Upload
others
View
10
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Historische context De Republiek. Verzameling van examenvragen 2015-2017.
Bij de examenvragen van havo 2017 & 2016 (1e tijdvak) staat de p-waarde vermeld. Een hoge waarde
geeft aan dat veel leerlingen de vraag goed hadden. Een lage waarde wil dus zeggen dat het een
moeilijke vraag was.
De antwoorden staan in het rood aangegeven.
Veel succes met oefenen!
Opdracht 41 (havo 2017 tijdvak 1, 9 p-waarde = 76)
Een bewering:
De afspraak 'cuius regio eius religio' uit de Vrede van Augsburg maakte duidelijk dat het beleid van keizer
Karel V in het Duitse rijk mislukt was.
3p Licht deze bewering toe door aan te geven:
• wat de godsdienstpolitiek van Karel V inhield en
• wat de afspraak uit de Vrede van Augsburg inhield en
• waardoor deze afspraak voor Karel V betekende dat zijn beleid mislukt was.
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• Karel V hield vast aan de rooms-katholieke godsdienst als enig toegestane godsdienst / bestreed
andere godsdiensten dan de rooms-katholieke (als ketterij) 1
• De vorst bepaalde het geloof van zijn onderdanen in het Duitse rijk 1
• Hierdoor bleef de verdeeldheid in Karels rijk bestaan want een Lutherse/protestantse vorst kon in
zijn gebied een andere godsdienst toelaten dan de rooms-katholieke 1
Opdracht 42 (havo 2017 tijdvak 1, 10 p-waarde = 56)
Bron
Uit het Plakkaat van Verlatinge (1581):
De overige goede inwoners werden gekweld. Niet alleen door de overlast die de in hun huizen
ingekwartierde Spaanse soldaten hun vrouwen, kinderen en bezittingen aandeden, maar ook door allerlei
belastingen. Die belastingen waren onder meer bedoeld ter financiering van de bouw van nieuwe burchten
en vestingen om henzelf te onderdrukken (…).
Wij hebben alle hoop op verzoening opgegeven en zien geen andere uitweg meer. Daarom zeggen we, in
overeenstemming met het natuurrecht, ter verdediging van de rechten, privileges en oude gewoonten van
onszelf en onze landgenoten, ter handhaving van de vrijheden van ons vaderland, ter bescherming van onze
vrouwen, kinderen en nakomelingen, ter voorkoming dat zij in de slavernij van de Spanjaarden raken, de
trouw aan de koning van Spanje op. We hebben besloten alle middelen aan te wenden die wij nodig achten
om onze rechten, privileges en vrijheden te behouden.
Gebruik de bron.
Uit dit fragment uit het Plakkaat van Verlatinge blijkt dat de opstandige gewesten zich aansluiten bij de
propaganda die Willem van Oranje sinds het uitbreken van de Opstand voert en dat hun houding tegenover
Filips II veranderd is sinds het begin van de Opstand.
4p Leg dit uit door aan te geven:
• zonder bron, welke invalshoek Willem van Oranje koos bij het begin van de Opstand voor zijn
propaganda en
• zonder bron, wat de opstelling van de gewesten tegenover Filips II in het begin van de Opstand was
en
• met bron, waaruit blijkt dat de gewesten zich aansluiten bij de opvatting van Willem van Oranje en
• met bron, welke verandering heeft plaatsgevonden in de opstelling van de opstandige gewesten.
maximumscore 4
Kern van een juist antwoord is:
• Willem van Oranje koos bij het begin van de Opstand een nationale (en geen religieuze) invalshoek 1
• De gewesten erkenden Filips II als hun vorst (die door slechte raadgevers fouten maakte) 1
• De gewesten sluiten zich aan bij de invalshoek van Willem van Oranje, omdat zij in dit fragment de
nadruk leggen op het onrecht dat de 'vreemde' Spanjaarden de inwoners van het land aandoen / op
de bescherming van de rechten en vrijheden van de Nederlanders / op de verdediging van het
vaderland 1
• De gewesten stellen zich later anders tegenover Filips II op, omdat in dit fragment de trouw aan de
koning van Spanje/Filips II wordt opgezegd 1
Opdracht 43 (havo 2017 tijdvak 1, 11 p-waarde = 69)
Bron
In 1572 vallen de troepen van Willem van Oranje Roermond binnen. Hierbij wordt ook een klooster
aangevallen. Deze aanval wordt in 1587 door Richard Verstegen beschreven in zijn boek Theater van ketterse
gruwelijkheden in onze tijd.
In die uitgave staat deze prent:
Gebruik de bron
In 1588 kent Parma, de Spaanse landvoogd van de Nederlanden, een jaargeld van 360 kronen toe aan
Richard Verstegen, omdat hij het werk van Verstegen goed kan gebruiken.
3p Verklaar dit door aan te geven:
• met een verwijzing naar de prent, welke boodschap Parma met deze
• prent kan overdragen en
• welk politiek doel Parma met dit werk van Verstegen kan bereiken.
maximumscore 3
Uit het antwoord moet blijken dat:
• in de prent wordt getoond dat de opstandelingen onschuldige monniken wreed vermoorden 1
• Parma hiermee kan laten zien dat de soldaten van Willem van Oranje/de opstandelingen wreed zijn /
ongewapende burgers/geestelijken vermoorden 1
• Parma met deze prent steun kan verwerven in de strijd tegen de opstandelingen onder de rooms-
katholieke bevolking van de Nederlanden (en daarbuiten) 1
Opmerking
Er wordt alleen 1 scorepunt toegekend aan een juiste verwijzing naar de prent als de propagandaboodschap
van Parma juist wordt weergegeven.
Opdracht 44 (havo 2017 tijdvak 1, 12 p-waarde = 56)
Twee gegevens:
1. In 1630 veroverde de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC) de stad Recife in Brazilië. Rondom de
stad lagen veel suikerplantages.
2. In 1637 veroverde de WIC het fort Elmina aan de kust van het huidige Ghana.
2p Leg uit dat de verovering van Recife de inname van Elmina wenselijk maakte.
