Upload
mkuiten
View
1.009
Download
5
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Citation preview
Curriculair planmatig handelen: over spinnenweb en ontwerpcyclus
Rob Abbenhuis
SLO, Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling
17 februari 2011
Programma
• Curriculum
• Curriculumontwikkeling/-ontwerp
• Kwaliteit van het curriculum/evaluatie
Curriculum
Curriculum, what’s in a name?
• In literatuur: evenveel definities als auteurs…
• Terug naar etymologische (Latijnse) basis:
– Currere: (hard) lopen
– Curriculum: (om)loop, renwagen
• Curriculum: plan for learning (HildaTaba) → leerplan (in vele talen!)
• En verder: altijd contextuele verbijzondering nodig!
• Met name naar niveau en verschijningsvorm
Niveaus van leerplan(ontwikkeling)
• SUPRA: internationaal; verdragen en vergelijkingen(bijv Bologna, Lissabon, ERK, PISA/TIMSS)
• MACRO: landelijk, kaderstellend, al dan niet prescriptief(bijv. kerndoelen, eindtermen, examenprogramma’s, syllabi)
• MESO: school/instituut/opleiding, eigen invulling en verantwoording door de school(school-leerplan, opleidingsprogramma)
• MICRO: klas, groep, docent(schoolboek, methode, leergang, module, lesmateriaal)
• NANO: leerling, individu(persoonlijke leerplan; vgl. leven lang leren)
CENTRAAL vs DECENTRAAL
VERLEDEN
HEDEN
TOEKOMST
gecentraliseerd gedecentraliseerdX
ENG
CAL
VLA
ENG
NRW
NRW
HON
HON
??
NLD
NLD
ZWE
X X XX X X
VLA
ZWE
??
CAL?
FIN
X
POR
X
POR
FIN? ?
?
XSH
SH
Curriculaire verschijningsvormenBeoogd
(Intended)Denkbeeldig(Ideal, Ideological, Ideaistic)
Formele, Geschreven(Formal, Written)
Uitgevoerd
(Implemented)Geïnterpreteerd (m.n. door leraren, maar ook anderen…;
cf. false clarity; painful unclarity)
(Perceived)
In actie(Operational)
Bereikt
(Attained)Ervaren(m.n. door leerlingen)
(Experiential, Experienced)
Geleerd(Learned)
Curricular spider web (2003)
RationaleContent
Tea
cher
ro
le
Mat
eria
ls &
Res
ources
Grouping
Location
Tim
e
Ass
essm
ent
Aims & Objectives
Learning activities
Curriculaire spinnenweb (2008)
Visie: Waartoe leren?
• Hoe te vage abstracties (“lerende school”, “uitdagende leer-en werkomgeving” e.d.) vermijden en focus op leren bevorderen?
• Balans en samenhang zoeken tussen de drie S-en:subject, student, society.
• Subject (vak): Wat leren aan vakinhoudelijke kennis en vaardigheden (ook met oog op vervolgleren)?
• Student (leerling): Hoe tegemoet komen aan de persoonlijke ontwikkeling, leerbehoeften en motivatie van de leerlingen?
• Society (samenleving): Hoe tegemoet komen aan wensen van samenleving m.b.t. maatschappelijk functioneren?
Doelen en inhouden: Wat leren?
• Klassieke vraag bij leerplanontwikkeling
• Kerndoelen/In mbo: CKS, LLB (sterk gereduceerd en globaal; last noch gemak?)
• Horizontale ordening (in vakken); en de rest?
• Leergebieden, thema’s, projecten, BPV?
• Doorgaande leerlijnen
• Kern en keuzes
• Methoden en/of leermiddelen (slaaf of meester?)
Leeractiviteiten en Docentrollen:Hoe leren en hoe dat (bege)leiden?
• Het HOE (vertrekpunt voor velen; ook dikwijls twistpunt)
• Pedagogisch-didactische keuzes
• Vakdidactische keuzes
• Consistentie met visie en doelen/inhouden
• Verhouding gemeenschappelijkheid, variatie en maatwerk
• Wijziging van docentrollen ingewikkeld
Bronnen en materialen: Waarmee leren?
