36
Werkplan Esdégé-Reigersdaal 2012

Werkplan 2012

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Esdégé-Reigersdaal, werkplan 2012

Citation preview

Page 1: Werkplan 2012

Werkplan

Esdégé-Reigersdaal

2012

Page 2: Werkplan 2012

Werkplan Esdégé-Reigersdaal 2012

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 1 -

Page 3: Werkplan 2012

Inhoudsopgave

1. VOORWOORD ............................................................................................. 4

2. CLUSTERS IN FOCUS .................................................................................. 5

3. EXTERNE EN FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN .......................................... 11

4. VEILIGHEID EN GEZONDHEID .................................................................. 14

5. METHODISCH HANDELEN ......................................................................... 18

6. DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING ............................................................ 22

7. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK............................................................ 22

8. DUURZAAMHEID EN MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID ..... 24

9. KWALITEITSBELEID ................................................................................. 24

10. ZEGGENSCHAP EN MEDEZEGGENSCHAP ................................................... 25

11. PERSONEEL, OPLEIDINGEN EN ORGANISATIE.......................................... 26

12. NIEUWE WOONVOORZIENINGEN EN ONDERSTEUNING ........................... 30

13. ACTIES WERKPLAN 2012.......................................................................... 32

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 2 -

Page 4: Werkplan 2012

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 3 -

Page 5: Werkplan 2012

1. Voorwoord Mensen die ondersteuning krijgen van Esdégé-Reigersdaal zijn meestal voor een lange periode cliënt van de organisatie. Daarom noemt men gehandicaptenzorg samen met ouderenzorg en thuiszorg een vorm van langdurige zorg. Langdurige zorg is zorg waarbij een langdurige relatie met de cliënt wordt opgebouwd. Esdégé-Reigersdaal denkt dat goede ondersteuning alleen geboden kan worden als medewerker en cliënt elkaar leren kennen en leren vertrouwen. Daarom is die relatie belangrijk voor goede kwaliteit van zorg. Dit maakt dat de langdurige zorg anders is dan de curatieve zorg in bv. een ziekenhuis en daarom kan de kwaliteit van langdurige zorg niet alleen gemeten worden met getalsmatige zorgindicatoren. Er zullen dus andere manieren gezocht moeten worden om die kwaliteit zichtbaar te maken. Langdurige zorg duurt dan wel lang, maar is daarom zeker niet saai. Als er een goede relatie tussen cliënt en medewerkers is, dan gebeurt daar van alles. En in de zorg en de samenleving gebeurt ook van alles. Er zal geen werkplek in onze organisatie zijn waar medewerkers die na vijf jaar terugkijken niet zullen kunnen vaststellen dat er toch wel veel veranderd en verbeterd is. Op het moment dat dit werkplan opgesteld wordt (najaar 2011) vinden er veel veranderingen plaats in de wereld om ons heen. De economische crisis in de Westerse wereld lijkt steeds meer door te dringen in het dagelijkse leven in onze Noord-Hollandse omgeving. Het meest in het oog springend is de malaise in de bouwwereld. De teruglopende verkoop van huizen heeft gevolgen voor de plannen die er waren voor de ontwikkeling van de wijk de Draai. Het is niet te voorspellen wat deze ontwikkeling voor ons in het komende jaar zal betekenen. Er zijn ook positieve geluiden. De gemeente Heerhugowaard gaat het terrein ten zuiden van Reigersdaal bouwrijp maken, zodat de eerste woonhuizen en onze eerste woonvoorziening in de Draai toch gebouwd kunnen worden. De regering heeft de voornemens ten aanzien van de langdurige zorg uit het regeer- en gedoogakkoord ook uitgevoerd en heeft structureel extra middelen beschikbaar gesteld. Dit betekent voor onze organisatie dat we ongeveer 50 fulltime medewerkers extra in dienst kunnen nemen. Tegelijkertijd worden voorbereidingen getroffen om functies uit de AWBZ over te hevelen naar de WMO. Dit zal grote gevolgen hebben voor veel van onze cliënten en de organisatie zal moeten onderzoeken hoe ze in samenwerking met de gemeenten een passend aanbod kan doen. In dit werkplan staat welke plannen er zijn met betrekking tot de belangrijke thema’s in onze organisatie. Deze thema’s zijn dezelfde als in vorige werkplannen, bijvoorbeeld veiligheid en gezondheid, deskundigheidsbevordering, methodisch werken, onderzoek en medezeggenschap. Op deze gebieden zullen er altijd ontwikkelingen blijven. In dit werkplan voor de hele organisatie gaat het vooral om plannen zoals ontwikkeld door de stafdiensten als PO&O, IOD en de financiële administratie. Het gaat om zaken die voor de hele organisatie relevant zijn en die ondersteunend zijn voor het werk dat op de clusters gebeurt. Maar thema’s als deskundigheidsbevordering en methodisch werken staan ook centraal in veel clusterwerkplannen. In dit document willen we ook een indruk geven van wat er in de clusterwerkplannen te vinden is over deze thema’s. Het is onmogelijk om dat voor alle clusters te doen. Er is gekozen om dat te doen voor twee verschillende doelgroepen van cliënten, namelijk cliënten met niet-aangeboren hersenletsel en cliënten met een ernstige meervoudige beperking. Op verscheidene clusters voor wonen en dagbesteding verspreid over ons werkgebied worden deze cliënten ondersteund. Elk cluster maakt zelf een werkplan en geeft daarin aan wat het belangrijk vindt om te gaan doen. Door dit zichtbaar te maken voor deze groepen cliënten willen we laten zien hoe de thema’s op organisatieniveau verbonden zijn met het concrete werk voor individuele cliënten, zoals dat dagelijks door vele honderden medewerkers op de clusters wordt uitgevoerd.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 4 -

Page 6: Werkplan 2012

2. Clusters in focus Bij alles wat er in dit werkplan te lezen staat zou in gedachten gehouden moeten worden dat het uiteindelijk allemaal ten dienste moet staan aan een cliënt die door een medewerker of therapeut wordt ondersteund. In dat contact wordt de kwaliteit van zorg bepaald. Om die kwaliteit zichtbaar te maken heeft Esdégé-Reigersdaal meegewerkt aan een bijzonder onderzoek naar een alternatieve manier van verantwoorden van kwaliteit van zorg. Een onderzoekster heeft op een woonvoorziening van Esdégé-Reigersdaal en die van een zusterorganisatie meerdere maanden observaties uitgevoerd van het dagelijkse gebeuren. Deze observaties zijn uitgewerkt in het verslag “Beelden van Kwaliteit” van dit onderzoek, uitgekomen in september 2011. Het geeft de lezer een beeld van wat er gebeurt in het contact tussen cliënten en medewerkers. Het bijzondere is dat deze beelden iets zichtbaar maken van de kwaliteit van de ondersteuning en dat medewerkers zelf dit ook zo kunnen zien. Op deze manier kunnen de beelden aanleiding zijn om er met alle betrokkenen over te spreken en te

dige n

et zijn

or

zal de focus gericht worden op andere cliëntgroepen.

2.1.

il op

ren zijn ondertussen verhuisd naar andere locaties in en om

e uwe

kijken welke verbeteringenmogelijk zijn. In de woonvoorzieningendie aan dit onderzoek meededen wonen twee verschillende groepen cliënten, namelijk cliëntenmet ernstige meervoubeperkingen en cliëntemet niet-aangeboren hersenletsel. Hdoelgroepen met zeer verschillende ondersteuningsvragen. Voor dit werkplan is ervogekozen om de focus op clusters voor deze twee doelgroepen te leggen. In de volgende paragrafen zal een beknopt overzicht gegeven worden van de thema’s in de clusterwerkplannen binnen onze organisatie. In de werkplannen voor de komende jaren

2500cliënten en 1350

fte’s... Wat toevallig! Beide getallen zijn een veelvoud van 1...

Cliënten met Ernstige Meervoudige Beperkingen

In 2009 is de film “Afscheid van Reigersdaal” gemaakt. De afgelopen jaren hebben al veel cliënten afscheid genomen door ergens anders te gaan wonen. Al vele jaren wordt er gewerkt aan plannen om voor alle Reigersdaal cliënten nieuwe voorzieningente bouwen in de nieuwe wijk de Draai in het oosten van Heerhugowaard. De film wil een beeld geven van het leven op Reigersdaal en uitleggen waarom de organisatie wwerken aan die nieuwe voorzieningen. Sommige mensen uit de film wonen nogReigersdaal, andeHeerhugowaard. Eén van de gefilmde personen is Charmy Weel. Zij woonde lang op de voorziening DBerg op Reigersdaal en toen ze 25 jaar was is ze in 2007 verhuisd naar een niewoonvoorziening in de Vroonerhoek, een wijk in Alkmaar. In de film vertelt de moeder van Charmy hoe ze tegen deze verhuizing heeft opgezien, maar haar man

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 5 -

Page 7: Werkplan 2012

heeft haar uiteindelijk overgehaald om die grote stap toch te zetten. Charmy heeft ernstige beperkingen en op de Berg waren verpleegkundigen en artsen altijd dichtbij. Daar was een team van medewerkers die Charmy goed kenden. Alles op de Berg vertrouwd en dierbaar door de lange geschiedenis die men met elkaar had. Toch verhuisde Charmy naar de Vroonerhoek. Haar leven en dat van de mensen om haar heen veranderde daardoor behoorlijk. Ze heeft een eigen leefruimte met een eigensfeer en er zijn andere cliënten in de woonvoorziening die kunnen lopen en tegen haar praten. Het deed haar zichtbaar goed en tot haar opluchting kon haar moeder constateren dat haar gezondheid er ook nog op vooruit ging. Ook voor de vader vaCharmy bood haar eigen woning nieuwe mogelijkheden: samen op het grote bed keken ze naar de voetbalwedstrijden van de Europese kampioenschappen. Voor haar moeder was het alsof ze een andere dochter gekregen had. Helaas heeft Charmy nie

was

n

t ng kunnen genieten van deze nieuwe woning, in september 2008 is ze overleden.

den

t aal

ad van

wuyverhoek in St. Pancras, Branderhoeve in Hoogkarspel, Gerritsland in Hoorn e.a.

voor

n

e

ligt

es levendigheid

g en

n nu

wonen.

la Wanneer cliënten ernstige zowel verstandelijke als ook lichamelijke beperkingen hebben dan spreken we van Ernstige Meervoudige Beperkingen. Naar schatting wonen er in Nederland ruim tienduizend mensen met EMB. Niet zo heel lang geleden was het belangrijkste doel hen in leven te houden, zo gezond mogelijk. Ze woondan vaak in speciale woonvoorzieningen als de Berg op Reigersdaal en werden verzorgd door verpleegkundig geschoold personeel. Daar is vele jaren met grote inzet gewerkt voor kwaliteit van leven voor deze cliënten, zoals de film goed laat zien. Het verhaal van Charmy maakt duidelijk dat professionals en familie toch soms geen weehebben van de mogelijkheden die deze mensen hebben. Binnen Esdégé-Reigersdwordt een honderdtal EMB cliënten ondersteund. Dat gebeurt voor een deel nog steeds op het Reigersdaal terrein in het gebouw de Berg en de Zolder. Maar er zijn inmiddels al veel andere plekken waar ze kunnen wonen, zoals Zuiderlicht in Stde Zon, Annie Romein Verschoor in Den Helder, Vroonerhoek in Alkmaar, T De laatste jaren is er veel veranderd op Reigersdaal voor cliënten met ernstig meervoudige beperkingen. De werkplannen van de clusters Zolder/Zuiderlicht en Berg-end laten zien hoe deze veranderingen doorwerken in de plannen voor het komende jaar. De cliënten die op Berg9/10 woonden zijn in 2010 verhuisd naar de nieuwe locatie Zuiderlicht in de Stad van de Zon, een wijk in Heerhugowaard. Daar hebben ze allemaal een eigen appartement met eigen badkamer. Dagbesteding de meesten is in het nabijgelegen centrum van de Mediaan. De meeste van de cliënten die nu nog op het Reigersdaal terrein op de Berg en de Zolder wonen hebben al een keuze gemaakt voor een nieuw te bouwen woonvoorziening in de Draai. Er zijnu drie woongroepen voor EMB cliënten op Reigersdaal, de Kapberg, de Steg en de Zolder. Hoewel op al deze plaatsen cliënten wonen met allemaal een eigen karakter iser wel een grof onderscheid te maken in de gemiddelde ondersteuningsvraag. Op dSteg wonen 14 cliënten met vaak een kwetsbare gezondheid. De ondersteuning is intensief en vraagt vaak specifieke verpleegkundige deskundigheid. Naast de Stegde woonvoorziening de Kapberg. Voor de cliënten van de Kapberg is gezondheid meestal geen speciaal punt van zorg. Ondersteuning is er veel meer op gericht om hun mogelijkheden voor zinvolle activiteiten zo goed mogelijk te gebruiken en hun communicatie te begrijpen. Iets verder van de Berg ligt op het Reigersdaal terrein deZolder. De cliënten van de zolder kunnen door hun onderlinge reacticreëren, waar anderen zich weer aan kunnen optrekken. De cliënten van de Kapberg, de Steg en de Zolder zullen te zijner tijd een nieuwe woonvoorziening in de Draai krijgen. Er zullen twee voorzieningen in het noordelijke deel van de Draai komen en één in het zuidelijke. Voor de cliënten van de Kapberde Steg zijn er het afgelopen jaar veel veranderingen geweest. Door een interne verbouwing zijn de oude Berg1,2,3,4 en 5 nieuw ingericht. Alle cliënten hebbeeen eigen kamer met tilvoorzieningen en er zijn nieuwe gemeenschappelijke woonkamers gemaakt. Door deze verbouwing was het mogelijk dat alle cliënten voorDraaiproject J in de Kapberg en die van Draaiproject L in de Steg komen te