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Om de suikerplantages rondom Recife te exploiteren waren arbeidskrachten nodig die werden aangevoerd
(uit Ghana) via de trans-Atlantische slavenhandel (waarvoor de verovering van Elmina nodig was).
Opdracht 50 (havo 2017 tijdvak 2, 7)
In 1521 werden op de Rijksdag in Worms de boeken van Luther verboden omdat zijn opvattingen een
politieke bedreiging vormden voor het beleid van Karel V.
2p Leg dit uit door:
• een opvatting van Luther te noemen en
• aan te geven waardoor deze opvatting een politieke bedreiging vormde voor het beleid van Karel V.
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
• Luther stelde dat alleen de Bijbel richtinggevend is (en niet de paus/de Rooms-Katholieke Kerk) /
dat de machtsaanspraken van de Rooms-Katholieke Kerk/ de paus onterecht waren 1
• wat het gezag van Karel V ondermijnde omdat dit steunde op de macht van de Rooms-Katholieke
Kerk / omdat Luther de eenheid van zijn rijk in gevaar bracht / omdat Luther de edelen opriep de
reformatie door te voeren 1
Opdracht 51 (havo 2017 tijdvak 2, 8)
Bron
Op 29 augustus 1572 opent de stad Mechelen in de Zuidelijke Nederlanden de poorten voor de geuzen en
krijgt de stad een calvinistisch bestuur. Na een maand komen Spaanse troepen voor de stad en geeft
Mechelen zich zonder verzet over. De Spaanse secretaris van de Geheime Raad, Esteban Pratz, schrijft op 30
november over deze inname door het Spaanse leger aan Filips II:
Ze (de Spaanse soldaten) hebben gehandeld alsof de bewoners barbaren waren en de hoofdstad van het
land een Turkse stad. De verwoesting is zó groot geweest, dat zij geen spijker in de muren hebben gelaten.
Maar het ergst waren de martelingen die zij vele getrouwde vrouwen, jongens en
meisjes hebben doen ondergaan om te weten waar men het goud en het zilver had verstopt, totdat men ze
de dood had ingedreven.
Gebruik de bron
Het optreden van het Spaanse leger zoals dat in de bron wordt beschreven, is door Alva in verschillende
steden in de Nederlanden toegepast.
2p Leg met het voorbeeld van Leiden uit, dat het doel van Alva met deze aanpak niet bereikt wordt.
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Leiden geeft zich na de verwoestingen in Mechelen (en andere steden) niet over aan de Spaanse troepen
waardoor Alva niet kan voorkomen dat steden zich aansluiten bij de Opstand.
Opdracht 52 (havo 2017 tijdvak 2, 9)
Een bewering:
De economie van de Republiek had veel te danken aan immigranten.
1p Ondersteun deze bewering dooreen reden te noemen waardoor vluchtelingen uit Antwerpen bijdroegen
aan die economische bloei.
maximumscore 1
Kern van een juist antwoord is:
De vluchtelingen uit Antwerpen waren in veel gevallen kooplieden / vakbekwame ambachtslieden (met een
groot handelsnetwerk / veel vakkennis) die hun bedrijven voortzetten in de Republiek.
Opdracht 53 (havo 2017 tijdvak 2, 10)
In 1633 trouwden Maerten Soolmans en Oopjen Coppit met elkaar. Over hen zijn de volgende gegevens
bekend:
1 Maerten Soolmans was de zoon van Jan Soolmans, een in Antwerpen geboren koopman die in 1591
werd geregistreerd als inwoner van Amsterdam.
2 Oopjen Coppit behoorde tot een regentengeslacht dat rijk was geworden met de handel in graan en
buskruit.
3 Rembrandt krijgt de opdracht om hun huwelijksportretten te schilderen. Hij krijgt daarvoor 500
gulden, het jaarsalaris van een ervaren werkman.
4 Rembrandt portretteert hen van hoofd tot voeten, een manier van afbeelden die tot dan toe alleen
gebruikt werd bij portretten van de hoge Europese adel.
Deze gegevens over Maerten Soolmans en Oopjen Coppit passen bij de Gouden Eeuw van de Republiek.
4p Licht dit toe, door uit deze vier gegevens:
• één gegeven te kiezen en daarmee aan te geven wat de bijzondere plaats in staatkundig opzichtvan
de Republiek was en
• een ander gegeven te kiezen en daarmee de bloei in cultureel opzicht van de Republiek zichtbaar te
maken.
maximumscore 4
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Dat Oopjen behoorde tot een regentengeslacht (gegeven 2) / de beide burgers zich als edellieden
lieten portretteren (gegeven 4), toont de bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht,
omdat in de Republiek geen vorst was (wat in de omringende landen wel het geval was) 2
• De hoge geldelijke waardering voor het ambacht van een goede schilder (Rembrandt) (gegeven 3),
maakt de bloei in cultureel opzicht van de Republiek zichtbaar, omdat er zeer veel goede schilders
werkzaam waren in de Republiek / omdat er veel schilderijen gemaakt/ verkocht werden in die tijd 2
Opmerking
Alleen als een gegeven gecombineerd wordt met een juiste toelichting worden scorepunten toegekend.
Opdracht 54 (havo 2017 tijdvak 2, 11)
Gebruik de vier gegevens van vraag 52 opnieuw.
Bij deze vier gegevens over Maerten Soolmans en Oopjen Coppit passen de begrippen 'moedernegotie' en'de
Nederlandse Opstand'.
2p Toon het verband aan tussen:
• één van deze gegevens en de moedernegotie en
• een ander gegeven en de Nederlandse Opstand.
