memorie Magazine

Interview: Laura van Geest

De Auditdiensten en de directies Financieel Economische Zaken

bij het Rijk zijn op zoek naar jong talent. Ben je onlangs of bijna

universitair afgestudeerd én geïnteresseerd in werken in een

financiële functie bij de rijksoverheid? Word dan Audit of Financial

Trainee bij het Rijk!

Als Audit of Financial Trainee opereer je in de vaak hectische

context van politieke verhoudingen en maatschappelijke

ontwikkelingen. Die dimensie maakt het werk veelzijdig en extra

spannend. Ook lever je een bijdrage aan een beter presterende

overheid. Durf jij die financiële verantwoordelijkheid aan?

In september gaan het Audit Traineeship en Financial Traineeship

van start. De trainees hebben een zeer uiteenlopende

achtergrond; we zoeken immers potentiële accountants, maar ook

breed inzetbaar financieel talent. Jij kunt één van hen zijn!

Audit en Financial Traineeship: een traject vol kansen

Tijdens het Audit Traineeship draai je twee jaar volledig mee op

verschillende ministeries om de nodige praktijkervaring op te doen.

Daarnaast krijg je een Post Master Accountancy en een intern opleidings-

programma aangeboden. Als Financial Trainee werk je gedurende het

tweejarige programma in verschillende financiële functies, waardoor

je als Financial Trainee de diverse financiële invalshoeken belicht krijgt.

Samen met de andere Financial Trainees volg je daarnaast een op maat

gemaakt opleidingsprogramma.

Functie-eisen

Voor het Audit Traineeship zijn wij op zoek naar bijna of net afgestu-

deerde academici met als achtergrond bij voorkeur bedrijfseconomie.

Voor het Financial Traineeship zijn wij op zoek naar bijna of net

afgestudeerde academici met als studierichting algemene economie,

bedrijfseconomie, bedrijfskunde, bestuurskunde en politicologie.

Ook bijna of net afgestudeerde academici die affiniteit hebben met

financieel beleid kunnen solliciteren naar het Financial Traineeship.

Meer informatie

Voor meer informatie over de functie, de sollicitatieprocedure en de

mogelijkheden na je traineeperiode: www.werkenbijhetrijk.nl/minfin

en kijk vervolgens bij traineeships.

Je kunt je t/m 16 mei 2011 aanmelden voor één van beide traineeships.

Beheer jij de sleutel van de schatkist?

Werken bij het Rijk. Als je verder denktwww.werkenbijhetrijk.nl

Gezocht: ambitieuze trainees

Adv A4-Financial Trainee_2011.indd 1 17-02-11 12:29

“Vrouwen willen gekozen worden omdat

ze de beste zijn.“

De focus van de controller in het bedrijfsleven is meer gericht op de continuïteit van het bedrijf. Daarvoor is de winst en verlies-rekening in ieder geval een belangrijk element. En voor de over-heid is dat niet het enige. Het is wel van belang, daarom zijn de overheidsfinanciën ook zo belangrijk, maar naast gezonde over-heidsfinanciën zijn er nog meer zaken van belang zijn. Zorg moet bijvoorbeeld goed geleverd worden in de verpleeghuizen. Rechtmatigheid is voor de overheid ook heel belangrijk. Ook be-drijven moeten zich aan wet en regelgeving houden, maar de audit normen liggen bij de overheid veel strakker. De eisen zijn veel scherper dan in het bedrijfsleven en de politieke aandacht daar-voor, ook als je binnen de normen blijft, is groter.

Tegenwoordig is ‘in control’ zijn een van de speerpunten van het control-lingvak. Het gaat niet meer alleen om de cijfers, maar ook om de ma-nier waarop organisaties worden beheerst. Merkt u deze verandering ook bij de overheid? ‘In control’ zijn is een onderwerp dat ook bij de overheid speelt. Er is een ‘in control’-verklaring die iedere Directeur-Generaal moet afgeven. Nou is ‘in control’ zijn op de stoel van een Di-recteur-Generaal Rijksbegroting dat voornamelijk over personeel gaat misschien eenvoudiger dan bij een grote complexe uitvoe-ringsorganisatie, maar daar is dat juist een focuspunt. Besteden we het geld aan de dingen waarvoor het bedoeld is? Komt er ook uit wat we hadden gehoopt? Verloopt het proces conform verwachting? Dan is het ook belangrijk dat je ‘in control’ bent. De staatssecretaris van Fiscale Zaken moet bijvoorbeeld elk half jaar naar de kamer om toe te lichten hoe het gaat. Dus niet alleen in het controllersvak, maar ook in de politiek is er aandacht voor.

Nederland kampt ten gevolge van de economische crisis met een grote en nog steeds stijgende staatsschuld. Wat zijn de gevolgen hiervan voor uw werkzaamheden gezien uw verantwoordelijkheid voor de Rijksbegroting? De financiele crisis zorgde eerst voor veel werk voor de collega’s die de banken moesten redden en de follow up daarvan. Daar komen de problemen in Europa nu bij. Maar er is ook een terug-slag op de begroting zelf: uiteindelijk hebben we een krimp gehad in de economie, dat betekent dat er ook geld wegvalt dat we vroeger binnenkregen, terwijl de uitgaven zich ongewijzigd heb-ben voltrokken. Terug naar wat houdbaardere overheidsfinanciën

betekent dat je flinke aanpassingen moet doorvoeren. Dat heeft voor ons gevolgen gehad. Het kabinet heeft keuzes gemaakt in het regeer- en gedoogakkoord. Concreet zorgt dat voor veel extra werk om te monitoren of de plannen worden uitgevoerd conform planning. Daarnaast worden de ministeries ook ingekrompen. Wil je met minder personeel toekunnen, dan moet je sommige dingen ook handiger en effectiever organiseren. Ook is het zaak om met min-der personeel de kwaliteit te blijven waarborgen. Dat geldt ook voor de financiële functie.

Nederland kampt vaak met een begrotingstekort. Waar ligt dat eigenlijk aan? Nederland komt van ver met flinke begrotingstekorten. Het stre-ven was gericht op een kloppende begroting, maar door econo-misch zwaar weer schoven we daar weer wat vanaf. Er zijn maar heel weinig landen met forse overschotten. Een overschot hoeft ook niet het beste saldo te zijn, maar een kleine plus is wel aan-trekkelijk. Dan heb je buffers voor als het economisch slechter gaat. Met de naderende vergrijzing betekent het dat we meer moeten gaan uitgeven. Als je dat wilt kunnen absorberen moet je ook wat meer buffer hebben. Op de lange termijn willen we naar een overschot gaan, maar voor de middellange termijn was het Studiegroep-advies van 15 tot 18 miljard bezuiniging al een flinke uitdaging voor de politieke partijen.

Er is al jaren discussie over het glazen plafond en het gebrek aan vrouwen in topfuncties. Wat is uw standpunt hierin, vindt u dat vrouwen momenteel een eerlijke kans krijgen om door te breken? Ik heb daar zelf niet veel van gemerkt. Ik heb me nooit gediscri-mineerd gevoeld. Toen ik begon waren er minder vrouwen in de macro-economische functies. Dat was eerder een voordeel, want je viel op. Er wordt weleens gezegd dat de cultuur bij de overheid eigenlijk vrouwvriendelijker is dan elders. Als je kijkt naar het aantal vrouwen in topposities houdt dat niet over. Maar mijns inziens is dat niet doordat de benoemers ze niet willen benoemen. Wil je een functie vervullen, dan moet je dat zelf ook willen en durven. Je moet beginnen met te denken dat je het wel kan. Bij de overheid is ruimte om arbeid en zorg te combine-ren. Maar als mensen niet willen, dan is de logische consequentie daarvan dat ze ook niet doorstromen. Zelf wil ik graag goede mensen in mijn team. Als je een vacature hebt kun je die openstellen en hopen en bidden dat zich goede kandidaten melden. Je kunt echter ook nadenken of je sommige kandidaten, dus ook vrouwen, niet kunt pushen. Als er dan iemand is die twijfelt, dan kun je die over de streep trekken. Ook heb-ben we de lijn dat een van de leden van de selectiecommissie een vrouw is. Daarnaast proberen we bij leidinggevende functies expliciet na te denken over mogelijke blinde vlekken. We willen natuurlijk geen talenten verspillen. Kiezen op geslacht kan volgens mij ook heel contraproductief uitwerken. Vrouwen willen gekozen worden omdat ze de beste zijn.

Page 9: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Laura van Geest

De Auditdiensten en de directies Financieel Economische Zaken

bij het Rijk zijn op zoek naar jong talent. Ben je onlangs of bijna

universitair afgestudeerd én geïnteresseerd in werken in een

financiële functie bij de rijksoverheid? Word dan Audit of Financial

Trainee bij het Rijk!

Als Audit of Financial Trainee opereer je in de vaak hectische

context van politieke verhoudingen en maatschappelijke

ontwikkelingen. Die dimensie maakt het werk veelzijdig en extra

spannend. Ook lever je een bijdrage aan een beter presterende

overheid. Durf jij die financiële verantwoordelijkheid aan?

In september gaan het Audit Traineeship en Financial Traineeship

van start. De trainees hebben een zeer uiteenlopende

achtergrond; we zoeken immers potentiële accountants, maar ook

breed inzetbaar financieel talent. Jij kunt één van hen zijn!

Audit en Financial Traineeship: een traject vol kansen

Tijdens het Audit Traineeship draai je twee jaar volledig mee op

verschillende ministeries om de nodige praktijkervaring op te doen.

Daarnaast krijg je een Post Master Accountancy en een intern opleidings-

programma aangeboden. Als Financial Trainee werk je gedurende het

tweejarige programma in verschillende financiële functies, waardoor

je als Financial Trainee de diverse financiële invalshoeken belicht krijgt.

Samen met de andere Financial Trainees volg je daarnaast een op maat

gemaakt opleidingsprogramma.

Functie-eisen

Voor het Audit Traineeship zijn wij op zoek naar bijna of net afgestu-

deerde academici met als achtergrond bij voorkeur bedrijfseconomie.

Voor het Financial Traineeship zijn wij op zoek naar bijna of net

afgestudeerde academici met als studierichting algemene economie,

bedrijfseconomie, bedrijfskunde, bestuurskunde en politicologie.

Ook bijna of net afgestudeerde academici die affiniteit hebben met

financieel beleid kunnen solliciteren naar het Financial Traineeship.

Meer informatie

Voor meer informatie over de functie, de sollicitatieprocedure en de

mogelijkheden na je traineeperiode: www.werkenbijhetrijk.nl/minfin

en kijk vervolgens bij traineeships.

Je kunt je t/m 16 mei 2011 aanmelden voor één van beide traineeships.

Beheer jij de sleutel van de schatkist?

Werken bij het Rijk. Als je verder denktwww.werkenbijhetrijk.nl

Gezocht: ambitieuze trainees

Adv A4-Financial Trainee_2011.indd 1 17-02-11 12:29

Page 10: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Arjan van der Nat & Michiel Rovers

Arjan van der Nat studeerde Bedrijfseconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en rondde in 1994 de opleiding tot registercontroller af. Hij begon zijn carrière in 1990 bij PWC als management consultant en maakte in 1996 de overstap naar TNT. Van der Nat had verschillende financiële functies in het buitenland en was tot 1 februari 2009 werkzaam als Financieel Directeur bij Cendris Customers Contact. Momenteel is hij werkzaam als programmadirecteur bij TNT, belast met de coördinatie van onder andere accounting activiteiten gericht op een zo optimaal mogelijke financiële structuur voor TNT. Sinds februari 2007 is Van der Nat bestuurslid van de Vereniging van Registercontrollers (VRC), waarvan hij in maart 2008 tot 9 maart jongstleden voorzitter was.

Arjan van der Nat Voormalig voorzitter VRC

10 | Pro Memorie Magazine

Hoe kijkt u terug op de afgelopen jaren als voorzitter? Heeft u kunnen bereiken wat u wilde bereiken?Van der Nat: Ik kijk toch wel met enige trots terug. Toen we vier jaar geleden begonnen, zat de vereniging in een behoorlijke crisis. De achtergrond hiervan was dat de VRC ondergesneeuwd dreigde te raken onder het succes van het Controllers Instituut en haar eigen identiteit aan het verliezen was. Het Controllers Instituut is een succesvol samenwerkingsverband tussen de NBA Accountants in Business en de VRC en is gericht op de ontwikkeling van ge-zamenlijke activiteiten. Haar naam zal overigens wijzigigen in NBA-VRC. Een gedachte die 4 jaar geleden in het VRC bestuur begon te leven was om de samenwerking te stoppen en te focussen op de VRC. Een andere reden was dat de EMFC-opleidingen vonden dat wij als VRC te weinig voor ze deden. Er ontstond toen binnen het bestuur een stevige discussie en de resultante daarvan was dat we de leden een plan van aanpak hebben voorgelegd waar-bij de VRC nadrukkelijker op de kaart zou worden gezet en we daarbij ook gebruik maken van de samenwerking met de opleidingen en NBA. Ik denk dat het effect van onze activiteiten merkbaar begint te worden en dat we de afgelopen jaren de VRC weer op de kaart hebben weten te zetten. Er worden nu activiteiten zoals het VRC Congres georganiseerd en ook de sa-menwerking met de opleidingen is enorm geïntensifieerd. We hebben nu een Quality Assurance Comittee, waarin alle opleidingsdirecteuren en het VRC vertegenwoordigd zijn en een groot aantal activiteiten ondernemen. Verder hebben we de PE-regeling geüpdatet en een gedragscode geïmplementeerd. We hebben dus een veelheid aan zaken bereikt die met name gericht zijn op het positioneren en versterken van het RC dienstmerk.

Wat zijn uw beweegredenen geweest om voorzitter te worden van de VRC?Rovers: Een van de redenen is dat ik altijd heel erg trots ben geweest op het mogen dragen van het dienstmerk RC. Dat mag niet zomaar iedereen en je onderscheid je daarmee als top-financial op de arbeidsmarkt. Dit levert een meerwaarde op op de arbeidsmarkt en ook dat was een beweegreden om RC te worden. Toen ik RC werd was de VRC eigenlijk een soort van slapende club. Onder het huidige bestuur is het een veel professionelere vereniging geworden. Ik heb veel aan de VRC gehad en nu wil ik ook graag wat terug-doen. Ook is de omgeving van de VRC in beweging en wil ik graag actief deel uitmaken van deze ambitieuze vereniging.

Wat zijn uw plannen voor de komende jaren met de VRC? Wordt het beleid op dezelfde manier voortgezet of zullen er wijzigingen komen?Rovers: De afgelopen jaren is een stevige basis gecreëerd voor verdere groei.