• Vaak nog dominante rol van methoden
• Alternatieve bronnen (binnen en buiten school) en materialen?
• ICT – digitale bronnen en leermiddelen
• Her en der hooggespannen innovatieverwachtingen
• Zelf ontwerpen, arrangeren, aanschaffen, of mix?
• Ook kostenaspect; leermiddelenbeleid
Groeperingsvorm: Met wie (samen) leren?
• Alleen, paren, groepjes, klassikaal?
• Jaargroepen, dakplanklassen?
• Omvang klassen/groepen
• Omvang en organisatie van afdelingen binnen school?
• Hoe en wanneer homogeen/heterogeen?
• Cognitieve en sociale aspecten
Leeromgeving: Waar leren?
• Lokaal (onderwijsruimte: praktijklokaal/practicumzaal etc.)
• Studieruimtes
• ICT-ruimte, Mediatheek
• Externe (stage)plek
• Thuis
• Kwaliteit van inrichting van leeromgeving
Tijd: Wanneer leren?
• Hoeveel tijd
• Tijdsverdeling
• Rooster
• Per week, en over schooljaar heen
• Vast /flexibel/keuzemogelijkheden?
Beoordeling: Hoe het leren beoordelen?
• Samenhang met doelen/inhouden
• Kwaliteit van toetsing
• Leerlingvolgsysteem
• Communicatie met leerlingen en ouders
• Verantwoording naar buitenwereld
Aan de slag: Curriculum in de krant
• Maak tweetallen
• Lees aandachtig het krantenartikel
• Bepaal per artikel de curriculaire verbijzondering:
– Curriculumniveau(s)
– Curriculaire verschijningsvorm(en)
– Curriculumcomponent(en)
• Geef uitleg van de keuzes
Curriculumontwikkeling
Curriculumontwikkeling
• Doelgericht proces gericht op curriculumverandering –en verbetering
• Consistente en omvattende werkwijze voor het tot stand brengen van curricula
• Vijf kernactiviteiten: analyse, ontwerp, ontwikkeling, implementatie en evaluatie (Engelse benaming ADDIE)
• Invulling en uitvoering van vijf kernactiviteiten afhankelijk van ontwerpbenadering
• Vier ontwerpbenaderingen– Instrumentele benadering– Communicatieve benadering– Artistieke benadering– Prototyping benadering
Instrumentele benadering
• Ralph Tyler (Basic principles of curriculum and instruction uit 1949)
• Achtergrond– vereenvoudigen van complexe taak van ontwikkelaars
• Activiteiten– Bepaal doelen– Selecteer leerervaringen – Organiseer leerervaringen– Evalueer de leerervaringen
Communicatieve benadering
• Decker Walker (Naturalistic model uit 1971)
• Achtergrond– benadering gebaseerd op werkwijze van ontwikkelaars in
grootschalige projecten
• Activiteiten– Creëer platform van ideeën
• Discussie over opvattingen van alle betrokkenen (definities, doelen, verwachtingen), gericht op consensus
– Deliberatie• Discussie over mogelijke oplossingen en aanpak
– Ontwerp• Tot stand brengen van de oplossing• Als er grote consensus is, dan is hier weinig discussie nodig
Artistieke benadering
• Elliot Eisner (The educational imagination uit 1979)
• Achtergrond
– benadrukt complexiteit van curriculumontwikkeling
– docent neemt uiteindelijke beslissingen tijdens de les
• Activiteiten
– Doelen: in algemene termen gesteld
– Inhoud: niet alleen uitgaan van traditionele vakinhoud
– Leersituaties: gevarieerd en betekenisvol
– Organisatie van leersituaties
– Ordening van inhoud
– Presentatievormen: meerdere media
– Evaluatie: continue en informeel
Prototyping benadering
• Doyle and Ponder (The ethic of practicality uit 1977)
• Achtergrond– Gebruiker bepaalt gebruik van het product– Oorsprong in software-ontwikkeling
• Activiteiten– Starten vanuit een oplossingsidee– Kort vooronderzoek– Cyclisch proces van ontwerp – evaluatie – revisie van (half)producten
Aan de slag: Heb jij eigenlijk een voorkeursstijl?
