AMN intaketest
nader bekeken
Februari 2014
drs. LJN Wagemakers
Inhoudsopgave blz.
Inleiding 3
Onderzoeksopzet 4
Onderzoeksresultaten 5
Conclusies en discussie 7
Begeleidingsadviezen vanuit de AMN intaketest 11
Samenvatting 13
Bijlagen
Totaaloverzicht 15
Scores deelnemers die driemaal zijn getest 19
Van 20 deelnemers de geadviseerde begeleidingsstijl vanuit de AMN Intaketest 27 Uitslagen per cluster 29
3
Inleiding
Binnen Scalda wordt inmiddels ruim vijf jaar de AMN intaketest afgenomen bij deelnemers
die zich hebben aangemeld voor een opleiding. De meningen over het belang van de AMN
intaketest lopen uiteen van waardevol tot zinloos. Met de uitslag van de test wordt
verschillend omgegaan. Over het algemeen wordt de uitslag van de test niet gebruikt bij de
keuze om een deelnemer al dan niet te plaatsen. Regelmatig worden echter signalen
opgevangen dat de uitslag wel meetelt bij de selectie. Bij de laatste update van de AMN
intaketest is er ook een vraag aan het begin van de test toegevoegd. Bij die vraag wordt
aangegeven dat de resultaten van de test door de school gebruikt worden voor de plaatsing
en wordt de deelnemer gevraagd hiermee akkoord te gaan. Als de deelnemer akkoord gaat
start de test. Als de deelnemer niet akkoord gaat wordt de testbegeleider ingeschakeld die
vervolgens de test afsluit. Met andere woorden geeft AMN hier zelf aan dat de test gebruikt
wordt bij de plaatsing van een deelnemer.
Dit onderzoek tracht antwoord te geven op de vraag of er vanuit de scores van de AMN
intaketest voorspellingen gedaan kunnen worden over het al dan niet succesvol afsluiten van
de opleiding. Daarnaast wordt gekeken hoe waardevol de begeleidingsadviezen zijn die uit
die test komen.
In totaal zijn bijna 12.000 testresultaten bij het onderzoek betrokken. Van de betrokken
deelnemers behaalden ongeveer 1.100 deelnemers niet het diploma waarvoor zij op dat
moment de AMN intaketest deden. Sommige van hen haalden overigens wel een diploma,
maar dan op een lager niveau.
4
Onderzoeksopzet
In dit gedeelte van het onderzoek wordt gekeken of de deelnemers die geen diploma halen
van de opleiding, dus tussentijds stoppen of van school verwijderd worden, significant
afwijken van de scores op de AMN intaketest van de totale groep personen die deze test
aflegden binnen Scalda. Het onderzoek betreft zowel het lopende schooljaar als de
afgelopen 4 schooljaren.
Om dit te onderzoeken zijn van alle deelnemers per onderdeel van de AMN intaketest de
gemiddelde scores en de standaarddeviatie berekend. Het gaat om de scores op de
onderdelen capaciteiten/kunnen en persoonlijkheid/willen. Het onderdeel
capaciteiten/kunnen bevat de onderdelen: leerintelligentie (met de subonderdelen numerieke
aanleg en verbale aanleg) en logisch redeneren (met de subonderdelen redeneer vermogen,
evaluatie vermogen en ruimtelijk inzicht). De genoemde subonderdelen zijn ook weer
verdeeld in een aantal items, deze worden bij de overzichten weergegeven. Ook het
onderdeel persoonlijkheid/willen is verdeeld in een aantal items. Ieder (sub)onderdeel en
item levert een score op in een 5-puntsschaal.
Daarnaast zijn, vanuit KRD, alle deelnemers geëxporteerd die een opleiding niet hebben
afgemaakt. Een aantal deelnemers is uit dit bestand verwijderd, dat waren die deelnemers
die gestopt zijn met een opleiding om een door de school niet beïnvloedbare reden,
bijvoorbeeld vanwege ziekte of een verhuizing.
Van de groep gestopte deelnemers die vervolgens overbleef zijn ook de gemiddeldes en de
standaarddeviaties berekend op de genoemde onderdelen van de AMN intaketest.
Vervolgens zijn er drie groepen van deelnemers uitgelicht die om een specifieke reden
stopten, achtereenvolgens:
-deelnemers die stopten omdat het niveau van de opleiding te hoog was;
-deelnemers die om persoonlijke redenen stopten;
-deelnemers die stopten vanwege een verkeerde keuze van opleiding.
Ook van deze groepen zijn de gemiddeldes en de standaarddeviaties berekend.
Bij het bepalen of een score van een bepaalde groep al dan niet significant afwijkt van de
totale populatie is gebruik gemaakt van de t-toets. Er wordt uitgegaan van een zekerheid van
95%.
In de bijlages zijn al deze gegevens terug te vinden. Zowel het totaal aantal deelnemers, het
aantal gestopte deelnemers en het aantal niet gestopte deelnemers worden weergegeven,
plus de gemiddeldes en de standaarddeviaties.
5
Onderzoeksresultaten
In onderstaande tabel zijn van de genoemde groepen de gemiddelde scores per item
opgenomen.
gestopt reden stoppen
Item AMN test totaal niet wel niveau Persoonlijk keuze
Capaciteit/Kunnen 3,25 3,25 3,26 2,71 3,33 3,27
Leerintelligentie 3,47 3,47 3,42 2,99 3,45 3,49
Numerieke aanleg 3,51 3,52 3,43 3,05 3,42 3,52
Berekeningen 3,38 3,38 3,41 2,94 3,56 3,42
Berekeningen 1 3,19 3,20 3,18 2,70 2,98 3,09
Bewerkingen 3,26 3,28 3,12 2,95 3,25 3,29
Bewerkingen 1 3,11 3,16 2,92 3,00 2,74 3,33
Cijfers N1/N2 3,38 3,39 3,33 2,94 3,26 3,35
Cijfers N3/N4 3,45 3,44 3,54 3,03 3,53 3,57
Verbale aanleg 3,14 3,14 3,19 2,84 3,23 3,17
Tekst 1 3,18 3,20 3,06 2,76 3,04 3,29
Woorden 3,13 3,11 3,26 2,88 3,35 3,13
Logisch redeneren 3,12 3,12 3,13 2,74 3,20 3,13
Redeneer vermogen 3,11 3,11 3,13 2,91 3,20 3,05
Figuren N1/N2 3,08 3,07 3,10 2,81 3,16 3,00
Figuren N3/N4 3,08 3,08 3,12 3,13 3,30 3,02
Evaluatie vermogen 3,04 3,04 3,06 2,76 3,12 3,12
Verschillen N1/N2 2,95 2,95 3,01 2,77 3,06 2,98
Verschillen N3/N4 3,05 3,04 3,18 2,75 3,29 3,12
Ruimtelijk inzicht 3,15 3,14 3,20 2,68 3,24 3,19
Componenten 3,15 3,14 3,22 2,63 3,23 3,18
Spiegelbeelden 2,97 2,98 2,91 2,85 3,15 3,00
Persoonlijkheid/Willen 3,00 3,00 3,01 3,16 3,01 3,02
Inzet 3,29 3,29 3,34 3,25 3,38 3,40
Consciëntieus/ordelijk 2,98 2,99 2,94 3,08 2,88 2,93
Mate van begeleiding 3,07 3,06 3,08 2,87 3,13 3,03
Hoop op succes 3,20 3,19 3,29 3,21 3,31 3,25
Angst voor falen 3,04 3,05 2,98 2,86 3,09 2,98
Behoefte aan persoonlijke stimulering
3,17 3,18 3,11 2,84 3,09 3,19
Enthousiasme 3,18 3,18 3,21 3,01 3,23 3,18
Degelijkheid 3,04 3,04 3,04 3,12 3,00 3,00
Stabiel 2,98 2,98 3,00 3,22 2,91 2,97
Extravert 3,04 3,04 3,03 3,11 3,12 3,15
Altruïsme 3,07 3,07 3,08 3,16 3,23 3,11
Zorgvuldig 2,93 2,94 2,84 2,86 2,80 2,86
Open 2,95 2,95 2,96 2,82 2,94 2,96
6
In de volgende tabel worden de verschillen weergegeven van de scores van de gestopte
deelnemers met de scores van de totale populatie. Wanneer de score geel gearceerd is, is
de betreffende score significant lager dan de score van de totale populatie. Bij een groene
arcering is de score van de betreffende groep significant hoger dan de score van de totale
populatie. Het feit dat een vergelijkbaar, of soms zelfs hoger, verschil de ene keer wel
significant is en een andere keer niet heeft te maken met het aantal deelnemers op dat
onderdeel.
