Upload
izb-passie-voor-missie
View
220
Download
3
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Gratis kwartaalblad voor leden van IZB, vereniging voor zending in Nederland.
Citation preview
tijdingLedenblad van de IZB, jaargang 75, nr. 2
• Interview Jurjen de Groot, programmamanager Missionaire Vorming
• Agapè-maaltijden in Amsterdam en Veenendaal
• IZB en GZB starten project ‘Luisterposten’
‘Het gaat niet primair om wat je
doet, maar om
wie je bent’
Na Pinksteren
c o l u m n
Wij leven na Pinksteren. Evenzeer als wij leven na Pasen. Al zou er nog zoveel
ontbreken aan ons besef van de betekenis van Pinksteren: dat gebrek laat
zich niet opheffen door te proberen Pinksteren over te doen. De gedachte
alleen al zou even dwaas zijn als de poging om Pasen te herhalen. Wij verlangen
hartstochtelijk naar de doorwerking van de Geest van God. Dat doen we eens te meer,
omdat de heilige Geest en de gemeente zozeer met elkaar verbonden zijn. Hart hebben
voor de missionaire roeping van de gemeente betekent altijd ook: snakken naar de
vervulling met de heilige Geest. Toch is dat iets anders dan de dwaze poging om
Pinksteren te herhalen.
Het eenmalige van Pinksteren verkondigt ons krachtig hoezeer het heil Gods werk is en
blijft. Het hoeft niet overgedaan te worden. Dat is een geweldige bemoediging. Het
bijbelboek van de Handelingen van de heilige Geest eindigt met het woordje
‘onverhinderd’. Dat staat er niet, omdat het allemaal zo gladjes verloopt met de
evangelieverkondiging en al helemaal niet omdat de apostelen en de gemeenten het
zo goed doen. Het staat er alleen, omdat het eenmaal Pinksteren geworden is.
Deze krachtige boodschap van Pinksteren roept ons tot diepe verootmoediging. Het is
niet onze opdracht om Pinksteren te repareren. Het is onze roeping om ons te
verootmoedigen, omdat wij veel te weinig putten uit de bron van levend water én het
is onze roeping om terug te keren naar die bron. Misschien staat ons dat ook wel het
meest in de weg: dat wij zo’n probleem hebben met deze concrete verootmoediging.
Toch gaan alleen dan onze ogen open voor de betekenis van Pinksteren. Bonhoeffer
formuleerde het ooit zo: het boek Handelingen is geen wet, maar evangelie. Dat is het
precies. Wij leven na Pinksteren. Wij geloven niet in ons werk, maar in Gods werk.
Daarom verliezen wij de moed niet.
Louis Wüllschleger, directeur
Louis Wüllschleger,
directeur
‘Het boek
Handelingen is
geen wet, maar
evangelie’
Op zomerse zaterdagen of op Monumentendag zijn veel
kerkgebouwen geopend voor publiek. Op verzoek vanuit
enkele gemeenten heeft de IZB kleine foldertjes gemaakt,
gericht op bezoekers die weinig of geen kennis hebben van het
christelijk geloof. Het zijn beknopte, uitnodigende teksten, met
titels als ‘Woont God hier?’ en ‘Waarom ben ik er eigenlijk?’
Voor vervolg contacten is het contact-
mail adres van de zoekerssite
www.vragenovergeloven.nl vermeld, voor een
persoonlijk gesprek. De folders worden geleverd
met bijpassende displays, die op verschillende
plekken in de kerk zijn te plaatsen. Een overzicht
van de uitgaven, inclusief de bestel mogelijk-
heden, staat op www.izb.nl.
Open kerk? Bestel folders
Tijding • voorjaar 201302
Sinds 1 januari 2013 is Jurjen de Groot bij de IZB werkzaam
als programmamanager Missionaire Vorming. Dit voorjaar
vierde hij zijn 12,5 jarig jubileum in dienst van de kerk. In
2000 begon hij als IZB-pionier bij wat nu Perron 61 heet, in
Zoetermeer, en tussen beide banen in werkte hij zeven jaar
voor de GZB in Kenia. Een gesprek over lessen uit het leven
tot nu toe. ‘Navolging vraagt toewijding.’
‘Het gaat niet primair om wat je doet,
maar om wie je bent’
03voorjaar 2013 • Tijding
‘De oogst is groot,
maar arbeiders zijn er
weinig.’ Die tekst markeert een van de
haakse bochten in mijn levensloop. Ik had na de
middelbare school nooit gedacht dat ik nog eens in
missionair werk terecht zou komen. Kennis overdragen,
via onderwijs of cursussen, dat was mijn ding. Daarom
koos ik voor de Agrarische Peda gogische Hogeschool in
Den Bosch. Verhuizen naar de grote stad, op kamers
wonen – het was in veel opzichten een breuk met het
vertrouwde. Zonder de warme deken van het ouderlijk
huis, de kerk, vrienden, etc. voelde ik me daar opeens in
m’n uppie. Ik realiseerde me: nu komt het er op aan, wat
ik met mijn christelijke opvoeding doe. Ik schreef me in
bij de christelijke studentenvereniging Alpha. Achteraf
gezien was dat een cruciale keuze, want ik ontmoette
daar jongeren voor wie een bijbelstudie-avond een
spannend gebeuren was. Ze lazen de bijbel als een
actueel, persoonlijk bericht. ‘Wow, dit gaat over mij.’ Ze
stonden in vuur en vlam, hun overtuiging was puur en
doorleefd. Dat was even iets anders dan het kabbelende
christendom waar ik tot dan toe in leefde. Daar ben ik tot
verandering gekomen. Ik leerde dat het geloof een
enorme impact op je leven kan hebben. Een verrijking.
Om het in termen van de Psalmen te zeggen: daar ben ik
in de ruimte, in de vrijheid gesteld. Daar heb ik ook
geleerd mezelf te accepteren, zoals ik ben.
Switchen
Eén van mijn jaargenoten overwoog te switchen van
de studie levensmiddelen technologie naar theologie. Hij
‘Navolging vraagt toewijding.
En toewijding is onvoorwaardelijk.’
ging naar
een voor lichtings-
dag bij de Christelijke
Hogeschool Ede en voor de gezelligheid
besloot ik mee te gaan. In de wandelgangen
spraken we daar ds. C. den Boer, die in ons een paar
vreemde snuiters dacht te herkennen. Het werd een
serieus gesprek, waarin hij die tekst aanhaalde: ‘De oogst
is groot, maar arbeiders zijn er weinig’. Dat sloeg bij mij
in als een bom. Het resultaat was dat ík mijn studie afbrak
en theologie ging doen, terwijl de medestudent die me
op sleeptouw had genomen, er uiteindelijk van afzag.