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 6 -

Page 8: Werkplan 2012

Het werkplan van de Kapberg en de Steg heeft de titel ‘een interne draai’ meegekregen. De centrale thema’s zijn samenwerking, aandacht voor leefomgeving cliënten en de ondersteuning van cliënten met een kwetsbare gezondheid. Er wordt nu al gekeken naar wat er nodig is om cliënten een passende plek in de samenlevingte geven. De besprekingen met de architect over de woonvoorzieningen in de Drlopen al. Cliënten en medewerkers gaan het komend jaar de tijd gebruiken om vernieuwde woongroepen en teams op te bouwen. Hier wordt aan gewerkt door middel van trainingen op het gebied

aai

van totale communicatie, sociaal-emotionele ntwikkeling en kwaliteit van leven.

zienin

In het

in

orden

heid a

it zondere

van de

en

at

n

iet eo

bruikte methodiek worden als zeer positief ervaren door de

o Cliënten van de vooreen voorziening die helemaal afgestemd is op hun ondersteuning.werkplan staan deskundigheidsbevorderg en methodisch werken centraal. Ook als cliënten buiten Reigersdaal wonenen ondersteund wdoor veelal niet-verpleegkundigen vraagt hun kwetsbare gezondin veel gevallen extraandacht. Er wordt meestal medicatie gebruikt, er moet aandacht zijn voor slikproblemen, voor valrisico’s bij onverwachte epilepsie aanvallen: dalles vraagt bijkennis en kunde

g Zuiderlicht van het cluster Zolder/Zuiderlicht wonen al in

medewerkers. Tegelijkertijd moeten zij kleine signalen, verbaal en non-verbaal, kunnen opvangen daaruit kunnen afleiden wat de cliënt bezig houdt. Want ook als cliënten niet kunnen praten, toch reageren ze voortdurend op wat er om hen heen gebeurt. Soms is het duidelijk of ze iets prettig vinden of niet. Maar vaak ook is dat niet duidelijk endan is het zoeken naar wat zij met hun gedrag proberen duidelijk te maken. In het werkplan staat het ontwikkelen van communicatie met de cliënten centraal. Door hen goed te verstaan is het mogelijk de voorspelbaarheid van het dagelijkse gebeuren tevergroten, zo wordt hun gevoel van veiligheid vergroot en kunnen ze meer invloed uitoefenen op wat er om hen heen gebeurt. Voor een drietal cliënten wordt er op de Zolder geëxperimenteerd met video coaching. Filmopnames maken het mogelijk dmedewerkers samen kijken naar wat er gefilmd is en ze kunnen vertellen wat zij daarbij denken. Is de cliënt gespannen of is hij juist blij als hij zijn arm snel heen eweer zwaait, wat zou je van hem kunnen vragen in deze situatie? Met behulp van gedragsdeskundigen wordt deze vorm van observeren en interpreteren methodischontwikkeld en alle medewerkers worden daarin getraind. Het is belangrijk dat alle begeleiders gedrag van cliënten de juiste betekenis kunnen geven. Door moeilijk verstaanbaar gedrag te blijven zien als de manier waarop de cliënt probeert om nde controle kwijt te raken is het mogelijk om goed te blijven reageren. De vidtraining en de gemedewerkers. Communicatie met EMB cliënten is ook een onderwerp waarvoor op landelijk niveau veel aandacht is. Samen met de Universiteit van Amsterdam en Heliomare heeft Esdégé-Reigersdaal samengewerkt in het project Verbetering van de communicatie

Van ondersteuning weten we veel.

Met mensen maken we graag

kennis.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 7 -

Page 9: Werkplan 2012

tussen niet of nauwelijks sprekende personen met een meervoudige beperking en hun sociale netwerk, het project COCPvg. Het onderzoek is gericht op verbeteren vacommunicatie en onderstreept het grote belang van goede communicatie met deze cliënten voor hun kwaliteit van leven. In een ander verband wordt door medewerkers van de Interne Ondersteunende Dienst onderzoek gedaan naar hoe mensen met ernstig meervoudige beperking de wereld om hen heen kunnen waarnemen. De uitkomsten zullen op de wetenschappelijke congressen ‘Fo

n

een

cus op Onderzoek - 2011’ n IASSID-2012 gepresenteerd worden.

egane e heterogene groepen bieden de mogelijkheid van een

het erk in de sportkantine en allerhande werkzaamheden in de omliggende wijk.

d van Charmy en haar familie laat zien dat hier soms nog heel veel te winnen valt.

2.2.

ij an hij

ij

even ver zijn ervaringen. Tien dagen na de publicatie daarvan is hij overleden.

organisatie

ngeeft

t

leven,

e Op verscheidene clusters buiten het Reigersdaal terrein wonen kleine groepen EMB cliënten samen met cliënten met een andere ondersteuningsvraag. Zo wonen in de woonvoorziening Twuyverhoek 12 cliënten, waarvan 4 EMB cliënten die op de bgrond wonen. Dergelijklevendige omgeving. Cliënten met ernstige meervoudige beperkingen krijgen dagbesteding op veel verschillende plaatsen en vaak in heterogene groepen. Van de bewoners op de Reigersdaal groepen heeft de helft dagbesteding buiten het terrein. Eén van deze plaatsen is het steunpunt Obdam, waar cliënten in rolstoelen actief meedoen bijw In alle werkplannen van clusters met EMB cliënten komen de karakteristieke punten uit het verhaal van Charmy Weel naar voren: de moeite die gedaan moet worden omgoed met hen te communiceren, het zoeken naar passende woon- en werkvormen, ontwikkelen van specifieke kennis en ervaring om goed aan te sluiten bij wat de cliënt en zijn familie graag willen. Het voorbeel

Cliënten met Niet-Aangeboren Hersenletsel

In zijn televisieoptreden als Zomergast heeft de hersendeskundige Dick Swaab dezezomer gekozen voor het laten zien van de Franse film “De duikklok en de vlinder”. Het is het waargebeurde verhaal van Jean-Dominique Bauby. Hij was indertijd de redacteur van het blad ‘Elle’. Op een zomerse middag krijgt hij achter het stuur van zijn cabriolet een herseninfarct. Nadat hij bijgekomen is uit de coma die erop volgde,blijkt hij volledig verlamd. Hij kan alleen zijn linkeroog bewegen en zijn ooglid laten knipperen. De film laat zien hoe dit voorval zijn leven compleet op z’n kop zet, maar ook dat van zijn omgeving, zijn vader, vrouw, kinderen, tot aan zijn minnares toe. Hheeft het “locked-in” syndroom. Zijn innerlijke wereld is onaangetast, alleen kvrijwel niets meer bewegen. Wat is dan nog kwaliteit van leven? Dankzij de toewijding en het geduld van een logopediste wordt ontdekt dat hij alles hoort en begrijpt. Zij leert hem communiceren door middel van het knipperen met zijn oog. Zspreekt alle letters van het alfabet uit en bij de juiste letter knippert hij. Zo kan hij ook in deze toestand zijn relaties in stand houden. Hij heeft een boek geschro Bauby is iemand die niet-aangeboren hersenletsel NAH heeft. Binnen onze worden deze NAH cliënten op verschillende plekken ondersteund, zoals de woonclusters Mantelmeeuw, Polderhuis, Zeemeeuw, Betsy Perk en werkclusters de Zilvermeeuw en de Stern. Binnen Esdégé-Reigersdaal is de doelgroep cliënten met niet-aangeboren hersenletsel NAH een bijzondere groep. Zoals de naam al aagaat het om mensen met een beperking die ontstaat door een onverwachte gebeurtenis als een ongeluk of een herseninfarct. Deze traumatische gebeurtenis vormt in alle gevallen een breuk in hun levensloop. Uit onderzoek blijkt dat 95% vande NAH cliënten ouder was dan 18 jaar ten tijde van hun hersenletsel. Dit betekendat de meeste van deze cliënten als (jong)volwassenen een ‘gewoon’ leven heeft geleid. Als ze na een hersteltraject dan toch met een handicap verder moetendan zijn ze meestel aangewezen op zorg en ondersteuning in de zogeheten verstandelijk gehandicapten sector. Het is duidelijk dat hun levensgeschiedenis en

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 8 -

Page 10: Werkplan 2012

hun beperking een specifieke deskundigheid van begeleiders vraagt. Binnen onze organisatie wordt aan ongeveer 400 cliënten met NAH ondersteuning gegeven. Die ondersteuning varieert van 24 uurs-ondersteuning tot ambulante ondersteuning van

orden

n. Naast

ft

ningen erking van een gezamenlijke

erkmethodiek en visie voor deze doelgroep.

r

k n is het

an op de

n

benaderd zouden

ren vormen van hersenletsel op lange termijn vergaande

rsiteit aan

n in de

enkele uren per week. Al de beschreven kenmerken van cliënten met NAH komen terug in de werkplannen van de clusters. Door het hersenletsel krijgen mensen vaak te maken met ernstigelichamelijke beperkingen en het ligt voor de hand dat ze dan ondersteund wdoor medewerkers die deskundig zijn in het omgaan met deze lichamelijke beperkingen. De verzorging en het gebruik van tilmiddelen vraagt specifieke deskundigheid. Maar er zijn vaak ook allerlei cognitieve beperkingen als problemen met geheugen, spraak, oriëntatie. Die kunnen weer sociale problemen met zich meebrengen. Tegelijk zijn dit ook cliënten die gewend waren de regie van hun leven in eigen hand te hebben en dat voor zover mogelijk ook graag zo willen houdeondersteuning bij hun lichamelijke beperkingen vragen zij ook emotionele ondersteuning bij het verwerken van hun rouw over het verlies van het oude leven. In een wooncluster waar de lichamelijke verzorging altijd centraal heeft gestaan heemen met elkaar vastgesteld dat de groeiende groep NAH cliënten extra inspanning vraagt om medewerkers te scholen om meer kennis van de specifieke aandoete hebben. Er is behoefte aan een verdere uitww In Alkmaar is in 2010 ’t Waarderhof gereed gekomen, een nieuwe woonvoorzieningvoor NAH cliënten van het cluster de Mantelmeeuw. Het werkplan van het clustestelt tevreden vast dat het hiermee mogelijk geworden is om de ondersteuning werkelijk af te stemmen op de wensen van het individu. Er is geen enkele noodzaameer om activiteiten in groepsverband te ondernemen. Als dit gebeurt, daomdat mensen daar zelf voor kiezen. Op deze woonvoorziening is uit een cliëntenenquête naar voren gekomen dat cliënten meer aandacht vroegen voor deemotionele betekenis van hun hersenletsel. Veel cliënten hebben behoefte om te kunnen praten over hun verdriet of boosheid, over angsten en over blijheid als iets lukt. Daar zou ook voldoende tijd en ruimte voor moeten zijn. Naar aanleiding hiervis onderzoek gedaan maar de vraag hoe de begeleiding beter kan aansluiten verwachtingen van de cliënt. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er twee ontmoetingsdagen onder leiding van MEE geweest. Cliënten en medewerkers hebbemet elkaar gesproken over de emotionele ondersteuning van cliënten. Deze dagen werden door alle aanwezigen als zeer zinvol ervaren en aandacht voor de emotionele beleving is een onderdeel geworden van de ondersteuningsplan systematiek. Binnendit cluster is sprake van een competentiemodel voor het ondersteunen van cliënten met NAH. Nieuwe medewerkers volgen de cursus “professioneel omgaan met NAH” van het landelijk coördinatiepunt hersenletsel. Ook is voor intern gebruik de cursus “omgaan met hersenletsel” ontwikkeld. Niet alle mensen met NAH accepteren de zorg die door deskundigen wenselijk wordt geacht. Hoe deze zorgmijders kunnen worden is ook onderwerp van onderzoek het komend jaar. Voor NAH cliënten is het vaak belangrijk dat hun netwerk ook ondersteund wordt. Op het cluster Zeemeeuw wil men het komende jaar kijken of het mogelijk is om ook een ondersteuningsaanbod te kunnen doen voor directe familieleden. Door het maken van bijvoorbeeld een voorlichtings-DVD kun je familie van NAH cliënten helpen acceptedat ook ogenschijnlijk mildegevolgen kunnen hebben. Voor het cluster Betsy Perk in Hoorn is het ontwikkelen van nieuwe of aangepaste woonlocaties een belangrijk speerpunt in het werkplan. NAH cliënten hebben een duidelijke wens voor een meer levendige woonomgeving met een divevoorzieningen. De huidige woonlocaties zijn soms te klein om zonder exploitatietekorten te kunnen werken. In dit cluster wordt intensief met de methodiek van de regiecirkel gewerkt. De regiecirkel maakt zichtbaar wat de belangrijkste aspecten zijn in iemands leven, wat de afspraken zijn en hoe de taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld. Betsy Perk wil actief gaan participere

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 9 -

Page 11: Werkplan 2012

op te richten zorgketen NAH in West-Friesland. Ook wil men werken aan het vergroten van naamsbekendheid van het cluster, oa. door de contactgroep NAH West-Friesland die vanuit het cluster geïnitieerd is om in de behoefte aan contact met

nge

twerk

erkt n

p van jke

eigen

eren of

ssend zorgaanbod te

eel

t ijk blijkt om een leven te leiden dat voluit menselijk

genoemd kan worden.

lotgenoten te voorzien. Het dagbestedingscluster de Stern wil meer passende dagbesteding voor jomensen met NAH ontwikkelen. Ook wil men aanbod kunnen doen voor de toenemende vraag naar behandeling als fysiotherapie en logopedie. Verder is er veel

op het gebied van NAH en het ondersteunen van het nevan de cliënt. Ook in het dagbestedingscluster de Zilvermeeuw wordt gewaan een meerjarenplascholingsbeleid waar ondernemerschap en persoonlijk meesterschabegeleiders belangribegrippen zijn. Alle werkplannen melden dat sommige cliënten met NAHvanwege de hogerefinanciële bijdrage ondersteuning vermindzelfs dienstverlenings-overeenkomsten opzeggen. Het zal het komende jaar extra aandacht vragen om met krappe budgetten toch een pa

aandacht voor het verdiepen van de specifieke kennis

kunnen doen.