reden stoppen
Item AMN test gestopt niveau persoonlijk keuze
Capaciteit/Kunnen 0,01 -0,54 0,08 0,02
Leerintelligentie -0,05 -0,48 -0,02 0,02
Numerieke aanleg -0,08 -0,46 -0,09 0,01
Berekeningen 0,03 -0,44 0,18 0,04
Berekeningen 1 -0,01 -0,49 -0,21 -0,10
Bewerkingen -0,14 -0,31 -0,01 0,03
Bewerkingen 1 -0,19 -0,11 -0,37 0,22
Cijfers N1/N2 -0,05 -0,44 -0,12 -0,03
Cijfers N3/N4 0,09 -0,42 0,08 0,12
Verbale aanleg 0,05 -0,30 0,09 0,03
Tekst 1 -0,12 -0,42 -0,14 0,11
Woorden 0,13 -0,25 0,22 0,00
Logisch redeneren 0,01 -0,38 0,08 0,01
Redeneer vermogen 0,02 -0,20 0,09 -0,06
Figuren N1/N2 0,02 -0,27 0,08 -0,08
Figuren N3/N4 0,04 0,04 0,22 -0,06
Evaluatie vermogen 0,02 -0,28 0,08 0,08
Verschillen N1/N2 0,06 -0,18 0,11 0,03
Verschillen N3/N4 0,13 -0,30 0,24 0,07
Ruimtelijk inzicht 0,05 -0,47 0,09 0,04
Componenten 0,07 -0,52 0,08 0,03
Spiegelbeelden -0,06 -0,12 0,18 0,03
Persoonlijkheid/Willen 0,01 0,16 0,01 0,02
Inzet 0,05 -0,04 0,09 0,11
Consciëntieus/ordelijk -0,04 0,10 -0,10 -0,05
Mate van begeleiding 0,01 -0,20 0,06 -0,04
Hoop op succes 0,09 0,01 0,11 0,05
Angst voor falen -0,06 -0,18 0,05 -0,06
Behoefte aan persoonlijke stimulering
-0,06 -0,33 -0,08 0,02
Enthousiasme 0,03 -0,17 0,05 0,00
Degelijkheid 0,00 0,08 -0,04 -0,04
Stabiel 0,02 0,24 -0,07 -0,01
Extravert -0,01 0,07 0,08 0,11
Altruïsme 0,01 0,09 0,16 0,04
Zorgvuldig -0,09 -0,07 -0,13 -0,07
Open 0,01 -0,13 -0,01 0,01
7
Conclusies en discussie
Voor gestart werd met het onderzoek bestond er uiteraard een idee wat de uitkomst zou
kunnen zijn. Zonder dat daar een theoretische onderbouwing voor is gevonden werd
verondersteld dat:
1. De groep deelnemers die op grond van niveau de opleiding voortijding beëindigden lager
zouden scoren dan de totale populatie op de items bij het onderdeel capaciteit/kunnen.
2. De groep deelnemers die op grond van persoonlijke problemen de opleiding voortijdig
beëindigden slechter zouden scoren op het onderdeel persoonlijkheid/willen.
3. De groep deelnemers die op grond van verkeerde keuze de opleiding voortijdig
beëindigden niet af zouden wijken van de totale populatie.
De eerste vooronderstelling blijkt waar te zijn. Van de 22 items scoort de betreffende groep
gemiddeld op 21 items lager dan de totale populatie. Bij 12 items is het verschil zelfs
significant lager.
De belangrijkste vraag is natuurlijk of de gevonden verschillen iets zeggen over de scores
van een individuele deelnemer. Hierop is het antwoord helaas nee. Dat wordt veroorzaakt
door het feit dat de scores van de AMN intaketest worden weergegeven in een 5 punts-
schaal. Van de 216 scores in de tabel op bladzijde 5 worden 209 scores in een 5 punts-
schaal omgezet in een 3, slechts 7 scores worden omgezet in een 4. Bij het item met het
grootste verschil, 0,54 bij capaciteit/kunnen worden zowel 3,25 als 2,71 omgezet naar een 3.
Op individueel niveau is er dan geen verschil zichtbaar. Bij een veel kleiner verschil,
bijvoorbeeld de scores 3,45 en 3,54 op het item cijfers N3/N4, komt wel een onderscheid
tussen de scores 3 en 4 naar voren.
Aangezien de gevonden verschillen toch aanzienlijk zijn, is uit de groep van 76 deelnemers
die stopten met de opleiding vanwege niveau, een aantal deelnemers geselecteerd. Van
deze deelnemers is per individu de schoolloopbaan onderzocht.
Deze groep van 76 deelnemers bestaat uit 26 deelnemers niveau 2, 32 deelnemers niveau 3
en 18 deelnemers niveau 4. Hiervan zijn 6 deelnemers niveau 2, 7 deelnemers niveau 3 en 5
deelnemers niveau 4 nader onderzocht. Op de volgende bladzijde zijn de opvallendste zaken
opgenomen.
8
Niveau 2
nr.
vooropleiding
eerder gevolgde opleiding binnen Scalda
bijzonderheden
1 geen AKA gestart bij niveau 2, zonder succes, daarna naar AKA, niveau 1 behaald, vervolgens meerdere opleidingen niveau 2 gestart zonder succes
2 praktijkschool
3 geen AKA
4 geen gestart met BBL opleiding, zonder succes, daarna overgestapt op BOL
5 vmbo basis (LWOO)
6 vmbo basis
Niveau 3
nr.
vooropleiding
eerder gevolgde opleiding binnen Scalda
bijzonderheden
1 geen Step2, niveau 2
2 vmbo-k
3 geen BBL niveau 1 en niveau 2 behaald aan ander ROC
4 vmbo basis niveau 2
5 praktijkschool niveau 2
6 vmbo basis niveau 2
7 vmbo basis niveau 2
Niveau 4
nr.
vooropleiding
eerder gevolgde opleiding binnen Scalda
bijzonderheden
1 geen vmbo-k gedaan maar geen diploma
2 vmbo basis niveau 2
3 vmbo basis niveau 2 2 verschillende diploma’s niveau 2 behaald
4 vmbo-t niveau 4 in andere richting
5 vmbo-k niveau 3
9
Bij niveau 2 valt op dat er maar één deelnemer is (nummer 6), bij wie op grond van de
vooropleiding geen extra aandacht besteed zou moeten worden aan de intake. De anderen
hebben onvoldoende vooropleiding en/of komen vanaf het praktijkonderwijs of LWOO en/of
komen via AKA.
Bij niveau 3 zien we dat alleen deelnemer nummer 2 zonder omwegen begonnen is aan de
opleiding, die op grond van niveau voortijdig werd beëindigd. De andere zes volgden eerst
een niveau 2 opleiding (waarvan één binnen een ander ROC) en stroomden daarna door
naar niveau 3.
Ook bij niveau 4 zien we dat vier van de vijf deelnemers al eerder een opleiding binnen
Scalda volgden. De vijfde deelnemer in deze groep (nummer 1) werd toegelaten tot de
betreffende opleiding zonder het diploma van de benodigde vooropleiding te halen.
Samengevat kan gesteld worden dat:
-deelnemers die een opleiding niet behalen vanwege een te laag niveau afwijken van de
totale populatie;
-de AMN intaketest op individueel niveau te weinig differentieert qua scores van deelnemers;
-veruit het grootste gedeelte van de deelnemers die stoppen op grond van niveau vallen in
een bijzondere categorie, ze hebben of te weinig vooropleiding, of ze stromen door vanuit
een lager niveau. Deze laatste groep, dus de doorstromers, zijn al bekend binnen Scalda.
Voor de tweede vooronderstelling, dus dat de groep deelnemers die op grond van
persoonlijke problemen de opleiding voortijdig beëindigden slechter scoren op het onderdeel
persoonlijkheid/willen, wordt geen bewijs gevonden. Op één onderdeel wordt significant
hoger gescoord en op een ander onderdeel significant lager. Bij beide items zijn de
verschillen echter klein (0,16 en 0,13). Op een 5-puntsschaal scoren alle items in alle
groepen een 3, op individueel niveau zijn dus geen verschillen zichtbaar.
In het voorgaande is bij het onderdeel persoonlijkheid/willen bewust gekozen voor de termen
hoger of lager scoren in plaats van beter of slechter. Is het bij het onderdeel
capaciteit/kunnen zo dat een hogere score gezien kan worden als beter, dan is dat bij het
onderdeel persoonlijkheid/willen niet altijd het geval. Bij het item “behoefte aan persoonlijke
stimulering” lijkt een lage score te wijzen op meer intrinsieke motivatie dus zou als beter
gezien kunnen worden dan een hoge score op dit item. Bij andere items is het niet altijd
duidelijk of een hoge score beter of slechter is. “Hoop op succes” bijvoorbeeld klinkt positief,
maar als dat uitmondt in een houding van ik hoef niet veel te doen het komt toch wel goed
dan is het juist negatief. Daarentegen klinkt “angst voor falen” negatief, maar als dat tot
gevolg heeft dat een deelnemer extra zijn best doet dan is het juist weer positief.
Samengevat: vanuit de scores op de AMN intaketest kan niet voorspeld worden of een
deelnemer de opleiding voortijdig zal beëindigen op grond van persoonlijke problemen.
De derde vooronderstelling, dat de groep deelnemers die op grond van verkeerde keuze de
opleiding voortijdig beëindigden niet afwijkt van de totale populatie, kan als waar worden
aangenomen. Er zijn weliswaar drie items waar deze groep significant hoger scoort, maar de
verschillen zijn dermate klein dat ze bij een individuele deelnemer niet zichtbaar zullen zijn.
10
Bij het verwerken van de resultaten kwam nog een opvallend feit naar voren. De deelnemers
aan de AMN intaketest worden verdeeld in twee leeftijdscategorieën, namelijk 16 t/m 20 en
volwassenen. Opvallend is dat in de totale populatie 12,97% volwassen is. In de groep
gestopt vanwege niveau is dat 28,21%, in de groep gestopt vanwege persoonlijke problemen
25,25%. In de groep gestopt vanwege een verkeerde keuze is dat 8,74%. Een verklaring
hiervoor zou kunnen zijn dat in de groep gestopt vanwege niveau, veel deelnemers zitten die
eerst een lager niveau opleiding doorlopen en daarna vastlopen op een hoger niveau. Bij de
groep met persoonlijke problemen zou eenzelfde iets kunnen spelen (niet onderzocht), dus
dat men vastloopt in een bepaalde opleiding en daarna start met een andere opleiding. In
deze groep zitten ook de deelnemers die vaak in verband met persoonlijke problemen langer
doen over een opleiding. Dat in de groep die een verkeerde keuze hebben gedaan het aantal
volwassen laag is zou kunnen komen doordat deelnemers er al voordat ze volwassen zijn
achter komen dat ze een verkeerde keuze hebben gedaan.
