Upload
vungoc
View
220
Download
5
Embed Size (px)
Citation preview
FYSIOPRAXISVA K B L A D V O O R D E F Y S I O T H E R A P E U T
JAARGANG 26 • NUMMER 6 • JULI/AUGUSTUS 2017
STATE OF THE ART
Fysiotherapie
bij stamcel-
transplantatie
IN DE PRAKTIJK
Specialisten
in Boekelo
en Amsterdam
WETENSCHAP
Weer fi t worden
en fi t blijven
bij kanker
ThemanummerOncologie
12 16 36
September 2017
7 en 9 september
KNGF Workshop Praktisch
leidinggeven, Zwolle
12 september
Workshop Functionerings-
gesprekken voeren, Leiden
12 september en
17 oktober
Workshop Persoonlijke
strategie, Heerenveen
18 september
Verdiepingscursus
Blessurepreventieve
hardlooptechniek,
Amersfoort
19 september
Lezing Fysiotherapie bij rotator
cuff tendinopathie, Haarlem
21 september
Workshop Kwetsbare ouderen -
sarcopenie, Urmond
23 september
NVFK-congres Move to
progress, Zwolle
26 september
Lezing Fysiotherapie bij rotator
cuff tendinopathie, Urmond
29 september
Jaarlijkse bijeenkomst Stichting
Geschiedenis Fysiotherapie, Urk
Oktober 2017
2 oktober
KNGF NPI-lezing Duizeligheid,
Heerenveen
3 oktober
Lezing Fysiotherapie bij rotator
cuff tendinopathie, Haarlem
5 oktober
Verdiepingscursus
Blessurepreventieve
hardlooptechniek,
Leusden
9 oktober
KNGF NPI-lezing Duizeligheid,
Vught
10 oktober en 14 november
Workshop Persoonlijke
strategie, Winterswijk
23 oktober
KNGF NPI-lezing Duizeligheid,
Zwijndrecht
24 oktober en 21 november
Workshop Persoonlijke
strategie, Urmond
26 oktober
KNGF Motiverende
beoordelingsgesprekken
voeren, Vught
November 2017
24 november
Dag van de Fysiotherapeut +
ALV KNGF, locatie: Midden
Nederland Hallen, Barneveld
FysioPraxis | juli/augustus 2017
AGENDA
Informatie, inschrijven en meer scholingen, congressen, lezingen en trainingen
van het KNGF: www.kngf.nl
Het totale scholingsaanbod: www.fysionetwerken.nl – kalender
OP DE COVER
Wie bent u?
Founder van Cancer Care Center, een
kleine keten van multidisciplinaire eerste-
lijns-oncologiecentra voor kankerpatiënten
en hun naasten, waarin geïntegreerd
ondersteuning wordt geboden op fysiek,
psychisch en maatschappelijk gebied. Ik
ben daarnaast werkzaam als oncologie- en
oedeemfysiotherapeut en als docent bij
verschillende opleidingen in Nederland en
België.
Waar is de foto gemaakt?
Op onze nieuwe Cancer Care Center-
locatie in het Amsterdamse Bos.
Ik lees FysioPraxis vooral...
...om op de hoogte te blijven van wat er
speelt in Fysiotherapieland. Daarbij ben ik
uiteraard met name geïnteresseerd in de
oncologiefysiotherapie.
Ik ben trots op...
...mijn cliënten, die vanuit hun eigen kracht
werken aan het herstellen van hun vitaliteit
Annemarie Beintema
tijdens en na de behandeling tegen kanker.
En op mijn collega’s, die met hun expertise
en aandacht de cliënten daar zo goed bij
ondersteunen.
Ik heb gekozen voor oncologiefysiotherapie
omdat...
...ik het een fascinerend vakgebied vind,
dat continu in ontwikkeling is en waarbij
het een voortdurende uitdaging is om met
een multidisciplinair professioneel team de
beste zorg te leveren.
Viel u iets op, hebt u een opmerking of
aanvulling? We horen het graag!
Reacties kunt u sturen naar:
@FysioPraxis
4
OPROEP
Wilt u zelf een artikel aanleveren?
Wij nodigen u daartoe graag uit.
Ga naar www.kngf.nl/fysiopraxis
voor de auteursrichtlijnen.
De redactie behoudt zich het recht voor
bijdragen die niet aan de kwaliteitseisen
van FysioPraxis voldoen, af te wijzen.
16
FysioPraxis | juli/augustus 2017
Wanneer je een Twentenaar met kanker vraagt hoe het
gaat, zal hij iets zeggen als “Ik heb zo’n last.” Tieberink
vindt ‘last’ een mooi woord. “Het kan psychisch zijn of
lichamelijk, of last van de omgeving omdat je geen werk
hebt, of veel verdriet. Als oncologiefysiotherapeut help je
die last te verlichten”, zegt ze. “Dat is anders dan alleen
maar pijn verlichten of trainen om minder moe te zijn. Ik wil
echt iets voor mensen betekenen, ertoe bijdragen dat de
kwaliteit van hun leven verbetert.”