Bewust koos ik voor CHE, een praktijkgerichte HBO-
opleiding. Maar de school vond ik in veel opzichten een
stap terug. Ik verlangde terug naar het heilig vuur dat ik
in Den Bosch had voelen branden. Het was me te
gelijkmatig, te weinig sprankelend, ook teveel het
christelijke wereldje van ons-kent-ons. Toch waren het
ervaringen die me vormden. We deden Dabarwerk in Den
Haag. Daar ervoer ik voor het eerst, wat ik nu veel beter
kan duiden: missionair werk bestaat niet in de eerste
plaats uit allerlei activiteiten, maar uit de navolging van
Christus in je gewone alledaagse leven. Het gaat niet
primair om wat je doet, maar om wie je bent. Dat lijken
we soms wel te zijn vergeten in de kerk. Voor je het weet,
verlies je je dan in activisme.
Doordenken
Na afronding van de theologiestudie kwam ik bij de IZB
terecht, in een nieuw project in Zoetermeer. Het werk
moest letterlijk van de grond af aan worden opgebouwd;
zelfs een uitgewerkte visie van de ‘moederkerk’ voor de
Vinexwijk ontbrak. Dat had als belangrijk voordeel dat je
Tijding • voorjaar 201304
alles grondig kon
doordenken: Hoe
kun je missionair
werk doen als je er zelf
niet vol van bent? Weet
je wat God voor je
betekent?
Er was een redelijk grote groep
jongeren binnen de gemeente
met allerlei problemen. Enkele
sleutelfiguren kwamen in die periode
radicaal tot geloof. Ze stonden in vuur en
vlam voor het evangelie – net zoals ik dat
eerder in Den Bosch had meegemaakt. De
gebeurtenissen trokken ook hun sporen in de rest van de
groep. Jongeren werden nieuwsgierig, verlangend. En ze
waren bereid ergens voor te gáán. Dit gaf een enorme
impuls aan ons werk in de wijk.
Na een paar jaar missionair pionierswerk heb ik alsnog
de Agrarische Pedagogische Hogeschool afgerond. In drie
jaar tijd, via avondstudie. Voor de zekerheid, onder het
motto: je weet nooit of het nog eens van pas komt.
Drie jaar reisde ik op en neer naar Den Bosch – voor
avondstudie. Over tropenjaren gesproken…
Leven delen
Mijn grootste angst bij het project in Zoetermeer was:
Gaan we nu zogeheten ‘christelijke’ activiteiten
ontplooien? Dat heeft iets gekunstelds. Of doen we
‘gewone’ activiteiten, terwijl we eigenlijk stiekem iets
méér van de mensen willen? Dat is niet recht door zee.
Het alternatief voor dit dilemma sprak me veel meer aan:
Laten we zo eerlijk mogelijk proberen te tonen hoe het
geloof een rol speelt in ons dagelijks leven. Zo
ontwikkelden we Perron 61, een rijtjeshuis, midden in de
woonwijk. We waren er vroeg bij; we gingen door
blubberige bouwstraten naar de buurtsuper. We deelden
ons leven met de eerste bewoners, met alle ups en
downs. En we waren van meet af aan glashelder over
onze doelstellingen. Dat werd gewaardeerd. We wisten
het vertrouwen van de buurt te winnen, van kinderen en
ouders. De wethouder, aanvankelijk zéér anti-kerk,
kwam met het voltallige B&W op werkbezoek. De school-
directeur nodigde ons uit om met het team na te denken
hoe het christelijke karakter vorm kon worden gegeven.
Het werk werd gezegend.’
In Zoetermeer heb ik geleerd dat we in de kerk vaak heel
sterk zijn in de theorie, in het praten over missionair werk.
We weten allemaal hoe het moet. Maar de vertaalslag
naar de praktijk van kerk-zijn met en voor de wijk, dat is
een verhaal apart. Zoals ik zei, de eerste vraag is niet: wat
ga je dan doen? Maar: wie ga je zijn? Dat is voor jongeren
die Dabar doen vaak een eye-opener: je kunt je voor-
nemen om twee weken ‘holy’ te gaan lopen doen, maar
dan val je vroeg of laat door de mand. Wees wie je bent.
Geloven gaat om je hele zijn (‘Neem mijn leven laat het
Heer…’) en je beschikbaar-zijn (‘Neem mijn uren en mijn
tijd…’). Ik heb iemand gekend die dat niet meezong.
‘Neem mijn zilver en mijn goud….’ ‘Ammehoela, zei-ie,
want als het erop aan komt, méén ik dat niet.’
Toch is het dát waar ik naar verlang. Navolging vraagt
toewijding. En toewijding is onvoorwaardelijk.
Open hemel
De overstap van Zoetermeer naar Kenia was opnieuw een
onverwachte wending in m’n levensloop. De advertentie
met de vacature had een tijd op mijn bureau gelegen. Ik
kon ‘m niet weggooien. Na een gesprek raakte het proces
in een stroomversnelling. We vertrokken. De ervaringen
in Kenia hebben mijn geloofsleven diep gestempeld.
Afrika is het continent onder de open hemel, zegt men
wel. God is er altijd dichtbij – en al leidt dat soms tot
bizarre gevolgtrekkingen – ik heb er de zegen van gezien.
De kerk groeit er tegen de klippen op, ondanks armoede
en hongersnood. Het is soms alsof je rondloopt in
het decor van de Handelingen der Apostelen.
‘Zijn we bereid om onze Meester
koste wat kost te volgen?’
‘Een kerk op de knieën. Daar
begint het.’
05voorjaar 2013 • Tijding
De getuigenissen die je hoort, de wonder baarlijke
genezingen, de manier waarop mensen God betrekken bij
de dingen van elke dag… Als ik dan in mijn huidige werk
in gesprek ben met kerkenraadsleden, over teruglopende
kerkgang, snoeien in predikantsplaatsen, strugglen voor
missionair werk, etc. dan houd ik me die ervaringen voor
ogen: je hoeft Europa maar even uit te gaan, of je
ontmoet in andere werelddelen een bloeiende en
explosief groeiende kerk. En trouwens, óók in
Nederland vind je die her en der. Gelukkig.
Navolging
Ik heb vaak met verbazing gezien hoe radicaal en met
hoeveel overgave Afrikanen Christus willen volgen.
