Schoolgids DLG

Schoolgids “De Lege Geaën” [email protected] 2012-2013 www.delegegeaen.nl 1

BOBOB

Openbaar Basisonderwijs Boarnsterhim AAN DE (TOEKOMSTIGE) OUDERS. Voor u ligt de schoolgids van onze O.B.S. De Lege Geaën voor het schooljaar 2012–2013. Waarom een schoolgids voor ouders? Met deze schoolgids willen wij u informeren over allerlei zaken die met onze school te maken hebben, zodat (toekomstige) ouders in staat worden gesteld een verantwoorde schoolkeuze te maken. In deze schoolgids krijgt u informatie over onze kwaliteiten, de opzet van het onderwijs, de zorg voor de kinderen en de organisatie van de school. Ouders waarvan de kinderen al op school zitten, kunnen in de schoolgids lezen waar de school voor staat en waar u als ouder verzorger ons op aan kunt spreken. Het team van de Lege Geaën is divers qua leeftijd en deelt de betrokkenheid voor kinderen en voor goed (Dalton-) onderwijs. Samen met de ouders proberen we een school te zijn waar kinderen zich thuis voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Daarin zijn openheid en een luisterend oor voor wat kinderen en ouders ons te melden hebben belangrijk. Wij hopen met de schoolgids bij te dragen aan een goede schooltijd van uw kind en een fijne samenwerking met u. Zoals alles in onze samenleving is ook onderwijs constant in beweging. Daarom wordt er jaarlijks een nieuwe schoolgids uitgegeven. Voor suggesties betreffende de schoolgids houden wij ons van harte aanbevolen. Ik wens u namens het schoolteam veel leesplezier toe, Marijke Boersma Directeur.


INHOUDSOPGAVE: 1. IBS “De Lege Geaën” 4

1.1 De bestuurscommissie 4 1.2 De basisschool 6 1.3 Het onderwijsklimaat 7 1.4 Algemene doelstellingen van onze school 7 2. Visie en missie 8

2.1 Visie (geëvalueerd jan ’11) 8 2.2 Dalton onderwijs 9 2.3 Nadere uitleg Dalton onderwijs 10 3. Schoolorganisatie 11 3.1 Organisatie 11 3.2 Werkwijze van de groepen 11 3.3 Schoolregels 12 3.4 Groepsindeling 13 3.5 Lestijden 15 3.6 Preventie lesuitval en schoolverzuim 15 3.7 Vrijstelling van de vakken 15 3.8 Gymnastiek 15 3.9 Huiswerk 16 3.10 Gedrag 16 3.11 Verplichte kerndoelen 16 3.12 Vervanging 16 4. Team 16 4.1 Samenstelling van het team 16 4.2 Scholing van de leerkrachten 17 4.3 Begeleiding stagiairs 17 5. Zorg 17 5.1 Leerlingenzorg 17 5.2 Weer Samen Naar School 18 5.3 Wet op leerling gebonden financiering 19 5.4 Dyslexieprotocol en leesproblemen 19 5.5 Jeugdgezondheidszorg 20 5.6 Medisch handelen 21 5.7 Schoolmaatschappelijk werk 21 5.8 Verwijsindex 22 5.9 Signalering kindermishandeling 22 5.10 CJG Boarnsterhim 22 5.11 Leerlingvolgsysteem 23 5.12 Onderzoek 23 5.13 Speciale school voor basisonderwijs 23 5.14 Rapportage 24 6. Ouders 24 6.1 Communicatie met ouders 24 6.2 Informatieverstrekking aan gescheiden ouders 24 6.3 Contactavond 25 6.4 Ouderhulp 25 6.5 Oud Papier 25 6.6 Ouderbijdrage 25 6.7 Hoofdluiscontrole 25 6.8 Medezeggenschapsraad 26 6.9 Ouderraad 26


7. vakantie en vrije dagen 27 8. Voortgezet onderwijs 27 8.1 Advies vervolgonderwijs 27 8.2 Uitstroomgegevens 28 8.3 Onderwijsresultaten 28 9 Schoolbezoek 28 9.1 Aanmelden nieuwe leerlingen 28 9.2 Aan de ouders van de jongste kinderen 29 9.3 Uitschrijven van een leerling 29 10. Overblijven 29 11. Allerlei 30 11.1 Sociale integratie en actief burgerschap 30 11.2 Genotmiddelen 31 11.3 Toestemming foto/video opnames 31 11.4 Vragen over onderwijs 31 11.5 Schoolreisjes 32 11.6 Schoolfotograaf 32 11.7 Verjaardagen 32 11.8 Muziekonderwijs 32 11.9 Fietsen 32 11.10 Sinterklaasviering 32 11.11 Kerstviering 33 11.12 Paaseieren 33 11.13 Feestelijke ouderavond 33 11.14 Laatste schooldag 33 11.15 Afscheid groep 8 33 11.16 Schoolkrant 33 11.17 Nieuwsbrief 33 11.18 Godsdienstonderwijs 33 11.19 Humanistisch vormingsonderwijs 34 11.20 Verkeersexamen 34 11.21 Vervoer kinderen 34 11.22 Ontruimingsoefening 34 11.23 Veiligheidscoördinator 34 11.24 Monument 34 11.25 Van de redactie 35 12 Bijlagen 12.1 Regeling toelating, schorsing, verwijdering 36 12.2 Verlofregeling 37 12.3 Klachtenregeling 38 12.4 Verantwoording resultaten door bestuur 42 12.5 Onderwijs aan zieke kinderen 42 12.6 Schoolplan 42 12.7 Sponsoring 43 12.8 Verzekeringen 43 12.9 Namen onderwijzend personeel 44 12.10 BOBOB 44 12.11 Extern 45


1. I.B.S. “DE LEGE GEAËN”. De openbare BoboB-basisschool

De Lege Geaën is een openbare basisschool. Openbaar onderwijs is ontmoetingsonderwijs, waar een

diversiteit aan levensbeschouwingen en godsdienstige opvattingen als rijkdom wordt beschouwd op basis

van gelijkwaardigheid, waarin men respect en begrip heeft voor de denkwijze van anderen. 1.1 DE BESTUURSCOMMISSIE. 1.1 Stichting BoBoB De stichting BOBOB is als stichting vrij nieuw (verzelfstandigingsdatum 1 januari 2010), maar heeft als bestuurscommissie een langere historie. De organisatie bestaat sinds 1997 als relatief-onafhankelijk organisatie los van de gemeente Boarnsterhim. Ondanks de opdeling op termijn van de gemeente van Boarnsterhim heeft het bestuur gekozen voor een sterk openbaar primair onderwijs binnen de huidige regio. Samenwerking met de andere Openbaar Onderwijs-besturen in de provincie wordt nagestreefd. De BoboB-organisatie ziet er als volgt uit:

X 11 scholen

X 10 scholen

Bestuur Het bestuur heeft als kernwoorden:

zeer actief. Onder andere bereid om op diverse momenten hun tijd te kunnen en te willen besteden aan het bestuurlijk werk.

Professioneel. De hoog opgeleide bestuursleden beschikken allen over de benodigde deskundigheid en expertise om te kunnen besturen.

Betrokken. Het bestuur is op een aantal momenten actief om de visie en missie op bestuurlijk niveau ‘handen-en-voeten’ te geven.

Het bestuur werkt vanuit de code goed bestuur.

BESTUUR

ALGEMEEN DIRECTEUR

GMR

STAF: Financiën Personeel Adm./secr

Team

MR

Schooldirecteur

MO


De GMR heeft de mogelijkheid om bestuursleden voor te dragen. Op dit moment functioneert het bestuur als een bestuur ‘op-hoofdlijnen’ maar wil zich op termijn ontwikkelen tot een toezichthoudend bestuur, waarbij de algemeen directeur met een ruim mandaat op een zelfstandige wijze kan functioneren. Deze ontwikkeling wordt in samenwerking met de algemeen directeur in de tijd geplaatst. Op grond van deze ontwikkeling leidt dit tot een herformulering van het bestuurs- en managementstatuut, dat de relaties beschrijft tussen enerzijds bestuur – algemeen directeur en algemeen directeur – schooldirecteur(en). Algemeen directeur De algemeen directeur voert het beleid uit binnen de stichting en is daardoor het ‘verlengstuk van het bestuur’. Deze bevoegdheid is geregeld in het managementstatuut. Hij is met een ruim mandaat verantwoordelijk voor de BOBOB-organisatie en legt verantwoording af aan het bestuur en overlegt met de GMR. Hij is voorzitter van het Managementoverleg: het overlegplatform met en van de schooldirecteuren. De ingenomen standpunten van dit managementoverleg hebben een adviserend karakter gericht aan de algemeen directeur. Schooldirecteur(en) Binnen BOBOB valt een tiental basisscholen onder het bevoegd gezag van het bestuur. De scholen verschillen qua grootte, maar ook qua onderwijskundige concepten. De scholen bevinden zich in: Sibrandabuorren – Terherne – Wergea – Warten – Aldeboarn – Jirnsum – Akkrum – Grou – Raerd – Reduzum. BOBOB kent voornamelijk meerscholendirecteuren. Naast de actief betrokken schoolteams zijn ook de ouders zeer betrokken bij de scholen vanuit een intrinsieke motivatie, gericht op de kwaliteit van het onderwijs (en opvoeding). De schooldirecteur is integraal verantwoordelijk voor de school binnen de BOBOB-kaders. De directeur legt verantwoording af aan de algemeen directeur, waarbij het managementcontract uitgangspunt is. Daartoe is het werkoverleg in het leven geroepen. Het werkoverleg is tevens opgezet voor het wederzijds informeren Stafbureau

Het bestuurskantoor is gehuisvest in Grou.

Na herschikking van de kerntaken en beschikbare middelen bestaat de staf per 1 augustus 2012 uit:

secretariaat/administratie

personeelsmedewerker

controller

financieel medewerker

facilitair medewerker huisvestingszaken (operationeel)

Tevens hebben een tweetal BOBOB-(parttime-) medewerkers hun werkplek op het stafbureau en zijn

verantwoording verschuldigd aan de algemeen directeur:

coördinerend intern begeleider

onderwijskundig medewerker.

GMR en MR De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) is ingesteld om ouders en personeelsleden van BoBoB invloed te geven ten aanzien van het stichtingsbeleid. Op schoolniveau is er de medezeggenschapsraad (MR). Deze raad is ingesteld om de ouders en personeelsleden van de school invloed te geven ten aanzien van het schoolbeleid. De algemeen directeur overlegt met de GMR en de schooldirecteur met de MR.


1.2 DE BASISSCHOOL. Het basisonderwijs legt de basis voor al het daarop volgend onderwijs. In de Wet op het Primair Onderwijs staat aan welke eisen een school minimaal moet voldoen om geld van de overheid te krijgen. De onderwijsinspectie controleert of de school hieraan voldoet. Uit het rapport van de onderwijsinspectie blijkt dat O.B.S. De Lege Geaën op alle onderdelen voldoende scoort. Scholen moeten hun leerlingen kennis bijbrengen door les te geven in allerlei vakken (zie verderop). Scholen moeten echter niet alleen kennis bijbrengen, maar ook vaardigheden en inzichten die ieder kind nodig heeft in deze moderne tijd. Richting: Onze school is een openbare school. De school wordt bestuurd door de Bestuurscommissie Openbaar Basisonderwijs Boarnsterhim (BOBOB). De onderwijskundige uitvoering van het beleid ligt in handen van de directie en de leerkrachten van de school. De Lege Geaën is als openbare school toegankelijk voor iedereen, zonder onderscheid naar geslacht, land van herkomst, godsdienst, levensbeschouwing, maatschappelijke opvattingen, inkomen en fysieke mogelijkheden. De openbare school wil een ontmoetingsplaats zijn voor de verschillende levensbeschouwingen en de gelegenheid bieden tot een dialoog tussen godsdienst, levensbeschouwing, afkomst en culturele achtergrond. Zij wil de kinderen samenbrengen en laten samenwerken, kortom, een afspiegeling van de maatschappij zijn, een maatschappij waarin zij zich later ook moeten kunnen redden.

Dus ……….niet apart maar samen!!!

U kunt desgewenst lid worden van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs (oudervereniging) u kunt dit doorgeven op school. Ontstaan: De school, die al meer dan 150 jaar in ons dorp aanwezig is, kreeg deze naam, omdat het de enige openbare school is in “De Lege Geaën”: het gebied tussen Raerd en Sneek. Het huidige gebouw is het derde schoolgebouw in Sibrandabuorren. De eerdere scholen zijn verbouwd tot woonhuis. Situering: De school staat midden in het dorp achter de kerk. De school heeft drie leslokalen, een computerruimte, een centrale hal en een gemeenschapsruimte. De interne begeleider (mw. M.Tichelaar) en de directeur (mevr. M.Boersma) werken gezamenlijk in de directiekamer. Voor de kleuters is er een aparte, afgescheiden speelplaats aangelegd, voorzien van speelattributen en een zandbak. Voor de gymlessen wordt gebruik gemaakt van de sporthal It Mingeltsje. Aan de voorzijde van de school staat een speeltuin, hier kunnen kinderen op dinsdag en donderdag tijdens de ochtendpauze (10:15-10:30) gebruik van maken, onder toezicht van de leerkrachten. Aan de achterzijde grenst de school aan weilanden. Een idyllisch plekje…


1.3 HET ONDERWIJSKLIMAAT. Onze school telt momenteel (01-10-2012) vijfenvijftig leerlingen en is een echte streekschool. Uit de omringende dorpen komen leerlingen van ouders die kiezen voor: a. een openbare school; b. een kleine dorpsschool waar veel aandacht is voor de individuele leerling. c. een Daltonschool school. (zelfstandigheid, samenwerking en vrijheid in gebondenheid). Er is veel contact met de ouders. De schoolregels spelen een belangrijke rol bij het bieden van een veilige omgeving waarin het kind zich thuis voelt. Deze afspraken zijn voor de leerlingen duidelijk en ze hebben in het bijzonder betrekking op het rekening houden met elkaar, je verantwoordelijk voelen voor de omgeving en op “goede manieren”. De leerkrachten stimuleren de leerlingen tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Aan leerlingen wordt de gelegenheid geboden om zelfstandig te werken en om deel te nemen aan activiteiten waar samenwerking een essentiële rol speelt. Verder bieden wij de kinderen die vrijheid die nodig is om eigen beslissingen te kunnen nemen (binnen de gemaakte afspraken uiteraard).

1.4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN VAN ONZE SCHOOL. Kinderen brengen een belangrijk deel van hun leven door op de basisschool. De indrukken die zij daar opdoen zijn levenslang van invloed. De school wil, met erkenning van de eigenheid van het kind en met aanvaarding van de individuele verschillen, in overleg met de ouders een bijdrage leveren aan een harmonieuze ontwikkeling van kinderen van 4 – 12 jaar in een steeds veranderende wereld. Het is daarbij belangrijk, dat kinderen de afkomst en de gebruiken van andere mensen leren begrijpen, waarderen en respecteren. Kinderen moeten zichzelf leren kennen, ze moeten vertrouwen hebben in hun eigen mogelijkheden en ze moeten leren zich een eigen ik te vormen en daarvoor op te komen. Ze moeten leren luisteren, zelfstandig leren werken, zelf problemen oplossen, leren bewegen en leren samenwerken. Bovendien moeten de kinderen leren met vrijheid om te gaan. De school heeft daarbij een observerende, stimulerende, begeleidende en corrigerende taak Onze school richt zich op: • Het welbevinden van iedereen • Het verwerven van kennis en vaardigheden, het bieden van ontplooiingsmogelijkheden op een breed gebied. • Het bevorderen van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking. • Het goed voorbereiden op het voortgezet onderwijs; qua niveau, studievaardigheden en werkhouding. • Het rekening houden met verschillen tussen kinderen. • Het bieden van zorg aan leerlingen die dat nodig hebben op grond van zorgvuldige afwegingen. We hebben hiertoe een leerlingvolgsysteem en een zorg structuur. • Het sturen op resultaten. • Een goede relatie tussen kinderen, teamleden, ouders en andere betrokkenen met daarin een open houding en een luisterend oor. • Het aanbieden van onderwijs dat past bij deze tijd; actueel en eigentijds. Voor een uitwerking van deze doelstellingen verwijzen wij naar het schoolplan. Dit schoolplan ligt op school ter inzage voor belangstellende ouders. Alle kinderen zijn anders en de school houdt daar rekening mee. Ze past het onderwijs aan wat betreft leerstof, tempo en niveau.

KORTOM: Kind (in)zicht.


2. MISSIE EN VISIE

2.1 VISIE VASTGESTELD JANUARI 2011

Alles wat een kind zelf kan, hoeven wij niet te doen.