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Oopjen Coppit stamt uit een regentengeslacht dat rijk is geworden door de handel in graan (de
moedernegotie) 1
• Jan Soolmans vlucht uit Antwerpen, omdat deze stad in de Opstand heroverd werd door Filips II /
afgesloten werd door de opstandelingen (wat een onderdeel vormde van 'het conflict in de
Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat') 1
Opdracht 55 (havo 2017 tijdvak 2, 12)
Bron
In 1685 wil de Engelse East India Companypeper kopen in Silebar (in Indonesië). Een Engelse kapitein schrijft
overde onderhandelingen met de machthebbers van Silebar:
Als we van plan waren ons hier te vestigen dan konden we verwachten dat zij ons alle peper in hun land
zouden verkopen. De Nederlanders, die zich zo dicht bij hen hadden gevestigd, zouden problemen maken
nadat wij zouden zijn weggegaan omdat zij hun peper aan de Engelsen hadden verkocht. En daarom wilden
ze ons geen peper verkopen tenzij wij ons hier (ook) zouden vestigen.
Gebruik de bron.
Een bewering:
De eis van de machthebbers van Silebar komt voort uit de volmacht die de VOC krijgt van de Staten-
Generaal bij haar oprichting in 1602.
3p Leg dit uit door aan te geven:
• zonder bron welke volmacht de VOC in 1602 kreeg en
• met bron welke eis de machthebbers van Silebar stellen en
• wat hieruit kan worden afgeleid over het optreden van de VOC in Indonesië.
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• De VOC kreeg bij haar oprichting de volmacht een monopolie op de handel met Azië te vestigen 1
• De machthebbers in Silebar eisen dat de Engelsen hen beschermen als zij hun peper kopen 1
• waaruit blijkt dat de VOC met geweld hun monopolie in Indonesië afdwingt als dit doorbroken wordt
1
Opdracht 21 h 2016, 1,7 (p-waarde=59)
Willem van Oranje koos in het begin van de Opstand geen partij in de godsdiensttwisten in de
Nederlanden.
2p Noem een politiek doel dat hij daarmee kon bereiken en geef aan waardoor zijn opstelling aan
dat doel kon bijdragen.
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Willem van Oranje streefde naar een zo groot mogelijke aanhang voor de
Opstand onder de bevolking van de Nederlanden 1
• Door het kiezen voor één partij zou hij de steun van één van beide partijen
verliezen (door de tegenstelling tussen rooms-katholieken en protestanten) 1
Opdracht 22 h 2016, 1,8 (p-waarde=44)
Bron
De Engelse huurling Walter Morgan is tussen 1572 en 1574 in dienst van
Willem van Oranje. Van zijn belevenissen houdt hij een dagboek bij. Hierin schrijft hij op 17
september 1572 over de inname door het Spaanse leger van de Zuid-Nederlandse stad Mechelen:
(…) omdat de hertog van Alva zijn gezag in Bergen had gevestigd, trok hij op 12 september
op naar Mechelen, omdat hij met de papen1)
uit die stad afgesproken had, dat zij de stad
aan hem over zouden geven, zodra hij daar zou komen. Volgens zijn verwachtingen kwam
hij er op de 17de van diezelfde maand aan; zijn leger splitste hij in tweeën. Toen de ene
helft voor de muren van de stad gekomen was, (…) lieten zij (de Spanjaarden) de
aanhangers van het protestantisme naar buiten komen om met hen te vechten. Dit gevecht
werd door de burgers van die stad, ondanks het feit dat zij over weinig soldaten beschikten,
goed volgehouden. Maar toen de papen uit die stad hun kans schoon zagen, gaven zij de
vijand, die erop wachtte, een teken om op te trekken om de zaak waarvoor zij gekomen
waren af te maken. Toen de heer van Rhume, de gouverneur van de stad, dit verraad
bemerkte, trok hij het grootste deel van zijn soldaten terug en voorzag hen zoveel mogelijk
van paarden. Omdat hij inzag dat de burgerij op dat ogenblik van protestants zó katholiek
geworden was dat het garnizoen niet sterk genoeg was om hen in toom te houden, reed hij
ervandoor. De papen dachten dat hij met ruiters naar buiten was gegaan om zich in de
strijd te mengen en openden daarop de poorten voor de Spanjaarden. Dezen gingen hem
niet achterna, maar begonnen onmiddellijk de stad te plunderen, waardoor hij heelhuids
kon ontkomen en de wraak voor dit verraad afgewenteld werd op de verraders van paapse
zijde, die evengoed als de protestanten, beroofd werden van al hun bezittingen.
noot 1 Papen is een scheldwoord voor rooms-katholieken
Gebruik de bron
Uit het verslag van Walter Morgan is een van de oorzaken voor de Pacificatie van Gent af te
leiden.
4p Leg uit:
welk gevolg het optreden van het Spaanse leger heeft en
waardoor dit later een van de oorzaken voor de Pacificatie van Gent werd.
maximumscore 4
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Uit het verslag van Morgan blijkt dat (naast de protestanten) ook de rooms-katholieken in
Mechelen (die Alva steunen) te lijden hebben onder de inname van hun stad, waardoor de
steun aan het Spaanse gezag afbrokkelt 2
• Omdat zowel rooms-katholieken als protestanten door het harde beleid van de
Spanjaarden werden getroffen, zochten zij samenwerking in de Pacificatie van Gent tegen
het Spaanse leger 2
Opdracht 24
Opdracht h 2016, 1,10 (p-waarde=50)
Na 1588 kon het leger van de Republiek steden in het noorden en het oosten van de
Nederlanden veroveren. 2p Verklaar dit succes vanuit het militaire beleid van Filips II.
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Filips II voerde sinds 1588 op meerdere fronten tegelijk oorlog, waardoor de verdediging van steden in
het noorden en het oosten van de Nederlanden verzwakte. Of Filips II legde voor de Armada beslag op
het Spaanse leger, waardoor er minder soldaten beschikbaar waren voor de strijd in de Nederlanden.
Opdracht 25 h 2016, 1, 12 (p-waarde=58)
Bron
Omstreeks 1622 maakt Frans
Hals dit schilderij van
(waarschijnlijk) koopman
Isaac Massa en zijn vrouw
Beatrix van der Laen:
Gebruik bron 5.