Wat is een controlling special zonder een bijdrage van de

Vereniging van Registercontrollers? Nu daar recent een

bestuurswissel heeft plaatsgevonden is het interessant om te kijken

wat deze vereniging voor de registercontroller kan betekenen.

Wij hadden een duo-interview met Arjan van der Nat en Michiel

Rovers, de voormalige en huidige voorzitter van de VRC.T E K S T : Harma Kikkert en Krijn Toet

Wisseling van de wacht

Page 11: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Het huidige bestuur heeft als het ware het ‘huis op orde’ gebracht. Nu is het belangrijk om de connecties met belangrijke spelers in het ecosysteem verder uit te bouwen en de strategische positie van de VRC verder te versterken. Een voorbeeld is het Quality As-surance Committee. Dat is een overlegorgaan tussen de VRC en de opleidingsdirecties. Het met elkaar in gesprek gaan en blijven is de basis voor de verdere ontwikkeling van het merk RC. Wat je ook ziet is dat de markt voor RC’ers heel sterk in beweging is. Er komen concurrenten op de markt, er zijn partijen die mogelijk an-dere opleidingen gaan aanbieden die aangrenzend zijn. Je ziet ook een stuk internationalisering van de arbeidsmarkt, die van invloed is op de positie van de RC. Dat zijn allemaal zaken die spelen in de buitenwereld, waar wij als VRC de komende jaren met onze stakeholders een antwoord op willen formuleren. Het is goed om te weten dat we in onze werkzaamheden kunnen vertrouwen op het fundament dat de afgelopen jaren is gelegd.

Wat is de rol van de VRC in de controllingwereld en wat kan de VRC bijdragen aan een registercontroller? Van der Nat: Een registercontroller mag alleen maar het RC-dienst-merk voeren als hij of zij is ingeschreven bij de VRC. De VRC is dus de hoeder van het dienstmerk. Om het dienstmerk waarde te geven, heeft de VRC hieraan een aantal eisen verbonden zoals de verplichte gedragscode en permanente educatie. Zo wordt er zowel persoonlijke waarde, als waarde op de arbeidsmarkt gecre-ëerd. Die, als je dat vergelijkt met de RA-titel, toch nog wel een achterstand heeft. Als je in het bedrijfsleven stapt en je zegt “ik ben RA”, dan is heel snel duidelijk wat je bent. Als je zegt “ik ben RC”, dan is dat nog wat lastiger en vergt dat meer uitleg. Dit komt deels door het feit dat de functie van de accountant bij mensen een bepaalde associatie oproept. Ook al is er een veelheid aan soorten accountants, een RA-titel is duidelijk. Hier hebben we dus nog wel wat te bewerkstelligen, om in het bedrijfsleven goed dui-delijk te krijgen dat de RC’er een allround financieel professional is. De rol van de VRC is dus om te zorgen dat er een duidelijke profilering komt van de controller en zijn werkzaamheden en dus

onze leden ook daadwerkelijk waarde toe te voegen. Rovers: Aan de ene kant zijn wij de hoeder van het merk RC; we dragen zorg voor de kwaliteit van het merk en diegenen die het merk mogen dragen. Dan kom je al snel op de kwaliteit en inhoud van de opleiding uit. Maar ook de gedragscode en de PE-regeling maken deel uit van die kwaliteit. Aan de andere kant is de perceptie van de markt heel belangrijk. Toen de RC-opleiding er nog niet was, ontbrak een opleiding voor financieel professionals. Men had behoefte aan meer dan alleen een controlerend perspectief. Toch moet ik als RC’er nog vaak uitleggen wat mijn vak is. Die perceptie rechttrekken, dat is een van de rollen die wij voor de VRC ook zien. Om dat te bereiken hebben we onze marketing georganiseerd, onder andere voor be-drijven en de opleidingen. We gaan bedrijven duidelijk maken wat de toegevoegde waarde van een RC is.

Er is enige discussie geweest over de PE-regeling voor controllers. In 2009 hebben jullie een enquête laten uitvoeren en was er een overwe-gend positieve reactie. Hoe is het hiermee nu gesteld?Rovers: De achterliggende gedachte van dit keurmerk is dat wij als vereniging de waarde van het dienstmerk willen verhogen. De PE-regeling gaat om persoonlijke ontwikkeling. Sommige leden zeggen dan wel dat je hier zelf verantwoordelijk voor bent en dat de vereniging ze niet achter de vodden hoeft te zitten. Dat is ook niet onze bedoeling. Wij denken echter wel dat het keurmerk pas waarde heeft als je continu blijft leren en jezelf blijft ontwikkelen. Dit kan dan door middel van het puntensysteem. We zijn er dus niet op uit om mensen te monitoren of ze hun punten wel ha-len. Wij willen het dienstmerk een hogere waarde geven. Daarbij hoort dus het systeem dat wij controleren of je het bijhoudt of niet. En als je het niet doet, dat wij dan als vereniging de ultieme sanctie mogen nemen, namelijk het intrekken van de RC-titel.

De laatste anderhalf jaar worden de scores en het aantal behaalde punten al veel beter. Dus ik denk dat de boodschap wel over komt. Het is ook vrij om te kiezen hoe je jouw opleiding invult.

Interview: Arjan van der Nat & Michiel Rovers

11 | Pro Memorie Magazine

Wisseling van de wacht

“Je loopt een achter-stand op als je niets doet terwijl de wereld om je

heen voortbeweegt.”

“De PE-punten zijn een extra beloning

voor iets wat je toch al wilde doen.”

Page 12: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Het is aan jou om in te schatten als je bijvoorbeeld 10 uur een opleiding hebt gevolgd, of je daar 10 punten of 20 punten aan geeft. Dit systeem gaat dus ook uit van het vertrouwen in de mensen. Als RC hebben we gedragscodes waaraan we ons moeten houden. Een daarvan is eerlijkheid en integriteit, dus ik ga er-van uit dat de leden daarin dus oprecht en eerlijk zijn en dat ze serieus met het systeem omgaan. Dit blijkt gelukkig ook wel uit de steekproeven die we nemen.Van der Nat: Ik denk ook dat je om registercontroller te zijn op een bepaalde manier in elkaar moet zitten. Ik denk dat je die integriteit moet hebben en als je die hebt, dan is een gedragscode geen probleem. Dan vind je die gedrags-code alleen maar mooi, want dat bevestigt wat je toch al vindt en kan je de code ook gebruiken als onderbouwing bij je mening. Het geeft je dus als het ware een handvat. En iets vergelijkbaars geldt wat mij betreft ook voor die PE-punten. De PE-punten zijn dan een extra beloning voor iets wat je toch al wilde doen en vormt een handvat om de buitenwereld te laten zien dat je bij bent op je vakgebied. Rovers: En wat veel leden zich niet realiseren is dat je leert op je werk. Zelfs een discussie over een bepaald onderwerp in het jaarverslag met de accoun-tant kan je opvoeren als een leermoment. De punten hoeven niet allemaal bij opleidingsinstituten behaald te worden. Er is een veelheid aan mogelijkheden om gewoon die 40 punten te halen.

Als VRC houden jullie je ook bezig met de opleidingen tot registercontroller. Hoe vinden jullie dat deze zijn georganiseerd en ingericht? Van der Nat: Ik denk dat ze over het algemeen alle acht goed georganiseerd en ingericht zijn. Tot nu toe bewijzen de opleidingen dat ze bestaansrecht heb-ben. Ik denk ook dat ze deze nog lang zullen hebben als ze maar blijven open-staan voor de ontwikkelingen om hen heen, zowel nationaal als internationaal.Rovers: Wat belangrijk is als je kijkt naar het basiscurriculum van de studie, dan zie je dat die basis is ontstaan op basis van wat toen werd gemist in finan-ciële functies. De wereld is echter steeds sneller gaan draaien en veranderen en er zijn vele ontwikkelingen geweest. Ik denk dan ook dat men nog een keer goed naar dat curriculum moet kijken, om te zien of het nog wel aan de huidige eisen voldoet. En dat is ook het gesprek wat wij met de opleidingen aangaan. Het gesprek over waar bewegen we nou naar toe. Dit vanuit de ge-dachte dat als je niets doet terwijl de wereld om je heen vooruit beweegt, je dan een achterstand oploopt. Van der Nat: Een ander element is dat wij propageren een post-initiële op-leiding te zijn. Wij willen dan ook dat studenten minimaal twee jaar werker-varing hebben voordat ze überhaupt aan de opleiding mogen beginnen. Zo krijgen we een stuk extra waarde in de opleiding. Dit levert ook voor de studenten veel meer toegevoegde waarde op. Door de crisis ontstaat er wel een discussie over deze norm. Opleidingen vinden het soms lastig om genoeg studenten te vinden en stellen dan de regeling met betrekking tot het erva-ringscriterium ter discussie. Ook werkgevers geven soms aan liever de me-dewerker direct bij aanvang naar een opleiding te willen sturen in plaats van twee jaar te moeten wachten. Wij als VRC zijn daar op dit moment nog heel erg terughoudend in omdat wij van mening zijn dat het loslaten hiervan ten koste zal gaan van de kwaliteit en toegevoegde waarde. Waar nog wel aan ge-dacht kan worden is om te gaan differentiëren. We zouden bijvoorbeeld met de opleidingen een topopleiding kunnen ontwikkelen waaraan alleen studen-ten met meer dan bijvoorbeeld vijf tot tien jaar werkevaring zouden mogen deelnemen. Deze opleiding zou dan kunnen concurreren met internationaal hoog aangeschreven opleidingen zoals IMD en Insead. Op langere termijn zie ik daar nog wel mogelijkheden voor.

12 | Pro Memorie Magazine

Michiel Rovers heeft zijn doctoraal Bestuurlijke Informatiekunde en de RC-titel behaald aan de Universiteit van Amsterdam. De heer Rovers heeft zijn International MBA behaald aan de TiasNimbas Business School.De heer Rovers heeft een achtergrond in Finan-ce en Management Consulting. In beide vakge-bieden richt de heer Rovers zich met name op het verbeteren van de effectiviteit van de finan-ciële functie. Momenteel werkt Michiel Rovers als Management Consultant bij IOS Consulting, en bekleedt hij een part-time docentschap aan de accountantsopleiding van de Vrije Universi-teit. Daarnaast heeft de heer Rovers de voorzit-tershamer van de VRC per 9 maart jongstleden overgenomen van Arjan van der Nat.

Michiel Rovers Huidig voorzitter VRC

Interview: Arjan van der Nat en Michiel Rovers

De juiste balans vinden. Daar draait het bij SRA en de aangesloten accountantskantoren om. De eerste stap in je carrière is daarbij misschien wel de belangrijkste. Die bepaalt vaak je verdere loopbaan. Daarom een tip van SRA: Vraag jezelf eens af wat jij belangrijk vindt. Zoek je afwisselend werk? Persoonlijke ontwikkeling? Wil je echt van waarde zijn voor de ondernemer? Dan is een start bij één van de 400 SRA-Kantoren wat voor jou!

Neem contact met ons op, 030 656 60 60 of [email protected]. Wij kunnen jou precies vertellen welke uitgebalanceerde stage- en carrière-mogelijk heden SRA-Kantoren kunnen bieden. Met veel aandacht voor werk en privé. Want ook dat moet in balans zijn. Niet voor niets betekent werken bij SRA: jouw dag in balans. Kijk voor meer informatie op www.srastudentennet.nl

SRA. Accountants & Fiscalisten. Postbus 335 - 3430 AH Nieuwegein - 030 656 60 60 - [email protected] - www.srastudentennet.nl

Werken bij SRAJouw dag in balans!

Page 13: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

De juiste balans vinden. Daar draait het bij SRA en de aangesloten accountantskantoren om. De eerste stap in je carrière is daarbij misschien wel de belangrijkste. Die bepaalt vaak je verdere loopbaan. Daarom een tip van SRA: Vraag jezelf eens af wat jij belangrijk vindt. Zoek je afwisselend werk? Persoonlijke ontwikkeling? Wil je echt van waarde zijn voor de ondernemer? Dan is een start bij één van de 400 SRA-Kantoren wat voor jou!

Neem contact met ons op, 030 656 60 60 of [email protected]. Wij kunnen jou precies vertellen welke uitgebalanceerde stage- en carrière-mogelijk heden SRA-Kantoren kunnen bieden. Met veel aandacht voor werk en privé. Want ook dat moet in balans zijn. Niet voor niets betekent werken bij SRA: jouw dag in balans. Kijk voor meer informatie op www.srastudentennet.nl

SRA. Accountants & Fiscalisten. Postbus 335 - 3430 AH Nieuwegein - 030 656 60 60 - [email protected] - www.srastudentennet.nl

Werken bij SRAJouw dag in balans!

Page 14: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

T E K S T : Harma Kikkert en Marit Oosterbaan

14 | Pro Memorie Magazine

Seat Leon 1.2 TSI Sport Ecomotive

Onze testauto is een Leon met 1.2 TSI benzinemotor, goed voor 105 pk, een handgeschakelde 6-versnellingsbak, en in de kleur Candywit. Speciaal voor deze autotest nemen we een extra spor-tieve uitvoering.

Exterieur: De Leon oogt stoer en sportief door de relatief hoge zijkanten en lage ramen. De belijning zorgt voor een strak, zelf-verzekerd en zakelijk uiterlijk. Deze sportieve versie heeft extra brede banden en er zitten speciale 18 inch lichtmetalen velgen onder. De handgrepen van de achterdeuren zijn verborgen in de achterruiten, waardoor de Leon veel weg heeft van een coupé, dit draagt bij aan het sportieve uiterlijk. Een leuk detail zijn de zwarte spiegels van dit model, die de gebruikelijke, bijpassende witte exemplaren vervangen.

Interieur: Het interieur ziet er gelikt uit. Wat meteen opvalt, is de boardcomputer met een 5-inch touchscreen, een kleurenbeel-scherm in het dashboard voor onder andere radio, cd, een optisch

parkeersysteem en navigatie. Zeer geslaagd zijn ook de tellers in het dashboard, met een centraal geplaatste toerenteller en daar-naast een kleine snelheidsmeter. Een nadeel hiervan is wel dat het aantal kilometers per uur bij lage snelheden slecht te zien is. Verder is er gebruik gemaakt van sportstoelen voorin en een mid-denconsole voor extra comfort. Ondanks dat de Leon aan de bui-tenkant veel weg heeft van een coupé, is daar aan de binnenkant niks van te merken. De binnenruimte is zowel voor- als achterin ruim voor een hatchback en ook de opbergruimte in de kofferbak is royaal te noemen.

