Upload
youth-voice
View
225
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Welkom bij de tweede editie van de Youth Voice, een tijdschrift over actuele onderwerpen voor en door jongeren. Youth Voice biedt de mogelijkheid aan de jongeren om zich te uiten. Vorige editie van Youth voice was een succes, dit willen we herhalen door ernstige onderwerpen aan te kaarten. Zoals de problemen van de sociaal-culturele integratie en de noodzaak voor een sociaal beleid in de strijd tegen gewelddadige radicalisering. Bienvenue dans la deuxième édition de notre magazine Youth Voice, le magazine destiné à la jeunesse et aux sujets d’actualité qui les concernent. En plus, Youth Voice leurs donnent la possibilité de s’exprimer. Comme l’édition précédente était un succès, on a voulu rééditer cela et aborder un sujet plus sérieux. Les problèmes d’intégrations socio-culturels et la nécéssité de développer une politique sociale plus développée pour lutter contre la radicalisation violente.
Citation preview
E
SOCIÉTÉ EN CRISE?
• INTERVIEW • COLUMNS / OPINIONS • BRÈVE ANALYSE /
KORTE ANALYSE • LE TRAVAIL DE FOR YOUTH / WERKING
FOR YOUTH
ISSUE N°2, 2016
SAMENLEVING IN CRISIS?
2 3
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
RÉDACTEUR : JOUHARI Karim
DENIZLI Yunus, TEMIZ Abdullah
CONTRIBUTEURS : LEEMAN Johan, BOUBOUT
Yassine, DUBE Noziwze, EMILIANI Tommaso, SERET
Isabelle, ainsi que la chargée de projets «Prévention
de la radicalisation violente» de la Commune de
Schaerbeek.
Bienvenue dans la deuxième édition de notre magazine Youth Voice, le magazine destiné à la jeunesse et aux
sujets d’actualité qui les concernent.
De plus, Youth Voice leur donne la possibilité de s’exprimer. Comme l’édition précédente était un succès, on a
voulu rééditer cela et aborder un sujet plus sérieux : les problèmes d’intégration socio-culturels et la nécéssité de
développer une politique sociale plus développée pour lutter contre la radicalisation violente.
Nous avions décidé de longue date de travailler sur ce sujet et malheureusement, les événements tragiques du 22
mars à Bruxelles n’ont fait que renforcer notre conviction. Il y a fort à faire dans ce domaine et nous devons mieux
comprendre les racines de ce mal afin de l’éradiquer.
La radicalisation violente est encore plus dangereuse qu’on ne l’imagine. En plus de son côté destructeur visible
– le plus souvent par ses attaques sanguinaires – elle remet en question les fondements de nos sociétés, les
libertés individuelles et crée un fracture profonde dans la société. Si des mesures sécuritaires peuvent réduire la
radicalisation violente, il faut absolument passer par une phase de prévention afin de pouvoir conserver dans nos
sociétés de l’espoir. L’Espoir de paix, de démocratie, de savoir-vivre ensemble !
Welkom bij de tweede editie van de Youth Voice, een tijdschrift over actuele onderwerpen voor en door
jongeren.
Youth Voice biedt de mogelijkheid aan de jongeren om zich te uiten. Vorige editie van Youth voice was een succes,
dit willen we herhalen door ernstige onderwerpen aan te kaarten. Zoals de problemen van de sociaal-culturele
integratie en de noodzaak voor een sociaal beleid in de strijd tegen gewelddadige radicalisering.
Eind 2015 hebben we besloten om deze onderwerpen te behandelen. Tragische gebeurtenissen op 22 Maart in
Brussel heeft onze overtuiging verder versterkt. Er is veel te doen op dit gebied. We moeten de wortels van het
kwaad beter begrijpen om het uit te roeien.
Gewelddadige radicalisering is nog gevaarlijker dan we denken. In aanvulling op zijn zichtbare destructieve kant -
meestal door zijn bloedige aanslagen – is het ook een uitdaging voor onze samenleving, individuele vrijheden en
het creëert een diepe kloof in de samenleving. Indien veiligheidsmaatregelen gewelddadige radicalisering willen
verhinderen, moeten ze door een fase van preventie gaan met het oog op het behoud van de kenmerken van een
liefdessamenleving. Hoop op vrede, democratie, dialoog & fatsoen!
Youth Voice is een publicatie van For youthPaleizenstraat 25 - 1030 Brussel, België
Youth Voice est Une publication de For YouthRue des Palais, 25 - 1030 Bruxelles, Belgique
Tel : 02/212 19 00Fax : 02/212 19 09
www.foryouth.be
Arife Kara: Voorzitter For Youth, Présidente de For Youth
4 5
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
est une association qui
s’occupe de jeunes et tente de participer à leur
inclusion sociale. Nous organisons différentes
activités pour les conseiller, les encadrer et
les motiver. Notre objectif est de les amener
à s’investir et être les artisans de la société de
demain.
En effet, notre public cible est composé de jeunes
entre 16 et 25 ans, provenant principalement
de milieux défavorisés ou traversant une
période difficile. Nous voulons leur donner
goût à l’avenir et l’envie d`être des acteurs de
la société. For Youth leur donne un cadre, un
contexte dans lequel ils peuvent grandir et se
construire les outils qui les aideront à aller de
l’avant !
De plus, For Youth fait partie de la Fédération
des Associations Actives de Belgique :
Fedactio. Cette fédération – ou organisation
parapluie – regroupe et coordonne plus de
60 autres associations citoyennes. Le savoir-
vivre ensemble et le respect des valeurs
communes sont les principaux leitmotivs de ces
organisations.
Cette année, Fedactio s’est engagé pour la
prévention de la radicalisation violente. Pour
mener à bien ce projet, Fedactio tient à mobiliser
son réseau d’associations et de membres et
les incite à participer activement à une action
pluridisciplinaire alliant intervention sur le
terrain, réflexion et formation.
Objectifs de la campagne de Fedactio :
1) La Réflexion et l’amélioration des politiques
mises en place afin de lutter contre la peur de
l’autre et la division d’une société entre « eux »
et « nous »;
2) Le renforcement de la solidarité sociale et du
sentiment d’appartenance à une même société;
3) La valorisation des valeurs communes;
4) La réduction du sentiment de solitude,
d’injustice ainsi que des tensions
intercommunautaires ;
5) Le développement d’un procédé logique
pour lutter contre les idéologies radicales et la
radicalisation violente ;
6) Le partage des expériences positives afin
d’encourager la lutte contre la radicalisation
violente.
Dans ce programme, For Youth a pour mission de
cibler les jeunes et d’empêcher les idées radicales
de se propager. Grâce à notre savoir-faire et nos
animateurs déjà sur le terrain, nous pouvons
agir et intégrer cette stratégie rapidement. Par
ailleurs, plusieurs grands projets ont été mis en
place pour pousser la réflexion encore plus loin !
is een jeugdvereniging die
met de kansarme jongeren werkt om hen te
activeren en een bijdrage te leveren aan hun
sociale integratie. We organiseren verschillende
activiteiten om hen te adviseren, te begeleiden
en te motiveren. Onze doel is om te investeren in
de kansarme jongeren zodat zij de rolmodellen
kunnen zijn van de samenleving van morgen.
Sterker nog, onze doelgroep zijn de jongeren
tussen de 16 en 25 jaar, vooral uit kansarme
milieus of maatschappelijk kwetsbare en
precaire leefsituaties. We willen hen helpen om
een betere toekomst uit te bouwen en
brengen hen daarom samen met de rolmodellen
en belangrijke actoren van onze samenleving.
Voor de jongeren geeft dit een context waarin
ze kunnen groeien !
Daarnaast maakt For Youth deel uit van
Fedactio. Deze federatie - of koepelorganisatie
- coördineert meer dan 60 verenigingen.
Samenleven en respect zijn de belangrijkste
gemeenschappelijke waarden van deze
organisaties.
Dit jaar zet Fedactio zich in voor de preventie van
gewelddadige radicalisering. Voor dit project,
wil Fedactio zijn netwerk van verenigingen en
leden mobiliseren om actief deel te nemen aan
preventie.
Doelstellingen van de actieplan van Fedactio zijn :
1) Een beleidsontwikkeling gericht op het
helpen van mensen om hun angsten, en hun
visie van « wij » tegenover « hen » achter zich
te laten.
2) De Sociale samenhorigheid versterken.
3) Een zin van samenhorigheid ontwikkelen door
meer belang te hechten aan gemeenschappelijke
waarden.
4) De eenzaamheid en de interne communautaire
spanningen verminderen.
5) Een logisch en aanvaardbaar verhaal
ontwikkelen tegenover de ideologie van het
gewelddadig extremisme en de radicalisering.
6) Het delen met elkaar van mooie ervaringen
in de strijd tegen het gewelddadig extremisme.
Binnen deze actieplan focussen wij ons op de
jongerenluik om de verspreiding van de radicale
ideeën voor te komen. Dit willen we realiseren
door onze expertise en onze straathoekwerkers
in te zetten.
6 7
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
VOORWOORD
par JOUHARI Karim
INTERVIEW MET JOHAN LEMAN
par TEMIZ Abdullah
SAMENLEVINGSNIVEAU 4
BOUBOUT Yassine
8
12
20
VoorwoordIn terview met Johan
Leman Samenlevingsniveau 4
Debat over
radicalisering?
8 12 22
Inhoud
20School van toekomst 24
Chargée de projets de Schaerbeek 30
Repli identitaire et radicalisme 48
A la source de la radicalisation 50
AVANT-PROPOS par JOUHARI Karim
INTERVIEW AVEC LA CHARGÉE DE PROJETS «PREVENTION RADICALISATION» DE SCHAERBEEK
par JOUHARI Karim
26
30
Index
REPLI IDENTITAIRE ET RADICALISME : UN SUPPORT PÉDAGOGIQUE
par DAVID N. et SERET I.48
SCHOOL VAN TOEKOMST
par TEMIZ Abdullah 24
A LA SOURCE DE LA RADICALISATION : COMPRENDRE LES CAUSES, IMAGINER DES SOLUTIONS
par EMILIANI Tommaso50
DEBAT OVER RADICALISERING? GEEF JONGEREN EEN PLAATS AAN DE TAFEL!par DUBE Nozizwe
22
8 9
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
Voorwoord
Begrijp het probleem, bied echte oplossingen
aan
van extreme hervormingen om het welzijn
van het grootste aantal te waarborgen. De
hervormingen deden vooral een beroep op
de politieke en economische systeem.
Waarom moeten we spreken van radicalisme?
Omdat deze ideologie in schril contrast staat
met het huidige denken en het beleid op het
moment.
Een soortgelijke beweging werd ontwikkeld
in Frankrijk in de 19e eeuw. Dit ging gepaard
met de republikeinse beweging die meer
democratie en secularisme eiste in de staat.
Nogmaals, deze beweging werd beschreven
als radicaal omdat het volledig in contrast
stond met de doelstellingen en de normen
van de tijd
Dus waarom is dit woord tegenwoordig zo negatief?
Radicalisme in het algemeen is vandaag de
dag gezien als een «houding die weigert om
compromissen te sluiten »
Radicalisme vandaag de dag is vooral een
uitdaging op onze manier van leven, onze
samenleving en onze waarden.
Wat is «radicalisme» tegenwoordig?
Radicalisering wordt vandaag vooral gezien
als een afwijzing van de westerse samenleving
door de islamitische bevolking van Europa.
Het feit dat de term «radicalisme» steeds
meer geassocieerd wordt met de islam
spreekt boekdelen.
Trouwens radicalisering leid niet altijd
tot gewelddadig gedrag. Radicalisering
moet je zien als «extreme opvattingen
ontwikkelingsprocessen en ideologieën die
Radicalisme, radicalisering, extremisme?
Er is veel gesproken over radicalisme en
gewelddadige radicalisering, maar weten we
echt waar het over gaat? Niet altijd!
Deze termen verwijzen naar de nauwe en toch
ook heel verschillende realiteiten! Radicalisme
en gewelddadige radicalisering zijn twee
verschillende termen
Radicalisme wordt veroorzaakt door een
politieke doctrinatie die afkomstig is van de
Angelsaksische wereld. Belangrijke namen
hierbij zijn J. Bentham en James Mill. Tussen de
18e en 19e eeuw pleitten ze voor de oprichting
KORTOM, RADICALISME VANDAAG
DE DAG WORDT GEZIEN ALS EEN
ZEER UITGESPROKEN MENING EN
COMPROMISLOZE VERWANT VAN
EEN IDEOLOGIE, EEN RELIGIE OF EEN
GELOOF. RADICALISME SPAART GEEN
RELIGIE, POLITIEKE OF SOCIALE
IDEOLOGIE!
Karim JOUHARI ER IS GEEN ALGEMEEN AANVAARDE
DEFINITIE VAN RADICALISERING
ALS WARE IN ZIJN HUIDIGE VORM.
DIT IS DEELS TE VERKLAREN DOOR
HET FEIT DAT RADICALISERING
NIET VOLDOENDE IS OP ZICHZELF
10 11
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
de status quo en het compromis af wijzen.»
Wanneer is het uitgegroeid tot een probleem?
Wanneer een persoon geweld begint te
gebruiken om zijn wereldbeeld op te leggen
aan de anderen.
In dit geval spreken we van gewelddadige
radicalisering. Dit gebeurt niet over een
nacht, gewelddadige radicalisering is een
proces. Geleidelijk aan beginnen mensen
het systeem en de maatschappij waarin zij
leven te verwerpen. Ze snijden hun banden
met hun omgeving.
De kenmerken van gewelddadig radicalisme
zijn :
(1) de totale verwerping van het sociale
systeem;
(2) verwerpen van alle concessies en
vijandigheid;
(3) zelf-uitsluiting uit de maatschappij ;
Begrijpen om te voorkomen
Acties tegen radicalisme
For Youth richt zich op personen die
geradicaliseerd kunnen worden. We proberen
de stem van de jongeren te kanaliseren.