Dit schilderij van Isaac Massa
door Frans Hals kan worden
gebruikt om twee kanten van
de bijzondere positie van de
Republiek in de zeventiende
eeuw te illustreren.
4p Leg dit uit, telkens met een
verwijzing naar de bron.
maximumscore 4
Voorbeeld van een juist antwoord is:Met dit schilderij kan (twee van de volgende):
• 'de bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht' in de zeventiende eeuw
worden geïllustreerd, omdat er een burger (met zijn vrouw) wordt afgebeeld, terwijl in veel
Europese landen dergelijke schilderijen alleen van de adel/de vorst worden gemaakt (die in
de Republiek geen rol spelen).
• 'de bloei in economisch opzicht van de Republiek' in de zeventiende eeuw worden
geïllustreerd, door de afbeelding van een koopman die rijk geworden is in de overzeese
handel.
• 'de bloei in cultureel opzicht van de Republiek' in de zeventiende eeuw worden
geïllustreerd, doordat dit schilderij laat zien dat de schilderkunst op een hoog niveau staat
/ dat een schilderij belangrijk gevonden wordt.
• per juiste uitwerking van een onderdeel van het kenmerkend aspect 'de bijzondere plaats
in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse
Republiek' 2
Opdracht 30 (havo 2016 tijdvak 2, 7)
Bron
Deze bron bestaat uit drie fragmenten van documenten uit de regering van Karel V:
fragment A
Op de vergadering komen sommige stadhouders van het ene gewest of het andere gewest en daarnaast
enkele geleerden en voortreffelijke mannen die door hun deugd, waarde en verdiensten, gekozen worden
door de landsheer voor deze waardige taak.
fragment B
Nadat we gisteren hier de rede van Luther hebben gehoord, zeg ik u dat ik het betreur zo lang te hebben
geaarzeld tegen hem op te treden. Ik wil hem nooit meer horen! Hij moge zijn vrijgeleide hebben! Maar ik zal
hem voortaan als beruchte ketter beschouwen en hoop dat gij allen als goede christenen hetzelfde zult doen.
fragment C
Wij bevelen voorts dat niemand het waagt personen die voor ketter gehouden worden of van ketterij
verdacht worden, te herbergen, te laten logeren, in zijn huis te ontvangen, voedsel, kleren of geld te
verstrekken of anderszins te begunstigen.
Gebruik de bron
De drie fragmenten A, B en C passen bij de onderstaande drie historische begrippen:
1 de Rijksdag in Worms
2 de Raad van State
3 de Bloedplakkaten.
2p Geef bij elk begrip aan, welk tekstfragment erbij hoort. Noteer alleen cijfers en letters.
De juiste combinaties zijn: 1 - B, 2 - A, 3 – C
indien drie combinaties juist 2
indien twee combinaties juist 1
indien minder dan twee combinaties juist 0
Opdracht 31 (havo 2016 tijdvak 2, 8)
Bron
Deze bron bestaat uit drie fragmenten van documenten uit de regering van Karel V:
fragment A
Op de vergadering komen sommige stadhouders van het ene gewest of het andere gewest en daarnaast
enkele geleerden en voortreffelijke mannen die door hun deugd, waarde en verdiensten, gekozen worden
door de landsheer voor deze waardige taak.
fragment B
Nadat we gisteren hier de rede van Luther hebben gehoord, zeg ik u dat ik het betreur zo lang te hebben
geaarzeld tegen hem op te treden. Ik wil hem nooit meer horen! Hij moge zijn vrijgeleide hebben! Maar ik zal
hem voortaan als beruchte ketter beschouwen en hoop dat gij allen als goede christenen hetzelfde zult doen.
fragment C
Wij bevelen voorts dat niemand het waagt personen die voor ketter gehouden worden of van ketterij
verdacht worden, te herbergen, te laten logeren, in zijn huis te ontvangen, voedsel, kleren of geld te
verstrekken of anderszins te begunstigen.
Gebruik de bron
Deze fragmenten kunnen in verband worden gebracht met het streven naar centralisatie van Karel V.
2p Toon dit aan voor fragment A en voor fragment C.
Voorbeeld van een juist antwoord is:
bij fragment A:
• Met de Raad van State creëert Karel een centraal bestuurs-/adviesorgaan (voor alle Nederlandse
gewesten) 1
bij fragment C:
• In de Bloedplakkaten legt Karel zijn godsdienstpolitiek op aan alle gewesten / maakt Karel een
tolerantere houding van stadhouders onmogelijk 1
Opmerking
Als een juist antwoord wordt gegeven zonder het noemen van de Raad van State of de Bloedplakkaten
worden scorepunten toegekend.
Opdracht 32 (havo 2016 tijdvak 2, 9)
Een gebeurtenis:
Op 31 maart 1579 werden de nonnen van het Sint-Luciënklooster in Amsterdam gedwongen hun klooster
met alle bijbehorende bezittingen over te dragen aan de regenten van het Burgerweeshuis.
2p Leg uit wat het verband was tussen deze gebeurtenis en de Alteratie van Amsterdam.
Kern van een juist antwoord is:
Tijdens de Alteratie hadden de calvinisten (een jaar tevoren) de macht in Amsterdam overgenomen (van het
katholieke stadsbestuur), wat leidde tot de overdracht van kerkelijke goederen (zoals het Sint-
Luciënklooster) aan het calvinistische stadsbestuur.
Opdracht 33 (havo 2016 tijdvak 2, 10)
Bron
Eind 1580 biedt Willem van Oranje de Staten-Generaal een pamflet aan, waarin hij zich verdedigt tegen
beschuldigingen van Filips II. In deze Apologie schrijft hij over het beleid van Alva:
Als men de koning zou vragen wie de opdracht heeft gegeven de graven Egmont en Horne te vermoorden,
zou hij ontkennen ooit Alva daartoe bevel te hebben gegeven. Ik geef hun de keuze uit twee interpretaties:
Óf de koning heeft de hertog van Alva opdracht gegeven; dan is de koning een tiran. Óf hij heeft geen
opdracht gegeven; dan is de koning evenzeer een tiran, omdat hij niet degene gestraft heeft, die
eigenmachtig een vrij volk heeft getiranniseerd. Hieruit blijkt voldoende dat hij in ieder geval zelf
medeschuldig is.