Visie DLG De Lege Geaen heeft gekozen voor Daltononderwijs, omdat het team een bepaalde visie heeft op de maatschappij, op hoe je daarin als mens zou moeten staan en functioneren. Daarop is een visie gebaseerd op onderwijs en opvoeding aan kinderen. Die visie is terug te vinden in de algemene uitgangspunten van het Daltononderwijs. Dalton gaat uit van het gegeven dat ieder mens in staat is tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn omgeving. Dit is een voorwaarde om goed te kunnen functioneren in een democratische samenleving. Volgens de Dalton pedagogiek zijn kinderen in principe in staat om verantwoordelijkheid te dragen, bijvoorbeeld voor hun eigen ontwikkeling. Dat gebeurt stap voor stap, met heldere afspraken tussen leerkracht en individuele leerling. De leerkracht biedt veiligheid en structuur; een klimaat dat de leerling uitdaagt tot leren. Daardoor krijgt deze de ruimte om zich persoonlijk, sociaal en cognitief te ontwikkelen. Dé manier of een manier? Het Daltononderwijs ziet een mens/kind als een persoon die zelf mag en kan kiezen, maar die voor de gevolgen van zijn keuzes zelf verantwoordelijkheid draagt. Kinderen mogen in hun leerproces fouten maken, want we kijken vooral naar wat goed gaat. Een Daltonschool is een basisschool met hetzelfde doel als elke andere school: “zorgen dat uw kind goed wordt voorbereid op de toekomst”. Dit betekent dat het kind de optimale voorbereiding voor het vervolgonderwijs en de verdere toekomst krijgt. Toch onderscheidt een Daltonschool zich van het reguliere basisonderwijs, namelijk door de visie op de onderwijsmethode. Daarin staan de Dalton-principes centraal: Verantwoordelijkheid, Zelfstandigheid en Samenwerking Kinderen werken met dagen weektaken. Daardoor leren ze zelf hun lestijd te plannen en keuzes te maken wanneer ze hun werk doen. De leerkracht begeleidt de kinderen bij het verwerven van deze vaardigheden. Daarmee wordt het kind voorbereid op het vervolgonderwijs. Door met meer kinderen te werken aan de leerstof, krijgt samenwerking automatisch aandacht. Daarnaast wordt regelmatig in groepjes gewerkt aan projecten. Door zelf te onderzoeken, te ontdekken en samen de resultaten te presenteren leert het kind actief en op een andere wijze. Dit is ervaringsgericht onderwijs. Uw kind leert zo verschillende leerstijlen ontdekken. Zo wordt het ook mogelijk kinderen individueel aandacht te geven en leerstof aan te bieden die optimaal past bij het niveau van het kind, waarbij de leerkrachten kunnen sturen op resultaten om zo het maximale rendement uit kinderen te halen. 'Samen sta je sterk', 'twee weten meer dan één'. Twee uitspraken die iedereen waarschijnlijk wel eens gehoord zal hebben. Binnen het Daltononderwijs is samenwerken dan ook erg belangrijk. Leerlingen (tutoren) kunnen elkaar dingen vragen als een opdracht niet begrepen wordt, samen een spelletje gaan doen uit de kieskast of een samenwerkingsopdracht die op de taak staat. Na een bepaalde periode veranderen de tutoren, zodat je steeds met iemand anders samenwerkt of speelt. Omdat je steeds met iemand anders samen moet werken, leer je ook met verschillende kinderen samen te werken. De individuele vrijheid eindigt waar de grens van de ander begint. Daarom is het kunnen samenwerken een belangrijke vaardigheid voor het goed kunnen functioneren als mens. Met deze uitgangspunten menen wij de kinderen een duidelijke meerwaarde te verschaffen, waardoor ze met goede bagage de wereld in kunnen trekken. Iedereen betrokken Een kind moet het naar de zin hebben op school. Een aangename sociale omgeving biedt hiervoor de beste garantie. Mede door de kleinschaligheid van onze school kennen kinderen en leerkrachten van alle groepen elkaar en in de vieringen en samenwerkingsopdrachten ontmoeten zij elkaar. Iedereen betrokken betekent ook dat de ouders betrokken worden bij de school. Er is veel contact met de leerkrachten. Dit biedt ouders en het kind vertrouwen. Onderwijs en groei is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van leerlingen, leerkrachten en ouders. Hierbij staat de ontwikkeling van de zelfverantwoordelijkheid van de leerling centraal.


Daarom wordt ook verwacht dat ouders een actieve bijdrage leveren. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van het vervoeren van kinderen, oud papier, helpen bij de computer de activiteitencommissie of in het bestuur. Iedereen draagt een steentje bij. Kiezen voor de Daltonschool is dus niet alleen kiezen voor de school van uw kind. Het is ook een bewuste keuze om een bijdrage te leveren aan de sociale omgeving in en rondom de school. Wij creëren op school een veilige leeromgeving en in de groepen een gezellige sfeer, gaan respectvol met elkaar, de omgeving en het materiaal om. We bieden structuur, duidelijkheid en rust door samen met de kinderen regels en normen op te stellen waar we ons allemaal consequent aan houden:

Voor GROOT en klein zullen we aardig zijn. De klas is ook van jou, wees daarop trots als een pauw. Binnen is wandelgebied, buiten hoeft dat niet. Goed voor de spullen zorgen dan kan een ander ze ook weer gebruiken voor morgen.

Rol van de docent. In de Dalton pedagogiek is de rol van de leerkracht meer coachend en begeleidend en minder puur gericht op kennisoverdracht. De moed hebben los te laten, niet alles zelf onder controle willen hebben en flexibel kunnen anticiperen op actuele ontwikkelingen in de maatschappij in relatie tot het kind.

Net zoals leerlingen zijn leerkrachten voortdurend bezig zich te ontwikkelen. Het vraagt moed niet langer de volledige controle te willen hebben. Gedragsregels zijn het product van overleg tussen leerkracht en leerling gericht op

gezamenlijke verantwoordelijkheid t.o.v. de klas als lerende gemeenschap.

De omgeving:

Kenmerkt zich door leersituaties die zoveel mogelijk verbonden zijn met concrete situaties. De ruimte buiten school kan een belangrijke rol vervullen. Een omgeving die uitnodigt tot samenwerken. Moderne mediatheek. Concrete materialen. Een opstelling waar de kinderen geprikkeld worden tot overleg.

2.2 DALTONONDERWIJS Met ingang van schooljaar 2007-2008 is onze school een gecertificeerde Daltonschool. Wij streven dan ook de drie peilers na:

Vrijheid in gebondenheid

Zelfstandigheid

Samenwerken

Vrijheid Betekent in het Daltononderwijs: kunnen omgaan met verantwoordelijkheid. Uitgangspunt is het vertrouwen in de eigen kracht van ieder kind. Docent en leerling maken samen afspraken over de leerstof. De leerling schat zelf in wat het nodig heeft om een taak te kunnen doen en in hoeveel tijd. Achteraf legt het verantwoording af aan de docent.

Zelfstandige mensen Het Daltononderwijs wil kinderen vormen tot volwassenen die zelfstandig kunnen denken en handelen. Daarvoor is nodig dat kinderen en jongeren leren hoe je informatie vergaart, hoe je zaken op waarde kunt


schatten en hoe je keuzes maakt. Daarin zal ieder mens verschillen, en daar proberen wij rekening mee te houden.

Samenwerking, respect voor de ander Om later als volwassene te kunnen deelnemen aan de samenleving moet je leren samenwerken. Ook met mensen die je niet zelf kiest. Daarom wordt op Daltonscholen veel aandacht besteed aan het spelen en werken in groepjes. Meestal gaat het om leerlingen uit dezelfde klas die samen een opdracht uitvoeren, maar ook gebeurt het dat leerlingen van verschillende leeftijden samenwerken. Al doende leren ze te luisteren naar elkaar en respect te hebben voor elkaar. Ieder mens is immers verantwoordelijk voor zichzelf en voor zijn omgeving.

Dit houdt in dat als de leerlingen bij ons van school gaan zij zichzelf hebben leren kennen en vertrouwen, dat zij kunnen luisteren, zelfstandig kunnen werken, zelf problemen kunnen oplossen en kunnen samenwerken. Dit alles binnen hun eigen kunnen en kennen. De school heeft een stimulerende, observerende en corrigerende taak hierbij. Zo hopen wij kritische, zelfstandige, creatieve individuen van school te laten gaan, voldoende voorbereid om zich verder te kunnen ontwikkelen in de maatschappij. 2.3 EEN NADERE UITLEG VAN HET DALTONONDERWIJS De school werkt voortdurend aan een plezierig werkklimaat voor zowel de leerlingen als de leerkrachten. De leerkrachten werken aan opvoeding en onderwijs vanuit de gedachten van Helen Parkhurst. Zij is de grondlegger van het Daltononderwijs. Zelfstandig leren, samenwerken en verantwoordelijkheid, zijn in het onderwijs van DLG centrale begrippen. Zo wordt er in alle groepen een taakbrief gebruikt en werken we met de dagkleuren. Daarnaast is er een doorgaande lijn met Dalton-afspraken waar een ieder van op de hoogte is. In de midden en bovenbouw wordt gewerkt met een instructieschema, zodat leerlingen precies weten wanneer ze voor welk vak instructie hebben. Ook is er een registratiebord waarin leerlingen aangeven hoe ver ze met hun taak zijn. Eigen initiatief (mits redelijk uiteraard) wordt gestimuleerd. Ook geven we de kinderen vrijheid (in gebondenheid) in het zelf nemen van beslissingen. Naast de standaardopdrachten voor iedereen, bieden we ook keuzewerk aan. Dit is niet méér van het zelfde maar vooral vaak speelse opdrachten, waarbij gekeken wordt naar interessegebieden en meervoudige intelligentie. (lego,kapla, Reis om de wereld, etc.) Waar mogelijk laten we de leerlingen samenwerken (denk aan het tutor (maatje)lezen, voorlezen aan kleuters) en stimuleren we het zelfstandig werken.

Het Daltononderwijs is verbonden aan het plaatsje Dalton in de Verenigde Staten, waar Helen Parkhurst vanaf 1919 haar principes in de Highschool for Boys and Girls in de praktijk bracht. In 1904 was zij haar loopbaan begonnen in een kleine dorpsschool met veertig kinderen, die zij zo goed mogelijk met individualiserend onderwijs trachtte te begeleiden. Van 1913 tot 1915 werkte Helen Parkhurst samen met Maria Montessori in Italië. Toen Helen Parkhurst weer terug in eigen land was, verspreidde zij de ideeën van de Italiaanse pedagoge met veel vuur. Toen zij de leiding kreeg van de school in Dalton, was de invloed van Montessori merkbaar. Daltononderwijs is in de eerste plaats een manier van omgaan met elkaar (“A way of life!” ) Een werkhouding van kinderen en leerkrachten. De Daltonprincipes kunnen in een aantal kernwoorden worden samengevat: Zelfstandigheid, samenwerking en verantwoordelijkheid.

Zelfstandigheid. Bij zelfstandigheid leren de leerlingen zelf hun werk te plannen en zo ook een eigen verantwoordelijkheid te dragen voor hun werk. Dit zelfstandig werken uit zich in het hanteren van dag-, tweedaagse- en weektaken. Hoe hoger de groep is, hoe meer taken een leerling aan moet kunnen en hoe meer er zelfstandig gewerkt moet worden. De eindverantwoordelijkheid blijft altijd bij de groepsleerkracht liggen. Uiteraard wordt hierbij de individuele en klassikale / groepsgewijze aanbieding van de leerstof niet vergeten. De bevordering van zelfstandigheid komt bij ons op school onder andere tot uiting in de weektaak en het keuzebord en taakjes bij de onderbouw, de dagtaken in groep 3 en de weektaken bij groep 4-8. Het omgaan met uitgestelde aandacht is hier een voorbeeld van.

Samenwerking. Waar mogelijk dienen de leerlingen samen te werken aan taken. Dit mag uiteraard niet leiden tot het klakkeloos voorzeggen of overschrijven van wat een ander heeft gemaakt. Hier gelden duidelijke afspraken en regels voor. Je hebt immers de verantwoordelijkheid naar de groep toe als lerende omgeving. Ook op het plein willen we kinderen laten samenwerken. Hiervoor is een tutor-bord ontwikkeld, zodat de leerlingen wanneer zij hulp van elkaar nodig hebben dit via de tutor kunnen krijgen.


Verantwoordelijkheid. We proberen de kinderen steeds meer verantwoordelijk te laten worden voor hun eigen leerproces. Dit betekent dat je als leerkracht van productgericht meer naar een procesgerichte benadering gaat. De leerling leert zichzelf hierdoor aansturen, gesteund door zijn begeleider hierin, de leerkracht. Daarnaast is de leerling uiteraard verantwoordelijk voor zijn eigen doen en laten en zijn omgang met anderen (klasgenoten, schoolgenoten, leraren, ouders en anderen).

Juf Marijke T. heeft de opleiding Dalton coördinator gevolgd, zij bewaakt met het team de ontwikkeling en voortzetting van ons Daltonbeleid op school. Juf Annet zal in het schooljaar 2012-2013 beginnen met deze opleiding en wordt dan Dalton coördinator.

3. SCHOOLORGANISATIE: 3.1 ORGANISATIE. Onze voorkeur gaat uit naar een jaarklassensysteem met heterogene groepen, dat wil zeggen een klassensysteem met kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd. De kinderen doorlopen in totaal 8 groepen, die in verband met de schoolgrootte gecombineerd worden met andere groepen (combinatieklassen). De leerlingen zijn verdeeld in groep 1,2 groep 3,4,5 en groep 6,7,8. De kinderen beginnen in groep 1 en gaan, als alles naar wens gaat, ieder jaar door naar een hogere groep. Er kunnen redenen zijn waardoor een kind een groep overdoet of een groep overslaat. Dit gaat altijd in overleg met de ouders, maar uiteindelijk beslist de school. Het beleid, maar ook de praktijk van onze school, is zodanig ingericht, dat er zo weinig mogelijk leerlingen blijven zitten. Voor leerlingen met leermoeilijkheden wordt gezocht naar een aangepaste leerroute. Kinderen kunnen dan met een aangepast onderwijsprogramma in de eigen groep blijven. Soms is het beter voor een leerling dat hij of zij een jaar langer in een bepaalde groep blijft. Meestal gebeurt dit bij leerlingen in de onderbouw (groepen 1 t/m 3). Wanneer leerlingen in de kleutergroepen een jaar langer in de onderbouw blijven, kan dit komen omdat ze nog niet aan het aanvankelijk lezen, rekenen, schrijven en/of taal toe zijn. Om dat vast te stellen is een leerlingvolgsysteem ontwikkeld. Het overgaan of verlengen van de kleuterperiode wordt met de betrokken ouders besproken. De school bepaalt in welke groep een leerling wordt geplaatst. 3.2 WERKWIJZE VAN DE GROEPEN Groep 1/2: De werkwijze binnen groep 1/2 is thematisch aan de hand van de methode Schatkist. Gedurende 3 à 4 weken wordt er over een bepaald onderwerp gewerkt dat past binnen de belevingswereld van kleuters. Dit onderwerp wordt zowel in verplichte als keuzetaken verder uitgewerkt tijdens het werkuur. Elk dagdeel beginnen de kinderen in de kring waar gesprekken en instructie plaatsvinden. Vanuit de kring worden de activiteiten voor het werkuur gestart. Tijdens het werkuur zijn de kinderen bezig in speel- en werkhoeken zoals: de bouwhoek, de waterhoek, de schilderhoek, de computerhoek, de lees- en schrijfhoek, de poppenhoek, de knutselhoek etc. Binnen de onderbouw leren kinderen taakjes uitvoeren, opdrachtjes begrijpen en aanvaarden, geconcentreerd en gestructureerd bezig zijn en te komen tot begripsvorming. Verder is er elk dagdeel ruimte voor bewegingsonderwijs. Dat kan bestaan uit kring-, loop- en tikspelen of kleutergym met klein of groot materiaal. Ook vrij spel, liefst buiten, behoort hiertoe. Daarnaast wordt er onderwijs gegeven in Frysk, Engels, muziek en Kanjertraining (sociaal emotionele leergang). De ontwikkeling van uw kind wordt door de leerkracht gevolgd door het bijhouden van een uitgebreid observatie- en registratiesysteem. Op die manier wordt de individuele voortgang gecontroleerd en waarnodig bijgestuurd.


