21
Strategisch Leiderschap in het publiek domein

Strategisch Leiderschap in het publiek domein

Embed Size (px)

Citation preview

Strategisch Leiderschap

in het publiek domein

1

“Wicked problems gaan leven als je aan den lijve ervaart hoeveel aspecten ermee

gemoeid zijn. De behoefte om oplossingen te vinden voor schrijnende vraagstukken is bij

ieder van ons aanwezig. Hoe ga je om met het inzicht dat je slechts een fractie overziet en

wat wil en kun je in een gefragmenteerd maatschappelijk vraagstuk betekenen? Juist

door het leren zien van beperkingen en begrenzingen, is je eigen slagkracht vergroten

een van de uitdagingen van deze leergang.”

- Marieke Gersdorf,

Coach Strategisch Leiderschap in het publiek domein

“De combinatie van goede docenten en actuele thema's in dit NSOB

directeurenprogramma maakt dat het heel makkelijk is om de relatie met je

eigen werk te leggen. Bijvoorbeeld het inzicht in publiek leiderschap in

Denemarken maar ook de vraag ‘wat kun je als rijksoverheid doen aan een

hardnekkig probleem als huiselijk geweld?’ raken aan heel veel zaken die ik

tegenkom in mijn functie en hoe ik daar mee om ga/ kan gaan. Het

programma frist op, verdiept en geeft vooral ook weer nieuwe energie.”

- Lilian van den Aarsen,

Directeur Kennis, Innovatie en Strategie (KIS) bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

“In dit programma krijg je de kans je vakmanschap als strategisch publiek leider te ontwikkelen. Je

leert van je collega's, van internationale good practices, van topdocenten, en van 'in het diepe

worden gegooid' in levensechte vraagstukken in andere organisaties en sectoren.”

- Prof. dr. Paul ’t Hart,

Decaan Strategisch Leiderschap in het publiek domein

2

Voorwoord

Directeuren (schaal 16+ of het equivalent daarvan) binnen het Rijk, gemeenten, provincies,

uitvoeringsorganisaties, politie en justitie vormen een cruciale schakel tussen maatschappelijke

opgaven, politieke wilsvorming en ambtelijke professionaliteit. Zij zijn inhoudelijk en

organisatorisch eindverantwoordelijk voor omvangrijke beleidsthema’s, uitvoeringsprogramma’s

of organisatiefuncties. Zij moeten de eigen missie van hun organisatie of directie articuleren: hun

kernwaarden benoemen, in de werkwijze borgen en van de noodzakelijke maatschappelijke en

politiek-bestuurlijke ‘rugdekking’ voorzien. Directeuren moeten experts zijn in institutioneel

leiderschap.

Ongetemde problemen & complexe netwerken

Maar dat is niet eenvoudig. De overheid staat bloot aan permanente druk tot ‘ingrijpen’, die het

politieke systeem rap vertaalt in de belofte dat er zal worden ‘aangepakt’. Tegelijkertijd lijken

makkelijke problemen getemd en zijn lucratieve sturingsopgaven aan de markt uitbesteed. De

overheid acteert vooral op de ‘ongetemde problemen’: complexe kwesties die in even complexe

netwerkverbanden moeten worden aangepakt.

Het primaat van het vraagstuk

In zo’n ‘netwerkomgeving’ staat de overheid niet automatisch aan het roer. Binnen het werkgebied

van de directeur geldt het primaat van de politiek, maar het primaat van het vraagstuk is minstens

zo belangrijk: maatschappelijke kwesties en kansen houden zich niet aan de sectorale en

bureaucratische indelingen waarlangs de overheid haar handelend vermogen ordent. De rijksdienst

is dan één van de vele partners bij de aanpak van een maatschappelijke opgave waar het

momentum vaak door anderen (bedrijven, maatschappelijke organisaties, burgerinitiatieven,

kennisinstituten) in gang wordt gezet of gehouden.

Wat draag je als directeur bij?

Ongetemde problemen kunnen met overheidsgeld, overheidsregels en overheidsdirectieven alleen

nooit effectief worden geadresseerd. Wel met slimme samenwerking tussen overheden en andere

partijen. In de beleids- en uitvoeringsnetwerken die daarvoor nodig zijn, draait het erom wat je

wilt, durft en kunt inbrengen, en om het vermogen je eigen denken en handelen af te stemmen op

dat van andere partijen die nodig zijn voor een effectieve aanpak. Dit betekent voor directeuren een

zoektocht naar balans. Zij moeten hun organisaties als serieuze, geloofwaardige netwerkpartner

positioneren. Zij moeten strategisch inzetten op netwerken die ertoe doen, het spel tussen partijen

met uiteenlopende waarden, belangen en onderlinge afhankelijkheden verstandig spelen. Zij

moeten hun mensen ruimte geven om, over traditionele organisatiegrenzen heen, samen met

andere partijen nieuwe werkwijzen te ontwikkelen. Zij moeten daarvoor steun verwerven in de

‘eigen’ ambtelijke hiërarchie en bovenal de ‘eigen’ bewindslieden in positie brengen om ook in deze

samenwerkingsverbanden hun politieke prioriteiten gestalte te geven.

3

NSOB programma Strategisch Leiderschap in het publiek domein

In een intensieve leeromgeving gaan deelnemers de confrontatie aan met cruciale ontwikkelingen

binnen én rondom het publieke domein. Zij leren hoe zij en hun organisatie(s) in complexe

beleids-, uitvoerings- en toezichtsnetwerken waarde kunnen toevoegen. Deelnemers worden

geprikkeld om de consequenties van de opgedane inzichten te koppelen aan de ontwikkeling van

hun eigen leiderschap: naar buiten (in- en externe stakeholders en partners), naar boven (politieke

opdrachtgevers en controleurs) en naar beneden (de eigen managers en professionals).