Toelichting:
Lamoraal graaf van Egmont en Filips graaf van Horne zijn in 1568 door de hertog van Alva ter dood
veroordeeld en onthoofd in Brussel.
Gebruik de bron
Bij deze bron worden twee uitspraken gedaan:
Het standpunt van Willem van Oranje over Filips II in het pamflet
1 is een ander standpunt over de rol van Filips II dan in de eerste jaren van de Opstand;
2 is een voorbereiding op het Plakkaat van Verlatinge.
4p 10 Ondersteun elke uitspraak met de bron.
Uit het antwoord moet blijken dat:
• Willem van Oranje in dit pamflet stelt dat Filips II verantwoordelijk is voor de terreur van Alva /
dat Filips II een tiran is 1
• terwijl hij in de beginjaren van de Opstand de koning buiten schot hield / de
verantwoordelijkheid legde bij de 'slechte raadgevers' van de koning 1
• Willem van Oranje in dit pamflet beargumenteert dat Filips II zich als een tiran heeft gedragen 1
• wat vooruitloopt op het Plakkaat van Verlatinge, waarin deze argumentatie wordt gebruikt om
Filips II af te zetten/zweren 1
Opdracht 34 (havo 2016 tijdvak 2, 11)
Bron
Eind 1580 biedt Willem van Oranje de Staten-Generaal een pamflet aan, waarin hij zich verdedigt tegen
beschuldigingen van Filips II. In deze Apologie schrijft hij over het beleid van Alva:
Als men de koning zou vragen wie de opdracht heeft gegeven de graven Egmont en Horne te vermoorden,
zou hij ontkennen ooit Alva daartoe bevel te hebben gegeven. Ik geef hun de keuze uit twee interpretaties:
Óf de koning heeft de hertog van Alva opdracht gegeven; dan is de koning een tiran. Óf hij heeft geen
opdracht gegeven; dan is de koning evenzeer een tiran, omdat hij niet degene gestraft heeft, die
eigenmachtig een vrij volk heeft getiranniseerd. Hieruit blijkt voldoende dat hij in ieder geval zelf
medeschuldig is.
Toelichting:
Lamoraal graaf van Egmont en Filips graaf van Horne zijn in 1568 door de hertog van Alva ter dood
veroordeeld en onthoofd in Brussel.
De Staten-Generaal besloten om het pamflet van Willem van Oranje te laten drukken en op grote schaal te
verspreiden.
2p Noem twee politieke motieven voor dit besluit van de Staten-Generaal.
De Staten-Generaal wilden met het verspreiden van dit pamflet/de Apologie (twee van de volgende):
• dat de naam van Willem van Oranje (als leider van de Opstand)gezuiverd zou worden.
• de eensgezindheid in de opstandige gewesten versterken.
• degenen die nog twijfelden overhalen om te kiezen voor de Opstand.
• voorkomen dat Filips II Willem van Oranje verder isoleerde.
• met het betoog hun eigen rol in de Opstand verdedigen.
• de publieke opinie voorbereiden op de Plakkaat van Verlatinge / het afzweren van de koning.
• laten zien dat zij achter Willem van Oranje staan.
per juist motief 1
Opdracht 35 (havo 2016 tijdvak 2, 12)
Bron
Een schilderij van Rembrandt van Rijn uit 1632, met als titel "De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp", dat
hij maakt in opdracht van het chirurgijnsgilde in Amsterdam:
Gebruik de bron
Deze bron illustreert twee kenmerkende aspecten van de zeventiende eeuw.
4p Noem die twee aspecten en geef bij elk aspect aan waardoor dit uit de bron blijkt.
Kern van een juist antwoord is: Het schilderij illustreert
• 'de bloei in cultureel/economisch opzicht van de Republiek' 1
• omdat burgers worden afgebeeld / omdat schilders opdrachten van gilden krijgen 1
• de wetenschappelijke revolutie' 1
• omdat een anatomische (universitaire) les wordt afgebeeld (wat past bij de nadruk op eigen
onderzoek/waarneming als onderdeel van de wetenschappelijke revolutie) 1
Opdracht 36 (havo 2016 tijdvak 2, 13)
Veel buitenlandse bezoekers van de Republiek verbaasden zich erover dat op de schilderijen van de
Hollandse meesters vooral burgers werden geportretteerd.
2p Geef voor deze verbazing een verklaring vanuit de bijzondere politieke structuur van de Republiek in
vergelijking met het buitenland.
Uit het antwoord moet blijken dat buitenlandse bezoekers zich hierover
verbaasden want in veel omringende landen was de adel/de vorst (met hun hofhouding) de opdrachtgever,
terwijl in de Republiek geen belangrijke adel/geen vorst (met een grote hofhouding) was, maar rijke
regenten en burgers de opdrachtgevers waren.
Opdracht 1 (h 2015, 9 - 52) (v 2015, 7 - 68 )
In 1531 besluit Karel V drie Collaterale Raden in de Nederlanden in te stellen. Dit besluit past bij een
kenmerkend aspect van die tijd.
3p Noem dit kenmerkend aspect en geef met het voorbeeld van één Collaterale Raad aan, waardoor dit
besluit van Karel V hierbij past.
Antwoord
Kern van een juist antwoord is:
• De instelling van de drie Collaterale Raden in de Nederlanden door Karel V past bij 'het begin van
staatsvorming en centralisatie' (of een omschrijving daarvan)1
• Met de instelling van (één van de volgende): 2
− de Raad van Financiën wilde Karel V meer eenheid in de belastingheffing krijgen / de centrale
inkomsten vergroten/beter beheren, waardoor het centrale bestuur werd versterkt.
− de Raad van State wilde Karel V een duidelijker centraal beleid op het terrein van de
buitenlandse politiek/oorlogsvoering kunnen voeren, waardoor het centrale bestuur werd
versterkt.