Groep 3,4,5: In groep 3 starten we met de basisvaardigheden lezen, schrijven, taal en rekenen. Alle door ons gehanteerde methodes kennen het principe van het basis-, herhaling- en verdiepingstof-model. Na toetsing kan blijken dat een aantal kinderen de herhalingsstof nodig heeft om de basisstof alsnog onder de knie te krijgen. Kinderen, die de basisstof beheersen, krijgen de verdiepingsstof. Zij gaan dieper in op dezelfde problematiek, waardoor hun kennis en inzicht vergroot wordt. Soms kunnen leerlingen meer aan dan het reguliere aanbod, de mogelijkheid bestaat dan om sneller door de stof heen te gaan en nieuwe uitdagingen voor het kind te zoeken. Indien structureel blijkt, dat de herhalingsstof niet voldoende is, kan er na overleg tussen school en ouders besloten worden om een leerling te laten vertragen of een eigen leerstoflijn aan te bieden. Door het werken met de combinatiegroep 3/4/5 wordt een beroep gedaan op de zelfstandigheid van kinderen. Daarom werken we in groep 3 met dagtaken. In de groepen 4 en 5 wordt gewerkt met een weektaak zodat er een opbouw in zit. De leerstof wordt per dag besproken en opgegeven. De volgorde van het werk mogen de kinderen, binnen bepaalde grenzen, zelf bepalen. Op hun dagtaak of weektaak houden de kinderen bij, met de dagkleur, wat zij hebben afgerond en ingeleverd. De leerkracht houdt dit, via een vastgesteld registratiesysteem bij, ter controle om indien nodig bij te kunnen stellen. De verwerking van de leerstof gebeurt in het groepslokaal en de diverse beschikbare ruimtes van de school: stilte ruimte, samenwerk-plekken, computerruimte. Vanaf groep vijf wordt gestart met spreekbeurten en boekenkring. Groep 6,7,8 In groep 6/7/8 werken de leerlingen met een weektaak. Daarnaast houden de kinderen op een matrix de vorderingen van de weektaak bij, zodat er voor een ieder een overzichtelijk geheel ontstaat. De leerlingen die moeite hebben met het plannen van een weektaak worden hierin extra ondersteund. Tevens wordt er gewerkt met een week-instructieschema, zodat de leerlingen zichtbaar hebben welke groep voor welk vak instructie heeft. Deze informatie kunnen de leerlingen gebruiken bij het plannen van de taak. Niet alleen de kinderen zelf maar ook de belevingswereld van de kinderen wordt groter. Zo breidt ook de taak zich uit in de bovenbouw. De kinderen krijgen hierdoor een grotere vrijheid om hun werk steeds zelfstandiger over de dagen van de week te verdelen. Daarbij blijven ze de dagkleuren hanteren. Groep 6, 7 en 8 krijgen in de loop van het schooljaar huiswerk mee naar huis als voorbereiding op het voortgezet onderwijs bv. werkstukken, spreekbeurten, boekenkring en krantenkring en het leren van toetsen. Voor alle groepen geldt dat de leerlingen verantwoordelijkheid hebben naar elkaar toe als lerende gemeenschap. 3.3 SCHOOLREGELS We hanteren de volgende 4 hoofdregels: 1. Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 2. Goed voor de spullen zorgen, dan kunnen we ze weer gebruiken voor morgen. 3. Binnen is een wandelgebied, buiten hoeft dat niet. 4. De klas is ook van jou, wees daarop trots als een pauw. Ondanks onze schoolregels zullen er altijd kinderen zijn die zich om wat voor reden dan ook, niet aan de regels houden. Met kinderen in groep 5, 6, 7 en 8 gaan we volgens vaste afspraken te werk: Het protocol gewenst gedrag (anti-pestprotocol).

- De afhandeling vindt plaats in de tijd van het kind: voor, na schooltijd of in de pauze. - Behalve kleine gedragscorrecties (mondeling), kunnen ingewikkelder conflicten schriftelijk

met kind(eren) worden afgehandeld. - Het kind schrijft op:

wat er is gebeurd,

wat hij/zij beter anders had kunnen aanpakken en

hoe ze het probleem willen oplossen. - Dit protocol moet binnen een kwartier zijn doorgenomen. - Als het langer in beslag neemt (bij ernstige problemen), worden de ouders telefonisch op de

hoogte gebracht. Zo kunt u er altijd op rekenen dat, zonder tegenbericht, uw kind binnen een kwartier na schooltijd de school heeft verlaten


Van ouders waarvan de kinderen op onze school zitten, verwachten we dat ze de schoolregels en het protocol gewenst gedrag onderschrijven.

Kanjertraining

Het welbevinden van een leerling is belangrijk voor het kunnen en willen leren op school. Binnen het

brede vormingsaanbod krijgt de sociaal-emotionele ontwikkeling daarom een belangrijke rol toebedeeld.

De kinderen op De Lege Geaën volgen de Kanjertraining. Dit is een methode met lessen die gericht zijn

op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Het doel is kinderen positief over zichzelf te leren

denken en daar naar te handelen. Het geeft de kinderen handvatten in verschillende sociale situaties. De

lessen worden uitsluitend gegeven door leerkrachten die daarvoor zijn opgeleid.

De basisafspraken van de kanjertraining zijn:

we vertrouwen elkaar;

we helpen elkaar;

je speelt niet de baas,

we lachen elkaar niet uit;

je bent niet zielig.

Ook buiten de speciale kanjerlessen vormen deze afspraken de basis bij het omgaan met elkaar.

Voor meer informatie kunt u kijken op: www.kanjertraining.nl . 3.4 GROEPSINDELING 2012– 2013.

Gr 1 Gr 2 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Overig

Ma-ocht Fe Fe An An An He He He

Ma-mid Fe Fe An An An He He He

Di-ocht Fe Fe An/Far An/Far An/Far He He He M.T/M.B

Di-mid Fe Fe Far Far Far He He He M.T/M.B

Wo Cl Cl An An An H H H

Do-ocht Cl Cl Fa Fa Fa H/J H/J H/J M.B

Do-mid vrij vrij Fa Fa Fa Jo Jo Jo M.B

Vr-ocht Cl Cl Fa Fa Fa He He He

Vr-mid vrij vrij vrij vrij Fa Fa He He

Fe= juf Femmy; An= juf Annet He= juf Henny; Fa= juf Fardau Jo= juf Johanneke; M= juf Marijke; Op basis van de enquête onder de ouders is er op donderdagmiddag van 13:45-15:15 wederom HVO onder bezielende leiding van juf Irene Eggink. Op dinsdag is juf Marijke Tichelaar als Intern Begeleider op school, op maandag is zij werkzaam aan O.B.S. It Tredde Sté in Irnsum.. Juf Marijke Boersma is op dinsdag en donderdag op school. Vrijdag is de aanwezigheid wisselend of op afroep. Hierin zit nog enige flexibiliteit wanneer de situatie daarom vraagt. Op de andere dagen is zij aanwezig op O.B.S. It Raerderhiem in Raerd.

http://www.kanjertraining.nl/


Vakgebied Groep Methode

Werken met

ontwikkelingsmateriaal

1 en 2 Spelend leren middels het systeem ‘werken in groepen’. De

materialen zijn afgestemd op de voorwaarden voor het latere

lezen, rekenen en schrijven

Taal Taalontwikkeling 1 en 2 Taalspelletjes, groepsgesprekken, opzegversjes, drama,

praatplaten verhaaltjes, prentenboeken enz.

Schatkist

Lezen 1 en 2

3

3 t/m 8

Voorbereidend lezen aansluitend op groep 3 (schatkist)

De Leessleutel.

Leesboeken uit de groepsbibliotheek; estafette; Tutorlezen.

Voortgezet lezen 3 t/m 8 Estafette; leesboeken uit groepsbibliotheek.

Begrijpend lezen 4 t/m 8 Tekstverwerken

Nederlandse taal 4 t/m 8 Taal Actief ; Spelling via methode; Spellingspiekboek;

Ambrasoft.

Schrijven 1 en 2

3 t/m 8

Voorbereidend schrijven aansluitend op groep 3.

Handschrift

Fries

4 t/m 8

3

Studio F

De Lesbrege

Engels 1 t/m 8 Take it Easy; Native speaker; Cool English

Bewegingsonderwijs 1 en 2 Zangspelen, Tik en wedstrijdspelen,

kleuterbewegingsonderwijs.

1 t/m 8 Nieuwste methode Stroes en van Gelder.

Muzikale Vorming 1 en 2 Eigen lessen ‘moet je doen’

3 t/m 8 Muziek voor de basisschool lessen eigen leerkracht

Rekenen en wiskunde 1 en 2 Schatkist. Werken met tel, vormen

hoeveelheidmaterialen(rekenbegrippen)

3 t/m 8 Wereld in getallen; Met sprongen vooruit; Ambrasoft.

Aardrijkskunde 1 t/m 4 Onderwerpen aangedragen door leerlingen en verhalen verteld

door de leerkracht.

5 t/m 8 Geobas (nieuwste versie)

Geschiedenis 1 t/m 4 Onderwerpen aangedragen door leerlingen en verhalen verteld

door de Leerkracht

5 t/m 8 Bij de tijd (nieuwste versie)

Natuur/ techniek (Inc.

Bevordering

Gezond gedrag)

1 en 2 Thematisch

3 t/m 8 Natuniek

Computer lessen 1 en 2

3 t/m 8

Schatkist

Basisbits

Beeldende vorming 1 t/m 8 Techniekkast met lessen.

Sociale redzaamheid en 1 t/m 3 Thematisch

Verkeer 5 en 8 Jeugdverkeerskrant, OVEF, Straatwerk

Sociaal emotionele

ontwikkeling

1 t/m 8 Kanjertraining

Levensbeschouwelijke

vorming

6/7/8 Dit jaar HVO


3.5 LESTIJDEN Verplichte onderwijstijd

Dagdelen Aantal uren

08.30 -11.45 3,25 uur

08.30-12.00 3,50 uur

13.00 -15.15 2,25 uur

Dag Ochtend Middag Middag Middag

Alle groepen Groep 1/2 Groep 3 / 4 Groep 5 t/m 8

Maandag 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 13.00 - 15.15 13.00 - 15.15

Dinsdag 8.30 – 11.45 13.00 - 15.15 13.00 - 15.15 13.00 - 15.15

Woensdag 8.30 – 12.00

Donderdag 8.30 – 11.45 13.00 - 15.15 13.00 - 15.15

Vrijdag 8.30– 12.00 13.00- 15.15

De kleuters komen vanaf 8:20 uur op school, voor de rust is het prettig om, na de kleuters op school gebracht te hebben aansluitend rustig te vertrekken. Alle overige kinderen mogen 15 minuten voor aanvang van de lessen op school komen!

3.6 PREVENTIE LESUITVAL EN SCHOOLVERZUIM

Maatregelen die wij hebben genomen in het kader van preventie lesuitval:

Signaleren:

de leerkracht houdt het schoolverzuim dagelijks bij;

opmerkelijk verzuim wordt door de leerkracht aan de schooldirecteur gemeld;

ongeoorloofd verzuim wordt door de schooldirecteur aan de leerplichtambtenaar gemeld.

Overleg ouders:

gesprek tussen leerkracht, ouders en interne begeleider over mogelijke problemen van de

leerling;

schriftelijk vastleggen van de problematiek (informatie naar leerlingendossier);

ouders op de hoogte houden.

Zoeken naar hulp:

in samenspraak of in overleg met ouders kan er externe hulp ingeroepen worden. 3.7 VRIJSTELLING VAN VAKKEN. Op het lesrooster, maar ook in de schoolgids, staat vermeld welke vakken er op school worden gegeven. Sommige vakken of activiteiten worden facultatief gegeven en zijn als zodanig niet op het lesrooster aanwezig en in die zin niet verplicht. Hierbij kan men denken aan, Godsdienstlessen, Humanistisch Vormingsonderwijs, schaatslessen of schoolreisjes en excursies. In bijzondere gevallen, we denken hierbij aan specifieke religieuze of medische redenen, kan de directeur de leerling vrijstelling voor bepaalde vakken of activiteiten verlenen. De ouders moeten hun verzoek tot vrijstelling schriftelijk aan de directeur richten. De leerling krijgt in dit geval andere activiteiten aangeboden. 3.8 GYMNASTIEK. Gymkleding groep 1 en2: gymbroek en t-shirt, gymschoenen, liefst zonder veters, voorzien van een

naam. Kinderen dienen in ieder geval na de gymles schone kleren aan te hebben.

Gymkleding groep 3 t/m 5: sportbroekje en shirt of een gympakje en gymschoenen zonder zwarte zolen. Op dinsdagmiddag en vrijdagochtend start. Gymkleding groep 6 t/m 8: sportbroekje en shirt of een gympakje en gymschoenen

zonder zwarte zolen. Op maandagmiddag en vrijdagmiddag. Beide keren gaat de bovenbouw op de fiets.

Groep Aantal uren onderwijs

1,2, 3 en 4 880 (gemiddeld)

5, 6, 7 en 8 1000,5

Totaal 7522,5 (verplicht 7520) dit is de onderwijstijd na acht jaar. Alle vakanties en studiedagen zijn hier al van afgehaald.


3.9 HUISWERK Huiswerk is op onze school meer uitzondering dan regel. In principe vinden wij, dat de kinderen op school voldoende tijd moeten krijgen om de leerstof te verwerken. Wel is het een goede zaak, dat u met uw kind thuis leest of het meegenomen werk bekijkt. Soms krijgen kinderen op advies van de school een kleine taak mee naar huis, zodat zij bepaalde onderwerpen extra kunnen oefenen, bijvoorbeeld klokkijken of spelling. Groep 4/5 krijgt iedere week een spelling dictee mee naar huis. Groep 6, 7 en 8 krijgen in de loop van het schooljaar huiswerk mee naar huis als voorbereiding op het voortgezet onderwijs bv. werkstukken, spreekbeurten, boekenkring en krantenkring en het leren van toetsen.

3.10 Gedrag

De school vindt sociaal gedrag op school erg belangrijk. Alle leerkrachten hebben de opleiding tot

Kanjertrainer gevolgd, of gaan deze volgen. De kinderen volgen in de klas de kanjerlessen. Ook de

ouders worden hier nauw bij betrokken. Tijdens de introductie hebben zij een voorlichting gehad over de

werkwijze. Kijk voor informatie op www.kanjertraining.nl

Blijkt het gedrag van leerlingen ondanks de kanjertraining toch nog extra aandacht te behoeven dan

wordt er in overleg met de ouders gezocht naar een meer individueel traject. Een individuele

kanjertraining of een andere individuele training kan dan een oplossing zijn. Het zorgteam geeft hiervoor

subsidie. Soms is het probleem groter en wordt er gekozen voor onderzoek en begeleiding door

bijvoorbeeld GGZ Friesland. 3.11 VERPLICHTE KERNDOELEN Bij het geheel van de onderwijskundige activiteiten van O.B.S. De Lege Geaën worden de kerndoelen basisonderwijs scherp in het oog gehouden. zowel de kerndoelen die de afzonderlijke leerdoelen overstijgen als die welke leergebied specifiek zijn, worden op Dalton wijze nagestreefd. 3.12 VERVANGING We proberen eerst of de duo-partner kan invallen. Lukt dit niet, dan hebben we een aantal vaste vervangers waar wij een beroep op kunnen doen. Als er onverhoopt toch geen vervanging kan worden geregeld, dan zoekt het team intern naar een bevredigende oplossing, zoals de kinderen verdelen over de verschillende groepen. Uiteindelijk kan er overwogen worden de kinderen een vrije dag te geven. U wordt hier van tevoren van op de hoogte gesteld. 4. HET TEAM 4.1 SAMENSTELLING VAN HET TEAM Binnen het team, onderscheiden we verschillende “functies/ taken”. Hier volgt een korte taakomschrijving: • De groepsleerkrachten geven les aan een groep kinderen en begeleidt de kinderen. • De intern begeleider is tevens werkzaam aan O./B.S. It Tredde Sté. Zij coördineert alle extra hulp en toetsing op onze school ondersteunt de leerkrachten en onderhoudt externe contacten met diverse zorginstanties. Tevens bewaakt de IB-er samen met de directeur de leeropbrengsten. Daarnaast bewaakt zij samen met de directeur het “Daltongehalte” van de school. • De directeur is een meerscholen-directeur. Zij is tevens directeur van O.B.S. It Raerderhiem. De directeur is eindverantwoordelijk voor de onderwijskundige, pedagogische, organisatorische en financiële gang van zaken op de school.

http://www.kanjertraining.nl/


4.2 SCHOLING VAN LEERKRACHTEN De leerkrachten op onze school vinden het erg belangrijk dat er binnen het team een zo breed mogelijke deskundigheid bestaat. Zo is er onder andere deskundigheid op het gebied van BHV, Dalton, dyslexie, RT, gedrag, zorgbegeleiding, hoogbegaafdheid, rekenen, Frysk, Engels en onderwijskundige ontwikkelingen. De interesses en competenties worden binnen ons team geïnventariseerd. In lijn met de schoolontwikkeling wordt hier scholing op afgestemd. In ieder geval wordt van de leerkrachten verwacht dat zij in het bezit van het Dalton certificaat zijn of bereid zijn daarvoor te studeren. Schooljaar 2012-2013 zal qua scholing in het teken staan van de 1-zorgroute en de afronding van de Daltonscholing van drie leerkrachten en de directeur. Daarnaast zijn er individuele trajecten op het gebied van scholing. 4.3 BEGELEIDING VAN STAGIAIRES. Regelmatig begeleiden wij stagiaires. Als er vanuit de PABO een stagiair bij ons op school geplaatst wordt, zal hij of zij in de groep worden geplaatst die voor de opleiding gevraagd wordt en waar de mogelijkheid zich voordoet bij ons op school. De groepsleerkracht is diegene die de stagiair begeleidt bij de studieopdrachten, lesgeven en het invullen van verslagen. Ook draagt de groepsleerkracht zorg voor het zich thuis voelen op de school van de stagiair. Schooljaar 2011-2012 komen er vanuit de Pabo twee stagiaires bij ons op school: Tine Popma en Joyce Stoker. 5. ZORG:

5.1 LEERLINGENZORG. Leerlingenzorg. Naar schatting heeft ongeveer één op de vijf kinderen op de basisschool zo nu en dan extra aandacht nodig. In gesprekken tussen ouders en de school kan samen naar een oorzaak en aanpak gezocht worden. Over het algemeen lukt het de groepsleerkracht goed om tijdelijke problemen en achterstanden op te vangen door middel van het geven van extra individuele aandacht en begeleiding. Dit wordt beschreven en bijgehouden op het DOF formulier (didactisch ondersteuningsformulier). Deze formulieren vormen de basis van de zorgmapbespreking die eens in de zes weken met de interne begeleider worden gehouden. In het kader van de 1-zorgroute werken we komend jaar voor het vakgebied spelling met een groepsoverzicht en een groepsplan. In het groepsoverzicht staan de leerling kenmerken centraal. In een groepsplan worden leerlingen geclusterd naar instructiebehoefte. Intern begeleider. Op onze school is een interne begeleider, juf Marijke Tichelaar, aangesteld die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de leerlingenzorg. Zij heeft een gerichte taak ten aanzien van het informeren, het ondersteunen en coachen van collega’s. Tevens is zij verantwoordelijk voor de leerlingenbesprekingen, het leerlingvolgsysteem en het bijhouden van de orthotheek en de dossiers. Specifieke zorg voor leerlingen.