Wij nodigen u van harte uit om deel te nemen. Het programma zal u inspireren, in contact brengen

met bijzondere personen, maar óók veel van u vragen. Vorm volgt in dit programma de inhoud: uw

inbreng, uw ervaringen en uw vermogen om in een intercollegiale en collaboratieve leersetting te

groeien, vormen de ankerpunten voor de opbouw en vormgeving van het programma.

Prof. dr. Paul ’t Hart

Decaan Strategisch Leiderschap in het publiek domein

4

Opzet programma

1. Uitzicht en inzicht: inventief bestuur voor complexe vraagstukken

In de eerste module worden deelnemers ‘ondergedompeld’ in een baaierd aan maatschappelijke

ontwikkelingen en innovatieve bestuurspraktijken in Denemarken. Deelnemers worden ‘aan het

werk gezet’. Binnen de groep worden vier centrale ‘leersporen’ uitgezet (maatschappelijk/

sociologisch; politiek/bestuurlijk; economisch/beleidsanalytisch; organiseerkundig/managerial),

die de leidraad vormen voor gerichte observatie, interviewing en onderzoek. Tijdens het laatste

dagdeel in Kopenhagen worden de vier stromen gepresenteerd en geïntegreerd in een

‘ansichtkaart’ van strategische reflectie- en actiepunten die de deelnemers na terugkomst op hun

werkplekken gaan uitzetten.

2. Governance 3.0

Om inhoud en scherpte te krijgen in de leiderschapsopgaven waarvoor zij staan of kunnen komen

te staan, verdiepen deelnemers zich in een aantal centrale kenmerken en opgaven van bestuur in

netwerksamenlevingen (zie verder moduleoverzicht hieronder). Iedere module werkt aan de hand

van case-methodologie waarbij, vanuit het perspectief van een (virtuele) stakeholder, iets ‘schuurt’

of ‘vastzit’. Deelnemers wordt gevraagd belangrijke opgaves in de casus te onderscheiden en

handelingsopties voor de stakeholder(s) te articuleren en beoordelen. De docent neemt hen

gedurende het werk binnen de module mee in de belangrijkste ‘state-of-the-art’ kennis op het

onderwerp en daagt hen uit die te verwerken in de advisering aan de (virtuele) stakeholders van de

casus. Tijdens deze module wordt ook een begin gemaakt met intervisie en het gebruik van de

‘groep-als-casus’: deelnemers geven feedback op elkaars inbreng en relateren dit aan de

persoonlijke (leiderschaps-)opgaves.

3. Institutioneel leiderschap

In het derde blok gaan we diep in op het verschil tussen ‘leidinggevende zijn’ (managing) en

‘leiderschap uitoefenen’ (leading). Een directeur moet voortdurend tussen beide rollen schakelen.

Maar in de praktijk winnen de beslommeringen van ‘leiding geven’ (het voor je organisatie

hanteerbaar maken van de alledaagse complexiteit) het in de strijd om de aandachtsverdeling vaak

van leiderschap. Met institutioneel leiderschap bedoelen wij het articuleren, bewaken en aanpassen

van drie cruciale parameters van organisaties en netwerken: hun kernwaarden, hun operationele

vermogen en de legitimiteit die zij genieten in hun politiek-bestuurlijke en maatschappelijke

omgeving. Hoe kan je als directeur een balans tussen ‘managen’ en ‘leiden’ vinden die helpt om je

eigen organisatie en de netwerken waarin zij participeert scherper, alerter en wendbaarder te

maken? Voor welke leiderschapsopgaven kom je daarbij te staan? Wat vragen deze van jou

persoonlijk, en van welke ‘tools’ maak je gebruik bij de vervulling van die opgaven ? In het tweede

deel van de module nemen we de proef op de som. De deelnemers verdiepen zich aan de hand van

een ‘live case’: een intensieve onderdompeling in een actuele leiderschapsopgave in relatie tot een

‘ongetemd probleem’, met als opdracht om de case-eigenaar handreikingen te doen voor

innovatieve oplossingen en het leiderschap dat daarvoor nodig is.

5

4. Learning-by-doing: adviesopdracht in het bedrijfsleven of non-profitorganisatie

Belangrijk aspect van deze opleiding is leren door doen. Deelnemers worden als externe adviseur

ingezet in het bedrijfsleven of bij een non-profitorganisatie om zo te leren hun eigen opvattingen en

overtuigingen in én op het spel te zetten. Deelnemers werken in duo’s aan een ‘echte’

adviesopdracht die een sterk praktisch karakter heeft. De tijdsbesteding voor het adviestraject is

circa 40 uur per deelnemer, flexibel te verdelen over een periode van drie maanden. De

adviesvragen worden geworven in bedrijven of organisaties waarbinnen dienstverlening aan

klanten/burgers een belangrijk onderdeel vormt; sommige bedrijven waren voorheen

staatsbedrijven. Aan het slot presenteren de duo’s hun advies aan de opdrachtgever. Tijdens de

periode van het adviestraject komt de groep drie keer bijeen om de voortgang van het adviestraject

te monitoren en te reflecteren op situaties en leerervaringen uit de adviespraktijk.

5. Persoonlijk ontwikkeltraject (met facultatief traject)

Door het gehele programma loopt een intensief persoonlijk ontwikkeltraject. In dit traject vergaren

deelnemers verder inzicht in wat hen drijft, wat hun ambities zijn en welke ervaringen zij kunnen

benutten om zich verder te ontwikkelen. Vooral belangrijk is dat deelnemers gedurende het

programma greep krijgen op de relatie tussen persoon en leiderschapsopgaves: juist bij

institutioneel leiderschap (zie beschrijving blok 3) en de adviesopdracht is dit van groot belang.