− de Geheime Raad wilde Karel V een grotere eenheid in rechtspraak/wetgeving tot stand
brengen, waardoor het centrale bestuur werd versterkt.
Opmerking
Voor het noemen van één van de drie Collaterale Raden zonder verband met het kenmerkend aspect wordt 1
scorepunt toegekend.
Opdracht 2 (h 2015, 10 - 64)
In de zestiende eeuw kregen de ideeën van Calvijn in de Nederlandse gewesten meer aanhang dan de
ideeën van Luther.
3p Geef aan:
welke opvatting Luther had over gehoorzaamheid aan de overheid en
welke opvatting Calvijn hierover had en
wat dit betekende voor de Opstand.
Antwoord
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• Volgens Luther kon de vorst het geloof van zijn onderdanen bepalen (en mochten zij zich
• daartegen niet verzetten) 1
• Volgens Calvijn mochten onderdanen zich verzetten tegen de godsdienstpolitiek van de vorst (als zij
het daar niet mee eens waren) 1
• waardoor voor calvinisten de Opstand tegen Filips II werd gelegitimeerd (en voor de aanhangers van
Luther niet) 1
Opdracht 3 (h 2015, 11 - 72 )
Willem van Oranje pleitte in het begin van de Opstand voor een andere aanpak van de godsdienstige
tegenstellingen in de Nederlanden dan Filips II.
1p Geef aan wat de aanpak van Willem van Oranje inhield.
Antwoord
Maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat Willem van Oranje gelijkberechtiging van rooms-katholieken en protestanten
wilde / godsdienstvrijheid/een meer tolerante godsdienstpolitiek in de Nederlandse gewesten voorstond
Opdracht 4 (h 2015, 12 - 58 )
Bron
Wouter Jacobsz. beschrijft wat er in 1578 in Amsterdam gebeurt:
Op 26 mei werd er in Amsterdam zwaar geleden door toedoen van de geuzen, die zich in die dagen zeer
opdrongen. (…) Ze vaardigden enkele mensen af naar de magistraat (=het stadsbestuur) in het stadhuis (...).
Daar vroegen zij aan de burgemeesters of zij hun een kerk in gebruik wilden geven (…). Nadat de
burgemeesters geantwoord hadden dat ze daarmee niet konden
instemmen, werden zij door de geuzen overvallen. (…)
Toen de geuzen de Dam en het stadhuis hadden ingenomen, verspreidden ze zich (…). Ze liepen door heel
de stad met ontblote zwaarden in hun handen. Nadat ze de Dam, de poorten, de wallen en de kloosters goed
in handen hadden gekregen, trok de resterende meute naar de minderbroeders
(=kloosterorde), waar ze erg boosaardig tekeer gingen. Het altaar van de kerk en de beelden en andere
versieringen gooiden ze kapot. De goederen van het klooster, huisraad, boeken, ornamenten, levensmiddelen
en dergelijke, werden als buit meegenomen. De kloosterbroeders werden allemaal zwaar mishandeld,
gevangengenomen, en gezamenlijk, onder lasterlijk roepen, over straat gedreven. Ze werden in een schip ruw
op elkaar gegooid. (…) Ze werden allemaal samen de stad uitgevoerd en op de dijk gezet, vanwaar ieder zijns
weegs mocht gaan.
Gebruik de bron.
Bij deze bron passen twee historische begrippen:
1 de Alteratie van Amsterdam en
2 de Opstand als burgeroorlog.
2p Toon dit voor elk van deze begrippen aan, telkens met een verwijzing naar de bron.
Antwoord
maximumscore 2
Uit het antwoord moet blijken dat:
bij 1:
• De bron past bij het begrip Alteratie omdat beschreven wordt hoe Amsterdam in handen komt van de
geuzen / het rooms-katholieke bestuur wordt vervangen door protestanten(wat bij de Alteratie gebeurt)
1
bij 2:
• De bron past bij het begrip burgeroorlog omdat uit de beschrijving blijkt dat het gaat om landgenoten
die elkaar bestrijden / er (hier) geen sprake is van een buitenlandse vijand 1
Opdracht 5 (h 2015, 13 - 88)
Gebruik de bron uit de vorige vraag.
Stel: je weet niets over de achtergrond van Wouter Jacobsz.
1p 13 Geef aan waardoor je uit zijn beschrijving toch kunt opmaken dat hij een rooms-katholieke achtergrond
heeft.
Antwoord
Maximumscore 1
Kern van een juist antwoord is, dat Wouter Jacobsz. in zijn beschrijving alleen ingaat op de lotgevallen van de
rooms-katholieken / negatief schrijft over het gedrag van de geuzen.
Opdracht 6 (h 2015, 14 - 89)
Bron
Een foto van de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam:
Toelichting
In 1661 koopt Jan Hartman het grachtenpand dat op de foto
tweede van links
staat. Hartman laat de zolder ombouwen tot een schuilkerk,
waarin de roomskatholieke
eredienst wordt gehouden. Het pand wordt 'Ons' Lieve Heer
op Solder'
genoemd en is tot 1887 een belangrijke rooms-katholieke kerk
in het centrum
van Amsterdam.
Gebruik de bron.
Bij deze foto van een kerkgebouw in Amsterdam merkt een
historicus op, dat 'Ons' Lieve Heer op Solder' de
godsdienstpolitiek in de Republiek goed illustreert: er is wel
sprake van tolerantie, maar er is geengodsdienstvrijheid.
3p Leg dit uit, door aan te geven:
• wat de foto laat zien over de kerkgebouwen van de rooms-
katholieken in de Republiek en
• waardoor hieruit blijkt dat er wel tolerantie is en waardoor hieruit blijkt dat er geen godsdienstvrijheid in de
Republiek is.