• Welke ontwerpbenadering hanteer jij?
Werkwijze
• Neem een ontwerpproject waarbij je actief betrokken bent (geweest)• Hierna volgen vier continua beschreven d.m.v. telkens 2 stellingen• Lees iedere stelling aandachtig door• Bepaal per continuüm jouw eigen stellingname• Bepaal de argumenten voor jouw stellingname
Continuum 1
Ik start met een uitgebreid vooronderzoek waarbij ik alle
betrokkenen benader. Het vooronderzoek moet leiden
tot consensus over het te
ontwikkelen curriculum.
Ik ontwikkel op grond van mijn eigen ideeën een concept-curriculum. Dit concept bespreek ik vervolgens met betrokkenen. Op grond daarvan pas ik het concept aan.
Continuum 2
Het programma dat ik ontwerp zal zo precies mogelijk (inclusief
tijdsschema) aangeven welke activiteiten docenten en
leerlingen uitvoeren.
Het programma dat ik ontwerp zal bestaan uit een globaal raamwerk waaraan iedere docent zelf aan kan geven.
Continuum 3
Het curriculum is algemeen toepasbaar op elke school in
Nederland
Het curriculum is specifiek voor één school of scholengroep bedoeld.
Continuum 4
Ik ben tevreden over het curriculum als het voldoet aan de eisen die ik vooraf
met de betrokkenen ben overeengekomen.
Ik ben tevreden over het curriculum als ik er zelf
enthousiast van word.
Curriculumontwerp
Belangrijke vragen
• Inhoudelijk
Wat komt er in het leerplan (draden van het spinnenweb)?
• Ontwikkelingcyclus kwalitatief goed product
Hoe gaan we het leerplan tot stand brengen? Hoe slaan we een brug tussen intenties, uitvoering en resultaten?
• Strategisch-relationeel gedragen product
Wie betrekken we op welke wijze bij besluitvorming over het leerplan?
Cyclische ontwerpbenadering
Kenmerken:
a. Uitgebreid gebruik van prototypes
b. Cyclisch proces
c. Deelname van afvaardiging van de doelgroep
... om minimaal twee resultaten te bereiken:
1. Kwalitatief hoogwaardige producten
2. Identificeren van ontwerpprincipes die aan het product ten grondslag liggen
a. Uitgebreid gebruik van prototypes
• Types:– throw-away prototypes
• clarifies implications of specific design ideas. • after being evaluated, it will be discarted and evaluation results
are taken into account in a next prototype.• Instances: Scenario/narrative, paper-based prototype
– evolutionary prototypes• continually refined• evolves towards a final deliverable
• Flow of progression:– horizontal prototypes
• Global development of the whole product– vertical prototypes
• Detailed local development of components of the product
Prototype
• Voorlopige versie of een model van geheel of deel van een product voordat overgegaan wordt op volledige ontwikkeling.
b. Cyclisch proces
• Analyse: probleemanalyse, contextanalyse, behoefteanalyse, analyse van de kennisbasis
• Op basis van analyses worden eerste ontwerprichtlijnen (ook wel programma van eisen) opgesteld waaraan het te ontwikkelen product moet voldoen
• Optwerprichtlijnen vormen basis voor eerste prototype
• Vervolgens wordt het prototype via cyclisch proces van ontwikkeling, implementatie en evaluatie aangescherpt
• Evaluatie heeft centrale plek
Formatieve en summatieve evaluatie
Summatieve evaluatie (“to prove”)
Is een systematisch uitgevoerde activiteit gericht op het verkrijgen van bewijs voor de effectiviteit van een interventie en argumenten die bijdragen aan de beslissing om wel of niet door te gaan met de invoering van de interventie.
