Geeri Kroonen - Klok Ik doe mee! · zich nog om, het is nog geen tijd om op te staan . Ze denkt aan...

Preview:

Citation preview

Ik d

oe m

ee!

Geeri Kroonen - Klok

Ik d

oe m

ee!

Geeri Kroonen - Klok

2 © Eduforce

2 © Eduforce

Auteur: Geeri Kroonen - Klok

Illustraties: Maaike DeVos

Vormgeving: Uitgeverij Eduforce

Druk: Cedin educatieve dienstverlening

© 2009 Eduforce. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door mid-del van druk, fotokopie, microfilm, computersoftware, of op welke andere wijze dan ook zonder vooraf-gaande toestemming van de uitgever. Kopers van deze uitgave mogen de als zodanig aangegeven kopieerbladen – uitsluitend voor gebruik op de eigen school – vermenigvuldigen. De kosten van dit kopierecht zijn namelijk in de aanschafprijs opgeno-men. Kopers staan daarom bij de uitgever geregistreerd.

Auteur: Geeri Kroonen - Klok

Illustraties: Maaike DeVos

Vormgeving: Uitgeverij Eduforce

Druk: Cedin educatieve dienstverlening

© 2009 Eduforce. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door mid-del van druk, fotokopie, microfilm, computersoftware, of op welke andere wijze dan ook zonder vooraf-gaande toestemming van de uitgever. Kopers van deze uitgave mogen de als zodanig aangegeven kopieerbladen – uitsluitend voor gebruik op de eigen school – vermenigvuldigen. De kosten van dit kopierecht zijn namelijk in de aanschafprijs opgeno-men. Kopers staan daarom bij de uitgever geregistreerd.

© Eduforce 3

© Eduforce 3

Ik doe mee!Geeri Kroonen - Klok Dit is het werkboek van:

………………………………................................................................

Ik doe mee!Geeri Kroonen - Klok Dit is het werkboek van:

………………………………................................................................

4 © Eduforce

4 © Eduforce

Inhoudsopgave

Bijeenkomst 1 Wie doen mee? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Bijeenkomst 2 De eerste schooldag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Bijeenkomst 3 Een les Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

Bijeenkomst 4 Johan durft! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

Bijeenkomst 5 Samen naar de film . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41

Bijeenkomst 6 Egbert is een beetje doof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47

Bijeenkomst 7 Mevrouw de Graaf helpt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55

Bijeenkomst 8 Ruzie! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62

Bijeenkomst 9 Een moeilijk gemakkelijk woord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75

Bijeenkomst 10 De klassenavond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81

Inhoudsopgave

Bijeenkomst 1 Wie doen mee? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Bijeenkomst 2 De eerste schooldag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Bijeenkomst 3 Een les Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

Bijeenkomst 4 Johan durft! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

Bijeenkomst 5 Samen naar de film . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41

Bijeenkomst 6 Egbert is een beetje doof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47

Bijeenkomst 7 Mevrouw de Graaf helpt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55

Bijeenkomst 8 Ruzie! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62

Bijeenkomst 9 Een moeilijk gemakkelijk woord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75

Bijeenkomst 10 De klassenavond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81

16 © Eduforce

16 © Eduforce

Bijeenkomst 2 - De eerste schooldag

Stel je voor...