Deelnemers beginnen met een intakegesprek met de programmaleiding. In oktober 2016 volgt

kennismaking met de coach, waarna deelnemers op gezette momenten feedback op hun handelen

krijgen en op de groepsdynamica, bijvoorbeeld aan de hand van intervisie. Daar bovenop is het

mogelijk om een ‘hulplijn’ in te schakelen. Deelnemers kunnen gedurende het programma

facultatief een docent, coach of trainer kiezen om verder mee aan het werk te gaan. De kosten voor

deze ´hulplijn´ komen bovenop de deelnamekosten.

6. Slotbijeenkomst

We eindigen het programma met het oogsten van de opbrengsten van het programma. Deelnemers

presenteren op basis van hun leerervaringen een agenda voor strategisch leiderschap aan een panel

van topbestuurders in het publieke domein. Vervolgens reflecteren de deelnemers ‘onder elkaar’ op

het ontwikkelpad dat zij gedurende de looptijd van het programma hebben gevolgd en herrijken

hun persoonlijke leerdoelstellingen.

6

Onderwijsprogramma (overzicht)

Individuele intakegesprekken – Drs. Hera Tseng MPA, directeur NSOB & Esmé Cartens MA, leermanager

F A C U L T A T I E F

T R A J E C T

Uitzicht en inzicht

5 dagdelen (3

dagen, 2 nachten)

Studiereis Kopenhagen: decentralisatie en innovatie in Denemarken

Prof. dr. Jakob Torfing & prof. dr. Eva Sorensen (beiden Roskilde University)

6,7 en 8 september 2016

Governance 3.0

5 dagdelen

Besturen van grootschalige infrastructuren en systemen

Prof. dr. Michel van Eeten en prof dr. Wijnand Veeneman (beiden

TU Delft)

11 en 12 oktober 2016

Incl 1 dagdeel

persoonlijk

ontwikkeltraject

(olv coach)

Institutioneel leiderschap tussen hiërarchie en netwerk 12 dagdelen

Institutioneel leiderschap en hiërarchie tussen netwerken

Robbie MacPherson, AdaptAble Leadership, Sydney

Prof. dr. Paul ’t Hart, NSOB en Universiteit Utrecht

28 november – 2 december 2016

Incl 1 dagdeel

persoonlijk

ontwikkeltraject

(olv coach)

Governance 3.0

5 dagdelen

Innovatief en interactief bestuur in de netwerksamenleving

Prof. dr. Katrien Termeer (WUR) en drs. Rob Schouten (Nieuw

Beeld advies)

25 en 26 januari 2017

Incl 1 dagdeel

start

adviesopdracht

Voortganggesprekken met coach in duo’s

Learning by doing

40 uur (in drie

maanden)

Adviesopdracht in bedrijf / non-profitorganisatie

In samenwerking met The Curious Network

februari - april 2017

Governance 3.0

5 dagdelen

De dramaturgie van gezag en authenticiteit

Prof. dr. Paul ‘t Hart (NSOB en UU) & Marieke Gersdorf

(Berenschot)

17 en 18 mei 2017

Incl 1 dagdeel

persoonlijk

ontwikkeltraject

(olv coach)

Slotbijeenkomst

1 dagdeel

Discussie met panel uit top overheid/bedrijfsleven/non-profits

Reflectie en consolideren leeropbrengsten

14 juni 2017

7

Programmaonderdelen

Uitzicht en inzicht

Studiereis Kopenhagen: decentralisatie en innovatie in Denemarken

Prof dr Jakob Torfing en Prof dr Eva Sorensen, Roskilde University

In Uitzicht en Inzicht verdiepen wij ons in de ontwikkelingen in het Deense openbaar bestuur en de

Deense hoofdstad Kopenhagen. Denemarken voerde 10 jaar eerder dan Nederland een ingrijpende

decentralisatie-operatie door. De stad Kopenhagen heeft zich in het afgelopen decennium van een

provinciaal ‘backwater’ binnen Europa ontwikkeld tot een ‘sterk merk’ dat uit heel de wereld

belangstelling trekt om de creatieve balans die de stad weet te vinden tussen economische en

ecologische modernisering. Aan de hand van gesprekken met insiders en verkenning van concrete

praktijken achterhalen we waarom, hoe, en met welke – bedoelde en onbedoelde – gevolgen die

decentralisatie en deze urbane modernisering zich hebben voltrokken. We gaan in op het

leiderschap dat daarbij is uitgeoefend, en de rollen die topambtenaren daarin hebben gespeeld. We

reflecteren op overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse situatie, ontwikkelen scenario’s

en destilleren daaruit leiderschapsopgaven die in Nederland in de verdere uitvoering van de

decentralisaties aan de orde zullen zijn.

Binnen de groep worden vanaf de start van het programma vier centrale ‘leersporen’ uitgezet

(maatschappelijk/sociologisch; politiek/bestuurlijk; economisch/beleidsanalytisch;

organiseerkundig/managerial), die de leidraad vormen voor gerichte observatie, interviewing en

onderzoek. Tijdens het laatste dagdeel in Kopenhagen worden de vier stromen gepresenteerd en

geïntegreerd in een ‘ansichtkaart’ van strategische reflectie- en actiepunten die de deelnemers na

terugkomst op hun werkplekken gaan uitzetten.