Leerlingen, die op onderdelen leerproblemen hebben, ontvangen in de klas extra hulp van de groepsleerkracht.

Soms is het noodzakelijk om kinderen buiten de groep extra ondersteuning te bieden.

Tijdens het teamoverleg worden kinderen die extra zorg behoeven doorgesproken met het team en de intern begeleider.

Voor kinderen die extra zorg nodig hebben, wordt een handelingsplan geschreven. Dit plan wordt met de betreffende ouders besproken en geëvalueerd. De duur van een handelingsplan omvat 6 tot 8 weken. Het DOF formulier is zo ontworpen, dat wij minimaal gebruik hoeven te maken van handelingsplannen. Er wordt te allen tijden gebruik gemaakt van doelen (tussen en eind). Evaluaties met ouders vinden plaats met de ib-er en leerkracht.


5.2 WEER SAMEN NAAR SCHOOL (WSNS). Alle openbare BoboB-basisscholen zijn aangesloten bij “het Spectrum”, samenwerkingsverband met Leeuwarden, Franeker en Harlingen. In dit samenwerkingsverband participeren ook basisscholen voor speciaal onderwijs uit de regio. Doel van dit samenwerkingsverband is de kinderen die extra zorg nodig hebben, zo optimaal mogelijk te begeleiden in hun ontwikkeling, bijvoorbeeld door extra ondersteuning te geven aan leerkrachten die met zorgleerlingen werken. In het kader van het project WSNS zijn er binnen het samenwerkingsverband afspraken gemaakt over de zorgstructuur. Hierbij kennen we verschillende zorgniveaus : Zorgniveau 1: Dit is de zorg die onze school kan bieden. Zorgniveau 2 : Wanneer blijkt dat de zorg op niveau 1 niet voldoende is voor de zorgleerling, dan kan de leerling aangemeld worden door de intern begeleider voor de bespreking in het zorgteam (altijd in overleg met de ouders). In het zorgteam hebben de volgende personen zitting: de schoolarts, de psycholoog, de ambulant begeleider van Het Spectrum, de schoolmaatschappelijk werkster, de bovenschools intern begeleider en de intern begeleider van de school. In het zorgteam wordt onderzocht en afgesproken welke extra zorg voor de leerling nodig is. Zorgniveau 3 : Het kan zijn dat de zorg op niveau 2 nog steeds ontoereikend is. De leerling kan dan worden besproken in de Permante Commissie Leerlingzorg (PCL). Deze commissie bekijkt of alle mogelijkheden zijn benut om de leerling op schoolniveau te helpen. Eventueel kan nog een extra onderzoek worden gedaan of wordt er contact opgenomen met andere instanties, bijv. jeugdhulpverlening. Zorgniveau 4 : In de PCL wordt bekeken of de zorgleerling beter op zijn plek is in het speciaal basisonderwijs. Als dat zo is, geeft de PCL een beschikking af. Alleen met die beschikking kan de leerling worden toegelaten op een school voor speciaal onderwijs. In het zorgplan van BoboB en het zorgplan van Het Spectrum staat de procedure en het tijdpad aangegeven van onderzoek en plaatsing in het SBO. Ouders die het niet eens zijn met de beslissing van de PCL kunnen bezwaar indienen. Deze bezwaren worden door de Advies Commissie getoetst. Deze Advies Commissie geeft dan weer advies aan de PCL. Voor meer informatie over de zorgstructuur van het samenwerkingsverband kunt u contact opnemen met de coördinerend interne begeleider van BoboB mevr. J. Ytsma-Kampen. Zij is te bereiken via het telefoonnummer 0566-625055.


5.3 WET OP LEERLING GEBONDEN FINANCIERING (“Rugzak”). ”De Rugzak” is een andere naam voor een maatregel genoemd in de wet op de leerling-gebonden financiering (LGF). Deze LGF-wet geeft ouders van een kind met een handicap het recht om die school voor hun kind te kiezen die zij het meest geschikt vinden. Dat kan een reguliere (gewone) basisschool zijn of een school voor speciaal onderwijs. Wanneer ouders kiezen voor een reguliere school en het kind extra voorzieningen nodig heeft, kunnen de ouders een leerling-gebonden budget aanvragen. Het gaat dus om kinderen die zonder extra begeleiding geen reguliere school kunnen bezoeken. Kinderen die een SBO-school (Speciaal Basisonderwijs) bezoeken, komen (meestal) niet in aanmerking voor “De Rugzak”. Zij maken gebruik van voorzieningen behorende bij het Weer Samen Naar Schooltraject (WSNS) Er is een indeling gemaakt in vier REC’s (Regionaal Expertise Centrum): REC 1: leerlingen met visuele handicap REC 2: leerlingen met auditieve handicaps en/óf ernstige spraak- taalproblematiek REC 3: leerlingen met een verstandelijke of lichamelijke handicap en langdurig zieke

kinderen REC 4: leerlingen met ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problematiek Procedure aanvraag Rugzak De ouders vragen een indicatie aan bij de CvI (Commissie voor Indicatiestelling). Deze onafhankelijke commissie bepaalt of de leerling voor een indicatie in aanmerking komt. Als de indicatie toegekend wordt kan men kiezen voor speciaal of regulier onderwijs. Als er gekozen wordt voor regulier onderwijs en het kind wordt toegelaten op een reguliere basisschool, dan wordt er een Rugzak toegekend. De inhoud van de Rugzak bestaat uit drie delen: 1. Een bedrag voor extra personele inzet. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor extra uren voor de leerkracht, de remedial teacher of een klassen assistent. 2. Een vrij te besteden bedrag. Hiermee kunnen de leermiddelen worden aangepast of speciale worden aangeschaft. 3. Een bedrag voor ambulante begeleiding. Met dit bedrag weet de school zich verzekerd van ambulante begeleiding vanuit het REC en dat de hiermee samenhangende materiële kosten worden vergoed zoals de reiskosten van de ambulant begeleider. Procedure aanvraag Rugzak REC 4 De aanvraag voor een indicatie voor REC 4, in Friesland spreekt men van RENN 4 is de laatste jaren explosief gestegen. Daarom gelden er extra voorwaarden alvorens een Rugzak aan te kunnenvragen: - er is diagnose gesteld door een (kinder) psychiater - het kind is aangemeld in het zorgteam en er is ten minste een half jaar ambulante begeleiding vanuit WSNS geweest - naast de psychiatrische diagnose wordt d.m.v. een psychodiagnostisch onderzoek aangetoond dat de geconstateerde problematiek leidt tot leerachterstanden. Voor meer informatie over de rugzak zie: www.oudersenrugzak.nl of bij de coördinerend intern begeleider van BoboB, mevr. Janneke Ytsma (0566-625055). Ook de interne begeleider Juf Marijke kan men hieromtrent vragen stellen. 5.4 DYSLEXIEPROTOCOL & LEESPROBLEMEN Een dyslexie-verklaring, hoe nu verder? Er zijn twee manieren om te komen tot een diagnose dyslexie: Dyslexie (verklaring en behandeling) via de ziektekostenverzekering: Voor kinderen met ernstige dyslexie wordt het onderzoek, de dyslexieverklaring en 16 maanden intensieve begeleiding (door externe deskundigen, buiten de school om) vergoed door de ziektekostenverzekering. De school zoekt contact met de behandelaar van de ziektekostenverzekering om zo goed mogelijk af te stemmen. Dyslexieverklaring voor kinderen die niet in aanmerking komen voor vergoede diagnostiek en behandeling via de ziektekostenverzekering:


Deze leerlingen hebben de dyslexie-verklaring gekregen via het zorgteam van BoboB. De begeleiding is dan een zorg van de school en de ouders. Welke afspraken zijn er in onze scholen voor leerlingen met een dyslexie-verklaring? Er zijn verschillende mogelijkheden voor leerlingen met dyslexie, er zal steeds in overleg besloten worden welke maatregelen voor een individuele leerling het meest passend zijn.

- Tenminste één maal per jaar wordt dyslexiepas ingevuld. De leerling kan samen met de leerkracht bepalen wat welke aanpassingen er nodig zijn.

- De leerling heeft keuze uit boeken die aansluiten bij de leeftijd en beleving van het kind.

- Er zijn luisterboeken aanwezig op school.

- Er kan via Dedicon een gesproken versie van leermaterialen worden besteld. 5.5 JEUGDGEZONDHEIDZORG. De jeugdgezondheidszorg volgt de gezondheid en ontwikkeling van kinderen van 0-19 jaar. De GGD is partner binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Alle kinderen ontvangen op 5-jarige leeftijd en in groep 7 een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek door de doktersassistent, arts of verpleegkundige. Voorafgaand aan het onderzoek ontvangen de ouders/verzorgers een vragenlijst. 5-jarige kinderen Dit onderzoek bestaat uit een uitgebreid lichamelijk onderzoek en een gesprek over opvoeding, gedrag en gezondheid, zoals groei, motoriek, spraak en taal. Groep 7 Dit is een onderzoek van de lichamelijke groei en een gesprek over opvoeding, gedrag, sociale ontwikkeling. Ouders, kinderen of de school (in overleg met ouders) kunnen bij vragen of zorgen altijd terecht bij de jeugdgezondheidszorg voor een extra onderzoek of gesprek. U kunt zelf contact opnemen met de jeugdarts of –verpleegkundige van GGD Fryslân Jeugdgezondheidszorg via 088 22 99 444. Telefonisch spreekuur Als u vragen hebt over de opvoeding of de gezondheid van uw kind, kunt u dit tijdens het telefonische spreekuur bespreken met de arts of met de verpleegkundige. Medicijnen Bij de inschrijving kunt u aangeven of uw kind medicatie nodig heeft. Is medicatie onder schooltijd noodzakelijk, dan dient u dat te overleggen met de groepsleerkracht en de intern begeleider. Indien uw kind medicijnen gebruikt waarbij een medische handeling moet worden verricht, dan is de leerkracht daarvoor niet bevoegd deze uit te voeren. In overleg maken we afspraken over hoe we moeten handelen in ‘noodgevallen’. Uw kind komt op een lijst te staan waarop aangegeven wordt wat we moeten doen in geval van ‘nood’. Zo weten ook de collega’s van uw kind hoe ze moeten handelen als de groepsleerkracht afwezig mocht zijn. De BoboB-scholen houden zich aan het Protocol ”Medicijnverstrekking en medisch handelen” van de GGD Fryslân ( afdeling Jeugdgezondheidszorg) Hygiëne en veiligheid Voor vragen op het terrein van hygiëne, veiligheid, infectieziekten, astma enz. kunt u terecht bij de GGD. GGD Fryslân, Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden Bezoekadres: Harlingertrekweg 58, Leeuwarden Telefoon: 088-2299222 E-mail: [email protected] Website: www.ggdfryslan.nl De schoolarts van het openbaar onderwijs, in de gemeente Boarnsterhim, dhr. Peter Bisschops heeft zitting in het bovenschools Zorgteam. Het uitvoeren van medische handelingen door leerkrachten gaat altijd in overleg met de ouders/verzorgers.

mailto:[email protected]

http://www.ggdfryslan.nl/


5.6 MEDISCH HANDELEN OP DE BASISSCHOOL Het kan voorkomen dat uw kind gezond naar school gaat en tijdens de schooluren ziek wordt, zich verwondt, door een insect wordt geprikt of iets dergelijks. In zo’n geval zal de school altijd contact opnemen met de ouders, verzorgers of met een andere, door ouders aangewezen, persoon. Bij onbereikbaarheid van deze personen, neemt school indien noodzakelijk geacht, contact op met de huisarts. Leerkrachten mogen geen medicijnen toedienen of medische handelingen verrichten. Dit is alleen mogelijk op uitdrukkelijk verzoek van ouders en moet schriftelijk worden vastgelegd. Formulieren zijn aanwezig op school (interne begeleider). 5.7 SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK De kindertijd en het opvoeden van kinderen verloopt niet altijd zorgeloos. Kinderen maken in hun jonge leven grote ontwikkelingen door: In de leeftijd van 0 tot 4 jaar veranderen ze van kleine afhankelijke baby’s, in kleuters met een eigen wil. Het is belangrijk dat deze eerste levensfase goed verloopt; de basis voor het verdere leven wordt in deze periode gelegd. Opvoeden kan moeilijk zijn. Soms zit een baby niet lekker in zijn vel of ontwikkelt zich niet goed. Waar moet u dan op letten en wat kunt u doen? Ook kan een peuter zijn ouders behoorlijk uitdagen. Wat doet u als uw kind niet luistert, waar liggen grenzen en hoe stelt u deze? Op vierjarige leeftijd gaat een kind naar de basisschool. Een volgende belangrijke fase in zijn leven. Hij gaat de wereld verkennen en groeit op van kleuter tot puber. Ook deze periode is van groot belang voor het kind, een goede vorming nu geeft hem een goede basis voor de rest van zijn leven. Reden waarom er op de basisschool naast aandacht voor lezen, rekenen en schrijven ook aandacht is voor de psychische, sociale en emotionele ontwikkeling van een kind. Meestal gaat het goed. Maar bij sommige kinderen niet. Als ouder, verzorger of leerkracht merk je in veel gevallen wel wanneer er iets aan de hand is. Een kind vertoont ander gedrag, maakt bijv. veel ruzie of is lusteloos. Ook kunnen de resultaten op school anders zijn. Naast vragen of problemen die zich voordoen t.a.v. de opvoeding van het kind kan het ook zijn dat u als ouder of verzorger zelf te maken krijgt met ernstige problemen in uw gezin, die ook een effect hebben op de kinderen. Bijvoorbeeld in geval van echtscheiding, het overlijden van een partner of een verhuizing uit een bekende omgeving waardoor een kind zich eenzaam kan voelen en aanpassingsproblemen kan vertonen. Wanneer ouders zorgen hebben en gespannen zijn, voelen kinderen dit vaak feilloos aan en kunnen daar op reageren. Langdurige spanning kan nadelige gevolgen hebben voor een kind. In geval er vragen of problemen zijn, wat kunt u dan doen: In het belang van het kind is het belangrijk om als ouders en leerkrachten met elkaar te praten in een zo vroeg mogelijk stadium om te bekijken wat er nodig is om een kind zich zo goed mogelijk te laten voelen en te ondersteunen waar nodig. Een kind wat zich goed voelt zal zich beter ontwikkelen. Afhankelijk van de leeftijd wordt het kind minder of meer bij gesprekken betrokken. Wat kan schoolmaatschappelijk werk u bieden? Ouders en leerkrachten kunnen bij problemen een beroep doen op het Schoolmaatschappelijk werk. Schoolmaatschappelijk werk is een kortdurende vorm van hulpverlening aan kinderen, hun ouders, verzorgers en leerkrachten. De hulp kan variëren van een adviesgesprek tot een aantal gesprekken over een langere periode. De schoolmaatschappelijk werker zal naar het verhaal van betrokkenen luisteren en helpen inzicht in de problemen van het kind en/of het gezin te krijgen en met u overleggen welke hulp het beste geboden kan worden en wat u zelf kunt doen. Meestal zijn een aantal gesprekken met de schoolmaatschappelijk werker voldoende. Indien er meer gesprekken of een andere vorm van hulp nodig is, wordt er samen bekeken, wat de Schoolgids 2012 - 2013 Pagina 23 van 43 mogelijkheden zijn en kan de schoolmaatschappelijk werker u helpen, bij een verwijzing naar een andere instantie. Maakt u zich zorgen over uw kind of vindt u opvoeden soms moeilijk….…..praat erover Schoolmaatschappelijk werk is een dienst van de Stichting Maatschappelijk Werk Fryslân. Parallelweg 5, 8441 AR Heerenveen, 0513-623421