Antwoord
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• De foto laat zien dat de rooms-katholieken geen duidelijk zichtbaar kerkgebouw hebben 1
• waaruit blijkt dat er voor rooms-katholieken wel ruimte is om hun godsdienst te belijden (wat wijst op
tolerantie) 1
• maar dat dit in het geheim/niet openlijk mag gebeuren (waaruit blijkt dat er geen godsdienstvrijheid is)
1
Opdracht 7 (v 2015, 8 - 39)
Bron
In 1579 vonden er in Keulen vredesonderhandelingen plaats tussen vertegenwoordigers van de opstandige
gewesten en Filips II. Tijdens de onderhandelingen werd er een tekst gepubliceerd met als titel: Korte
uiteenzetting over de vredesonderhandelingen die nu plaatsvinden te Keulen. Een fragment daaruit:
Sinds mensenheugenis hebben de Staten het gehele volk van de Nederlanden vertegenwoordigd met het doel
om zijn rechten te verdedigen en het in vrede en rust te behouden, en ook om het tegen iedereen, zelfs tegen
de eigen vorsten, te behoeden voor wreedheid, geweld en onderdrukking. (…)
In de Nederlanden hebben de Staten altijd zoveel gezag en aanzien gehad dat de hertogen en vorsten geen
veranderingen konden doorvoeren zonder uitdrukkelijke instemming van de Staten in zaken die betrekking
hebben op de soevereiniteit, zoals: het heffen van belastingen op zout of andere
belastingen, het slaan van nieuwe munten of het nemen van beslissingen over oorlog en vrede. (…) Het is
overduidelijk dat de Staten het recht hebben de wapens op te nemen tegen vorsten die de grenzen van hun
bevoegdheden te buiten gaan en openlijk tirannie bedrijven. (…) Het is onzinnig te beweren dat de koning (…)
in de kwestie van de religie zijn wil op kan leggen. (…) Zijn de Staten niet opgericht om al hun macht en de
hulp van hun buren in te zetten, zelfs een andere vorst als heer te nemen, in plaats van zo'n barbaarse
beslissing te accepteren?
Gebruik de bron.
In het jaar waarin deze tekst wordt geschreven valt de Pacificatie van Gent uiteen.
2p Leg uit dat deze bron een oorzaak voor dit uiteenvallen illustreert.
Antwoord
Maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Een oorzaak voor het uiteenvallen van de Pacificatie van Gent is de angst van veel rooms-katholieken voor de
groeiende macht van de calvinisten.
De bron illustreert deze oorzaak, want de invloed van de calvinisten blijkt uit de vaststelling
dat de koning in de 'kwestie van de religie' zijn wil niet mag opleggen / geen andersdenkenden mag vervolgen.
(Opdracht 8, h 2015 II, 7)
Bron
Na de Beeldenstorm herstelt de hertog van Alva de orde in de Vlaamse steden. Marcus van Vaernewijck, een
burger van Gent, beschrijft in zijn dagboek de situatie na de komst van de Spaanse troepen:
Veel priesters en geestelijken en ook veel wereldlijke katholieken waren zo aangedaan toen zij de
grootschalige vervolging en het bloedvergieten van de geuzen zagen, dat zij om verder bloedvergieten te
voorkomen, geen namen meer wilden opgeven (ook al wisten zij wel wie er schuldig waren). En zij
verboden sommige kosters en kerkdienaars, die loslippig waren en toch personen noemden die gewelddadig
waren geweest, dat nog meer te doen. Ook schepenen (stadsbestuurders) gaven de meesten die betrokken
waren bij deze misdaad niet aan, dat zou de stad een slechte naam hebben gegeven. Het riep ook medelijden
met het volk op, hen zo bedrukt en benauwd te zien. Met hun dood en verlies van goederen zou datgene wat
kapotgemaakt en bedorven was toch niet meer hersteld kunnen worden.
Gebruik de bron.
Uit dit dagboekfragment van Marcus van Vaernewijck kan een oorzaak voor het uitbreken van de Opstand
worden afgeleid.
2p Licht dit toe door aan te geven:
• welke oorzaak uit deze bron kan worden afgeleid en
• waardoor deze oorzaak bijdraagt aan het uitbreken van de Opstand.
Antwoord
maximumscore 2
Een juist antwoord bevat de volgende elementen:
• De bron illustreert de algemene afwijzing van de strenge kettervervolging / de strenge straffen die door de
Raad van Beroerten worden uitgesproken 1
• Dit draagt bij aan het uitbreken van de Opstand doordat ook katholieken afwijzend staan tegenover het
optreden van de (Spaanse) autoriteiten (waardoor de aanhang van de Opstand groeit) 1
(Opdracht 9, h 2015 II, 8)
Bron
Gebruik de bron uit de vorige vraag.
Uit dit dagboekfragment kan een reden worden afgeleid voor het terugroepen van de hertog van Alva door
Filips II.
1p Geef aan welke reden dat is.
Antwoord
maximumscore 1
Kern van een juist antwoord is dat Filips II de hertog van Alva terugroept om de rust te herstellen / om niet al
zijn aanhang in de Nederlanden van zich te vervreemden.
(Opdracht 10, h 2015 II, 9)
Enkele gegevens over Isaac le Maire (1558/59-1624):
1 In 1585 vertrekt de protestantse koopman Isaac le Maire met zijn gezin van Antwerpen naar Amsterdam.
2 Vanaf de oprichting in 1602 is hij aandeelhouder en bestuurder van de VOC. Als er geruchten ontstaan over
verduistering moet hij deze functie neerleggen.
3 In 1609 geeft hij leiding aan 'De Groote Compagnie', een geheim genootschap dat handelt in aandelen van
de VOC en probeert de waarde van die aandelen te beïnvloeden.
4 Op aandrang van de VOC verbieden de Staten-Generaal het verhandelen van aandelen die nog niet in het
bezit van de verkopers zijn. De maatregel betekent het einde van de 'De Groote Compagnie'.
De levensloop van Isaac le Maire kan worden gebruikt om verschillende kenmerkende aspecten uit de
vroegmoderne tijd te illustreren.
