Delft Bouwtvrijdag 18 november 2011
Als denkoefening: “Met de Woonvisie 2008-2020 als uitgangspunt, hoeveel woningen zijn nodig tot 2020?”
Uit de Woonvisie:
Doelgroep en thema Te bedienen vraag
Studenten 3.600 (tot 2016)
Startende ondernemers; woonwerkcombinaties, kenniswerkers 2.500
Gezinnen 1.000
Ouderen en kwetsbare doelgroepen 2.500
Totaal 9.600
Woonvisie Delft 2008-2020, blz. 35, tabel: De stedelijke opgave per doelgroep en thema samengevat
38,000
39,000
40,000
41,000
42,000
43,000
44,000
45,000
• 45.000 woningen in totaal in 2011.
• Daarvan zijn er 22.000 sociaal, bij benadering is dat 50%.
• Voor toevoegingen gaat de Woonvisie uit van een 60-40 rato markt-sociaal.
CBS Statline: de woningvoorraad in Delft van 1995 tot en met 2010 en verdeling naar eigendomWoonvisie Delft 2008-2020, blz. 20, paragraaf 3.7
Binnen de Woonvisie, welke tekorten zijn er aan sociale woningen?
Doelgroep en thema Te bedienen vraag
Studenten 3.600 (tot 2016)
Startende ondernemers; woonwerkcombinaties, kenniswerkers 2.500 1.000
Gezinnen 1.000 400
Ouderen en kwetsbare doelgroepen 2.500 1.000
Totaal 9.600 6.000
Binnen de Woonvisie, welke tekorten zijn er aan sociale woningen?
Wat kan er nog meer gezegd worden over de tekorten?
• 3.600
studentenwoningen
toevoegen tot 2016,
aldus de Woonvisie.
• Rigo voorspelt dat
deze vraag doorzet:
tot 2020 is het
tekort in totaal
5.000 studenten-
woningen.
Jonger dan 5 jaar5 tot 10 jaar
10 tot 15 jaar15 tot 20 jaar20 tot 25 jaar25 tot 30 jaar30 tot 35 jaar35 tot 40 jaar40 tot 45 jaar45 tot 50 jaar50 tot 55 jaar55 tot 60 jaar60 tot 65 jaar65 tot 70 jaar70 tot 75 jaar75 tot 80 jaar80 tot 85 jaar85 tot 90 jaar90 tot 95 jaar
95 jaar of ouder
0 2,000 4,000 6,000 8,000 10,000 12,000
• In Delft wonen 25.000 55-plussers cq. senioren.
• 50% daarvan valt in de categorie ‘Empty Nester’.
• Van de 2.500 woningen voor senioren in de Woonvisie zijn er daarmee 1.250 voor Empty Nesters en daarbinnen 500 sociale woningen voor deze doelgroep.
Wat kan er nog meer gezegd worden over de tekorten?
CBS Statline: bevolking van Delft en verdeling naar leeftijd, 2011
Doelgroep en thema Te bedienen vraag
Studenten 3.600 5.000
Startende ondernemers; woonwerkcombinaties, kenniswerkers doorstarters
2.500 1.000
Gezinnen 1.000 400
Ouderen en kwetsbare doelgroepen + Empty Nesters 2.500 500 + 500
Totaal 9.600 7.400
Hoe ziet het plaatje er dan uit voor de corporaties?
wonen nu groot, voor weinig…
Kan er doorgeschoven worden?
Woning X• niet meer dan € 550• wel nieuw(er)
EGW(jaren ’70 en ’80)
500 Empty Nesters
zelfstandige appartementen
400 gezinnen
100 doorstarters
onzelfstandigeappartementen
500 doorstarters
500 studenten
Waar?
grote korrel•Spoorzone•misschien Schieoevers Noord
kleine korrel•Kuijperwijk•Vrijenban-Wippolder•Tanthof
?•Buitenhof•Poptahof
Altijd als onderdeel van een strategie van verdichting en verbetering van de stad.
En altijd per project de bestaande investerings- en onderhoudsplannen afwegen tegen het toevoegen van/ omvormen naar de Empty Nesters woningen.
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
-400
-200
0
200
400
600
800
1000
Hoe snel kun je realiseren?
CBS Statline: Delft, woningen toegevoegd, onttrokken en saldo van 1995 tot 2010
effectief +270/jr
gemiddeld 100/jr
onttrokken
gemiddeld 370/jr
toegevoegd
• 40% (sociaal) van 270 = ca. 100 per jaar• dan ben je dus inclusief ontwikkeling over 7 jaar klaar• en heb je 500 woningen voor Empty Nesters• en is het sociale deel van de woningmarkt op gang gebracht
Wat is de kostprijs van het op gang brengen van de sociale woningmarkt middels die 500 woningen?
• lage huur: niet hoger dan € 550 /mnd
• kosten voor hogere kwaliteit (verhuisincentive)
• dekking derving grondopbrengsten
• 40.000 a 60.000 onrendabel per woning, NCW van -20 tot -30 miljoen
een NCW van -20 tot -30 miljoen
Tot slot. Op 4 punten in gesprek:
• Over de keten: Herkenbaar? En hoe zit het aan de marktzijde?
• Verbeterstrategie voor Delft: focus op gebieden, timing, producten en integraliteit. Ofwel sturing op kwaliteit door sturing op financiering.
• Vastgoedverdienmodel = samenwerking tussen corporaties en beleggers.
• Anderssoortige prestatieafspraken. Strakke monitoring vraagontwikkeling en productie.