8

Institutioneel leiderschap en hiërarchie tussen netwerken

Institutioneel leiderschap

Prof. dr. Paul ’t Hart, decaan NSOB & Robbie MacPherson, AdaptAble Leadership, Sydney

Deze vijfdaagse, intensieve module biedt het centrale kader voor het programma. Leiderschap is

van essentieel belang wanneer een groep of systeem zich moet verhouden tot complexe, ambigue,

verstrekkende veranderingen (of veranderingsdruk) die niet met bestaande en diep gewortelde

opvattingen, waarden en handelingsrepertoires tegemoet kunnen worden getreden. Een wereld

waarin (machts)afstanden verschrompelen, complexiteit en verwevenheid van vraagstukken

toenemen, en gevestigde publieke instituties geen vanzelfsprekend gezag meer genieten, vraagt

indringend om leiderschap. Hoe zet je als directeur je organisatie aan tot reflectie op haar doelen

en werkwijzen wanneer je geen pasklare oplossingen achter de hand hebt? Hoe organiseer je

‘leiderschap’ binnen je eigen organisatie? Hoe blijf je zelf leider (in de zin van: ‘heel’) in het

onvermijdelijke laveren tussen traditie en vernieuwing, tussen kaders bieden en problemen

benoemen, en tussen de logica’s van de overheidshiërarchie en die van de horizontale

netwerksamenleving? Onder leiding van de Schots-Australische topconsultant Robbie Macpherson

en Paul ’t Hart verbinden we het persoonlijke met het institutionele, context met opgaven, en

generieke met specifieke uitdagingen van strategisch leiderschap binnen de overheid. Deelnemers

worden vertrouwd gemaakt met conceptuele handvaten als public value management en adaptief

leiderschap die richting aan hun leiderschap kunnen helpen geven. In de tweede helft van de

module krijgen zij de kans deze inzichten toe te passen in een ‘live case’. De avond voorafgaand en

na de live-case overnachten we op locatie.

Live case - Diagnosekunst & tijdsdruk

Een live case study is een krachtige methode van leren: deelnemers moeten in een groep aan een

programma werken en in korte tijd naar resultaten toewerken, ideeën opleveren en oplossingen

verzinnen om de ‘host’ – een ‘peer’ uit de publieke sector die met een complexe veranderings-,

samenwerkings- en innovatieopgave wordt geconfronteerd - te helpen. De complexiteit, het gebrek

aan overzicht en inzicht, de grotendeels onbekende institutionele en culturele context waarin moet

worden geopereerd zijn belangrijke attributen van het leerproces: deelnemers moeten in

groepsverband hun kennisachterstand zien op te lossen en als groep in korte tijd een diagnose

stellen van de essentie van het voorliggende vraagstuk. Dat vraagt niet alleen om grondige

verdieping in de inhoud maar ook om slim georganiseerde benutting van de diverse competenties

en leerstijlen binnen de groep.

9

Governance 3.0

Inleiding

Deelnemers leren de eigen aard van eigentijds bestuur doorgronden in 3 modules waarin telkens

een centrale opgave voor politiek, bestuur en management in netwerksamenlevingen centraal staat.

Iedere module behandelt een concrete casus waarin iets ‘schuurt’ of ‘vastzit’. Deelnemers wordt

gevraagd belangrijke opgaves c.q. handelingsopties te articuleren en beoordelen. De docent neemt

hen gedurende dit gesprek mee in de belangrijkste ‘state-of-the-art’ kennis op het onderwerp, en

daagt hen uit die te verwerken in de advisering aan de (virtuele) stakeholders van de casus. Tijdens

deze drie modulen is er de mogelijkheid om op of vlakbij de locatie te overnachten.

1. Besturen van grootschalige infrastructuren en systemen (oktober 2016)

Dag 1: ICT ‘temmen’

Prof. dr. Michel van Eeten - TU Delft

ICT-projecten lijken binnen een overheidsomgeving allemaal te mislukken – dat is althans het

beeld dat ontstaat door de verhoren van de onderzoekscommissie van de Tweede Kamer. Menig

ICT-project zou stranden door een combinatie van kennisachterstand aan overheidszijde en

overspannen, politieke verwachtingen. In werkelijkheid is het ingewikkelder: veel ICT-falen blijkt

samen te hangen met de vooraf ingezette innovatiestrategie. Bovendien wordt de aanwezigheid van

inherente risico’s van complexe systemen niet zelden verkeerd ingeschat én, als een risico zich dan

in de vorm van een ‘verrassing’ manifesteert, op de verkeerden afgewenteld. In beide gevallen komt

het draagvlak van het project onder druk te staan, waardoor onvermijdelijk het label ‘mislukt’ erop

wordt geplakt. Tijdens deze module analyseren deelnemers, op basis van een hen aangereikt

analysekader, een recente ervaring met de implementatie van een (mislukt) ICT project. Op basis

van deze casuspresentaties destilleert de groep, samen met de docent, cruciale dilemma’s en

kwesties die bij de planning, uitrol en het onderhoud van ICT vaak over het hoofd worden gezien.

Deze dilemma’s worden vervolgens afgezet tegen enkele belangrijke, toekomstige ontwikkelingen:

de toenemende waarde van persoonlijke data, de opkomst van krachtige intermediairen op het

internet (zoals Google en Facebook) en een overheid die meelift op hypertransparantie. Onderzocht

wordt hoe in het snel veranderende internet en ICT-landschap de overheid zijn systemen, of de

implementatie daarvan, adequaat kan managen.