Slotconclusie en aanbeveling
Bij het onderdeel persoonlijkheid/willen zijn de verschillen tussen de diverse groepen
dermate klein dat er geen voorspellingen gedaan kunnen worden over het al dan niet
succesvol beëindigen van een opleiding op grond van de scores van de AMN intaketest bij
dat onderdeel.
Bij het onderdeel capaciteit/kunnen zijn er alleen verschillen tussen de groep deelnemers die
gestopt zijn vanwege niveau en de totale populatie. Tussen deelnemers die om andere
redenen stopten en de totale populatie zijn geen significante verschillen waar te nemen. De
verschillen tussen de totale populatie en de groep deelnemers die vanwege niveau stopten
zijn echter op individueel niveau niet meetbaar met de AMN intaketest. Dat wordt
veroorzaakt door het feit dat de AMN intaketest werkt met een 5-puntsschaal.
Bij de deelnemers die op grond van niveau stopten valt op (zie overzicht op blz.8) dat het
hier veelal gaat om deelnemers die onvoldoende vooropleiding hebben of doorstromen van
een lager niveau naar een hoger niveau. De groep doorstromers zijn bekend binnen Scalda
en docenten zouden moeten kunnen voorspellen of doorstromen naar een hoger niveau al
dan niet mogelijk is. Zowel bij toelating van deelnemers zonder voldoende vooropleiding
(vanaf volgend schooljaar in veel gevallen niet meer mogelijk), als in geval van twijfel (bij
doorstromers) lijkt het verstandig om de betreffende deelnemer te testen op niveau. De AMN
intaketest is hiervoor echter niet geschikt aangezien deze te weinig differentieert.
Algemeen kan dan ook gesteld worden dat als het gaat om voorspelbaarheid voor het slagen
van de opleiding het niet zinvol is om de AMN intaketest te gebruiken. In plaats daarvan zou
een andere test gebruikt moeten worden bij deelnemers die zonder voldoende vooropleiding
in willen stromen en bij doorstromers. Bij die laatste categorie zouden in de meeste gevallen
de betreffende docenten voldoende inzicht moeten hebben in de slagingskans. Alleen in
geval van twijfel zou een niveautest afgenomen moeten worden.
11
Begeleidingsadviezen vanuit de AMN intaketest
Hoewel de nieuwe vraag aan het begin van de AMN intaketest, waarbij wordt aangegeven
dat de resultaten van de test door de school gebruikt worden voor de plaatsing en de
deelnemer wordt gevraagd hiermee akkoord te gaan, anders doet vermoeden en ook bekend
is dat de resultaten van de test wel degelijk gebruikt worden bij de selectie, was de test in
eerste instantie daar niet voor bedoeld. De bedoeling was dat de uitkomsten van de test
aanknopingspunten zouden bieden met betrekking tot de begeleiding van de deelnemer.
In dit hoofdstuk worden die begeleidingsadviezen nader bekeken. Hetgeen in dit hoofdstuk
wordt beschreven is minder wetenschappelijk van aard dan de gegevens en de conclusies
uit de vorige hoofdstukken, wel zal zoveel als mogelijk het beschrevene onderbouwd
worden.
Wanneer gekeken wordt naar conclusies of adviezen vanuit een test is eerst en vooral van
belang te bekijken hoe betrouwbaar en valide de test is. Helaas heb ik over de
betrouwbaarheid en de validiteit van de AMN intaketest geen gegevens kunnen vinden.
Op de validiteit, dus in hoeverre meet de test wat de aanbieder van de test beweert dat de
test meet, kan ik hier niet verder ingaan. Dan moeten de uitkomsten van de AMN intaketest
bijvoorbeeld vergeleken kunnen worden met de resultaten van tests, waarvan de validiteit
wel is vast gesteld. Die gegevens heb ik niet, bovendien is een dergelijk onderzoek erg
complex en tijdrovend.
Over de betrouwbaarheid van de test kan wel iets gezegd worden. Betrouwbaarheid houdt in
dat bij een hertest ongeveer dezelfde resultaten naar voren komen als bij de eerdere test.
Nogal wat deelnemers hebben meer dan één keer de AMN test gedaan. Uit die groep zijn de
deelnemers geselecteerd die driemaal de test hebben afgelegd, dat zijn er 58. Een reden
waarom iemand meerdere keren een test aflegt kan zijn dat iemand zich voor meerdere
opleidingen aangemeld heeft of over wil stappen van de ene naar de andere opleiding.
Aangezien de begeleidingsadviezen voornamelijk voortkomen uit het onderdeel
persoonlijkheid/willen zal in dit onderdeel alleen gekeken worden naar de scores van dat
gedeelte van de test.
Van de 58 deelnemers die driemaal de AMN intaketest aflegden, is bekeken in hoeverre de
scores op het onderdeel persoonlijkheid/willen, al dan niet gelijk blijven tijdens die 3
testmomenten. Als de uitslag op een item driemaal hetzelfde is dan geeft dat een positief
beeld ten aanzien van de betrouwbaarheid, zijn er grote verschillen tussen de 3 uitslagen
dan geeft dat een negatief beeld. Ook in dit onderdeel worden de scores weergegeven in
een vijf-puntschaal. Wanneer scores bij een test meer dan één punt afwijken van een
eerdere of latere test kan gesproken worden van een groot verschil.
In de tweede bijlage zijn van die 58 deelnemers de resultaten van de 3 testmomenten
opgenomen. Wanneer driemaal eenzelfde score op een item is gescoord zijn deze scores
geel gearceerd. Indien er tussen de scores op hetzelfde testonderdeel meer dan één punt
verschil zit zijn deze scores blauw gearceerd.
12
In totaal zijn 58 deelnemers driemaal op 14 items getest, en zijn er dus 812 onderdelen
driemaal getest. Van die 812 onderdelen zijn 161 maal de scores gelijk (dus geel gearceerd),
259 maal wijken de scores meer dan één punt af (zijn dus blauw gearceerd). Het aantal
malen dat scores meer dan één punt van elkaar verschillen komt dus aanzienlijk vaker voor
dan dat driemaal dezelfde score op een item wordt behaald. Hieruit kan de conclusie
getrokken worden dat de betrouwbaarheid van de test (althans met betrekking tot het
onderdeel persoonlijkheid/willen) nogal te wensen overlaat.
Tot slot heb ik gekeken hoe specifiek en waardevol de begeleidingsadviezen zijn die uit de
resultaten van de AMN intaketest naar voren komen. Ik realiseer me dat de beoordeling van
die adviezen subjectief is.
Van 20 deelnemers zijn de begeleidingsadviezen letterlijk overgenomen in de derde bijlage.
Deze deelnemers hebben als overeenkomst dat ze allemaal ingeschreven staan op de
locatie Edisonweg, verder zijn ze willekeurig gekozen.
Wanneer de 20 adviezen worden doorgelezen dan blijkt dat bij 6 deelnemers het advies is
dat er geen behoefte is aan een uitgesproken begeleidingsstijl. Bij 12 van de 14 die dan nog
overblijven komt de zin voor: “Moet als het ware via volwassen en daadwerkelijk overleg
gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van eigen (cognitieve)
capaciteiten.” Ook de zin “Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting
op het waarom van te leren stof en te ondernemen acties”, komt in diezelfde 12 adviezen
telkens voor. Volgens de AMN intaketest zouden 6 van de 20 deelnemers dus geen behoefte
hebben aan een uitgesproken begeleidingsstijl en 12 van de 14 die dan nog overblijven
behoefte hebben aan een nagenoeg gelijke begeleidingsstijl. Dat de adviezen zijn
opgebouwd uit een aantal “open deuren” als “volwassen en daadwerkelijk overleg” en
“toelichting op het waarom van te leren stof en te ondernemen acties”, maken voor mij de
adviezen niet echt zinvol. Het lijkt mij althans erg onwaarschijnlijk dat een docent zal vinden
dat hij een deelnemer van rond de 16 jaar op een kinderlijke manier moet benaderen. Ook
zullen de meeste docenten weten dat het voor het leerproces beter is dat een deelnemer
weet waarom hij iets moet leren.
13
Samenvatting
In het eerste gedeelte van dit onderzoek is gekeken in hoeverre deelnemers die een
opleiding niet afronden afwijken qua scores op de AMN intaketest van deelnemers die wel
een diploma haalden. Vanuit de groep deelnemers die geen diploma haalden zijn drie
groepen geselecteerd die om een specifieke reden stopten, dat waren:
-deelnemers die stopten omdat het niveau van de opleiding te hoog was, dat waren er 76;
-deelnemers die om persoonlijke redenen stopten, dat waren er 304;
-deelnemers die stopten vanwege een verkeerde keuze van opleiding, dat waren er 709.
Bij de eerste groep werden significante verschillen gevonden. Deze deelnemers scoorden op
12 van de 22 items significant lager dan de totale groep van ongeveer 12.000 deelnemers.
Op individueel niveau zijn deze verschillen echter niet meetbaar met de AMN intaketest. Bij
een nadere beschouwing van deze groep deelnemers bleek het vooral te gaan om
deelnemers die, of zonder voldoende vooropleiding begonnen aan een opleiding, of
doorstroomden van een lager niveau opleiding naar een hoger niveau (bijvoorbeeld van
niveau 2 naar niveau 3).
Bij de groepen die om persoonlijke redenen stopten en bij de deelnemers die vanwege een
verkeerde keuze van opleiding stopten, werden geen significante meetbare verschillen
gevonden.
Uit dit gedeelte van het onderzoek kan de conclusie getrokken worden dat de AMN
intaketest geen voorspellende waarde heeft voor het al dan niet behalen van een diploma en
dan ook niet gebruikt mag worden als selectie-instrument.