Marijke wordt die ochtend met een kriebel in haar buik wakker . Vandaag, ja vandaag gaat ze voor het eerst naar haar nieuwe school . De vakantie is voorbij, het is tijd voor een nieuwe start . Even draait ze zich nog om, het is nog geen tijd om op te staan . Ze denkt aan hoe het vandaag zal zijn . Voor het eerst naar de praktijkschool, veel nieuwe gezichten van kinderen die ze niet kent . Hoe doe je dat? Ze heeft er veel aan gedacht de laatste week, hoe zal het gaan? Zullen de kinderen haar wel aardig vinden, zal ze vriendinnen krijgen of een vriendje?Een klop op haar deur en moeder die roept: “Marijke, ben je wakker? Het is tijd om op te staan .” “Ja mama, ik kom eruit” .Na het ontbijt gaat Marijke op haar fiets naar de nieuwe school . De kriebel in haar buik is nog niet weg, ze kon maar slecht haar boterham naar binnen krijgen vanmorgen . Moeder zag het wel, maar heeft er niet zo veel van gezegd . Ja, dat het wel goed komt vandaag . Dat is gemakkelijk! Zij moet het tenslotte vandaag zien te redden met al die nieuwe kinderen in haar klas . Gelukkig gaat Bettie ook naar deze school . Bettie is haar vriendin van de basisschool, samen hebben ze veel beleefd . Alleen Bettie zit in een andere klas, dat is jammer . Ze hebben afgesproken om elkaar in de pauze op te zoe-ken . In de school hangen bordjes met de lokaalnummers erop, zodat Marijke haar lokaal snel gevonden heeft . Er staan steeds twee tafels naast elkaar . Marijke zoekt een plaatsje bij het raam . Voor haar zit-ten twee meisjes een beetje onderuitgezakt druk met elkaar te praten . Achter haar zijn de plaatsen nog leeg, maar al snel komen er meer kinderen het lokaal in . De tafel naast haar is nog leeg, tot een jongen voor de tweede keer langs loopt . Hij blijft staan en zegt: “Hoi, is deze plaats nog vrij?” Hij

Bijeenkomst 2 - De eerste schooldag

Stel je voor...

Marijke wordt die ochtend met een kriebel in haar buik wakker . Vandaag, ja vandaag gaat ze voor het eerst naar haar nieuwe school . De vakantie is voorbij, het is tijd voor een nieuwe start . Even draait ze zich nog om, het is nog geen tijd om op te staan . Ze denkt aan hoe het vandaag zal zijn . Voor het eerst naar de praktijkschool, veel nieuwe gezichten van kinderen die ze niet kent . Hoe doe je dat? Ze heeft er veel aan gedacht de laatste week, hoe zal het gaan? Zullen de kinderen haar wel aardig vinden, zal ze vriendinnen krijgen of een vriendje?Een klop op haar deur en moeder die roept: “Marijke, ben je wakker? Het is tijd om op te staan .” “Ja mama, ik kom eruit” .Na het ontbijt gaat Marijke op haar fiets naar de nieuwe school . De kriebel in haar buik is nog niet weg, ze kon maar slecht haar boterham naar binnen krijgen vanmorgen . Moeder zag het wel, maar heeft er niet zo veel van gezegd . Ja, dat het wel goed komt vandaag . Dat is gemakkelijk! Zij moet het tenslotte vandaag zien te redden met al die nieuwe kinderen in haar klas . Gelukkig gaat Bettie ook naar deze school . Bettie is haar vriendin van de basisschool, samen hebben ze veel beleefd . Alleen Bettie zit in een andere klas, dat is jammer . Ze hebben afgesproken om elkaar in de pauze op te zoe-ken . In de school hangen bordjes met de lokaalnummers erop, zodat Marijke haar lokaal snel gevonden heeft . Er staan steeds twee tafels naast elkaar . Marijke zoekt een plaatsje bij het raam . Voor haar zit-ten twee meisjes een beetje onderuitgezakt druk met elkaar te praten . Achter haar zijn de plaatsen nog leeg, maar al snel komen er meer kinderen het lokaal in . De tafel naast haar is nog leeg, tot een jongen voor de tweede keer langs loopt . Hij blijft staan en zegt: “Hoi, is deze plaats nog vrij?” Hij

© Eduforce 17

© Eduforce 17

kleurt ervan als hij het vraagt en kijkt wat naar de grond . “Ja hoor, hier zit nog niemand”, antwoordt Marijke . Ze weet niet wat te zeggen en kijkt naar de deur, waar een mevrouw naar bin-nen stapt . Dan wordt het stil in klas . De mevrouw stelt zich voor als mevrouw de Graaf . “Ik ben dit jaar jullie mentor . Mentor dat wil zeggen, degene die het meest met jullie te maken heeft . Als er problemen zijn of je weet iets niet, dan kun je het altijd aan mij vragen . Vandaag is een spannende dag voor jullie al-lemaal en voor mij ook een beetje, want we