Dus hielp ze haar zusje toen die in 1993 borstkanker
kreeg. Er bestond toen nog geen structurele nazorg voor
oedeem- en oncologiepatiënten. Het werd een ener-
verende zoektocht naar mogelijkheden; het bleek niet
gemakkelijk om een behandelaar te vinden met kennis
over oncologische nazorg. Het overlijden van haar zusje
werd een keerpunt. Toen Tieberink in 2003 in FysioPraxis
een oproep las over de eerste opleiding oncologiefysio-
therapie, schreef ze zich meteen in.
Investeren in samenwerken
Tijdens het afsluitende jaar kreeg Tieberink zelf borst-
kanker. Ze merkte dat het hebben van kennis van onco-
logie een enorme meerwaarde had bij het maken van
keuzes tijdens het behandeltraject en daarna. Dit zou voor
alle patiënten zo moeten zijn, dacht ze en zo geschiedde.
Ze opende in 2010 de tweede vestiging van haar praktijk,
gespecialiseerd in het begeleiden van oedeem- en onco-
logiepatiënten.
De accountant vroeg zich af of de praktijk financieel haal-
baar was, maar Tieberink was vastbesloten. “Deze prak-
tijk moet er komen, met een grote oefenzaal, want de
mensen moeten trainen onder begeleiding!” Dus de prak-
tijk kwam er, in de voormalige brandweerkazerne. Na
uitbreiding van het team en diverse verbouwingen barst
de praktijk inmiddels uit zijn voegen. De nieuwbouw
wordt in het najaar opgeleverd, met 21 behandelkamers.
In de nieuwbouw komt naast een reguliere praktijk een
expertisecentrum voor oedeem- en oncologiepatiënten.
Tieberink werkt er samen met andere disciplines die ook
nazorg bieden op het gebied van oncologie. Zo vestigen
er zich een GZ-psycholoog en een klinisch psycholoog
en levert Roessingh Revalidatietechniek borstprotheses,
lingerie en therapeutisch elastische kousen. Daarnaast is
er ruimte voor complementaire zorg door een diëtist, podo-
therapeut, ergotherapeut, acupuncturist, schoonheids-
I N D E P R A K T I J K
Twee bevlogen vakvrouwen over hun praktijk
Superspecialist in de onco logiefysiotherapie
Net zo vriendelijk als het Twentse landschap is de sfeer in
de fysiotherapiepraktijk van Bertine Tieberink in Boekelo.
Je vindt haar meestal in de oefenzaal, hard aan het werk
met patiënten, maar ook achter de schermen heeft ze
haar zaken goed voor elkaar. Zoals de nieuwbouw van
de praktijk, verderop in de straat. Dit najaar opent ze een
multidisciplinair expertisecentrum in de eerstelijns-oncolo-
giefysiotherapie.
Helpen op z’n Twents
Tijdens haar opleiding fysiotherapie overleed haar vader
aan longkanker. Hij had veel baat gehad bij haar pogingen
om zijn pijn te verminderen en gaf haar als laatste woorden
mee: “Wicht, wat he-j mooi werk, a-j de leu könt helpen.”
Het was 1978, achter deze Twentse wijsheid zit volgens
Tieberink een boodschap die haar nog dagelijks moti-
veert. “Helpen op z’n Twents gaat om de zorg voor de
hele mens. Helpen gaat niet over pijn, de functie van een
gewricht of vermoeidheid. Het gaat om de mens die je
helpt, die staat centraal.”
“Je moet goed gek zijn om acht dagen per week voor je vak te gaan, maar het loont elke minuut als je kijkt
wat je voor oncologiepatiënten kunt betekenen.” Aldus twee bevlogen oncologiefysiotherapeuten, uit het
oosten en uit het westen van het land. Ze helpen oncologiepatiënten vanuit hun eigen kracht terug te keren
naar een beter leven ondanks de kanker. Met als advies aan de lezers van FysioPraxis: oncologie doe je er
niet even bij.
Tekst: Lidwien van Loon
Bertine Tieberink (r.) in de oefenzaal van haar praktijk
Tieberink: ‘Oncologiefysiotherapie is maatwerk en zou ook zo moeten worden vergoed’
Fo
to:
Ed
ith
Ho
ward
17
FysioPraxis | juli/augustus 2017
Superspecialist in de onco logiefysiotherapie
>>
specialist, nagelspecialist, leefstijladviseur, haarwerkspe-
cialist en een bewegingsagoog. Ook komt er een kind-
centrum met kinderfysiotherapie, een kindercoach en een
logopedist.