Zoals u zult ontdekken in ons tijdschrift, zijn
er verschillende bronnen van gewelddadige
radicalisering. Ze kunnen sociaal, cultureel,
politiek, economisch en soms persoonlijk
zijn!
Er moet preventief gewerkt worden door de
jongeren de ruimte te geven om zich uit te
drukken en door naar hen te luisteren. Door
in dialoog te treden met hen. Door hen een
toekomst te geven hier in Brussel, België,
Europa !
RADICALISME VOERT INGRIJPENDE
POLITIEKE VERANDERINGEN IN OM
TE GENIETEN VAN DE VOORDELEN
VAN EEN FUNDAMENTEEL ANDERE
ALTERNATIEF. DE MIDDELEN
KUNNEN GEWELDDADIG OF
NIET-GEWELDDADIG ZIJN EN
KUNNEN DEMOCRATISCH OF
ONDEMOCRATISCH ZIJN
12 13
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
Molenbeek, Media & Radicalisme
Proffessor Dr. Johan LEMAN
heeft een doctor in de
sociale en culturele
a n t r o p o l o g i e ,
master in de
filosofie, master
in het filologie
en geschiedenis,
en master in de theologie Hij is emeritus
hoogleraar sociale en culturele antropologie
aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen
van K.U. Leuven. Hij leerde ‘migratie en
minderheden beleid en haar antropologische
implicaties’, ‘etniciteit en de toepassing
daarvan in mediterrane culturen’,
‘interetnische relaties meerderheid-
minderheid in Europa’, ‘inleiding in de sociale
en culturele antropologie en criminologische
thema’s’ en ‘antropologie van religie ‘.
Wanneer kunnen we een persoon radicaal beschouwen? Wat zijn de kenmerken van radicalisme?
Iedereen kan radicaal zijn. Bijvoorbeeld men
zegt dat Eddy Merkcx ook radicaal was, dat hij
iemand was die niets uit het oog verloor bij de
voorbereiding van zijn koersen, zijn fiets moest
perfect zijn, zijn training moest perfect zijn, zijn
voeding moest perfect zijn, hier is er niets mis
mee.
Een persoon kan ook extreem
radicaal zijn in het marxisme.
Je kunt extreem radicaal zijn
bij het verdedigen van dieren-
rechten, maar in dit geval gaat
het over Jihadisme.
Wat zijn volgens u de wor-tels van deze fenomeen?
Er zijn veel wortels van deze
fenomeen. De oorsprong ligt voor het stuk in de
toestand in het Midden-Oosten, het begint daar.
Namelijk dat daar een aantal spanningsvelden
zijn, kunstmatige staatsgrenzen, te weinig na-
tie staat zoals hier. Dat wilt zeggen men heeft
bevolkingsgroepen bij elkaar gebracht en ges-
cheiden via staatsgrenzen. De Israël Palestina
verhoudingen spelen ook mee, laten we zeggen
dat de eerste factor heel politiek is, maar daar-
mee alleen verklaar je het niet.
Tweede factor is een groep jongeren die zich
gedeclasseerd voelen. De indruk hebben dat ze
gediscrimineerd worden, terecht of onterecht.
Jongeren die denken ‘wij zijn hier niet echt
thuis’ dat is de tweede factor die zeker een rol
speelt.
Derde factor is organisatorisch. IS die sinds 2005
met een geschrift van Abu Mus’ab al Suri via het
internet jongeren aanzet om voor de “ware is-
lam” te kiezen. Dat is dan gebaseerd op sommige
hadieth’s en waarbij men abstractie maakt van
alle tradities rond de islam die over de eeuwen
gegroeid zijn, dus zogezegd een
zuivere islam.
Dit houdt onder andere in, dat
je geweld mag gebruiken tegen
andere moslims die onzuivere
islam hebben en tegen de onge-
lovigen.
Als je drie redenen samenpakt
krijg je een cocktail, waarvan
je bedwelmd wordt en dat is wat er gebeurd. Je
wordt bedwelmd door dat drankje en je vertrekt
dan, zeker als de virtuele media u volledig in hun
greep nemen.
Wat is de rol van de sociale media in de radicalisme?
Op sociale media creëert men nieuwe vrienden-
groepen. Maar het is voor een deel kunstmatig.
Het zijn niet onmiddellijk fysieke contacten. Het
is anders dan de fysieke contact dat je hebt met
Interview
MEN ZEGT DAT EDDY MERKCX OOK
RADICAAL WAS, DAT HIJ IEMAND
WAS DIE NIETS UIT HET OOG VER-
LOOR BIJ DE VOORBEREIDING VAN
ZIJN KOERSEN, ZIJN FIETS MOEST
PERFECT ZIJN, ZIJN TRAINING
MOEST PERFECT ZIJN, ZIJN VOE-
DING MOEST PERFECT ZIJN,
Je hoort termen zoals radicalisme, ex-treme geweld, extreme radicalisme enz.
Wat is nu de juiste term¬? Wat zouden we moeten gebruiken?
Voor degenen die vertrekken naar Syrië zou ik zeg-
gen: gewelddadig jihadistisch extremisme. Let op, je
moet het woord gebruiken en niet veranderen want
daar slaag je er toch niet in. Ik bedoel eenmaal dat
een term ingang gevonden heeft verander je dat niet
meer, die term is ingeburgerd. Politiek en in de me-
dia. Het is niet omdat ik nu zou zeggen dit is niet het
juiste woord, dat men mijn woorden zal overnemen.
Maar radicalisme is radicaal maken van eigenschap-
pen, van kenmerken, radicaal maken van morele en
culturele kenmerken.
Dus op zich is er niets tegen het feit dat iemand radi-
caal is in het beleven van, bijvoorbeeld in het oproe-
pen voor rechtvaardigheid. Dat iemand radicaal is in
het oproepen tot liefde en mededogen hier is er niets
mis mee. Het loopt verkeerd af wanneer je de erken-
ning van mensenrechten als een soort verplichtend
kader niet meer belangrijk vindt. Maar radicalisme
op zichzelf is niet altijd negatief.
Abdullah TEMIZ
14 15
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
je familie en vrienden.
Daar bestaat de gevaar dat je in een nieuwe soort
werkelijkheid terecht komt en je mag dat niet
onderschatten. Dat kunnen agressieve filmpjes
etc op sociale media zijn die continu herhaald
worden. Als je continu naar agressieve filmpjes
zit te kijken wekenlang of urenlang dat wordt
je gevoellozer tegenover geweld. Je wendt aan
geweld door het te vaak te zien en dat is wat er
gebeurd. Je gaat dan mee en geweld wordt mak-
kelijker aanvaardbaar voor u.
Molenbeek wordt nu negatief in de spotlight gezet, Donald Trump noemde het onlangs de hel op aarde. Er gebeuren zoveel positieve dingen in Molenbeek maar toch heerst er nu een negatief beeld rond Molenbeek. Wat denkt u hie-rover? Wat zijn uw ervarin-gen in Molenbeek?
Donald Trump is nooit in Molenbeek geweest.
Het is alsof ik iets zou zeggen over een dorp in
de Verenigde Staten dat ik nooit gezien heb. Dat
bewijst enkel dat ik dan demagoog ben, dat ik
dus tracht te profiteren van iets om mezelf in de
belangstelling te werken.
Molenbeek is negatief in de media. Omdat Mo-
lenbeek een merk geworden is, het is een mer-
knaam. Je gaat nu zien in de komende weken
hoe meer en meer televisiestations series zullen
brengen over Molenbeek. Omdat de mensen dat
willen zien, tot in de Turkije. Bijvoorbeeld de
serie van Goens daar is al een Turkse zender die
die willen kopen. Nu wat is de serie van Goens,
als ik dat zakelijk bekijkt, dat is alle clichés die
bestaan over Molenbeek bij elkaar. Ik neem
daar alle clichés die in de verbeelding inslaat
bijvoorbeeld diefstal, vuile straten etc. Ik neem
al die clichés en om dan geloofwaardig over te
komen zet ik paar positieve dingen tussen. Maar
ik begin mijn uitzending wel met een negatieve
cliché en dan laat ik af en toe ook wel iets po-
sitiefs horen en dan zeg ik dit is
de waarheid over Molenbeek. Ik
breng een genuanceerd beeld van
Molenbeek.
De genuanceerde beeld van Mo-
lenbeek is een geconstrueerd
beeld van Molenbeek en verkoopt
goed. Het is een verkoopproduct,
wat nu komt in de media zijn ver-
koopproducten. Een verkoopproduct dat emo-
tioneel aanslaat en waarvan ik weet dat mijn kij-
ker verwacht dat het negatief is, mijn kijker zegt
‘ik wil een negatief beeld zien over Molenbeek.’
En dus kijkt hij daarnaar en dat moet ons doen
nadenken over al die soorten reportages. Dus
niet alleen over Molenbeek. Het moet ons eigen-
lijk doen nadenken over al dat soort reportages
die soms gaan komen uit landen die we niet ken-
nen en we moeten dus leren kritisch omgaan
met wat media ons zeggen, dat is de grote les.
DE GENUANCEERDE BEELD
VAN MOLENBEEK IS EEN
GECONSTRUEERD BEELD
VAN MOLENBEEK EN
VERKOOPT GOED. HET IS EEN
VERKOOPPRODUCT, WAT
NU KOMT IN DE MEDIA ZIJN
VERKOOPPRODUCTEN
Waarom is er een sprake van radicalise-ring in Molenbeek?
Er zijn een reeks redenen. Ten eerste omdat de
Belgische regering geblunderd heeft na de aans-
lagen in Parijs, ze heeft de Franse regering al-
leen de toon laten zetten. En de Fransen hebben
direct gezegd ‘Het is Molenbeek’ de Fransen
hebben niet gezegd dat degenen uit Molenbeek
die het meededen tijdens de aanslagen in Parijs
overwegend de Franse nationaliteit hadden, dat
hebben ze niet gezegd.
De Belgische regering heeft zeer ongelukkig ge-
reageerd door niveau 4 af te roepen. Dit mocht
wel daar heb ik niets tegen maar al die maatre-
gelen daarrond waren onoverdacht. Men was
duidelijk niet voorbereid en de minister wou
iedereen beletten dat er iets ging gebeuren dat
onder zijn politieke verantwoordelijkheid viel.
En dus iedere minister is beginnen maatregelen
te nemen, waarbij hij nadien niet kon beschul-
digd worden. Dat is wat er hier gebeurd is, bij-
voorbeeld Milquet is toegekomen en het was iets
dat niet geadviseerd was door de veiligheid, enz.
En Milquet heeft gezegd ‘ah we sluiten de Frans-
talige scholen’. Toen Milquet dat zei, moest de
minister van Onderwijs van Vlaamse Gemeen-
schap dat ook doen want die dacht dan ‘stel
nu, dat er iets gebeurd in een Vlaamse school
in Brussel dan ben ik degenen die niets gedaan
heeft terwijl mijn Franse collega het wel gedaan
heeft. En je hebt dus een spelletje gecreëerd
onder Vlaamse en Waalse en Belgische politieke
verantwoordelijken. Ik heb dat meerdere keren
gezegd ‘dit is belachelijk’. Dus dit toonde aan dat
men niet voorbereid was dan heb je paar onge-
16 17
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
lukkige uitspraken gehad van de minister van
buitenlandse zaken voor de Amerikaanse jour-
nalisten.
Alles wat gebeurde ergens in wijken in Molen-
beek en rond Molenbeek, werd Molenbeek.
Bijvoorbeeld: Salah
Abdeslam die aan-
komt aan de metro
in Laken terwijl dat
Laken stad Brussel
is wordt dat toch
Molenbeek. Salah
Abdeslam die dan
onderduikt blijk-
baar in een apparte-
ment in Schaarbeek
dat wordt ook weer
Molenbeek dus Molenbeek wordt een beetje het
merk dat alle negatieve kenmerken aantrok die
gebeurde in Brussel.
Wat kunnen de maatregelen zijn van de overheid tegen radicalisme?
De meest interessante maatregelen maar die
worden in mijn ogen onvoldoende genomen
hebben te maken met jeugdwerking dit zijn de
meest interessante.
De school is ook interessant om de kwaliteit
van het islamonderwijs te verbeteren wat men
ook in de moskeeën zouden moeten doen. Let
op er zijn wel paar heel goede imams, maar er
zijn nog altijd imams die echt niet het niveau
hebben om de jongeren aan te spreken zoals het
moet. Die meer bezig zijn met hun land van her-
komst en de politieke land van herkomst dan
eigenlijk met islam brengen zoals het hoort. Dus
men mag met onderwijs werken en men moet
dat doen maar dat heeft meer te maken met de
algemene grond van
islamitisch bewust-
zijn en het is juist
dat de jongeren die
vertrekken over het
algemeen niet veel
kennis hebben van
islam. Dus in die zin
is dat goed, maar
dan zijn er vooral de
jeugdwerkingen en
sportwerkingen waarmee men moet meewerken
en de politie.
Kunnen de geradicaliseerde jongeren een invloed hebben op andere jongeren in hun omgeving of op school?
Natuurlijk kunnen de geradicaliseerde jongeren
invloed hebben op andere jongeren in hun omge-
ving en op school. Het kan ook buiten school
zijn, je mag dat niet onderschatten, je maakt
afspraken buiten school, op straten, je kunt ook
kleine groepjes hebben op de speelplaats. Maar
opletten, er is een toenemende belangstelling
van IS voor vrouwen, voor meisjes. Dus dan mag
je ook verwachten in de komende maanden dat
ze gaan proberen meer meisjes of vrouwen naar
Syrië over te krijgen, dat is duidelijke de strate-
gie momenteel.
Wat kunnen de scholen doen over radica-lisme? Hoe kunnen ze de geradicaliseerde jongeren helpen? Kunt u paar tipjes ge-ven?
Als het niet te laat is kan een leerkracht, iede-
reen als leerkracht een band hebben met de jon-
geren of een vertrouwenspersoon zijn voor de
jongeren.