Ecomotive Technologie: Ecomotive Technologie zorgt voor een gulden middenweg tussen zowel het verlagen van het brand-stofverbruik en het verminderen van de CO2-uitstoot als het optimaliseren van het rijplezier. Modellen met deze technologie profiteren van een start-/stopsysteem, dat de motor automatisch in- en uitschakelt, zodat hij alleen draait wanneer het nodig is. Het gemiddelde verbruik is 5,2 liter/100 km en de 1.2 TSI heeft een res-pectabele CO2-uitstoot van slechts 124 g/km. Dat levert de Leon 1.2 TSI Ecomotive Technologie een A-label en 20% bijtelling op.

Rijprestaties: De Leon rijdt pittig, is behoorlijk snel weg bij het stoplicht en de wegligging is goed. De auto is zeer wendbaar en rea-geert direct en nauwkeurig op de bestuurder. Een nadeel is het be-perkte zicht bij speciale manoeuvres als gevolg van de hoge zijkan-ten en lage ramen. Een stoere en sportieve uitstraling kent blijkbaar nou eenmaal zijn prijs. De 1.2 TSI doet er 10,9 seconden over om naar de 100 km/uur te sprinten en bereikt een topsnelheid van 187 km/uur. Al met al komen wij tot de conclusie dat de Seat Leon net zo sportief rijdt als hij eruit ziet. De rijprestaties zijn, zeker gezien het verbruik, goed. De Leon is de perfecte mix tussen sportiviteit, dagelijkse bruikbaarheid en comfort voor de milieubewuste rijder.

Onze waardering voor deze auto:

Duurzaamheid: Rijprestaties: Zakelijkheid:

Even Voorstellen

In deze editie een proefrit met de Seat Leon. Seat is

het sportieve merk van de Volkswagen groep en de

Leon richt zich dan ook op de jonge sportieve rijder.

Deze vijfdeurs hatchback is naast sportief ook nog eens

een milieubewuste keuze, het is namelijk een model

met Ecomotive Technologie. Wij zijn benieuwd wat dat

voor invloed op de rijprestaties heeft!

Page 15: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Even Voorstellen

Naam:Leeftijd:Woonplaats:Werkt bij RuG sinds:

Henk Ter Bogt55 jaarGroningenNovember 1991

“Het contact met studenten houdt je

bij de les.”

Kunt u iets over uw loopbaan vertellen? Ik heb Algemene- en Bedrijfseconomie gestudeerd aan de RuG en ben in 1979 afgestudeerd. Hierna ben ik bij een klein onderzoeksbureau aan de slag gegaan en heb daar onderzoek gedaan voor verschillende bedrijven en overheden. Daarna ben ik bij de provincie Groningen op de financiële afdeling gaan wer-ken. Sinds 1991 werk ik bij de vakgroep Accounting. Ik geef les in onder andere Management Accounting/OMC en overheidsmanagement en doe daarnaast veel onderzoek.

Wat maakt uw werk bij de universiteit zo leuk?Vooral de combinatie van onderzoek en onderwijs maakt het werk aan de uni-versiteit leuk. Wanneer je alleen onderzoeker zou zijn, sta je wat verder van de echte wereld. Voor de onderzoeken die ik heb gedaan, probeer ik bijna altijd aansluiting te vinden bij gebeurtenissen uit de praktijk. Door college te geven, zorg ik ervoor dat ik de stof en gedachten helder kan verantwoorden. Daarnaast houdt het contact met studenten je bij de les. Tot slot krijg je door dit werk extra mogelijkheden, zoals gastcolleges geven bij andere universiteiten en bedrijven.

Wat doet u zoal in uw vrije tijd? Naast mijn werk, besteed ik veel tijd aan mijn gezin. Ik heb een vrouw en twee kinderen. Verder zit ik in de Raad van Commissarissen van Lefier. Ik zit ondertussen al weer tien jaar in de RvC van die woningcorporatie en hier gaat wel wat tijd in zitten. Daarnaast probeer ik één keer in de week te tennissen. Ook ben ik amateurdrukker en houd ik van wandelen, vooral op de Drentse zandwegen of akkers, om ondertussen ook nog naar mooie stenen te zoeken. Tot slot tuinier ik graag, lees ik vaak een boek of krant en bezoek ik regelmatig de schouwburg. Helaas heb ik niet overal echt genoeg tijd voor, maar die tijd komt hopelijk ooit later; later, als ik met pensioen ga, zeg ik dan maar.

Aan welke eigenschappen moet een goede controller volgens u voldoen?Voor een controller geldt dat ze een goed inzicht moeten hebben in cijfers. Naast dit inzicht moeten ze deze abstracte cijfers ook uit kunnen leggen. En je moet je helder kunnen uitdrukken, zowel mondeling als schriftelijk. Ook moet je als controller goed kunnen luisteren. Daarnaast is het belangrijk dat je goed kan samenwerken met de lijnmanagers, want je moet samen tot een oplossing komen en de lijnmanagers moeten de gemaakte beslissing uiteindelijk door-voeren. Wel is het verstandig om een zekere afstand te houden, zodat je ook ‘streng maar rechtvaardig’ kunt zijn.

U doet onder andere veel onderzoek voor de publieke sector, waaronder de waarde van de controller in deze sector. Kunt u wat meer over de waarde van de controller in de publieke sector vertellen?

15 | Pro Memorie Magazine

Ten eerste kunnen we wel stellen dat de waarde van de controller in de publieke sector niet heel erg veel verschilt ten opzichte van die in de profit sector. Wel wordt er bij de profit sector erg op de winst gelet, dit geldt veel minder voor de publieke sector. Bij een museum wordt bijvoorbeeld niet alleen een zo hoog mogelijk aantal bezoekers als doel gesteld, maar ook zoiets als “wat geven we deze bezoekers mee?”. In de profit sector zal hier ook wel op worden gelet, maar dan altijd in relatie tot de winst. Daarnaast zal een controller in de publieke sector bijvoorbeeld ook iets meer gevoel moeten hebben voor maatschappelijke ontwikkelingen.

T E K S T : Harma Kikkert en Koen Jansen

Dit maal in Even Voorstellen Henk ter Bogt. Hij is docent van de

Specialization Course OMC, gegeven in het derde jaar van de

bachelor. Daarnaast is hij voorzitter van de vakgroep Acccounting.

Even Voorstellen

Page 16: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Van een aantal studenten die een groepsopdracht maken, tot een werkoverleg bij een grote multinational. In

elke situatie waarin mensen met elkaar samenwerken zijn er leiders nodig. Tegenwoordig wordt steeds vaker

beweerd dat er steeds minder behoefte is aan leiderschap, anderen zien juist een duidelijke herwaardering hiervan.

In de praktijk wordt leiderschap niet overbodig, maar verandert het qua aard en functie sterk. Men onderkent steeds

meer dat de effectiviteit van leidinggeven door veel verschillende factoren wordt bepaald, namelijk kenmerken van

de leider, kenmerken van de ondergeschikten en kenmerken van de situatie waarin de leider optreedt.

T E K S T : Krijn Toet en Marit Oosterbaan

Er zijn veel verschillende leiderschapsstijlen, gebaseerd op ver-schillende veronderstellingen en theorieën. Een bekend voorbeeld is het charismatisch leiderschap, waarbij een leider de macht heeft door middel van zijn persoonlijkheid en charme, in plaats van elke vorm van externe macht of autoriteit. Ook wordt er wel gespro-ken over participerend leiderschap, waarbij de leider en onder-geschikten informatie en macht delen. De manager betrekt de medewerkers bij de te maken beslissingen, wat creatief denken stimuleert en daarmee zowel het welzijn van de ondergeschikte als de kwaliteit van de beslissingen bevordert. Daarnaast zijn er leiderschapsstijlen waarbij de macht of autoriteit van de leider centraal staat, hierbij passen leiderschapsstijlen als autocratisch of transactioneel leiderschap.

De stijl die een leidinggevende gebruikt, is gebaseerd op zijn of haar overtuigingen, normen, waarden en voorkeuren. Ook de organisatiecultuur en de normen en waarden van de organisatie dragen ertoe bij dat sommige stijlen bemoedigd en andere stijlen juist ontmoedigd worden. Ook geldt dat geen enkele stijl van lei-ding geven toepasbaar is in elke situatie en op elke persoon. In dit artikel willen we één van de vele theorieën een nadere toelichting geven, namelijk het situationeel leiderschap. Deze leiderschapsstijl gaat, zoals de naam al doet vermoeden, uit van de situatie dat de meest effectieve stijl van leidinggeven afhangt van een aantal situ-ationele factoren.

Situationeel leiderschapIn verschillende situaties zijn verschillende leiderschapsstijlen het meest effectief. Een effectieve leider vervalt niet in een en dezelfde leiderschapstijl. Verscheidende wetenschappers hebben hier onderzoek naar gedaan, waaronder Hersey en Blanchard. Hun model is gebaseerd op twee dimensies, namelijk de mate van taakgericht gedrag van de leider en de mate van ondersteunend gedrag van de leider. Bij taakgericht leiderschap ligt het accent op het einddoel en de uitvoer van de taak. De leidinggevende stelt de doelen vast, bepaalt welke werkmethoden er gevolgd worden, plant de taken en houdt toezicht op de voortgang van het werk.

Ondergeschikten zullen deze stijl veelal als autoritair ervaren. Het andere uiteinde vindt men bij ondersteunend leiderschap. Hier ligt het accent op de onderlinge verhoudingen. Deze par-ticiperende stijl kenmerkt zich door tweerichting communicatie, samenwerking, motivatie en het betrekken van medewerkers bij de besluitvorming. Deze twee dimensies zijn de grondslag voor vier situationele leiderschapsstijlen: de sturende leiderschapsstijl, de overtuigende leiderschapsstijl, de participerende leiderschaps-stijl en de delegerende leiderschapsstijl. Deze vier stijlen zullen we nader toelichten:

1. SturenDe leidinggevende geeft gedetailleerde instructies over wat er moet gebeuren, hoe dit moet gebeuren en aan welke kwaliteitsei-sen het moet voldoen. De uitvoering en resultaten worden nauw-keurig gecontroleerd. Deze stijl is vooral taakgericht, en maar weinig ondersteunend.

2. OvertuigenLeidinggevende en ondergeschikte bespreken samen het hoe en wat van het werk, waarbij de leidinggevende uiteindelijk zelf een besluit neemt en de uitvoering nauwlettend bewaakt. De leiding-gevende ondersteunt de medewerker door verantwoordelijkhe-den te delen, hem te complementeren en te stimuleren. Deze stijl wordt ook aangeduid als resultaatgericht management.

Soft Skills

Leiderschap: een vak apart

“Een leider moet de feeling hebben om het beste alterna-

tief te kiezen.“

16 | Pro Memorie Magazine

Page 17: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Soft Skills

3. Participeren De leidinggevende en ondergeschikten bepalen samen hoe het werk wordt uitgevoerd. De leidinggevende helpt op verzoek bij de uitvoering, stimuleert en geeft primair leiding door aandacht te besteden aan de relatie en door het geven van erkenning.

4. DelegerenMedewerkers zijn zelf verantwoordelijk en hebben de nodige be-voegdheden. De leidinggevende laat beslissingen en de wijze waar-op de taak moet worden uitgevoerd over aan de ondergeschikten.

Om effectief leiding te geven moet men de stijl van leidinggeven afstemmen op de competenties van de medewerker; een begin-ner dient op een andere manier aangestuurd te worden dan een ervaren kracht. Deze sturing kan bestaan uit instructies, maar ook uit motivatie.De verschillende theorieën over leiderschapsstijlen kunnen ook allemaal weer voor andere vakgebieden gebruikt worden. In vrij-wel elke situatie zijn deze concepten goed bruikbaar om de situ-atie te duidenja en ook om mogelijke oplossingen aan te dragen. In aanvulling op het hier uitgelegde situationele leiderschap, is er door Blanchard en een aantal van zijn collega’s een aanvulling op het eerdere model uitgegeven. In dit model ligt de nadruk meer op de werknemer dan op de werkgever of leider. Het model gaat er namelijk van uit dat een persoon in zijn ontwikkeling vier fasen doorloopt, van onontwikkeld tot ontwikkeld. Deze vier fasen wor-den bepaald door twee factoren, namelijk het competentieniveau

van de ondergeschikte, en de toewijding van de ondergeschikte voor zijn werk. In elk van deze vier fasen gebruikt de leider een leiderschapsstijl die geschikt is voor de fase waarin de werkne-mer zich bevindt. De vier leiderschapsstijlen komen overeen met de leiderschapsstijlen die in het originele model onderscheiden worden. Het doel van dit tweede model in de praktijk is om een omgeving te scheppen waarin een individueel ondersteund wordt in zijn persoonlijke ontwikkeling. Net zoals in de eerste versie van dit model, is er ook nu geen leiderschapsstijl die op iedereen toegepast kan worden. Een leider zal zijn stijl moeten aanpassen op de fase waarin de ondergeschik-te zich bevindt. Dit vereist grote flexibiliteit van de leider.

De vraag is wat nu de soft skill in deze theorie is. De echte soft skill in deze theorie, en in alle andere concepten op het gebied van leiderschap, is het weten op welk moment welke manier van leiderschap het beste resultaat geeft. Zoals al eerder genoemd is elke situatie anders, maar zijn ook de personen die in het stuk voorkomen anders. Er is dus flexibiliteit nodig in de manier van denken van de leider. De leiding moet de feeling hebben om het beste alternatief te kiezen in een moeilijke situatie en daar dan ook voor te gaan. Een goede toepassing, en dus ook goede be-heersing van deze soft skill, ligt dan waarschijnlijk ook in het op-bouwen van referentiekaders, ervaringen uit het verleden, en met die kennis een situatie proberen aan te pakken.

17 | Pro Memorie Magazine

Page 18: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Controller versus Accountant

Binnen ondernemingen worden controllers waarschijnlijk redelijk vaak gezien als het alter ego van de accountant.

De man of vrouw die een beetje buiten de hitte van de strijd kijkt naar cijfertjes en optelsommetjes. Veel

accountants worden ooit controller.

Controller versus Accountant

T E K S T : Frans Heitling, hoofdredacteur Accountancynieuws

Wanneer we kijken naar de accountancynieuws LinkedIn-groep zien we behoorlijk wat mensen van deze soort. Over de rol van de controller kun je heel veel clichés spuien. De eerste staat al in de aanhef van deze column. Laten we eens beginnen.

De controller:• ishetfinancieelgewetenvandeonderneming;• iseensparringpartnervoormanagementenbusiness;• biedtoverzichteninzicht;• houdtmensenbijdeles.

En dan zijn we alleen maar aardig. Wanneer we niet aardig zijn:

De controller:• zietalleenmaarcijfers;• zietdewerkelijkheidnietachterdecijfers;• kijktteveelterug;• isgoedinrekenen,maarzijncijferbrijgeeftgeeninzicht;• kentdebusinessniet;• weetmensennietteboeien.