Dag 2: New Generation Infrastructures

Prof. dr. Wijnand Veeneman – TU Delft

Ook grootschalige infrastructurele werken blijken dikwijls riskante ondernemingen voor de

publieke sector. Het gaat om ingrijpende interventies die niet alleen opbrengsten en winnaars

kennen, maar ook hoge en vaak moeilijk te beheersen aanloopkosten en allerlei partijen die iets te

verliezen hebben bij de ontwikkeling van het initiatief. In deze module zullen twee kerndilemma’s

centraal staan: integraliteit en duidelijke besluitvorming. Er moet bij infrastructurele werken

worden gestuurd op integraliteit: meerdere doelen en actoren, bredere systeemgrenzen, korte en

10

langere tijdshorizons, maar ondertussen is een vlotte oplossing van problemen ook van belang. Ten

tweede heerst er vaak grote onzekerheid (lange doorlooptijd, technische en marktonzekerheid),

terwijl besluitvorming duidelijkheid eist (hoeveel gaat het kosten, wat gaat het opleveren, hoe lang

moeten we nog wachten). Wat is wijsheid? Tijdens deze module lichten deelnemers teamgewijs de

ontwikkeling en uitvoering van enkele recente/actuele infraprojecten door aan de hand van deze

kerndilemma’s. Op basis van deze casuspresentaties destilleert de groep, samen met de docent,

kwesties die bij de planning, realisatie en het beheer van infrastructuur vaak over het hoofd worden

gezien. Deze dilemma’s worden vervolgens afgezet tegen enkele belangrijke, toekomstige

ontwikkelingen en hoe de overheid dit het beste kan managen.

2. Interactief en innovatief bestuur in de netwerksamenleving (januari 2017)

Dag 1: Samenwerken in complexe contexten

Prof. dr. ir. Katrien Termeer - Wageningen Universiteit

In de netwerksamenleving heeft het openbaar bestuur geen vanzelfsprekende centrale rol. In plaats

daarvan zijn overheidsorganisaties in hun dagelijkse werk onderdeel van een breder netwerk van

maatschappelijke en andere bestuurlijke partijen. Het sensitief maken van de organisatie voor

samenwerking met externe partijen geldt dan als een belangrijke opgave, maar het werken aan de

grenzen van de eigen organisatie – bijvoorbeeld door contacten met ‘het veld’ te onderhouden –

brengt voor directeuren ook professionele uitdagingen met zich mee. Dit loopt van dubbele

loyaliteiten, onzichtbaarheid van eigen handelen in de eigen organisatie, verschillen in ‘tempo’

tussen omgevingspartijen en de eigen organisatie tot het management van tegengestelde

verwachtingen. In deze module leren deelnemers op welke manieren zij voortgang kunnen boeken

in complexe netwerken; zij verkennen hoe zij daarbij om moeten gaan met bovengenoemde

spanningen. Deelnemers leren dat strategisch opereren gezien moet worden als een sociale

activiteit: als de organisatie van een proces of dialoog tussen mensen. Dit vraagt van directeuren

niet alleen cognitieve competenties of een breed netwerk, maar vooral ook sociale en

psychologische vaardigheden.

Dag 2: Publieke innovatie creëren

Drs. Rob Schouten - Nieuw Beeld advies

De overheid wordt voortdurend overvraagd. Burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen

lijken steeds minder in staat om hun eigen problemen op te lossen en zelfs bij een burenruzie

wordt snel de weg naar de overheid gevonden. Niet voor niets probeert de overheid op vele

terreinen de vraagstukken terug te leggen waar ze horen; met intelligente (proces) interventies kan

bovendien creativiteit, probleemoplossend vermogen, innovatievermogen van de direct

betrokkenen worden vergroot. Een dergelijke aanpak vraagt om een bepaalde stijl van besturen en

leiding geven: directeuren die gericht zijn op het realiseren van (maatschappelijke) coalities om

vraagstukken aan te pakken, directeuren die in staat zijn om patstellingen te doorbreken en

partijen weer aan elkaar te verbinden. De driehoek: opgave, coalitie en maatschappelijke business

case moet aan elkaar worden verbonden, innovaties ontstaan dan daar waar verrassende

partnerships worden gesloten. Spannend maar ook ingewikkeld is bovendien dat deze partnerships

vaak ontstaan wanneer om de bestaande (en dikwijls versteende) infrastructuur heen wordt

gewerkt. Tijdens deze module leren deelnemers op basis van enkele case-studies de vaardigheden

en competenties die nodig zijn om tot innovatieve allianties te komen; ook gaan we in op de vraag

11

hoe de politieke arena in dit proces mee kan of moet, het is belangrijk dat de ambtelijke top hierin

een bestuurder kan ondersteunen. Dit gaat verder dan de inhoudelijke dossiervorming en

advisering en heeft nadrukkelijk betrekking op de persoonlijke effectiviteit van het optreden van

bestuurders (en hun ambtelijke top) in processen van samenwerking.

3. De dramaturgie van gezag en authenticiteit (mei 2017)

Dag 1 & 2: Leiderschapsprakticum

Prof. dr. Paul ‘’t Hart, UU en decaan NSOB, Drs. Marieke Gersdorf, Berenschot, i.s.m. gasten

In deze slotmodule van Governance 3.0 nemen we de proef op de som. Deelnemers worden

geconfronteerd met concrete uitdagingen en contemporaine dilemma’s van ambtelijk

leiderschap, waarin zij handelend moeten optreden. Aan de hand van cases, observaties en

peer feedback onderzoeken deelnemers hoe hun leiderschapsstijl feitelijk vorm krijgt in

houding, gedrag en (lichaams)taal. Naar aanleiding daarvan reflecteren we op leiderschap als

functie, als vak en als ‘performance’.

12

Strategische advisering aan een bedrijf of non-

profitorganisatie

Learning by doing

Deelnemers gaan als externe adviseur aan de slag buiten de overheid. Zo doen zij niet alleen

ervaring op in het bedrijfsleven of de non-profitsector, maar gebruiken zij de adviesrol om te leren

hoe het is om in een situatie te acteren waarbij de overheid niet per se aan het roer staat.