Maar uiteraard is een leerkracht islamitische
godsdienst iemand die een stap voor heeft in de
zin dat als een jongen twijfelt of de meisje twi-
jfelt op de juiste interpretatie van de islam, gaan
ze dan makkelijk met de leerkracht islamitische
godsdienst spreken dan met de leerkracht aar-
drijkskunde of met de leerkracht biologie. Tenzij
de leerkracht biologie of aardrijkskunde in zijn
lessen en in zijn manier van les geven heeft laten
blijken dat die open staat, ook voor meer actuele
discussies.
Wat denkt u dat er in de toekomst zal ge-beuren met de migranten, met de moslims en met Molenbeek?
Er zijn drie verschillende dingen, de migranten
is een iets, moslims is iets anders, niet alle mi-
granten zijn moslims en drie is Molenbeek.
De wereld ziet er niet goed uit momenteel vol-
gens mij. Kijk naar wat Rusland aan het doen is:
Poetin, hij destabiliseert duidelijk Europa, dat is
heel duidelijk dus hij heeft een politiek van des-
tabilisering van Europa, wat ik daarmee? Je ziet
duidelijk dat hij alle bewegingen financiert die
vandaag staatsoverheid claimrecht, Pegida etc.
Hij financiert duidelijk bewegingen die Europa
destabiliseren, dat is één.
En je ziet ook de nationalisten in Europa die
opkomen. Een extreme recht dat opkomt, en je
ziet dat er minder en minder toppolitici geboren
worden, dat die het moeilijk krijgen, echt grote
politici lopen nu niets voor dik meer rond.
En in die context is dus nu de vraag wat is de toe-
komst voor allochtonen? Gelukkig hebben heel
veel de Belgische nationaliteit, dus ze kunnen
zich verdedigen via de verkiezingen.
Wat de moslims betreft, is het belangrijk dat
het gezicht van de islam dat overgebracht wordt
naar de doorsnee mens, een gezicht is van dia-
loog, van bereidheid om ook in hun verhaal mee
te gaan. Ik zeg dat alles alleen van moslims zal
afhangen, maar het is belangrijk dat de mos-
lims niet verkeerd reageren, dus niet agressief
reageren op, ik ben nogal voor de geweldloze
methode, ik geloof daarin.
Molenbeek, kijk molenbeek is een merk, ik hoop
dat er genoeg mensen zijn die van dat merk iets
ALLES WAT GEBEURDE ER-
GENS IN WIJKEN IN MOLEN-
BEEK EN ROND MOLENBEEK,
WERD MOLENBEEK.
18 19
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
positiefs maken dus die het niet alleen laten af-
leiden naar iets negatiefs. Maar natuurlijk dan
moet er tegengevecht komen tegen al die media
die van Molenbeek een negatief merk maken.
Dus er moet genoeg mobilisatie komen om van
dat negatieve merk niet een uitsluitend negatief
merk te laten maken.
Dus er zijn twee onbekenden, er is één waar ik
duidelijk positief ben, ik denk allochtonen en
Belgen dit is een verworvenheid, ik ben niet
zo negatief over. Moslims dat hangt af van hoe
ze erop reageren het gaat geen gemakkelijke
periode worden maar ik hoop dat ze niet alleen
hun emoties maar ook hun
verstand gebruiken. En drie
Molenbeek dat is een onbe-
kende, dat gaat een beetje
van afhangen hoe het met het
merk Molenbeek omgegaan
worden.
Wilt u nog iets bijvoegen?
Wat zijn de problemen van Molenbeek? Dit is
ook een belangrijke vraag. Er zijn er wel paar
problemen.
Ten eerste is er te veel communautarisering in
Molenbeek, er is niet genoeg interculturele sa-
menleving, er is te veel communautair op zich-
zelf terug plooien. Dat is niet alleen in Molen-
beek denk ik, maar het is in Molenbeek heel
uitdrukkelijk. Bijvoorbeeld een organisatie als
Foyer zet er alles op om dat open te breken, wij
hebben ons publiek, tussen 100.000 mensen
heb je wel 1000 mensen die u politiek volgen
en die zich daarin herkennen. Dus wij hebben
ons publiek, maar ons publiek is niet heel Mo-
lenbeek, in feite zouden er een aantal andere
verenigingen diezelfde lijn moeten volgen. Als
je in Foyer binnenkomt, ga je nooit enkel maar
Marokkanen zien, je gaat altijd een mix zien van
mensen van Marokkaanse herkomst, van Turkse
herkomst, je gaat Pakistanen, je gaat Afrikanen
vinden. Je gaat een mix vinden. Dit is altijd
onze politiek geweest. En we zijn erin geslaagd,
maar dat vraagt tijd. Dit mankeert een beetje bij
andere verenigingen, andere
verenigingen zijn iets te veel
of Marokkaans, of Afrikaans,
één doelpubliek, dat bedoel ik
met communautarisering, er
zal er iets meer verenigingen
moeten komen of verenigin-
gen die nu op een bepaalde
manier werken die een omslag kunnen maken,
en meer intercultureel gaan werken dat is één
punt.
Ten tweede Molenbeek is een gemeente waar
iemand die carrière maakt gemakkelijk weggaat.
Ik kan verstaan dat iemand weggaat maar dat
ook mensen die weggaan iets meer in Molen-
beek zichtbaar blijven.
Ten derde moet het onderwijs iets meer aange-
past worden, iets meer aangepast zijn aan de
reële arbeidsmarkt.
EN JE ZIET OOK DE NATIONALISTEN IN
EUROPA DIE OPKOMEN. EEN EXTREME
RECHT DAT OPKOMT, EN JE ZIET DAT
ER MINDER EN MINDER TOPPOLITI-
CI GEBOREN WORDEN, DAT DIE HET
MOEILIJK KRIJGEN
Dus als die drie punten kunnen aangepast wor-
den, dat laatste gaat het moeilijks zijn vrees ik,
maar dat tweede gaat het gemakkelijkste zijn,
dus mensen activeren om terug te komen. Niet
om te komen wonen maar wel om zich met Mo-
lenbeek meer bezig te houden, dat zie ik wel zit-
ten. Het eerste dat van voel ik dat er nog veren-
gingen zijn die het voelen, die het aanvoelen, die
akkoord gaan. Ze moeten nu enkel nog lukken
om het te doen, maar het inzicht is al veel. Dus
dat van dat onderwijs kan het moeilijkste zijn.
Maar dus principieel blijf ik optimist, dat het
gaan maken, wat er op macrovlak gebeurt, Bel-
gisch, Europees dat is een ander verhaal. Dat zit
niet goed vind ik, ik heb betere tijden gekend.
Dit is eigenlijk van heel mijn leven een van
meest beroerde tijden geweest, meest onzekere
tijden, waar ik zeg dat heb ik nog niet veel mee-
gemaakt, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Ik
kan me voorstellen voor jongeren die in zo een
periode opgroeien dat dat onzekerheid creëert,
dat is reel, ik kan me voorstellen dat dat een on-
zekerheid creëert dit ik als jongere niet gekend
heb. Als jongeren hadden we meer zekerheden,
meer vertrouwen in de toekomst, het zag er alle-
maal een stuk rooskleuriger en vreedzamer uit.
Terwijl ik nu vind dat het onzeker is en dat de
gevaar dichter bij huis is. Wij spraken van het
gehele gevaar maar dat lag ver van ons, terwijl
nu heb ik zo een indruk dat jongeren opgroeien
in een klimaat van, er kan altijd iets gebeuren
in de metro. Dus ik zet me in de plaats van die
jongeren en ik zeg dit is een jeugd zoals ik niet
gekend heeft, in mijn tijd dachten we nooit of
dat we later werk zouden hebben of niet, we
waren zeker dat we werk hadden, dus ik kan me
voorstellen dat er voor jongeren moeilijker te ve-
rwerken is. Dat je dus je stand moet bijhouden.
Eigen mening:
Dankzij Professor Johan Leman is mijn meningen over Molenbeek verandert. Bijvoorbeeld
ik wist niet dat er meer jongeren naar Syrië zijn vertrokken in Vilvoorde dan in Molenbeek.
Ik was ook van die mensen die dacht dat Molenbeek het grootste probleem was, maar na
deze reportage is mijn mening verandert over Molenbeek en over heel de wereld eigenlijk.
20 21
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
Het tegengaan van polarisatie, zeker vanuit de
politieke kant.
Als politici racistische uitspraken doen dan speelt
dat ten voordele van IS-ronselaars.
Ze gebruiken letterlijk de woorden van sommige
politici om aan te tonen dat allochtone jongeren
hier niet welkom zijn.
Het theoretische moet in
de praktijk ook werken.
Racisme is wettelijk ge-
zien verboden maar in de
praktijk is dat niet zo.
We moeten streven naar
erkenning van racisme.
We moeten erkennen dat
het bestaat en er tegen
vechten.
Het is tijd dat er anti-ra-
cism maatregelen komen,
bijvoorbeeld praktijktes-
ten.
Tijd voor meer lessen
over ‘omgaan met diversi-
teit’ voor leerkrachten in
opleiding en tijd dat poli-
tie in Vlaanderen serieus
optreedt tegen racisme binnen en buiten de korp-
sen.
Er zou meer geld moeten worden gepompt in jeu-
gdwerk en sociaalwerk. En niet alleen maar voor
‘deradicalisering doelen.’
Het is tijd voor actie. Zonder actie bereiken wij
samenlevingsniveau 4 niet.
Column
Het is duidelijk dat we nu in moeilijke tijden
leven.
Terroristische aanslagen, het Midden-Oosten he-
lemaal in puin,Syrië-strijders, constante dreiging
en haatzaaiende politici.
Toch hebben veel van de opgenoemde problemen
een verband met elkaar.
Een bepaalde link frustreert mij het meest, omdat
het de makkelijkste is om op te lossen en veel za-
ken kan veranderen. Namelijk racisme.
We leven in een land waar racisme wordt gerela-
tiveerd, ontkent en aangezien wordt als een ex-
cuus voor persoonlijke falen.
Racisme is een key factor in werkloosheid, school-
falen en radicalisering.
En toch wordt het niet serieus genomen.
We moeten weg van dreigingsniveau 4 en op naar
samenlevingsniveau 4.
Het wordt tijd dat we leren samenwerken en sa-
menleven. Diversiteit is meer dan ooit realiteit en
als je dat niet inziet moet je maar integreren.
Vaak wordt integratie opgeëist aan migranten en
aan mensen met allochtone roots. Nu eisen wij
integratie aan de ‘rechtse kant’.
Integratie op zich is een relatief begrip tegenover
mensen die hier geboren zijn en allochtone roots
hebben.
Maar de gene die niet inziet dat we in een divers
land wonen en dat we moeten leren samenleven
moet zich integreren.
De tijd van eenzijdige assimilatie met de meer-
derheid is pase.
Het is Integreren in de diverse samenleving die
we nu hebben. Punt !
We mogen jongeren geen minderwaardigheidsge-
voel meer geven.
Allochtone jongeren voelen zich minderwaardig,
buitengesloten en geen deel van deze samenle-
ving.
Ze worden gediscrimineerd als ze werk willen
zoeken, worden naar lagere school-graden (bso
en buso) gestuurd uit vooroordelen, mogen hun
geloof niet vrij uiten zonder je hoofddoek uit te
doen… Etc
En dan begrijpen sommige politici niet hoe jon-
geren het in hun hoofd
halen om naar een oor-
logszone te vertrekken.
De vraag die we ons moe-
ten stellen is: “hoe komt
het dat jongeren weg
willen van dit ‘prachtig’
landje en naar een oorlog-
zone willen vertrekken,
waar er elke dag kogels en
bommen rondvliegen?”
Hebben die jongeren het
hier dan zo slecht? Het
is tijd dat het repressief-
beleid dat we nu hebben
stopt en we ons meer
moeten focussen op pre-
ventie. Met symptomen
bestrijding komen we
nergens. We moeten ervoor zorgen dat jongeren
het gevoel niet krijgen om het land te verlaten.
We moeten ervoor zorgen dat jongeren zich een
deel van deze maatschappij voelen, een volwaar-
dige burger. En dat doen we m.b.v actief-plura-
lisme. Door de, zogenaamde kansen niet alleen te
creëren maar ook aan te bieden.
Co-founder Wayawmovement, Cofounder One-
Line Solidarity
Samenlevingsniveau 4
Column
Yassine BOUBOUT
22 23
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
We kunnen de laatste tijd geen krant meer
openslaan of een online nieuwswebsite
bezoeken zonder te lezen of horen dat er ergens
in de wereld een aanslag is gepleegd. En vaak
hebben we te maken met jongeren die radicalise-
ren en uiteindelijk terroristen worden. De inkt is
nog niet droog of er worden al verschillende ana-
lyses gemaakt om te proberen achterhalen wat de
voedingsbodem van dit proces is.
Met de Vlaamse Jeugdraad stelden we al enige tijd
geleden vast dat gewelddadige radicalisering een
opkomend fenomeen is, ook hier in Europa. Ons
advies ‘Positieve Identiteitsontwikkeling’ gaat in
op de vraag hoe we gewelddadige radicalisering bij
jongeren structureel kunnen aanpakken.
Ik gebruik bewust de term ‘gewelddadige radicali-
sering’ in tegenstelling tot radicalisering. Omdat
radicalisering op zich niet altijd iets slechts is. Ra-
dicalisering kan ook een motor van verandering
zijn binnen de maatschappij. Maar natuurlijk, als
het leidt tot geweld, dan is dat een probleem.
Om terug in te gaan op die analyses. Verschillende
redenen zijn al opgesomd om de voedingsbodem
van gewelddadige radicalisering te bepalen. Van
sociale ongelijkheid tot jeugdwerkloosheid. Van
moeizame integratie tot armoede. En er blijven
nog vele mogelijke redenen over.
Die analyses zijn niet zomaar uit de lucht gegre-
pen. Ze kloppen.