Het kan gemakkelijk klinken om Kenia en Nederland
tegenover elkaar te zetten. Wij leven in een heel andere
context en cultuur. Maar ligt het geheim niet in de
volledige navolging van Christus? In de afgelopen jaren
had ik als manager van het toerustings centrum tot taak
de kerk te laten groeien in diepgang. Waar wordt die groei
anders gevonden dan in een eenvoudige overgave in het
vertrouwen dat God door alles heen je leven zal leiden?
Weten we als kerk in het Westen eigenlijk nog wel wat we
geloven? Zijn we bereid om onze Meester koste wat kost
te volgen? Geloven we nog dat God een levende God is,
die daadwerkelijk in kan grijpen in onze levens, ze kan
veranderen, zodat we Hem in alles volgen?
Toen we zeven jaar geleden weggingen uit Nederland,
hoorde je nauwelijks iemand over discipelschap. Nu is
dat tot mijn verrassing een hot item, in allerlei kerken en
kringen. Als ik het probeer te verklaren, proef ik er een
diep verlangen in om het geloof concreet te maken.
Mensen zoeken voor zichzelf een nieuwe verbinding
tussen hun geloofsovertuiging en hun handelen. We
zullen terug moeten naar de Bron: wat betekent het
evangelie voor mijzelf? Waar ben ik zo diep van onder
de indruk, dat ik dat graag met anderen wil delen? Wat
betekent het om lid te zijn van een gemeente? Waarom
is de kerk er ook alweer?
Kort voordat ik bij de IZB aan de slag ging, was ik even
terug in Noord-Kenia, waar vorig jaar een vreselijke
hongersnood heeft geheerst. Dwars door die nood is
daar in een jaar tijd een gemeente ontstaan met 200
leden. Een paar jaar daarvóór was ik op diezelfde plaats
aanwezig geweest bij een retraite, waar predikanten
neerknielden om zich opnieuw toe te wijden. Ik zie een
verband tussen beide gebeurtenissen. Een kerk op de
knieën. Daar begint het.’
‘Wat betekent het evangelie
voor mijzelf ?’
In het hart van de wijk Oosterheem (Zoetermeer) wordt
een nieuwe kerk gebouwd. De nieuwe wijkgemeente
gaat intensief samenwerken met het missionair centrum
Perron 61.
In 2002 is de Hervormde wijkgemeente Ichthuskerk in
Zoetermeer met ondersteuning van de IZB missionair
pionierswerk begonnen in Perron 61 (zie het interview
met Jurjen de Groot hierboven). Sinds Pasen 2008 zijn
er ook Perronmeetings, laagdrempelige samenkomsten,
inmiddels om de andere zondag, in de aula van een
basisschool. Naarmate de bouw van de nieuwbouwwijk
(met 23.000 inwoners) verder vorderde, groeide de
behoefte bij de ‘moedergemeente’ om een nieuwe
kerk te bouwen. Na een intensieve bezinning op de
missionaire roeping van de gemeente is besloten tot een
‘mixed economy’-model: één gemeente,
met verschillende vormen van samenkomsten: Perron-
meetings en ‘traditionele’ kerkdiensten. ‘Het model zou
bovendien kunnen helpen bij het vormen van nog weer
andere gemeenschappen’, zegt ds. E. van der Ham. ‘Een
kwart van de bewoners is van allochtone afkomst. Wat
zou het geweldig zijn als ook zij in de nieuwe kerk hun
plaats kunnen vinden!’
De eerste-steenlegging (8 juni) is ook de aftrap voor een
grote fondswervingsactie. Het totale bouwproject kost
2 miljoen euro. Het grootste deel van de financiering
is rond, mede dankzij bijdragen van de Protestantse
Gemeente Zoetermeer en de wijkgemeente
Oosterkerk. Er is nog € 300.000 nodig.
www.oosterkerkzoetermeer.nl
Perron 61 en Oosterkerk
Tijding • voorjaar 201306
‘Je hebt er geen last van’
c o l u m n
Een tijdje geleden was ik in gesprek met bevlogen leden van een plaatselijke
kerk, die maar wat graag het evangelie wilden delen met hun dorpsgenoten.
De commissie waar ze deel van uitmaakten, had al heel wat creatieve dingen
gedaan de afgelopen jaren. Op een gegeven moment waren ze op het idee gekomen
om de dorpelingen eens te vragen naar hun mening over de kerk. De uitkomst van
die enquête was met een kort zinnetje samen te vatten: ‘Je hebt er geen last van’.
Natuurlijk, het kon slechter. Ik vermoed dat er ook dorpen zijn waar een soortgelijke
enquête vooral nare verhalen oplevert. Maar toch, echt blij word je ook niet van zo’n
uitslag. Want ja, zullen niet-kerkelijke dorpsgenoten zich interesseren in die club
‘waar je geen last van hebt’? En als die plaatselijke kerk plotseling zou verhuizen, zou
het dorp er iets van merken? Iedereen werd toch al met rust gelaten door de club die
vooral met zichzelf bezig was…
De kerk heeft een imago-probleem. Dat los je niet op door er veel geld tegenaan te
smijten. Het kan alleen veranderen als kerk voor kerk (dorp voor dorp, wijk voor wijk)
zich inzet om het beeld bij te stellen.
Een eerste stap zou kunnen zijn dat een kerk - tegen de heersende opinie in - de
omgeving de nodige ‘last’ gaat bezorgen. Ik bedoel niet extra lang klokkenluiden.
Of nog asocialer gaan parkeren. Of - ook zo leuk - iedereen die ooit in de kaartenbak
is beland, hardnekkig brieven met acceptgiro’s sturen.
Het gaat erom dat de kerk zich actief gaat inzetten voor degenen die niet bij de
kerk betrokken zijn. Zich hardmaakt voor wat niet goed gaat in het dorp en
aandacht vraagt voor wat wel goed gaat. En verrassend uit de hoek komt.
De gemeenteleden zouden hun vrienden en bekenden in het dorp kunnen
‘lastigvallen’ met enig enthousiasme over hun kerk. Er zou met kracht gebeden
kunnen worden voor geloof en bekering in de omgeving. Stel je voor dat zulke
gebeden verhoord gaan worden...
Grote kans dat de kerk mensen irriteert (‘daar heb je ze weer’), maar ook: dat ze
mensen aantrekt (‘die mensen hebben iets’).
Jezus was vaak ook bijzonder lastig voor zijn omgeving en toch had Hij, vreemd
genoeg, bijzonder veel aantrekkingskracht.