5.8 VERWIJSINDEX Met ingang van 1 augustus 2010 nemen alle scholen, peuterspeelzalen en kinderopvang in de gemeente Boarnsterhim deel aan de Friese Verwijsindex, ook wel afgekort als VIF ZIZeO. VIF staat voor verwijsindex Fryslân en ZIZeO voor Zicht op Zorg en Onderwijs. De Verwijsindex is een elektronisch systeem waarin hulpverleners, onderwijs, leerplicht en andere begeleiders die met kinderen werken, de persoonsgegevens van het kind registreren wanneer zij zich zorgen maken over een kind. Er kunnen allerlei redenen voor zorgen zijn, bijvoorbeeld als er ernstige problemen zijn op school of met de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van een kind. Als er een andere professional is die ook een registratie doet over uw kind in het systeem, dan worden alle registraties bij elkaar gebracht. De professionals gaan dan samen overleggen over wat de beste vorm van begeleiding is voor het kind en er wordt een aanpak afgesproken. Ouders worden geïnformeerd over een registratie en voordat professionals met elkaar gaan overleggen wordt de toestemming van de ouders gevraagd. De Verwijsindex is een beveiligd systeem waarmee alleen bevoegde mensen mogen werken. Bij BoboB is er voor gekozen de directeur en de interne begeleider van iedere school meldingsbevoegd te laten zijn. Bij een registratie in het systeem worden alleen persoonsgegevens van het kind (naam, adres, geboortedatum) opgenomen. De reden van de registratie wordt niet gemeld, er komt dus geen informatie over de aard van de zorgen en de behandeling in de Verwijsindex. De gegevens verdwijnen na twee jaar automatisch uit het systeem. 5.9 SIGNALERING KINDERMISHANDELING Met ingang van januari 2012 is de Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden. De Meldcode maakt leerkrachten en andere zorgverleners alert t.a.v. signalen van kindermishandeling en stimuleert hen dit te melden. Scholen gaan werken volgens het stappenplan van de Meldcode. Alle interne begeleiders hebben inmiddels de RAAK-training gevolgd. De afkorting RAAK staat voor Regionale Aanpak Kindermishandeling.

5.10 CJG BOARNSTERHIM

In de gemeente Boarnsterhim is het Centrum voor Jeugd en gezin (CJG) opgezet als een

samenwerkingsverband van alle organisaties die een belangrijke rol spelen bij het opvoeden en

opgroeien van kinderen.

Ouders en jongeren kunnen met hun vragen terecht bij het consultatiebureau, de kinderopvang,

peuterspeelzalen, scholen voor basis- en voortgezet onderwijs en bij Mienskipssoarch.

Vertegenwoordigers van al deze organisaties vormen samen de stuurgroep CJG. Als vertegenwoordiger

van BoboB heeft de Stafmedewerker Onderwijs en Zorg zitting in de stuurgroep. Voor de herkenbaarheid

komt er op elke locatie een beeldmerk CJG in de vorm van een sticker. Inmiddels is iedere locatie

voorzien van zo’n sticker en heeft wethouder van onderwijs op 22 juni 2011 de officiële opening van CJG

verricht.


5.11 LEERLINGVOLGSYSTEEM. Op een planmatige wijze ontwikkelt zich het systeem van leerlingenzorg binnen de school. De vorderingen van de leerlingen worden systematisch gevolgd met behulp van observatiegegevens en methodegebonden en methode - onafhankelijke toetsen. We gebruiken voor de methode - onafhankelijke toetsen die van het CITO. Ook wordt de sociale en emotionele ontwikkeling geobserveerd en geregistreerd. Het leerlingvolgsysteem houdt in, dat de ontwikkelingen en vorderingen van uw kind in een map worden bijgehouden en mee doorgaan naar de volgende groepen (bij een eventuele verhuizing in overleg met de ouders ook naar de andere school). Zo kunnen wij de ontwikkeling van de kinderen beter volgen en er rekening mee houden. De toetsgegevens worden gebruikt voor analyse op leerling -, groeps- en schoolniveau. Wij kunnen dus ook zien of ons onderwijs voldoet aan de doelen en het niveau toetsen aan het landelijk gemiddelde. De gegevens zijn vertrouwelijk en worden bewaard in een afgesloten kast (leerlingendossier). Zij kunnen met de ouders besproken worden, bijv. tijdens de contactavonden. Ouders hebben recht van inzage. De gegevens in het leerlingendossier kunnen dus zijn opgebouwd uit:

resultaten van methode onafhankelijke toetsen

resultaten van methode afhankelijke toetsen

observatiegegevens leerkracht

eventuele onderzoeksresultaten

gegevens vanuit de leerlingenbespreking

gegevens vanuit de thuissituatie De school houdt de persoonsgegevens omtrent de ontwikkeling van elk kind bij via het leerlingvolgsysteem. Iedere ouder heeft het recht om de gegevens van zijn of haar kind in te zien, maar heeft geen recht om de gegevens te wijzigen. Doorgeven van leerlinggegevens aan een andere school De gegevens over leerlingen mogen volgens de Wet op de Bescherming van Persoonsgegevens (WBP, 1 september 2001) niet zonder uitdrukkelijke toestemming aan andere instanties worden verstrekt, tenzij in een vrijstellingenbesluit als uitzondering is benoemd. Voor het onderwijs is zo’n uitzondering gemaakt in artikel 19 van het “vrijstellingenbesluit” van de WBP. De school mag daardoor zonder toestemming de gegevens over de ontwikkeling van uw kind doorgeven naar de nieuwe school. De school is zelfs verplicht deze gegevens te leveren. De school doet dit door een onderwijskundig rapport op te stellen. Een afschrift van dit onderwijskundig rapport wordt aan de ouders verstrekt. 5.12 ONDERZOEK. Bij grote en/of hardnekkige leerproblemen kan er van alles aan de hand zijn. De school kan in zo´n geval besluiten een onderzoek te laten doen door een deskundige van buiten de school. Als de school uw kind wil laten onderzoeken, dan is daarvoor vooraf uw toestemming nodig. 5.13 SPECIALE SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS. Ondanks alle inspanningen van de basisschool kan het toch voorkomen, dat uw kind beter op zijn plaats is op een speciale school voor basisonderwijs. U wordt daar als ouder natuurlijk nauw bij betrokken. Een leerling wordt dan eerst aangemeld bij het zorgteam. Dit zorgteam kan besluiten een leerling te verwijzen naar een speciale school voor basisonderwijs.


5.14 RAPPORTAGE. Tijdens het schooljaar zijn er twee rapporten voor de groepen 1 t/m 8. Eén rond eind januari en een voor de zomervakantie. Het team heeft een nieuw rapport ontwikkeld en in 2007-2008 ingevoerd. Hierin zult u geen cijfers aantreffen. We proberen de rapporten zo in te vullen dat u zich daaruit een totaalbeeld kunt vormen van uw kind. Tijdens de rapportagebespreking komen naast de schoolvorderingen ook de persoonlijkheidsaspecten van het kind aan de orde. Om een goede overdracht te waarborgen bespreekt de groepsleerkracht aan het eind van groep 2 en aan het eind van groep 5 een uitgebreid verslag van de leerlingen met de leerkracht van groep 3 en groep 6. Leerlingen gaan in deze groepen ook fysiek naar een andere klas. Ook de ouders (van de kinderen uit groep 2) krijgen uiteraard de vorderingen van hun kind te horen. Aan het einde van het schooljaar worden alle groepen geëvalueerd. Deze evaluatie dient als beginsituatie voor het nieuwe schooljaar. 6. OUDERS DE OUDERS EN DE SCHOOL.

6.1 COMMUNICATIE MET OUDERS

Een open en regelmatig contact tussen ouders en school is van groot belang. Deze openheid is voor de

kinderen een basis voor het zich thuis voelen op school; tevens kan dezelfde openheid veel

misverstanden voorkomen, leerkrachten zijn ook mensen die fouten kunnen maken.

De school organiseert voor de ouders informatieavonden, groepsavonden, spreekuurcontacten, 10-

minutengesprekken, De kinderen van de groepen 1 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar een rapport mee.

Vlak na de kerstvakantie en voor de zomervakantie. Tijdens de rapportbesprekingen komen zowel de

vorderingen als ook de persoonlijkheidsaspecten van uw kind aan de orde. Via de

(maandelijkse)nieuwsbrief en de kalender wordt u van de juiste data op de hoogte gebracht. Ook

wanneer u zelf behoefte heeft aan extra overleg, bent u altijd welkom. Natuurlijk is er altijd de

mogelijkheid om te bellen of even langs te komen als er vragen, problemen of onduidelijkheden zijn. U

kunt terecht bij de groepsleerkracht, maar als u dat nodig acht kunt u ook bij de directeur of intern

begeleider terecht.

Andere vormen van communicatie zijn het schooljaarplan (jaarlijks), de schoolgids ( jaarlijks), de

jaarplanner (jaarlijks) met alle belangrijke data, de schoolkrant en de nieuwsbrief. Daarnaast is alle

informatie na te slaan op onze website.

6.2 INFORMATIEVERSTREKKING AAN GESCHEIDEN OUDERS.

Een scheiding van ouders heeft voor alle betrokkenen grote gevolgen. Om aan te geven hoe wij als school zullen handelen als zich een scheiding tussen ouders voordoet, zetten wij hier een aantal onderwerpen op een rijtje.

Afspraken

Op verzoek van gescheiden ouders wordt ook informatie verstuurd aan de ouder, die niet belast is met de

dagelijkse verzorging van het kind. Ouders dienen zelf dit verzoek in. In dat geval is de afspraak: ·

Beide ouders ontvangen een kopie van het rapport, schoolgids en jaarplanner.

Beide ouders ontvangen de uitnodigingen voor de groepsavonden en de ouderavonden.

Op verzoek wordt er een extra 10 minuten gesprek gevoerd met de ouder die niet belast is met de

dagelijkse verzorging van het kind.

Ouders worden geattendeerd op de website en in het bijzonder de nieuwsbrief die daarop

verschijnt.

Leerkracht draagt de afspraken over aan de leerkracht van het volgende schooljaar.

Alle afspraken moeten gelezen worden met inachtneming van de uitzonderingsregels.

Uitzondering.

In een aantal gevallen kan de school informatie weigeren.

1. Als het gaat om informatie die in strijd is met de belangen van het kind. Hierbij is te denken aan

de situatie dat een omgangsregeling tussen de betreffende ouder en het kind is afgewezen.

2. Tevens hoeft de school geen informatie te verstrekken wanneer uit een rechterlijke beschikking

blijkt dat het recht op informatie aan de betrokken ouder is beperkt.


De directeur is eindverantwoordelijk voor de aangevraagde informatieverstrekking. De directeur

coördineert en delegeert aan de betreffende leerkrachten. 6.3 CONTACTMOMENT. Een goed contact tussen ouders en leerkrachten is van groot belang voor ons en voor uw kind. In september of oktober wordt u uitgenodigd voor een klassenavond. U krijgt dan op school algemene informatie over de gang van zaken en manier van werken in de groep. In januari en in juni wordt u uitgenodigd voor een gesprek over de voortgang op school van uw kind. In november kan er op verzoek van de school of op verzoek van de ouders een gesprek aangevraagd worden. De data hiervoor staan op de jaarkalender. 6.4 OUDERHULP. Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de ontwikkelingen bij onze school. Een goed contact tussen ouders en school is noodzakelijk, zodat ouders ook weten waar de kinderen en de leerkrachten op school mee bezig zijn. Bij veel activiteiten is bovendien ouderhulp onmisbaar. Er zijn veel verschillende taken. *rijden voor excursies *hand en spandiensten bv. materiaal opknappen *hulp bij creatieve activiteiten *computerles *buitenschoolse activiteiten Ouders werken onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht. 6.5 OUD PAPIER Een welkome bron van inkomsten. Het oud papier wordt in Tersoal en in Sibrandabuorren opgehaald door ouders van beide scholen. Wij gaan ervan uit dat elke ouder meehelpt. Gemiddeld wordt u 1x per jaar ingedeeld. Onze ouderraad maakt hiervoor een schema van helpers en rijders in Sibrandabuorren. Iedereen heeft dit nieuwe schema inmiddels ontvangen, hij staat ook vermeld op de website. De opbrengst wordt in tweeën gedeeld door beide scholen. 6.6 OUDERBIJDRAGE Ieder jaar wordt een geldelijke vrijwillige bijdrage van de ouders gevraagd, die beheerd wordt door de ouderraad. Het geld wordt o.a. gebruikt voor een verzekering, excursies, het Sinterklaasfeest, ouderavonden, etc. Deze ouderbijdrage is €. 35,00 per kind per jaar. 6.7 HOOFDLUISCONTROLE

Om paal en perk te stellen aan de steeds weer terugkerende hoofdluis, controleert de

hoofdluiscommissie alle leerlingen na elke vakantie op hoofdluis. De aankondiging hiervan kunt u lezen

op de nieuwsbrief. Mocht er bij uw kind hoofdluis geconstateerd worden, dan krijgt u persoonlijk en

discreet bericht, zodat u ook thuis uw maatregelen kunt nemen. Ontdekt u zelf hoofdluis bij uw kind, wilt

u dit dan zo snel mogelijk aan de leerkracht van uw kind doorgeven? Wilt u meer weten over hoofdluis

dan kunt u contact opnemen met de schoolverpleegkundige van de GGD.


. 6.8 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD GMR en MR

De Medezeggenschapsraad (MZR of MR) bestaat uit twee geledingen:

vertegenwoordigers van de ouders

vertegenwoordigers van het onderwijspersoneel

Ouders kunnen zich verkiesbaar stellen voor de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad

overlegt met de schoolleiding en het schoolbestuur over belangrijke schoolzaken. De

medezeggenschapsraden hebben twee soorten rechten: instemmingsrecht of adviesrecht. Elke geleding

heeft instemmingsrecht over die zaken die voor haar van wezenlijk belang zijn. Bijvoorbeeld: ouders en

personeel moeten instemmen met het schoolplan, de schoolgids, het schoolreglement en de manier

waarop ouders betrokken worden bij hulp in de school. Het schoolbestuur en de directie moeten in een

aantal gevallen advies vragen aan de medezeggenschapsraad over hun plannen met de school.

Bijvoorbeeld over fusieplannen of het schoolbeleid. De medezeggenschapsraadsleden vertegenwoordigen de meningen en de wensen van de ouders en worden officieel gekozen. U wordt door middel van nieuwsbrieven van de MR en via de website op de hoogte gehouden van de activiteiten en eventuele vacatures in deze raad. De Medezeggenschapsraad is samengesteld uit twee ouderleden en twee leerkrachten. Er is ook een gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) die opkomt voor de algemene belangen van de openbare basisscholen in de gemeente. Ouders kunnen zich in de maand oktober verkiesbaar stellen. Men kan zich dan bij de secretaris van de medezeggenschapsraad of bij de verkiezingscommissie aanmelden. Voorzitter Mevr.B.Kamminga Secretaris Mevr. F.Huisman (ouder) Westerein 19 (personeelslid) De Oper 4 9014 CA Tersoal 8494 PK Nes Tel: 0515-414939 0566-840180 Ouderlid (+GMR) Mevr. J. Dotinga GMR – lid Mevr. A.Snelder Tinkelenbergstrjitte 17 (personeelslid) Kleine Buren 13 8647 SN Sibrandabuorren 9005 NW Wergea Tel.: 0515–840711 058-2561662 Mevr. M.Boersma is als adviserend lid aanwezig bij de mr-vergaderingen. 6.9 DE OUDERRAAD.

De oudervereniging van De Lege Geaën is een formele vereniging met notarieel vastgelegde statuten,

een huishoudelijk reglement opgesteld door de ouderraad en een vermelding bij de Kamer van

Koophandel. Alle ouders en verzorgers van kinderen die op De Lege Geaën zitten, zijn automatisch lid

van de Oudervereniging. De Ouderraad (OR) oftewel de geledingenraad van ouders uit de

oudervereniging ondersteunt het team bij allerlei activiteiten op school.