Doordat die oorzaken zijn geïdentificeerd is een
deel van het werk gedaan. De beste vorm van pre-
ventie is het wegwerken van deze struikelblok-
ken. Door ze te benoemen zijn we al een flink
stuk vooruit. Het wegwerken van deze obstakels
vraagt vanzelfsprekend een nauwe samenwerking
tussen verschillende beleidsdomeinen. Alles is op
een bepaalde manier onlosmakelijk verbonden
aan elkaar. Werken we stelselmatig fenomenen
zoals racisme en discriminatie weg, dan zorgen
we er ook voor dat meer en meer kinderen en
jongeren zich deel voelen van onze maatschap-
pij. Maatschappelijke uitsluiting uitsluiten, daar
draait het om. Zo wordt de voedingsbodem van
gewelddadige radicalisering aangepakt.
Nog belangrijker is de rol van jeugdwerkers en de
rol wij als jongeren zelf spelen.
Cruciaal in het debat is hoe wij als Vlaamse jonge-
ren onze identiteit ontwikkelen. Onze maatschap-
pij vandaag is divers, en als jongere kan het soms
een overweldigende en moeilijke taak zijn om
die persoonlijke identiteitsontwikkeling op een
positieve en succesvolle manier te voltooien. Het
is een weg gepaard met vallen en opstaan, maar
het is zeker niet onmogelijk om hier sterker uit
te komen.
Het jeugdwerk biedt hier een mogelijke oplossing.
Het stimuleert kinderen en jongeren om aan een
positieve vorm van identiteitsontwikkeling te
doen. Het jeugdwerk, in al haar vormen, zet jon-
geren in hun kracht, maakt hen sterker. Samen
met jeugdwerkers kunnen we werken aan onze
individuele identiteitsontwikkeling.
En terwijl we bezig zijn, laten we vooral niet ver-
geten om alle jongeren de ruimte te geven om hun
eigen identiteit te mogen uiten.
Beleidsmakers, journalisten en experts kunnen
dit onderwerp blijven bediscussiëren, maar zon-
der jeugdwerkers en jongeren ook zelf aan tafel te
hebben, heeft preventie van gewelddadige radica-
lisering weinig kans op slagen. Dit debat gaat vaak
over ons, maar we worden niet gehoord. Geef ons
een plaats aan de tafel!
Voorzitter Vlaamse Jeugdraad
Debat over radicalise-ring? Geef jongeren een
plaats aan de tafel!
Column
Nozizwe DUBE
24 25
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
Column
Iedereen weet dat het onderwijs ons toekomst
bepaalt, maar niet alle jongeren krijgen de
kans om een diploma te behalen, waardoor ze ook
moeilijkheden ondervinden op de arbeidsmarkt.
Niet alleen jongeren verliezen maar het is ook een
verlies voor de arbeidsmarkt. Vooral kansarme
jongeren worden hierdoor getroffen.
Door dit en andere factoren zoals: sociale onge-
lijkheid, armoede, polarisatie ondervinden jon-
geren een hold up op hun geluk. Dit toont aan
dat er een belangrijke rol weggelegd is voor het
onderwijs. Iemand die een hoog onderwijs aanvat
brengt bijna 20 jaar door in het onderwijssysteem.
Dag in dag uit brengen ze 8 uur door achter de
schoolbanken. Alleen van hieruit kunnen we al
de impact zien van het onderwijs. Wat kunnen
de scholen en de leerkrachten betekenen voor de
jongeren? Dit vraag zal ik proberen te beantwoor-
den beste lezers.
Eerste punt dat ik wil aanhalen is onderwijs en
dialoog. Onderwijs moet een plaats zijn waar de
jongeren in dialoog kunnen treden met elkaar.
Hierin is er een belangrijke rol weggelegd voor
de leerkrachten. Ze moeten ervoor zorgen dat de
school geen plaats wordt van wij/zij verhaal. Zij
kunnen een sfeer creëren van dialoog en begrip.
Volgende punt is de relatie tussen de leerkrachten
en de jongeren. De jongeren moeten de leerkrach-
ten als een aanspreekpunt kunnen beschouwen,
zo hebben de leerlingen ook een goede relatie
met hun leerkrachten. Op deze manier kunnen de
scholen sneller ingrijpen in geval van problemen.
Er zijn landen waar men een master diploma moet
behalen om leerkracht te worden, in ons land is
een bachelorsdiploma genoeg. Dit kan belangrijk
zijn omdat de leerkrachten met een master diplo-
ma meer voorbereid en meer kennis hebben. Zo
kunnen ze cursussen krijgen over multiculturali-
teit, diversiteit, hoe omgaan met kansarme jon-
geren etc
O ja, nu vraagt u zich waarschijnlijk af “waarom
heeft hij deze punten opgesomd?” Wel beste le-
zers het antwoord is simpel. Ik werd in het 2de
leerjaar vaak gepest. Ik kon mijn verhaal niet
kwijt aan de leerkrachten waardoor ik tegen mijn
zin naar school ging. Dit had slechte invloed op
mijn resultaten. Ik heb wel het geluk gehad dat
mijn ouders het probleem inzagen en mij hielpen
om een nieuwe school te vinden. Met de nieuwe
school veranderde alles, ik had nieuwe vrienden
en vriendelijke leerkrachten. Maar toch draag ik
de slechte herinneringen van mijn oude school
met me mee.
Daarom vind ik dat school een plaats moet zijn
waar jongeren zich kunnen ontwikkelen en
groeien. Een plaats moet worden van dialoog en
communicatie. Een plaats waar we kritisch leren
denken. Een plaats waar we fouten maken en daa-
ruit ervaring putten. Een plaats waar we onze toe-
komst uitstippelen en onze dromen vervaardigen.
Helaas kan het ook een plaats worden waar de
jongeren gepest worden, zich onzeker en niet wel-
kom voelen. Het kan ook een plaats worden waar
jongeren hun diploma niet behalen. Een plaats dat
hen de richting arbeidsmarkt uitwijst zonder de
nodige vaardigheden en kennis. Eigenlijk spelen
de leerkrachten een grote rol tegen gewelddadige
extremisme , ze zijn een belangrijke schakel om
het voor te komen maar kunnen gemakkelijk ook
een oorzaak zijn.
Zeg niet: “het is maar een school”, onderwijs
speelt een grote rol in ons leven en vooral bij het
opbouwen van ons toekomst.
“Education is the most powerful weapon which you can use to change the world”.
“Nelson Mandela”
Laatstejaarsstudent in Lucerna College in Brussel
School van toekomstColumn
Abdlullah TEMIZ
26 27
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
ColumnAvant-propos
Comprendre l’enjeu, proposer de vrais
solutions
De plus, la loi belge ne punit pas le radicalisme
en tant que tel. Il n’existe pas de moyens légaux
pour obliger une personne à penser comme on
le veut. Être radical de nos jours, c’est surtout
remettre en question et rejeter notre mode de
vie, notre société et nos valeurs, que ce soit pour
le pire ou pour le meilleur.
Qu’entend-on par « radicalisme » de nos jours ?
La radicalisation est principalement conçue
comme un rejet des sociétés occidentales par
la population musulmane d’Europe. Seuls les
musulmans seraient contre la démocratie et pire
tous rêveraient d’en finir avec elle ! Bien sûr, ce
n’est qu’un raccourci, un gros raccourci même,
mais le fait que le terme « radicalisme » soit de
plus en plus associé à l’islam en dit long.
D’ailleurs la radicalisation n’aboutit pas toujours
à un comportement violent. Il faut comprendre
la radicalisation comme un « processus de
développement de croyances extrêmes et
d’idéologies qui remettent en question le statu
quo et rejettent le compromis ».
Radicalisme, radicalisation, extrémisme késako?
On entend beaucoup parler de radicalisme et de
radicalisation violente mais sait-on vraiment de quoi
il est question ? Pas certain ! Ces termes renvoient
à des réalités proches et pourtant bien différentes !
Pourquoi parler de radicalisme et de radicalisation
violente ?
Le radicalisme est à l’origine une doctrine politique
qui vient du monde anglo-saxon. Initiée par J.
Bentham et J. Mill entre le 18ème et le 19ème siècle,
elle préconise la mise en place de réformes extrêmes
ayant principalement trait au système politique et
économique et devant permettre le bien-être du plus
grand nombre. Pourquoi parlait-on de radicalisme
? Puisque cette idéologie était en totale opposition
avec les courants de pensée politique de l’époque,
les transformations demandées étaient jugées «
radicales ».
Un mouvement similaire s’est aussi développé en
France dans le courant du 19ème siècle. Celui-ci était
associé au mouvement républicain qui demandait
plus de démocratie et plus de laïcité au sein de l’état.
De nouveau, ce mouvement se décrivait radical –
et était perçu comme tel – parce que les objectifs
recherchés tranchaient complètement avec la société
et les normes de l’époque.
Pourquoi aujourd’hui ce terme nous semble-t-il si négatif ?
De ce mouvement de pensée, une définition
commune a été créée. Le radicalisme au sens large
est aujourd’hui compris comme une « attitude qui
refuse tout compromis en allant jusqu’au bout de la
logique de ses convictions ».
En bref, le radicalisme aujourd’hui est perçu comme
une opinion très forte et sans concession qui
s’apparente à une idéologie, une religion ou une
croyance. Le radicalisme n’épargne aucune religion,
aucune idéologie politique ou sociale !
LES PENSÉES RADICALES, MÊMES
SI ELLES SONT JOINTES À DES
IDÉOLOGIES TROUBLANTES,
NE DEVRAIENT PAS VRAIMENT
INQUIÉTER. EN FAIT, LES PENSÉES
RADICALES ONT CONTRIBUÉ À DE
GRANDS PROGRÈS.
Karim JOUHARI
28 29
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
Column Column
Dès lors, quand cela devient-il problématique ?
Dès qu’une personne se met à utiliser la violence
pour imposer sa vision du monde et effectuer
les changements qu’elle désire. La radicalisation
est aujourd’hui principalement envisagée
comme un processus. L’adoption de pensées et
d’opinions radicales va se faire progressivement.
Il est reconnu que certains facteurs auront un
impact plus grand et « faciliteront » le processus.
Cependant, la radicalisation n’aboutira pas
forcément à une action violente.
Quand des personnes se mettent hors- la-loi
en ayant recours à la violence et à des actions
criminelles, alors on parlera de radicalisation
violente. Petit à petit, ces individus se mettent
à rejeter complètement le système et la société
dans lesquels ils vivent. C’est plus qu’un simple
désaccord avec leur environnement mais bien
une coupure des liens avec celui-ci. Ils vont
développer aussi dans certains cas un sentiment
d’impuissance face aux moyens conventionnels
de protestation : pétition, manifestation,
système électoral, etc.
C’est à ce moment que l’état et la justice peuvent
agir car les lois mises en place permettent de
punir et d’empêcher la planification d’actions
violentes, l’association dans le but de nuire,
etc. Les personnes concernées n’ont pas encore
commis l’irréparable; cependant elles sont
prêtes à le faire. Parfois même elles sont en train
de planifier leurs méfaits. Les caractéristiques de
la radicalisation violente ont ainsi été décrites
comme étant :
(1) le rejet total du système social en place ;
(2) le rejet de toute concession et l’animosité
envers tous ceux qui acceptent des compromis ;
(3) l’auto-exclusion de la société et de ses
normes afin de pouvoir justifier l’utilisation de
la violence sans remords.
La prévention nécessite d’abord la compréhension
L’action de For Youth n’est pas destinée à la
radicalisation violente stricto-sensu. Celle-ci est
prise en charge par les autorités policières car
elle demande des moyens plus importants et est
répressible par la justice. For Youth concentre
son action avant que les personnes n’atteignent
ce stade. Les actions entreprises par For Youth
ont justement pour objectif de prévenir la
radicalisation violente.
Comment ça, on peut lutter contre la
radicalisation sans mesure sécuritaire?
En effet, la radicalisation est d’abord un problème
commun à nos sociétés. Certaines personnes se
radicalisent pour des raisons bien différentes
de la religion : écologie, question sociales,
idéologie politique. Dès lors, il serait dangereux
de considérer que le radicalisme religieux qui
touche aujourd’hui une partie de notre monde
soit totalement différent.
Les recherches en cours sur la radicalisation
n’ont pas encore permis d’identifier LA raison
principale. Il n’y en a tout simplement pas !
Comme vous pourrez le découvrir dans notre
magazine, les sources de la radicalisation
violentes sont multiples. Elles sont sociales,
culturelles, parfois personnelles, elles peuvent
aussi être politiques ou économiques ! Travailler
dans la prévention, c’est mettre en place des
outils qui aideront les jeunes à mieux s’exprimer,
à mieux se faire entendre. C’est leur donner la
capacité de se projeter dans le même futur que
nous et de réussir à s’épanouir ici, à Bruxelles, en
Belgique, en Europe !
LE RADICALISME POURSUIT DES
PROFONDS CHANGEMENTS POLITIQUES
POUR TIRER LES BÉNÉFICES D’UNE
ALTERNATIVE FONDAMENTALEMENT
DIFFÉRENTE. LES MOYENS UTILISÉS
PEUVENT ÊTRE VIOLENTS OU NON-
VIOLENTS AUTANT QUE DÉMOCRATIQUES
OU NON-DÉMOCRATIQUESIL N’EXISTE PAS DE DÉFINITION
UNIVERSELLEMENT ACCEPTÉE COMME VRAIE
DE LA RADICALISATION DANS SA FORME
ACTUELLE. CELA S’EXPLIQUE EN PARTIE PAR
LE FAIT QUE LA RADICALISATION NE SE SUFFIT
PAS À ELLE-MÊME […]
30 31
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
décidé d’engager quelqu’un. Je suis donc arrivée
en octobre 2014.
C’est un poste qui fait parti du programme
de Service Prévention Urbaine, c’est le
service prévention de la commune et plus
spécifiquement, du service d’Appui Thématique
et Territorial (SATT) qui prend en charge les
problématiques de quartier ainsi que certaines
thématiques. Par exemple dans mon service,
il y a une personne qui est chargée de projets
pour les assuétudes, pour la prostitution ou
une personne qui travaille sur l’implication des
habitants ou une autre sur les problématiques de
quartier.