Niels de Jong,
missionair predikant
(IZB) in Rotterdam-
Centrum
‘Stel je voor dat
zulke gebeden
verhoord gaan
worden...’
www.uitonverwachtehoek.nl
www.noorderlichtrotterdam.nl
voorjaar 2013 • Tijding 07
maaltijdproject gestart en daarvoor heeft hij een
aantal soortgelijke projecten bezocht en de mede-
werkers gesproken. We kennen in ‘Hebron’ al heel lang
een open maaltijd met een diaconaal karakter. Nu we
steeds meer toegroeien naar een missionaire gemeen-
schap, is een agapè-maaltijd een goede aanvulling. Het
is een liefde maal. Mensen uit eigen kring bereiden voor
elkaar de maaltijd. We eten samen en nemen daarna een
kwartier, twintig minuten de tijd voor gebed.’
Spontaan
Selita arriveert. Ze zal zich bekommeren om de rijst bij de
chili con carne. Weer een zorg minder. De eerste vroege
vogels nemen al plaats. De tieners vullen de water-
kannen; Mathias is in de weer met potten bruine bonen.
Peter: ‘Twee uur geleden heb ik nog spontaan een
Surinaamse overbuurvrouw uitgenodigd. Benieuwd of ze
komt, want ze is nog niet eerder geweest. Zolang je maar
duidelijk bent over wat je doet – samen eten en
bidden voor de stad, voor de wereld – is de
drempel voor belangstellenden niet
hoog. Ik sprak ook nog een buurman
van iets verderop; hij is afkomstig uit
voor malig Joegoslavië. Verhalen over
ons werk in Hebron hoort hij altijd met
waardering aan, maar ik heb hemzelf
hier nog nooit gezien. De klein gelovige
Agapè in Amsterdam:
Naar het voorbeeld van de Vroege Kerk is de jonge
christelijke gemeenschap die samenkomt in ‘Hebron’
(Amsterdam, Spaarndammerbuurt) begonnen met
agapè-maaltijden. Op een doordeweekse avond is er
een warme maaltijd met aansluitend een gebeds-
moment. Een impressie.
‘Ik kom hier altijd om te bidden. Dit is mijn kerk’. De
Oegandees Mathias staat aan het aanrecht. Veel zegt hij
niet. Voorlopig heeft hij nog heel wat paprika’s te snijden;
daarna moeten nog minstens twintig uien gevild. Het is
dinsdagavond, tegen zessen. Twee tieners verbouwen de
kerkzaal tot eetzaal. Tafels in een U-vorm, placemats voor
de ca. vijftig verwachte bezoekers. Héél veel meer kunnen
er trouwens amper in, wil het gezellig blijven.
De IZB-evangelist van vandaag is een duizendpoot.
Peter Smits tref ik aan achter het fornuis. ‘Het
idee voor deze agapè-maaltijden kreeg ik in
gesprek met collega Nico Grijzenhout’,
vertelt hij, terwijl hij met een pollepel in
een enorme braadslee met gehakt
roert. ‘Nico is in Veenendaal een
eten en bidden
‘Gelovigen aten geregeld met elkaar’
In het kerkblad van de Hervormde gemeente Veenendaal
schreef IZB-evangelist nico Grijzenhout over de agapè-
maaltijd in de Vroege Kerk. Een gedeelte daaruit:
‘De gelovigen aten geregeld met elkaar. Tijdens de
maaltijden werd de blijdschap over het evangelie
opnieuw gedeeld. Fragmenten van de preek die niet
waren begrepen, werden opnieuw uitgelegd en er werd
ingegaan op elkaars vragen. De Bijbelwoorden sijpelden
via de bovenlaag van de ingewijde gelovigen als het
regenwater naar de twijfelaars, de jongeren en de
toetreders.
Men at in groepen van enkele tientallen mensen; een
natuurlijke mix van gelovigen die spontaan naar elkaar
toetrokken en andere gelovigen en zoekers meenamen.
Let wel, het waren vooral maaltijden voor de gelovigen.
De deelnemers ervoeren dat zij dankzij Gods genade bij
elkaar hoorden. Dit besef van geloofsgemeenschap werd
versterkt door de gesprekken, de gezelligheid, de opvang
van kwetsbare broeders en zusters en het gebed. De
jongeren zagen van dichtbij hoe God mensen veranderde.
Die mensen kregen voor hen een voorbeeldfunctie.
De telkens terugkerende maaltijden droegen bij aan het
opbouwen van een kring van voldoende persoonlijke
Tijding • voorjaar 201308
in mij
zegt dat hij
er ook vandaag niet
bij zal zijn, maar wie weet…’
Het gesprek wordt onderbroken door dienstmede -
de lingen. ‘Wat is het toetje?’ En: ‘Hoeveel chilipoeder
is reëel, op zo’n grote pan?’
Spaans
Even na half zeven is de zaal bijna tot de laatste plaats
bezet. Naar goed gebruik blijft de deur van ‘Hebron’
open. We lezen een gedeelte uit Handelingen 1 en zingen
een lied. De piano wordt uitgerekend morgen gestemd.
‘Buen apetito’ klinkt het na het gebed. Zonder het te
weten, ben ik in de hoek Spaanstaligen beland. Een
behulpzame vrouw links doet even een voorstelrondje:
‘Zij is afkomstig uit Colombia, zij ook, zij uit Equador, en
die twee daar, met die kinderen, heb ik meegenomen.’
De meesten blijken later klanten van haar, ze werkt als
kapster.
Rechts van me zit
Ali, een vijftiger van Surinaamse
komaf, die graag tv kijkt (‘Opsporing Verzocht
vooral. Wat mensen elkaar aandoen!’). ’s Zondags moet
hij vaak werken, anders zou hij hier ook kerken, vertelt
hij. De tieners doen ervaring op als ober. Er hangt een
gezellige sfeer, ondanks de zeer verschillende achter-
gronden van de gasten. Sommigen benutten de maaltijd
voor een serieus tweegesprek. Anderen blikken wat
luidruchtig terug op de abdicatie van Beatrix (‘Ik heb als
jochie Wilhelmina nog meegemaakt’). De kapster blijkt
nierpatiënte en er wordt uitvoerig gevraagd naar haar
welstand.
De chili valt in de smaak, al had een enkeling iets minder
poeder ook goed gevonden... De roodharige Amster-
damse die meehelpt met afruimen heeft de echo van
het Ajax-kampioensfeest nog in haar oren (‘Gelukkiger
hadden ze me niet kunnen maken…’).
contacten, aan een kleurrijk levensritme, aan onder-
steuning en een gezond eetpatroon. Ze hielpen om
het geloof en het leven vol te houden. Ze stimuleerden
ieder om actief mee te doen in de voorbereidingen en
ontmoetingen. Men dacht niet: ‘ik heb al genoeg familie
en vrienden, laat maar zitten’. Iedereen ervoer hoe
belangrijk zijn of haar betrokkenheid was, zowel voor
zichzelf als voor de ander.