In het tweede, meer subjectieve, gedeelte wordt gekeken naar de betrouwbaarheid van de
begeleidingsadviezen en de waarde die aan die adviezen kan worden toegekend. Vanwege
de verschillen die gevonden werden wanneer een deelnemer de test driemaal aflegde (dat
waren er 58), werd geconcludeerd dat de betrouwbaarheid van de AMN intaketest te wensen
overlaat. Bij 20 deelnemers werd naar de letterlijke adviezen gekeken. Aangezien vaak exact
dezelfde tekst gebruikt wordt en de adviezen veelal bestaan uit algemeenheden, werd de
conclusie getrokken dat de adviezen te algemeen zijn om waardevol te kunnen zijn.
De algemene conclusie is dan ook dat de AMN intaketest niet gebruikt kan worden voor
plaatsing van de deelnemers en dat de begeleidingsadviezen weinig zinvol zijn. Aanbeveling
is dan ook te stoppen met het afnemen van de AMN intaketest. Wel lijkt het zinvol
deelnemers die een beroepsopleiding op een bepaald niveau hebben behaald niet
automatisch door te laten stromen naar een hoger niveau, maar eerst te bepalen of zij dat
niveau aankunnen. Het gebruik van een valide en betrouwbare niveautest zal dan zeker
waardevol kunnen zijn.
14
Bijlagen
15
Bijlage 1
Cap
acit
eit
/ K
un
ne
n
Leer
inte
llige
nti
e
Nu
mer
ieke
aan
leg
Ber
eke
nin
gen
Ber
eke
nin
gen
1
Bew
erk
inge
n
Bew
erk
inge
n 1
Cij
fers
N1
/N2
Cij
fers
N3
/N4
Ve
rbal
e a
anle
g
Teks
t 1
Wo
ord
en
Totaal aantal 11912 11899 11898 6032 1624 1991 308 6965 6033 11869 3063 8810
gemiddelde 3,25 3,47 3,51 3,38 3,19 3,26 3,11 3,38 3,45 3,14 3,18 3,13
standaarddev. 0,99 0,92 0,95 1,06 1,12 0,97 0,89 0,95 1,07 0,97 0,99 0,96
niet gestopt aantal 10811 10799 10798 5664 1445 1775 242 6219 5686 10773 2638 8138
gemiddelde 3,25 3,47 3,52 3,38 3,20 3,28 3,16 3,39 3,44 3,14 3,20 3,11
gestopt aantal 1101 1100 1100 368 179 216 66 746 347 1096 425 672
gemiddelde 3,26 3,42 3,43 3,41 3,18 3,12 2,92 3,33 3,54 3,19 3,06 3,26
verschil gem. gestopt met totaal 0,01 -0,05 -0,08 0,03 -0,01 -0,14 -0,19 -0,05 0,09 0,05 -0,12 0,13
Reden stoppen Niveau aantal 76 76 76 18 10 21 5 53 29 76 25 51
gemiddelde 2,71 2,99 3,05 2,94 2,70 2,95 3,00 2,94 3,03 2,84 2,76 2,88
verschil met totaal -0,54 -0,48 -0,46 -0,44 -0,49 -0,31 -0,11 -0,44 -0,42 -0,30 -0,42 -0,25
Persoonlijke aantal 304 304 304 94 45 48 19 210 100 304 121 183
redenen gemiddelde 3,33 3,45 3,42 3,56 2,98 3,25 2,74 3,26 3,53 3,23 3,04 3,35
verschil met totaal 0,08 -0,02 -0,09 0,18 -0,21 -0,01 -0,37 -0,12 0,08 0,09 -0,14 0,22
Verkeerde keus aantal 709 709 709 355 56 170 24 439 342 707 146 561
opleiding gemiddelde 3,27 3,49 3,52 3,42 3,09 3,29 3,33 3,35 3,57 3,17 3,29 3,13
verschil met totaal 0,02 0,02 0,01 0,04 -0,10 0,03 0,22 -0,03 0,12 0,03 0,11 0,00
16
Logi
sch
re
de
ner
en
Re
de
ne
er
verm
oge
n
Figu
ren
N1
/N2
Figu
ren
N3
/N4
Eval
uat
ie v
erm
oge
n
Ve
rsch
ille
n N
1/N
2
Ve
rsch
ille
n N
3/N
4
Ru
imte
lijk
inzi
cht
Co
mp
on
en
ten
Spie
gelb
ee
lden
Totaal aantal 11908 11880 8459 7084 11883 8464 7090 11140 10503 1712
gemiddelde 3,12 3,11 3,08 3,08 3,04 2,95 3,05 3,15 3,15 2,97
standaarddev. 1,06 1,00 1,02 0,99 1,23 1,19 1,29 0,99 0,99 1,08
niet gestopt aantal 10807 10783 7530 6622 10785 7534 6626 10170 9600 1539
gemiddelde 3,12 3,11 3,07 3,08 3,04 2,95 3,04 3,14 3,14 2,98
gestopt aantal 1101 1097 929 462 1098 930 464 970 903 173
gemiddelde 3,13 3,13 3,10 3,12 3,06 3,01 3,18 3,20 3,22 2,91
verschil gem. gestopt met totaal 0,01 0,02 0,02 0,04 0,02 0,06 0,13 0,05 0,07 -0,06
Reden stoppen Niveau aantal 76 76 62 32 75 61 32 69 62 13
gemiddelde 2,74 2,91 2,81 3,13 2,76 2,77 2,75 2,68 2,63 2,85
verschil met totaal -0,38 -0,20 -0,27 0,04 -0,28 -0,18 -0,30 -0,47 -0,52 -0,12
Persoonlijke aantal 304 303 262 131 304 263 132 272 257 53
redenen gemiddelde 3,20 3,20 3,16 3,30 3,12 3,06 3,29 3,24 3,23 3,15
verschil met totaal 0,08 0,09 0,08 0,22 0,08 0,11 0,24 0,09 0,08 0,18
Verkeerde keus aantal 709 707 532 423 709 534 425 615 582 56
opleiding gemiddelde 3,13 3,05 3,00 3,02 3,12 2,98 3,12 3,19 3,18 3,00
verschil met totaal 0,01 -0,06 -0,08 -0,06 0,08 0,03 0,07 0,04 0,03 0,03
17
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
illen
Inze
t
Co
nsc
iën
tie
us
/ o
rde
lijk
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cce
s
An
gst
voo
r fa
len
Be
ho
eft
e a
an p
erso
on
lijke
st
imu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khe
id
Totaal aantal 11891 11901 11901 11891 11900 11900 11843 11888 11888
gemiddelde 3,00 3,29 2,98 3,07 3,20 3,04 3,17 3,18 3,04
standaarddev. 1,08 0,85 1,01 1,06 1,15 1,01 1,05 1,07 1,01
niet gestopt aantal 10790 10800 10800 10790 10800 10800 10744 10790 10790
gemiddelde 3,00 3,29 2,99 3,06 3,19 3,05 3,18 3,18 3,04
gestopt aantal 1101 1101 1101 1101 1100 1100 1099 1098 1098
gemiddelde 3,01 3,34 2,94 3,08 3,29 2,98 3,11 3,21 3,04
verschil gem. gestopt met totaal 0,01 0,05 -0,04 0,01 0,09 -0,06 -0,06 0,03 0,00
Reden stoppen Niveau aantal 76 76 76 76 76 76 76 75 75
gemiddelde 3,16 3,25 3,08 2,87 3,21 2,86 2,84 3,01 3,12
verschil met totaal 0,16 -0,04 0,10 -0,20 0,01 -0,18 -0,33 -0,17 0,08
Persoonlijke aantal 304 304 304 304 304 304 304 304 304
redenen gemiddelde 3,01 3,38 2,88 3,13 3,31 3,09 3,09 3,23 3,00
verschil met totaal 0,01 0,09 -0,10 0,06 0,11 0,05 -0,08 0,05 -0,04
Verkeerde keus aantal 709 709 709 709 707 707 702 708 708
opleiding gemiddelde 3,02 3,40 2,93 3,03 3,25 2,98 3,19 3,18 3,00
verschil met totaal 0,02 0,11 -0,05 -0,04 0,05 -0,06 0,02 0,00 -0,04
18
Stab
iel
Extr
ave
rt
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
Totaal aantal 11892 11892 11835 11892 11892
gemiddelde 2,98 3,04 3,07 2,93 2,95
standaarddev. 1,07 1,09 1,00 1,06 1,08
niet gestopt aantal 10791 10791 10735 10791 10791
gemiddelde 2,98 3,04 3,07 2,94 2,95
gestopt aantal 1101 1101 1100 1101 1101
gemiddelde 3,00 3,03 3,08 2,84 2,96
verschil gem. gestopt met totaal 0,02 -0,01 0,01 -0,09 0,01
Reden stoppen Niveau aantal 76 76 76 76 76
gemiddelde 3,22 3,11 3,16 2,86 2,82
verschil met totaal 0,24 0,07 0,09 -0,07 -0,13
Persoonlijke aantal 304 304 304 304 304
redenen gemiddelde 2,91 3,12 3,23 2,80 2,94
verschil met totaal -0,07 0,08 0,16 -0,13 -0,01
Verkeerde keus aantal 709 709 704 709 709
opleiding gemiddelde 2,97 3,15 3,11 2,86 2,96
verschil met totaal -0,01 0,11 0,04 -0,07 0,01
19
Bijlage 2
Overzicht deelnemers die driemaal de AMN test gemaakt hebben.
Indien driemaal dezelfde score op een onderdeel is behaald zijn die scores geel gearceerd.
Indien er tussen de scores op hetzelfde testonderdeel meer dan één punt verschil zit zijn deze scores
blauw gearceerd.