Met andere woorden: het imago van de controller komt waar-schijnlijk behoorlijk overeen met het beeld dat mensen hebben van accountants. Hoe zou dat nu komen? Het kwaad geschiedt natuurlijk al in de opleiding. De opleidingen tot registercontroller en registeraccountant zijn familie van elkaar. Dat de manieren van denken van beide beroepsgroepen met elkaar overeenkomen, ligt dus voor de hand. Aan de andere kant hebben controllers en ac-countants verschillende belangen. De controller let op de centjes en het resultaat. Hij is in dienst van de ondernemer en dús partij en dús loyaal aan zijn werkgever.

De accountant is een externe lastpost. Zijn belang is de juistheid van de cijfers. Potentieel verschilpunt, alhoewel dat in de praktijk wel mee zal vallen. Alhoewel? Een aardig voorbeeld kwam ik vorig jaar tegen op een seminar van Twinfield dat ik mocht voorzitten. Een van de sprekers was Peter Paul de Vries. De Vries is nu top-man van Value8, een beursgenoteerde belegger. Eerder was hij de frontman van de VEB, belangenbehartiger van kleine beleggers. In die rol had hij belang bij, en pleitte hij voor, een sterke onafhanke-

lijke accountant. Op mijn vraag of hij nu andere gesprekken heeft met accountants over bijvoorbeeld de waardering van bepaalde beleggingen, antwoordde hij schoorvoetend – maar wel heel eer-lijk – dat het wel eens voorkomt dat hij een stevige discussie voert met zijn accountant over waarderingen. Verschillende rollen leiden dus tot ander gedrag.

Rollen en belangenDe moraal lijkt heel eenvoudig, een oud cliché zegt: wiens brood men eet, diens woord men spreekt! Ik heb het persoonlijk niet zo op spreekwoorden en gezegden. Het zijn vaak dooddoeners in een discussie. Ik denk ook overigens dat dit cliché vaak niet waar is. Organisaties hebben weliswaar een cultuur waarin be-paalde dingen soms wel of soms niet gedaan en gezegd worden. Echter, geen enkele professionele organisatie kan het zich veroor-loven om geen intern weerwoord te organiseren. En hoe doe je dat? Dat is extern de taak van de accountant. Die taak is bij een verplichte jaarrekeningcontrole ook geïnstitutionaliseerd in de ac-countantswetgeving. Met de wet in de hand en de AFM die als toezichthouder over zijn schouder meekijkt, doet de accountant zijn audits van jaarrekeningen. En als dat niet goed gaat, krijgt hij kritiek. En wanneer het heel erg fout gaat, denk aan de financiële crisis van de afgelopen jaren, dan wordt zijn hele functioneren tegen het licht gehouden en wordt de accountantswet- en regel-geving weer eens aangescherpt.

Binnen de onderneming ligt het ietsje anders. Goede ondernemin-gen organiseren de discussie binnen hun eigen geledingen. Slecht management organiseert jaknikkers om zich heen. Goed manage-ment verbindt mensen aan zich door een open sfeer, het uitdragen van gemeenschappelijke waarden en doelstellingen, maar facili-teert vervolgens wel een open discussie daarover, waarin mensen verschillende rollen en taken hebben. De ondernemer, de doener, de creatieve geest, de criticaster of de technicus. Het zijn rollen die in iedere organisatie vervuld moeten worden. Zijn bepaalde rollen voor een controller uitgesloten? Dat hoeft niet per se: hij moet wel altijd dicht bij zijn eigen kerncompetentie blijven. En die is goed kunnen rekenen en er op letten dat de plus kant altijd ietsje hoger is dan de min kant.

18 | Pro Memorie Magazine

W.we k n bij m zars.

Mazars is ontstaan uit een fusie tussen Mazars en Paardekooper&Hoffman

Ga verder met Mazars.

0475.00.596 WT Vrijheid BS_210x297_FC.indd 1 21-08-2008 11:13:25

Page 19: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Controller versus Accountant

W.we k n bij m zars.

Mazars is ontstaan uit een fusie tussen Mazars en Paardekooper&Hoffman

Ga verder met Mazars.

0475.00.596 WT Vrijheid BS_210x297_FC.indd 1 21-08-2008 11:13:25

Page 20: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Jan van Leeuwen

Jan van Leeuwen is Group Controller van Koninklijke Philips. In deze functie is Dhr. van Leeuwen verantwoordelijk voor de financiële verslaglegging, de prestatieanalyse en het management van de financiële functie binnen de Philips-groep.Jan van Leeuwen is afgestudeerd als technisch ingenieur en heeft later de RC-opleiding gevolgd. Gedurende zijn carrière heeft hij in verschillende aan finance gerelateerde disciplines gewerkt.Voordat hij in 1995 bij Philips kwam werken, is Dhr. van Leeuwen werkzaam geweest bij Shell, DAF en Akzo Nobel, waar hij naast zijn functie als controlller ook ruime ervaring heeft opgdaan op het gebied van overnames en fusies. Binnen Philips heeft hij verschillende functies vervuld. Voordat hij in 2008 Group Controller werd, is hij tevens CFO geweest van de Domestic Appliances divisie.

Jan van LeeuwenGroup Controller Philips

20 | Pro Memorie Magazine

Hoe bent u in uw huidige functie bij Philips terechtgekomen? Ik ben begonnen bij Shell, vervolgens overgestapt naar DAF Trucks in Eind-hoven, om na een aantal jaar door te stromen naar Akzo Nobel. Sinds 1995 werk ik bij Philips. Zelf ben ik afgestudeerd als bedrijfskundig ingenieur aan de TU Eindhoven. Wel heeft mijn opleiding altijd een bedrijfseconomisch accent gehad. Later heb ik nog een postdoctorale controlleropleiding gevolgd.

U bent vanaf 2008 bij Philips werkzaam als Group Controller. Wat houdt deze functie binnen Philips in? Binnen Philips heeft de Group Controller verschillende taken. Zo is de Group Controller de functionaris die rapporteert aan de CFO en is hij verantwoor-delijk voor de verslaglegging en de resultatenanalyse voor het management. Maar ook de productie en publicatie van het jaarverslag is een verantwoor-delijkheid waarvoor de coördinatie van het financiële deel bij de Group Con-troller ligt. Extern is echter niet alleen de publicatie van het jaarverslag een taak van de Group Controller, ook zijn wij eindredacteur van de gepubli-ceerde kwartaalpersberichten. Daarnaast is de controller verantwoordelijk voor het compliance-aspect van de financiële functie. Dit is niet enkel een controle op het voldoen aan de richtlijnen van de jaarverslaggeving van bijvoorbeeld Sarbanes-Oxley, maar ook de organisatie van compliance binnen Philips zelf. Binnen Philips is er een uitvoeringsorgaan, de Finance Excellence and Repor-ting Board (FERB) geheten. De FERB houdt zich bezig met het tot uitvoering brengen van beleidsbeslissingen, maar ook met de beleidsvoorbereiding en het ontwikkelen van voorstellen. De Group Controller is de voorzitter van de FERB en als zodanig heeft hij grote invloed op de dagelijkse voortgang van het management van de financiële functie binnen Philips.Binnen Philips is er ook maar één Group Controller. Hij is dan ook niet direct verantwoordelijk voor een van de business units. De functie van de Group Controller is er dus nadrukkelijk eentje die overkoepelend het financiële re-sultaat van Philips rapporteert, beheert en daarover adviseert aan de Raad van Bestuur. Met al de bijbehorende functies van interne controle en compli-ance, finance operations, beleid en het management van de financiële functie als zijn kerntaken.

Zijn de werkzaamheden van een controller in een grote onderneming als Philips anders dan bij kleinere ondernemingen?Ik denk dat de werkzaamheden van een controller in een kleinere onderne-ming wel degelijk anders zijn. Er is in een kleine onderneming minder sprake

In een controlling special kan een controller werkzaam bij een

grote onderneming natuurlijk niet ontbreken. Daarom zijn wij

naar Amsterdam gegaan om een interview af te nemen met Jan

van Leeuwen, Group Controller van de Nederlandse multinational

Philips. Wij spraken met hem ondermeer over zijn functie binnen

Philips, de eisen waaraan een goede controller volgens hem moet

voldoen en hoe je als controller de crisis doorkomt.T E K S T : Krijn Toet en Maarten Wessels

Multinational controlling

Page 21: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Jan van Leeuwen

21 | Pro Memorie Magazine

Multinational controlling

‘We zijn er aardig bovenop, maar het kan altijd beter.’’

van specialisatie. Als je naar de financiële functie kijkt, dan zitten in de staf van de CFO onder andere een controller en directieleden voor bijvoorbeeld tax, treasury en mergers & acquisitions. Bij een kleinere onderneming zal je zien dat de staf van specialistische functies minder groot is en dat vanuit die optiek de verantwoorde-lijkheid van een controller meer disciplines bevat. Het is natuurlijk wel zo dat je als Group Controller te maken hebt met die functies, maar je kunt bij de uitoefening van je werkzaamheden veel meer steunen op de specialistische expertise van deze disciplines. Bij een kleinere onderneming is dit veel meer gebundeld in één persoon.

In hoeverre zijn bij Philips de gevolgen van de financiële crisis merkbaar geweest of nog merkbaar? Wij hebben bij Philips de crisis aan den lijve ondervonden. Eind 2008 zakte de omzet opeens met ongeveer 15%. Voor sommige ondernemingen is dat normale volatiliteit, maar voor Philips was dat hele sterke volatiliteit. Dat heeft dan ook gemaakt dat we ons specifiek op deze volatiliteit zijn gaan richten. We hebben allerlei modellen gebouwd om te kijken wat de impact van de omzetont-wikkeling zou zijn op ons resultaat en hoe we dat konden beheer-sen. Belangrijk was ook welke corrigerende acties er ondernomen konden worden. Met deze modellen kunnen we meer dan enkel naar de resultatenontwikkeling in de toekomst kijken. Het stelt ons in staat om adequatere scenarioplanning te maken. Het geeft ons ook een beter begrip van de impact van onzekerheid op de omzet en de samenstelling van het resultaat. We zien ook dat het inmiddels al een stuk beter gaat met Philips. We zijn het afgelopen jaar 4% à 5% gegroeid, nadat we het jaar ervoor 11% waren gekrompen. Dit geeft tevens ook aan dat we er nog niet zijn. We zien nog steeds tegenvallende omzet in sommige delen van onze portfolio, met name in het consumentenstuk. Maar het lek is wel boven water. We kunnen dus zeggen dat we er weer aardig bovenop zijn, maar het kan altijd beter.

Zijn er volgens u specifieke gebieden van de financiële huishouding die door de controller extra in de gaten gehouden moeten worden tijdens en na een crisis? Ik denk dat er twee gebieden zijn die extra aandacht nodig heb-ben. Het eerste is de ‘forecast accuracy’; in hoeverre zijn we in staat om de omzetontwikkelingen in de toekomst met redelijke nauwkeurigheid te kunnen schatten? Het tweede gebied is de va-riabiliteit van met name kosten; als spin-off van de crisis hebben we binnen Philips een heel nieuw soort break-even modellering aangebracht. Normaal bestond dit uit een vaste en een variabele component. Om goed te kunnen plannen moet dat variabele stuk opgesplitst worden in een deel dat proportioneel variabel is aan de omzet en een stuk dat niet proportioneel variabel aan de om-zet is. Dat laatste noemen wij discretionary costs, kosten dus die je maakt als gevolg van één specifieke managementbeslissing. Dat

kan bijvoorbeeld een advertentiecampagne zijn of een besluit om een personeelslid aan te nemen. We hebben deze discretionary costs geïsoleerd in onze berichtgeving en hebben hier dan ook specifieke targets voor gesteld. Dat was met name in 2009 een zeer succesvolle wijze om het resultaat van Philips te beschermen ten tijde van economische neergang.

Er is tegenwoordig steeds grotere belangstelling voor risicomanagement. Denkt u dat de economische crisis door beter risicomanagement voor-komen had kunnen worden? Ik denk dat je ter beantwoording van deze vraag vooral moet kijken naar het risicomanagement binnen de financiële sector. Ge-zien de recente gebeurtenissen is het antwoord voor de financiële sector “ja”. Wat begon op de Amerikaanse hypotheekmarkt, ein-digde in de handel in producten waarvan eigenlijk niemand precies meer wist hoe ze in elkaar zaten en wat het risicoprofiel ervan was. Ook op deze riskratings kon dus na verloop van tijd niet meer worden vertrouwd. Dit alles heeft ertoe geleid dat er een aantal partijen zijn omgevallen, wat weer leidde tot een sterk af-nemende bereidheid om nog financiële verplichtingen aan te gaan. Ten grondslag aan al deze gebeurtenissen ligt zeker het gegeven dat risicobereidheid ondergeschikt werd gemaakt aan korte ter-mijn winstbejag. En zie daar het resultaat. Maar het is eigenlijk meer een financieel verhaal dan iets dat veroorzaakt wordt door iets in de sector waar Philips zich in begeeft.

Is er volgens u sprake van een cyclus in het beleid omtrent risicoma-nagement. In slechte tijden wordt er strenge controle uitgeoefend, maar dat zodra het goed gaat, men de touwtjes weer wat laat vieren?Dat eerste wel, het laatste niet. Wat je heel duidelijk ziet is dat ri-sicomanagement, veel meer dan in het verleden een expliciet on-derdeel van het managementrapport is. Er wordt meer uitleg over gegeven. Er wordt niet alleen beschreven wat er fout kan gaan, maar er wordt ook voor elk van die categorieën aangegeven wat de impact van het voorkomen of het zich daadwerkelijk voordoen van bepaalde risico’s is op het mogelijke resultaat. Ook de wijze waarop het management daarmee omgaat, hoe bepaalde risico’s

Page 22: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

22 | Pro Memorie Magazine

Interview: Jan van Leeuwen

“Ze zeggen ook wel eens: Never let a good

crisis go to waste.”

Weten wat je kan,begint met weten waar je naartoe wilt.

Inge TjeerdsmaSenior Staff Audit FSO

Een succesvolle carrièrestart is meer dan een goede cijferlijst. Het begint met karakter en inzicht in jezelf. Ontdekken wie je bent, weten waar je naartoe wilt groeien én hoe je dat voor elkaar krijgt staat altijd aan de basis. Ernst & Young coacht jou actief op weg naar jouw succes. We bieden je volop kansen in de wereld van assurance, tax, transaction en advisory. Ontdek ze op ey.nl/carriere

E&Y_210x297mm_potentials.indd 1 03-11-10 17:11

worden gemitigeerd vormt onderdeel van de berichtgeving. Ik verwacht zeker niet dat het hele risk management profile van de onderneming in belang zal afnemen, ik denk dat dat nog meer zal toenemen.