Deze beschrijving treft u op deze wijze niet aan in het
Nieuwe Testament. Ze is afgeleid van allerlei stukjes
informatie over de toenmalige gewoonten van de
christenen; informatie die we vinden in Handelingen en
de Brieven. Het natuurlijke karakter van die gewoonten
blijkt zo nadrukkelijk dat ik me daarop heb ingeleefd.
Of het precies zo is gegaan en of de drie activiteiten in
elke gemeente even belangrijk zijn geweest, weet ik dus
niet zeker. Ik vind het wel aannemelijk. Op sommige
punten is de informatie zelfs uitvoeriger. Zo waren er
meerdere type samenkomsten. En er was niet alleen een
nauwe verbinding tussen het Heilig Avondmaal en de
verkon diging, maar ook tussen het Heilig Avondmaal en
de agapè-maaltijden.’
voorjaar 2013 • Tijding 09
Sjaloom
chaveriem… De maal-
tijd wordt besloten met een lied.
Daarna gaan de aanwezigen in drie groepen
uiteen. De tieners hebben hun eigen gebedssamenkomst.
‘We leren ze al op jonge leeftijd om dat wat ze op hun
hart hebben, te delen met God’, had Peter uitgelegd.
Een groep ouderen blijft in de eetzaal, in een grote kring.
‘We gaan de rij af. Voel je vrij om te bidden in je eigen
taal. God hoort het toch wel. Als je niet hardop wilt
bidden, zeg dan alleen ‘Amen’.
De bejaarde Abraham, al jaren kind aan huis in ‘Hebron’,
begint. Hij bidt in het Aramees, ‘de taal van Jezus’.
Daarna gaat het de kring rond. De één bidt in het Engels,
een ander met een Indonesische tongval. ‘Heer, ik ben
niet waard dat u onder mijn dak inkomt. Maar spreek
slechts één woord en ik zal genezen’, bidt een
Surinaamse vrouw.
Kwart over acht zijn de tafels afgeruimd en is de zaal
weer leeg. Mathias doet zwijgend de afwas. Peter:
‘De zondagse samenkomsten vormen het hart van ons
missionaire project. Deze agapè-maaltijd ligt in het
verlengde daarvan. In het komende seizoen willen
proberen ook een Alpha-cursus in Hebron aan te bieden.
Ook daarin heeft het samen-eten een plaats. Omdat we
merken dat de vorming van huiskringen in onze context
moeilijk van de grond komt, is de combinatie met een
maaltijd een goed alternatief.’
www.hebronline.nl
In Veenendaal zijn 11 maaltijdgroepen (waarvan één
koffiekring), elk met 8 -13 deelnemers, verspreid over
7 wijkgemeenten.
De aanleiding om met het maaltijdproject te starten was
een onderzoek van de GGD, waaruit bleek dat een relatief
hoog percentage 65-plussers in Veenendaal zich eenzaam
voelt. Los van deze cijfers was er ook een algemene
aanleiding: de functie van agapè-maaltijden in het
Nieuwe Testament, als gemeenschapsvormende activiteit,
naast de samenkomst van de gemeente en de individuele
contacten. En er blijkt vandaag de dag een groeiende
belangstelling voor maaltijden: onder studenten, onder
senioren, bij jeugdverenigingen en gemeentedagen.
De deelnemers organiseren het maaltijdproject zelf,
met support van een centrale diaconale commissie.
De frequentie ligt op eenmaal per drie weken, roulerend
bij deelnemers thuis.
Er is geen geregisseerde kring samenstelling. In de
praktijk blijkt dat de deelnemers kiezen voor een kring
in de wijkgemeente waar ze meeleven.
De kringen zijn in Veenendaal gericht op versterking
van de christelijke gemeenschapsvorming. Preventie en
bestrijding van eenzaamheid zijn ook belangrijk, maar
niet beeldbepalend o.a. vanwege het risico van stig-
matisering. Missionaire betekenis van de maaltijd kan
worden gestimuleerd door persoonlijke contacten.
Voel je vrij om te bidden
in je eigen taal
Tijding • voorjaar 201310
Aantal
Ja, ik ontvang graag de GRATIS digitale nieuwsbrief van de IZB-Ark Boekhandel
Naam
Straat en huisnummer
Postcode
Woonplaats
Telefoonnummer
E-mailadres
X
X
X
X
X
9789033800306 Vreugde als levensstijl, Anne-Marie van Briemen (e 6,95)
9789023926979 Adembenemend, Bernhard Reitsma (e 9,90)
9789023926955 Petrus beter begrijpen, N. de Jong & N. van Donselaar (e 9,90)
9789033800283 Voorbeeldig geloven, René de Reuver (e 6,95)
9789033800290 Geloven met Petrus, Jos Douma (e 6,95)
X 9789033800313 Levenswijsheid volgens Prediker, Willem Maarten Dekker (e 6,95)
Bestelbon
Bon opsturen in envelop
(postzegel is niet nodig) naar:
IZB-Ark
Antwoordnummer 70,
3800 VB Amersfoort
Of per e-mail naar:
B o E K
H a n d E l Zes nieuwe Bijbelstudieboekjes
Niels de Jong & Niels van Donselaar
Petrus beter begrijpen 9789023926955Het vierde deeltje in de serie ‘Bijbel beter begrijpen’ gaat over Petrus, de discipel die met vallen en opstaan heeft geleerd om achter Jezus aan te gaan. Door gespreks vragen, verwer kings opdrachten en links is dit boekje uitstekend te gebruiken in groeps-verband. Verschijnt deze maand.
Bernhard Reitsma
Adembenemend9789023926979Nieuwe Bijbelstudies over de gelijkenissen van Jezus. De schrijver bespreekt acht gelijkenissen in de context van Jezus’ tijd en van het Midden Oosten. Door de gelijkenissen wordt zichtbaar hoe goed God is en hoe ongewoon zijn liefde
– een liefde die nooit vanzelfsprekend wordt. Verschijnt deze maand.
Anne-Marie van Briemen
Vreugde als levensstijlBijbelstudies over de Filippenzen brief9789033800306Paulus heeft het moeilijk, zit gevangen en heeft reden genoeg om in de put te zitten. Maar dat doet hij niet. Integendeel. Paulus blijft zich vasthouden aan Christus en leeft vol vreugde. In zijn brief bemoedigt hij ons om op Jezus gericht te blijven. Acht Bijbelstudies die ons inspireren tot een vreugdevolle levenshouding. Verschijnt juli 2013.