Formatieve evaluatie (“to improve”)
Is een systematisch uitgevoerde activiteit geintegreerd in het ontwikkelproces van een onderwijsinterventie gericht op het verbeteren van (deels ontwikkelde) prototypes van de interventie via het achterhalen van tekortkomingen en het genereren van verbetersuggesties.
Each prototyping cycle represents the evolution of intentions of the final deliverable
c. Deelname afvaardiging doelgroep
• Afvaardiging van de eindgebruikers erbij betrekken en dus niet (alleen) de leidinggevenden van deze doelgroep
• User-centered approach:
– Leidt tot meer intensieve gesprekken over de kenmerken van het product
– Zorgt voor goede mogelijkheden te 'onderhandelen' over ontwerpideeën
– Vergroot het commitment en het gevoel van eigenaarschap bij de eindgebruikers
– Voorkomt dat ontwikkelaars gaan 'ontwerpen voor zichzelf' (hobby-isme)
Rol van onderzoek bij
curriculumontwikkeling
Evaluatie
Vier onderzoeksstrategieën
StrategieWat? Waar? Wie? Hoe?
Experiment Gedrag Laboratorium
Veld
Groepen van
proefpersonen
Bijv. observatie,
toetsing
Survey Opvattingen Bureau
Veld
Groepen
respondenten
Bijv. enquête,
Observatie
Veldonderzoek Gedrag en
opvattingen
Veld Enkele groepen of
een groep
Diverse methoden
triangulatie
Bestaand materiaal Neerslag van gedrag
en opvattingen
Bureau
Bibliotheek
Archief
Databank
Alles mogelijk Niet reactieve
metingen of
secundaire analyses
• Pleidooi van Onderwijsraad:– Meer aandacht voor 'evidence-based-benadering' in het onderwijs
– Landelijke pilots bij grootschalige onderwijsvernieuwingen– Praktijktests van bijpassende nieuwe methoden en modules
"In het onderwijs worden vaak nieuwe methoden en aanpakken
geïntroduceerd zonder dat duidelijk is dat het nieuwe beter is dan
het voorgaande" (Onderwijsraad, 2006)
Wat geldt als bewijs?
Bewijs Geschikte methoden
What Works Clearinghouse
Hard bewijs voor effectiviteit ('what works')
- experiment
Actie programma Onderwijs Bewijs
Hard bewijs voor effectiviteit - experiment
Onderwijsraad Stapelen van bewijs voor effectiviteit(van zacht naar hard)
zijdelings ook enige aandacht voor meer exploratieve wat-, hoe- en waaromvragen in eerdere fasen van onderwijsontwikkeling
- pilots- surveys- tijdreeks- of longitudinaal cohortonderzoek- correlationeel onderzoek- casestudies- ontwikkelings- en ontwerpgericht onderzoek
- experiment
Ontwerponderzoek Stapelen van bewijs voor kwaliteit van interventie:- relevantie- consistentie- bruikbaarheid - effectiviteit
- screening- focusgroep- walkthrough- micro-evaluatie- try-out
- quasi-experiment, survey- experiment
Afhankelijk van aan wie je het vraagt:
Bewijs volgens “What Works Clearinghouse” (WWC)
• Evidence standards: waaraan moet onderzoek dat hard bewijs levert voldoen?
(bron: www.ies.ed.gov/ncee/wwc)
Bewijs volgens het Actieprogramma “Onderwijs Bewijs”
(bron: www.onderwijsbewijs.nl)
Volgens Onderwijsraad:Stapelen van bewijs
Kennisaccumulatie:
• Zacht bewijs: weinig bouwstenen voor bewijsvoering
• Hard bewijs: veel bouwstenen voor bewijsvoering (bouwstenen stapelen zich op)
Hoofdbronnen voor bewijs
1. eerst via verkennend ontwerp-en onderzoekswerk beeld krijgen van wat werkt, hoe en waarom;
2. daarna ‘harde’ experimenten met controlegroepen
van zacht ... naar steeds ... harder bewijs
(Bron: Advies Onderwijsraad, 2006)
Ontwerponderzoek
• Ontwerponderzoek: cyclische aanpak waarin analyse-, ontwerp- en evaluatie-activiteiten elkaar afwisselen.