Eens per jaar, bij aanvang van het nieuwe schooljaar ( voor 1 oktober) organiseert de OR samen met de

MR een ledenvergadering. (zakelijke ouderavond) Tijdens deze vergadering legt de OR verantwoording

af op financieel gebied en presenteren het jaarverslag, tevens vinden de verkiezingen plaats en wordt de

hoogte van de contributie bepaald. Tijdens deze ledenvergadering wordt ook de MR in de gelegenheid

gesteld om verantwoording af te leggen over het afgelopen schooljaar. Daarnaast kan de directeur

mededelingen doen.

De Ouderraad (OR) bestaat uit twee geledingen:

vertegenwoordigers van de ouders;

vertegenwoordigers van het onderwijspersoneel.

De OR heeft de volgende taken:

Verlenen van hand en spandiensten

Beheren van de ouderbijdrage


De ouderraad verzorgt allerlei ondersteunende werkzaamheden. Het organiseren van festiviteiten,

meehelpen bij de ouderavonden, bijhouden en opknappen van allerlei zaken, enz. De ouderraad

vergadert ongeveer zeven keer per jaar.

De Ouderraad heeft een adviesbevoegdheid aan de Medezeggenschapsraad; tevens verzorgt de Ouderraad allerlei ondersteunende werkzaamheden, zoals het organiseren van festiviteiten, het bijhouden en opknappen van allerlei zaken, meehelpen bij ouderavonden, etc. Samenstelling Ouderraad: Dhr. B.Hamelynck (penningmeester) Mevr. H. Tiesema Aesgewei 21 Buorren 14 8647 SH S’Buorren 9008 SW Reduzum Tel. 0515-520646 Tel. 06-41818447 Mevr N. Dotinga Mevr. J.Terra Havenpaed 2 Aesgewei 42 8647 SJ 8647 SG 0515-521192 06-30603859 7.0 VAKANTIE EN VRIJE DAGEN. Vakantierooster 2012 – 2013

Eerste schooldag Maandag 3 september 2012

Herfstvakantie zaterdag 20-10-12 t/m zondag 28-10-2012

Kerstvakantie zaterdag 22-12-12 t/m zondag 06-01-13

Voorjaarsvakantie zaterdag 16-02-13 t/m zondag 24-02-13

Goede vrijdag / Pasen vrijdag 29-03-12 t/m maandag 01-04-13

Meivakantie zaterdag 27-04-13 t/m zondag 05-05-13

Hemelvaartvakantie donderdag 09-05-13 t/m zondag 12-05-13

Pinksteren zaterdag 18-05-13 t/m maandag 20-05-13

Zomervakantie zaterdag 06-07-13 t/m zondag 18-08-13

8. VOORTGEZET ONDERWIJS. 8.1 ADVIES VERVOLGONDERWIJS. De ervaringen van de groepsleerkracht en de gegevens uit het leerlingendossier vormen de bouwstenen voor het advies van de basisschool naar de ouders toe. De ouders worden samen met de leerling voor een eindgesprek hierover door de groepsleerkracht uitgenodigd op school. Dit advies is belangrijk om de doorstroming naar de basisvorming zo goed mogelijk te laten verlopen. Bovendien doen de leerlingen van groep 8 mee aan het afsluitingsonderzoek. Dit onderzoek is ontwikkeld door het CITO. Het geeft informatie en veelal een bevestiging over de mogelijkheden van een kind, die een rol spelen bij de keuze van een school voor voortgezet onderwijs. in maart worden de ouders en leerlingen uitgenodigd op school om in overleg met de leerkracht van groep 8 de juiste school voor voortgezet onderwijs te kiezen. Hierbij vormen de ervaringen van de groepsleerkrachten, aangevuld met de gegevens uit het leerling-dossier en de uitslag van de eind Cito toets, de basis voor het schooladvies. Na afstemming van de wensen en de mogelijkheden zorgt de school ervoor dat de kinderen voor 1 april aangemeld worden bij de school van hun keuze. Belangrijke gegevens betreffende de leerlingen worden doorgegeven naar het vervolgonderwijs, waarmee een goed contact wordt onderhouden. Indien mogelijk zal er door een brugklascoördinator een avond voor ouders uit groep 8 worden verzorgd bij ons op school. Kinderen die onze Daltonschool hebben doorlopen ondervinden geen extra problemen. Zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking zijn vaardigheden die niet alleen in het Voortgezet Onderwijs (studiehuis) belangrijk zijn, maar ook in de maatschappij. De vaardigheden die het studiehuis vereist komen perfect overeen met Dalton.


8.2 UITSTROOMGEGEVENS:

onderwijstype Jaartal ’08-‘09 2 leerlingen

Jaartal ’09-10 3 leerlingen

Jaartal ’10-‘11 7 leerlingen

Jaartal ’11-‘12 5 leerlingen

GYMNASIUM 2 1

VWO / HAVO 1 1 2

HAVO 3

VMBO – theoretisch

2

VMBO – gemengd -theoretisch

1 2

VMBO – BK 1 1

8.3 ONDERWIJSRESULTATEN O.B.S. De Lege Geaën heeft vanaf 20-06-2008 het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs. Er vindt in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. De uitslagen van de Cito eindtoets zijn: Schooljaar 2010: 534,9 Schooljaar 2011: 535,1 Schooljaar 2012: 538,6 9. SCHOOLBEZOEK 9.1 HET AANMELDEN VAN NIEUWE LEERLINGEN. De ouders van toekomstige leerlingen ontvangen van de gemeente een informatieboekje over de scholen in gemeente Boarnsterhim. Voor de aanmelding kan er een informatief gesprek plaatsvinden tussen de directeur of een leerkracht van de school en de ouders. U kunt uw kind op iedere schooldag van de week bij elke vaste leerkracht aanmelden, thuis of op school.

Procedure inschrijven van leerlingen

Ouders kunnen bij de schoolleiding een inschrijfformulier aanvragen. U kunt het inschrijfformulier ook

downloaden van de website.

Wanneer dit inschrijfformulier is ingeleverd, is uw kind voorlopig ingeschreven. Zes weken voordat uw kind vier jaar wordt neemt de groepsleerkracht contact op met de ouders voor het maken van een afspraak voor het meedraaien in de groep en een huisbezoek. Drie weken voordat uw kind vier jaar wordt, mag hij/zij voor de gewenning vier dagdelen (ochtenden of middagen) meedraaien in groep 1. Doordat wij de gegevens van kinderen die vier jaar worden niet meer van de gemeente krijgen, is het soms lastig in te schatten wie bij ons op school willen komen. U kunt te allen tijden contact met de school opnemen hierover en desgewenst een afspraak met de groepsleerkracht maken. Als u uw kind meer uren per week thuis wilt houden, dan heeft u daarvoor speciale toestemming nodig van de schoolleider.

Kinderen van vier jaar zijn nog niet leerplichtig. De overgang van de rust thuis naar de drukte op school kan een reden zijn om uw kind bijv. ´s middags thuis te houden. Wilt u dat dan wel doorgeven? VIJF JAAR Uw kind is nu leerplichtig, maar tot uw kind zes jaar wordt, mag u uw kind vijf uren per week thuis houden. Dat is natuurlijk niet wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. Eén en ander wel graag in overleg met de school.


Kinderen die vier jaar zijn geworden in de periode van oktober t/m december worden middels een beslissingsblad besproken. Op deze manier wordt duidelijk of er sprake is van optimale voorwaarden om na de zomervakantie naar groep twee te gaan. 9.2 AAN DE OUDERS VAN DE JONGSTE KINDEREN (Groep 1 en 2). * De kleuters komen binnen door de eigen ingang. In de kleuterhal is ruimte voor jassen, tassen enz. * Het is bij ons op school gewoonte dat kleuter-ouders de kinderen in het lokaal brengen. Graag niet te vroeg èn niet te laat:

- ´s morgens tussen 8.20 en 8.30 uur, en - ´s middags tussen 12.50 en 13.00 uur.

* Komt u op tijd, dan heeft uw kind ook even de gelegenheid om een tekening, bouwsel of ander “werk in uitvoering” aan heit of mem te laten zien. * In de ochtendpauze zitten de kleuters, nadat zij naar buiten gaan, in de kring voor het “fruit eten”. De kinderen kunnen dan fruit, een cracker of brood met gezond beleg opeten en hun beker met sap of melk opdrinken. Liever geen snoep of koekjes meegeven. Ook is het niet noodzakelijk om grote hoeveelheden eten en drinken mee te geven. * Het is prettig wanneer kleuters zich zoveel mogelijk zelfstandig kunnen aankleden. En wilt u de naam van uw kind in gymschoenen laarzen enz. zetten ? 9.3 HET UITSCHRIJVEN VAN EEN LEERLING. De ouders stellen de groepsleerkracht en schoolleiding vroegtijdig op de hoogte van het feit dat een kind de school gaat verlaten. Zij melden de schoolleiding z.s.m op welke datum en naar welke school de leerling vertrekt. Over iedere leerling die de school verlaat, stelt de schoolleider, of iemand van het onderwijzend personeel, ten behoeve van de ontvangende school een onderwijskundig rapport op. Een afschrift van dit rapport wordt aan de ouders van de leerling verstrekt. De schoolleider meldt het vertrek van de leerling bij de leerplichtambtenaar van de Gemeente Boarnsterhim. 10. OVERBLIJVEN.

Algemeen

BoboB heeft ervoor gekozen de uitvoering van de tussenschoolse opvang te laten verzorgen

door de Stichting Kinderopvang Friesland. De Stichting Kinderopvang Friesland is een professionele

organisatie op het gebied van kinderopvang. Ze biedt op dit moment kinderopvang in de vorm van

kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderopvang, kleinschalige opvang en tussenschoolse

opvang in vele gemeenten in Friesland.

Tijdens de TSO gaan de kinderen gezamenlijk de meegebrachte lunch nuttigen onder begeleiding van de overblijfkracht. Na het eten gaan de kinderen, als het weer toelaat, zoveel mogelijk naar buiten. De kinderen zijn vrij om zelf te bedenken wat ze willen doen.

Zodra de school ’s morgens uitgaat, ligt de verantwoordelijkheid voor de kinderen bij de TSO. Op de met de school afgesproken tijd wordt de verantwoordelijkheid voor de kinderen weer overgedragen aan de pleinwacht van de school.

Aan- en afmeldingen

Wilt u gebruik maken van de tussenschoolse opvang dan kunt u uw kinderen aanmelden op

www.kinderopvangfriesland.nl onder het kopje Tussenschoolse opvang.

Om de TSO zoveel mogelijk te structureren willen wij graag dat ouders hun kinderen af- en aanmelden wanneer zij (geen) gebruik maken van de TSO. Dit kan bij de desbetreffende overblijfkracht.

In de vakanties en op vrije (mid)dagen is er geen TSO.

http://www.kinderopvangfriesland.nl/


Voor vragen: Marleen v/d Zee 06-13492710 (manager schoolopvang) [email protected]

Stichting Kinderopvang Friesland Postbus 134 8800 AC Franeker Tel: 0517 – 38 06 80 Fax: 0517 – 38 06 88 [email protected]

11. ALLERLEI INFORMATIE. 11.1 SOCIALE INTEGRATIE EN ACTIEF BURGERSCHAP. Achtergronden van burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering zijn mensen steeds minder betrokken op elkaar. Dit vormt een bedreiging voor de samenhang in de samenleving. De overheid heeft daarom besloten actief burgerschap en sociale integratie hoog op de agenda te zetten, ook in het basisonderwijs. Doel is basisschoolleerlingen voor te bereiden op deelname aan een pluriforme samenleving. Het gaat daarbij niet alleen om kennisoverdracht, maar ook om ervaringsleren. Burgerschap leren kinderen door het te doen, door te ervaren wat het is, door feitelijke sociale bindingen met elkaar in de school en met de omgeving aan te gaan. Definitie actief burgerschap: Onze school verwoordt het begrip actief burgerschap als volgt: "Actief burgerschap is het kunnen en willen deelnemen aan de samenleving’’. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. Actief burgerschap en sociale integratie op school: De school is bij uitstek de plek waar elke leerling kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering, een multiculturele samenleving, de gelijkwaardige positie van mannen en vrouwen en een respectvolle houding tegenover andere religies en culturen, gewoontes, vragen dat actief burgerschap en sociale integratie wordt bevorderd. Ook het ontwikkelen van een gemeenschappelijk historisch besef en kennis van de Nederlandse geschiedenis valt hieronder. Onze school beschouwt burgerschapsvorming en sociale integratie niet als een apart vak: Burgerschapsvorming moet een vanzelfsprekend bestanddeel zijn van het onderwijsaanbod. In het onderwijs op school komen bij thema’s actief burgerschap en sociale integratie dan ook regelmatig vakoverstijgend terug. Voorbeelden hiervan zijn de adoptie van het oorlogsmonument in Spears, een werkplek geboden aan Ruerd die afasie heeft gehad, waardoor kinderen in aanraking kwamen met mensen die ondanks een beperking nog uitstekend kunnen functioneren. (Ruerd is afgelopen jaar verhuisd). Daarnaast wordt t.a.v. alle leerlingen structureel gebruik gemaakt van kanjertraining, waardoor kinderen instrumenten aangereikt worden om te gaan met o.a. verschillen. Ook wordt 1 keer per schooljaar een themaweek georganiseerd waarbij “andere culturen” centraal staan.




11.2 GENOTMIDDELEN Omgang met genotmiddelen in het onderwijs. Roken: - In school en op het schoolterrein wordt niet gerookt. De school is een openbaar gebouw en volgens

de wet mag daar niet worden gerookt. - Tijdens vergaderingen, werkbijeenkomsten en andere overlegsituaties wordt niet gerookt. De

aanwezigen kunnen onderling bepalen of er een korte rookpauze dient worden gehouden. In voorkomende gevallen kan de directeur van de school een rookplaats buiten het gebouw aanwijzen. Deze regel geldt ook voor “derden” die van het schoolgebouw gebruik maken.

- Bij buitenschoolse activiteiten wordt niet gerookt in het bijzijn van de kinderen. Dit geldt zowel voor teamleden als voor ouders/begeleiders.

- Wanneer iemand de regels voor roken overtreedt, wordt hij hierop aangesproken. Alcohol: - In het schoolgebouw en op het schoolterrein wordt onder schooltijd geen alcohol genuttigd.

Begeleiders van buitenschoolse activiteiten nuttigen tijdens deze activiteit geen alcohol (alleen bij een meerdaags schoolreisje kan de leiding ervoor kiezen buiten het bijzijn van de kinderen ’s avonds een alcoholische versnapering te nemen)

- Tijdens feestelijke bijeenkomsten in de school (jubilea, feestelijke ouderavond, vieringen etc.) beslist de schooldirecteur in overleg met het team en de ouderraad of er al dan niet alcohol wordt geschonken.

- Wanneer iemand de regels voor het alcoholgebruik overtreedt volgt een gesprek. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling kunnen sancties volgen, zoals uitsluiting en schorsing. Overige drugs: - Het in bezit hebben, verhandelen of gebruiken van hier niet met name genoemde wettelijk verboden

stoffen, is op school, inclusief het schoolterrein, niet toegestaan. - Wanneer deze regel wordt overtreden, wordt de politie ingeschakeld. 11.3 TOESTEMMING FOTO EN VIDEOOPNAMES OP SCHOOL. Onze school biedt Pabo-studenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden plaats om stage te komen lopen. In het onderwijsprogramma van deze studenten is het steeds belangrijker om bewijzen van hun kunnen te verzamelen. Dit doen zij voor een steeds belangrijker deel door video-opnamen te maken van de door hun gegeven lessen. Het onderwijsgevend gedrag van deze student staat hierbij centraal. De lesopnamen worden door de student gebruikt voor het inzichtelijk maken van hun eigen ontwikkeling. Niet meer dan dat. Gebruik van deze opnamen is intern op de Pabo toegestaan en niet daarbuiten. Als school gaan wij ermee akkoord dat onze stagiaires deze opnamen maken. Daarbij gaan wij er automatisch vanuit dat u als ouder/verzorger van één of meerdere leerlingen van onze school hiermee akkoord gaat. Wanneer u bezwaren heeft tegen het maken van video-opnamen op de school van uw kind dan verzoeken wij u dit schriftelijk kenbaar te maken aan de leiding van de school. Onze school heeft een eigen website. Te bezoeken via www.bobob.nl of www.delegegeaen.nl Deze website wordt zo actueel mogelijk gehouden. Hier worden ook foto’s geplaatst. Wanneer u bezwaren heeft tegen het plaatsen van foto’s van uw kind op de school-site dan verzoeken wij u dit schriftelijk kenbaar te maken aan de leiding van de school. 11.4 VRAGEN OVER ONDERWIJS: Voor informatie en advies over het onderwijs kan een ieder terecht op het gratis telefoonnummer 0800-5010 van de Vereniging Openbaar Onderwijs (www.voo.nl) en op de website www.50tien.nl.

http://www.bobob.nl/


Voor informatie kunt ook terecht bij de onderwijsinspectie op het gratis telefoonnummer 0800-8051. De vertrouwensinspecteur is te bereiken op telefoonnummer 0900-1113111 en via de website www.onderwijsinspectie.nl 11.5 SCHOOLREISJES Groep 1-8 gaat op schoolreisje. Voor deze schoolreisjes wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd. Desgewenst kan hiervoor via school gespaard worden. U kunt hierover contact opnemen met de schoolleiding.