“Alle disciplines in ons centrum delen de meerwaarde van
multidisciplinaire samenwerking met korte lijnen, en ze
stellen de patiënt centraal. Zo’n visie realiseren vergt niet
alleen veel investeren in kennis maar ook in het leggen van
contacten met alle disciplines om ons heen. Het is verder
de bedoeling dat we vanuit het expertisecentrum nascho-
ling gaan bieden aan verwijzers en thuiszorg. Ze ervaren
het als een ‘eyeopener’ dat oncologiefysiotherapie in de
eerste lijn zoveel mogelijkheden biedt voor nazorg van
oncologiepatiënten.”
Vergoeden als maatwerk
Naast de vele mogelijkheden dienen zich ook onmoge-
lijkheden aan. Zo reserveert Tieberink een uur voor de
intake van een oncologiepatiënt. “Dit is meteen de eerste
bottleneck in onze oncologische zorg, want ik krijg maar
een halfuur vergoed. Maar hoe kan ik het verhaal van
een patiënt die een complex traject volgt, vangen in een
halfuur? Ik neem uitgebreid tijd voor de anamnese en het
verhaal dat erachter zit. Dit levert onschatbare informatie
op, ik weet zo of de patiënt meer zorg nodig heeft dan
alleen fysiotherapie. De vertrouwensband die ik opbouw
met een patiënt, ontstaat al tijdens dit eerste gesprek. We
lopen met Expertisecentrum Tieberink dwars door alle
lijnen heen. We bieden wat patiënten nodig hebben, zij
staan centraal. Dat is helpen op z’n Twents.”
Vanuit haar passie om te denken in mogelijkheden, wil
Tieberink graag in gesprek met zorgverzekeraars, maar
dat blijkt lastig. “Uit veel recent onderzoek blijkt dat nazorg
in de eerste lijn efficiënt en relatief goedkoop is. Daar
werken we als oncologiefysiotherapeuten graag aan mee.
Toch ondervinden we veel problemen met de financiering
van onze zorg. Zo accepteren zorgverzekeraars niet dat
we twee behandelingen op één dag declareren als patiën-
ten van ver komen en verwezen zijn voor verschillende
indicaties. Ze krijgen bijvoorbeeld oedeemfysiotherapie
voorgeschreven na een operatie of radiotherapie, maar
hebben ook chemotherapie, waarvoor ze onder begelei-
ding moeten trainen om in conditie te blijven. Het gevolg
van niet meer behandelingen op één dag mogen decla-
reren is dat patiënten meer dagen achter elkaar naar de
praktijk moeten komen, wat alleen maar nadelig werkt. Er
kan wel ontheffing worden aangevraagd, maar dit levert
veel administratieve belasting en overlast.
Ook zijn de diagnosecodes die we als oncologiefysio-
therapeuten moeten gebruiken, niet meer passend bij
de ontwikkelingen van ons vak. Oncologiefysiotherapie is
maatwerk. Wij vinden dat dat ook zo zou moeten worden
vergoed.”
Cancer Care Center
Van het gemoedelijke Twente naar de grote stad, waar
Annemarie Beintema het Cancer Care Center (CCC) op-
richtte. Inmiddels heeft ze vijf praktijken in Amsterdam
uit de grond gestampt. Landelijke uitrol is haar volgende
ambitie.
Zich specialiseren tot oncologiefysiotherapeut sloot naad-
loos aan op haar ervaring als manueel en oedeemthera-
peut op de Intensive Care van het academisch ziekenhuis
in Zürich. Beintema werkte er met brandwondpatiënten,
deed onderzoek naar de regeneratie van het lymfesys-
teem bij brandwondpatiënten en implementeerde litteken-
management. Daar leerde ze de meerwaarde kennen van
multidisciplinair behandelen. Na tien jaar keerde Beintema
Team Fysiotherapie Tieberink
Oefeningen in het Amsterdamse bos, met fysiotherapeut Ljiljana Music (l.)
Fo
to:
Lie
sbeth
Din
gem
an
sF
oto
: E
dith
Ho
ward
D O S S I E R O N C O L O G I E
18
FysioPraxis | juli/augustus 2017
>> terug en vervolgde ze haar carrière als oedeemfysiothera-
peut in een praktijk in Amsterdam-Oost. De praktijk grenst
aan het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) waar veel
oncologiepatiënten worden behandeld. “Dus ging ik onco-
logiefysiotherapie studeren. Als oedeemfysiotherapeut zie
je namelijk veel oncologiepatiënten terwijl je nagenoeg
niets weet van de vele behandelmogelijkheden van kanker
en hun langetermijneffecten. Zonder deze kennis en een
multidisciplinair netwerk kun je als fysiotherapeut niet op
verantwoorde wijze oncologiepatiënten behandelen.”