Par rapport à mon parcours, je suis de formation
criminologue et le travail que je réalisais avant
n’était pas directement lié à cette thématique-là.
J’étais plus spécialisée dans l’aide à la jeunesse et
la protection de la jeunesse mais sans lien avec
cette thématique. D’ailleurs, quand moi j’ai fait
mes études en criminologie, on ne parlait pas
du tout de cette problématique,
il n’y avait pas d’éléments
spécifiques sur le problème de
radicalisation. On n’en parlait pas
du tout. Maintenant, c’est vrai que
le phénomène de radicalisation
violente, pour certains aspects,
renvoie à des concepts où mes études ont pu
m’épauler et m’apporter certaines choses dans
le travail que je réalise actuellement. Quand
on parle de passage à l’acte violent, c’est
quelque chose qui fait aussi partie de toute une
problématique criminologique. Par ailleurs,
en criminologie, on utilise des éléments de
psychologie et de sociologie qui permettent
d’avoir une certaine lecture du passage à l’acte,
des problématiques menant à la délinquance,
etc. Ces problématiques ou bien situations sont
aussi liées à la radicalisation. C’est-à-dire que
dans les causes multifactorielles que vous avez
de la radicalisation, il y a une série d’éléments
similaires aux causes qui amènent une personne
à passer ou à agir dans la délinquance.
Avant de prendre vos fonctions à ce poste, est-ce que la commune ou un autre organe (fédéral, régional?) vous a fourni une formation adéquate ?
Non, c’est-à-dire que c’est une formation qui a
eu lieu au moment où je suis arrivée. Cela s’est
fait sur le terrain. Il y a une formation tout à
fait personnelle, c’est-à-dire pouvoir s’outiller
à travers les compétences ou les
connaissances que l’on a déjà,
opérer les lectures adéquates, faire
sa propre analyse. Et alors il y a
toute une série de choses qui ont
été mises en place et qui le sont
toujours pour soutenir les acteurs
de terrain et les personnes qui travaillent dans ce
domaine pour pouvoir les outiller. La commune,
elle par exemple, permet que je m’inscrive à un
certain nombre de formations, de colloques ou
de journées d’études pour pouvoir me former.
La région aussi organise à travers l’OBPS (ndl,
Observatoire bruxellois pour la Prévention
et la Sécurité) des formations. Il y a aussi des
plateformes d’échange de bonnes pratiques
organisées par le Ministère de l’Intérieur.
L’avantage de se former sur le terrain, c’est
de pouvoir se former directement, de se faire
un réseau de contacts et de rencontrer des
Interview
QUAND ON PARLE DE PASSAGE À L’ACTE
VIOLENT, C’EST QUELQUE CHOSE QUI FAIT AUSSI
PARTIE DE TOUTE UNE PROBLÉMATIQUE
CRIMINOLOGIQUE
Comment vous êtes retrouvée au poste de chargé de projets « prévention de
la radicalisation violente » et quel était votre parcours avant ? Vos études, etc.
De formation, je suis criminologue et il y a
un poste qui s’est ouvert à la commune de
Schaerbeek en 2014. Avant ca, il y avait déjà une
personne qui s’occupait de cette thématique car la
commune a été confrontée à cette problématique
avec le départ de deux jeunes au printemps 2013
dans une école, ici à Schaerbeek. Directement, la
commune a mis des choses en place pour prévenir
ce phénomène. Il y avait une personne qui en
plus de ses fonctions prenait en charge le dossier
« radicalisation » et puis sur base des subsides qui
ont été octroyés par Ministère de l’Intérieur (ndl
: Service Public Fédéral Intérieur), la commune a
Karim JOUHARI
Prévenir au lieu de guérir : la prévention
sur le terrain
Interview de la chargée de projets «prévention de la radicalisation violente» de la commune de Schaerbeek
32 33
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
personnes – celles qui travaillent depuis plus
longtemps que moi – pour aller voir leurs
bonnes pratiques, leur lecture et compréhension
des choses. Je pense que cela a été très riche, on
apprend – je ne vais pas dire aussi bien – mais
vraiment bien en étant sur le terrain. Surtout
que c’est une problématique où les formations,
l’offre de formations est manquante. Où il n’y a
pas de formation universitaire en tant que telle.
Donc on apprend énormément sur le terrain.
Est-ce que vous pensez que l’on pourrait fournir une formation pour aider les personnes qui débutent maintenant ?
Est-ce qu’il y aurait des éléments qui devraient être repris et mis ensemble, une sorte de package de base pour les
personnes qui voudraient travailler dans la prévention.
Ces formations, elles existent même s’il n’y a pas
de cursus universitaire ou à ce que je sache de
cours universitaires que sur cette thématique-
là. L’offre de formation est organisée par les
différents acteurs que j’ai cités précédemment
mais aussi par les personnes qui sont sur le
terrain. Je vais parler en mon titre mais je sais
que mes autres collègues le font aussi dans
les autres communes, on est souvent invité
à partager notre expérience, notre lecture
des choses. On donne des formations sur la
thématique, cela fait partie de l’un de mes axes
de travail : c’est de former les acteurs de terrain.
Alors, cela peut-être des professionnels, des
associations, des enseignants, CPAS ; n’importe
quel service schaerbekois qui nous le demande.
Voilà, on est aussi intervenu avec mes collègues
des autres communes auprès de l’Exécutif des
Musulmans pour expliquer ce que l’on faisait,
quelle est notre lecture des choses. Alors ce
n’est pas une formation à long terme en tant
que telle mais quand je donne des formations,
cela dure parfois toute une journée. J’organise
aussi parfois des formations où j’invite des
acteurs extérieurs que ce soit des professionnels
de terrain ou des universitaires qui ont, petit à
petit, développé une connaissance
très pointue sur ce sujet.
Personnellement, j’inviterais les
personnes qui débutent à se tourner
vers ces différents acteurs, à faire
un parcours relativement similaire
à celui que j’ai mené, à multiplier
les rencontres, les conférences et à
discuter avec les acteurs de terrain.
Parce que les bonnes pratiques, elles sont en
train de se construire et c’est à travers elles que
l’on s’informe et que l’on s’outille.
Concrètement, en quoi consiste votre travail, votre mission ici à la commune de Schaerbeek?
Quel type de projets menez-vous – vous avez déjà cité l’aspect formation par exemple. Quels sont les acteurs avec qui vous êtes amené à entrer en contact et collaborer ?
Par ailleurs, pensez-vous que la Commune de Schaerbeek vous soutient suffisamment dans votre mission?
Peut-être, avant de préciser mes axes de travail,
il est important aussi d’expliquer qu’il y a au sein
du Service Prévention Urbaine, toute une autre
série d’acteurs importants : le service gardiens
de la paix, le service éducateurs de rue, la maison
des méditations qui s’occupe notamment
du décrochage scolaire, le service d’aide aux
justiciables, etc. Tous ces services qui travaillent
depuis beaucoup plus longtemps
que la mise en place de ma fonction
réalisent un travail de prévention
indirect de la radicalisation violente.
Par exemple, le service de décrochage
scolaire qui fait partie de la maison
des médiations, ce service travaille
au décrochage scolaire qui est à
la fois une des causes et une des «
conséquences » qui peuvent toucher
une personne entrant dans ce processus de
radicalisation. Dans ce processus, on observe
que la personne s’isole petit à petit de son groupe
de pairs, de sa famille. Elle fréquentait plusieurs
groupes de loisirs puis elle décroche avec toutes
ces personnes et avec son milieu scolaire, etc. Le
travail contre le décrochage scolaire participe
donc aussi à réinsérer la personne, à rétablir ses
attaches sociales ou contrer cet isolement. Le
service des éducateurs de rue inclut les jeunes
dans des activités avec d’autres jeunes. Le service
ON EST AUSSI INTERVENU AVEC MES COLLÈGUES
DES AUTRES COMMUNES AUPRÈS DE L’EXÉCUTIF DES MUSULMANS POUR
EXPLIQUER CE QUE L’ON FAISAIT, QUELLE EST NOTRE LECTURE DES
CHOSES
34 35
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
communal RePR (service communal d’aide aux
justiciables et/ou à leurs familles) agit pour une
meilleure réinsertion et donc réalise aussi un
travail de prévention de la radicalisation. Ce sont
donc des personnes avec lesquelles je travaille.
Un autre exemple, le service Médiation propose
des séances de sensibilisation aux dangers
d’internet. Quand on sait la place que prend
internet dans le processus de recrutement,
prévenir les jeunes et les sensibiliser aux dangers
d’internet fait
partie du travail
de prévention de
la radicalisation
violente. Il y a donc
une collaboration
entre ces
différents services,
collaboration qui
prend forme de façon
ponctuelle avec l’un
ou l’autre mais qui se
formalise aussi dans une plateforme d’échange
et de collaboration avec tous les coordinateurs
des services mais aussi d’autres services tels que
le service jeunesse, l’inspection pédagogique,
les centres PMS. Il y a donc plusieurs services
qui sont concernés et intéressés de participer à
ce groupe de travail. Tout cela permet aussi de
montrer que la commune travaille sur certains
facteurs sociaux, sur l’inter-culturalité depuis
plus de 25ans et que l’on n’a pas attendu.
Alors de façon tout à fait directe, le travail sur
la prévention de la radicalisation que je mène se
divise en plusieurs axes. Il y a l’axe information/
formation comme je l’ai expliqué. Dans cet
axe-là est aussi comprise la sensibilisation des
jeunes. Plusieurs choses sont réalisées. Il y a
la proposition d’animations aux jeunes en lien
direct avec le phénomène. Par exemple des
animations de sensibilisation réalisées par le
CNAPD (Coordination Nationale des Actions
pour la Paix et la
Démocratie). Alors
eux ont développé,
il y a déjà quelques
années je pense, un
outil pédagogique
sur cette question
qu’ils sont occupés
de réactualiser.
Ils réalisent aussi
des animations
qui s’appellent
« Terrorisme
en Question » et qui ont été notamment
soutenues par la Fédération Wallonie-Bruxelles
et présentées dans les différentes écoles, cela
peut aussi être d’autres animations. Cela se fait
un peu sur base de la demande et donc moi je
propose régulièrement leurs animations que je
trouve vraiment très bien. En plus, il n’y a pas
beaucoup d’animations ou d’outils pédagogiques
qui traitent directement de la question, cette
initiative est donc très bien.
J’utilise aussi d’autres outils qui ne traitent
pas directement de la question soit parce que
certains acteurs peuvent être un peu plus frileux
de les utiliser ou de traiter directement de la
problématique soit alors parce que c’est utile de
passer par la sensibilisation d’autres questions
pour agir sur la prévention de la radicalisation
violente comme par exemple les dangers
d’internet. Je propose aussi des animations
via des acteurs externes qui sont compétents
pour le faire et qui ont développé les outils sur
les discours de haine. Ce sont des choses que je
peux proposer aux écoles, aux associations ou
n’importe qui travaillant avec des jeunes et qui
souhaitent mettre en place de telles
animations.
Il y a aussi des personnes qui
préfèrent organiser des débats
ou des rencontres avec des voix
authentiques. Les voix authentiques
peuvent être notamment des mères touchées
par le phénomène. Ici, Madame Saliha Ben Ali a
monté une a.s.b.l. avec laquelle elle va témoigner
de son expérience et de son parcours auprès
des jeunes. Toutes ces initiatives sont aussi des
sources, des relais qui permettent de discuter de
cette question avec les jeunes.
Dans l’axe suivant, il y a plutôt le soutien aux
projets de développement de prévention qui
peuvent avoir plusieurs objectifs. Ces objectifs,
s’il n’y a pas de liste exhaustive, plusieurs ont
déjà été pointés. Cela peut être de favoriser
l’engagement citoyen des jeunes. De façon tout
à fait générale, on explique souvent que c’est un
sentiment de frustration qui amène les personnes
à entrer dans ce processus de radicalisation
violente. Leurs besoins d’inclusion sociale –
d’inclusion tout court on va dire – leurs besoins
d’appartenance, leurs recherches d’identité,
leurs recherches de réponses à des questions
existentielles, ce sont tous ces éléments qui
font qu’une personne va ou sera susceptible
de rentrer dans un processus de radicalisation.
Donc les jeunes – ou les moins jeunes parce
qu’il n’y a pas que les jeunes qui partent – pour
répondre aux sentiments de frustration peuvent
être amenés à se radicaliser et
à avoir recours à la violence.
Beaucoup ne vont pas avoir
recours à la violence mais certains
l’utilisent pour réponse à leurs
différents besoins ou problèmes.
Donc la prévention, c’est entre autres de leur
offrir une voie alternative à la violence à travers
l’engagement citoyen.
Nous soutenons des projets mais parfois on les
développe nous-mêmes. On ne veut pas faire
deux fois la même chose donc si une association
par exemple ou un autre service met en place un
projet, on va avoir tendance à le soutenir plutôt
que de le développer nous- mêmes. Si ce n’est
pas le cas alors on s’en chargera. Engagement
citoyen donc, ca peut aussi être la lutte contre
le racisme ou discrimination. Ce phénomène,
DONC LA PRÉVENTION, C’EST ENTRE-AUTRE
DE LEURS OFFRIR UNE VOIE ALTERNATIVE À LA
VIOLENCE À TRAVERS L’ENGAGEMENT CITOYEN
36 37
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
il est très important d’agir dessus. On voit
que malheureusement il prend de plus en plus
d’ampleur, notamment l’islamophobie. On l’a
remarqué avec les incidents à la Bourse avec les
hooligans qui ont débarqué et scandé des discours
plutôt d’orientation de droite et islamophobique.
Voilà, c’est quelque chose sur lequel il faut
vraiment travailler pour éviter les amalgames.
C’est quelque chose que j’ai pu observer assez
rapidement, le public ou certaines personnes
ont tendance à faire des amalgames entre
communauté musulmane et
terrorisme ou entre musulmans
et terrorisme. Ce qui est tout à
fait catastrophique en plus d’être
injustifié, parce que cela accentue
la polarisation, cela accentue le
terreau de la radicalisation.