Willem Maarten Dekker
Levenswijsheid volgens PredikerBijbelstudies over levenskunst9789033800313Willem Maarten Dekker schreef acht bijbelstudies over Prediker. Hierin gaat hij in op Predikers pessimisme vanwege de
moeite en de vergan kelijk heid van het leven, maar ook op zijn vreugde over de goede dingen als gaven
van God. Verschijnt juli 2013.
9,90
6,95
6,95
9,90
René de Reuver
Voorbeeldig gelovenBijbelstudies over Hebreeën 119789033800283In Hebreeën 11 worden verschillende voorbeeld figuren genoemd. René de Reuver schreef n.a.v. die personen negen bijbelstudies, die ons inspireren om in geloof onze weg te gaan. Verschijnt juli 2013
6,95
Jos Douma
Geloven met PetrusBijbelstudies over de Petrusbrief9789033800290Door de ontmoetingen met Petrus kunnen we veel leren over geloven, maar vooral over Jezus. Petrus leert ons steeds opnieuw, ook als we in ons geloof door diepe dalen gaan, om te zeggen: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God!’. Verschijnt juli 2013.
6,95
voorjaar 2013 • Tijding 11
De GZB en de IZB maken gezamenlijk een toer langs
veertig kerkenraden, voor een intensief, inhoudelijk
gesprek over de missionaire opdracht van gemeenten.
Het project draagt de veelzeggende titel
‘Luisterposten’: beide zendingsorganisaties willen
luisteren naar de (missionaire) vragen die bij
gemeenten op de agenda staan.
‘Natuurlijk hebben we onze ervaring en expertise in onze
bagage’, zegt projectleider Kees Zeelenberg. ‘Maar om
die goed in te zetten moet je eerst scherp luisteren, waar
de vragen en zorgen van de kerkenraad liggen. Vandaar-
uit kun je als betrokken partners, meedenken en
adviseren.’
Hoe gaat het project in zijn werk? ‘De directeuren en
medewerkers van GZB en IZB hebben in de periode
tussen augustus 2013 en april 2014 ontmoetingen met
zo’n veertig gemeenten uit de achterban. De gespreks-
partners zijn predikanten en kerkenraadsleden, in elk
geval mensen die beleidsmatig verantwoordelijk zijn voor
zending en de missionaire opdracht van de gemeente.
Daarnaast zo mogelijk een aantal jongeren. We kiezen
voor een werkvorm met korte, intensieve ontmoetingen.
Met een efficiënte voorbereiding moet je in drie kwartier
heel veel kunnen uitwisselen. Het gaat erom dat de
meest wezenlijke zaken die de gemeente bezighouden
ter sprake kunnen worden gebracht. Het is best een
spannend avontuur, want als we al wisten wat er uit zou
komen, zouden we er niet aan hoeven te beginnen.’
De uitkomst laat zich wel in globale termen benoemen:
aan het eind van de rit hebben de twee organisaties een
schat aan informatie verzameld over de stand van zaken
op het gebied van zending en missionair gemeente-zijn.
De participerende gemeenten krijgen meer zicht op de
wijze waarop de organisaties hen met hun visie en
jarenlange know how kunnen ondersteunen. Zeelenberg:
‘De ontmoetingen organiseren we ook ter bemoediging.
We delen met elkaar de vragen, zorgen en zegeningen.
Ik zou het mooi vinden, als de deelnemers na afloop
constateren dat ze niet vaak in zo’n korte tijd zo diepgaand
hebben gesproken over de zaken die hen bezighouden.
En ik hoop dat ze in het gesprek nieuwe inspiratie opdoen
voor het missionaire werk in hun context.’
Dat de twee zendingsorganisaties in het project ‘Luister-
posten’ samen optrekken ligt voor de hand. ‘De GZB en
de IZB zien allebei de gemeenten als het belangrijkste
middel waarmee God mensen met zijn bevrijdend
evangelie wil bereiken. We willen de gemeenten
graag helpen hier concreet gestalte aan te geven.’
Belangstelling
Projectmedewerkers maken een selectie van gemeenten
die ze benaderen met het verzoek om deel te nemen.
Maar gemeenten die interesse hebben in deelname
aan het project kunnen dat ook kenbaar maken via
[email protected] of [email protected], dan
kan worden bezien of ze in het project kunnen worden
opgenomen. Bij de selectie wordt er op gelet dat de
deelnemende gemeenten qua ligging (geografisch en
kerkelijk) en qua context een doorsnede vormen van
de achterban van GZB en IZB.
Verlangen
‘Ik merk dat er in gemeenten een diep verlangen is
om gestalte te geven aan de missionaire roeping,
aan discipelschap, juist nu. In feite dus om vandaag
uit het hart van het evangelie te leven; dichtbij God,
maar ook dichtbij mensen. Tegelijk merk ik een grote
verlegenheid hoe dat in onze context vorm moet
krijgen. Als GZB en IZB zien we hier de kern van
onze opdracht liggen. Ik hoop vurig dat we met het
project ‘Luisterposten’ veel zullen betekenen voor
de veertig gemeenten die we gaan bezoeken. We
hopen met de uitkomsten ervan meteen een veel
bredere groep gemeenten te kunnen ondersteunen.’
louis Wüllschleger, directeur IZB
Kees Zeelenberg: “Mijn verlangen is dat kerkenraden hun jongere en oudere gemeenteleden concreet kunnen helpen om in het leven van alle dag getuigend aanwezig te zijn. En ook dat de plaatselijke gemeente zelf, als levend lichaam van onze Here, tot verschil makende zegen is voor de buurt. Met het project ‘Luisterposten’ van de GZB en IZB draag ik hier graag iets aan bij.”
In gesprek met gemeenten over de missionaire opdracht
GZB en IZB starten project ‘Luisterposten’
12 Tijding • voorjaar 2013
Jan Westland, hoofd financiën en bedrijfs voering van
de IZB, heeft de overstap gemaakt naar de Christelijke
Hogeschool Ede, waar hij met ingang van 13 mei is
begonnen als hoofd van de afdeling financiën.
Directeur Louis Wüllschleger prees zijn verdienste
voor de IZB in de afgelopen (bijna) 11 jaar en
omschreef het vertrek als ‘een gevoelig verlies voor
de organisatie.’ Tijdens de afscheidsreceptie werd
gememoreerd dat de accountants van de IZB jaar op
jaar constateerden dat de financiële verantwoording
tot in de puntjes was verzorgd. En in de loop der tijd
was de officieuze functie-omschrijving van Jan
uitgedijd, met vele taken en taakjes, wat hem tot een
zeer gewaardeerde collega maakte.