20
Per
soo
nlij
khei
d /
Will
en
Inze
t
Co
nsc
iën
tieu
s /
ord
elij
k
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Beh
oef
te a
an p
erso
on
lijke
sti
mu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khei
d
Stab
iel
Extr
aver
t
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
1 1 3 1 4 2 5 2 2 2 1 3 3 2 1
3 4 1 4 2 5 2 4 2 1 4 5 2 2
2 2 2 4 3 4 1 1 3 1 3 3 2 2
2 2 3 2 4 5 5 3 2 3 2 3 5 2 1
5 3 5 1 4 1 2 1 5 4 5 4 4 1
2 3 1 4 3 3 1 3 1 1 3 3 1 2
3 2 4 1 4 2 3 3 4 2 2 3 3 1 3
3 4 3 4 4 3 4 4 3 2 3 4 3 4
2 3 2 4 3 2 5 3 2 3 3 2 2 2
4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 3 3
5 3 5 1 4 1 2 1 3 5 4 4 5 5
5 3 5 1 4 2 3 2 4 5 3 3 5 4
5 4 5 3 3 5 3 3 4 4 1 5 5 4 3
5 5 3 2 3 4 2 4 4 2 5 5 4 5
4 3 4 2 5 2 3 3 4 2 3 5 5 2
6 2 4 2 4 3 3 5 4 2 3 3 2 2 2
3 4 3 4 3 2 5 4 4 2 4 3 2 5
3 4 2 4 5 2 5 4 2 2 4 5 2 4
7 1 3 2 5 3 5 5 4 3 2 2 2 2 1
2 4 2 4 2 5 3 4 2 2 3 3 3 1
3 4 3 4 2 5 3 4 3 3 3 3 3 1
8 2 4 1 4 2 4 2 5 1 1 3 2 1 2
3 4 3 3 3 3 3 4 2 3 4 1 3 2
1 3 2 5 2 5 4 3 2 2 3 2 2 2
9 3 3 3 3 4 2 3 3 3 3 3 3 3 3
5 3 4 2 5 2 3 2 4 4 4 5 4 5
4 4 3 3 5 3 3 3 3 3 4 4 3 4
21
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
illen
Inze
t
Co
nsc
iën
tieu
s /
ord
elij
k
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Beh
oef
te a
an p
erso
on
lijke
sti
mu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khei
d
Stab
iel
Extr
aver
t
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
10 3 4 3 4 5 4 4 4 5 3 3 4 2 3
3 3 4 4 5 4 4 3 5 3 2 4 4 5
3 3 4 4 4 4 4 4 5 3 1 5 3 4
11 3 4 3 4 2 3 5 4 4 3 3 2 3 4
3 4 2 3 2 2 3 4 2 3 3 1 2 2
3 3 3 3 4 2 4 3 2 4 2 3 2 2
12 2 3 3 4 4 5 4 3 3 3 2 2 4 4
2 3 3 4 3 4 4 4 3 3 2 2 3 3
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 3 3 3
13 3 4 1 4 3 3 4 5 2 2 3 5 1 3
2 3 2 4 4 3 5 2 3 2 4 4 1 4
2 4 2 5 4 4 5 5 3 2 3 4 1 4
14 4 4 3 2 5 2 3 3 3 3 4 4 3 4
3 4 3 3 4 3 3 4 3 2 3 5 3 2
2 3 1 4 3 3 2 4 1 2 2 3 1 1
15 2 4 1 4 2 3 3 4 1 3 3 3 1 3
4 4 2 2 2 1 2 3 1 5 4 3 1 3
4 5 2 2 1 1 3 5 1 4 4 3 1 3
16 3 4 3 3 2 2 3 4 3 3 4 3 2 3
3 3 2 3 2 3 2 3 2 3 3 3 2 2
3 3 3 3 3 2 4 2 3 3 4 3 3 2
17 4 5 3 3 3 4 4 4 3 3 5 3 3 3
2 4 2 4 3 4 4 4 2 2 4 3 2 3
2 4 1 4 3 3 4 4 2 2 4 3 1 3
18 5 4 5 1 5 2 3 3 5 5 5 5 5 5
5 4 4 2 5 2 3 4 4 3 4 5 4 5
5 3 5 1 4 2 3 2 5 4 4 4 5 5
22
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
illen
Inze
t
Co
nsc
iën
tieu
s /
ord
elij
k
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Beh
oef
te a
an p
erso
on
lijke
sti
mu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khei
d
Stab
iel
Extr
aver
t
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
19 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
2 2 3 3 4 3 4 1 3 3 3 3 3 3
3 3 3 3 3 2 5 2 3 3 3 3 3 2
20 4 5 2 3 4 2 3 5 2 2 4 4 3 4
3 4 2 3 4 2 3 4 2 3 3 3 2 3
3 4 2 4 4 2 4 5 3 3 3 4 1 3
21 3 5 2 3 1 4 2 5 2 3 4 3 1 4
2 4 1 4 1 4 3 5 1 3 3 1 1 2
2 3 2 4 2 4 3 4 2 3 2 1 2 2
22 4 4 4 3 4 2 3 5 5 3 3 3 3 5
5 5 4 2 3 2 2 5 4 4 4 3 3 5
3 4 3 3 3 3 3 5 3 3 3 2 2 5
23 3 4 3 3 4 2 5 5 4 3 3 4 3 3
2 4 2 5 3 3 5 5 4 2 3 4 1 3
3 3 3 4 5 2 5 3 5 2 3 4 3 5
24 1 4 1 5 2 5 3 5 2 2 2 3 1 3
2 4 1 4 2 4 3 3 1 1 4 4 1 1
2 4 1 4 2 3 3 4 1 1 4 3 1 1
25 5 4 4 2 5 2 4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 3 5 2 4 3 5 2 4 4 4 5
5 3 5 1 5 1 5 1 5 5 5 5 5 5
26 5 3 5 1 5 1 4 2 4 4 5 4 5 5
5 4 4 2 5 2 3 3 4 5 4 5 3 4
5 3 5 1 5 2 3 2 4 4 4 5 5 4
27 2 3 3 4 2 3 4 3 2 3 2 3 3 1
3 3 2 3 1 2 2 3 2 3 3 3 2 1
4 3 3 2 1 2 1 3 2 4 3 4 2 1
23
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
illen
Inze
t
Co
nsc
iën
tieu
s /
ord
elij
k
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Beh
oef
te a
an p
erso
on
lijke
sti
mu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khei
d
Stab
iel
Extr
aver
t
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
28 3 4 3 3 4 3 5 4 3 3 4 4 3 4 3 3 3 3 2 3 3 3 3 3 3 3 2 3 5 3 4 1 3 1 1 1 4 5 4 4 2 4 29 3 3 3 3 3 3 3 4 4 2 2 4 4 3 1 1 3 5 1 5 3 2 4 1 1 4 4 1 3 1 5 3 4 3 4 1 5 3 2 5 5 2 30 5 4 5 1 5 3 2 4 5 4 4 4 5 5 5 4 5 1 5 2 2 4 5 5 4 4 5 5 3 1 4 3 3 3 2 2 3 4 1 3 4 4 31 3 4 3 4 3 3 5 4 3 2 3 4 3 2 4 4 4 3 4 3 5 4 3 5 4 4 3 3 3 4 2 4 4 3 4 5 2 3 3 4 2 1 32 4 4 4 3 3 4 4 3 3 3 4 3 5 4 3 3 4 3 3 4 4 2 4 3 4 3 4 4 5 2 5 1 3 3 1 1 3 5 3 4 5 2 33 4 5 2 2 2 1 2 4 3 3 5 4 1 4 5 4 4 1 5 1 1 2 3 5 5 5 3 2 4 4 3 2 3 1 3 3 3 5 5 4 1 3 34 3 3 3 3 3 3 4 2 3 4 3 4 2 3 3 3 3 3 3 2 4 3 2 4 2 3 2 3 3 3 3 4 3 3 4 3 2 4 2 4 2 2 35 2 3 2 4 2 4 2 3 3 1 2 3 3 3 3 3 3 3 4 3 3 2 3 3 3 3 3 3 1 2 2 5 3 5 2 3 3 1 1 3 3 4 36 5 4 4 1 5 1 3 3 4 5 5 4 3 4 4 4 3 2 4 3 4 3 3 4 5 5 3 4 3 5 2 3 4 3 5 5 2 3 5 4 2 2
24
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
illen
Inze
t
Co
nsc
iën
tieu
s /
ord
elij
k
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Beh
oef
te a
an p
erso
on
lijke
sti
mu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khei
d
Stab
iel
Extr
aver
t
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
37 5 4 3 1 3 1 3 3 3 4 5 3 3 3 3 4 3 3 4 3 3 3 3 3 4 3 3 3 4 4 3 2 3 2 3 3 3 4 4 3 3 3 38 5 3 5 2 4 2 3 2 5 4 4 3 4 4 5 3 5 1 5 2 3 1 5 4 5 3 4 4 5 3 5 1 4 1 2 2 5 5 4 5 5 5 39 4 4 4 2 3 2 3 3 4 3 4 3 4 4 4 2 4 2 3 2 3 1 4 4 3 3 4 3 5 3 5 1 4 2 2 1 4 4 4 4 5 4 40 3 4 2 4 3 5 3 3 3 1 4 4 3 3 3 4 2 4 2 5 2 4 3 1 4 4 3 3 3 3 3 4 3 5 3 2 4 1 4 4 3 5 41 3 4 2 3 3 3 2 3 2 2 5 3 2 2 4 4 3 2 4 3 2 2 4 3 5 5 3 4 4 4 3 2 4 2 2 2 3 3 5 3 3 3 42 3 4 1 3 1 2 2 4 1 2 4 1 2 1 2 4 1 4 1 3 3 4 1 1 4 1 2 1 2 4 2 3 2 4 3 4 1 4 3 1 2 1 43 3 3 3 3 3 5 3 2 3 4 3 3 3 1 4 2 5 2 3 4 2 1 4 4 3 3 5 2 3 4 3 3 3 3 4 4 3 2 3 4 5 3 44 4 5 3 3 3 4 4 5 3 3 5 4 2 4 3 5 1 4 3 4 3 5 2 2 4 3 1 3 2 5 1 4 2 4 3 5 1 1 4 5 1 2 45 1 4 1 5 3 5 2 4 1 1 3 2 1 2 2 4 1 4 4 4 3 4 2 1 4 3 1 3 3 3 3 4 5 3 3 4 4 2 2 4 3 5
25
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
illen
Inze
t
Co
nsc
iën
tieu
s /
ord
elij
k
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Beh
oef
te a
an p
erso
on
lijke
sti
mu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khei
d
Stab
iel
Extr
aver
t
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
46 2 4 2 5 4 4 5 5 3 2 3 2 2 2
2 3 3 4 2 3 4 4 2 3 2 1 3 1
4 5 3 2 5 3 3 4 3 3 5 4 3 4
47 3 4 3 3 3 3 4 4 3 3 3 2 3 3
3 4 2 4 2 3 4 4 2 3 3 3 2 2
3 4 3 3 3 3 4 4 2 3 3 2 3 3
48 4 4 3 2 2 2 2 3 3 3 4 3 3 3
4 4 3 2 2 3 2 3 3 3 4 3 3 3
3 3 3 3 2 3 3 2 3 3 4 3 3 2
49 4 3 3 2 3 2 3 4 3 3 3 4 3 4
3 2 3 3 4 2 4 3 3 4 1 3 3 3
3 2 3 2 3 2 2 2 3 4 2 4 3 4
50 4 3 4 2 5 1 5 2 3 5 3 5 4 3
4 2 4 2 3 2 3 2 3 5 2 4 4 2
3 2 3 3 4 3 4 2 3 4 2 4 3 2
51 3 3 4 3 2 4 1 3 5 2 2 3 4 2
1 1 3 4 1 5 1 2 3 1 1 2 4 1
1 3 2 5 3 5 2 4 2 1 1 2 3 1
52 3 1 5 3 4 3 3 2 5 3 1 4 5 3
5 2 5 1 3 2 2 1 4 5 3 3 5 4
2 1 4 3 1 3 2 1 3 4 1 1 4 1
53 3 3 4 2 3 4 2 3 4 3 3 3 4 4
3 4 3 3 4 4 3 3 4 2 4 3 3 4
4 4 4 3 3 3 3 4 5 4 3 5 3 5
54 2 3 3 4 2 4 3 3 3 2 2 2 3 2
1 3 1 5 2 4 3 4 1 2 2 3 1 1
1 3 1 5 2 5 3 3 2 2 2 5 1 1
26
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
illen
Inze
t
Co
nsc
iën
tieu
s /
ord
elij
k
Mat
e v
an b
egel
eid
ing
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Beh
oef
te a
an p
erso
on
lijke
sti
mu
leri
ng
Enth
ou
sias
me
De
gelij
khei
d
Stab
iel
Extr
aver
t
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
55 5 4 5 1 4 2 2 3 5 4 5 1 5 3
3 4 3 3 2 3 3 4 3 2 3 2 3 3
2 4 2 4 3 3 3 4 3 1 3 1 3 1