Cela peut être aussi par exemple
des projets qui vont favoriser
la cohésion sociale, l’inter-
culturalité. Et cela s’inscrit aussi
dans la lutte contre le racisme,
faire en sorte que les différentes communautés
puissent mieux se connaître les unes et les autres.
Cela peut se faire par exemple via des visites de
lieux de cultes, il y a des écoles qui l’organisent
et je trouve que c’est un excellent projet que de
connaître les différentes religions, les différentes
cultures. Dans le cadre de ce projet, j’ai développé
notamment en collaboration avec une association
schaerbeekoise et le service des éducateurs de
rue un projet qui visait à sensibiliser les jeunes
à la situation des réfugiés syriens. C’était
plutôt vers la fin d’année 2015 et il y avait à ce
moment beaucoup de réfugiés qui arrivaient en
Belgique. L’objectif était de les sensibiliser à la
situation des déplacés syriens. C’est-à-dire pas
uniquement les refugiés, ceux-qui arrivaient ici
à proprement parler mais les déplacés en Syrie.
En effet, l’association avec laquelle on travaille
aide aussi les réfugiés là-bas. Et donc cela s’est
concrétisé par une sensibilisation ou plutôt une
information, une animation
sur la situation géopolitique
en Syrie. Cela visait aussi à
faire prendre conscience aux
jeunes, s’ils ne le savaient
pas,- parce que tous ne le
savent pas,- que les enjeux en
Syrie sont vraiment beaucoup
plus complexes qu’on le laisse
imaginer ou que parfois les
groupements extrémistes le
laissent imaginer. C’est-à-dire
qu’il n’y a pas UN ennemi à
combattre, les acteurs sur le terrain qui sont
impliqués dans le conflit sont très nombreux et
ce n’est pas aussi simple que l’on pense. Et donc
c’est de pouvoir exposer de manière pédagogique
et le plus simplement possible parce que c’est
extrêmement complexe ce qu’il en est. Pour cela,
on a travaillé notamment avec la CNAPD qui
est très calé sur la situation géopolitique et qui
est très compétent pour sensibiliser ou animer
des activités de sensibilisation avec les jeunes.
Ensuite, on a organisé un événement dans
un parc qui visait à récolter des dons, non pas
monétaires mais matériels comme du matériel
scolaire pour les déplacés syriens. Cela s’est
vraiment bien passé entre autres parce qu’il
y avait beaucoup de diversité au cours de cet
événement. Des réfugiés syriens ont participé et
ont pu échanger avec d’autres personnes et donc
c’était vraiment très riche de pouvoir mettre cela
en place.
Par ailleurs,
on soutient le
développement d’un
outil pédagogique
par Isabelle Serret
et une l’a.s.b.l. «
2bouts ». Cet outil
p é d a g o g i q u e , -
non seulement
il en manque,-
mais en plus il est
extrêmement riche. Il est en cours d’élaboration,
mais il se base sur le récit de vie de jeunes et
de famille qui ont été touchés directement
par le phénomène. Cela permettra d’avoir une
meilleure connaissance du phénomène pour les
acteurs de terrain et les jeunes mais aussi aux
jeunes d’avoir des témoignages authentiques
via des capsules vidéo. C’est très important car
certains jeunes ont témoigné du fait que ce qui
les a empêché de partir c’est d’avoir visionné ou
d’avoir eu accès au parcours d’un autre jeune.
D’entendre les motifs et les raisons qui les ont
amenés à partir et puis à se désengager de ce
processus, cela les a empêchés de partir. On sait
que c’est quelque chose de tout à fait utile et
mobilisable dans le cadre de la prévention.
C’est un des projets que l’on soutient comme
celui de la création d’une Mother School qui est
comme son nom l’indique une école des mères.
Il vise à mieux outiller les mamans notamment
dans ce processus-
là en développant
leurs compétences
et les liens qu’elles
peuvent créer avec
leurs enfants. Cela
s’est mis en place par
l’a.s.b.l. « Save » dont
Madame Ben Ali, qui
est elle-même une
maman concernée
c’est-à- dire une
maman d’un jeune qui est parti et qui est décédé
en Syrie. Alors, il y a d’autres projets qui sont
aussi en cours. Des projets qui visent à pouvoir
outiller les acteurs de terrain et les former parce
qu’il y a beaucoup de demandes pour l’instant
ou des projets qui visent concrètement à
sensibiliser le public à lutter contre le racisme et
la discrimination, à mettre en place des débats
avec les jeunes avec des voix authentiques
notamment avec des personnes qui sont parties,
«CELA VISAIT AUSSI À FAIRE
PRENDRE CONSCIENCE AUX
JEUNES, S’ILS NE LE SAVAIENT PAS
(...), QUE LES ENJEUX EN SYRIE
SONT VRAIMENT BEAUCOUP PLUS
COMPLEXES QU’ON LE LAISSE
IMAGINER OU QUE PARFOIS LES
GROUPEMENTS EXTRÉMISTES LE
LAISSENT IMAGINER. C’EST-À-
DIRE QU’IL N’Y A PAS UN ENNEMI À
COMBATTRE»
38 39
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
etc.
Un autre axe est celui de plateformes d’échange et
de coordination. Alors là, il s’agit concrètement
de participer à des plateformes qui sont mises en
place soit par les différents niveaux de pouvoir
– je vais y revenir tout de suite – soit que l’on a
créées nous-mêmes parce que c’était nécessaire
et utile de le faire. J’ai parlé tantôt du groupe
de travail « Radicalisation » et ça c’est tout à
fait riche parce que cela regroupe des acteurs
de terrain qui sont compétents ou qui ont
développé leurs compétences pour travailler sur
ces thématiques la. Ils sont confrontés parfois à
certaines difficultés ou ils ont des projets et on
peut collaborer et travailler tous ensemble.
Cela peut être aussi des réunions avec les autres
communes de la zone parce qu’il n’y a pas de
frontières et il s’agit aussi de voir comment cela
se passe dans les autres communes ou bien avec
les différents chargés de projets qui existent.
Alors là, il faut savoir qu’en Région Bruxelloise,
il y a 4 chargés de projets donc à Schaerbeek,
Molenbeek, Anderlecht et Bruxelles et Saint-
Gilles va bientôt en engager un. Les autres
communes de la Région n’en ont pas parce que
notamment elles ne reçoivent pas les subsides
pour pouvoir le faire. Et donc c’est vrai que cela
crée une certaine inégalité, les personnes ne
sont pas outillées de la même façon. Cela ne veut
pas dire qu’ils ne font rien, les autres communes
mettent des choses en place mais c’est plus
laborieux car la personne qui est considérée
comme référent en la matière a une fonction
en parallèle donc ça complexifie encore la tâche.
Ils ne peuvent pas, sans parler en leur nom
évidemment, travailler de la même façon. On
se réunit souvent avec les autres chargés, même
de façon informelle pour s’épauler les uns les
autres, pour s’outiller, voir comment est-ce que
l’on peut travailler en collaboration et voir ce qui
se fait dans les autres communes, etc.
Par rapport aux différents niveaux de pouvoir,
c’est aussi compliqué. Cela répondra peut-être
à l’une de vos questions. Nous, on est subsidié.
On a un subside du Ministère de l’Intérieur
il y a donc le niveau fédéral qui agit sur la
problématique. Il y a des plateformes d’échange
qui visent davantage à voir ce qui est mis en place
par les différentes villes et communes. Le niveau
fédéral a aussi, donc le Ministère de l’Intérieur
a aussi, vous l’avez sans doute entendu dans
la presse, pris deux arrêtés royaux, pas des
circulaires mais des arrêtés royaux. Ceux-ci sont
des fonds d’impulsion pour différentes villes et
communes de Belgique afin de mettre en place
des projets de prévention. Dans ce cadre, il y a
un premier arrêté royal qui prévoit un million
pour 10 villes et communes belges. Il y a donc
des chargés de projets – comme moi – en Flandre
et en Wallonie. Ca, ça permet aussi à ces 15 en
tout villes et communes, 10 dans
le premier et 5 de plus dans le
deuxième, de bénéficier de fonds
pour mettre en place des projets
de prévention. C’est vrai que cela
est tout à fait intéressant. C’est
plutôt l’apport au niveau fédéral,
après il y a la Région qui a son
propre plan d’action.
La Région développe un plan
d’action, bon eux en parleront mieux que moi, qui
s’axe pas mal et c’est ça qui a été réalisé jusqu’ici
sur la formation. A travers l’Observatoire, ils
organisent des formations pour la Région,
enfin les personnes concernées dans la région
: les chargés de projets et maintenant il y a un
module pour les gardiens de la paix.
Après il y a tout le volet Fédération Wallonie-
Bruxelles qui eux, alors il y a des échanges avec
nous mais ce sont toutes des initiatives prises
de leur coté si vous voulez, ont un plan d’action
mais par secteur : secteur jeunesse, secteur
enseignement, etc. Par exemple au niveau
enseignement, Joëlle Milquet a fait circuler
auprès des écoles des propositions pour aller
voir la pièce « Djihad », des propositions via la
CNAPD d’animations le « LE TERRORISME EN
QUESTIONS … ». Il y a aussi alors ça, ce n’est
pas Milquet mais je pense que c’est Madrane
qui a pour projet de développer des centres
d’appui aux familles et aux acteurs de terrain
qui sont confrontés à la problématique. Au
fait, c’est quelque chose de tout
à fait nécessaire, on a besoin
d’avoir des relais qui sont autres
que des relais policiers voire des
relais communaux pour que les
familles puissent s’adresser à
ces personnes ou s’adresser à un
centre qui se spécialise vraiment
dans ce domaine. Ce centre
doit pouvoir prendre en charge
complètement la problématique.
Idem on n’a pas, de site internet fédéral.
C’est-à-dire que pour une famille qui est en
questionnement, il n’y a pas de site qui regroupe
les différentes ressources, éventuellement les
contacts qu’ils peuvent avoir avec l’un ou l’autre
service. Cela manque cruellement et on n’en
a toujours pas alors que ce n’est pas récent le
phénomène. Il est question d’en mettre un en
place, je pense que c’est la Fédération Wallonie-
D’ENTENDRE LES MOTIFS ET LES RAISONS QUI
ONT AMENÉ CERTAINS À PARTIR ET PUIS À SE
DÉSENGAGER DE CE PROCESSUS, CELA LES
A EMPÊCHÉ DE PARTIR. ON SAIT QUE C’EST
QUELQUE CHOSE DE TOUT A FAIT UTILE ET MO-
BILISABLE DANS LE CADRE DE LA PRÉVENTION
CELA NE VEUT PAS DIRE QU’ILS
NE FONT RIEN, LES AUTRES
COMMUNES METTENT DES
CHOSES EN PLACE MAIS C’EST
PLUS LABORIEUX CAR LA PER-
SONNE QUI EST CONSIDÉRÉE
COMME RÉFÉRENT EN LA
MATIÈRE A UNE FONCTION EN
PARALLÈLE DONC CA COMPLEXI-
FIE ENCORE LA TÂCHE
40 41
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
Bruxelles qui bosse dessus mais on n’a aucune
idée de quand ni comment cela va être mis en
place. Donc vous voyez, il y a plusieurs initiatives
dont de bonnes initiatives. Ill y a eu aussi un
numéro vert qui a été mis en place par Madame
Milquet qui est en fait une extension du numéro
vert qui existait déjà. Il a été critiqué par la
presse mais c’est aussi une nécessité d’avoir un
numéro vert même au niveau fédéral. Cela reste
compliqué mais on attend beaucoup mais je
reconnais que cela prend du temps à mettre bien
les choses en place, etc.
Vous avez parlé du plan de la Commune de Schaerbeek, des différentes collaborations au niveau fédéral et régional. Quels sont vos relais, vos collaborateurs sur le terrain ?
Au-delà de ces différentes collaborations, moi je
travaille aussi si vous voulez avec tout le territoire
de Schaerbeek et n’importe quels acteurs qui
travaillent à Schaerbeek. Et c’est-à-dire que cela
ne doit pas être juste un acteur communal ; on
travaille régulièrement avec les associations, les
écoles et il faut savoir aussi que je ne suis pas
la seule personne non plus qui travaille sur ce
phénomène. Il y a vous notamment et d’autres
qui ont développé pas mal de trucs et vraiment de
beaux projets, soit que l’on soutient ou pas parce
qu’ils n’en ont pas toujours besoin et c’est super.
Mais ce sont aussi des ressources pour les acteurs
qui connaissent moins le phénomène, pour les
jeunes, pour le public. Ca, c’est quelque chose
à mettre en avant aussi, il y a des associations
qui bossent là-dessus. Il y a aussi des écoles qui
développent de super beaux projets et c’est à
mettre en avant parce que ce sont des acteurs
qui sont confrontés à la problématique et qui
agissent au-delà de leurs fonctions. Les profs
n’ont pas que ce problème-là, je le dis souvent,
on prend les profs pour des super-héros. On leur
demande de tout voir, de tout savoir, de tout
gérer mais bon, il faut être conscient qu’ils ont
aussi d’autres choses à gérer. Pourtant voilà, ils
développent des choses même avant qu’il y ait
eu la problématique. Certaines écoles font des
visites de lieux de cultes, il y en a qui organise
des conférences/débats avec les élèves sur cette
thématique. Ce sont de belles initiatives.
Peut-être juste une précision, vous-avez parlé des débuts des actions préventives de la Commune de Schaerbeek - en 2013 – pourriez-vous dater les premières initiatives associatives et citoyennes pour la prévention de la radicalisation violente ?