Jan Westland, die een opleiding volgde tot register-
accountant, was afkomstig uit het bedrijfsleven en
koos indertijd bewust voor een ideële organisatie.
‘Het is mijn drijfveer geweest om mij zo in te zetten,
dat de financiën niet méér aandacht zou vergen dan
noodzakelijk. Op die manier kon zoveel mogelijk
aandacht uitgaan naar het hart van de IZB: uitvoeren
van missionair werk. Ook bij de CHE stel ik me dat
weer ten doel: lever zo’n onder steunende bijdrage,
Een vader, twee zonenDeze maand publiceert de IZB de graphic novel ‘Een vader, twee zonen’.
Een eigentijdse versie van de gelijkenis van de verloren zoon, getekend
door Wim Nuninga.
De zwart-wit uitgave telt 20 pagina’s. De uitgave is ontwikkeld met het oog
op het missionaire werk onder degenen die niet gewend zijn om veel tekst
te lezen.
Het verhaal leent zich uitstekend voor een mini-expositie. Daarvoor wordt
een variant op poster formaat aangeboden. Zie voor het aanbod en de
bestelmogelijkheden www.izb.nl.
Gratis IZB-magazineIedere maand publiceert de
IZB een ‘nieuws brief’; een
digitaal magazine, met actuele
nieuwsberichten, bezinnings-
artikelen en achtergrond-
informatie. Vraag een gratis
exemplaar aan via een mailtje
naar [email protected] of via www.
izb.nl, waar ook de laatste
editie is in te zien.
dat alle
aan dacht kan
gaan naar het
primaire proces. Na een
lange periode bij de IZB
vind ik het goed om een stap
te zetten in een nieuwe omgeving,
met nieuwe uitdagingen. Het is prachtig om bij te
dragen aan de vorming van veelal jonge mensen
voor hun beroep. Met een sterke nadruk op de
verbinding tussen identiteit en professie. Van ‘passie
voor missie’ (IZB) naar ‘overtuigend anders’ (CHE),
daar zitten veel raakvlakken. We zullen elkaar nog wel
eens tegenkomen, schat ik zo.‘
Jan bedankte tijdens de afscheids receptie het
bestuur, de directeur en zijn collega’s voor de goede
contacten in het werk. Speciaal dankte hij het team
waaraan hij leiding gaf. ‘Dankzij jullie was het voor
mij een makkie mijn afdelings doelen te halen.’
Hij wenste tot besluit ‘allen die bij de IZB betrokken
zijn vanuit Gods zegen inspiratie toe voor het mooie
en belangrijke werk dat wordt gedaan.’
Jan Westland maakt overstap naar CHE
voorjaar 2013 • Tijding 13
De voorbereiding van het nieuwe Dabar-
zomerseizoen draait op volle toeren. Eind april was
het jaarlijkse Dabar Ontmoetingsweekend: twee
dagen lang werden teamleiders en teamleden
toegerust om de komende zomer de camping op te
gaan en in woorden en daden te getuigen van hun
geloof. Vrijdagavond was er een speciaal programma
voor de teamleiders. Een avond waarin jongeren
nadachten over kwetsbaar leiderschap en via een spel
hun kwaliteiten als leidinggevende ontdekten.
Tijdens de openingsbijeenkomst werden de jongeren
meegenomen in het verhaal van Ruth. ‘Haar levensweg
heeft veel van een dominospel’, zei ds. Davy Hoolwerf,
Dabar-coördinator, in zijn toespraak. ‘Ruth wist van te
voren niet hoe haar leven zou lopen. Een weg ga je stap
voor stap, zoals je een dominospel steen voor steen legt.
Het huwelijk met Machlon, zijn overlijden, de tocht met
Naomi, inburgeren in Bethlehem, aren lezen, de
ontmoeting met Boaz, trouwen… Op die levensstenen
leert ze haar zegeningen tellen. Aan het eind van de weg
zit Naomi met een kleinkind op schoot, dat de voorvader
wordt van David. Het leek misschien een weg ‘op hoop
van zegen’, maar stap voor stap werd het een weg van
zegening naar zegening. De zegen van God is
prachtig uitgebeeld in de woorden van Boaz:
ervaren dat je veilig bent onder de
vleugels van de God van Israël.
dabarwerkers bereiden zich voor op komende zomer
Op hoop van zegen
Als jullie straks de camping opgaan, doe hetzelfde:
neem je toevlucht onder de vleugels van God.’
Verhalenverteller John Kuiper benadrukte in zijn bijdrage
het vertrouwen op God: ‘Als je Gods hand niet kunt
volgen, vertrouw dan op Zijn hart!’
Gebed
Teamlid Yvonne de Wijn getuigde hoe ze vorig jaar in
alle voorbereidingen ervaren heeft hoe krachtig God
door gebed heen werkt. Ze had zich vol vertrouwen
aangemeld en was benoemd tot teamleider. Maar
ondanks alle publiciteit waren er nauwelijks aan-
meldingen voor het team. ‘In de week die volgde,
heb ik de hemel lek gebeden.’ Aan het eind van de week
waren er 11 aan meldingen. Een week later meldde zich
nummer 12. ‘In de tijd die volgde hebben we God nog
vaak aan het werk mogen zien. Nog steeds mag ik in
verwondering, vertrouwen en dankbaarheid terugkijken.
En vooruit kijken!’
Op zondagmiddag werd het Dabar Ontmoetingsweekend
afgesloten met een speciale uitzendingsdienst. Leden van
de plaatselijke commissies en de thuisgemeenten van de
jongeren zongen hen daarin toe: ‘Vrede zij u’.
Het is nog steeds mogelijk om je aan
te melden voor het Dabarwerk in de
komende zomer. Informeer naar de
mogelijkheden bij Kelly de Hoop, via
14 Tijding • voorjaar 2013
75e jaargang nr. 2 – Juni 2013 Tijding is een gratis kwartaal-uitgave van de IZB – vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is e 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november. De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatiewerk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers. Bestuurds. M.J. Tekelenburg, voorzitterds. R.F. de Wit, secretarisA.P. van der Kooy, penningmeesterds. M.C. Batenburgprof.dr.ir. J.H. van Bemmelmw. drs. Z.A. Jansen-Smitdr. H. de Leededs. A. van Lingenmw. J.E. van Velzen-Vermaasds. J. van Walsum Directieds. L. Wüllschleger. IZBJohan van Oldenbarneveltlaan 103818 HB Amersfoorttel.: 033-4611949e-mail: [email protected]: www.izb.nlING: 980 980Rabobank: 30 22 06 191IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91BIC: RABONL2U Uw steunSteun de zending in Nederland door uw gebed, uw IZB-lidmaatschap, uw gift en door al uw boeken te bestellen bij de IZB-boekhandel: www.izb-ark.nl, tel. 033-4613225.U kunt de IZB ook op laten nemen in uw testament. Graag willen wij u helpen om dat te regelen. U kunt hiervoor vrijblijvend een afspraak maken met Stefan Poldervaart 06-83697407 of [email protected] RedactieSjaak van den Berg Koos van Noppen Overname artikelenOvername van artikelen is toegestaan met bronvermelding.