En dat vindt u een goede ontwikkeling?In beginsel wel. Je moet natuurlijk wel oppassen dat datgene wat tot inherent ondernemersrisico moet worden gerekend, niet he-lemaal wordt dichtgetimmerd met een keurslijf van allerlei risico-beheersende maatregelen. Men zegt wel eens: ‘Ondernemen is het nemen van beheersbare risico’s.’ Daarmee is de essentie van waar het om gaat mijns inziens goed weergegeven.

Het thema van het Jaarcongres Controlling 2011 is Responsive Control-ling. Dit thema is gekozen mede als reactie op rapporten uit 2009 en 2010 (Agility, what’s in it for finance) Bent u het eens met de in deze rapporten genoemde stelling dat de controller een belangrijke rol kan spelen in een veranderende omgeving?Ik ben het helemaal met deze stelling eens. In een situatie waarin het management van invloed is op de wijze waarop een onder-neming op haar omgeving reageert en omgaat met risico’s en be-dreigingen, is er een cruciale rol voor de controller weggelegd. De controller kan die risico’s onderkennen en kwantificeren welke impact deze risico’s hebben op het resultaat van de onderneming. Hij kan dus richting geven aan corrigerende acties. De reden waarom juist de controller zo’n belangrijke rol kan spe-len, is het feit dat hij bovenop de informatie zit. Hij weet exact welke bedreigingen en de daarmee samenhangende impact op het pad van de onderneming komen, maar hij heeft ook het begrip om aan bepaalde knoppen te draaien om de negatieve effecten van die bedreigingen het hoofd te bieden. In het kort kan gezegd worden dat de controller de informatie bepaalt waarop het management moet sturen en laat dat nou net een van de belangrijkste functies binnen een onderneming zijn in tijden van crisis.

Op welke andere vlakken dan het financiële kan een controller invloed uitoefenen om in te spelen op een veranderende omgeving?Voor een controller is het belangrijk dat hij, net als een accoun-tant, integer is. Dat maakt dat je een constructieve, onafhankelijke opstelling moet hebben. Je moet een goed inzicht en gevoel voor prioriteiten hebben, maar ook een goed gevoel hebben voor wat nog wel en wat niet kan. Een organisatie doelen opleggen waar ze nooit aan kan voldoen is desastreus, want mensen haken af en zijn ongemotiveerd. Het is beter is om de organisatie doelen voor te leggen die ambitieus zijn, maar ook haalbaar. De controller vervult dus ook een belangrijke rol in de motivatie van de medewerkers van de onderneming.

Wat is uw mening over de rol die de accountant momenteel vervult? Ziet u hier verbetermogelijkheden?Over het algemeen zijn wij als Philips heel tevreden met de bij-drage van de interne accountant, die heel goed kijkt naar bijvoor-

beeld de ontwikkeling van het resultaat of risico’s op het gebied van accounting compliance. Naast hun puur financiële taak om de jaarrekening te becommentariëren, zorgen ze ook voor een goed consultancy framework. Door hun referentie met de vele bedrijven die ze zien, kunnen ze kijken wat de aanbevelingen voor een bedrijf als Philips zouden zijn. Dat maakt dat je een soort van interne consultancy relatie hebt. Strikt genomen mag dat niet van-uit hoofde van functiescheiding bij de accountants zelf. Ze mogen niet mede “schuldig” zijn aan het beleid van de onderneming. Maar ze zijn natuurlijk een bron van informatie. Een bron van bench-marking-informatie en een bron van wat state of the art is in the industry of today.

Er is juist ook wel veel kritiek op de accountants die tegelijkertijd een bedrijf controleren en een bedrijf adviseren. Deelt u deze kritiek dan ook, of ziet u ook positieve kanten?Er zijn natuurlijk verschillende vormen van advies. Bij Shell is er bijvoorbeeld een accountant voor de controle en een accountant voor de adviesfunctie. Er is dus een duidelijke functiescheiding. Ook Philips heeft naast de hoofdaccountant een aantal andere accountants voor adviesprojecten. Waar ik op doel is dat in de uitoefening van de controlefunctie natuurlijk ook advieselemen-ten besloten liggen. Als mijn boekhouding niet volgens de regels van SOx of conform IFRS is ingericht, dan is het aangeven van hoe het dan wel moet ook een vorm van advies.

Wilt u tot slot nog iets kwijt?Ten tijde van crisis beleeft de controllersgroep in professionele zin een finest hour. Ze zeggen ook wel eens: “Never let a good crisis go to waste”. Een crisis dwingt een organisatie op het scherpst van de snede te opereren. Met een goed financieel management heeft die groep ook veel impact op de organisatie. Ik beschouw het als een professioneel voorrecht om in een dergelijke omge-ving te kunnen werken. Het maakt de financiële functie alerter en scherper. Ik denk dat het heel belangrijk is dat je met name die scherpte vasthoudt. Want dan wordt in tijde van rugwind het resultaat toch beter dan dat het anders geweest zou zijn.

Page 23: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Jan van Leeuwen Weten wat je kan,

begint met weten waar je naartoe wilt.

Inge TjeerdsmaSenior Staff Audit FSO

Een succesvolle carrièrestart is meer dan een goede cijferlijst. Het begint met karakter en inzicht in jezelf. Ontdekken wie je bent, weten waar je naartoe wilt groeien én hoe je dat voor elkaar krijgt staat altijd aan de basis. Ernst & Young coacht jou actief op weg naar jouw succes. We bieden je volop kansen in de wereld van assurance, tax, transaction en advisory. Ontdek ze op ey.nl/carriere

E&Y_210x297mm_potentials.indd 1 03-11-10 17:11

Page 24: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Aan het Werk

Aan het Werk

Naam: Paul M. A. WerkerLeeftijd: 24 jaarWoonplaats: GroningenIn dienst sinds: november 2009Studie: International Economics & Business (Bsc., RuG), Business Administration, Specializa-tion: Change Management (Msc., RuG)

Mijn carrière bij Shell begon in het voorjaar van 2009, toen ik mijn eerste stappen in de hallen van het Koninklijke Shell kantoor te Rijswijk zette. Ik had korte tijd hiervoor een (online) sollicitatieproces succesvol afgesloten en had een stageplek aangeboden gekregen om binnen de afdeling IT een Change Management project te begeleiden. Een uitda-gende stageplek is een van de drie mogelijkheden om bij

Shell als Graduate aan de slag te gaan (de overige zijn het succesvol afronden van de Gourami Business Challenge en het succesvol doorlopen van een Shell Recruitment Day).

Na de stage succesvol te hebben afgerond, kreeg ik een baanaanbod. Hoewel ik het laatste jaar van mijn studie met ontzettend veel plezier heb afgemaakt, miste ik het “cijfermatig-analytische” aspect binnen mijn opleiding. Na overleg met een van de Shell HR adviseurs, heb ik beslo-ten om binnen de Finance skillpool van Shell in te stromen. In Shell bestaan verschillende skillpools die er op ingericht zijn om afgestudeerden verder op te leiden in specifieke disciplines. Voor de commerciële (d.w.z. niet-technische) skillspools heeft men het zogenaamde Develop programma voor graduates opgericht. Dit is een van de onderschei-dende elementen van het HR-model van Shell, omdat je vanaf dag één een real job krijgt, waarin je verder wordt opgeleid tot een specialist in de rol die je uitvoert. Vaak opereer je hierdoor (ver) buiten je comfort zone, maar de leerervaring is des te rijker. Deze insteek sluit naadloos aan op de sterke focus op ontwikkeling binnen het Develop programma en de tools die Shell gebruikt om je ontwikke-ling verder voort te stuwen. Daarnaast krijg je alle ruimte tot het verder ontwikkelen van de vaardigheden waar jij in uitblinkt of waar je nog aan wilt werken.

Voor mijn eerste aanstelling werd ik als Reporting & Plan-ning Analyst aangenomen bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in Assen, een Joint Venture tussen Shell en ExxonMobil. De NAM is een zogenaamde opera-ting unit, waar de finance afdeling de business ondersteunt, de wettelijke eisen ten aanzien van financiële rapporte-ring nakomt, alsook de management informatie verzorgt. Als analist houd ik mij voornamelijk bezig met het laatste. Om een goed beeld te krijgen van de performance van de business is er een enorme behoefte aan nauwkeurige managementinformatie. Hiervoor voer ik analyses uit van financiële en productiegerelateerde informatie, waarbij ty-pische vraagstukken zijn: waarom zijn de kosten gestegen; wat voor trend zien wij in de gasverkoop; wat zijn de voor-naamste drivers van de winsten?

De week van Paul Werker, Shell

24 | Pro Memorie Magazine

Page 25: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Aan het Werk

25 | Pro Memorie Magazine

Enerzijds gebruik ik hiervoor IT-systemen die aan (bijvoor-beeld) SAP zijn gekoppeld: anderzijds speel ik een sleutelrol in het contact met de spelers in de business: zowel in finan-ce (d.w.z. zogenaamde finance in the business analisten), als-ook daarbuiten (d.w.z. individuen in de technische discipli-nes). Ik kom dus in aanraking met de grote en diverse groep mensen die bij Shell werkt, wat een mooie dynamiek geeft voor zowel mijn finance als algemene (business) kennis.Een van de mooie aspecten van mijn baan is de grote af-wisseling. Periodes van enorme drukte (zoals tijdens een kwartaal- of jaarafsluiting) worden afgewisseld met rustige periodes, waarin je tijd hebt om in de details van je werk-zaamheden te duiken en te zoeken naar verbeterpunten, of om te werken aan persoonlijke ontwikkeling.

Daarnaast heb je binnen Shell mogelijkheden te over. Zelf zal ik vanaf mei voor drie maanden naar Gabon gaan, om deel te nemen aan een project. Wat ik precies ga doen is nog niet bekend, maar het zal hoe dan ook een ontzettend mooie uitdaging zijn. De finance organisatie is vrij klein (rond de 25 man) en de operating unit is een stuk kleiner dan NAM. Dit maakt het geheel wat overzichtelijker dan NAM, met haar complexe matrix (organisatie) structuur en enorme hoeveelheid aan locaties (zowel onshore als offshore). Een ding is al wel zeker: ik zal alles op alles zet-ten om lokaal een goede indruk achter te laten. Wie weet is het een begin van een lang avontuur van werken in het buitenland.

Maandag

09.00 - 10.00 Daily Year-end Calls

10.00 – 11.00 Team meeting

11.00 – 12.30 Finance Health , Safety &

Environment (HSE) Network meeting

12.30 – 13.00 Lunch

13.00 – 18.00 Analyse financials/

productie maand/kwartaal/jaar

15.30 – 16.00 Update voortgang Schoonebeek

project van Project Finance Manager

19.00 – 20.00 Trainen

Dinsdag

09.00 – 10.00 Finance Townhall session

10.00 – 11.00 Shell Nederland bellen voor

analyse gasproductie NAM

11.00 – 12.00 Follow-up asset retirement

obligation (ARO) studie met Onshore Planner

accountant van PWC

12.00 – 12.30 Lunch achter bureau

12.30 – 19.00 Write-up analyse van finan-

cials/productie in zogenaamde storyline

19.00 – 20.00 Voorbespreking storyline

20.00 – 20.30 Eten op kantoor

20.30 – 23.30 Verder uitwerken storyline

Woensdag

09.00 – 09.30 Daily Year-end calls

10.00 – 10.30 Follow-up bespreking

ARO studie

10.30 – 11.30 Verwerken gegevens voor

afgeven latest estimate (LE) voor productie

volumes aan Joint-venture coördinator

11.30 – 12.00 Lunch

12.00 – 19.30 Verder uitwerken storyline,

en andere taken jaarafsluiting

19.30 – 20.00 Voorbespreking storyline

20.00 – 20.30 Eten op kantoor

20.30 – 01.15 Laatste push om storyline te

voltooien

Donderdag

09.00 – 09.30 Daily Year-end calls

09.50 – 10.20 Europese call quarterly

results: NAM resultaat presenteren m.b.v.

storyline11.30 – 12.00 Lunch

14.00 – 17.00 Uitwerken total cost slide

voor Europa

Vrijdag

08.30 – 11.00 Vragen beantwoorden bin-

nengekomen van Central Finance (Den Haag)

over NAM11.30 – 12.00 Lunch

12.00 – 17.00 Dingen afronden en klaar-

zetten voor follow-up maandag

Zaterdag

’s Avonds: house-warming in Amsterdam bij

vrienden

Zondag

Page 26: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Wie zit er in...

We zijn de grootste zelfstandige accountants- en adviesorganisatie in Nederland en groeien nog steeds. Met ongeveer 1.600 medewerkers bedienen we vanuit 47 kantoren 44.000 cliënten. Wil jij een actieve bijdrage leveren aan die stijgende lijn? We bieden je graag alle kansen om je eigen koers te bepalen. En dat zeggen we niet zomaar. We streven naar innovatie, creativiteit en kennisontwikkeling. Eigenschappen als lef, gedrevenheid en puurheid kunnen we daarbij goed gebruiken. Overigens zorgen we niet alleen voor volop mogelijkheden om je ambities waar te maken, maar ook voor een gezonde balans tussen werken en vrije tijd.

R u i m t e v o o r o n d e r n e m e n !

Gezonde balanstussen werk en vrije tijd

www.werkenbijacconavm.nl

104035 Accavm_J 210x297f AccountAdviseur Df.indd 1 22-03-2010 12:20:38

V.l.n.r.: Angelique Willenborg, Jeffrey Huang, Désiree Kragt, Jan-Martijn Huitema en Leon Kauffeld

26 | Pro Memorie Magazine

De Inhouse commissie?Deze commissie heeft al een aantal activiteiten georganiseerd in het afgelopen half jaar. Deze maand zullen

de Inhousedagen in Amsterdam aan dit lijstje worden toegevoegd. Tijd dus om wat meer te weten te komen

over de leden van de Inhouse commissie.

Angelique Willen-borg is 21 jaar. Deze Hilver-

sumse zorgt voor het professionele contact met de bedrijven waarmee de

Inhouse commissie haar activiteiten organi-seert. Ondanks haar drukke leven met studie,

werk en sociale contacten kunnen wij geluk-kig altijd een beroep op haar diensten doen. Als een commissielid hulp nodig heeft bij zijn of haar werkzaamheden, dan is Angelique absoluut de beroerdste niet en biedt zij graag de hel-

pende hand. Krijg echter niet de indruk dat deze jongedame alleen maar serieus is,

een avondje stappen slaat zij niet zomaar af!