De werkplannen van deze clusters laten zien dat er in dit werkveld veel beweging is rondom deskundigheidsbevordering, methodisch werken en het beter aansluiten bij de vragen van de cliënt. In de genoemde film “de duikklok en de vlinder” komen vvan de speerpunten uit de werkplannen van de NAH clusters terug: de specifieke deskundigheid die nodig is om de cliënt en de mensen om hem heen te helpen om hun leven weer op te pakken, het geduld en inlevingsvermogen om dat te kunnen doen wat NAH cliënten in hun bijzondere situatie kan helpen. En de voldoening dahet ondanks alles toch mogel

Zo zijn we ook wel weer: zelfs zonder beperking mag je meedoen.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 10 -

Page 12: Werkplan 2012

3. Externe en financiële ontwikkelingen

3.1. Overheidsbeleid

In Nederland wordt er door de overheid in 2012 op vele beleidsterreinen fors bezuinigd. Ook in de gezondheidszorg zijn diverse maatregelen genomen die moeten leiden tot een verlaging van de kosten. Veel cliënten zullen de gevolgen hiervan gaan ondervinden of zijn al met bezuinigingen geconfronteerd. In dit kader is een belangrijke ontwikkeling de ingreep in de persoonsgebonden budgetten. Nieuwe cliënten zullen vanaf 2012 geen PGB meer kunnen ontvangen voor extramurale zorg en degenen die al een PGB hebben verliezen dit recht vanaf 2014 of eerder als zij een nieuwe indicatie nodig hebben. Als deze cliënten hun zorg en diensten bij Esdégé-Reigersdaal inkopen, zal dit in de meeste situaties gecontinueerd kunnen worden via zorg in natura. Andere bezuinigingsmaatregelen waarmee cliënten geconfronteerd kunnen worden zijn de ingrepen in de sociale werkvoorziening en maatregelen die leiden tot een verlaging van het beschikbare inkomen. Voor de periode na 2012 zal de overgang van de extramurale dagbesteding en begeleiding naar de WMO voor grote veranderingen gaan zorgen, waarbij naar verwachting door gemeenten ook fors bezuinigd zal worden op de uitgaven op dit terrein. In het licht van al deze bezuinigingen is het zeer bijzonder dat er in 2012 voor de intramurale langdurige zorg extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Ten behoeve van de verblijfszorg komt landelijk vanaf 2012 structureel 852 miljoen euro extra beschikbaar, waarvan 636 miljoen beschikbaar is voor het extra aannemen en opleiden van medewerkers voor cliënten met een verblijfsindicatie. Deze maatregel is bedoeld om de kwaliteit van de verblijfszorg te verbeteren. Op landelijk niveau moeten met deze middelen minimaal 12.000 extra banen in de zorg worden gecreëerd. Dit geld zal in gelijke mate worden verdeeld over alle cliënten met een zorgzwaartepakket (ZZP). De nieuwe ZZP-tarieven voor 2012 zijn inmiddels vastgesteld. Naast de gebruikelijke jaarlijkse indexeringen zijn de tarieven binnen het ZZP voor verblijf en behandeling met 5% verhoogd en is het tarief voor dagbesteding (met uitzondering van de dagbesteding voor mensen met een lichamelijke beperking) niet extra verhoogd. Deze extra middelen betekenen voor Esdégé-Reigersdaal een budgetverhoging van bijna 2,2 miljoen euro. De diverse brancheorganisaties hebben met VWS een convenant ondertekend waarin de doelstellingen en streefcijfers op landelijk niveau zijn vastgelegd. De belangrijkste doelstelling daarin is dat eind 2013 12.000 meer medewerkers werkzaam zijn in de langdurige zorg dan begin 2012. Binnen Esdégé-Reigersdaal zullen deze extra middelen worden ingezet voor het aantrekken van meer medewerkers binnen de woonclusters. Daarmee wordt aangesloten bij de wijze waarop de externe tarieven zijn verhoogd. Het beschikbare bedrag per cliënt wordt voor de woonclusters met 5% verhoogd. Naar verwachting zullen in de loop van 2012 hierdoor ongeveer 40 fulltime medewerkers extra worden aangetrokken. Daarnaast zal extra geïnvesteerd worden in het opleiden van nieuwe medewerkers. Er zal een eenjarige basisopleiding Support worden aangeboden teneinde ook mensen aan te kunnen trekken uit andere sectoren zonder specifieke vooropleiding of ervaring. Een andere verbetering betreft de verhoging van de tarieven voor de dagbesteding voor mensen met een lichamelijke beperking. De kritiek op de eerdere grote verlaging van deze tarieven heeft nu geleid tot een gedeeltelijke reparatie hiervan. De tarieven voor 2012 zijn ruim 10% hoger dan in 2011.

3.2. Functie begeleiding van AWBZ naar gemeentelijke WMO De komende jaren zal de functie begeleiding extramuraal van de AWBZ overgaan naar de WMO. Dit omvat zowel de individuele begeleiding als de extramurale

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 11 -

Page 13: Werkplan 2012

dagbesteding en betreft ook het vervoer van en naar de dagbesteding. Dit geldt dus niet voor de begeleiding en dagbesteding die wordt geboden aan cliënten die zijn geïndiceerd voor een zorgzwaartepakket. Voor onze organisatie gaat het om ongeveer 800 cliënten. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO. Vanaf 2013 zijn gemeenten verantwoordelijk voor nieuwe cliënten en vanaf 2014 voor alle cliënten die gebruik maken van deze functies. Het is niet zo dat de functies als zodanig overgaan naar de WMO. De functies worden geschrapt in de AWBZ en gelijktijdig krijgen de gemeenten een nieuwe taak binnen het kader van de WMO. Deze taak houdt in dat gemeenten de verplichting krijgen iedere burger in staat te stellen om te participeren in de maatschappij. Iedere gemeente is vrij om op dit terrein haar eigen beleid te maken. De middelen die zij hier voor krijgen zijn niet geoormerkt. Bovendien krijgen gemeenten minder budget voor deze taken dan het bedrag dat nu in de AWBZ voor deze cliënten wordt uitgegeven. Gemeenten geven aan dat zij een grote behoefte hebben aan informatie. Onze cliëntgroep is bij gemeenten relatief onbekend. Niet in de laatste plaats doordat de discussie over de WMO heel erg gedomineerd wordt door de ouderenzorg en doordat het beeld is dat de WMO er alleen is voor mensen met een beperkte hulpvraag. In het belang van onze organisatie en onze cliënten betekent deze ontwikkeling dat we alle partijen bij de gemeenten goed moeten informeren over: de visie en werkwijze van Esdégé-Reigersdaal onze jarenlange inzet voor vermaatschappelijking professionele ondersteuning die nadrukkelijk nodig is voor de

vermaatschappelijking van onze kwetsbare doelgroepen de diversiteit van onze dienstverlening binnen de functie begeleiding en de

aantallen cliënten die wij per gemeente ondersteunen de diversiteit van de cliëntgroepen die gebruik maken van de functie begeleiding De afdeling communicatie ontwikkelt in samenspraak met de Raad van Bestuur en de

werkgroep WMO de informatievoorziening naar gemeenten. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van mvariërend van folders, filmpjes, digitale nieuwsbrieven, websaan sociale media. Deze informatievoorziening zal de basis zijn waarop vertegenwoordigers van onze organisatie in contact tredenmet gemeenten. De intentie is om met e

iddelen

ites tot

lkaar te onderzoeken

nnen

O en

werkgroep zal worden gevoed door een medewerker met als speciaal aandachtsgebied de WMO.

hoe kwaliteit en continuïteit van zorg gewaarborgd kuworden. Omdat er nog veel onduidelijk is met betrekking tot de overheveling van onderdelenuit de AWBZ naar de WMdat naar verwachting voorlopig ook nog wel zo zal blijven is een interne WMO-

groep gevormd, waarin alle relevante sectoren, regio’s en disciplines vertegenwoordigd zijn. Deze

In de folder lees je op welke

website een link staat naar

onze hyves.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 12 -

Page 14: Werkplan 2012

3.3. Aangepaste systematiek voor de interne budgettering De intern beschikbare bedragen per cliënt zijn in 2011 aangepast aan de zorgzwaartebekostiging. Dit betekent dat het voor de clusters beschikbare bedrag per cliënt direct is gerelateerd aan het externe tarief. De invoering heeft wel geleid tot verschuivingen van middelen tussen de clusters, maar in de uitwerking heeft dit niet tot grote problemen geleid. Bij de invoering is gekozen voor een geleidelijk traject, waardoor clusters die er in budget op achteruit gingen dit niet in één jaar hoefden te realiseren. Dit betekende ook dat clusters die er op vooruit gingen, slechts geleidelijk konden groeien. Door de verhoging van de ZZP-tarieven zoals hiervoor genoemd, zal deze groei in 2012 wel volledig kunnen worden gerealiseerd. Voor clusters die vanwege bijzondere omstandigheden niet in staat zullen zijn om volgend jaar al de uitgaven te beperken tot het niveau van de nieuwe interne tarieven is in de jaarrekening 2010 al een voorziening opgenomen.

3.4. Financiering Kapitaalslasten

In het verleden moesten zorgaanbieders vooraf toestemming aan de overheid vragen voor de bouw van nieuwe huisvesting. Als de overheid hiervoor vergunning verleende betaalde de overheid vervolgens ook jaarlijks de werkelijke kapitaalslasten die verbonden zijn aan deze huisvesting. De kapitaalslasten zijn de afschrijvings- en rentekosten en/of de huur. Vanaf 2012 wordt gestart met een nieuwe systematiek voor de vergoeding van de kapitaalslasten. De vergoeding wordt dan losgekoppeld van de feitelijke huisvesting. De organisatie ontvangt in de nieuwe systematiek een zogenaamde normatieve huisvestingscomponent (NHC), als onderdeel van het totale tarief voor de zorg- en dienstverlening aan cliënten. De hoogte van het tarief voor de kapitaalslasten is afhankelijk van het ZZP. De werkelijke kosten van de gebouwen hebben dan geen invloed meer op de hoogte van de vergoeding. De organisatie wordt er zelf volledig verantwoordelijk voor dat met de normatieve vergoeding de kosten van de huisvesting betaald kunnen worden. De organisatie wordt ook volledig verantwoordelijk voor de gevolgen van eventuele leegstand van woningen. De vergoeding wordt alleen ontvangen zolang de cliënt bij de organisatie verblijft. Voor de periode tot het jaar 2018 geldt een overgangstraject. De vergoeding voor de kapitaalslasten wordt voor deze jaren op zowel de oude als de nieuwe manier berekend en de jaarlijkse vergoeding wordt ieder jaar berekend als een gewogen gemiddelde van de beide systemen, waarbij de vergoeding op basis van de NHC in de loop van deze periode steeds zwaarder zal wegen. In 2012 telt de NHC vergoeding nog maar voor 10% mee en wordt de vergoeding dus nog voor 90% gebaseerd op de oude systematiek. In 2018 zal de vergoeding dan voor 100% op de NHC zijn gebaseerd. Op basis van de nieuwe tarieven is een berekening gemaakt van het verschil voor Esdégé-Reigersdaal tussen de huidige vergoeding voor kapitaallasten en de vergoeding op basis van de normatieve huisvestingscomponent (NHC). Hieruit blijkt dat de nieuwe vergoeding iets hoger uitkomt dan de huidige vergoeding. Door de geleidelijke overgang levert dit in 2012 slechts een gering financieel voordeel op. Voor enkele onderdelen van de kapitaalslasten is nog geen nieuwe normatieve vergoeding vastgesteld. Dit betreft de kosten van inventaris en de kapitaalslasten van de extramurale dagbesteding voor volwassenen. Invoering hiervan zal er waarschijnlijk voor zorgen dat het huidige positieve verschil tussen de nieuwe en de oude vergoeding kleiner wordt. In 2011 is de vergoeding voor kapitaallasten nog ruim hoger dan de werkelijke kapitaalslasten. Dit zal gezien het bovenstaande door de invoering van de NHC’s dus niet veranderen. Dit verschil zal wel kleiner worden bij de realisering van nieuwbouw als vervanging van de huisvesting op de locatie Reigersdaal. De vergoeding voor de kapitaallasten op basis van de NHC’s zal dan niet veranderen. Deze is immers gebaseerd op het aantal aanwezige cliënten. De kosten zullen echter wel stijgen door

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 13 -

Page 15: Werkplan 2012

de ingebruikname van nieuwe locaties. De verwachting is dat ook na realisatie van deze plannen de vergoeding voldoende zal zijn om de totale kosten te dekken.

4. Veiligheid en gezondheid

Rond koffietijd kreeg ik steeds een bakkie koffie bij de

dokter. Dus voortaan plan ik een doktersbezoek rond

etenstijd.

4.1. Medisch ondersteuningsplan

Het project “Medisch ondersteuningsplan” verloopt voorspoedig. Op dit moment hebben de cliënten van meer dan de helft van de clusters een medisch

ondersteuningsplan. Het medisch ondersteuningsplan is in principe bedoeld voor cliënten met een zorgzwaartepakket (ZZP) van 3 of hoger, maar ook cliënten met een lagere indicatie worden meegenomen. Het ondersteuningsplan wordt in de loop van de jaren steeds herschreven en daarmee gaat essentiële medische informatie soms verloren. Dit wordt voorkomen met het medisch ondersteuningsplan. De verwachting is dat in de loop van 2012 voor alle cliënten van de niet-intramurale woonclusters een medisch ondersteuningsplan is opgesteld. Aandachtspunt hierbij is het plannen van de bezoeken aan de huisartsen van de cliënten.