Colofon
Sjaak van den Berg,
Missionair predikant
(IZB), verbonden aan de
wijkgemeente Martinikerk
in Groningen.
‘Wat is voor jou het hoogtepunt van het kerkenraadswerk?’
Visitatoren op bezoek. Mooie vraag. Kerkenraadsleden noemen ver-
schillende mooie en goede dingen. Het eerste dat in mij opkwam, was
de herinnering aan recente doopbedieningen. Ik vertel enthousiast dat
de vorige dag nog drie jongens in onze gemeente waren gedoopt. ‘Had
hij er ook zo’n stralend gezicht bij als nu?’, informeren de visitatoren bij
de andere kerkenraadsleden.
Dopen ontroert me steeds meer. Dat ontspringt aan de dankbaarheid
dat er kinderen worden geboren en gedoopt in de gemeente. In de
afgelopen 15 jaar is er langzamerhand een verschuiving opgetreden
in de samenstelling van onze gemeente. Van een tamelijk grijs geheel
met een relatief klein aantal studenten en nog minder gezinnen, is
de gemeente veranderd in een veel evenwichtiger samengestelde
gemeenschap. De kerkenraad heeft beleid gemaakt om meer aandacht
te besteden aan de studenten en jonge mensen in de gemeente. Dat
is gezegend. Bovendien, zoals veel meer gemeenten in grote steden
merken, blijven jonge stellen langer in de stad wonen ook wanneer ze
kinderen krijgen. In Groningen is de werkgelegenheid niet toereikend
om alle afgestudeerden een redelijke kans op werk te bieden, maar wel
zo groot dat een fikse groep studenten blijft, trouwt en kinderen krijgt,
die ook weer gedoopt worden.
Maar het is niet alleen de vergroening van de gemeente die me ont-
roert, wanneer ik doop. Het dopen zelf wordt steeds belangrijker voor
me en gedoopt zijn steeds dieper. Dit heeft te maken met de ervaring
van het dopen van mensen die van buiten komen. Je ziet en ervaart
veel sterker de ingrijpende kracht van de doop, wanneer mensen
die buitenkerkelijk zijn opgevoed Christus leren kennen. Voor hen is
gedoopt worden een grenservaring. Deze ervaringen laten ons zien
dat de doop allesbehalve het gezellige familiefeest is dat het soms wel
geworden is/was. Onkerkelijke mensen die gedoopt worden herinneren
ons aan het onnatuurlijke van de doop.
Behalve de ervaringen van de nieuwkomers, waardoor nieuwe lagen
in de doop zichtbaar worden, is het ook het beleidsthema van de IZB
dat mijn oren scherpt: discipelschap. Het sacrament heeft niet alleen te
maken heeft met het feit dat ik wedergeboorte nodig heb en dat ik word
schoongewassen. De doop heeft ook alles te maken met het gaan lijken
op Jezus Christus. Het onder gaan in het water en opstaan in een nieuw
leven is immers de sjabloon van het leven van Jezus.
De doopdiensten hebben dan ook sterker het karakter gekregen van
het herinneren van de gemeente aan haar doop. Dat hoor je in de
preken terug. Het dooponderricht gebruik ik liturgisch niet meer alleen
als uitleg voor de doopouders en dopelingen. Het wordt gelezen op
het moment waarop we anders de wet van God en/of het liefdesgebod
lezen. Daarmee herinner ik de gemeente aan haar hoge roeping.
In de doop zit alles om in deze tijd zichtbaar en gunnend christen te zijn.
Vandaar dat gedoopt zijn voor mij veel kostbaarder is geworden en
het bedienen van dit sacrament het hoogtepunt in mijn werken in de
gemeente is.
Hoogtepuntc o l u m n
‘Je ziet en
ervaart sterk
de ingrijpende
kracht van
de doop’
voorjaar 2013 • Tijding 15
Stuur de oplossing van de puzzel op naar IZB, Johan van Oldenbarneveltlaan 10, 3818 HB Amersfoort of mail naar [email protected]. Misschien heb je wel een prijs!
Oplossing:
En dit zijn
de winnaars...
De oplossing van de vorige puzzel was: Het evangelie naar Almelo.
De volgende trouwe puzzelaars hebben hiervoor een prijs gewonnen:
Naomi Bergman uit Zegveld, Thimo-Louis de Leur uit Den Haag en Jasmijn Pols uit Gouderak.Extra winnaars deze keer zijn: Reyer Doppenberg uit Putten, Thijs Remmink uit Wierden en Annelie Vellekoop uit Nieuwerkerk a/d IJssel.
Van harte gefeliciteerd!
Cijferpuzzel
Om deze cijferpuzzel te kunnen maken,
moet je eerst in dit nummer van Tijding
op zoek naar het verhaal van de warme
maaltijd in Amsterdam. De mensen van
‘Hebron’ noemen het een Agapè-
maaltijd. Die wordt op een doorde-
weekse avond gehouden en afgesloten
met een moment van gebed.
De woorden uit de puzzel komen
allemaal uit dit verhaal. Bekijk die
puzzelwoorden maar eens goed. Er is
iets vreemds aan: op sommige plaatsen
staat geen letter, maar een cijfer. Vul daar
de ontbrekende letter in, zodat de
woorden weer compleet zijn. Zet die
letters vervolgens in de puzzelvakjes bij
de juiste cijfers. De zin die je dan leest,
is de oplossing van de puzzel.
Succes!
M A 2 L T IJ 18
G E 15 E D
P R O J 27 C 26
24 E D E W 6 R K E R
L I E F 17 E M A A L
B U U 28 V R O U W
W 23 T E R K A 9
12 E D E 29 E L I N G
T O 19 T J E
P A P R I K 11
P I A 5 O
L I 4 D
C O L O 31 B 21 A
E E 7 Z A 30 L
A F W A 1
H U I 25 K R 16 N G
10 U R I N A 3 E R
T I 13 N E R S
C H I L I C O 14 C A R 20 E
G E M 8 E 22 S C H A P
1
15
2
16
3
17
4
18
5
19
6
20
7
21
8
22
9
23
10
24
1
25
12
26
13
27
14
28 29 30 31