56 1 1 3 5 4 3 5 2 3 2 1 1 3 2
4 3 4 3 5 3 4 1 5 1 5 5 5 2
3 4 4 2 4 3 2 4 4 2 3 1 5 3
57 4 4 3 2 1 2 3 3 2 5 4 3 2 2
3 3 2 3 3 2 2 3 2 4 3 2 1 2
3 3 2 3 2 3 2 2 1 4 3 2 2 1
58 4 4 4 3 5 3 3 4 5 2 4 4 4 5
3 4 2 4 4 5 3 4 3 1 4 3 3 4
3 5 2 3 4 4 2 5 3 1 4 4 3 3
27
Bijlage 3 Van 20 deelnemers de geadviseerde begeleidingsstijl vanuit de AMN Intaketest 1 Overleggen / op afstand begeleiden: Behoeft qua begeleiding aanmoediging, maar vooral toelichting op het 'waarom' van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat zij het nut ervan geaccepteerd heeft. Moet als het ware via 'volwassen' overleg geleid worden tot het gericht willen gebruiken van de eigen (cognitieve) capaciteiten. 2 Gemixte begeleidingsstijl: Heeft geen behoefte aan een uitgesproken begeleidingsstijl. Blijft gemotiveerd wanneer hij 'fatsoenlijke' en attente begeleiding ondervindt en kan werken via redelijk geplande werkmethoden en redelijk gestructureerd werkmateriaal 3 Ondersteunen: Behoeft qua begeleiding extra aandacht voor kennisoverdracht en opdrachten die niets aan duidelijkheid te raden overlaten, waarbij steeds stimulering gegeven moet worden tot het stellen van vragen en steeds aandacht gegeven moet worden aan het creëren van een niet-bedreigend, open en communicatiefleerklimaat. Moet als het ware voortdurend overtuigd worden van het eigen kunnen (... dat vergelijkenderwijs bescheiden is!) 4 Overleggen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het waarom van te
leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen
gemotiveerd worden, op voorwaarde dat zij er het nut van geaccepteerd heeft. Moet als het ware via
volwassen en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van eigen
(cognitieve) capaciteiten.
5 Overleggen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het waarom van te
leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen
gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij er het nut van geaccepteerd heeft. Moet als het ware via
volwassen en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van eigen
(cognitieve) capaciteiten.
6 Overleggen/sturen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het waarom van
te leren stof en te ondernemen acties. Zal door duidelijke, goed gestructureerde werkmethoden en dito
werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij er het nut van geaccepteerd heeft. Moet als
het ware via volwassen en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen
gebruiken van eigen (cognitieve) capaciteiten.
7 Gemixte begeleidingsstijl: Heeft geen behoefte aan een uitgesproken begeleidingsstijl. Blijft gemotiveerd
wanneer hij 'fatsoenlijke' en attente begeleiding ondervindt en kan werken via redelijk geplande
werkmethoden en redelijk gestructureerd werkmateriaal.
8 Begeleiden (op afstand/afstandelijk): Behoeft qua begeleding - buiten blijken van waardering en
appreciatie – vergelijkenderwijs weinig controle en/of stimulering van docent. Zal uitdagende
werkmethoden en dito werkmateriaal nodig hebben om gemotiveerd te blijven.
9 Overleggen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het waarom van te
leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen
gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij er het nut van geaccepteerd heeft. Moet als het ware via
volwassen en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van eigen
(cognitieve) capaciteiten.
10 Gemixte begeleidingsstijl: Heeft geen behoefte aan een uitgesproken begeleidingsstijl. Blijft
gemotiveerd wanneer hij 'fatsoenlijke' en attente begeleiding ondervindt en kan werken via redelijk
geplande werkmethoden en redelijk gestructureerd werkmateriaal.
28
11 Gemixte begeleidingsstijl: Heeft geen behoefte aan een uitgesproken begeleidingsstijl. Blijft gemotiveerd
wanneer hij 'fatsoenlijke' en attente begeleiding ondervindt en kan werken via redelijk geplande
werkmethoden en redelijk gestructureerd werkmateriaal.
12 Gemixte begeleidingsstijl: Heeft geen behoefte aan een uitgesproken begeleidingsstijl. Blijft gemotiveerd wanneer zij 'fatsoenlijke' en attente begeleiding ondervindt en kan werken via redelijk geplande werkmethoden en redelijk gestructureerd werkmateriaal. 13 Overleggen / sturen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het 'waarom'
van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door duidelijke, goed gestructureerde werkmethoden en dito
werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij er het nut ervan geaccepteerd heeft. Moet als
het ware via 'volwassen' en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen
gebruiken van de eigen (cognitieve) capaciteiten.
14 Overleggen / op afstand begeleiden: Behoeft qua begeleiding aanmoediging, maar vooral toelichting op het 'waarom' van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat zij het nut ervan geaccepteerd heeft. Moet als het ware via 'volwassen' overleg geleid worden tot het gericht willen gebruiken van de eigen (cognitieve) capaciteiten 15 Gemixte begeleidingsstijl: Heeft geen behoefte aan een uitgesproken begeleidingsstijl. Blijft gemotiveerd wanneer hij 'fatsoenlijke' en attente begeleiding ondervindt en kan werken via redelijk geplande werkmethoden en redelijk gestructureerd werkmateriaal. 16 Overleggen / op afstand begeleiden: Behoeft qua begeleiding aanmoediging, maar vooral toelichting op het 'waarom' van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij het nut ervan geaccepteerd heeft. Moet als het ware via 'volwassen' overleg geleid worden tot het gericht willen gebruiken van de eigen (cognitieve) capaciteiten 17 Overleggen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het waarom van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat zij er het nut van geaccepteerd heeft. Moet als het ware via volwassen en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van eigen (cognitieve) capaciteiten. 18 Overleggen / sturen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het 'waarom' van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door duidelijke, goed gestructureerde werkmethoden en dito werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij er het nut ervan geaccepteerd heeft. Moet als het ware via 'volwassen' en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van de eigen (cognitieve) capaciteiten 19 Overleggen / sturen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het 'waarom' van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door duidelijke, goed gestructureerde werkmethoden en dito werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij er het nut ervan geaccepteerd heeft. Moet als het ware via 'volwassen' en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van de eigen (cognitieve) capaciteiten 20 Overleggen: Behoeft qua begeleiding veel aanmoediging en vooral toelichting op het waarom van te leren stof en te ondernemen acties. Zal door uitdagende werkmethoden en dito werkmaterialen gemotiveerd worden, op voorwaarde dat hij er het nut van geaccepteerd heeft. Moet als het ware via volwassen en daadwerkelijk overleg gebracht worden tot het gericht en positief willen gebruiken van eigen (cognitieve) capaciteiten.