4.2. Meer bewegen - lichtere zorg

Eén van de zaken die meteen bepaald kunnen worden op grond van de gegevens in het medisch ondersteuningsplan is de body mass index (BMI) van cliënten. Dit is een maat voor het potentiële overgewicht. In de 18 niet-intramurale woonclusters waarvoor het medisch ondersteuningsplan is opgesteld hebben 43 personen een BMI hoger dan 30. Een dergelijke waarde wordt beschouwd als een indicatie voor ernstig overgewicht. Ongeveer 85 personen hebben een BMI tussen de 25 en 30. Bij de clusters met veel cliënten met een lichte verstandelijke beperking en bij de clusters met cliënten met NAH is de lengte en het gewicht van cliënten vaak niet bekend. Dit zijn wel de cliënten die het grootste risico lopen op het ontwikkelen van obesitas. Het werkelijke aantal cliënten met gewichtsproblemen is waarschijnlijk groter dan hierboven aangegeven. Het aantal intramurale cliënten dat met gewichtsproblematiek bij de afdeling diëtetiek wordt aangemeld, vertoont ook een duidelijk stijgende lijn. Het multidisciplinaire team bestaande uit diëtiste, bewegingsagogen en fysiotherapeute is inmiddels uitgebreid met een gedragsdeskundige. Het komende jaar moet bekeken worden of de samenwerking met de artsen verbeterd kan worden. De pilot gericht op het onderzoeken van de behandelmogelijkheden van cliënten met morbide obesitas is voortgezet. In het verlengde van het klinische traject is na ontslag een nazorg traject aangeboden aan de eerste cliënt binnen deze pilot. De resultaten hiervan zijn positief. In de eerste helft van 2012 hopen we op basis van onze ervaringen en op basis van literatuuronderzoek het behandelbeleid met betrekking tot deze groep cliënten geformuleerd te hebben.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 14 -

Page 16: Werkplan 2012

Met de Stichting Gehandicapten Sport is een samenwerkingproject van start gegaan. Het doel van het project is dat iedere cliënt een half uur beweegt per dag. Het gaat hierbij niet alleen om bewegen bij sportactiviteiten, maar ook om bewegen tijdens het leven van alle dag. Voor alle cliënten moet in kaart worden gebracht hoeveel beweging men per dag heeft en moeten eventueel aanvullende bewegingsactiviteiten in het ondersteuningsplan worden opgenomen en uitgevoerd. De IOD zal deelnemen aan de projectgroep die een bedrijfsplan voor de afdeling beweging zal gaan opstellen. Stichting Gehandicapten Sport ondersteunt hierbij.

4.3. Kwaliteitsproject controle psychofarmaca Vorig jaar is een start gemaakt met het werken met een oproepagenda t.b.v. de periodieke controle van de gebruikte psychofarmaca door cliënten van de artsen op locatie Reigersdaal. In het vervolg daarop is besloten alle cliënten jaarlijks uit te nodigen voor een algemeen onderzoek. Tijdens dit gecombineerde consult wordt zowel de chronische medicatie gecontroleerd, als andere relevante zaken op medisch gebied nagelopen (o.a. epilepsie, ouderenproblematiek zoals gehoor en visus, gedrag).

4.4. Voeding

Door het besluit de keuken op locatie Reigersdaal te sluiten moet er een nieuwe routing voor de bestelling van dieetproducten worden ontworpen. Naar verwachting zal deze het eerste kwartaal van 2012 klaar zijn. De aanwezige kennis t.a.v. ´voeding en autisme´ en ´dementie en ondervoeding´ zal verbreed worden. In overleg met de artsengroep zal er beleid worden opgezet t.a.v. vitamine D suppletie. In 2012 participeert Esdégé-Reigersdaal, via één van de artsen in opleiding, in een onderzoek van de Erasmus Universiteit naar de vitamine D spiegel van cliënten tussen de 18 en 50 jaar.

4.5. Verpleegkundige zorg

Op Reigersdaal werkte tot voor kort het team verpleegkundige ondersteuning (TVO) als onderdeel van het cluster Berg-top. Sinds 1 oktober 2011 hoort TVO bij de IOD. Vanaf 1 januari 2012 zullen de medewerkers van TVO op het gebied van verpleegkundige ondersteuningsvragen op een andere wijze worden ingezet. Tot op heden waren hun werkzaamheden beperkt tot het terrein Reigersdaal. Vanaf 1 januari 2012 zullen calamiteiten op de locatie Reigersdaal tijdens kantooruren van maandag t/m vrijdag niet meer door TVO opgevangen worden, maar door de BHV opgeleide medewerkers van de clusters, zodat TVO ook buiten Reigersdaal werkzaamheden kan gaan verrichten. Tussen de medewerkers van TVO en de adviserend verpleegkundige zal een herverdeling van taken plaats vinden. In het eerste kwartaal van 2012 zal de nieuwe werkorganisatie van TVO verder gestalte krijgen. Onderlinge communicatie en nauwe samenwerking is voor TVO speerpunt in 2012.

4.6. Tandheelkundige zorg In 2011 is een start gemaakt met het werken met het digitale registratiesysteem. Tegelijkertijd is bij wijze van pilot een tandheelkundige plan opgesteld voor cliënten van het Ank van der Moerplantsoen. Dit tandheelkundig plan moet onderdeel gaan uitmaken van het ondersteuningsplan van cliënten. Mondverzorging krijgt vaak een lage prioriteit van (cliënt)begeleiders. Op zich geeft men aan het wel een belangrijk onderdeel van de totale verzorging van een cliënt te vinden, maar is het vaak moeizaam in de uitvoering.

4.7. Farmaceutische zorg

Een breed samengestelde werkgroep is van start gegaan om de huidige praktijk in kaart te brengen en aanbevelingen op te stellen voor mogelijke verbeteringen. Na

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 15 -

Page 17: Werkplan 2012

een aantal voorbereidende en oriënterende besprekingen is men systematisch de clusters gaan bezoeken. De werkgroep rapporteert terug aan de clusters zelf. Aan het einde van 2011 zal er een rapportage worden opgesteld t.b.v. de Raad van Bestuur. Er zijn grote verschillen tussen de verschillende clusters. In het semimurale deel van Esdégé-Reigersdaal (d.w.z. waar de functie ‘verblijf’ wordt geboden zonder de functie behandeling) hebben cliënten een eigen huisarts en apotheek. Vaak zijn er geen afspraken gemaakt over de wijze waarop de medicatie wordt aangeleverd. Eén van de aanbevelingen die de werkgroep zeker zal gaan doen is dat ook voor cliënten uit dit deel van de organisatie het beleid wordt dat de medicatie door de apotheek (geautomatiseerd) wordt uitgezet. Intramuraal (d.w.z. verblijf met behandeling) is dat al langer beleid. Daar vragen vooral situaties waarin medicatie wordt voorgeschreven door consulent specialisten of behandelend specialisten vanuit (academische) ziekenhuizen de aandacht. Een ander belangrijk aandachtspunt is het vaststellen waar de verantwoordelijkheid ligt t.a.v. het beheer en gebruik van medicatie. Kan de cliënt (gedeeltelijk) zelf zijn medicatie beheren of niet? Rondom dit vraagstuk zou intern een werkgroep worden gestart om een methodiek te ontwikkelen. Die methodiek dient een bijdrage te leveren in de oordeelsvorming of een cliënt in staat is medicatie in eigen beheer te houden. Dit kan ook gelden voor een aantal ambulante cliënten. Inmiddels is echter duidelijk geworden dat in vervolg op het project dat is uitgevoerd in de ouderenzorg op landelijk niveau deze methodiek ontwikkeld zal gaan worden. Gekeken zal worden of de resultaten hiervan bruikbaar zijn. Voor de ODC’s spelen ouders een belangrijke rol in het overleg met de huisarts en apotheker. De medewerkers van de ODC's handelen hier in opdracht van de ouders. Op één van de ODC’s is daar een protocol voor ontwikkeld en dat wordt ook besproken met de andere ODC’s . Het komende jaar zal een heroriëntatie plaats vinden op de medicijndistributie voor het intramurale deel van de organisatie. Reden hiervoor is dat per 1 januari 2012 de apotheek van Reigersdaal alleen nog kan voortbestaan indien er een apotheker aan verbonden is. De huidige apotheker zal gezien zijn leeftijd niet meer voor lange termijn aan Esdégé-Reigersdaal verbonden zijn, waardoor de noodzaak ontstaat om een aanbestedingsprocedure op te starten. Onderzocht zal gaan worden of een andere apotheker deze taken kan overnemen. Tegelijkertijd zal navraag gedaan worden naar de ervaringen van andere zorgaanbieders met hun leveranciers van geneesmiddelen

4.8. Mobiliteit Enige tijd geleden is er door de ergotherapie en fysiotherapie gezamenlijk een onderzoeksformulier ontwikkeld voor gebruik bij complexe zitproblematiek. Bij nieuwe rolstoelaanvragen of bij een grote aanpassing zou dit onderzoek gezamenlijk door een fysiotherapeuergotherapeut worden uitgevoerd. Deze afspraken zullen geëvalueerd en verder geïmplementeerd worden. Duidelijk is wel al dat de samenwerking op dit punt kan verbeteren. Wellicht dat in de toekomst een beperkt(er) aantal vaste personen zich met de aanvraag van rolstoelen kan gaan bezig

Naast het project ‘rolstoelduwers’

overwegen we een pilot ‘loltrappers’.

de

t en

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 16 -

Page 18: Werkplan 2012

houden zodat er minder mensen in de trajecten meelopen en de afhandeling efficiënter kan verlopen. Een belangrijk punt is het vergroten van kennis en vaardigheden bij alle behandelaars die rolstoelen adviseren door het volgen externe workshops, interne kennisoverdracht, intervisie, casusbespreking en uitwisseling en samenwerking op het gebied van rolstoeladviezen. Onderzocht zal worden op wat voor wijze kennis en inzicht m.b.t. zitten en rolstoelen bij begeleiderskan worden vergroot. Met de ergo-coördinatoren wordt samen het project‘rolstoelduwers’ opgepakt. Vooral medewerkers uit de dagbesteding lopen steeds meer m

van

et cliënten die in een rolstoel zitten.

4.9. Project palliatieve zorg In 2011 is het project Palliatieve zorg van start gegaan. Binnen Esdégé-Reigersdaal vinden relatief weinig sterfgevallen plaats en werken relatief weinig verpleegkundig opgeleiden in het primaire proces. Voor veel medewerkers komt het overlijden van cliënten weinig en onregelmatig voor. Derhalve ontbreken parate kennis en vaardigheden om de palliatieve zorg goed uit te voeren en te organiseren. Jaarlijks overlijden ongeveer 40 cliënten en een klein aantal van hen (ongeveer 10%) wordt overgeplaatst en overlijdt elders (ziekenhuis, verpleeghuis). Vanuit de visie van Esdégé-Reigersdaal streven we ernaar dat cliënten in een terminale fase kunnen overlijden in hun eigen vertrouwde woonomgeving. Uitgangspunt is dat cliënten kunnen overlijden op de plek die zij zelf kiezen. Esdégé-Reigersdaal wil de kwaliteit van de zorg in de terminale fase optimaliseren en verder professionaliseren. Derhalve heeft Esdégé-Reigersdaal dit jaar besloten om deel te nemen aan het project “Zorgconsulent palliatieve zorg” aangeboden door het Integraal Kankercentrum Nederland. In het voortraject zijn twee medewerkers geselecteerd om deel te nemen aan het scholingsprogramma van het IKNL. Vervolgens is een projectgroep geformeerd en deze is inmiddels van start gegaan. Daarnaast zullen we onderzoeken op welke punten ons beleid op dit gebied verder ontwikkeld dient te worden. Zo hopen we de kwaliteit van zorg aan cliënten in hun laatste fase van hun leven te verbeteren.

4.10. Diagnostiek van psychische problematiek

In het algemeen houden de richtlijnen die zijn opgesteld op het gebied van diagnostiek van psychische problematiek weinig rekening met de specifieke mogelijkheden en onmogelijkheden van mensen met een verstandelijke beperking. De werkgroep diagnostiek van psychische problematiek heeft zich tot taak gesteld om deze richtlijnen te beoordelen en zo nodig aan te passen aan onze doelgroep. Daarbij wil men de werkwijze inpassen in het kader zoals dat in de richtlijn "Handelingsgerichte Diagnostiek" van N. Pameijer e.a. wordt aangereikt. Concreet onderwerp waar men zich het afgelopen jaar mee bezig heeft gehouden is de aanpassing van de richtlijn diagnostiek van stemmingsstoornissen. Hiermee is een eerste invulling gegeven aan het voornemen om te komen tot een integratie van de richtlijn “Handelingsgerichte Diagnostiek” en de richtlijn “Beoordeling, diagnose, behandeling en bijbehorende ondersteuning voor personen met een verstandelijke beperking en bijbehorend probleemgedrag”. Eén van de gedragsdeskundigen is als trekker opgetreden tijdens een verbetertraject van Vilans gericht op landelijke implementatie van de richtlijn.