Jan-Martijn Huitema is onze man van de organisatie! Hij zorgt ervoor dat we

van A naar B komen en een plek hebben om te slapen tijdens de Inhouse dagen. Jan-Martijn

is 21 jaar, woont in Surhuisterveen en is 4de jaars A&C student. Deze sportman is in zijn vrije tijd te vinden op het voetbalveld en in de winter verruilt hij de schoenen maar al te graag voor een paar ijzers! Want een Elfstedentocht staat nog op

het verlanglijstje van meneer Huitema!

Jeffrey Huang is 21 jaar, 4e jaars A&C student en woont in Groningen. Jeffrey

is de man van het geld, daarom moeten we bij hem zijn en met hem onderhandelen over

de prijs zodra we iets willen of nodig hebben. Hij heeft twee mobiele telefoons, die vaak rinkelen. Als hij tijdens vergaderingen gebeld wordt, gaat hij zo verder in het Chinees en heeft de commissie het nakijken. Daarnaast rijdt Jeffrey in een blitse

sportwagen en als hij aankomt waan je je eventjes in een scene van “The Fast &

The Furious”!

Leon Kauffeld is 21 jaar en 3e jaars A&C student.

Momenteel woont hij in Groningen op kamers waar wij regelmatig onze ver-

gaderingen houden. Oorspronkelijk komt Leon uit Nieuwe Pekela, en zoals hij altijd zegt:

‘Dat is niet Oude Pekela, het meest criminele dorp van Nederland. Het ligt er alleen toevallig naast’. Dat Leon een expert is in Excel heeft hij ons be-wezen tijdens de controllinggame, wat de meest recente activiteit van onze commissie was. Vrij-

wel in zijn eentje heeft hij namelijk de game opnieuw aangepast en uitgewerkt. Als

er hulp nodig is met de volgende game dan kun je bij hem

terecht!

Désiree Kragt is onze strenge doch rechtvaar-

dige voorzitster. Désiree is per febru-ari ingestroomd in de Master Accountancy,

is 22 jaar oud en komt uit Dalfsen. Mochten onze mannelijke leden denken veel verstand van

auto’s en motors te hebben, dan heb je nog niet met Désiree gesproken. Zij is werkelijk een nestor op het gebied van alles wat motorisch wordt aangedreven. Verder is Désiree veel in de dans-school te vinden waar zij tevens les geeft. Mocht je dus niet tevreden zijn over je huidige dans-

kwaliteiten, dan weet je dus bij wie je moet zijn gedurende de nachte-

lijke uurtjes van Inhouse A m s t e r d a m !

Page 27: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

We zijn de grootste zelfstandige accountants- en adviesorganisatie in Nederland en groeien nog steeds. Met ongeveer 1.600 medewerkers bedienen we vanuit 47 kantoren 44.000 cliënten. Wil jij een actieve bijdrage leveren aan die stijgende lijn? We bieden je graag alle kansen om je eigen koers te bepalen. En dat zeggen we niet zomaar. We streven naar innovatie, creativiteit en kennisontwikkeling. Eigenschappen als lef, gedrevenheid en puurheid kunnen we daarbij goed gebruiken. Overigens zorgen we niet alleen voor volop mogelijkheden om je ambities waar te maken, maar ook voor een gezonde balans tussen werken en vrije tijd.

R u i m t e v o o r o n d e r n e m e n !

Gezonde balanstussen werk en vrije tijd

www.werkenbijacconavm.nl

104035 Accavm_J 210x297f AccountAdviseur Df.indd 1 22-03-2010 12:20:38

Page 28: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Bernard Wientjes

Bernard Wientjes (19 mei 1943, Amsterdam) is voorzitter van de ondernemingsorganisatie VNO-NCW. Hij voltooide het Gymnasium B en studeerde Nederlands Privaatrecht in Amsterdam om vervolgens als ondernemer in de voetsporen van zijn vader te treden. Van 1967 tot 1999 was hij directeur-eigenaar van Wientjes Beheer BV in Roden, een bedrijf dat hij zelf opbouwde. Als voorzitter van VNO-NCW is hij vice-voorzitter van de SER en co-voorzitter van de Stichting van der Arbeid. Tevens is hij vice-president van de Europese koepel van ondernemings- en werkgeversorganisaties BUSINESSEUROPE. Andere nevenfuncties van Bernard Wientjes zijn onder andere: lid van de Bankraad, voorzitter van de Commissie Regeldruk, lid alliantie Olympisch Plan 2028, voorzitter Stichting voor de Jaarverslaggeving en jurylid Zakenvrouw van het Jaar.

Bernard Wientjes Voorzitter VNO-NCW

28 | Pro Memorie Magazine

Bent u tijdens uw voormalige en huidige functies veel in contact geweest met ac-countants of controllers? Wat kunt u zich hiervan herinneren? Contacten met accountants en controllers zijn er in mijn verschillende func-ties frequent. Zowel in de jaren dat ik ondernemer was, als in mijn huidige functie als voorzitter van VNO-NCW. De aard van het contact als onder-nemer met de accountant is natuurlijk anders dan als voorzitter van VNO-NCW. In het eerste geval gaat het natuurlijk over de financiële positie van het eigen bedrijf, in het tweede geval gaan de contacten meer over institutionele aspecten als wet- en regelgeving of, liever gezegd, het dereguleren of voorko-men daarvan, zelfregulering en de uitoefening van het toezicht op financiële verslaggeving. Gemeenschappelijk is dat accountants en controllers hoogop-geleide mensen zijn die kwalitatief heel goed werk leveren.

Uw voormalig controller was, zo zei u op het CI Jaarcongres, uw “countervailing po-wer”, hij zorgde ervoor dat de onderneming niet te veel risico zou lopen. In hoeverre moet een controller daarnaast ook ondernemend zijn ingesteld? Wat zijn volgens u verder de belangrijkste taken voor een controller binnen een bedrijf en waarom? Een controller is als een spin in het web: hij of zij leidt de financiële adminis-tratie of een financiële of bedrijfseconomische afdeling die dient als basis voor het verstrekken van financiële informatie en geeft adviezen aan het manage-ment ten behoeve van het financiële beleid. Daarbij is hij of zij verantwoor-delijk voor de planning & control cyclus, periodieke financiële rapportages, investeringsanalyse, interne kostenverrekeningen, begrotingen/budgettering, de jaarrekening en meerjarenplanningen en het ontwerpen en beheren van management informatiesystemen en administratieve systemen. Kortom, een bewaker van de financiële positie en resultaten van een onderneming, die vooral voor financieel tegenwicht moet zorgen tegen al te wilde plannen. In die zin moet een controller dus zeker geen ondernemer zijn die risico’s neemt, maar een schatkistbewaarder die voor het management helder maakt hoe de financiën in elkaar zitten en waar de financiële valkuilen zitten.

Een veelbesproken onderwerp binnen de economie was de afgelopen tijd de finan-ciële crisis en het herstellen hiervan. Denkt u dat controllers een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het herstel van de financiële crisis en een nieuwe crisis eventu-eel kunnen voorkomen en op welke manier kan dit bereikt worden? Deze vraag laat zich niet beantwoorden zonder een analyse te maken van de oorzaken en gevolgen van die financiële crisis. Heel kort gezegd zijn een neergaande conjunctuur in de VS en een prijsdaling van de huizenmarkt in de VS in combinatie met onvoldoende “checks and balances” in met name de “sub prime” hypothekenmarkt als voornaamste oorzaak van het begin van de kredietcrisis aan te wijzen.

Volgens de Volkskrant was Bernard Wientjes als voorzitter

van VNO-NCW, de grootste ondernemingsorganisatie van

Nederland, de invloedrijkste man van Nederland in 2010. Natuurlijk

zijn wij erg benieuwd naar zijn visie over zowel accountancy als

controlling en stelden hem daarom een aantal vragen.T E K S T : Bernard Wientjes

De functie van accountants en controllers

Page 29: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Bernard Wientjes

Het gevolg daarvan was dat banken overal ter wereld substantiële verliezen hebben moeten boeken nadat de hypotheek- en kre-diethausse in de Verenigde Staten onhoudbaar bleek. De “fair value” waardering van financiële instrumenten heeft mede een rol gespeeld. Daardoor zijn balansposities aanvankelijk ver-sterkt met ongerealiseerde waardestijgingen, waardoor de leenca-paciteit is vergroot en in voorkomende gevallen ongerealiseerde winsten mogelijk aan aandeelhouders zijn uitgekeerd. Bij dalende markten resteren echter in vergelijking met wanneer waardering tegen een lagere waarde dan de niet-gerealiseerde marktkostprijs gebeurd lagere buffers en speelt het bijbehorende negatieve psy-chologische effect van grote afwaarderingen een rol. En dat brengt me op de rol van controllers. Die is vanuit zijn com-petenties, daar waar het gaat om financiële informatiestromen en de beheersing van financiën, belangrijk. Het gebruik van “fair va-lue” is daar een voorbeeld van: controllers moeten als schatkist-bewaarders niet zonder meer de regels toepassen en uitkomsten daarvan over zich heen laten komen. Ze moeten hun professio-naliteit gebruiken en het management voorhouden dat, wanneer zich situaties zoals met “fair value” waarderingen in de kredietcri-sis, de economische realiteit een andere kan zijn dan de uitkomst van regels doet geloven. Daarnaast kunnen controllers er met hun kennis van de praktijk aan bijdragen dat in voorkomende gevallen de regels zo worden aangepast dat ze bij toepassing wel degelijk een reflectie van de economische realiteit vormen.

Denkt u dat accountants een bijdrage kunnen leveren aan het herstel van de financiële crisis en het voorkomen van een nieuwe crisis? In Europa en elders zijn al veel maatregelen genomen in de di-recte nasleep van de financiële crisis, hoofdzakelijk gericht op de dringende noodzaak om het financiële stelsel te stabiliseren. De rol die de banken, hedgefondsen, ratingbureau’s, toezichthouders en centrale banken hebben gespeeld is in veel gevallen ter discus-sie gesteld, grondig geanalyseerd en er zijn talloze maatregelen genomen die beogen een nieuwe financiële crisis te voorkomen. Nu neemt Europees Commissaris Barnier ook de rol van de ac-countant onder de loep. Via een Europees Groenboek vraagt hij zich af hoe het mogelijk is dat, gezien het feit dat talloze banken tussen 2007 en 2009 enorme verliezen bekend maakten op de posities die zij zowel binnen als buiten de balans aanhielden, ac-countants hun cliënten in die tijd goedkeurende controle verkla-ringen hebben verstrekt. En ter beantwoording van die vraag doet Barnier alvast verschillende voorstellen voor aanpassing van het accountantsberoep. Dat een dergelijke probleemstelling aanleiding vormt om het func-tioneren van controlerend accountants nader tegen het licht te houden is begrijpelijk, maar tegelijkertijd is het teleurstellend dat de in het Groenboek opgenomen voorstellen niet of nauwelijks het gevolg zijn van een adequate analyse van het in de praktijk

functioneren van controlerend accountants. En dat niet alleen bij de financiële sector, maar ook bij andere delen van het bedrijfs-leven. Want ook daar hebben de toegenomen complexiteit en internationalisering van bedrijfsactiviteiten ertoe geleid dat het maatschappelijk belang van betrouwbare en onafhankelijke beoor-deling van financiële informatie van ondernemingen is toegeno-men. Betrouwbaarheid en deskundigheid van werkzaamheden van accountants en hun onafhankelijkheid ten opzichte van alle door hen gecontroleerde instellingen spelen immers een belangrijke rol.

De uitkomst van zo’n analyse vergt naar onze mening overigens veelal andere maatregelen dan die in het Groenboek worden voorgesteld. Zo biedt het stapelen van toezicht, onder meer via het aanstellen van een tweede controlerend accountant of het verbieden van het verlenen van non-auditdiensten door contro-lerend accountants, geen soulaas. Dit heeft slechts hogere con-trolekosten en/of verlies aan kwaliteit van accountantscontroles tot gevolg. Het leidt niet tot meer zekerheid over juistheid en volledigheid van het gevoerde financiële beleid, maar tot maat-schappelijke verspilling. Dit geldt ook voor het voorstel om iedere zeven jaar van accountantsorganisatie te wisselen. Evenmin is gewenst dat accountants informatie openbaar zouden moeten maken over de blootstelling van ondernemingen aan toe-komstige risico’s of gebeurtenissen. Het is aan ondernemingen zelf om inzicht te geven in hun toekomstige financiële en operationele risico’s. Dit brengt uiteraard de nodige onzekerheden met zich mee. Deze moeten echter niet worden vergroot door een derde, want dat kan ertoe leiden dat de alsdan openbaar gemaakte ri-sico’s vanzelf kunnen gaan optreden. Wat naar onze mening echter wel aanpassing behoeft, is de norm op basis waarvan de controles bij beursgenoteerde ondernemin-gen en de financiële sector worden uitgevoerd, te weten de IFRS en IASB. De complexiteit van IFRS, die vanaf 2005 door beursge-noteerde ondernemingen voor de geconsolideerde jaarrekening

29 | Pro Memorie Magazine

De functie van accountants en controllers

“De economische dynamiek is te groot om in een set regels

te vangen.”

Page 30: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

30 | Pro Memorie Magazine

Interview: Bernard Wientjes

Accountancy - Belastingen - Advies

Wat belangrijk is, laat je niet los.

Ik wil ruimte om te groeien. Waar zet ik de volgende stap?

Waar je ook bent, belangrijke beslissingen zijn nooit ver weg. In je rol als accountant en bij het bepalen van je volgende carrièrestap. Bij Grant Thornton begrijpen we dat je voortdurend bezig bent met je groei. Sterker nog, wij zijn er zelf ook mee bezig. Onder andere door jouw ambities alle ruimte te geven en door je talent te versterken met een goed doortimmerde opleidingsaanpak. Meer over ons op onze website.

www.carrierebijGT.nl

Grant Thornton bij jou in de buurt:Alphen aan den Rijn - Amsterdam - Boskoop - Gouda - Leiden - Rijswijk - Rotterdam - Woerden

‘‘De controller moet een schatkistbewaarder

zijn die laat zien waar de financiële valkuilen zitten.’’

verplicht moeten worden toegepast, is er een belangrijke oor-zaak van dat accountantscontroles, mede onder druk van het externe toezicht op accountantsorganisaties, meer en meer een onderzoek naar ´IFRS compliance´ zijn geworden. Dit in plaats van dat professionele beoordeling plaatsvindt van het getrouwe beeld dat de financiële verslaggeving moet geven van de econo-mische realiteit. Zo ontstaat het bij toezicht op regelgeving wel meer voorkomende ´afvinkgedrag´ vanuit de perceptie dat de fi-nanciële werkelijkheid van ondernemingen via een set van regels is te vangen. De economische dynamiek is daarvoor echter te groot. De accountant als toezichthouder die louter op compli-ance van regels let, ontgaat wat er echt aan de hand is en wordt ook geen serieuze gesprekspartner meer voor ondernemingen. Voor een adequaat functioneren van controlerend accountants is daarom van groot belang dat in de eerste plaats de norm op basis waarvan controles worden uitgevoerd aanpassing behoeft. Her-ziening van de governance van IASB is daarbij nodig. En de hulp van accountants die ruimschoots in IASB zijn vertegenwoordigd, is daarbij onontbeerlijk.