Dwars door de stad
“Toen ik in 2007 de opleiding oncologie afrondde, wilde
ik oncologiepatiënten meer bieden dan alleen fysiothe-
rapie”, vertelt Beintema over het ontstaan van CCC. “Ik
merkte dat er veel patiënten door de stad trokken op
zoek naar allerlei vormen van zorg. Niet alleen naar een
fysiotherapeut of psycholoog met kennis van oncologie,
maar ook naar een pruik na chemo, naar een diëtiste na
hormoontherapie, naar lingerie en permanente make-up
na een borstamputatie. Veel oncologiepatiënten hebben
geen energie voor zo’n zoektocht door de stad. Ik wilde
daarom alles onder één dak brengen vanuit het netwerk
dat ik had ontwikkeld.”
Iedereen was laaiend enthousiast, maar voor financiering
stuitte Beintema op tal van bureaucratische muren. De
oprichting van het centrum leek te stranden, tot het toeval
wilde dat FysioHolland de praktijk in Oost overnam en zich
inzette voor de zakelijke kant van het centrum. De oprich-
ting van CCC werd een feit. Alles op één locatie was welis-
waar Amsterdams gezellig maar ook onrustig voor onco-
logiepatiënten. En zo verspreidde CCC zich over de stad,
voor iedereen bereikbaar. Op elke vestiging zijn naast een
oncologiefysiotherapeut altijd een oncologieverpleegkun-
dige, een diëtiste en een psycholoog als kerndisciplines
aanwezig. Ook biedt CCC op kanker georiënteerde osteo-
pathie, ergotherapie, logopedie, acupunctuur, massage
bij kanker, een inloophuis en ondersteunende diensten
met het oog op protheses, lingerie en haarwerken. Het
motto ‘back to vitality’ komt zeker met de nieuwste vesti-
ging in het Amsterdamse Bos pal naast Spa Sport Hotel
Zuiver volledig tot zijn recht.
Begrensd door financieringskaders
“Oncologie doe je er niet zomaar bij”, gaat Beintema
verder. “De ontwikkelingen gaan ongelooflijk snel. Al die
kennis heb je hard nodig om te weten op welk niveau je
met oncologiepatiënten kunt trainen. De fysiologie en in-
spanningsleer die je je als algemeen fysiotherapeut en
zelfs als sportfysiotherapeut eigen hebt gemaakt, om-
vatten niet de effecten van oncologische ingrepen op het
immuunsysteem.” Logisch dat ook Beintema zich blijft
scholen. Ze rondt dit jaar de Master of Science af aan de
Vrije Universiteit Brussel.
In haar centrum zijn de oncologiefysiotherapeuten meestal
ook de casemanager. Daarmee raakt Beintema een heikel
punt. Liep ze bij de oprichting van CCC tegen de grenzen
van de huidige financieringskaders aan, ook de financie-
ring van het casemanagement kent een eigen dynamiek.
“Doe ik als fysiotherapeut de intake en daarmee het case-
management, en stuur ik de patiënt door naar een psy-
choloog, dan wordt mijn intake met uitvoerige verslagleg-
ging niet vergoed, want er volgt geen fysiotherapie. Hoe
kun je dan multidisciplinair werken? En wat doe je met
de diagnosecode als patiënten nog niet geopereerd zijn?
Als patiënten chemo ondergaan vóór de operatie en ze
willen trainen om in conditie te blijven, dan is ook hier
geen vergoeding voor. Een patiënt vertelde me dat ze de
fysiotherapie niet vergoed kreeg, omdat de verwijzing van
een oncologisch chirurg afkomstig was en niet van een
revalidatiearts of oncoloog. Oncologiepatiënten die geen
chemo ondergaan, zien vaak geen oncoloog en ook geen
revalidatiearts, alleen een oncologisch chirurg. Helaas ont-
breekt deze kennis bij zorgverzekeraars.”
Zowel Beintema als Tieberink vinden dit onbegrijpelijk.
Ze benadrukken het belang van goede financiering van
oncologische zorg in de eerste lijn. Beintema: “Moeten
oncologiepatiënten dan gaan trainen in dure revalidatie-
centra en vervoerskosten maken omdat ze de eerste
behandelingen bij mij niet vergoed krijgen? Dat gaat er bij
mij niet in. Goede oncologische nazorg in de fysiotherapie
bespaart enorm veel leed en kosten.”
Beintema: ‘Goede oncologische nazorg in de fysiotherapie bespaart enorm veel leed en kosten’
Annemarie Beintema
I N D E P R A K T I J K
Fo
to:
Lie
sbeth
Din
gem
an
s