4.11. Ondersteuning aan mensen met een problematisch verouderingsproces

Het aantal aanmeldingen bij het Team ouderenproblematiek neemt langzaam maar zeker toe. Tijdens het traject intercollegiale toetsing is de wijze waarop het diagnostisch proces wordt doorlopen tegen het licht gehouden en zijn verbeterpunten geformuleerd. Met Vilans is afgesproken dat de kennisproducten die wij gebruiken geïnventariseerd zullen worden en aan hen opgestuurd zullen worden. Vilans zal dit gaan gebruiken in een verbetertraject dat zij gaan aanbieden.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 17 -

Page 19: Werkplan 2012

4.12. Lichaamsbeleving en seksualiteit Twee nieuwe steunpuntfunctionarissen zijn het afgelopen jaar betrokken bij het steunpunt lichaamsbeleving en seksualiteit. Het stroomdiagram met betrekking tot meldingen van seksueel misbruik is geëvalueerd en bijgesteld. In 2012 zal nog een cliëntvriendelijke versie gemaakt worden van het beleidsstuk met de visie op lichaamsbeleving en seksualiteit. Verbeteracties die op dit moment naar voren komen betreffen het systeem van de dossiervorming, contactlegging met het steunpunt vrijwilligers en het ontwikkelen van een breder scholingsaanbod in samenwerking met Tover. Het netwerk van contactpersonen ‘lichaamsbeleving en seksualiteit’ bestaat op dit moment uit 41 contactpersonen van verschillende clusters. De meldingen van (vermoeden) van seksueel misbruik worden in een overzichtsschema bijgehouden en geëvalueerd. Naast de ondersteuning bij meldingen heeft ook advisering en informatie plaatsgevonden. Er is een evaluatie van de procedure met alle betrokkenen gepland voor 2012. De opgedane kennis en ervaring uit de cursus diagnostiek van daders en slachtoffers is het afgelopen jaar geïmplementeerd. De ervaringen die daarmee zijn opgedaan zullen onderwerp zijn van een cursusbijeenkomst op herhaling. Een start is gemaakt met het samenstellen van modules die op de clusters kunnen worden gebruikt bij de verschillende vragen op het gebied van lichaamsbeleving en seksualiteit. Door materiaal beschikbaar te stellen hopen we dat men op het cluster zelf makkelijker met dit thema aan de slag zal kunnen gaan. Dit zal in 2012 een vervolg krijgen. Ook is een start gemaakt met het verder uitwerken van het onderwerp lichaamsbeleving en seksualiteit voor het OSP, dit materiaal zal gebruikt gaan worden in het nieuwe elektronisch cliëntendossier.

5. Methodisch handelen

5.1. Het ondersteuningsplan en het elektronisch cliëntdossier Met betrekking tot de ontwikkeling van het ECD is er dit jaar een aantal flinke

stappen gezet. De diverse vormen van het ondersteuningsplan zijn aangepast en omgezet naar een digitaal formulier. Ook wordt er actie ondernomen om te komen tot een verkorte versie van het OSP formulier voor cliënten met een kleine dienstverleningsovereenkomst. Met het gedigitaliseerde formulier OSP wonen VG is een pilot uitgevoerd waar drietal clusters bij betrokken was. De uitkomsten van deze pilot waren zeer positief. De vraag die de komende periode beantwoord moet worden is welke infrastructurele voorwaarden er nodig zijn om tot een functionerend ECD te komen. Als het lukt om aan deze voorwaarden te voldoen

dan zal, na advies van de medezeggenschapsorganen, het komend jaar in het teken

De één de handen uit de mouwen, de ander de handen in de zakken... Is dat ‘multidisciplinairesamenwerking’?

een

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 18 -

Page 20: Werkplan 2012

staan van de implementatie van het ECD. Ook zullen er dan stappen worden gezet om te bezien welke plaats de rapportage van de andere bij de cliënt betrokken professionals in het ECD zal krijgen. In de verdere ontwikkeling van het ECD zal er voortdurend aandacht moeten blijven voor de vraag hoe het OSP gebruikt wordt door verschillende belanghebbenden. Het oorspronkelijke doel van het OSP, namelijk het vastleggen van de afspraken die met cliënten worden gemaakt over hun ondersteuningsvraag, moet niet uit het zicht raken. Er is al het initiatief genomen om in aanvulling op het ECD een (interactief) portal te ontwikkelen via welke cliënten en hun belangenbehartigers kennis kunnen nemen van het elektronisch dossier van cliënten en daar ook een bijdrage aan kunnen leveren. Veiligheid van persoonlijke gegevens, toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Tot slot zal bekeken worden op welke wijze de multidisciplinaire samenwerking rondom een cliënt beter ondersteund kan worden.

5.2. Licht verstandelijk beperkte cliënten Een start is gemaakt met het ontwikkelen van een ondersteuningsprogramma voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en hechtingsproblematiek. In dit project wordt de samenwerking gezocht met de VU. Een student zal in dat kader bij Esdégé-Reigersdaal stage lopen en haar master thesis aan dit onderwerp wijden. Binnen Esdégé-Reigersdaal is veel kennis en ervaring opgedaan met betrekking tot de ondersteuning van mensen met een lichte verstandelijke beperking. Onderzocht zal worden of er binnen de organisatie behoefte is aan het verder delen en ontwikkelen van kennis met betrekking tot de ondersteuning van deze doelgroep. Bijzondere aandacht daarbij zal besteed worden aan de ondersteuning op het gebied van de dagbesteding.

5.3. Diagnostiek van de sociaal emotionele ontwikkeling

Op dit moment is er een tweetal instrumenten in omloop, die gebruikt worden om de sociaal emotionele ontwikkeling van mensen met een beperking vast te stellen. Beide instrumenten kennen nogal wat beperkingen. Dat heeft er toe geleid dat binnen onze organisatie aan de ontwikkeling van een eigen observatie instrumentarium wordt gewerkt zowel voor de doelgroep kinderen als volwassenen. Het werk daaraan vordert langzaam maar gestaag. De komende periode zal bezien worden of het mogelijk is aansluiting te vinden bij de activiteiten van het CCE op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling van mensen met een ernstige meervoudige beperking.

5.4. Cliënten met ernstige meervoudige beperkingen Er is een werkgroep EMB van start gegaan met als doel het schrijven van een zorgprogramma voor mensen met een ernstige meervoudige beperking. Dit is een bundeling en uitwisseling van kennis en ervaring met die doelgroep en het bereiken van consensus over het aanbod van Esdégé-Reigersdaal aan deze doelgroep. Vanzelfsprekend zal dit niet anders dan in algemene termen geformuleerd kunnen worden. Het feitelijke aanbod wordt afgesproken in het overleg tussen belangenbehartiger en professionals. De kennis en ervaring van alle betrokkenen met deze specifieke cliënten is daarbij een heel belangrijk gegeven. Naar verwachting zal begin 2012 een startbijeenkomst georganiseerd worden. Een aantal jaren geleden is het instrument ‘de Doepoort’ ontwikkeld in navolging van het eerder ontwikkelde instrument ‘de Speelpoort’. Het zijn hulpmiddelen om na te gaan hoe mensen met beperkingen hun zintuigen gebruiken. Met de ervaring die nu is opgedaan zal het komend jaar ‘de Doepoort’ nog een keer bijgesteld worden.

5.5. NAH

Binnen onze organisatie is veel kennis over de bijzondere ondersteuningsvraag van mensen met niet aangeboren hersenletsel aanwezig. Tegelijkertijd moet ook worden vastgesteld dat die kennis niet gelijkmatig verdeeld is over de clusters die deze

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 19 -

Page 21: Werkplan 2012

cliënten ondersteunen. Dat geldt ook voor de gedragsdeskundigen met deze cliënten in hun werkpakket. Daar zal het komend jaar dus extra aandacht aan worden besteed. Met name binnen de activiteitencentra is er een toenemende vraag naar paramedische behandeling. Te denken valt aan begeleiding bij medische fitness in samenwerking met een sportschool en een

instructeur het bieden van meer reguliere fysiotherapeutische behandeling logopedische behandeling op het gebied van spraak taal problematiek (afasie) of

bij eet- en drinkproblematiek Het komende jaar zal in samenspraak met de clustermanagers van de dagactiviteitencentra dit aanbod verder ontwikkeld worden. Gelijktijdig zal geïnvesteerd worden in de deskundigheidsontwikkeling van de betrokken paramedici.

5.6. Ouderwordende cliënten

In het komende jaar zal er voor medewerkers binnen de IOD een aantal bijeenkomsten georganiseerd worden, met als doel te inventariseren vanuit welke principes en met behulp van welke methodes, de ondersteuning aan ouder wordende cliënten vorm wordt gegeven.

5.7. Ondersteuning van ouders met een (lichte) verstandelijke beperking

De werkgroep van orthopedagogen\psychologen met als aandachtsgebied ouders met een (lichte) verstandelijke beperking is in 2011 een aantal keren bij elkaar geweest. De werkgroep heeft het gezins-OSP geëvalueerd. Naar aanleiding van een georganiseerde Open Space bijeenkomst rondom het thema verstandelijk beperkte ouders kwam het signaal dat binnen de organisatie onvoldoende bekend is over welke expertise we op dit gebied beschikken. Om kennis en ervaring effectief te kunnen delen is het initiatief genomen om te komen tot een steunpunt ondersteuning van ouders met een lichte verstandelijke beperking. Dit steunpunt bestaat uit gedragsdeskundigen en een clustermanager. Vanuit dit steunpunt zullen activiteiten worden ondernomen gericht op het verspreiden van de kennis en ervaring op dit gebied. Het steunpunt wil daartoe studiedagen, themabijeenkomsten en intervisiegroepen organiseren. Daarnaast wil men zich bekend maken als vraagbaak waar men terecht kan voor advies.

5.8. Ondersteuning van cliënten met een niet-Nederlandse achtergrond Tot nu toe is er binnen Esdégé-Reigersdaal relatief weinig aandacht besteed aan de specifieke aspecten van het ondersteunen van mensen met een andere dan een Nederlandse achtergrond. Dat heeft te maken met het feit dat dit binnen Esdégé-Reigersdaal een groep is, die relatief maar beperkt aanwezig is. Het komende jaar echter wil de IOD dit onderwerp actiever oppakken. Dat wil zeggen dat we in eerste instantie de kennis die in de organisatie aanwezig is willen bundelen. Vervolgens willen we onderzoeken wat aanvullend daarop nodig is.

5.9. Risico en veiligheid

Het afgelopen jaar is met de invoering van de risico checklist al het nodige gedaan om risico’s beter in beeld te krijgen met als doel een betere ondersteuning te kunnen geven. In vervolg daarop zal het komend jaar gekeken worden of er beleid ontwikkeld moet worden met betrekking tot risico-inventarisatie en het risico-management bij cliënten met ernstig probleemgedrag en zo ja hoe dat beleid eruit zou moeten zien. Tevens zullen de ervaringen met het gebruik van signaleringsplannen geïnventariseerd worden. Deze plannen worden zowel binnen als buiten onze organisatie breed gebruikt. Dit jaar is er een kort onderzoek uitgevoerd naar de (wetenschappelijke) basis voor deze plannen. Daaruit bleek dat er nauwelijks onderzoek is uitgevoerd naar de effectiviteit daarvan. Zonder daarbij wetenschappelijke pretenties te hebben lijkt het ons zinnig om de praktijkervaringen binnen onze organisatie te bundelen.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 20 -

Page 22: Werkplan 2012

5.10. Evaluatie traject extreme zorgzwaarte Voor een flink aantal cliënten is er de afgelopen jaren met succes een toeslag extreme zorgzwaarte aangevraagd. Meer en meer is tijdens de toetsingstrajecten het accent komen te liggen op de vraag wat voor plannen men heeft om de extra inzet in de toekomst af te bouwen. Die vraag is vaak moeilijk te beantwoorden. Het gaat hierbij om extreem zorgintensieve cliënten waarbij stabilisatie soms het hoogst haalbare doel lijkt. Het cluster dat de cliënt ondersteunt moet vaak alles uit de kast halen om dat niveau te bereiken. Het komend jaar zal een traject georganiseerd worden waardoor clusters in de gelegenheid worden gesteld elkaar uit te nodigen om mee te denken in het beleid rondom een cliënt. Mogelijk leidt dit bij het ontvangende clusters tot nieuwe inzichten. Ook als die nieuwe inzichten niet leiden tot afbouw van de intensiteit van de ondersteuning, dan kan het cluster het CCE laten zien welke inspanning is gepleegd om dat te onderzoeken.

5.11. Evaluatie herhuisvesting Ruim 10 jaar geleden zijn de eerste cliënten van locatie Reigersdaal verhuisd naar woningen in de samenleving in het kader van wat toen de “deconcentratie” heette. Er waren toen nog nauwelijks voorbeelden van projecten van mensen met een wat complexere beperking in de samenleving. De afgelopen jaren is een schat aan kennis en ervaring op dit gebied opgedaan in een groot aantal nieuwe woonvormen die in gebruik genomen zijn. Het gaat om kennis en ervaring over het proces van deze veranderingen en de resultaten ten aanzien van kwaliteit van leven. Die kennis en ervaring kan uitgewisseld worden in gesprekken met betrokken medewerkers, maar is op dit moment niet expliciet beschikbaar voor andere geïnteresseerden. De IOD gaat het komend jaar een begin maken om die kennis en ervaring te verzamelen en beschikbaar te maken. Daarbij gaat het enerzijds om informatie over de inhoudelijke consequenties van bepaalde vormen van huisvesting. Anderzijds gaat het om het uitwisselen van ervaringen over burgerschap en maatschappelijke participatie na verhuizing van het instituutsterrein.

5.12. Geestelijke verzorging

De afdeling geestelijke verzorging heeft de groepsactiviteiten op het wooncluster voor mensen met een EMB voortgezet. Eén van de medewerkers heeft in het kader van de afsluiting van de HBO theologie opleiding onderzoek gedaan naar de wijze waarop tijdens deze “pauze momenten” de zinbeleving van mensen met een ernstig meervoudige beperking wordt bevorderd. Het komende jaar zal bekeken worden of er ook op andere locaties behoefte is aan dit soort activiteiten. De afdeling heeft weer een herstart gemaakt met het stimuleren van en ondersteunen bij het maken van levensboeken voor en door cliënten. Naast de

ondersteuning aan individuele cliënten en begeleiders wordt deze ondersteuning geboden in de vorm van een korte cursus voor medewerkers en vrijwilligers. De

Herstart levensboeken? Is dat de moderne

variant van ‘wedergeboorte’?

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 21 -

Page 23: Werkplan 2012

gedragsdeskundigen kunnen een belangrijke rol spelen bij de implementatie van het levensboek binnen onze organisatie. Begin 2012 zal voor deze groep een presentatie verzorgd worden. Een onderzoek is van start gegaan naar de mate waarin levensvragen van cliënten binnen clusters herkend worden. In de eerste maanden van 2012 zal het onderzoeksverslag gereed komen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zal de afdeling een aantal acties ontwikkelen gericht op verdere profilering van de afdeling. Vanuit de afdeling geestelijke verzorging worden nog steeds bijeenkomsten met aandachtsfunctionarissen ethiek vanuit de clusters georganiseerd. Het afgelopen jaar heeft men met elkaar een nieuwe werkwijze ontwikkeld waarin aandachtsfunctionarissen nadrukkelijker dan voorheen de regie hebben gekregen. Deze activiteiten zullen worden voortgezet. In het najaar van 2012 zal er een werkdag worden georganiseerd voor alle aandachtsfunctionarissen.