4p Kies twee gegevens uit het leven van Le Maire en verbind die telkens met een ander kenmerkend aspect
van de vroegmoderne tijd. In 1588 werd duidelijk dat de opstandige Nederlandse gewesten zich tot een
zelfstandige staat konden ontwikkelen.
Antwoord
maximumscore 4
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De verhuizing van Le Maire naar Amsterdam in 1585 (1) past bij de val van Antwerpen, wat een onderdeel is
van 'het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat' / 'de
protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had' (of omschrijvingen
daarvan) 2
• Le Maire gebruikte zijn uit handel verkregen kapitaal om te speculeren in VOC-aandelen (3). Dit past bij
'wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie' / 'de bloei in
economisch opzicht van de Republiek' (of omschrijvingen daarvan) 2
Opmerking
Alleen aan een juiste combinatie van kenmerkend aspect en gebeurtenis worden scorepunten toegekend.
(Opdracht 11, h 2015 II, 10)
3p Noem de militaire gebeurtenis in 1588 die mogelijk maakte dat de opstandige gewesten zich tot een
zelfstandige staat konden ontwikkelen en leg uit waardoor deze gebeurtenis hieraan bijdroeg.
Antwoord
maximumscore 3
Uit het antwoord moet blijken dat:
• in 1588 de aanval van de Spaanse Armada werd afgeslagen 1
• Hierdoor werd het gevaar van een Spaanse verovering van Engeland afgewend, waardoor Engeland (als
bondgenoot) de opstandige gewesten kon blijven steunen 2
(Opdracht 12, h 2015 II, 11)
Bron
Toelichting
Slechts een klein deel van de terugkerende VOC-schepen verging of viel in handen van kapers.
Gebruik de bron.
Een bewering:
In deze tabel is zichtbaar dat de beleidswijziging van de VOC in Azië in 1619 succesvol is.
3p Licht dit toe door:
• die beleidswijziging te noemen en
• uit te leggen of uit deze tabel blijkt of deze bewering juist is.
Antwoord
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• De verplaatsing van het bestuurscentrum naar Batavia (door J.P. Coen in 1619) / de grotere deelname aan
de inter-Aziatische handel 1
• zorgt voor een groeiend scheepvaartverkeer daarnaartoe, wat in de tabel zichtbaar is in het groeiend aantal
schepen naar Batavia na 1620 / het grotere aantal schepen dat in Azië blijft, waaruit blijkt dat dit een
succesvolle beleidswijziging is 2
(Opdracht 13, v 2015 II, 7)
Bron
In februari 1578 sluit het stadsbestuur van Amsterdam zich aan bij Willem van Oranje en de Staten van
Holland in hun strijd tegen Spanje. Het stadsbestuur wil dit alleen doen in ruil voor bepaalde afspraken,
vastgelegd in de 'Satisfactie'. Een aantal afspraken hieruit:
Ten eerste dat te Amsterdam, (…) geen ander geloof zal mogen worden gepredikt, onderwezen of
uitgeoefend dan het oude, rooms-katholieke geloof. Dat niemand, wat zijn stand, verdienste of functie ook
mag zijn, iets mag doen of beramen dat is gericht tegen de algemene rust en vrede of meer in het
bijzonder tegen het rooms-katholieke geloof en zijn geloofsoefeningen. Maar de godsdienstplakkaten, de
bijbehorende regelingen en strafuitvoeringen worden buiten werking gesteld en blijvend afgeschaft, zodat
iedereen, wat zijn functie, verdienste of stand ook is, in alle vrijheid en veiligheid in deze stad zich kan
uitspreken, handelen en leven en zonder gedwongen te zijn om aan bepaalde ceremoniën van de genoemde
roomskatholieke religie mee te doen en zonder bloot te staan aan aanhouding,
arrestatie of gevaar. Dat niemand hinder of last ondervindt wanneer hij overdag op het passende tijdstip gaat
naar en komt van een gereformeerde prediking of dienst die buiten de stad Amsterdam wordt gehouden.
noot 1 Galenus is een Griekse geleerde uit de tweede eeuw.
noot 2 Hippocrates is een Griekse arts uit de vijfde-vierde eeuw voor Christus.
Gebruik de bron
Een bewering:
Uit dit bronfragment blijkt, dat de Satisfactie wel past bij de Pacificatie van Gent, maar niet bij de Alteratie van
Amsterdam.
3p Ondersteun deze bewering door de strekking van de Satisfactie te vergelijken met de strekking van de
Pacificatie van Gent en met de Alteratie.
Antwoord
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• In de Satisfactie wordt afgesproken dat Amsterdam zich bij de Opstand aansluit, maar wel rooms-katholiek
blijft / de bloedplakkaten worden afgeschaft 1
• wat overeenkomt met de strekking van de Pacificatie van Gent, waarin de Zuidelijke gewesten bedingen dat
de rooms-katholieke eredienst in hun gewesten wordt gehandhaafd / de bloedplakkaten worden afgeschaft 1
• maar niet past bij de Alteratie, omdat daarbij het katholieke stadsbestuur wordt vervangen door een
calvinistisch bestuur / de rooms-katholieke eredienst niet meer in het openbaar mag worden uitgeoefend 1
(Opdracht 18, v 2015 II, 8)
Gebruik de bron uit de vorige opdracht.
Uit de Satisfactie blijkt, dat de godsdienstpolitiek van Willem van Oranje succesvol is.
3p Toon dit aan door aan te geven:
• zonder bron welke godsdienstpolitiek Willem van Oranje voorstond en
• zonder bron wat hij daarmee wilde bereiken en
• met bron waardoor de overeenkomst met Amsterdam een overwinning voor zijn opvatting is.
Antwoord
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• Willem van Oranje wilde (in het begin van de Opstand) gelijkberechtiging voor rooms-katholieken en
protestanten / godsdienstige tolerantie 1
• om daarmee een zo breed mogelijk draagvlak te bereiken voor de Opstand 1
• In Amsterdam wordt afgesproken dat rooms-katholieken en protestanten elkaar niet meer vervolgen (waarna
Amsterdam zich bij de Opstand aansluit) 1