beginnen aan een nieuwe periode in ons leven met allemaal nieuwe en veelal onbekende gezichten .“ Marijke kijkt naar het vriendelijke gezicht van mevrouw de Graaf, het stelt haar gerust dat er iemand is waar ze naar toe kan gaan . Mevrouw de Graaf vervolgt haar verhaal: “De meesten van jullie kennen elkaar niet, daar gaan we eerst eens verandering in brengen . Stel jezelf voor aan degene die naast je aan de tafel zit .” Onge-makkelijk kijkt Marijke naar de jongen naast haar: “Ik ben Marijke Bos”, zegt ze . “Ik ben Johan Paulusma”, zegt de jongen naast haar, terwijl hij langzaam kleurt . Marijke weet niet goed waar ze moet kijken, en kijkt daarom maar naar mevrouw De Graaf . Deze kijkt de klas rond .“Zo”, zegt ze, “Is dat jezelf voorstellen wat jullie doen? Hoe hoort het eigenlijk? Wie kan mij dat

kleurt ervan als hij het vraagt en kijkt wat naar de grond . “Ja hoor, hier zit nog niemand”, antwoordt Marijke . Ze weet niet wat te zeggen en kijkt naar de deur, waar een mevrouw naar bin-nen stapt . Dan wordt het stil in klas . De mevrouw stelt zich voor als mevrouw de Graaf . “Ik ben dit jaar jullie mentor . Mentor dat wil zeggen, degene die het meest met jullie te maken heeft . Als er problemen zijn of je weet iets niet, dan kun je het altijd aan mij vragen . Vandaag is een spannende dag voor jullie al-lemaal en voor mij ook een beetje, want we

beginnen aan een nieuwe periode in ons leven met allemaal nieuwe en veelal onbekende gezichten .“ Marijke kijkt naar het vriendelijke gezicht van mevrouw de Graaf, het stelt haar gerust dat er iemand is waar ze naar toe kan gaan . Mevrouw de Graaf vervolgt haar verhaal: “De meesten van jullie kennen elkaar niet, daar gaan we eerst eens verandering in brengen . Stel jezelf voor aan degene die naast je aan de tafel zit .” Onge-makkelijk kijkt Marijke naar de jongen naast haar: “Ik ben Marijke Bos”, zegt ze . “Ik ben Johan Paulusma”, zegt de jongen naast haar, terwijl hij langzaam kleurt . Marijke weet niet goed waar ze moet kijken, en kijkt daarom maar naar mevrouw De Graaf . Deze kijkt de klas rond .“Zo”, zegt ze, “Is dat jezelf voorstellen wat jullie doen? Hoe hoort het eigenlijk? Wie kan mij dat

18 © Eduforce

18 © Eduforce

© Eduforce 19

© Eduforce 19

vertellen?” De kinderen kijken elkaar aan, niemand steekt een vinger op . Marijke vraagt zich af wat er fout was aan je naam zeggen, wat bedoelt mevrouw de Graaf? Dan roept ze het meisje dat aan de voorste tafel zit voor de klas . Het meisje staat er giechelend bij, de armen strak langs haar lichaam . Mevrouw de Graaf loopt naar haar toe met een uitgestoken hand, kijkt haar aan en zegt: “Hallo, ik ben mevrouw de Graaf” . Het meisje schudt de hand en zegt half lachend: “Ik ben Elske de Laat” . “Niet zo zacht en lachen, meisje, zo kan ik je niet goed verstaan! Ik snap best dat het beetje eng is om zo voor de klas te staan met mij, maar ik weet nu niet hoe je heet!”Elske neemt een hap adem en zegt haar naam opnieuw, luid en duidelijk voor iedereen in de klas . Dan vraagt mevrouw de Graaf waar ze vandaan komt en wat haar hobby’s zijn . Elske ontspant zichtbaar, dit is niet eng . Mevrouw de Graaf laat zo alle kinderen voor de klas komen . Als Marijke aan de beurt is, vindt ze het wel spannend maar niet griezelig meer . Met uitgestoken hand loopt ze op mevrouw de Graaf toe . “Ik ben Marijke Bos, en ik woon in Damwoude” . “Welkom Marijke”, antwoordt mevrouw de Graaf, “vertel me eens iets over jezelf” . Marijke vertelt dat ze een jonger zusje heeft, Vera, waar ze veel mee optrekt . Samen hebben ze een verzorgpony, bij een boer aan de rand van de stad . Na haar is Johan aan de beurt . Johan vindt het nog wel eng om voor in de klas te staan, hij kijkt vaak naar zijn schoenen . Hij vertelt dat hij uit Giekerk komt en samen met zijn zus Marit naar Dokkum is gefietst . Mevrouw de Graaf vraagt hem naar zijn hobby’s en hij vertelt over de sterren, de zon en de maan . Aan het eind van het gesprekje is zijn hoofd vuurrood en gaat hij snel zitten .Als alle kinderen geweest zijn, krijgen ze een papier waar ze hun naam op moeten schrijven . Dit papier staat de komende week op elke tafel, zodat duidelijk is voor de leraren hoe iedereen heet .