6. Deskundigheidsbevordering

6.1. Interne opleidingen en trainingen

De afdeling Tover heeft een groot aanbod van trainingen en interne opleidingen op zeer uiteenlopende terreinen, van ‘omgaan met agressie’ tot ‘samenwerking binnen teams’. Het cursusaanbod vanuit de IOD dat via Tover aan medewerkers van Esdégé-Reigersdaal wordt gedaan is grotendeels gelijk gebleven. De IOD is structureel betrokken bij de support opleiding zoals die door ons samen met het ROC gegeven wordt. Op onderwerpen verzorgen inhoudsdeskundigen van de IOD ook regelmatig onderdelen van deze opleiding. Met Tover moeten er echter nog meer structurele afspraken worden gemaakt over die inzet om daarmee de juiste basiskennis/kennisoverdracht vanuit de IOD te borgen. Tover ontwikkelt een eenjarige basisopleiding Support voor medewerkers die geen specifieke vooropleiding of ervaring in de zorg hebben.

6.2. Externe opleidingen en trainingen Esdégé-Reigersdaal is nog steeds betrokken bij de opleiding van een arts tot Arts Verstandelijk Gehandicapten zowel voor ‘s Heerenloo Noord Nederland als voor Leekerweide. Dat zal in 2012 ook nog doorlopen. In 2011 is ook een eigen arts van Esdégé-Reigersdaal gestart met de opleiding. Dit jaar zijn er twee collega’s gestart met de opleiding tot GZ psycholoog. Voor het komend jaar hebben we drie opleidingsplaatsen aangevraagd en toegekend gekregen. Op initiatief van de Hartekamp-groep zijn wij betrokken bij de ontwikkeling van een profiel opleiding aan te bieden door regionale instelling voor nascholing en opleiding van de GGZ, Rino. Het gaat hierbij om een specialistische opleiding die gevolgd kan worden nadat men al als GZ psycholoog is geregistreerd. Het traject intercollegiale toetsing diagnostiek nadert zijn voltooiing. Wat betreft het opleidingstraject zullen enkele collega’s hun casuïstiek in de loop van 2012 afronden.

7. Wetenschappelijk Onderzoek

7.1. Onderzoek naar kwaliteit van bestaan In het onderzoek naar de kwaliteit van bestaan is gestart met het eerste deelonderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van personen met een verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblematiek die gaan verhuizen van het instituutsterrein naar woningen in de samenleving. Het doel is meer inzicht te geven in de specifieke ondersteuningsbehoefte van de onderzoeksgroep. De beschrijving wordt gebaseerd op het AAIDD-model waarin zicht wordt gegeven op de sterke en zwakke punten op het gebied van de intellectuele mogelijkheden, sociale

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 22 -

Page 24: Werkplan 2012

redzaamheid, participatie, gezondheid en de omgeving van de persoon. Aan de hand van een systematische analyse van de internationale literatuur wordt de ondersteuningsbehoefte van personen met een verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblematiek beschreven. Daarnaast zal de Support Intensity Scale (SIS) bij de onderzoeksgroep worden afgenomen, welke informatie geeft over de intensiteit en het profiel van de ondersteuningsbehoeften. Tevens worden enkele korte illustratieve voorbeelden van casussen beschreven. Uitvoering van het tweede deelonderzoek, waarin veranderingen in de kwaliteit van bestaan, adaptief- en probleemgedrag worden geëvalueerd, wacht op verhuizing van de participanten van Reigersdaal naar de Draai.

7.2. Onderzoek “Gedragsproblemen door Angst”

Dit onderzoek heeft als doel het ontwikkelen van een richtlijn voor multidimensionele diagnostiek van angst en angstgerelateerde gedragsproblemen bij mensen met verstandelijke beperkingen. Zowel het proces als de uitkomsten zijn onderwerp van onderzoek. De verwachting is dat begin volgend jaar de meeste resultaten bekend zijn. In 2011 is er een eerste publicatie geweest in het internationale tijdschrift Perspectives in Psychiatric Care.

7.3. Waarneming bij mensen met een ernstige meervoudige beperking

In het onderzoek naar waarnemingsgedrag bij EMB cliënten zijn alle analyses van de onderzoeksdata naar waarneming en de betekenis van waarnemingsgedrag afgerond.

Dit onderzoek wordt in samenwerking met de faculteit Orthopedagogiek van de Vrije Universiteit Amsterdam uitgevoerd. In het najaar van 2011 zijn beide onderzoekers begonnen met het schrijven van het eindrapport en een wetenschappelijk artikel. Tevens zijn voorbereidingen in volle gang voor presentaties (congres Focus op Onderzoek december 2011 en IASSID congres 2012). Ook is een begin gemaakt met onderzoek naar mogelijkheden van implementatie van de onderzoeksresultaten in de praktijk. Voor 2012 wordt gestreefd naar het voltooien van het eindrapport en een artikel en wordt het vertalen van de onderzoeksresultaten

ten behoeve van de praktijk vervolgd.

Geen uitspraak om louter op het gehoor

waar te nemen: “Z’ onderzoeken

nietzonder zoeken.”

7.4. Onderzoek instroom dagbesteding

Veel van de cliënten van Esdégé-Reigersdaal hebben in hun jonge jaren op een school voor ‘zeer moeilijk lerenden’ ZML of een orthopedagogisch dagcentrum ODC gezeten. Ergens voor hun twintigste levensjaar gaan ze dan meestal over naar een vorm van dagbesteding. Hoe deze overgang naar dagbesteding verloopt wordt op dit moment onderzocht. Dit onderzoek zal in 2012 vervolgd worden en dan zal gekeken worden hoe we cliënten van dagbestedingscentra en hun ouders kunnen ondersteunen in het formuleren van hun woonwensen los van het bestaande aanbod.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 23 -

Page 25: Werkplan 2012

8. Duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid Duurzaam samenleven is het maatschappelijke leven van nu zodanig organiseren dat de andere bewoners van de aarde en toekomstige generaties hetzelfde niveau van welvaart en welzijn kunnen hebben als wij. Als maatschappelijke organisatie willen we onze bijdrage leveren aan de doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid van de overheid en van de gemeenten waarin Esdégé-Reigersdaal werkt. Daarnaast kan bewust met energie omgaan ook geld besparen. De kosten van gas en elektriciteit binnen onze organisatie zijn aanzienlijk. Eerste stappen om met name te kijken of energiekosten teruggedrongen konden worden hebben het afgelopen jaar niet tot concrete resultaten geleid. Dit hield verband met het zoeken naar een geschikte energieleverancier. Nu we in 2012 een nieuw energieleveringscontract af gaan sluiten zal er in het komende jaar weer een vervolg gegeven worden aan de inventarisatie van energieverbruik. Voor een aantal voorzieningen willen we samen met energieadviseurs van onze leverancier de mogelijkheden in kaart brengen om energiebesparende maatregelen te nemen. Door middel van een afstudeeronderzoek worden mogelijkheden voor een beleid op het gebied van duurzaamheid voor onze organisatie in kaart gebracht. Dit zal zich met name richten op het gebied van duurzaam inkopen. Allerlei initiatieven die op dit moment al genomen worden binnen de organisatie, bv. de plannen voor verdere digitalisering van PO&O processen, zullen hier uitstekend in passen. Onze organisatie ontwikkelt op dit moment plannen om nieuwe woonvoorzieningen te realiseren in de gemeente Heerhugowaard. In 2030 wil deze stad volledig CO2-neutraal zijn. Voor onze woonvoorzieningen in de Stad van de Zon en in de Draai zullen we samen met de woningbouwcorporatie en de gemeente Heerhugowaard gaan onderzoeken of duurzame energieopwekking, bv met behulp van zonnepanelen, technisch en financieel haalbaar is.

9. Kwaliteitsbeleid De kwaliteit van de zorg en de ondersteuning wordt bepaald door de mate waarin ze bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de cliënt. Dit is het uitgangspunt van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg, zoals het gezamenlijk door de zorginstellingen en de overheid is vastgesteld. De overheid vraagt de zorginstelling om verantwoording van de kwaliteit af te leggen en potentiële cliënten inzage daarin te geven, zodat zij door vergelijking tussen zorginstellingen hun keuze kunnen maken. Zorginstellingen zijn daartoe bereid, maar over de wijze waarop dit kwaliteitsonderzoek zou moeten plaatsvinden in de langdurende zorg is het afgelopen jaar veel discussie geweest. De ontwikkelde methode om met z.g. zorgindicatoren de kwaliteit van zorg getalsmatig te meten was in de ogen van veel zorginstellingen niet betrouwbaar. Gehandicaptenzorginstellingen en de koepelorganisatie hebben verdere medewerking aan de uitwerking van het Kwaliteitskader daarom opgezegd. Goede zorg in de langdurende zorg wordt bepaald vanuit het perspectief van de cliënt en zijn mogelijkheden om zich op passende wijze te ontwikkelen. Professionals en teams zullen altijd open moeten staan voor mogelijke verbeteringen. Om deze reden laat Esdégé-Reigersdaal elk jaar bij verschillende clusters en werkplekken kwaliteitsevaluaties uitvoeren door externe organisaties als Perspectief en LSR. In de landelijke discussie over de vraag hoe dan toch verantwoording van zorg afgelegd kan worden en hoe kwaliteit van zorg zichtbaar gemaakt kan worden is gekozen voor een nieuwe werkwijze, gebaseerd op 3 pijlers. Over deze pijlers is wel overeenstemming bereikt tussen alle partijen en eind 2011 wordt de werkwijze in meer detail uitgewerkt. Er zal op drie niveaus informatie verzameld worden:

1. kwaliteitsgegevens op organisatieniveau 2. kwaliteitsgegevens op cliëntniveau 3. gegevens over de relatie cliënt-professional

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 24 -

Page 26: Werkplan 2012

Uitgangspunt is dat de gewenste informatie zo eenvoudig mogelijk te verkrijgen is en bruikbaar is voor de zorginstellingen om de zorg te verbeteren. Verantwoording zal dan liggen in het verlengde van verbeteren. Bij de eerste twee pijlers zal informatie getalsmatig te geven zijn, maar bij de derde pijler zullen ook kwalitatieve meetmethodes toegepast kunnen worden. Als voorbeeld van dit laatste is op één van de woonclusters van Esdégé-Reigersdaal een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd met behulp van een nieuwe methodiek van ‘participerende observatie’. Deze methodiek wordt ontwikkeld door de groep van prof. H. Reinders van de Vrije Universiteit Amsterdam. Een onderzoekster heeft gedurende meerdere maanden observaties uitgevoerd in een woonvoorziening en daarvan verslag gedaan volgens richtlijnen van kwalitatief onderzoek zoals gebruikelijk in antropologische studies. Dit heeft het onderzoeksverslag “Beelden van Kwaliteit” opgeleverd. Het verslag geeft een indringend beeld van het leven en werken in de betreffende woonvoorziening en daarmee van de kwaliteit van de geboden zorg. Deze methodiek zal in 2012 verder ontwikkeld worden. De manier waarop de benodigde gegevens voor pijler 1 en 2 verzameld kunnen worden zal begin januari bekend zijn. In de loop van het jaar zal duidelijk worden hoe hier binnen de clusters mee gewerkt zal gaan worden.

10. Zeggenschap en medezeggenschap

10.1. Cliëntenraad Op het niveau van de clusters kunnen cliëntenraden de gezamenlijke belangen van cliënten vertegenwoordigen. Het is een belangrijk recht om op deze manier medezeggenschap te hebben over dat deel van de organisatie van de ondersteuning. Op het niveau van Esdégé-Reigersdaal is er de centrale cliëntenraad. In de CCR zitten 9 cliënten. Zij komen regelmatig bijeen om na te denken over onderwerpen die voor alle cliënten van Esdégé-Reigersdaal belangrijk zijn. Zij kunnen daarover meepraten en ook meebeslissen. Ze kunnen adviezen geven aan de Raad van Bestuur. Het komende jaar zullen in de CCR een aantal commissies concrete plannen gaan uitwerken over de volgende gekozen onderwerpen: voorlichting clustermanagers, voorlichting aan cliëntbegeleiders en teams over onder andere de rechten van de cliënt, contacten met de achterban, gelijkwaardigheid en respect, aanwezigheid cliënten bij themadagen voor teams en communicatie met teams. Ook zal verder gewerkt worden aan een goede evaluatieprocedure van cliëntenraden en een bijdrage van de CCR voor een beleidsdag.

10.2. Ondernemingsraad

Het afgelopen jaar heeft de ondernemingsraad zich oa. ingezet voor de medewerkers van de maaltijdvoorziening op locatie Reigersdaal. De OR heeft bijeenkomsten georganiseerd waarbij alle betrokken medewerkers de gelegenheid kregen om hun ideeën over het concept sociaal plan kenbaar te maken. Dit heeft geresulteerd in een beter sociaal plan. Het komende jaar wil de OR de verdere ontwikkelingen blijven volgen t.a.v. de betrokken medewerkers van deze afdeling en het navolgen van het sociaal plan. De ondernemingsraad werkt met een aantal commissies. De agendacommissie bespreekt hoe onderwerpen worden behandeld en bewaakt de voortgang. Jaarlijks worden begroting en kwartaalrapportages besproken. Onderwerpen op de OR agenda voor het komende jaar zijn: pesten op het werk, cameratoezicht, R&O beleid, organisatie RI&E’s, bedrijfshulpverlening, bijzonder verlof, maaltijdverstrekking medewerkers, scholing medewerkers, vormen van medezeggenschap, De Draai, CAO onderwerpen, werkkostenregeling, Leeftijdsfasebewust Personeelsbeleid, werkplannen van de organisatie, vitaliteitsregeling, 65+ beleid, taak/functie van ADA-medewerkers.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 25 -

Page 27: Werkplan 2012

Er blijft zo werk aan de winkel. Het contact met de achterban blijft een doelstelling met hoge prioriteit. Via onder andere de OR-contactpersonenbijeenkomsten, vragenronden en de nieuwsbrief probeert de OR commissie PR&Achterban een zo groot mogelijk draagvlak te creëren en feeling te blijven houden met de vele clusters, locaties en medewerkers verspreid over de hele regio.