• In ontwerponderzoek wordt op verschillende manieren gezocht naar (voorlopige, zich opstapelende) evidentie:
– starten vanuit een brede kennisbasis door middel van behoeften- en contextanalyse, literatuurstudie en expertbevraging (‘evidence-informed’)
– gerichte en voortdurende evaluatie van het ontwerp in verschillende stadia van ontwikkeling (‘evidence-generating’).
Evaluation
Analysis
Design
Development
Implementation
Volgens Ontwerponderzoek: Bewijs stapelen voor kwaliteit
Kwaliteitsaspecten:
• Relevantie
Het ontwerp voorziet in behoefte en is gebaseerd op recente inzichten
• Consistentie
Het ontwerp zit logisch in elkaar
• Praktische bruikbaarheid
Het ontwerp is bruikbaar in de situatie waarvoor het is bedoeld
• Effectiviteit
Werken met het ontwerp leidt tot gewenste resultaten
Methoden:
Via formatieve (‘to improve’) en summatieve (‘to prove’) evaluatie
Formatieve evaluatie
- geintegreerd in ontwikkelproces
- gericht op verbeteren van
• Relevantie
• Consistentie
• Bruikbaarheid
• Effectiviteit
Evaluatiemethoden
Kwaliteits-aspect
Ontwikkel-fase
Ontwerp-specificaties
Globaal ontwerp Gedeeltelijk in detail uitgewerkt product
Volledig uitgewerkt product
Geïmplementeerd product
Relevantie ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
Consistentie ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
Bruikbaarheid verwachte ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
FocusgroepWalkthrough
FocusgroepWalkthrough
werkelijke Micro-evaluatie Micro-evaluatieTry-out
Effectiviteit verwachte ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
Focusgroep Focusgroep
werkelijke Micro-evaluatie Micro-evaluatieTry-out
Survey(quasi-) experiment
Formatieve evaluatie methoden• Screening
het ontwikkelteam vergelijkt het ontwikkelde materiaal met een checklist van gewenste kenmerken van onderdelen van het ontwerp
• Focusgroep (deskundigen bevragen)respondenten (bijv. vakexperts, docenten) geven een reactie op het ontwerp aan de hand van een richtlijn met punten waarop het ontwikkelteam commentaar en suggesties wenst
• Walkthroughrespondenten doorlopen samen met ontwikkelaar(s) het ontwerp
• Micro-evaluationeen kleine groep gebruikers gebruikt een gedeelte van het ontwikkelde materiaal buiten de normale praktijksituatie
• Try-outgebruikers zetten de ontwikkelde materialen binnen de beoogde praktijksituatie in.
Rol van SLOSLO
Kwaliteits-aspect
Ontwikkel-fase
Ontwerp-specificaties
Globaal ontwerp Gedeeltelijk in detail uitgewerkt product
Volledig uitgewerkt product
Geïmplementeerd product
Relevantie ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
Consistentie ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
Bruikbaarheid verwachte ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
FocusgroepWalkthrough
FocusgroepWalkthrough
werkelijke Micro-evaluatie Micro-evaluatieTry-out
Effectiviteit verwachte ScreeningFocusgroep
ScreeningFocusgroep
Focusgroep Focusgroep
werkelijke Micro-evaluatie Micro-evaluatieTry-out
Survey(quasi-)experiment
I.s.m. derden
(onderzoeks-
Instellingen)
Formatieve evaluatie Summatieve
evaluatie
Dank u wel!! En… meer informatie??
Rob Abbenhuis: [email protected]
http://www.slo.nl/organisatie/
recentepublicaties/
Free downloadable