11.6 SCHOOLFOTOGRAAF. Ieder jaar komt de schoolfotograaf bij ons op school om groepsfoto’s te maken. Broertjes en zusjes mogen uiteraard samen op de foto. U bent natuurlijk vrij de foto’s al dan niet te kopen. Groep 8 komt elk jaar op de traditionele afscheidsfoto. 11.7 VERJAARDAGEN. De verjaardag van uw kind wordt in de eigen groep gevierd. De jarige wordt in de eigen groep toegezongen en trakteert. De verjaardagen van de leerkrachten wordt eens per jaar gezamenlijk gevierd. Het is de gewoonte, dat alle kinderen meebetalen aan een cadeau. Dit bedrag is €. 0,50 per leerling. Het geld wordt ingezameld door de kinderen van groep 8, die vervolgens ook voor het cadeau zorgen. Alle kinderen krijgen een briefje mee, wanneer het weer bijna zover is. We willen niet dat er op school uitnodigingen voor privé verjaardagsfeestjes worden uitgedeeld. Dat kan erg kwetsend overkomen voor kinderen die als enige(n) niet worden uitgenodigd. 11.8 MUZIEKONDERWIJS. Vanaf schooljaar 2012-2013 zullen de groepsleerkrachten zelf de muzieklessen vormgeven. 11.9 FIETSEN. Ieder persoon, die op de fiets op school komt, wordt vriendelijk verzocht de fiets te plaatsen in de fietsenstalling. Op het schoolplein mag niet worden gefietst. De kleuters mogen hun fiets of step bij de kleuteringang (wel aan de kant graag!)neerzetten. 11.10 SINTERKLAASVIERING. Zo dicht mogelijk voor zijn verjaardag, vereert Sinterklaas onze school altijd met een bezoek. Wij verwelkomen hem in het handvaardigheidlokaal, waar ook de peuters uit het dorp hem de hand kunnen schudden. Daarna gaan Sint en Pieten met groep 1/2 en 3 t/m 5 mee, waar zij een ingestudeerd programma krijgen aangeboden. De kinderen van de groepen 6 t/m 8 hebben in hun lokaal een eigen feest. (met surprises)

http://www.onderwijsinspectie.nl/


11.11 KERSTVIERING. De kerstviering kan op uiteenlopende manieren gevierd worden, gedacht kan worden aan een viering in de kerk, op school of ergens in het dorp. 11.12 PAASEIEREN. In de week voor de paasdagen gaan de kinderen van groep 1 t/m 5 altijd eieren zoeken bij dokter Jansen (in de tuin.) De leerlingen uit groep 6, 7 en 8 beschilderen daarvoor deze eieren waarna ze in de tuin van de dokter worden verstopt! 11.13 FEESTELIJKE OUDERAVOND. Gebruikelijk is dat we één keer in de twee jaar een feestelijke ouderavond houden. Tijdens deze avond voeren de kinderen bijvoorbeeld toneelstukjes en sketches op voor hun ouders en andere belangstellenden. Het jaar waarin geen feestelijke ouderavond gepland staat, wordt wat anders ingevuld. We houden dan bijv. een zeskamp voor ouders en kinderen of organiseren een leuk project. 11.14 DE LAATSTE SCHOOLDAG. De laatste week van het schooljaar zijn er festiviteiten. De woensdag ruimen we alles in de klassen op en de donderdag nemen we afscheid van groep 8. 11.15 AFSCHEID GROEP ACHT. Deze is op de laatste dag voor de zomervakantie. ´s Morgens is er dan een gezellig samenzijn met ouders en kinderen. Onder het genot van een kopje koffie nemen we dan afscheid van groep 8. hiervoor krijgt u ieder jaar een uitnodiging, iedereen is welkom. 11.16 SCHOOLKRANT. De schoolkrant is een contactblad tussen ouders en school. U vindt hier allerlei tekeningen en verhalen van uw kind(eren). De schoolkrant wordt digitaal gemaakt en staat op de website. In de schoolkrant kunt u vanuit het perspectief van de kinderen lezen wat hen op school zoal bezighoudt. 11.17 NIEUWSBRIEF. De nieuwsbrief “Op´e Hichte” is een digitaal informatie blad dat 1 keer per maand uitkomt De nieuwsbrief verschijnt steeds voor het begin van de volgende maand. Indien nodig vaker. In de nieuwsbrief worden actuele zaken aangekondigd, zoals: vrij, activiteiten, belangrijke data, ziekte van de leerkracht, oproepen enz. 11.18 GODSDIENSTONDERWIJS. Algemene doelstelling: * het kennis laten nemen van de inhoud van de bijbel, tevens geplaatst in haar cultuur –

historische context; * het kennis laten nemen van verschillende stromingen binnen onze samenleving; * een bijdrage te leveren aan de persoonsvorming van de leerlingen zoals bedoeld in artikel 9 van de Wet op het Primair Onderwijs.


11.19 HUMANISTISCH VORMINGS ONDERWIJS. Algemene doelstelling: * leren omgaan met verschillen; * het ontwikkelen van een eigen identiteit; * leren hanteren van morele waarden en normen; * leren ontdekken van levensbeschouwelijke keuzes. Alle kinderen van groep 6, 7 en 8 worden geacht mee te doen aan de lessen ‘godsdienstig vormingsonderwijs’(G.V.O.) of ‘humanistisch vormingsonderwijs’ (H.V.O.) Schooljaar 2011-2012 wordt er alleen HVO gegeven naar aanleiding van de keuze van de ouders. Jaarlijks zullen wij de behoefte peilen enige restrictie is dat de minimale groepsgrootte 7 moet zijn. Wanneer u geen gebruik wenst te maken van HVO/GVO lessen, kunt u dit kenbaar maken bij de directeur. Uw kind(eren) krijgt (en) dan vervangend schoolwerk. 11.20 VERKEERSEXAMEN. De kinderen uit groepen 4 t/m 8 krijgen “verkeersles”. De groepen 7 en 8 doen hierin ook (proef) examen. Dit schooljaar wordt weer een praktisch examen georganiseerd in Grou. Aan dit examen is een officieel diploma verbonden. 11.21 VERVOER KINDEREN Wettelijke regelgeving: In de auto: De basisregel is dat alle kinderen kleiner dan 1.35 meter met een maximaal gewicht van 36 kilo, zowel voorin als achterin een geschikt en goedgekeurd kinderzitje of zittingverhoger moeten gebruiken. Anderen moeten de veiligheidsgordel gebruiken. Op de plaats waar een airbag zit, mogen geen kinderen vervoerd worden in een autostoeltje. Een driepuntsgordel als heupgordel gebruiken, mag niet meer. Ook gordelgeleiders mogen niet gebruikt worden, behalve voor kinderen die kleiner zijn dan 1.50 meter voor wie geen zittingverhoger te krijgen is, omdat ze te zwaar (>36 kilo) zijn. De gordelgeleider moet goed door het oog kunnen bewegen. Als er twee kinder- beveiligingsmiddelen op de achterbank in gebruik zijn en een derde past niet meer, dan mag een derde kind niet mee op de achterbank. 11.22 ONTRUIMINGSOEFENING. Tenminste één keer per jaar wordt er bij ons op school een ontruimingsoefening gehouden. Na het alarm (bel in centrale hal) gaan alle leerlingen z.s.m. met hun leerkracht naar buiten volgens de vastgestelde regels. Deze regels worden jaarlijks met de kinderen besproken. Drie van de teamleden zijn in het bezit van het Bedrijf-Hulpverlener-Diploma (BHV). Dit is een specifieke opleiding gericht op E.H.B.O., brandpreventie en bestrijding en worden jaarlijks bijgeschoold. Juni 2012 heeft de laatste ontruimingsoefening plaatsgehad. Deze is geëvalueerd met team en mr, verbeterpunten worden meegenomen in schooljaar 2012-2013. 11.23 VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR De veiligheidscoördinator bij ons op school is juf Henny Tiesema. 11.24 MONUMENT De kinderen uit de bovenbouw (groep 6-7-8) hebben het in het jaar 2003 opgerichte monument bij Spears geadopteerd. Ook is destijds dit monument door hen onthuld. De leerlingen zorgen er voor dat dit monument er het hele jaar netjes bij ligt. Op 4 mei organiseert de school samen met dorpsbelang uit Sibrandabuorren een voettocht vanuit het dorp naar dit monument, om daar de doden uit de 2

e WO te herdenken. Ook worden er dan kransen gelegd (o.a. door de oudste

leerlingen van onze school). Na de 2 minuten stilte wandelen we weer rustig terug naar Sibrandabuorren.


11.25 VAN DE REDACTIE Wij hebben ons best gedaan u zo goed mogelijk te informeren over onze school. Mocht het zo zijn, dat u in deze gids informatie mist, onduidelijkheden tegenkomt of wanneer u suggesties heeft voor de volgende gids (de schoolgids zal jaarlijks verschijnen), dan stellen wij het bijzonder op prijs wanneer u dit aan ons doorgeeft. In de bijlage treft u hier een evaluatieformulier voor aan. De schoolgids van “De Lege Geaën” is ontstaan in samenwerking met de andere scholen voor openbaar basisonderwijs in Boarnsterhim. Team O.B.S. “De Lege Geaën” Sibrandabuorren.


12.1 REGELING TOELATING, SCHORSING EN VERWIJDERING. Toelating Ouders vullen in een inschrijfformulier voor toelating in op school.

1. De schooldirecteur neemt altijd contact op met de vorige school. De schooldirecteur kan ook contact opnemen met de Stichting kinderopvang of de peuterzaal. Dit laatste is altijd met medeweten van de ouders.

Bij jonge kinderen (4 jaar) volgt een gesprek met de leerkracht.

Bij nieuwe leerlingen die van elders komen, volgt een bestudering van het onderwijskundig rapport en indien nodig de bestudering van het zorgdossier.

2. De leerling wordt definitief ingeschreven na een onderzoek waarin vastgesteld is of de leerling specifieke zorg behoeft. Ouders ontvangen een bevestiging. Het onderzoek kan bestaan uit één of meerdere van de volgende onderdelen:

een intake gesprek

bestudering van het onderwijskundig rapport. 3. Als geconstateerd wordt dat een leerling een zorgleerling is met een specifieke hulpvraag, wordt

nagegaan of de school deze hulp kan bieden. 4. Bij de overplaatsing van een leerling vanaf een andere school, zal de vorige school altijd volgens

de wettelijke regels een onderwijskundig rapport aan de volgende school doen toekomen. 5. Er vindt een uitwisseling van de wettelijke in- en uitschrijfformulieren plaats. 6. De leerplichtambtenaar ontvangt een kopie van het inschrijfformulier.

Schorsing Meestal wordt een schorsing van een leerling gebruikt als een ordemaatregel of straf. Een schorsing duurt niet langer dan enkele dagen. De school behoudt tijdens de schorsing een inspanningsverplichting ten opzichte van de leerling. De leerling dient daarom tijdens de schorsing van de leerkracht een huiswerkopdracht mee te krijgen. De beslissing over schorsing berust bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag meldt de schorsing bij de leerplichtambtenaar en de inspectie. (zie protocol schorsing op www.bobob.nl) Verwijdering Ernstig wangedrag van de leerling of van een ouder kan aanleiding zijn om de leerling van school te verwijderen. De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag ( art. 40 van de Wet Primair Onderwijs). De regeling ligt ter inzage op school.

http://www.bobob.nl/


12.2 ABSENTIE en VERLOFREGELING 12.1 Absentie Bij ziekte of andere omstandigheden die leiden tot afwezigheid, ontvangen wij graag tijdig een briefje of een telefoontje. Zonder bericht rekenen wij op de komst van uw kind(eren). We zouden het bijzonder op prijs stellen dat u uw bezoek aan dokter en tandarts buiten schooltijd regelt. Ook zaken als zwemles onder schooltijd dienen met de directeur te worden overlegd. Als u voor uw kind verlof langdurig verzoekt, dient dit altijd schriftelijk te gebeuren. Uw verzoek wordt dan getoetst aan de leerplichtwet. Zie onderstaande uitleg. Uw kind mag al naar school zodra het vier jaar is. Is uw kind drie jaar en tien maanden, dan mag het kind een aantal dagdelen ‘wennen’. Zodra een kind vijf jaar is geworden, is het leerplichtig. De school hanteert de volgende afspraken binnen de vrijstellingsregels in de Leerplichtwet:

Voor een enkele vierjarige kleuter kan zo’n hele week naar school vooral in het begin nog te vermoeiend zijn. Volgens een speciale regeling kunt u in overleg met de leerkracht of directeur uw vijfjarige kleuter maximaal tien uren per week thuis houden. Zodra uw kind zes jaar is, kunt u niet meer van deze regeling gebruik maken.

Als ouders er zelf voor kiezen hun kind naast het gewone lesprogramma van school om, extra lessen te laten volgen, moét dat buiten schooltijd.

In geval van medische behandeling (arts, tandarts, orthopedagoog, psycholoog, kinderarts, logopedie, orthopedie ..) wordt de therapie voorgeschreven door een arts en is het “buiten de wil van de ouders” gelegen. Ouders kunnen dan toestemming voor hun kinderen krijgen om therapieën onder schooltijd te volgen.

Wanneer mag uw kind thuis blijven?

Als een kind ziek is mag het natuurlijk thuis blijven. Een kind mag ook thuis blijven voor het vervullen van plichten die te maken hebben met godsdienst of levensovertuiging. De school wil dit graag tijdig weten.

Verder kan het gebeuren dat een kind vanwege geloofs- of levensovertuiging niet deel mag nemen aan bepaalde activiteiten. De school zorgt in dit geval, in overleg met u als ouder , voor een alternatief lesprogramma ( eventueel in een andere groep).

Vakantieverlof: Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de leerplichtwet 1969 dient (officieel) minmaal 2 maanden tevoren aan de schoolleider van de school te worden voorgelegd. Verlof wordt alleen verleend:

wanneer de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, het slechts mogelijk maakt om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan;

een werkgeversverklaring moet worden overlegd, waaruit blijkt dat er geen verlof in de officiële vakantie mogelijk is;

het mag niet langer duren dan 10 schooldagen;

het mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Gewichtige omstandigheden ( minder dan 10 schooldagen per jaar). Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor tien schooldagen per schooljaar of minder, dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de schooldirecteur te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

a. voor het voldoen aan de wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden

b. voor verhuizing voor ten hoogste één dag; c. voor het bijwonen van het huwelijk van een bloed- of aanverwante persoon t/m de derde

graad, voor één of ten hoogste twee dagen afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende.

d. Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de derde graad. De duur ervan wordt bepaald in overleg met de schooldirecteur;


e. Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad voor ten hoogste vier dagen; van bloed- en aanverwanten in de derde of vierde graad ten hoogste één dag;

f. Bij 25-, 40- en 50 jarige ambtsjubileum en 12 ½ , 25-, 40-, 50 en 60- jarige huwelijks-jubileum van ouders of grootouders voor één dag;

g. Voor andere, naar het oordeel van de schooldirecteur belangrijke redenen, in het belang van het kind. Maar géén vakantieverlof!

Gewichtige omstandigheden, meer dan tien schooldagen per jaar:

Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar , dient minimaal één maand tevoren via de schooldirecteur van de school, aan de leerplichtambtenaar van de gemeente Boarnsterhim te worden voorgelegd. De schooldirecteur mag hier geen toestemming voor verlenen: dit is een zaak voor de overheid i.c. de leerplichtambtenaar.