11. Personeel, opleidingen en organisatie

11.1. Arbeidsmarkt

In tegenstelling tot het doemscenario waar de afgelopen jaren rekening mee werd gehouden krijgen we vanaf 2012 als organisatie de beschikking over extra middelen. Van overheidswege is financiering gevonden voor het structureel extra inzetten van 12.000 nieuwe banen in de langdurige zorg. Voor Esdégé-Reigersdaal komt die financiering neer op de inzet van ca. 50 FTE extra in de woonclusters. Dit geld mag ook voor deskundigheidsbevordering worden gebruikt. De middelen zullen in lijn met de werkwijze van Esdégé-Reigersdaal worden toegevoegd aan de budgetten van de woonclusters. De consequenties van deze toegevoegde middelen zullen per cluster kunnen verschillen. Dat is afhankelijk van eerder gemaakte afspraken met clusters over hun financiële positie. Ongeacht de verschillende wijzen waarop de extra middelen per cluster uit kunnen pakken zal er sprake zijn van een aanzienlijke instroom van nieuwe medewerkers. Daarmee zal met name op de subafdelingen InterActief en Werk&Advies een groot beroep worden gedaan waar het gaat om het werven en selecteren van nieuwe medewerkers. De verwachtingen over het kunnen vinden van nieuwe medewerkers zijn positief. De arbeidsmarkt is nog steeds relatief gunstig en ook de verwachtingen voor de komende tijd zijn relatief positief. Het relatieve in beide situaties zit in het feit dat er weliswaar mensen beschikbaar zijn en bereid zijn om bij Esdégé-Reigersdaal te komen werken, maar dat het over het algemeen mensen uit andere sectoren zonder specifieke vooropleiding of ervaring betreft. Dat beeld wordt vanuit verschillende kanten, zowel intern als extern bevestigd. Om daar een antwoord op te geven maar ook om de te benaderen arbeidsmarktsegmenten uit te breiden, zal er vanuit ToveR een eenjarige basisopleiding Support worden ontwikkeld. De bedoeling van deze opleiding is om medewerkers zonder of met weinig ervaring een degelijke basis mee te geven waarmee zij binnen Esdégé-Reigersdaal een functie op het niveau van begeleider kunnen uitoefenen. Er zal tevens worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn om deze basisopleiding te koppelen aan het eerste jaar van de bestaande supportopleiding, waarmee er ook doorstroommogelijkheden ontstaan. Het streven is om deze basisopleiding uiterlijk halverwege 2012 inhoudelijk gereed te hebben zodat uiterlijk de tweede helft van 2012 gestart kan worden. Om naast bovenstaande korte termijnactiviteiten ook een beeld te kunnen krijgen van wat we mogelijk op termijn kunnen verwachten op het gebied van de personeelsvoorziening, hebben wij van PGGM een Scenariomodel aangekocht waarmee scenario’s en trends met betrekking tot de arbeidsmarkt (intern en extern) doorgerekend kunnen worden. Momenteel wordt dit programma op basis van onze vragen met onze gegevens ingericht. De verwachting is dat we eind 2011 dan wel begin 2012 de inrichting compleet hebben en met het model kunnen werken. We kunnen dan inschatten welke effecten bepaalde keuzes (bijvoorbeeld inzetten van meer ouderen, contractomvang verhogen) op het benodigde personeelsbestand hebben op termijn. Voor te nemen initiatieven en nadere beeldvorming op zowel organisatie- als regioniveau, verwachten we dat dit instrument een meerwaarde kan hebben. Ook zal in 2012 een vervolg gegeven worden aan het ontwikkelen van nieuwe activiteiten op het gebied van arbeidsmarktbenadering. Er zal een draaiboek

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 26 -

Page 28: Werkplan 2012

ontwikkeld worden waarin huidige en nieuwe activiteiten beschreven staan, met als doel het vasthouden van de kennis die er binnen de organisatie is m.b.t. alle activiteiten die ondernomen zijn, zoals studiemarkten, banenbeurzen etc. Er zal geïnvesteerd worden in het leggen van contacten met scholen, van basisonderwijs tot HBO. Ook hierbij is een goede afstemming met de afdeling Communicatie een voorwaarde.

Een scenario over trends: “Lachend

opende zij de deur van haar

trendy woning.”

11.2. Personeelsvoorziening

De afdeling PO&O bestaat uit vier afdelingen ToveR & Studie InterActief (o.a. flexpool en mobiliteit&stage) Werk & Advies (personeelsadviseurs) Arbo & Gezondheid Op het gebied van de interne en externe arbeidsmarkt zal InterActief in overleg met Werk&Advies verder werken aan het vormgeven aan een meer prominente rol op dit gebied. Scholing van medewerkers van de afdeling InterActief en het verder ontwikkelen van de onderlinge samenhang tussen mobiliteit, flexpool en vrijwilligers vormen daarvoor belangrijke voorwaarden. Er zal vanuit InterActief nadrukkelijker worden ingezet op het op een actievere manier betrekken van externe geïnteresseerden bij de organisatie. Hierbij moet gedacht worden aan het in samenwerking met de afdeling Communicatie inzetten van social media en het geven van groepsgewijze voorlichtingen meerdere malen per jaar. Hiernaast zal er tijd vrijgemaakt moeten worden om intakegesprekken met mensen te voeren die een open sollicitatiebrief sturen. Gebleken is dat dit meerwaarde oplevert richting de clusters. Er is immers een beeld van de potentiële medewerker, waardoor er sneller en beter advies gegeven kan worden aan personeelsadviseurs en clustermanagers over de beschikbaarheid van potentieel. Zij kunnen op basis hiervan beter beslissen of, en zo ja op welke manier, zij de vacature plaatsen (in- dan wel extern). In het kader van de interne mobiliteit zullen bestaande activiteiten zoals de workshop “solliciteren kun je leren” worden voortgezet. Ook zal onderzocht worden op welke wijze de vraag naar losse diensten vanuit clusters en de wens van veel (jonge) medewerkers om meer uren te werken dan nu mogelijk is, bij elkaar kunnen worden gebracht. Daarnaast zal verder nagedacht worden over de vraag hoe de interne mobiliteit verder gefaciliteerd kan worden. Om het verzuim verder te reduceren is geadviseerd om ervoor te zorgen dat medewerkers een snel en kwalitatief goed traject van begeleiding aangeboden kan worden. Dit zou kunnen door middel van het inzetten van een vaste groep eigen deskundigen met een specifieke werkmethodiek. Voor aanvullende interventies bij re-integratie is onderzocht of bij een externe aanbieder een passend dienstverlenings-pakket afgenomen kan worden. De verwachting is dat in 2012 dit netwerk aan de slag kan.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 27 -

Page 29: Werkplan 2012

11.3. Vrijwilligers Het aantal vrijwilligers blijft groeien. Van belang bij een dusdanig groot bestand vrijwilligers is dat er op iedere cluster één of meer aandachtsfunctionarissen zijn. In 2012 zal er door de coördinator Vrijwilligers actie ondernomen worden om te stimuleren dat het aantal aandachtspersonen wordt uitgebreid. Tevens zal er in 2012 meer aandacht voor de maatschappelijke stages zijn. Samen met ToveR zal onderzocht worden op welke manier er meer mogelijkheden voor maatschappelijke stages gecreëerd kunnen worden. Ook wordt nagedacht over hoe er meer bekendheid gegeven kan worden aan de mogelijkheden om maatschappelijke stages te lopen. Een tendens bij het vrijwilligerswerk is dat er naast vraaggericht werken, dus vanuit een concrete vraag van een cliënt, ook aanbod van buitenaf komt. In 2012 zal bekeken worden op welke manier dit aanbod binnen de organisatie uitgezet kan worden en kan leiden tot een passende match tussen cliënt en vrijwilliger.

11.4. OPQ Persoonlijkheidsvragenlijst Het afgelopen jaar zijn we binnen de organisatie gestart met een pilot voor drie jaar voor het laten invullen van een persoonlijkheidsvragenlijst (Occupational Personality Questionnaire) bij de aanstelling van begeleiders, cliëntbegeleiders en senior cliëntbegeleiders op 11 deelnemende clusters. Een psychologe zal de pilot vanuit wetenschappelijke invalshoek volgen om effectiviteit en meerwaarde van het instrument te meten. Met haar is een eerste opzet voor het onderzoek besproken. Het komende jaar zullen ten behoeve van dit onderzoek relevante data over verloop en uitval in de jaren voor de start van de pilot verzameld worden en vergelijkbare gegevens zullen ook gedurende de pilot bijgehouden worden. Het onderzoek zal gevolgd worden door de Klankbordgroep OPQ. Diezelfde klankbordgroep zal zich ook gaan buigen over de tussenevaluatie van het instrument bij de deelnemende clusters. Met H&S-adviesgroep is gesproken over een vervolgonderzoek om te komen tot succes- en aandachtsprofielen voor het slagen als begeleider, cliëntbegeleider en senior cliëntbegeleider bij Esdégé-Reigersdaal. De uitwerking hiervan zal in 2012 nader vorm worden gegeven.

11.5. Veiligheid Ondanks de genomen maatregelen en bestaande afspraken blijven risico’s rond veiligheid en met name brandveiligheid permanente aandacht vragen van de organisatie. In toenemende mate is er de behoefte om hetgeen we op het terrein van de (brand)veiligheid hebben afgesproken van een goede basis te voorzien. Het komende jaar zullen we daarom in samenwerking met een externe adviseur een visie op veiligheid en in het verlengde daarvan een integraal veiligheidsbeleid ontwikkelen. Binnen onze organisatie werken medewerkers en cliënten soms met elektrisch gereedschap zoals cirkelzaag, haakse slijptol, lasapparatuur, e.d. Het behalen van een VCA (VeiligheidsChecklist Aannemers) certificaat is een manier om de veiligheid van het werken met deze apparaten te verbeteren. Met dit certificaat wordt aangegeven dat de persoon de nodige kennis heeft van correct gebruik, waardoor de kans op ongelukken beperkt wordt. Het is zaak om medewerkers in de groenvoorzieningen en van bedrijfsmatig ingerichte werkplaatsen zoals bij de WIO, TCA en de Waardse Werf het VCA certificaat te laten halen. Voor cliënten geldt feitelijk hetzelfde. Omdat het behalen van een geldig VCA niet voor alle cliënten haalbaar zal zijn, kan een eigen, van VCA afgeleid, certificeringsysteem ontwikkeld worden. Om veilig te kunnen werken met (risicovolle) machines kunnen cliënten dan gericht intern opgeleid worden. Met certificering wordt bereikt dat medewerkers voldoen aan de veiligheidseisen. Cliënten kunnen profijt hebben van één of meer certificaten bij het solliciteren naar een baan buiten onze organisatie. Sommige cliëntenraden hebben aangegeven betrokken te willen worden bij veiligheid en het voorkoming van calamiteiten. Om aan deze behoefte tegemoet te komen

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 28 -

Page 30: Werkplan 2012

zullen we op de website in ieder geval een tabblad met onderwerpen over veiligheid (inclusief het herkennen van gevaren en omgaan met sociale media) en invloed op de eigen veiligheid voor cliënten opnemen. Daarnaast zal de bestaande informatievoorziening kritisch worden doorgenomen en beoordeeld op toegankelijkheid. In 2011 is een start gemaakt met het ontwikkelen van een registratiesysteem voor het vastleggen van de verplichte jaarlijkse inspectie van alle tilbanden. Onze organisatie moet kunnen aantonen dat elke tilband jaarlijks wordt gecontroleerd op een aantal vastgelegde criteria. In 2011 is gestart met een pilot bij het cluster Berg-top. Het gaat daarbij om de wijze waarop controle en registratie plaats kan vinden. Daarnaast is in eigen beheer een digitaal registratiesysteem in ontwikkeling. We maken hiervoor gebruik van FormDESK, dit is het bedrijf waarbij we ook ons digitale FOBO systeem hebben ontwikkeld en waar we al jaren een abonnement hebben.

11.6. Arboteams

Er zijn nu op 37 clusters Arboteams opgezet. Arboteams vormen een belangrijke voorwaarde bij het vergroten van de betrokkenheid van medewerkers bij zaken rondom gezondheid, veiligheid en welzijn. In de praktijk blijkt dit ook als zodanig te werken. Vanuit de afdeling Arbo en Gezondheid zal het werken met Arboteams om die reden verder gestimuleerd worden.

11.7. Fysieke belasting Op veel werkplekken is constante aandacht nodig voor juiste tiltechnieken. Er zal in 2012 onderzocht worden of voor bepaalde handelingen en technieken e-learning oplossingen aangeboden kunnen worden. Waar tilliften gebruikt worden zullen medewerkers voortaan door middel van een korte toets moeten aantonen dat zij de cliënt conform het tilprotocol kunnen verplaatsen. De ergocoach van de locatie speelt bij het op de juiste manier inwerken van nieuwe medewerkers een belangrijke rol. De resultaten van de toets zullen worden vastgelegd.

Knusse huiselijkheid

stamt uit de tijd dat privacy nog niet bestond.