Deelnemers werken in duo’s aan een ‘echte’ strategische adviesopdracht in een periode van 3

maanden. De adviesvragen worden geworven in bedrijven en instellingen waarbinnen

dienstverlening aan klanten/burgers een belangrijk onderdeel vormt en zijn gekoppeld aan een

thema uit het lopende regeerakkoord. Sommige opdrachtgevers waren voorheen staatsbedrijven.

Andere kenmerken van de opdracht:

Elke opdracht heeft uniek thema, dus is er maximale diversiteit

Opdrachtgever: zakelijke of publieke dienstverlener aan burgers (klanten)

Karakter: doe-opdracht; advies met betrekking tot oplossing van een concreet probleem

Deelnemers adviseren op kennisvreemd terrein (leunen dus niet op eigen expertise)

Uit de vertrouwde context

Dit onderdeel van het programma richt zich op ervaringsgericht leren; het daagt deelnemers uit om

buiten de hen vertrouwde context toegevoegde waarde te leveren in een onbekende omgeving. Zo

wordt een leeromgeving gecreëerd waarin zij initiatiefrijk, creatief, flexibel, relatiegericht en

ondernemend moeten worden. Het leermodel is tweeledig: de deelnemer komt niet alleen zijn

leerervaring 'halen', maar ook iets 'brengen' waar de ontvangende organisatie behoefte aan heeft.

Een tweede belangrijke opbrengst is de opbouw van een netwerk binnen organisaties in de directe

omgeving van veel overheidsorganisaties.

Drie begeleidingsbijeenkomsten

Tijdens de periode van het adviestraject komt de groep drie keer bijeen om op elkaars

leerervaringen te reflecteren; deelnemers presenteren hun ervaringen en bevindingen aan elkaar.

Daarnaast zullen er tussentijdse gesprekken tussen de duo’s en een coach worden gevoerd. Zo

houden deelnemers oog op een goed resultaat en de eigen leerervaring: is er focus op een goed

resultaat; zitten we op de goede weg? Is de opdrachtgever hier echt mee geholpen?

13

Persoonlijke ontwikkeling

Inleiding: ruimte voor persoonlijke ontwikkeling

Als een rode draad door het programma loopt een intensief persoonlijk ontwikkeltraject. In

dit traject vergaren deelnemers verder inzicht in wat hen drijft, wat hun ambities zijn en

welke ervaringen en persoonlijke drijfveren zij kunnen benutten om zich verder te

ontwikkelen. Gedurende het programma worden de deelnemers geprikkeld om zich met

persoonlijke ontwikkelingsvragen bezig te houden en die te bezien in relatie tot hun

institutionele rol en de organisatie waarbinnen zij opereren. Het programma start met een

intakegesprek, waarin deelnemers hun leerdoelen toelichten en expliciteren. Begeleiders

bevragen deelnemers zowel op inhoudelijke (concrete werksituatie) als persoonlijke

leerdoelen (ontwikkelingen op het gebeid van eigen leiderschap). Tijdens intervisiesessies en

tussentijdse gesprekken met een coach wordt daarop teruggekoppeld. Decaan, leermanager

en coach zijn op gezette tijden aanwezig in het programma, vooral bij de groepsopdrachten,

om deelnemers én de groep feedback te geven op het persoonlijk handelen.

Elke deelnemer krijgt de mogelijkheid om naast de vaste onderdelen in het programma

facultatief hulplijnen in te zetten om de persoonlijke leerdoelen verder uit te diepen. De

deelnemers krijgen aan de start van het programma een lijst met verdiepingsthema ’s (zoals

veerkracht, integriteit, conflicthantering) en daarop gespecialiseerde coaches/trainers,

waaruit zij in de loop van het programma gerichte keuzes kunnen maken die passen bij hun

leerdoelen en omstandigheden. De kosten voor het facultatief indivicueel traject komen

bovenop de deelnamekosten van deze opleiding.

14

Tijdsinvestering deelnemers

Opleidingsduur: 10 maanden

Het gehele onderwijstraject duurt 10 maanden en loopt van september tot juni, exclusief een

intakegesprek voor de zomer.

Voorbereiding

De genoemde uren tijdsinvestering betreffen uren tijdens het programma. Het programma is

erop ingericht dat deelnemers vooral tijdens het programma leren, slechts een enkele keer zal

van deelnemers worden verlangd dat zij een voorbereidende opdracht moeten maken.

Overzicht

Programmaonderdeel

Wanneer & tijdsbesteding

Intakegesprek april-juli 2016 1 uur

Uitzicht en inzicht: Studiereis Kopenhagen, decentralisatie en innovatie in Denemarken

6 - 8 september 3 dagen

Governance 3.0: Besturen van grootschalige infrastructuren en systemen

11 en 12 oktober 2 dagen

Institutioneel leiderschap en hiërarchie tussen netwerken 28 november – 2 december

5 dagen

Governance 3.0: Innovatief en interactief bestuur in de netwerksamenleving

25 en 26 januari 2017 2 dagen

Learning by doing: Startbijeenkomst 25 januari, 17–20.30 uur ½ dag

Learning by doing: adviesopdracht in bedrijf/ non-profitorganisatie februari - april 40 uur

Voortganggesprekken in duo’s met coach februari - april 2x 2 uur

Learning by doing: tussentijdse bijeenkomst 22 maart, 13 – 17 uur ½ dag

Learning by doing: afsluitingsbijeenkomst 18 april, 13 – 17 uur ½ dag

Governance 3.0: De dramaturgie van gezag en autoriteit 17 en 18 mei 2 dagen

Slotdag 14 juni, 12 - 18 uur ½ dag

Totaal 22 dagen

15

Kosten van het programma

Kosten

De deelnemerskosten bedragen € 19.500. Dit bedrag is inclusief de reis- en verblijfskosten voor de

reis naar Kopenhagen, de overnachtingen tijdens het programma in Nederland, locatiekosten,

kosten voor literatuur, maar exlcusief eventuele kosten voor het voucher-track. Het bedrag is BTW-

vrij.