Hoe ziet u als ondernemer en voorzitter van het VNO-NCW de rol van de accountant; als een controleur of sparringpartner van het management? De controlerend accountant heeft een dubbelrol. Hij wordt aan-gesteld en beloond door de gecontroleerde instellingen, treedt dus op als dienstverlener, maar hij treedt ook op voor het maat-schappelijk belang. Dat behoeft geen probleem te zijn, zo lang de onafhankelijkheid van de accountant is gewaarborgd. Controle op basis van vertrouwen tussen gecontroleerde en controleur, op basis waarvan vertrouwelijke bedrijfsinformatie wordt verschaft, leidt tot een toegevoegde waarde voor de gecontroleerde instel-ling; onafhankelijkheidsregels en toezicht op de naleving daarvan vormen de toegevoegde waarde voor het maatschappelijke ver-keer. De commissarissen als interne toezichthouders van de ge-controleerde instelling hebben daar eveneens belang bij. In die zin is zo’n dubbelrol best goed mogelijk, maar accountants moe-ten, onder toenemende druk om zich onafhankelijk op te stellen, niet vergeten dat hun toegevoegde waarde voor ondernemingen vooral door hun rol als sparringpartner wordt bepaald.

Wat kan de accountant doen om deze functie nog beter te vervullen? De NBA heeft een aantal voorstellen gedaan om de kwaliteit van het accountantswerk te verhogen en de onafhankelijkheid van ac-countants te vergroten. Maatregelen als het invoeren van kwaliteit als belangrijkste grondslag voor beoordeling en beloning van ac-countants bij controlecliënten, minder vrijblijvendheid in perma-nente educatie en invoering van intern toezicht in accountants-organisaties zijn allemaal goede maatregelen die accountants in staat stellen hun controlewerk nog beter te kunnen doen. Andere voorstellen als het afgeven van verklaringen bij informatie over maatschappelijk ondernemen of dat accountants informatie open-baar zouden moeten maken over de blootstelling van onderne-mingen aan toekomstige risico’s of gebeurtenissen zijn echter niet gewenst. En helemaal niet gewenst is dat een accountant in zijn verklaring zelf informatie over bijvoorbeeld de salarissen van de directie zou gaan opnemen in geval een onderneming dit achter-wege zou laten. Dit betekent dat de accountant dan op de stoel van de ondernemer gaat zitten en dat is nou net niet zijn rol.

Wat kunt u als voorzitter van het VNO-NCW, die haar belangen richt op onder andere een goed ondernemingsklimaat, betekenen voor de kleinere accountantskantoren? De controle-eisen voor enerzijds beursgenoteerde ondernemin-gen en de financiële sector en anderzijds niet-beursgenoteerde ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf zijn in beginsel hetzelfde, terwijl het toch verschillende situaties zijn. Daarom zal meer differentiatie en specialisatie van controlediensten de basis moeten vormen voor een verdere toespitsing van controledien-sten van accountants bij ondernemingen die verschillen in grootte, opereren in verschillende sectoren en al dan niet gefinancierd zijn via de openbare internationale kapitaalmarkt. Voor het midden- en kleinbedrijf brengt verdere differentiatie met zich mee dat de controle-eisen meer toegesneden kunnen worden op vaak min-der complexe situaties, zodat de controle lasten omlaag kunnen. En dat komt ten goede aan het vestigingsklimaat.

De VNO-NCW roept regelmatig op om de regeldruk te verlagen aan-gezien ondernemerschap gebukt kan gaan onder de regeldruk. Hoe denkt u dat een controller invloed kan hebben op de hoogte van de lasten die gepaard gaan met de regeldruk? Al bij mijn aantreden als VNO-NCW voorzitter heb ik het bestrij-den van de regeldruk in Nederland cruciaal genoemd voor het ondernemingsklimaat in Nederland. Een vermindering van regel-druk levert een belangrijke bijdrage aan het innovatievermogen en de structurele economische groei. Dit past ook bij een excellent klimaat voor hoofdkantoren. Daar-bij is ook de hoogwaardige technische hulp aan en inzet van con-trollers onontbeerlijk om het meerkoppige monster van de regel-druk in te dammen. Zij ondervinden die regeldruk immers in de praktijk aan den lijve.

Page 31: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Interview: Bernard Wientjes

Accountancy - Belastingen - Advies

Wat belangrijk is, laat je niet los.

Ik wil ruimte om te groeien. Waar zet ik de volgende stap?

Waar je ook bent, belangrijke beslissingen zijn nooit ver weg. In je rol als accountant en bij het bepalen van je volgende carrièrestap. Bij Grant Thornton begrijpen we dat je voortdurend bezig bent met je groei. Sterker nog, wij zijn er zelf ook mee bezig. Onder andere door jouw ambities alle ruimte te geven en door je talent te versterken met een goed doortimmerde opleidingsaanpak. Meer over ons op onze website.

www.carrierebijGT.nl

Grant Thornton bij jou in de buurt:Alphen aan den Rijn - Amsterdam - Boskoop - Gouda - Leiden - Rijswijk - Rotterdam - Woerden

Page 32: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Een Onafhankelijk Oordeel Van: Harry Mens

Harry Mens Presentator Business Class

32 | Pro Memorie Magazine

Harry MensOok in het tweede magazine mag een onafhankelijke mening

natuurlijk niet ontbreken. Dit keer mag Harry Mens zijn

licht laten schijnen over ons toekomstig vakgebied. Hij is eigenaar

van Mens Makelaars en onder meer bekend van het tv-programma

Business Class, waarin wekelijks de gebeurtenissen op zakelijk en

financieel vlak worden besproken. Over accountants en controllers

heeft hij een uitgesproken mening.T E K S T : Harma Kikkert en Krijn Toet

Verslag Controlling Game

Harry Mens (Lisse, 29 januari 1947) is makelaar en televisiepresentator. Hij begon als handelaar in bloembollen, wat later veranderde in makelaar in onroerend goed. Harry Mens is eigenaar van Mens Makelaars, gevestigd in Lisse. Momenteel bemiddelt hij vooral in bedrijfsmatig vastgoed en exclusieve woonobjecten in het hogere segment van de markt. Harry Mens kreeg in 1996 vooral bekendheid toen hij tenor Lucianno Pavarotti naar Nederland haalde. Een jaar later publiceerde hij zijn autobiografie ‘Als een Mens iets wil’. Voor velen is hij vooral bekend als presentator van het televisieprogramma Business Class. Dit programma wordt iedere zondagmorgen uitgezonden op RTL7.

Bent u tijdens uw loopbaan veel in aanraking met controllers of accountants? Je kunt niet om de accountant heen. Ik ben nu 64, vanaf mijn 17e ondernemer, en ik ben eigenlijk altijd bij dezelfde AA-accountant gebleven. Dat is een zeer betrouwbare, pretentieloze accountant.

Naast uw werkzaamheden als tv-presentator heeft u ook nog steeds een make-laarskantoor. Op welke manier is de invloed van een accountant of controller in die beroepsgroep merkbaar? Ik hoor bij het type mensen dat niet zo opkijkt tegen accountants. Ik zie het meer als een noodzakelijk kwaad, dan dat ik er liefde voor heb. Ik vind dat de uitstraling van de grote accountantskantoren er eentje is waarbij ze pretenderen door God gezonden te zijn om hier op aarde de boeken te con-troleren. In plaats daarvan zouden ze blij moeten zijn met de ondernemers. Ik denk dat sommige accountants een soort blinde vlek hebben ontwikkeld. Ze moeten eerst maar weer met beide benen op aarde komen. Ze krijgen veel te veel eer voor een dienst waarbij ze uiteindelijk afhankelijk zijn van de mensen die het eerst moeten verdienen.

Wat is in uw ogen de belangrijkste taak van een controller in een (MKB-)onderne-ming? Welke moeilijkheden kan de controller hierbij verwachten?Ik denk dat onder normale omstandigheden de controller belast is met het opstellen van de jaarrekening naar de normen. In zo’n situatie is de taak van de accountant ook betrekkelijk simpel. Het probleem is dat ondernemers zich door adviseurs laten opzadelen met allerlei constructies die niet bedacht zijn door de controllers zelf, dan wordt de boekhouding een complex gebeu-ren. Ook in het geval dat er geknoeid wordt met cijfers, is de controller of de accountant er om dit op te merken.

Ziet u een rol weggelegd voor financiële professionals zoals controllers om ervoor te zorgen dat zaken als bouwfraude in de toekomst niet meer voorkomen?Ik denk niet zozeer dat die taak bij de controllers ligt. Zij moeten natuurlijk wel volgens de regels rapporteren, maar ik denk dat vooral de accountants van de nood een deugd maken. Zij wassen immers hun handen in onschuld na de crisis en roepen nu: “we moeten nog meer controleren”. Zo creëren ze nog meer werk voor zichzelf, terwijl ze zelf verzuimd hebben om bepaalde zaken te signaleren. Voor de controllers is het vooral een mentaliteitskwestie die niets te maken heeft met controleren. Het is een kwestie van iedere vogel zingt zoals ie gebekt is. Als een ondernemer kwaad wil, dan blijft hij toch wel knoeien.

Page 33: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Een Onafhankelijk Oordeel Van: Harry Mens

Controlling Game

T E K S T : Arjan kleyn Winkel en Maarten Wessels

Verslag Controlling Game

33 | Pro Memorie Magazine

Maandag 10 januari was het zover, de jaarlijkse Pro Me-

morie Controlling Game stond op het programma. Een

middag lang konden de Groningse Accountancy & Con-

trolling studenten hun tanden zetten in de Game die de

Inhouse commissie in samenwerking met de Nederland-

se Aardolie Maatschappij in elkaar had gezet. Het was

zaak om met de juiste tactiek de concurrenten te slim af

te zijn en zo de hoogste winsten te behalen.

De Controlling Game begon ’s middags om twee uur in Het Hee-renhuis. De studenten werden verwelkomd onder het genot van koffie, thee en een plakje cake. Hierna startte de bedrijfspresen-tatie van Joshua Weegenaar en Thomas Sigar, beide werkzaam bij de NAM. Er werd eerst iets over de geschiedenis van de NAM verteld, van de oliewinning in het Drentse Schoonebeek tot het oppompen van gas in het Groningse Slochteren. Ook de huidige situatie en toekomstige ontwikkelingen kwamen aan bod. Zo is de NAM intussen weer opnieuw begonnen met de oliewinning in Schoonebeek. Door de hoge olieprijs en verbeterde techniek om olie te winnen is dit veld weer rendabel geworden om olie uit te winnen. Daarnaast focust de NAM zich ook op de winning van gas. Mede door de lage CO2-uitstoot ervan ziet de NAM gas als een perfecte tussenoplossing voor onder andere de meer vervuilende brandstoffen en de nu nog erg inefficiënte duurzame energie. Naar verwachting zal er voor de komende 25 jaar nog voldoende gas zijn in de Nederlandse gasvelden.

Na deze presentatie was het tijd om zelf aan de slag te gaan en konden de studenten zich verplaatsen in de investeringsbeslissin-gen van de NAM. De Controlling Game bestond uit vijf rondes. Ronde één tot en met vier besloeg elk een periode van tien jaar, beginnend in de jaren zestig en eindigend in 2010. Tot slot richtte de vijfde ronde zich op de toekomst. Voorafgaand aan iedere ron-de werd een kort filmpje getoond en werden nieuwsberichten ge-presenteerd uit die periode. De studenten waren verdeeld in vijf teams. Zij konden aan de hand van de filmpjes, nieuwsberichten en informatie over de te maken kosten beslissen hoeveel aardgas, olie en offshore ze gingen produceren en tegen welke prijs ze dit op de markt brachten. Financiële middelen die hierna nog beschik-baar waren, konden worden geïnvesteerd in duurzame energie, R&D, veiligheid of in het vergroten van de productiecapaciteit. Het effect van deze investeringen hing af van de nieuwsberichten en het was dus de kunst om uit het nieuws van elke ronde de juiste informatie te halen en hier de cruciale punten en gevolgen uit te filteren. Dit bleek echter een stuk moeilijker dan gedacht, want op het eind van de Game hadden er vier teams verlies geleden over het geheel van de vijf rondes verlies. Er was echter één team dat op het eind van de Game wel winst overhield, dit team was dan ook de terechte winnaar. Naast de eer kreeg iedereen in het win-nende team ook nog een mooie fles wijn.

Na afloop van de Game was het tijd voor een hapje en drankje, waarbij een praatje kon worden gemaakt met de twee werkne-mers van de NAM en volop over de game werd nagepraat.

Page 34: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

KOM NAAR HET #BDO12TJEen maak deel uit van onze selectie!

29 MAART 2011: FEIJENOORD STADION

30 MAART 2011: PHILIPS STADION

31 MAART 2011: GROLSCH VESTE

01 APRIL 2011: AMSTERDAM ARENA

We gaan geen penalty schieten of een balletje hooghouden, dus laat je voetbalschoenen maar thuis! We trappen de dagen af met een ‘warming-up’, in de vorm van een lunch, zodat je voldoende energie in huis hebt voor de afwisselende workshops. Uiteraard zorgen we ook dit jaar weer voor een originele afsluiting tijdens de verlenging!

WIL JIJ OPGENOMEN WORDEN IN DE SELECTIE?Ga dan naar www.werkenbijbdo.nl en meld je aan vóór 15 maart a.s. Wil je eerst nog meer informatie? Neem dan contact op met Christel Jongh, Arbeidsmarktcommunicatie & Werving, tel: (040) 269 81 53 of per e-mail: [email protected]

BLIJF OP DE HOOGTE! Volg ons - @werkenbijbdo - op twitter #bdo12tje

VOOR VRIJ ONDERNEMEN

Alle pijlen op:De Almanak commissie

V.l.n.r.: Martijn Batterink, Huub Kelder, Ilona Noorlag, Sanne Hopman, Corné Jonker en Bas Lambregts

Aan de almanak wordt al een tijdje flink gewerkt. Velen zijn al benieuwd naar het uiteindelijke resultaat. Maar

er is meer: wie zijn bijvoorbeeld de mensen achter dit boekje; wat schuilt er achter de mensen die zo graag

je foto wilden hebben? Hoe kom je daar beter achter dan tijdens een gezellig potje darten?T E K S T : Arjan kleyn Winkel, Krijn Toet en Maarten Wessels

Martijn Batterink is de trotse voorzitter van de Almanakcommis-sie. Over 15 jaar ziet hij zichzelf als een RA werkende in Utrecht of Amsterdam. Maar eerst wil hij terug naar het oosten, het liefst werkend bij een wat kleiner kantoor. Het hoogtepunt in zijn Pro Memorie carière is het door hem zelf georganiseerde MAK-sym-posium van vorig jaar. Dit jaar is hij het meest trots op de commis-sieprestaties op PM-borrels. De uitkomst van de Almanak brengt daar waarschijnlijk verandering in.