Alors, moi je vous parle des initiatives que je
connais, c’est compliqué parce que je suis arrivée
en octobre 2014 et déjà il y avait des choses qui
se mettaient en place. Mais il me semble que
quand il y a eu, parce que ca a été très médiatisé
au printemps 2013, le départ des jeunes je sais
que les écoles ont mis en place des choses. Alors
peut-être pas toutes, peut-être pas directement
mais je pense que les choses ont vraiment
commencé à ce moment et pas que pour les
écoles. Les autres aussi parce que lorsqu’on
entend parler de jeunes – de la commune ou
pas – qui partent et bien cela interroge. Cela
interroge les professionnels, cela interroge aussi
les jeunes, on se demande pourquoi ou on se
dit qu’on ne comprend pas. Et donc on a cette
nécessité de développer des choses mais cela
reste très difficile pour moi de dater. Je ne peux
parler qu’à partir d’octobre 2014 quand moi je
suis arrivée et que j’ai rencontré des acteurs de
terrain et bien ils mettaient déjà des choses en
place sur cette problématique. Avant, c’est plus
compliqué pour moi de l’affirmer mais il me
semble avoir compris et entendu que déjà en
2013, il y a des choses qui se faisaient. Mais bon,
comme je l’ai déjà dit, il y a des choses aussi qui
ont été faites et qui préviennent indirectement le
phénomène. Mettre en place des sensibilisations
à la lecture critique des discours médiatiques,
c’est tout a fait pertinent dans le cadre de la
prévention de la radicalisation violente. Ca n’a
peut-être pas été développé directement pour ça
ou suite à ça mais c’est extrêmement adéquat.
Depuis votre arrivée à ce poste, avez-vous vu une amélioration ou est-il possible d’estimer qu’il y a eu une amélioration quant au phénomène de radicalisation violente ?
Alors, c’est très compliqué de parler de ce sujet
parce que l’on parle ici d’évaluation de travail,
de projets qui sont réalisés. Or en terme de
prévention, c’est très compliqué d’évaluer de
42 43
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
quelle manière une action a eu un impact ou
pas. Quand on réalise des animations ou des
formations et que l’on s’aperçoit que l’on peut
éclairer soit les acteurs de terrain ou les jeunes,
ce qui a été le cas de ce qu’il m’a été rapporté,
pour moi c’est déjà extrêmement positif. Alors
voilà, on ne peut pas dire que le phénomène est
terminé, que le boulot est terminé. La prévention
de la radicalisation violente, c’est vraiment un
travail sur du long terme et donc ça reste quand
même compliqué de dire : « voilà, il y a une
amélioration ». Pour moi, l’amélioration existe
parce que les gens connaissent
mieux le phénomène et rien
qu’avec ça, c’est une amélioration
parce que s’ils sont mieux outillés
ou mieux préparés, ils peuvent
mieux agir sur le phénomène. Ils
ont moins peur éventuellement
de l’aborder.
Il y a une amélioration aussi
parce qu’il y a de plus en plus
d’espaces existants, pas encore suffisamment
malheureusement, pour que les personnes
puissent en parler puisqu’il y a plus d’initiatives.
Pour moi, ce sont déjà des initiatives très
positives, maintenant de dire que cela a mis fin
au phénomène et bien non. Par ailleurs, il existe
des services qui accompagnent les familles qui
les soutiennent et où le soutien est tout à fait
réel et a été très positif. Donc voilà tout ça c’est
des actions positives.
Maintenant, voilà, ce n’est pas comme à la police
où on peut se dire on a fait X arrestations. C’est
beaucoup plus du long terme, c’est un travail de
plus longue haleine. Alors oui, je peux vous dire
on a fait X formations, on a formé X nombre
de personnes mais c’est ce que les personnes
peuvent faire avec, c’est ce qu’elles perçoivent, la
façon dont elles ont pu être outillées, éclairées
qui compte à ce moment-là.
Est ce que le climat dans lequel vous travaillez a changé depuis les évènements du 22mars ? Pensez-vous que cela aura
un impact, positif ou négatif, sur votre travail ?
Cela reste relativement récent c’est
donc très difficile de pouvoir parler
d’impact, souvent il faut attendre
quelque temps. Je dirais que les
événements ne vont pas changer
fondamentalement les projets
ou le travail qu’on réalise parce
qu’ils n’ont pas changé la lecture
que l’on peut faire du problème. Ca ne veut pas
dire qu’on ne prend pas en compte ce qui s’est
passé, cela veut dire qu’on se rend compte que
les besoins que l’on peut avoir sont pressants
ou qu’il y a certaines choses sur lesquelles il est
plus urgent d’agir. J’en reviens notamment sur
le racisme et l’islamophobie. C’était déjà visible
avant et là je crains que cela s’accentue. Cela
doit rester une priorité, je pense qu’il est urgent
ou plus pressant de développer des projets par
Interview
rapport à ça. Des projets qui renforcent les liens
entre les différentes personnes ou les différentes
communautés qui habitent notamment
Schaerbeek mais qui habitent la Belgique.
Qu’elles se connaissent mieux, nous devons
travailler sur cette inter-culturalité, travailler
sur des échanges pour mieux se connaître, pour
éviter tout ça.
Maintenant, changer le climat, c’est quand
même tout à fait spécifique. Cela s’est passé
avant les vacances donc beaucoup de personnes
et notamment des jeunes sont
partis, je pense qu’il y aura sans
doute davantage de constats
qui pourront être opérés par
la suite. Ca s’est vu après les
attaques à Paris en janvier et
en novembre où effectivement,
les personnes étaient beaucoup
plus inquiètes et donc prenaient
plus de renseignements ou
avaient plus envie de développer des projets.
Nous, on va redoubler d’efforts pour les épauler
tant dans leurs inquiétudes que dans leurs
développements de projets. A mon avis, ce sera
aussi cet impact-là, de pouvoir aussi mettre en
place des choses ou des lieux, des espaces de
paroles. Alors c’est vrai que moi je ne m’occupe
pas spécifiquement des victimes ou des victimes
des attentats mais voilà je peux chercher aussi
des ressources vers lesquelles les éventuelles
victimes peuvent se tourner. Donc voilà, c’est
aussi des ressources pour les victimes et il n’y a
pas que les victimes tout à fait directes, il y a aussi
des personnes qui ne l’ont pas vécu directement
mais qui sont vraiment choquées de ça. Il faut
aussi pouvoir avoir des ressources pour qu’ils
puissent avoir un espace où elles puissent aller
parler. Moi je ne suis pas psychologue et donc
voilà, c’est de travailler aussi sur les relais qui
existent et qui sont tout à fait spécifiques. Ca,
c’est quelque chose qui par exemple ne s’est pas
forcément ou moins fortement présenté après
les attaques à Paris. La ben voilà, on a été touché
directement, localement.
Quelles sont pour vous les principales difficultés que vous rencontrez dans votre travail quotidien?
Il y a, je pense, le fait que le
phénomène n’est parfois encore
pas tout à fait connu ou que
l’on manque de connaissances beaucoup plus
pointues du phénomène. Par exemple dans les
causes de la radicalisation, on parle de causes
multifactorielles. Cela fait beaucoup. Bon,
beaucoup de choses ou de problématiques sont
multifactorielles mais je pense qu’au regard des
contacts que j’ai eus sur le terrain, il y a d’autres
recherches qui devraient ou qui pourraient être
menées pour davantage cerner le phénomène. On
pourrait davantage pointer ce qui pourrait être
utile ou mobilisable comme outils pour prévenir
le phénomène de façon collective mais aussi
IL Y A AUSSI DES ÉCOLES QUI
DÉVELOPPENT DE SUPER
BEAUX PROJETS ET C’EST À
METTRE EN AVANT PARCE
QUE CE SONT DES ACTEURS
QUI SONT CONFRONTÉS À
LA PROBLÉMATIQUE ET QUI
AGISSENT AU-DELÀ DE LEURS
FONCTIONS
POUR MOI, L’AMÉLIORATION
EXISTE PARCE QUE LES GENS
CONNAISSENT MIEUX LE PHÉNO-
MÈNE ET RIEN QU’AVEC CA, C’EST
UNE AMÉLIORATION PARCE QUE
S’ILS SONT MIEUX OUTILLÉS OU
MIEUX PRÉPARÉS, ILS PEUVENT
MIEUX AGIR SUR LE PHÉNOMÈNE
44 45
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
pour épauler les personnes qui sont confrontées
à cela. Je l’ai dit on manque de ressources, de
professionnels spécifiquement formés à l’écoute
et à l’aide des personnes qui sont touchées ; je
parle de famille, je parle de personnes qui sont
dans le processus. Attention moi je parle d’aide
volontaire, mon travail c’est la prévention donc
je ne parle pas forcément du volet répressif ou
de l’aide contrainte mais je trouve qu’il faut
que l’on ait davantage de connaissances sur ce
phénomène et davantage de ressources. Il y a
donc une difficulté par rapport à ça.
Une autre difficulté, c’est la compréhension du
travail que l’on réalise comme chargé de projets.
Cela a été un combat quand j’ai été engagée pour
réaliser le travail que je mène. Rien que le titre
par exemple, première chose parce que l’on est
subsidié par le Ministère de l’Intérieur, certaines
personnes pensent que l’on a des comptes à
rendre ou que l’on va donner des informations au
Ministère de l’Intérieur. Pas du tout, certains…
on nous a parfois appelé « déradicalisateurs » ou
on disait que l’on faisait « de la déradicalisation
». Je ne fais pas de déradicalisation et quand on
me parle de déradicalisation qui est en soit un
mot horrible cela laisse aussi à penser que l’on
va prendre un individu de manière contrainte,
l’enfermer et lui faire un lavage de cerveau. On
ne fait pas ça, on va parler – parce que j’ai la
sensation parfois que c’est ça qu’ils veulent dire
par déradicalisation – plutôt de désengagement.
InterviewInterview
Si désengagement il doit y avoir, pour moi c’est
un désengagement sur base volontaire. C’est
de pouvoir aussi faire tout un travail qui est lié
au constat que l’on a pu faire du processus de
radicalisation, c’est-à-dire de pouvoir permettre
à la personne de travailler sur cet isolement qui
engendre et qui est engendré par ce processus
de radicalisation. De pouvoir faire un travail sur
l’utilisation de voies autres que la violence. Pour
moi, c’est un travail qui doit être mené mais je ne
l’appelle pas du tout déradicalisation, pour moi
c’est un travail qui est d’ordre social. Il ne s’agit
pas de moraliser un jeune et de
lui dire « han c’est mal » ou de
l’enfermer.
Autre difficulté, au-delà du fait
que l’on nous appelait comme
cela et qu’on était subsidié, c’est
qu’on avait le sentiment, comme
c’était un poste qui s’ouvrait et
que l’on ne savait pas du tout de quoi il s’agissait,
que toutes les informations allaient êtres
données à la Police. Les gens pensaient : « ils sont
là pour fliquer les quartiers, donner des infos »,
on nous prenait pour des indicateurs de la Police.
Je ne fais pas ça non plus. Il faut savoir que je
ne donne aucune information sur des situations
individuelles à la police. Je peux éventuellement
réorienter vers la Police une personne qui me
parle, si ca me semble adéquat et en accord avec
elle. Parce qu’il y a certaines situations où une
intervention de la police peut-être efficace ou
l’est. Il y a des situations de danger, il y a des
situations où voilà c’est nécessaire mais moi
je réoriente, je ne vais pas dire à la police « un
tel se radicalise, oulala attention ». Ce n’est pas
mon job du tout, je ne voudrais pas faire ça et
ce serait tout à fait contre-productif. Donc, cela
a aussi été un travail lors de mon engagement
de pouvoir montrer que ce n’est pas ça que je
faisais, que je ne suis pas à l’affût d’avoir des
informations sur des individus pour les fournir
à la Police. Moi je travaille, je ne fais pas partie
du corps policier. Donc voilà je pense que cela
a été certaines difficultés, enfin
je ne suis pas naïve, ce sont
encore des difficultés. On nous
appelle encore «fonctionnaire
de déradicalisation » ou bien
encore cellule terrorisme,
enfin… encore terrorisme, cela
est moins problématique mais…
Moi ce que je veux toujours expliquer et c’est pour
ça que je le mets dans mon titre (?), c’est l’aspect :
prévention de la radicalisation « violente ». Ce qui
pose problème et ce sur quoi on veut travailler,
c’est l’utilisation de la violence parce que c’est cela
qui est problématique. Le fait d’être radical, c’est
permis. Le fait d’avoir des idées radicales, des
positions radicales on en a tous et c’est permis.
Et donc il faut être vigilant par rapport à cela
parce que ce n’est pas réprimandé légalement et
ce n’est pas problématique. Enfin, cela peut être
problématique dans le sens où cela peut poser
InterviewInterview
C’EST L’UTILISATION DE LA
VIOLENCE PARCE QUE C’EST CELA
QUI EST PROBLÉMATIQUE. LE
FAIT D’ÊTRE RADICALE, C’EST
PERMIS. LE FAIT D’AVOIR DES
IDÉES RADICALES, DES POSI-
TIONS RADICALES ON EN A TOUS
46 47
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
des difficultés pour la polarisation, etc. Puis cela
peut aussi mener à la violence. Une personne qui est
en début de processus de radicalisation et qui a des
idées éventuellement radicales peut entrer dans la
voie de la radicalisation violente, pas forcément mais
cela se peut. Il faut être attentif aussi à ça et je pense
que c’est aussi une difficulté, c’est que ce processus
peut aller extrêmement vite et c’est pour cela que
je dis qu’on le connaît encore mal. Autant certaines
personnes mettent des années autant pour certaines
personnes cela se passe très très vite. C’est ce qui est
problématique là-dedans, c’est que l’on connaît mal
les choses et parfois il faut agir vite.
Cela me fait penser aussi à une autre difficulté. Une
autre difficulté aussi à laquelle on est confronté
concerne tout l’aspect presse et le fait que la presse ou
les medias utilisent parfois très mal la terminologie
et donc indirectement favorisent ces amalgames.