16

Over de NSOB

De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur

De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) verzorgt sinds 1989 hoogwaardige

postacademische opleidingen. In dat jaar besloten de Universiteit Leiden en de Erasmus

Universiteit Rotterdam tot de oprichting van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Sinds

juli 1995 participeren behalve de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit Rotterdam ook de

Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam, de Technische Universiteit Delft, de

Universiteit van Tilburg en de Vrije Universiteit van Amsterdam in de NSOB.

Opleidingen

Vanaf haar aanvang streeft de NSOB ernaar om met geavanceerde en uitdagende opleidingen voor

het topsegment van het management in openbaar bestuur en publieke sector bij te dragen aan een

hoogwaardig openbaar bestuur. De opleidingen van de NSOB onderscheiden zich door:

▪ Het aanbieden van leeromgevingen die in hun didactiek zijn afgestemd op het leren van

ervaren tot zeer ervaren professionals. De inzet van topdocenten uit wetenschap en praktijk

is daarbij vanzelfsprekend.

▪ Het aanbieden van leerinhouden waarin inzichten uit vooraanstaande researchprogramma’s

worden verbonden met strategische vragen uit de praktijk. De relatie van de NSOB met

universiteiten is daarom van groot belang. Daarnaast is de NSOB ook een onafhankelijke

denktank die strategische vragen in de publieke sector onderzoekt.

▪ Het aanbieden van leerprogramma’s waarin maatschappelijke ontwikkelingen en

transformaties altijd uitgangspunt zijn voor reflectie over de publieke sector en het openbaar

bestuur. Begrip van de wereld is in deze domeinen cruciaal. Er kan niet worden volstaan met

instrumentele vakkennis op managementgebied.

▪ Het aandacht schenken aan persoonlijke effectiviteit in de context van de voornoemde

reflectie. Daarbij staat voor de NSOB voorop dat dienstbaarheid aan de publieke zaak een

van de professionele en dus ook persoonlijke kernwaarden is.

17

Bijlage: curriculum vitae onderwijsteam

1. Programmaleiding

Het opleidingstraject kent een vaste decaan en een leermanager die vanuit de NSOB

verantwoordelijk zijn voor de organisatie, inhoudelijke kwaliteit en planning van het opleidings-

traject. De leermanager is het vaste en eerste aanspreekpunt voor de deelnemers en zal bij alle

bijeenkomsten aanwezig zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. De decaan van het

traject is prof. dr. Paul ‘t Hart, de leermanager is Esmé Cartens MA. De administratieve

ondersteuning wordt verzorgd door Saskia Wiersma. Contactgegevens vindt u op de laatste pagina

van de brochure.

Prof.dr. Paul ’t Hart

Paul ’t Hart is hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht, co-decaan

van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB), Lid Commissie

Evaluatie Politiewet 2012 (looptijd: 2013-2017), lid van de Koninklijke

Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) sinds 2014 en Voorzitter

van de Vereniging voor Bestuurskunde. Zijn onderzoek en publicaties richten zich

onder meer op politiek en ambtelijk leiderschap, crisismanagement, publieke

verantwoording en succesvolle publieke organisaties.

Esmé Cartens MA

Esmé Cartens is als leermanager en onderzoeker verbonden aan de Nederlandse

School voor Openbaar Bestuur. Haar expertise ligt onder andere op het gebied

van conflict- en risiscomanagement, internationale betrekkingen en

(onderwijs)innovatie.

2. Coach

Drs. Marieke Gersdorf

Marieke Gersdorf is arbeids- en organisatiepsycholoog en werkzaam als senior managing

consultant bij Berenschot. Marieke beschikt over een brede advieservaring, variërend van het

begeleiden van professionaliseringstrajecten, coachen van managers en

managementteams tot het ontwikkelen van HR-beleid.

In haar werk wordt ze gedreven door een fascinatie voor gedrag en

gedragsverandering van mensen en organisaties. Hoe beïnvloed je

gedragsontwikkeling op zo’n manier dat het daadwerkelijk bijdraagt aan de

(door)ontwikkeling van de organisatie? Zij biedt mensen inzicht door te zeggen waar het op staat,

maar altijd met respect en met een scherp oog voor de kracht van de ander.

18

3. Gastdocenten

Naast het vaste team vanuit de NSOB, werken we samen met een groot aantal bijzondere

gastdocenten uit ons netwerk.

Prof.dr. Jacob Torfing

Jacob Torfing is hoogleraar bestuurskunde aan de Roskilde Universiteit te Kopenhagen. Jacob zal

onze ‘local host’ zijn in Kopenhagen en geldt internationaal als expert op het thema ‘metagoverning

collaborative governance’. Jacob werkt tijdens het programma samen met zijn collega Prof.dr. Eva

Sørensen, die ons tijdens verschillende bezoeken zal vergezellen.

Robbie Macpherson

Robbie Macpherson is directeur van Adaptable Leadership en partner bij Reos te Sydney, een

consultancy bedrijf dat zich bezig houdt met globale, complexe uitdagingen. Hij was lange tijd

directeur van een van de grootste Australische NGOs op het gebied van sociaal leiderschap, Social

Leadership Australia. Macpherson ontwerpt en begeleidt innovatieve en transformerende

leiderschapsprogramma’s voor topambtenaren, mensen uit het bedrijfsleven en de NGO-wereld.