11.8. Digitalisering

In de huidige sollicitatieprocedure voor zowel in- als externe kandidaten wordt nog altijd heel veel papier gebruikt. Zo ontvangen we wel sollicitaties per email, maar worden deze consequent uitgeprint en per brief beantwoord. Ook kan bijvoorbeeld nog geen gebruik gemaakt worden van een sollicitatieformulier op de website, zoals dat wel al gebeurt voor open sollicitaties bij de afdeling InterAktief. Hier valt nog veel winst te halen, zowel voor de sollicitant als voor de afdeling Werk& Advies. In 2012 zal de administratieve kant van de procedure daarom opnieuw bezien en aangepast worden aan de mogelijkheden en de hedendaagse eisen. Dit met als doel om de administratieve kant van de

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 29 -

Page 31: Werkplan 2012

sollicitatieprocedure eind 2012 volledig digitaal te kunnen afhandelen. Als medewerkers uit dienst gaan vragen we hen een exit-formulier in te vullen en op te sturen. Ook het proces van invullen en verwerken van exit-formulieren willen we in 2012 geheel digitaliseren. Voor de personeelsdossiers is een plan van aanpak ontwikkeld om vanaf 2012 stapsgewijze de personeelsdossiers te gaan digitaliseren. Ook alle opleidingsgegevens van medewerkers kunnen hier in opgenomen worden. Het huidige personeelsinformatiesysteem DBS beschikt over de mogelijkheden om dat op een zorgvuldige en betrouwbare wijze te realiseren. Het voornemen tot digitalisering is aan de privacyfunctionaris voorgelegd met het doel vooraf een beeld te verkrijgen van de mogelijke voetangels en klemmen op privacygebied. Een eerste indruk is dat deze beperkt zijn en geen belemmering zullen vormen voor het uitgezette tijdspad.

11.9. Werkkostenregeling

Ondanks het feit dat in 2012 nog niet gewerkt zal worden met de Werkkostenregeling blijven de voorbereidingen hiervoor in volle gang. Onderzoek moet uitwijzen hoe Esdégé-Reigersdaal uiteindelijk met deze regeling kan en wil omgaan, en hoe bestaande regelingen (MKSA) hierin kunnen worden ingepast. Vanaf 2014 zijn wij verplicht de Werkkostenregeling te hanteren.

11.10. Privacy beleid De privacyfunctionaris is nauw betrokken bij het ontwikkelen van het elektronisch cliëntendossier. Het is van groot belang dat rechten en plichten van alle betrokkenen goed vastgelegd worden en dat het duidelijk is wat er met de gegevens gebeurt. De functionaris zal contacten met de clusters door middel van bezoeken en interviews verder uitbreiden. Ook de digitalisering van diverse dossiers, zoals nu voorzien in 2012, zal zijn aandacht en advisering vragen.

12. Nieuwe woonvoorzieningen en ondersteuning

12.1. Nieuwe locaties in ontwikkeling

In Grootebroek wordt op dit moment gebouwd aan de woonvoorziening Oosterweed. Hier komen 17 woningen voor cliënten van het cluster Stolpenland. Naar verwachting kunnen cliënten daar begin 2012 naar toe verhuizen. Het project Boendermakerhof van het cluster Zonneheuvel wacht nog steeds op de afwikkeling van gemeentelijke procedures. Naar verwachting zal in 2012 een besluit genomen kunnen worden over de start van dit project. In Den Helder zal een begin gemaakt worden met het opknappen van appartementen in de Dintelstraat. Hier zullen cliënten van de woonvoorziening Doorzwin van het cluster de Zeemeeuw geherhuisvest worden. Ook voor andere ideeën en initiatieven voor nieuwe locaties zal naar verwachting in 2012 duidelijkheid komen.

12.2. De Draai en Stad van de Zon

In 2012 wordt de eerste paal geslagen voor de Waterkantwoningen en de Parkwoningen in plandeel 3 van Stad van de Zon en volgens de huidige verwachting ook voor project M in De Draai. Hier zullen in totaal zo’n 45 cliënten uit de Luif, de Til, de Berg en de Lauwers gaan wonen. Dit betekent dat ondanks de aanhoudende onzekerheid over de woningmarkt de eerste projecten in de loop van 2013 in gebruik genomen kunnen worden. De belangrijkste mijlpaal in 2011 was de beslissing van de gemeente om te beginnen met het bouwrijp maken van de eerste bouwvelden. Dit past helemaal in de eerder vastgestelde lijn dat de gemeente de Draai hoge prioriteit geeft. Ook intern zijn er belangrijke stappen gezet in de voorbereidingen van de nieuwe woonprojecten en in het leefbaar houden van het Reigersdaal terrein.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 30 -

Page 32: Werkplan 2012

In 2012 zal in het zuidelijke deel van de Draai een nieuwe locatie voor dagbesteding op de gemeentewerf in gebruik genomen worden. Daar zullen ongeveer 25 cliënten gaan werken. In het voorjaar van 2012 wordt duidelijk of er in het bouwveld 1B voldoende huizen zijn verkocht. Eén ontwikkelaar heeft al aangegeven rond april met bouwen te beginnen. Esdégé-Reigersdaal hoopt dat na de zomer met de bouw van project M in dit bouwveld gestart kan gaan worden. Vervolgens wordt het buurtcentrum in het noordelijke deel van de Draai ontwikkeld. Esdégé-Reigersdaal heeft hierin woonprojecten en voorzieningen voor dagbesteding en vrije tijd. In 2012 zal duidelijk worden welk tempo aangehouden kan worden en hoe het buurtcentrum Noord er daadwerkelijk uit gaat zien. Gemeente en betrokken ontwikkelaars zijn hierover sinds de zomer van 2011 intensief met elkaar in gesprek. De haalbaarheid wordt hierbij gecombineerd met de kwaliteit van de wijk. Dit zal wel aanpassingen in het programma vragen. Vanuit Esdégé-Reigersdaal is in 2011 de wens uitgesproken om één van de woonvoorzieningen op een andere locatie te vestigen. Project F was in het noordoostelijke deel van de Draai gepland, maar aanvullende geluidsmetingen en berekeningen lieten zien dat de cliënten die hier gaan wonen mogelijk toch geluidsoverlast gaan veroorzaken. De geadviseerde benodigde maatregelen als geluidswallen om dit te voorkomen vond de organisatie te ingrijpend en daardoor ongewenst. Dit betekent dat we met de gemeente in gesprek zijn om te onderzoeken of er alternatieve locaties zijn voor deze doelgroep, binnen of buiten de Draai. Het zal dan niet alleen gaan om een woonvoorziening voor cliënten van project F, maar ook om woningen voor cliënten uit andere projecten die om te kunnen zijn wie ze zijn meer ruimte om zich heen nodig hebben. In totaal betreft het circa 35 cliënten. Op dit moment is er een locatie in beeld die daarvoor geschikt zou kunnen zijn. Eind 2011 beslist de gemeente hierover. Als dit overleg succesvol verloopt kan er gestart worden met het ontwerp van de woonvoorzieningen op deze nieuwe plek. Omdat de bouw dan verder niet afhankelijk is van de ontwikkelingen op de woningmarkt zouden cliënten daar in 2014/2015 kunnen gaan wonen. Het vertrek van ca 35 cliënten uit De Draai betekent dat er ook minder plaatsen voor dagbesteding en vrije tijd in De Draai nodig zijn. In het najaar van 2011 zijn de clustermanagers het overleg gestart hoe de dagbesteding en vrije tijd vanuit de aangepaste situatie ingevuld kunnen worden. Met de woningbouwcorporatie Woonwaard zijn in 2011 de belangrijkste punten besproken om tot een samenwerkingsovereenkomst voor De Draai te komen. Hierbij hebben beide organisaties zich te verhouden tot de veranderde economische situatie én de aanpassingen in De Draai. In het eerste kwartaal hopen beide organisaties de afspraken vast te leggen in een formele overeenkomst. De aanpassingen in de plannen worden in 2012 vastgelegd in een aanvulling op de samenwerkingsovereenkomst die met de gemeente is afgesloten. Naast de ontwikkelingen van nieuwe woonlocaties en steunpunten voor dagbesteding zal er ook in 2012 veel energie worden gestoken in het verbeteren van de kwaliteit van leven op de locatie Reigersdaal. In 2011 zijn er forse investeringen in enkele woonclusters gedaan. Door de verbouwingen hebben cliënten betere huisvesting gekregen. In 2012 wordt deze lijn doorgetrokken. Ook bijvoorbeeld op de Til zal de huisvesting worden verbeterd. Eind 2011 is er op kleine schaal een pilot gestart om de organisatorische belemmeringen, die cliënten verhinderen meer gebruik van het zwembad te maken, te verminderen. Dit initiatief zal bij succes in 2012 worden uitgebreid.

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 31 -

Page 33: Werkplan 2012

13. Acties werkplan 2012 Hoofdstuk 3 – Externe en financiële ontwikkelingen Veertig fulltime extra medewerkers worden aangetrokken Er wordt een informatiepakket rond overheveling AWMZ naar WMO ontwikkeld

voor gemeenten Hoofdstuk 4 – Veiligheid en gezondheid Het medisch ondersteuningsplan wordt opgesteld voor alle cliënten van niet-

intramurale woonclusters Er wordt een behandelbeleid gemaakt voor cliënten met morbide obesitas Alle cliënten van Reigersdaal worden jaarlijks opgeroepen voor periodieke controle

psychofarmaca en algemeen onderzoek Er wordt een nieuwe route ontworpen voor de bestelling van dieetproducten Er wordt beleid geformuleerd tav. vitamine D suppletie De nieuwe werkorganisatie van TVO krijgt verder gestalte Pilot tandheelkundig plan als onderdeel van het OSP uitgevoerd Aanbevelingen werkgroep ‘Farmaceutische zorg’ uitgewerkt naar nieuw beleid Nieuwe opzet medicijndistributie voor intramurale deel van de organisatie ivm.

vertrek apotheker Reigersdaal Start project ‘rolstoelduwers’ Start project ‘palliatieve zorg’ voor verdere optimalisering kwaliteit van zorg in

terminale fase van leven Richtlijn ‘diagnostiek van psychische problematiek’ aangepast voor mensen met

verstandelijke beperking Uitwerken van ‘lichaambeleving en seksualiteit’ als vast onderwerp in

(elektronisch) cliëntendossier Hoofdstuk 5 – Methodisch handelen Inventarisatie van alle randvoorwaarden voor implementatie van elektronisch

cliëntdossier Ontwikkeling ondersteuningsprogramma voor mensen met een lichte

verstandelijke beperking en hechtingsproblematiek Ontwikkeling observatie-instrumentarium om sociaal emotionele ontwikkeling van

mensen met een beperking vast te stellen Opstellen zorgprogramma voor mensen met een ernstige meervoudige beperking Bundeling en beschikbaarstelling van kennis over niet-aangeboren hersenletsel Bundeling en beschikbaarstelling van kennis over ondersteuning van ouders met

(lichte) verstandelijke beperking Inventarisatie specifieke ondersteuningsvragen van cliënten met niet-Nederlandse

achtergrond Ontwikkeling beleid op gebied van risicomanagement bij cliënten met ernstig

probleemgedrag Uitwisseling kennis en ervaring rond traject van aanvraag extreme zorgzwaarte Opstellen document met gebundelde kennis en ervaring rond proces van

verhuizing vanaf het instellingsterrein naar woningen in de samenleving Afronding onderzoek ‘herkenning van levensvragen’ Hoofdstuk 6 – Deskundigheidsbevordering Start eenjarige Support opleiding Hoofdstuk 7 – Wetenschappelijk onderzoek Ontwikkeling richtlijn voor multidimensionele diagnostiek van angst en

angstgerelateerde gedragsproblemen bij mensen met verstandelijke beperkingen Eindrapport en wetenschappelijke publicatie over waarneming bij mensen met

ernstige meervoudige beperkingen

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 32 -

Page 34: Werkplan 2012

Onderzoek instroom van jonge cliënten naar dagbesteding Hoofdstuk 8 – Duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid Opzet beleid ten aanzien van duurzaam inkopen Hoofdstuk 9 – Kwaliteitsbeleid Verzamelen en presenteren van kwaliteitsgegevens volgens vernieuwde

Kwaliteitskader Zorg Hoofdstuk 10 – Zeggenschap en medezeggenschap Bij centrale cliëntenraad (CCR) werken commissies plannen uit voor geselecteerde

onderwerpen De CCR levert een bijdrage aan een beleidsdag De OR besteedt extra aandacht aan geselecteerde onderwerpen Hoofdstuk 11 – Personeel, opleidingen en organisatie Ontwikkeling van scholingsprogramma voor nieuwe medewerkers die weinig of

geen ervaring hebben in de zorg Beschikbaar hebben van scenariomodel voor ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Opstellen draaiboek voor arbeidsmarktbenadering Onderzoek naar mogelijkheden om (jonge) medewerkers grotere contracten te

kunnen aanbieden Ontwikkeling netwerk om goede begeleiding bij verzuim aan te kunnen bieden Onderzoek naar meer mogelijkheden voor maatschappelijke stages Evaluatie van de OPQ persoonlijkheidsvragenlijst Ontwikkeling van een vernieuwd integraal veiligheidsbeleid Trainingen om medewerkers in techniek het VCA certificaat te laten behalen Evaluatie pilot registratiesysteem inspectie tilbanden Ontwikkeling E-learning en toets gebruik tilliften Verdere digitalisering sollicitatieprocedures en personeelsdossiers Hoofdstuk 12 – Nieuwe woonvormen en ondersteuning Start bouw van Waterkant- en Parkwoningen in Stad van de Zon Ingebruikname van Gemeentewerf in de Draai Ontwikkeling alternatieve locatie voor project F in de Draai Uitwerken plannen voor dagbesteding en vrije tijd in de Draai Samenwerkingsovereenkomst met Woonwaard Aanvullende overeenkomst met de gemeente Heerhugowaard voor de Draai Aanpassingen woon- en werkvoorzieningen op Reigersdaal

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 33 -

Page 35: Werkplan 2012

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 34 -

Page 36: Werkplan 2012

Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 35 - Esdégé-Reigersdaal werkplan 2012 - 35 -