2
Redactioneel ten geleide Als huisarts worden we dagelijks geconfronteerd met klachten die betrek- king hebben op het gehoor. Tijdens de geneeskundeopleiding is er be- houdens een kort coschap keel-, neus- en oorheelkunde weinig aandacht voor dit onderwerp. In de huisartsopleiding richt het onderwijs zich vooral op de NHG-Standaarden. De afgelopen jaren zijn de ontwikkelingen met name op het gebied van het gehoor erg snel gegaan. De mogelijkheden van bijvoorbeeld de nieuwe hoortoestellen en cochleaire implantaten hebben heel wat veranderingen teweeggebracht in de wereld van doven en slecht- horenden. Het lijkt daarom relevant hieraan een Bijblijven te wijden. In een normpraktijk ziet een huisarts ruim 300 keer per jaar iemand met een nieuwe klacht over het gehoor, zo beschrijft Van Boven in zijn hoofd- stuk. Ook wordt duidelijk dat vooral jonge kinderen en ouderen de prak- tijk bezoeken met klachten op dit gebied. Op jonge leeftijd betreft het vooral oorontstekingen, terwijl op latere leeftijd vooral het verminderde gehoor aanleiding is voor een bezoek aan de huisarts. Met de vergrijzing zal dit aantal alleen nog maar toenemen. Wat betekenen deze cijfers nu voor het dagelijks leven van de patie ¨nt? In het artikel van Stam lezen we dat slechthorendheid een flinke impact heeft op het dagelijks leven. Het beı ¨nvloedt de kwaliteit van leven, maar ook de zorgvraag neemt toe. Misschien een reden om de volgende keer dat u moeite moet doen om u verstaanbaar te maken, toch eens een balletje op te gooien over een hoor- toestel? Vaak sputteren patie ¨nten tegen. Ze zien zichzelf nog niet lopen met zo’n bruine prothese achter hun oor en zo slecht horen ze toch niet? Wist u dat mensen er gemiddeld zeven jaar over doen voordat ze die drempel over durven? Acceptatie van de achteruitgang is de belangrijkste factor, maar ook onbekendheid met de financie ¨le consequenties en foute veronderstel- lingen over gebruik en rendement spelen een rol. Jammer, want een vroege aanpassing komt de verstaanbaarheid en de kwaliteit van leven ook op lange termijn ten goede. In het artikel van Ros wordt duidelijk hoe een traject van aanpassing van eerste contact tot hoortoestel verloopt. Van Ophuizen geeft vervolgens een uitgebreide kijk op de mogelijkheden die de audicien heeft om het gehoor te ondersteunen. Deze twee artikelen laten zien hoe het nu gaat. Het is momenteel nog een tijds- en kostenintensieve methode. De patie ¨nt ervaart dat hij slechter hoort, de huisarts verwijst hem, eventueel na screeningsaudiometrie, naar de KNO-arts, daar doet een audioloog een gehoortest, de KNO-arts indi-

Redactioneel ten geleide

Embed Size (px)

Citation preview

Redactioneel ten geleide

Als huisarts worden we dagelijks geconfronteerd met klachten die betrek-king hebben op het gehoor. Tijdens de geneeskundeopleiding is er be-houdens een kort coschap keel-, neus- en oorheelkunde weinig aandachtvoor dit onderwerp. In de huisartsopleiding richt het onderwijs zich vooralop de NHG-Standaarden. De afgelopen jaren zijn de ontwikkelingen metname op het gebied van het gehoor erg snel gegaan. De mogelijkheden vanbijvoorbeeld de nieuwe hoortoestellen en cochleaire implantaten hebbenheel wat veranderingen teweeggebracht in de wereld van doven en slecht-horenden. Het lijkt daarom relevant hieraan een Bijblijven te wijden.

In een normpraktijk ziet een huisarts ruim 300 keer per jaar iemand meteen nieuwe klacht over het gehoor, zo beschrijft Van Boven in zijn hoofd-stuk. Ook wordt duidelijk dat vooral jonge kinderen en ouderen de prak-tijk bezoeken met klachten op dit gebied. Op jonge leeftijd betreft hetvooral oorontstekingen, terwijl op latere leeftijd vooral het verminderdegehoor aanleiding is voor een bezoek aan de huisarts. Met de vergrijzingzal dit aantal alleen nog maar toenemen. Wat betekenen deze cijfers nuvoor het dagelijks leven van de patient? In het artikel van Stam lezen wedat slechthorendheid een flinke impact heeft op het dagelijks leven. Hetbeınvloedt de kwaliteit van leven, maar ook de zorgvraag neemt toe.Misschien een reden om de volgende keer dat u moeite moet doen om uverstaanbaar te maken, toch eens een balletje op te gooien over een hoor-toestel?

Vaak sputteren patienten tegen. Ze zien zichzelf nog niet lopen met zo’nbruine prothese achter hun oor en zo slecht horen ze toch niet? Wist u datmensen er gemiddeld zeven jaar over doen voordat ze die drempel overdurven? Acceptatie van de achteruitgang is de belangrijkste factor, maarook onbekendheid met de financiele consequenties en foute veronderstel-lingen over gebruik en rendement spelen een rol. Jammer, want een vroegeaanpassing komt de verstaanbaarheid en de kwaliteit van leven ook oplange termijn ten goede. In het artikel van Ros wordt duidelijk hoe eentraject van aanpassing van eerste contact tot hoortoestel verloopt. VanOphuizen geeft vervolgens een uitgebreide kijk op de mogelijkheden diede audicien heeft om het gehoor te ondersteunen.

Deze twee artikelen laten zien hoe het nu gaat. Het is momenteel nogeen tijds- en kostenintensieve methode. De patient ervaart dat hij slechterhoort, de huisarts verwijst hem, eventueel na screeningsaudiometrie, naarde KNO-arts, daar doet een audioloog een gehoortest, de KNO-arts indi-

ceert het toestel en de audicien bekijkt vervolgens wat er bij deze vorm vangehoorverlies past. De Vries van Achmea legt in zijn bijdrage uit dat hetook anders kan.

Als het gehoor verder achteruitgaat, dan redt men het vaak niet meermet alleen een toestel. Inmiddels zijn er vele aanpassingen mogelijk omhet leven gemakkelijker te maken. De instantie Oorakel biedt in dat gevaluitkomst bij de zoektocht naar de juiste apparatuur. Van der Hoek geefthierover in haar bijdrage uitgebreid uitleg en laat ook diverse voorbeeldenzien.

Maar wat als hoortoestellen en aanpassingen niet voldoende meer zijn?Huinck vertelt in haar bijdrage over het traject van cochleaire implantatieen Topsakal brengt ons op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op hetgebied van otosclerosis. We sluiten af met een hoofdstuk over tinnitus vanWagenaar. Want wat als het nooit meer stil is? Hebt u dan als huisarts meermogelijkheden dan: ‘U moet er maar mee leren leven?’

Na het lezen van deze Bijblijven hebt u voldoende bagage om uwpatienten voor te lichten op het gebied van slechthorendheid. Mocht depatient tegenover u, uw adviezen en uitleg niet horen, pak dan eens uwstethoscoop. Een prima versterker, die u altijd bij de hand hebt!

De Redactieraad

Redactioneel ten geleide6