Graag helpt hij zowel individuen als organisaties in hun ontwikkeling om tot betere en

innovatievere oplossingen te komen voor complexe uitdagingen; hij is een geaccrediteerd facilitator

van The Leadership Circle en afgestudeerd aan de Kennedy School of Government van de Harvard

Universiteit.

Macpherson is docent aan de Australia and New Zealand School of Government (ANZSOG) en de

Australia Public Sector Commission (APSC) en gespecialiseerd in adaptive leadership.

Prof. dr. Michel van Eeten

Michel van Eeten is hoogleraar Bestuurskunde aan de TU Delft, in het bijzonder Governance van

Cybersecurity. Daarnaast is hij directeur van de Techniek, Bestuur en Management Graduate

School. Hij studeerde bestuurskunde in Leiden en promoveerde in Delft. Zijn oratie, uitgesproken

in maart 2010, was getiteld 'Techniek van de onmacht: Fatalisme in politiek en technologie'. Zijn

leerstoel richt zich op de governance van infrastructuren. De laatste jaren doet hij vooral onderzoek

naar economische krachten rond cybersecurity, waaronder marktordening, regulering en toezicht.

Daarnaast is hij een weblogger en schrijver van de roman Tegennatuur; over de oplosbaarheid van

onoplosbare problemen. Recente publicaties zijn:

Van Eeten, M.J.G. and M. Mueller, (2012). Where is the governance in Internet

governance? New Media & Society, published online before print at November 21, 2012.

Van Eeten, Michel J.G., E. Luiijf, M. Klaver, A. Nieuwenhuis, E. Cruz (2011), The State

and the Threat of Cascading Failure Across Critical Infrastructures: The Implications of

Empirical Evidence from Media Incident Reports, Public Administration, 89 (2), pp. 381–

400.

Prof.dr. Wijnand Veeneman

Wijnand Veeneman is sectieleider van de groep Beleid, Organisatie, Recht en Gaming (POLG)

binnen de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft. Zijn onderzoek richt zich

vooral op een integrale analyse van vraagstukken in het openbaar vervoer en het zoeken van

oplossingen in de wijze waarop overheden en vervoerders hun organisatie invullen, van regulering,

19

via contractering, naar management en operationele aansturing. Hij doceert

organisatievraagstukken in het openbaar vervoer in verschillende programma's als de TopTech

Master of Business in Rail, de Master of Public Transport Management van de University of

Duisburg Essen, en in-house cursussen bij HTM en inno-V. Hier werkt hij ook deeltijd als adviseur.

Hij doceert Managing Project Development bij de Shell Project Academy (SPA), 3TU Construction

Management and Engineering (CME) en verschillende masters programma's bij de Faculteit

Techniek, Bestuur en Management.

Kernpublicaties zijn:

▪ Voort, HG van der, Koppenjan, JFM, Heuvelhof, EF ten, Leijten, M & Veeneman, WW

(2011). Competing Values in the Management of Innovative Projects: The Case of the

RandstadRail Project. In V Bekkers, J Edelenbos & B Steijn (Eds.), Innovation in the

Public Sector. Linking Capacity and Leadership (IIAS Series: Governance and Public

Management) (pp. 134-155).Engeland: IIAS.

▪ Koppenjan, JFM, Veeneman, WW, Voort, HG van der, Heuvelhof, EF ten & Leijten, M

(2011). Competing management approaches in large engineering projects: The Dutch

RandstadRail Project. International Journal of Project Management, 29(6), 740-750,

(ISSN 0263-7863)

▪ Dicke, W, Steenhuisen, B & Veeneman, WW (2011) Graaiers of redders, wat marktwerking

heeft aangericht en klaargespeeld in de zorg, het openbaar vervoer en de

energievoorziening, Atlas, Amsterdam.

Prof. dr. Katrien Termeer

Prof dr. ir. C.J.A.M. Termeer is hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit van Wageningen. Zij

onderzoekt innovatieve vormen van governance voor taaie vraagstukken. Hoofdthema’s in haar

werk zijn: publiek leiderschap, verandermanagement en innovatie in het organiseren van

netwerken.Daarnaast is ze hoofd van de afdeling Bestuurskunde en Beleid van de Universiteit van

Wageningen.

Recente publicaties zijn:

Termeer, C.J.A.M., Nooteboom, S.G. (2014) Innovative leadership through networks. In:

Innovation through collaboration and design / Ansell, C., Torfing, J. - Abingdon :

Routledge.

Termeer, C.J.A.M. , Dewulf, A.R.P.J. (2014). Scale-sensitivity as a governance capability:

observing, acting and enabling. In: Scale-sensitive governance of the environment / Padt,

Prof. F., Opdam, Prof. P., Polman, Dr. N., Termeer, Prof. C.. - Oxford : Wiley Blackwell

Drs. Rob Schouten - Nieuw Beeld advies

Drs. Rob Schouten studeerde Bestuurskunde aan de Universiteit Twente en is een van de

oprichters van B&A Groep. Hij verliet het bureau in 2009 om zich samen met Wim Meijer te

richten op een nieuwe uitdaging: NieuwBeeld. Rob Schouten is een adviseur met zeer brede

ervaring in het publieke domein en schakelt makkelijk tussen bestuur en management, tussen

strategie en uitvoering en tussen publiek en privaat.

20

NSOB Strategisch leiderschap in het publiek domein

Decanaat

Prof. dr. Paul ’t Hart

Directeur NSOB Leermanager Projectmanager

Drs. S.S.H. (Hera) Tseng MPA Esmé Cartens MA Saskia Wiersma

[email protected] [email protected] [email protected]

070-3024914 070-3024941 070-302926

Adres NSOB

Lange Voorhout 17

2514 EB Den Haag

070-3024910

[email protected]