Huub Kelder verzorgt de layout. Hij is sportief en is een echte doorzetter, alleen is hij volgens eigen zeggen vaak te voorzich-tig. Zijn passie is dan wel racen, maar hij rijdt dus wel veilig. Van zijn commissiegenoten mag Ilona later het liefst zijn boekhouding controleren. Redenen voor hem om actief bij PM te worden zijn de gezelligheid, leuke commissie en omdat het zo’n leuke tijdsbe-steding is.

Ilona Noorlag is de secretaris van de Almanak. Volgens haar voorzit-ter zal ze in de toekomst in een theater in het Noorden werken, maar zelf ziet ze zich wel bij een van de Big Four werken. Ze is origineel denkend, maar af en toe ook te perfectionistisch en dar-ten bleek ook niet haar sterkste kant. Haar kernpunten voor de commissie zijn gezelligheid, actief en doorzettend.

Sanne Hopman is de penningmeester van het geheel. Ze is zo toe-gewijd dat zelfs als ze elk beroep zou kunnen kiezen, ze nog steeds accountant zou willen worden. Vroeger was dat wel anders, in de tijd dat Svetlana Khorkina nog haar idool was wilde ze namelijk

vuilnisman worden. In de toekomst wil ze nog graag een keer bun-geejumpen. Het allermooiste in commissieverband was het eerste uitje, eerst gezellig bowlen en daarna de stad in. Helaas is niet alles bijgebleven...

Corné Jonker is als ervaren PM’er de Nestor van het stel en ziet de accountancy als een uitstekende manier om goed rond te kijken bij verschillende bedrijven. Maar de start zal in Utrecht zijn. De commissie is volgens hem informeel, doelgericht, positief en erg geschikt om mee te bowlen. Klaas Sportel staat bij hem op een voetstuk, dat is namelijk zijn idool.

Bas Lambregts wordt als redacteur nu al gezien als eeuwige stu-dent. Hij wil ooit nog eens een roadtrip dwars door de VS te ma-ken, om dan uiteindelijk met een gezinnetje te eindigen in ’t Gooi. Hij is wat eigenwijs, maar doet wel wat hem wordt opgedragen. De keuze voor deze commissie was simpel: nergens anders was ruimte voor hem, zelfs niet bij Dizkartes of de EBF. Bij de Almanak commissie is hij echter goed opgevangen.

De Almanak: Voor het thema van de Almanak waren er na intensieve brain-stormsessies nog twee keuzes: ‘All Stars’ en ‘Geen Stijl’. Uiteinde-lijk waren met ‘All Stars’ de meeste mogelijkheden. De Almanak moet informeel en lekker te lezen zijn en alle leden van Pro Me-morie moeten erin staan. Het kan volgens de commissie zeker beter en mooier dan de vorige keer.

34 | Pro Memorie Magazine

Page 35: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

KOM NAAR HET #BDO12TJEen maak deel uit van onze selectie!

29 MAART 2011: FEIJENOORD STADION

30 MAART 2011: PHILIPS STADION

31 MAART 2011: GROLSCH VESTE

01 APRIL 2011: AMSTERDAM ARENA

We gaan geen penalty schieten of een balletje hooghouden, dus laat je voetbalschoenen maar thuis! We trappen de dagen af met een ‘warming-up’, in de vorm van een lunch, zodat je voldoende energie in huis hebt voor de afwisselende workshops. Uiteraard zorgen we ook dit jaar weer voor een originele afsluiting tijdens de verlenging!

WIL JIJ OPGENOMEN WORDEN IN DE SELECTIE?Ga dan naar www.werkenbijbdo.nl en meld je aan vóór 15 maart a.s. Wil je eerst nog meer informatie? Neem dan contact op met Christel Jongh, Arbeidsmarktcommunicatie & Werving, tel: (040) 269 81 53 of per e-mail: [email protected]

BLIJF OP DE HOOGTE! Volg ons - @werkenbijbdo - op twitter #bdo12tje

VOOR VRIJ ONDERNEMEN

Page 36: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Column: Dirk Swagerman

Natuurlijk is het heel zielig van die dieren, maar moet de Kamer zich hier eigenlijk wel mee bezig houden? Uiteraard is de Kamer vrij in haar keuze van onderwerpen om over te beraadslagen. Een belangrijk onderwerp, wat mijns inziens onvoldoende aan de orde komt zijn de grote financiële en daarmee maatschappelijke vraagstukken waar wij door de crisis mee worden geconfronteerd. Als we nu kijken naar de garanties die Nederland heeft afgegeven dan is de Kamer verdacht stil. Het is wel even zoeken om na te gaan wat nu de verplichtingen zijn die Nederland qua garanties heeft uitstaan. Een rapport van de Algemene Rekenkamer van ultimo vorig jaar geeft een goed inzicht in de diverse inter-venties en arrangementen van het Ministerie van Financiën. Het gaat in totaal over een slordige € 40 miljard.

Ja, het zullen allemaal garanties zijn waar wij een vergoeding voor ontvangen. De garan-ties worden in de overheidboekhouding helaas als een ‘off balance’-post gezien en de baten daarvan als inkomsten. Neem nu eens IJsland. Zij moeten de € 1.3 miljard, met rente in 2046 geheel hebben terugbetaald. Oké, het bedrag komt dus wel eens terug. Ten aanzien van Griekenland gaat het minimaal om het bedrag van circa € 5 miljard aan het ESFS. De Minister van Financiën heeft al te kennen gegeven dat het bedrag omhoog zal moeten gaan. Het weekblad ‘The Economist’ (“verplichte literatuur voor studenten!”) van 5 februari gaat in op de situatie in Griekenland. Terugbetaling van de leningen in meer dan 30 jaar en de openlijke boodschap dat het twijfelachtig is of Griekenland daadwer-kelijk de schuld zou kunnen aflossen. Dit leidt tot afboekingen. Nog een ander verhaal zijn de bedragen die de Staat in de ABN Amro Bank heeft gestoken. Die moeten er weer uitkomen als de bank naar de beurs wordt gebracht. Het is helemaal maar de vraag of het met die emissie zal lukken om de bedragen weer terug te krijgen. De minister probeert steeds de indruk te wekken dat het allemaal wel mee zal vallen. Dit is natuurlijk niet het geval. Ook het afgeven van garanties kost geld en is dus niet gratis. Er wordt nu blijkbaar ook een daadwerkelijk risico gelopen.

Het gaat er nu niet om of wij onze zwakke EU broeders al dan niet moeten helpen, of dat zij uit de EMU moeten worden gegooid. Dat is een ander debat. Mij gaat het erom dat de Kamer onvoldoende de discussie over dit type financiële onderwerpen aankan, dan wel wil aangaan. Naar de reden kan slechts worden gegist. Het onderwerp is misschien te technisch en daarom kan het te moeilijk zijn. Zelf denk ik dat de Kamer liever niet dit soort discussies wil, omdat dit leidt tot vragen over het wezen van onze - economische - samenleving. Dat is een lastig en gevoelig onderwerp. Het is mijns inziens een gemiste kans voor de meeste partijen om deze onderwerpen niet breed ter discussie te stel-len. De rekening wordt toch wel gepresenteerd, alhoewel we daar dan nog een tijd op moeten wachten. Ondertussen kunnen wij in de Kamer ons wel bezighouden met het bijvoeren van de Contiki paarden.

36 | Pro Memorie Magazine

Waar maken wij ons druk over?

T E K S T : Dirk Swagerman

Stelling

I n maart van het vorig jaar heeft de Tweede Kamer een motie van het

CDA-kamerlid Ormel aanvaard dat de dieren in het natuurgebied

Oostvaardersplassen zo snel mogelijk moeten worden bijgevoerd. Dat is

de strekking van de motie die een meerderheid in de Tweede Kamer heeft

gesteund.

Dirk Swagerman RuG

Dirk Swagerman is hoogleraar controlling en opleidingsdirecteur van de Executive Master Finance & Control aan de RuG. Zijn interesse omvat niet alleen de controlling vraagstukken, maar gaat ook uit naar alge-mene en maatschappelijke vraagstukken. Hij draagt Pro Memorie een warm hart toe.

Page 37: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

“De RC-titel dient de basis te zijn voor een controller”

Ik ben het hier niet mee eens. Ik denk dat het voltooien van de master con-

trolling een goede basis vormt om controlling werkzaamheden te gaan verrichten. Het is uiteraard wel zo dat je met een RC-titel later eenvoudiger naar hogere en meer verantwoordelijke func-ties kan doorstromen. Ik zie het halen van de masteropleiding als de basis voor een controller en de te behalen RC-titel als een absolute meerwaarde voor je werk om door te groeien.

Daniel Brussaard,Master Controlling

In eerste instantie ben ik het er niet mee eens, een titel

is niet per se de basis voor een beroep. Deze titel geeft alleen maar aan welk opleidings-

traject is doorlopen. Vaak komen controllers in grote

bedrijven terecht op een controlling afdeling. Voor een

dergelijke afdeling zijn regis-tercontrollers wel van belang, maar daarnaast kan men ook personeel met een financiële achtergrond aantrekken. DeRC-titel is mijns inziens wel een basis voor een afdeling met

controlling werkzaamheden.

Robert Tuinsma, Tweedejaars A&C

De functie van een controller en de uitoefening van dat vak is een zaak van

de onderneming zelf en dus hun eigen verant-woordelijkheid. Dit in te-

genstelling tot de accountant, die een professioneel en onaf-

hankelijk oordeel moet geven vanuit de rol die hij vervult rich-ting de maatschappij. Daarom lijkt mij dat het niet verplicht gesteld hoeft te worden, maar wel aan te raden is, dat een controller een RC-titel bezit.

Tim Gerner,Master Accountancy

De RC-opleiding is een post-initiële masteropleiding. Deze opleiding

dient als verrijking van het huidige acade-mische kennisniveau. Om de RC-titel te behalen di-ent een student of begin-nende controller minimaal 2 jaar werkervaring te hebben. Deze (eerste) werkervaring di-ent volgens mij de basis te zijn voor een controller. Een uitbre-iding op die basis wordt daarna gevormd door het volbrengen van de deeltijd RC-opleiding.

Arjen van der Logt,Derdejaars A&C

37 | Pro Memorie Magazine

Na het succesvol afronden van de postinitiële EMFC (Executive Master of Finance and Control) opleiding en inschrijving in het register

van de Verenging van Registercontrollers (VRC) mag de RC-titel gevoerd worden. De RA-titel blijkt zeer gerespecteerd binnen de fi-

nanciële wereld, maar hoe kijkt men eigenlijk tegen de RC-titel aan? Dient het als keurmerk voor de kwaliteit van de controller? Geeft

de RC-titel een belangrijke impuls aan de carrière van controllers? Vormt de RC-titel echt de basis voor het controllersberoep? Wij

vroegen 4 studenten naar hun mening.

Stelling

Page 38: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Fotopagina

Nieuwjaarslezingborrel - 06 januari 2011

NBA Accountantsdag 2010 - 24 november 2010

Tentamentraining Belastingrecht II - 13 december 2010

Aftertentamenborrel - 16 februari 2011

38 | Pro Memorie Magazine

We waarschuwen je nu alvast voor opdringerige headhunters.Hoogopgeleid toptalent Gefeliciteerd, je titel is binnen. Op naar je eerste baan. Wordt het een bank, een energiereus, een internationaal

elektronicaconcern? Als jij droomt van een topbaan bij een multinational of de overheid, is er eigenlijk maar één antwoord mogelijk: Deloitte.

Veel topbestuurders in Nederland hebben Deloitte als eerste werkgever op hun cv staan. En dat is niet toevallig. Bij ons werk je namelijk al vanaf

dag één aan innovatieve oplossingen voor én met toonaangevende organisaties. Ondertussen investeer je zo sterk in je eigen marktwaarde dat je

ook buiten onze organisatie niet lang onopgemerkt blijft. En de kans groot is dat je over een paar jaar voor diverse topfuncties benaderd wordt.

Zoek jij de beste start van je carrière? Begin eerst hier: werkenbijdeloitte.nl.

DB-002-adv-regulier-210x297-v2.indd 1 21-10-10 14:33

Page 39: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Fotopagina

We waarschuwen je nu alvast voor opdringerige headhunters.Hoogopgeleid toptalent Gefeliciteerd, je titel is binnen. Op naar je eerste baan. Wordt het een bank, een energiereus, een internationaal

elektronicaconcern? Als jij droomt van een topbaan bij een multinational of de overheid, is er eigenlijk maar één antwoord mogelijk: Deloitte.

Veel topbestuurders in Nederland hebben Deloitte als eerste werkgever op hun cv staan. En dat is niet toevallig. Bij ons werk je namelijk al vanaf

dag één aan innovatieve oplossingen voor én met toonaangevende organisaties. Ondertussen investeer je zo sterk in je eigen marktwaarde dat je

ook buiten onze organisatie niet lang onopgemerkt blijft. En de kans groot is dat je over een paar jaar voor diverse topfuncties benaderd wordt.

Zoek jij de beste start van je carrière? Begin eerst hier: werkenbijdeloitte.nl.

DB-002-adv-regulier-210x297-v2.indd 1 21-10-10 14:33

Page 40: Pro Memorie Magazine jaargang 7 nr. 2

Of heb jij een beter idee om alle facetten van de fi nanciëlewereld te ontdekken?Financial Traineeship

Informatiemiddag19 april 2011

Judith Verschoor088 792 53 [email protected]

Sta je op het punt een fi nanciële master af te ronden, dan ligt de wereld aan je voeten. Het bedrijfsleven staat te springen om talent met een fi nancieel fundament. Wil je meer weten over dit tweejarig coachings- en opleidingstraject, neem dan contact op met Judith. Of meld je aan voor de informatiemiddag op 19 april via www.werkenbijpwc.nl/fi nancialtraineeship

© 2011 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.

www.werkenbijpwc.nl

4543-64 PwC RC Adv. Fin-Traineeship A4 Pro Memorie Magazine.indd 1 2/10/11 11:56:18 AM