29
Bijlage 4 Scores per cluster
Cap
acit
eit
/ Ku
nn
en
Lee
r in
telli
gen
tie
Nu
mer
ieke
aan
leg
Ber
eken
ing
en
Ber
eken
ing
en 1
Bew
erki
ng
en
Bew
erki
ng
en 1
Cijf
ers
N1/
N2
CIOS totaal aantal 1432 1432 1432 1221 57 41 1040
gem. 3,31 3,55 3,82 3,66 2,84 3,41
3,66
gestopt aantal 122 122 122 89 1 0
114
gem. 3,43 3,61 3,88 3,85 4,00
3,61
verschil 0,12 0,06 0,06 0,19 1,16 -0,04
Economie totaal aantal 2019 2019 2018 1221 140 512 159 1076
gem. 3,10 3,37 3,53 3,29 2,87 3,25 2,91 3,36
gestopt aantal 460 460 460 271 9 141 58 257
gem. 3,17 3,39 3,55 3,31 2,78 3,31 3,02 3,30
verschil 0,07 0,03 0,03 0,01 -0,09 0,07 0,11 -0,06
Educatie totaal aantal 164 164 164 115
115 23 164
gem. 3,45 3,51 3,59 3,42
3,19 3,22 3,62
gestopt aantal 29 29 29 29
29
29
gem. 3,28 3,45 3,48 3,34
3,00
3,55
verschil -0,18 -0,06 -0,10 -0,07 -0,19 -0,06
HTV totaal aantal 1434 1429 1429 450 362 558 93 803
gem. 3,25 3,43 3,48 3,06 3,14 3,33 3,26 3,42
gestopt aantal 309 308 308 82 84 122 32 174
gem. 3,25 3,34 3,41 2,94 3,13 3,20 3,06 3,46
verschil 0,00 -0,09 -0,07 -0,13 -0,01 -0,13 -0,20 0,04
ICTE totaal aantal 916 916 916 766 70
309
gem. 3,53 3,59 3,57 3,56 3,41
3,44
gestopt aantal 88 88 88 67 5
32
gem. 3,72 3,65 3,52 3,54 2,40
3,56
verschil 0,18 0,06 -0,05 -0,02 -1,01 0,12
Maritiem totaal aantal 578 578 578 171 225 191
368
gem. 3,41 3,62 3,67 3,39 3,32 3,61
3,48
gestopt aantal 77 77 77 18 47 15
60
gem. 3,42 3,57 3,69 3,61 3,28 3,87
3,47
verschil 0,01 -0,04 0,01 0,23 -0,04 0,26 -0,01
Techniek totaal aantal 1368 1363 1363 693 512 5 3 659
gem. 3,56 3,73 3,78 3,71 3,50 3,80 4,00 3,56
gestopt aantal 137 137 137 52 62 1
76
gem. 3,65 3,74 3,69 3,87 3,29 4,00
3,50
verschil 0,09 0,02 -0,08 0,16 -0,21 0,20 -0,06
VeVa totaal aantal 507 507 507 261 30
357
gem. 3,35 3,50 3,46 3,34 3,07
3,41
gestopt aantal 84 84 84 23 4
79
gem. 3,37 3,51 3,48 3,96 4,25
3,34
verschil 0,02 0,01 0,01 0,61 1,18 -0,07
Welzijn totaal aantal 1620 1617 1617 647
506
1080
gem. 3,09 3,31 3,22 3,02
3,07
3,12
gestopt aantal 251 251 251 58
77
195
gem. 3,18 3,39 3,23 3,26
2,91
3,13
verschil 0,09 0,08 0,00 0,24 -0,16 0,01
ZORG totaal aantal 1874 1874 1874 487 228 61 28 1109
gem. 3,05 3,38 3,25 2,91 2,70 3,30 3,57 3,18
gestopt aantal 253 253 253 34 23 1 0 169
gem. 3,02 3,37 3,19 3,21 2,78 3,00
3,11
verschil -0,03 -0,01 -0,06 0,29 0,08 -0,30 -0,07
30
Scores per cluster
Cijf
ers
N3/
N4
Ve
rbal
e a
anle
g
Teks
t 1
Wo
ord
en
Logi
sch
re
den
ere
n
Re
de
ne
er
verm
oge
n
Figu
ren
N1/
N2
Figu
ren
N3/
N4
CIOS totaal aantal 882 1430 211 1220 1429 1428 1041 880
gem. 3,66 3,07 3,12 3,06 3,09 3,10 3,12 3,08
gestopt aantal 36 122 33 89 122 122 114 36
gem. 3,58 3,16 3,33 3,09 3,20 3,21 3,22 3,19
verschil -0,07 0,09 0,21 0,03 0,11 0,12 0,10 0,12 Economie
totaal aantal 890 2018 571 1447 2018 2018 1373 1189
gem. 3,62 3,01 3,02 3,01 2,97 2,92 2,85 2,92
gestopt aantal 177 460 126 334 460 460 337 257
gem. 3,84 3,08 2,98 3,12 3,05 2,96 2,89 2,96
verschil 0,22 0,07 -0,04 0,11 0,07 0,04 0,04 0,04 Educatie
totaal aantal 94 162 49 115 164 163 163 93
gem. 3,78 3,32 3,14 3,34 3,33 3,32 3,25 3,27
gestopt aantal 24 29
29 29 28 28 23
gem. 3,50 3,31
3,31 3,14 2,96 2,82 2,70
verschil -0,28 -0,01 -0,03 -0,19 -0,35 -0,43 -0,57 HTV
totaal aantal 489 1428 519 909 1434 1430 1107 701
gem. 3,55 3,16 3,17 3,15 3,14 3,10 3,08 3,03
gestopt aantal 69 308 134 174 309 308 269 132
gem. 3,81 3,11 3,07 3,14 3,17 3,10 3,02 3,05
verschil 0,26 -0,05 -0,10 -0,01 0,02 -0,01 -0,06 0,02 ICTE
totaal aantal 319 916 150 766 916 916 715 629
gem. 3,50 3,25 3,36 3,22 3,44 3,40 3,30 3,40
gestopt aantal 25 88 21 67 88 88 67 55
gem. 3,52 3,48 3,57 3,45 3,63 3,65 3,61 3,62
verschil 0,02 0,23 0,21 0,22 0,19 0,24 0,32 0,22 Maritiem
totaal aantal 240 578 226 352 578 578 388 253
gem. 3,44 3,25 3,25 3,24 3,27 3,16 3,16 3,13
gestopt aantal 10 77 47 30 77 77 67 16
gem. 3,50 3,18 3,28 3,03 3,32 3,30 3,30 3,06
verschil 0,06 -0,06 0,03 -0,21 0,06 0,14 0,13 -0,06 Techniek
totaal aantal 527 1348 610 739 1368 1351 941 642
gem. 3,75 3,27 3,34 3,21 3,44 3,36 3,33 3,33
gestopt aantal 35 134 79 56 137 135 108 41
gem. 3,94 3,37 3,15 3,63 3,47 3,38 3,37 3,44
verschil 0,20 0,10 -0,19 0,42 0,04 0,02 0,05 0,11 VeVa
totaal aantal 210 507 246 261 507 507 357 210
gem. 3,30 3,20 3,29 3,12 3,31 3,26 3,28 3,34
gestopt aantal 16 84 61 23 84 84 79 16
gem. 4,25 3,21 3,15 3,39 3,33 3,35 3,28 4,06
verschil 0,95 0,01 -0,15 0,27 0,03 0,09 0,00 0,72 Welzijn
totaal aantal 1362 1608
1608 1620 1615 1174 1456
gem. 3,19 3,09
3,09 2,99 3,06 2,98 3,00
gestopt aantal 198 248
248 251 249 204 207
gem. 3,24 3,21
3,21 3,03 3,04 2,98 3,03
verschil 0,05 0,11 0,11 0,04 -0,02 0,00 0,03 ZORG
totaal aantal 1020 1874 481 1393 1874 1874 1200 1031
gem. 3,26 3,15 3,04 3,19 2,88 2,96 2,94 2,98
gestopt aantal 99 253 70 183 253 253 188 102
gem. 3,27 3,18 3,07 3,22 2,82 2,92 2,91 2,91
verschil 0,01 0,03 0,03 0,04 -0,06 -0,04 -0,02 -0,07
31
Scores per cluster
Eval
uat
ie
verm
oge
n
Ve
rsch
ille
n
N1
/N2
Ve
rsch
ille
n
N3
/N4
Ru
imte
lijk
inzi
cht
Co
mp
on
en
ten
Spie
gelb
eeld
en
Pe
rso
on
lijkh
eid
/ W
ille
n
CIOS totaal aantal 1422 1038 873 1398 1399 1425
gem. 2,87 2,86 2,82 3,17 3,17
3,24
gestopt aantal 122 114 36 122 122
122
gem. 2,95 2,93 2,81 3,38 3,38
3,33
verschil 0,08 0,07 -0,02 0,20 0,21 0,09 Economie
totaal aantal 2017 1372 1189 1564 1564
2018
gem. 3,02 2,91 3,03 2,96 2,96
2,91
gestopt aantal 459 336 257 321 321
460
gem. 3,10 3,00 3,11 3,07 3,07
2,87
verschil 0,08 0,09 0,08 0,11 0,11 -0,04 Educatie
totaal aantal 163 163 94 141 141 115 163
gem. 3,32 3,24 3,41 3,48 3,33 3,19 2,53
gestopt aantal 29 29 24 29 29 29 29
gem. 3,34 3,24 3,04 3,45 3,28 3,03 2,59
verschil 0,03 0,00 -0,37 -0,03 -0,06 -0,16 0,06 HTV
totaal aantal 1428 1105 700 1209 1209
1431
gem. 3,11 3,01 3,22 3,15 3,15
2,88
gestopt aantal 308 269 132 230 230
309
gem. 3,20 3,06 3,39 3,21 3,21