Verlof wordt alleen verleend, indien de ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijke ( werk(st)er kunnen overleggen, waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. Voor verlofaanvragen zijn op school speciale aanvraag-formulieren verkrijgbaar

12.3 KLACHTENREGELING Wij doen uiteraard onze uiterste best om ervoor te zorgen dat u en uw kind met een tevreden en veilig gevoel naar school gaan. Heeft u toch een klacht dan zijn er drie routes: A: Een klacht van onderwijskundige aard of een klacht over ongewenste omgangsvormen van kinderen: U kunt dit met de betrokken medewerker van de school bespreken. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt in principe binnen een week na het gesprek door beide partijen ondertekend. Als er geen overeenstemming is over de inhoud van het verslag kunnen beide partijen binnen een week na het gesprek hun zienswijze aan het verslag toevoegen. Als de klacht naar tevredenheid van beide partijen besproken is, volgt geen verdere actie. Als de klacht na het gesprek niet opgelost is, wordt het verslag van het gesprek door de medewerker van de school binnen een week na het gesprek ingeleverd bij de directeur van de school. Zij neemt de klacht in behandeling en zal binnen vijf schooldagen een gesprek hebben met de ouders die de klacht hebben. De directeur besluit of de medewerker van de school wel of niet bij dit gesprek aanwezig is, maar hoort in ieder geval voor het gesprek met de ouders de betrokken medewerker. Indien er na het gesprek tussen de ouders en de directeur geen overeenstemming wordt bereikt, treedt de externe klachtenprocedure in werking. U ziet hieronder het stroomschema. B: De klacht is van schoolorganisatorische aard (maatregelen / nalatigheid): Hierover gaat u met de directeur over in gesprek.Indien er geen bevredigend resultaat is kunt u contact opnemen met de interne contactpersoon Interne contactpersoon: Mevrouw Hania Personeelsfunctionaris BOBOB Tel: 0566-625055 Zij kan u door verwijzen naar de onafhankelijke vertrouwenspersoon. C: U heeft een klacht over ongewenste gedragingen van volwassenen: Hiervoor neemt u contact op met de interne contactpersoon. Zij kan u doorverwijzen aan de onafhankelijke vertrouwenspersoon mevr. Tadema. De contactpersoon van de school.

Het bevoegd gezag heeft op elke school een contactpersoon benoemd. De school heeft een

contactpersoon voor leerlingen die lastig worden gevallen. Op OBS De Lege Geaën is dit de intern

begeleider. Ouders en/of kinderen kunnen bij haar of hem terecht voor vragen of klachten op het gebied


van machtsmisbruik. De contactpersoon verwijst zo nodig door naar de contactpersoon. Het is ook

mogelijk rechtstreeks contact op te nemen met de externe vertrouwenspersoon.

De externe vertrouwenspersoon

De school heeft een externe vertrouwenspersoon machtsmisbruik voor kinderen die lastig worden

gevallen. Dit is een medewerker van de GGD Fryslân. De vertrouwenspersoon behandelt alle klachten

strikt vertrouwelijk en is geen verantwoording schuldig aan de school. Hierdoor kan het kind en/of

ouder/verzorger vrijuit met haar of hem spreken en een klacht voorleggen.

Wat doet deze externe vertrouwenspersoon?

Luistert naar uw probleem/de klacht en gaat er serieus op in;

Gaat vertrouwelijk met uw melding/klacht;

Zorgt eventueel voor bemiddeling;

Helpt ouders als ze een klacht willen indienen bij de klachtencommissie;

Kan u eventueel verwijzen naar hulpverlening.

De externe vertrouwenspersoon machtsmisbruik:

Mevr. A. Tadema (GGD Fryslân)

Postbus 612

8901 BK Leeuwarden

Tel: 058- 2334334


2. Schema Klachtenprocedure BOBOB

Nader onderzoek en klachtenbemiddeling

Klacht van onderwijskundige aard, o.a. Methode

Aanpassing

Toetsing, beoordeling

Pedagogische benadering

Klacht voor ongewenste omgangsvormen van kinderen o.a.: Pesten ( ook stalking

computer- en telefoonterreur)

Agressie

Geweld

Racisme

Gesprek met groepsleerkracht

Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met de schoolleiding

Indien geen bevredigend resultaat: via interne contactpersoon doorverwijzing naar onafhankelijke vertrouwenspersoon

Gesprek met schoolleiding

Indien geen bevredigend resultaat: via interne contactpersoon doorverwijzing naar onafhankelijke vertrouwenspersoon

Afhankelijk van situatie gesprek met schoolleiding en bevoegd gezag

Gesprek met de interne contactpersoon

Gesprek met onafhankelijke vertrouwenspersoon

Bevoegd gezag neemt passende maatregelen

Indien geen bevredigend resultaat: Klacht indienen bij bevoegd gezag of landelijke klachtencommissie

Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met bevoegd gezag

Klacht van schoolorganisatorische aard (maatregelen, nalatigheid) o.a.: Vakanties, vrije dagen

Schoolbijdrage

Inzetten toetscapaciteit

Schoonmaken

Gedrag/functioneren medewerkers

Klacht over ongewenste gedragingen van volwassenen: Seksueel misbruik

(seksuele) intimidatie

Fysiek- of geestelijk misbruik

Racisme

Discriminatie

U kiest waar u uw klacht/vermoeden het eerst neerlegt

Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met bevoegd gezag


Klachtencommissie

Ouders dan wel verzorgers, en personeelsleden kunnen bij de klachtencommissie een klacht indienen

over gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag, personeel of de permanente commissie

leerlingenzorg, waaronder discriminatie, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van

beslissingen door het bevoegd gezag, het personeel of de permanente commissie leerlingenzorg.

Het bevoegd gezag treft een regeling voor de behandeling van klachten. Deze regeling vermeldt in ieder geval:

a. de instelling van een klachtencommissie, die klachten behandelt, b. de wijze waarop de klachtencommissie haar werkzaamheden verricht, c. de termijn waarbinnen de klager een klacht kan indienen en d. de termijn waarbinnen mededeling plaatsvindt van het oordeel, bedoeld in het zesde lid, en hoe bij noodzakelijke afwijking van deze termijn wordt gehandeld.

Landelijke klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (lgc-lkc) Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: (030) 280 95 90 Fax: (030) 280 95 91 E-mail: [email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl

Deze regeling voorziet erin dat de klachten worden behandeld door een klachtencommissie die bestaat uit tenminste drie leden, waaronder een voorzitter die geen deel uitmaakt van het bevoegd gezag en niet werkzaam is voor of bij het bevoegd gezag en waarborgt dat aan de behandeling van een klacht niet wordt deelgenomen door een persoon op wiens gedraging de klacht rechtstreeks betrekking heeft.

De klager en degene over wie is geklaagd dan wel de instantie waarover is geklaagd krijgen de gelegenheid: a. hun zienswijze mondeling of schriftelijk toe te lichten en b. zich bij de behandeling van de klacht te laten bijstaan.

De klachtencommissie vormt zich een oordeel over de gegrondheid van de klacht en deelt dit oordeel, al dan niet vergezeld van aanbevelingen, schriftelijk mede aan de klager, degene over wie is geklaagd dan wel de instantie waarover is geklaagd en het bevoegd gezag.

Het bevoegd gezag deelt de klager en de klachtencommissie, binnen 4 weken na ontvangst het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke. Bij afwijking van de in de eerste volzin bedoelde termijn, doet het bevoegd gezag daarvan met redenen omkleed mededeling aan de klager en de klachtencommissie onder vermelding van de termijn waarbinnen het bevoegd gezag zijn standpunt bekend zal maken.

Degene die betrokken is bij de uitvoering van dit artikel en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijze moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Gegevens die betrekking hebben op een klacht worden bewaard op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor de leden van de klachtencommissie en het bevoegd gezag.

De externe klachtenregeling ligt ook op school en is opgenomen in de schoolgids. U kunt aan de directeur een exemplaar vragen.



12.4 VERANTWOORDING RESULTATEN DOOR BESTUUR

De algemeen directeur van Stichting BoboB maakt op basis van de vastgestelde notitie “managementcontract” resultaatgerichte afspraken met de schooldirecteuren. Elke schooldirecteur ontvangt een concept model-managementcontract met daarin de doelen die op basis van het strategisch beleid gerealiseerd dienen te worden. Het managementcontract van de schooldirecteuren is mede de uitwerking van het managementcontract dat afgesloten wordt tussen het bestuur van de stichting en de algemeen directeur.

Dit managementcontract vormt samen met de plannen die in het schoolplan beschreven staan het schooljaarplan. De schooldirecteur zorgt voor afstemming tussen beide plannen. Vervolgens stellen AD en schooldirecteur het contract formeel vast. De AD wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen die beschreven staan in het schoolplan, maar volgt en monitort de afspraken van het managementcontract. De afspraken zijn waar mogelijk SMART geformuleerd en zijn bindend. De schooldirecteur committeert zich om de gemaakte afspraken te realiseren. Zodra blijkt dat een gemaakte afspraak niet gerealiseerd gaat worden, wil de AD hier onmiddellijk over geïnformeerd worden, zodat hij in de gelegenheid wordt gesteld om bij te sturen.

Een aantal doelstellingen moeten verder weg in de tijd gerealiseerd worden. De schooldirecteur verplicht zich om de AD te informeren over de voortgang van de realisatie. Rapportage over de realisatie vindt plaats in de managementrapportage die per kwartaal verschijnt.

De onderliggende documenten voor dit contract zijn:

Het strategisch beleidsplan, vastgesteld juni 2011, het schoolplan 2011 – 2015, vastgesteld augustus 2011 en de actuele begroting en meerjarenbegroting vastgesteld december 2011en 2012.

Dit managementcontract vormt de basis voor de beoordeling van het functioneren van de schooldirecteur. Indien de doelstellingen conform afspraak gerealiseerd worden volgt een voldoende beoordeling op dit onderdeel. Naast dit contract zal ook de WMK “De schoolleider” en de bevindingen van het functioneren (o.a. gebaseerd op de functieomschrijving) worden gehanteerd.

12.5 ONDERWIJS AAN ZIEKE KINDEREN Als ouder mag je van de leerkrachten vragen dat die zich voor uw zieke kind inzetten en ervoor zorgen dat het onderwijsproces niet te veel wordt verstoord. Hiertoe kan de school bij langdurige ziekte van een leerling ondersteuning aanvragen bij de coördinator voor zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst GCO-Fryslân. Dit kan alleen als een kind langdurig ziek thuis is of voor enkele weken opgenomen is in een (regulier) ziekenhuis. Een academisch ziekenhuis (bijvoorbeeld die in Groningen) heeft een eigen speciale educatieve voorziening. Consulenten van de schoolbegeleidingsdienst hebben contact met de school van het zieke kind (de thuisschool) en geven informatie aan de leerkrachten over de consequenties die ziektes kunnen hebben voor de vorderingen op school en over de omgang met een zieke leerling in de klas en op school. Zij voeren wanneer dit nodig is gesprekken met de klasgenoten of adviseren over de middelen die gebruikt kunnen worden om toch het onderwijsprogramma uit te kunnen voeren. Als een ziekenhuisopname erg lang gaat duren, is het soms mogelijk, om via de computer on-line lessen te volgen in de klas. Regelmatig komt het voor dat de consulent, na goed overleg met de leerkracht en interne begeleider op school, een deel van het onderwijsprogramma van de school overneemt. Dit kan thuisonderwijs of onderwijs in het ziekenhuis zijn. Voor meer informatie kunt u terecht bij de interne begeleider van uw school of de coördinator voor langdurig zieke leerlingen bij het GCO-Fryslân. (tel. 058-2843434) (zie ook: www.gco.nl of op de website van de stichting "ziek zijn en onderwijs": www.ziezon. 12.6 SCHOOLPLAN

Het schoolplan en het strategisch beleidplan

In het schoolplan staat beschreven wat de ontwikkelingsplannen zijn voor de komende jaren en waarom

we daarvoor hebben gekozen. Hierin staat het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid, het beleid

t.a.v. de huisvesting en onderhoud en het kwaliteitsbeleid beschreven. Het plan wordt een keer in de vier

jaar herzien en opnieuw vastgesteld voor een periode van vier jaar. De inbreng van ouders wordt gepeild

en in het schoolplan verwerkt. De medezeggenschapsraad heeft op grond van de WMS (wet

medezeggenschap op scholen) instemmingbevoegdheid bij het vaststellen of wijzigen van het

http://www.gco.nl/

http://www.ziezon/


schoolplan. Het schoolplan ligt ter inzage op school. Het tijdpad van het schoolplan loopt van 2011 tot

2015. Evaluatie en bijstelling vinden jaarlijks plaats.

Ook op bovenschools niveau wordt een plan geschreven: het Strategisch Beleidsplan (SBP). Hierin zijn

de beleidsplannen van het Openbare Basisonderwijs binnen stichting Bobob opgenomen. Waar gaat het team dit jaar aan werken? In het jaarplan wordt aangegeven waar het team dit jaar aan gaat werken, deze wordt besproken met de mr en ligt ter inzage op school. Voor schooljaar 2012-2013 zijn onze speerpunten: Invoering nieuwe taalmethode; invoering 1-zorgroute; Daltonontwikkeling en certificering; ontwikkeling drietalige school. 12.7 SPONSORING. Sponsorreglement Voor alle BoboB-scholen is een sponsorreglement opgesteld. Hoofdpunten hieruit zijn:

Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school.

Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en / of lichamelijke gesteldheid van leerlingen.

Sponsoring moet overeenkomstig zijn met goede smaak en fatsoen.

Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.

Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/ of de continuïteit beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de door de school aan het onderwijs gestelde kwalitatieve eisen. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.

12.8 VERZEKERINGEN De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Ouders kunnen contact opnemen met de directeur van de school als zij menen een beroep te kunnen doen op een van de bovenstaande verzekeringen. Het is goed te weten dat een school alleen aansprakelijk is bij duidelijk“ verwijtbaar gedrag”. 12.9 NAMEN ONDERWIJZEND PERSONEEL Mevr. Marijke Boersma directeur Tramweg 48 8456 HC De Knipe 0513-436128 (thuis) / 06-20928652 (schoolmobiel) Mw. Marijke Tichelaar intern begeleider vertrouwenspersoon Mw. Annet Snelder groepsleerkracht 3,4,5 mr-lid Mw. Fardau Huisman groepsleerkracht 3,4,5 Mw. Henny Tiesema groepsleerkracht 1,2 6,7,8 Mw. Femmy de Vries groepsleerkracht 1,2 Mw. Clary van der Bijl groepsleerkracht 1,2 Mw. Ria Negenman leerkrachtondersteuner Mw. Attie Rohn leerkracht ondersteuner Mw. Iris Batteman leerkracht ondersteuner


Miss Ó Flynn native speaker 12.10 NIET ONDERWIJZEND PERSONEEL Mw.R Bruinsma Schoonmaakster Mw. I. Eggink H.V.O. 12.11 BOBOB

BoboB

De Finnen 6

9001 XW Grou

Tel. 0566-

625050

Naam telefoon

0566-625050

[email protected]

www.bobob.nl

Bestuur

Mw. Hobo Lid 0566-625050

Mw. E. Lustermans Secretaris 0566-625050

M. v.d. Veen Voorzitter 0566-625050

T. Yntema Lid 0566-625050

Directie en staf

Algemeen

directeur

Ruurd Bijlsma 0566-625054 [email protected]

Management-

assistent

Sandra Gielesen 0566-625050 [email protected]

Staf-

medewerker

personeel en

organisatie

Agnes Hania 0566-625051 [email protected]

Coördinerend

intern begeleider

Janneke Ytsma 0566-625055 [email protected]


12.12 EXTERN

Naam Gegevens Telefoon/website

Inspectie van het onderwijs

Postbus 706 9700 AS Groningen Publieksinformatie kunt u krijgen via Postbus 51 ( tel. 0800-8051, gratis)

tel. 050-3686000 website: www.onderwijsinspectie.nl

Vertrouwensinspecteur Centraal meldpunt voor klachten over seksueel misbruik seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld

tel: 0900-1113111

GGD Fryslan

Jeugdgezondheidsdienst

Schoolarts: Peter Bisschops School-verpleegkundige: Annelies Bergsma Tel. spreekuur op donderdagmiddag van 15.00-16.00

[email protected]

[email protected]

088-2299808

Algemeen telefoonnummer:

088-2299444

www.ggdfryslan.nl

BoBoB De Finnen 6 9001XW Grou Tel. 0566-625050 Website: www.bobob.nl

Contactpersoon seksuele intimidatie Mevr. Agnes Hania De Finnen 6 9001XW Grou

tel. 0566-625051

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijke onderwijs

Polanerbaan 15 3447 GN Woerden

tel. 0348-405245 e-mail: [email protected]

website:www.lgc-lkc.nl

Schoolmaatschappelijk werk Parallelweg 5, 8441 AR Heerenveen

tel. 0513-623421

Informatie – en advieslijn voor ouders over onderwijs.

( gratis en bereikbaar op schooldagen tussen tien en drie) of kijk op internetsite

tel. 0800-5010 Website: www.50tien.nl

Vertrouwenspersoon machtsmisbruik

Mevr. A. Tadema ( GGD Fryslân) Postbus 612 8901 BK Leeuwarden

tel. 058-2334334

Spectrum Samenwerkingsverband Primair Onderwijs

Fonteinland 118933 PG Leeuwarden

tel. 058-2948937 website: www.hetspectrum-309.nl/site/

Bovenschools coördinerend intern begeleider BoBoB

Mevr. Janneke Ytsma Stationsstraat 1 9001 ED Grou

tel. 0566-625055 [email protected]



http://www.ggdfryslan.nl/


Documents

Schoolgids DLG