Quand on parle de terrorisme islamiste et bien pour
moi c’est inadéquat. Je trouve qu’il faudrait utiliser
la juste terminologie, quand on parle de DAESH on
parle en fait de Salafistes Djihadistes. On ne fait
pas d’amalgame avec la communauté musulmane,
enfin voilà, je pense que cela va déjà un peu mieux
mais… Voilà, la presse utilise parfois encore une
terminologie tellement inadéquate pour moi que
cela reste problématique. Alors c’est un des petits
problèmes mais ça reste une difficulté dans le travail
parce que cela nourrit ce terreau-là.
Dans les médias justement, on se réfère souvent à Bruxelles, plus spécifiquement Molenbeek comme capitale du djihadisme ou centre du djihadisme. Est-ce que vous pouvez commenter cela rapidement et peut-être faire une comparaison avec les pays voisins (GB, Fr, Ge, Nl) ?
Je trouve cela regrettable que l’on pointe du doigt,
alors soit Bruxelles soit Molenbeek soit n’importe
quelle ville ou pays, cela a des répercussions tout à
fait négatives. C’est dommageable pour la population
parce qu’elle est stigmatisée et c’est dommageable
aussi par ce que l’on ne se réfère pas au travail qui
est fait par la commune sur ces matières. On parle le
plus souvent en termes négatifs dans la presse, très
peu en termes positifs. C’est pour cela qu’il faut aussi
pouvoir voir et montrer les choses positives que les
différents acteurs de terrain font,- tout le travail
positif qui est mené par les différents acteurs.
Maintenant, pourquoi ils le disent oui je comprends.
Je comprends dans le sens où voilà il y a un tel
nombre de personnes qui partent ou sont parties de
là mais il y a des départs dans tous les pays. Il y a du
recrutement dans les différents pays que vous avez
cités.
Interview
C’EST DOMMAGEABLE POUR LA
POPULATION PARCE QU’ELLE EST
STIGMATISÉE ET C’EST DOMMA-
GEABLE AUSSI PAR CE QUE L’ON
NE SE RÉFÈRE PAS AU TRAVAIL
QUI EST FAIT PAR LA COMMUNE
48 49
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
« Rien à faire, rien à perdre»
Donner la parole aux jeunes eux-mêmes pour aider
à comprendre les mécanismes de repli identitaire
et de radicalisation, c’est la démarche du projet en
cours « Rien à faire, rien à perdre». Des jeunes qui
ont eu l’intention de partir ou qui sont revenus de
Syrie/Irak choisissent eux-mêmes les mots qui ra-
content leurs parcours identitaires, pour favoriser
l’expression en groupe (acteurs associatifs, classes
scolaires, groupe de parents concernés etc.).
Chaque récit écrit (4 à 5 pages), est accompagné
d’une courte vidéo (5’), qui permet à chaque jeune
d’exprimer sa vision et son ressenti en images,
d’une fiche pédagogique pour les animateurs et
les enseignants, et également d’une fiche éclairant
le contexte des identités multiples portées par les
histoires familiales de ces jeunes. Chaque récit est
une histoire unique, chaque vidéo doit pouvoir
être utilisée de façon autonome, pour éviter les
généralisations et respecter les individualités.
Le projet, en collaboration avec l’asbl 2bouts (édu-
cation à la diversité culturelle), est soutenu par la
commune de Schaarbeek, la Fondation Roi Bau-
douin, et le Délégué Général aux Droits de l’En-
fant.
Soutien aussi aux familles
Mieux comprendre le parcours des jeunes concer-
nés répond à un besoin direct des familles. Avoir
des clés de compréhension peut aider à mettre du
sens, à vivre la souffrance autrement, à améliorer
aussi la communication avec les jeunes concernés
– quand c’est encore possible-, mais aussi avec les
frères, les sœurs, tout l’entourage. C’est pour-
quoi, avec le soutien de plusieurs mamans direc-
tement concernées, le projet initial a été étendu
à la collecte de témoignages de membres des
familles concernées. Un portrait de famille réel
ou fictif permettra de favoriser une réflexion sur
la transmission familiale et sur la question de la
coexistence d’identités multiples.
La méthodologie du récit de vie
Les jeunes eux-mêmes sont les premiers acteurs!
C’est leur parole qui compte, ce sont eux qui va-
lident si ce qu’ils veulent dire est bien compris, et
ils réalisent les vidéos eux-mêmes. La parole est
essentielle. Mais parfois, face à certains journa-
listes, certains chercheurs, survient le sentiment
amer que la parole est ‘volée’, ‘instrumentalisée’.
Dans ce projet, chacun reste maître de sa parole.
Dans ce cadre, raconter les événements de sa vie
et l’évolution de son vécu permet de prendre une
distance par rapport à soi-même, à faire des liens
dans son histoire entre soi et le contexte dans
lequel on a vécu et évolué, du plus proche au plus
large, pour aider à pouvoir se projeter dans le fu-
tur.
Ce projet vise à comprendre le processus de repli
identitaire et radicalisation, à mieux identifier le
terreau des frustrations qui conduisent à la radi-
calisation, et aussi à identifier les ressources pour
en sortir, ou ne pas s’y laisser entraîner. « Malgré
un contexte très peu favorable à l’expression de la
parole, le travail est déjà en cours avec plusieurs
jeunes et les premiers textes et vidéos très encou-
rageants », explique Isabelle Seret, responsable du
projet « Rien à faire, rien à perdre » et spécialiste
en accompagnement en récit de vie et sociologie
clinique, notamment dans le secteur de l’aide à la
jeunesse. « Les jeunes ne sont pas entendus, pour-
tant ils ont beaucoup à dire et à nous apprendre »,
conclut Isabelle Seret qui qui lance un appel à tout
jeune prêt à partager son témoignage, en toute
confiance et confidentialité.
Repli identitaire et radicalisme: un support pédagogique
d’expression groupale au départ du récit de jeunes concernés
Opinion
Isabelle SERET et Natacha DAVID
50 51
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
Column
Un concept qui échappe, une définition univoque.
L’Europe contemporaine vit quotidiennement
l’échec de ses services européens de sécurité et
d’intelligence vis-à-vis de l’élaboration d’une stra-
tégie efficace de prévention des attentats. Une des
raisons principales reste dans la difficulté de défi-
nir le processus de radicalisation des aspirants ter-
roristes et d’identifier les conditions et les sujets
aptes à faciliter la réussite de ce processus. Cela
s’explique par le fait que la radicalisation ne se suf-
fit pas à elle-même, mais existe selon un contexte
déterminé par des facteurs sociaux, politiques et
économiques.
Dans le cadre de l’Europe, le radicalisme actuel
peut être mieux décrit comme un développement
progressif de croyances extrêmes et d’idéologies
qui remettent en question les valeurs et le régime
politique au nom de l’Islam politique. Si à cet
aspect plutôt théorique s’ajoute une composante
pratique – ce qu’on appelle « extrémisme » - le che-
min vers l’acte criminel est marqué.
Push factors et pull factors
Dans la différence de cas particuliers, le trait com-
mun à l’origine de la radicalisation semble être
une prédisposition des individus aux sentiments
de frustration par rapport à leur vie, à la société
qui les entoure ou au système politique qui les in-
cube. Les mouvements extrémistes sont capables
d’intercepter ce mécontentement et d’offrir, selon
le besoin, un « sens » et une « mission » aux jeunes
désorientés, une réaction à l’ « injustice » vécue
ou aperçue, un sentiment d’appartenance aux
membres de communautés désormais atomisées.
L’impossibilité de dresser un profil unique de l’«
extrémiste potentiel » et l’incapacité de cerner
les motifs individuels au coeur de la quête radi-
cale sont justement à la base de l’inefficacité de
la réponse portée par les autorités européennes.
Des facteurs de risque différents pour des profils personnels variés
L’action de persuasion des mouvements extré-
mistes vise un public vaste et mélangé :
Les jeunes à la recherche d’un sens existentiel
trouvent dans l’extrémisme violent cette dimen-
sion utopique – plutôt eschatologique que reli-
gieuse - qui manque à leur vie. C’est le « grande
récit » dont parle O. Roy, qui offre une lecture
simplifiée et manichéenne de la réalité. Ainsi
s’explique le changement soudain opéré par la
radicalisation sur des sujets occidentalisés et peu
croyants auparavant, qui se transforment en pré-
dicateurs de l’Apocalypse en très peu de temps.
Sur un autre front, plusieurs jeunes cultivés, issus
de familles relativement aisées et bourgeoises,
sont motivés par le désir de redresser les « injus-
tices » de la société contemporaine. Que ce soient
l’oppression de l’héritage colonial en Afrique et
Moyen-Orient, l’« impérialisme » américain en
Afghanistan et en Irak ou la situation de la Pales-
tine actuelle, ces injustices provoquent un élan de
révolte radicale que seuls les mouvements extré-
mistes semblent comprendre et apaiser.
Enfin, un autre segment social constituant le
squelette des groupes terroristes est constitué
par des individus marginalisés à l’intérieur de leur
communauté et qui cherchent un point de repère
dans la « camaraderie héroïque » typique des
bandes vouées à l’(auto)destruction. Ces jeunes,
qui agissent souvent sans l’appui ou la connais-
sance de leurs familles et groupes d’amis, sont très
loin de ce que l’approche culturaliste de certains
média définit comme « exemples de la popula-
Assistant Académique au Collège d’Europe à Bruges au département EU International
Relations and Diplomacy Studies
A la source de la radicalisation: comprendre les causes, imaginer
des solutions
Opinion
Tommaso EMILIANI
52 53
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
de surveiller (ou même fermer) les mosquées.
Mais comme on le voit souvent, les groupes extré-
mistes recrutent en dehors des mosquées et sur
internet. S’en prendre aux mosquées, c’est aussi
méconnaître les dynamiques locales de surveil-
lance qui existent entre celles-ci et les autorités
publiques locales.
D’un autre côté, attribuer une importance exces-
sive à l’ « asocialité » et au « nihilisme » des dji-
hadistes implique une déresponsabilisation des
gouvernements européens par rapport à l’échec
de leurs stratégies d’intégration sociale qui ne
jouent pas en faveur d’une approche préventive et
efficace de la menace terroriste.
tion musulmane radicalisée ». Bien au contraire,
il s’agit de sujets, qui n’étant pas intégrés dans
le réseau des mosquées et dans les pratiques so-
ciales communautaires, choisissent de s’échapper
de la société pour essayer de la détruire et prendre
leur revanche.
Raffiner l’étude de la radicalisation: fon-damentalisme ≠ djihadisme
Toute stratégie de prévention de menaces terro-
ristes de la part des autorités publiques doit tenir
compte de la différence existante entre le sala-
fisme doctrinal et l’action politique terroriste de
soi-disant djihadistes.
Le fondamentalisme enseigné par certains imams
érudits, qui prévoit une approche littéraliste à la
lecture du Qu’ran et une stricte observance des
mœurs et rituels traditionnels, exprime sans
doute une vision antimoderne et ultraconser-
vatrice de la société. Cependant, très rarement
ce courant religieux trouve un débouché poli-
tique dans l’action radicale violente. En effet, la
pratique de l’exposition à la mort, les attaques
médiatisées et les techniques employées par les
extrémistes sont elles- mêmes des éléments trop
modernistes pour le fondamentalisme. En outre,
le salafisme requiert une connaissance et une
maîtrise du texte sacré qui nécessite des années
d’études, et qui s’adapte mal aux profils des jeunes
occidentaux radicalisés décrits plus haut.
Le djihadisme, par contre, travaille sur le plan de
l’action. Charmés par la dimension totalisante de
l’aventure radicale, les jeunes « moudjahidines »
ne passent pas par l’étude approfondie du Qu’ran
– souvent ils parlent très peu l’arabe – et se dé-
dient plutôt à la « lutte ». C’est le cas de tant de
jeunes combattants parmi les troupes de DAESH
en ce moment : ils font la guerre à leurs « ennemis
», s’occupant très peu des questions religieuses, et
se mêlant encore moins au contexte de la société
civile locale. Si le fondamentalisme procède par
« endoctrinement », le djihadisme travaille par «
embrigadement ».
Cependant, il serait naïf de ne pas reconnaitre un
lien entre les deux phénomènes. En effet, lorsque
les jeunes radicalisés se vouent au djihadisme, un
certain degré de fondamentalisme apparait – et
cela complique ultérieurement la situation et rend
le travail de prévention et de réaction encore plus
difficile.
Des recommandations stratégiques
Le ton martial récemment assumé par le pré-
sident français Hollande et nombre de ses collè-
gues reflète le choix européen en faveur d’une po-
litique contre-terroriste strictement sécuritaire.
Le risque réside en la mise en scène d’une guerre
des identités, dans laquelle l’islam est censé être
l’ennemi antisocial. C’est-à-dire que l’on provoque
ce que DAESH attend: que l’Europe s’en prenne à
l’islam afin de sortir le djihadisme du cercle res-
treint des individus actuellement concernés.
L’incapacité de distinguer entre fondamentalisme
et djihadisme mène à l’insistance sur la nécessité
Certaines actions doivent être mises en place le plus
vite possible. Premièrement, dans nos sociétés, l’is-
lam n’est pas suffisamment encore un objet de savoir.
A présent, il est enseigné dans les manuels scolaires
comme un objet de croyance, notamment à travers
des mythes fondateurs, mais il n’est pas expliqué ni
aux croyants ni aux non croyants. Cela n’alimente
pas simplement le fondamentalisme islamiste, mais
également les préjugés occidentaux qui renforcent
l’attrait de l’offre djihadiste. Deuxièmement, la ré-
ponse sécuritaire doit s’accompagner de moyens et
d’actions sur le long terme dans des secteurs clefs
comme l’éducation civique, l’emploi, l’enseignement
et la cohésion sociale. Le chemin pour faire face à la
radicalisation est long et difficile, et l’Europe a sans
doute un rôle à jouer.
54 55
Youth VoiceYouth VoiceFor Youth 2016For Youth 2016
E
For Youth
Paleizenstraat, 25 E-mail : [email protected]
1030 Schaarbeek website : www.foryouth.be
Tel : 02/212.19.00 Facebook : ForyouthVzw
Fax : 02/212.19.09 Twitter: @ForYouthBE