2,98
verschil 0,09 0,05 0,17 0,07 0,07 0,10 ICTE
totaal aantal 916 715 629 916 718 552 913
gem. 3,37 3,25 3,36 3,40 3,45 3,12 2,65
gestopt aantal 88 67 55 88 64 45 88
gem. 3,47 3,43 3,55 3,47 3,59 3,09 2,45
verschil 0,10 0,18 0,18 0,07 0,15 -0,03 -0,20 Maritiem
totaal aantal 577 387 253 567 567 18 577
gem. 3,15 3,02 3,33 3,33 3,34 2,11 3,08
gestopt aantal 77 67 16 74 74 2 77
gem. 3,03 2,96 3,25 3,39 3,38 3,00 3,01
verschil -0,13 -0,06 -0,08 0,06 0,04 0,89 -0,06 Techniek
totaal aantal 1361 950 652 1367 1367 427 1366
gem. 3,23 3,08 3,35 3,48 3,51 2,90 2,99
gestopt aantal 136 109 42 137 137 48 137
gem. 3,33 3,17 3,67 3,51 3,55 2,98 3,13
verschil 0,10 0,09 0,32 0,03 0,04 0,08 0,14 VeVa
totaal aantal 507 357 210 507 507
507
gem. 3,07 2,90 3,37 3,41 3,41
3,43
gestopt aantal 84 79 16 84 84
84
gem. 2,93 2,87 3,63 3,57 3,57
3,55
verschil -0,15 -0,03 0,26 0,16 0,16 0,12 Welzijn
totaal aantal 1618 1177 1459 1608 1168 440 1618
gem. 2,98 2,93 2,87 3,00 3,01 3,00 3,13
gestopt aantal 251 206 209 248 172 76 251
gem. 3,04 2,97 2,95 3,07 3,12 2,95 3,12
verschil 0,07 0,03 0,08 0,07 0,12 -0,05 -0,01 ZORG
totaal aantal 1874 1200 1031 1863 1863 160 1873
gem. 2,83 2,73 2,87 2,88 2,87 2,55 2,97
gestopt aantal 253 188 102 252 252 29 253
gem. 2,81 2,78 3,02 2,88 2,88 2,45 3,07
verschil -0,02 0,06 0,15 0,01 0,01 -0,10 0,09
32
Scores per cluster
Inze
t
Co
nsc
iën
tie
us
/ o
rde
lijk
Mat
e v
an
be
gele
idin
g
Ho
op
op
su
cces
An
gst
voo
r fa
len
Be
ho
eft
e a
an
pe
rso
on
lijke
stim
ule
rin
g
Enth
ou
sias
me
CIOS totaal aantal 1431 1431 1425 1432 1432 1431 1429
gem. 3,48 3,10 2,89 3,69 2,83 3,48 3,22
gestopt aantal 122 122 122 122 122 122 122
gem. 3,49 3,15 2,87 3,92 2,70 3,48 3,10
verschil 0,01 0,05 -0,02 0,23 -0,13 0,00 -0,13 Economie
totaal aantal 2018 2018 2018 2019 2019 2018 2017
gem. 3,29 2,93 3,14 3,03 3,16 3,11 3,18
gestopt aantal 460 460 460 460 460 460 459
gem. 3,34 2,85 3,15 3,05 3,15 3,07 3,18
verschil 0,06 -0,08 0,01 0,02 -0,02 -0,03 0,00 Educatie
totaal aantal 163 163 163 163 163 155 163
gem. 3,42 2,33 3,49 2,69 3,29 3,07 3,53
gestopt aantal 29 29 29 29 29 29 29
gem. 3,48 2,31 3,41 2,59 3,10 3,24 3,55
verschil 0,06 -0,02 -0,08 -0,10 -0,19 0,17 0,02 HTV
totaal aantal 1432 1432 1431 1432 1432 1422 1432
gem. 3,37 2,83 3,18 3,10 3,06 3,20 3,29
gestopt aantal 309 309 309 308 308 304 309
gem. 3,43 2,89 3,07 3,19 2,88 3,22 3,29
verschil 0,06 0,06 -0,11 0,08 -0,18 0,02 0,00 ICTE
totaal aantal 914 914 913 914 914 901 914
gem. 3,10 2,73 3,35 2,94 3,10 3,11 3,18
gestopt aantal 88 88 88 88 88 88 88
gem. 3,30 2,38 3,55 2,84 3,14 3,09 3,52
verschil 0,19 -0,35 0,20 -0,10 0,03 -0,02 0,34 Maritiem
totaal aantal 577 577 577 578 578 578 577
gem. 3,31 3,12 2,99 3,16 2,84 3,25 3,21
gestopt aantal 77 77 77 77 77 77 77
gem. 3,34 3,03 3,13 3,31 2,96 3,30 3,38
verschil 0,02 -0,09 0,14 0,15 0,12 0,05 0,17 Techniek
totaal aantal 1366 1366 1366 1366 1366 1346 1365
gem. 3,20 3,09 3,00 3,06 2,96 3,11 3,18
gestopt aantal 137 137 137 137 137 135 137
gem. 3,25 3,16 2,86 3,32 2,85 3,08 3,09
verschil 0,05 0,07 -0,14 0,26 -0,11 -0,03 -0,09 VeVa
totaal aantal 507 507 507 507 507 507 507
gem. 3,35 3,42 2,75 3,76 2,65 3,73 3,12
gestopt aantal 84 84 84 84 84 84 84
gem. 3,39 3,50 2,58 3,75 2,48 3,50 3,04
verschil 0,05 0,08 -0,17 -0,01 -0,18 -0,23 -0,08 Welzijn
totaal aantal 1619 1619 1618 1615 1615 1615 1611
gem. 3,31 3,00 2,96 3,28 3,06 3,03 3,09
gestopt aantal 251 251 251 249 249 249 248
gem. 3,37 2,90 3,01 3,41 2,95 3,09 3,15
verschil 0,06 -0,10 0,05 0,13 -0,11 0,06 0,05 ZORG
totaal aantal 1874 1874 1873 1874 1874 1870 1873
gem. 3,22 2,99 3,11 3,15 3,24 3,00 3,13
gestopt aantal 253 253 253 253 253 253 253
gem. 3,33 3,01 3,06 3,39 3,15 2,92 3,13
verschil 0,11 0,02 -0,05 0,24 -0,10 -0,08 0,00
33
Scores per cluster
De
gelij
khe
id
Stab
iel
Extr
ave
rt
Alt
ruïs
me
Zorg
vuld
ig
Op
en
CIOS totaal aantal 1429 1425 1425 1424 1425 1425
gem. 3,16 3,14 3,42 3,21 2,94 3,16
gestopt aantal 122 122 122 122 122 122
gem. 3,16 3,31 3,43 3,34 2,91 3,25
verschil 0,01 0,17 0,01 0,12 -0,03 0,09 Economie
totaal aantal 2017 2018 2018 2017 2018 2018
gem. 3,02 2,86 3,00 2,93 2,92 2,89
gestopt aantal 459 460 460 460 460 460
gem. 2,97 2,88 3,02 2,91 2,81 2,90
verschil -0,06 0,02 0,02 -0,02 -0,11 0,01 Educatie
totaal aantal 163 163 163 155 163 163
gem. 2,34 2,76 2,86 2,79 2,25 2,49
gestopt aantal 29 29 29 29 29 29
gem. 2,21 2,86 2,97 2,76 2,21 2,59
verschil -0,14 0,10 0,11 -0,03 -0,04 0,10 HTV
totaal aantal 1432 1431 1431 1421 1431 1431
gem. 2,92 2,91 3,03 3,00 2,73 2,88
gestopt aantal 309 309 309 305 309 309
gem. 2,95 3,01 3,11 3,00 2,73 2,90
verschil 0,03 0,09 0,08 -0,01 0,00 0,03 ICTE
totaal aantal 914 913 913 900 913 913
gem. 2,76 2,96 2,62 2,90 2,56 3,01
gestopt aantal 88 88 88 88 88 88
gem. 2,48 2,65 2,64 2,81 2,26 3,05
verschil -0,28 -0,31 0,02 -0,09 -0,29 0,04 Maritiem
totaal aantal 577 577 577 577 577 577
gem. 3,10 3,30 2,96 2,91 2,88 3,04
gestopt aantal 77 77 77 77 77 77
gem. 3,01 3,26 2,83 2,95 2,82 3,10
verschil -0,09 -0,04 -0,13 0,04 -0,06 0,06 Techniek
totaal aantal 1365 1366 1366 1346 1366 1366
gem. 3,08 3,27 2,82 2,80 2,93 3,00
gestopt aantal 137 137 137 135 137 137
gem. 3,20 3,44 2,99 2,81 2,91 2,96
verschil 0,13 0,16 0,17 0,02 -0,02 -0,03 VeVa
totaal aantal 507 507 507 507 507 507
gem. 3,36 3,58 3,28 3,41 3,16 3,16
gestopt aantal 84 84 84 84 84 84
gem. 3,40 3,69 3,29 3,40 3,18 3,07
verschil 0,05 0,11 0,01 0,00 0,02 -0,09 Welzijn
totaal aantal 1611 1619 1619 1619 1619 1619
gem. 3,07 2,84 3,21 3,36 3,08 2,94
gestopt aantal 248 251 251 251 251 251
gem. 3,06 2,83 3,19 3,43 2,96 3,00
verschil -0,02 -0,01 -0,02 0,07 -0,12 0,06 ZORG
totaal aantal 1873 1873 1873 1869 1873 1873
gem. 3,10 2,70 3,00 3,16 3,14 2,81
gestopt aantal 253 253 253 253 253 253
gem. 3,19 2,76 3,09 3,28 3,06 2,91
verschil 0,08 0,06 0,09 0,13 -0,08 0,09