vertellen?” De kinderen kijken elkaar aan, niemand steekt een vinger op . Marijke vraagt zich af wat er fout was aan je naam zeggen, wat bedoelt mevrouw de Graaf? Dan roept ze het meisje dat aan de voorste tafel zit voor de klas . Het meisje staat er giechelend bij, de armen strak langs haar lichaam . Mevrouw de Graaf loopt naar haar toe met een uitgestoken hand, kijkt haar aan en zegt: “Hallo, ik ben mevrouw de Graaf” . Het meisje schudt de hand en zegt half lachend: “Ik ben Elske de Laat” . “Niet zo zacht en lachen, meisje, zo kan ik je niet goed verstaan! Ik snap best dat het beetje eng is om zo voor de klas te staan met mij, maar ik weet nu niet hoe je heet!”Elske neemt een hap adem en zegt haar naam opnieuw, luid en duidelijk voor iedereen in de klas . Dan vraagt mevrouw de Graaf waar ze vandaan komt en wat haar hobby’s zijn . Elske ontspant zichtbaar, dit is niet eng . Mevrouw de Graaf laat zo alle kinderen voor de klas komen . Als Marijke aan de beurt is, vindt ze het wel spannend maar niet griezelig meer . Met uitgestoken hand loopt ze op mevrouw de Graaf toe . “Ik ben Marijke Bos, en ik woon in Damwoude” . “Welkom Marijke”, antwoordt mevrouw de Graaf, “vertel me eens iets over jezelf” . Marijke vertelt dat ze een jonger zusje heeft, Vera, waar ze veel mee optrekt . Samen hebben ze een verzorgpony, bij een boer aan de rand van de stad . Na haar is Johan aan de beurt . Johan vindt het nog wel eng om voor in de klas te staan, hij kijkt vaak naar zijn schoenen . Hij vertelt dat hij uit Giekerk komt en samen met zijn zus Marit naar Dokkum is gefietst . Mevrouw de Graaf vraagt hem naar zijn hobby’s en hij vertelt over de sterren, de zon en de maan . Aan het eind van het gesprekje is zijn hoofd vuurrood en gaat hij snel zitten .Als alle kinderen geweest zijn, krijgen ze een papier waar ze hun naam op moeten schrijven . Dit papier staat de komende week op elke tafel, zodat duidelijk is voor de leraren hoe iedereen heet .

20 © Eduforce

20 © Eduforce

Ontmoeten:

Loop naar de ander toe.

1.

Kijk de ander aan, sta rechtop.

2.

Geef de ander een stevige handdruk.

3.

Zeg duidelijk je naam.

4.

Luister goed naar de naam van de ander.

5.

Ontmoeten:

Loop naar de ander toe.

1.

Kijk de ander aan, sta rechtop.

2.

Geef de ander een stevige handdruk.

3.

Zeg duidelijk je naam.

4.

Luister goed naar de naam van de ander.

5.

© Eduforce 21

© Eduforce 21

OpdrachtenOpdracht 1

Marijke ging aan een tafel zitten met een lege tafel ernaast . Wat zou jij doen in dit geval?

Opdracht 2

Maak een gedichtje of tekening over kennismaken, een hand geven of jezelf voorstellen .

Opdracht 3

Oefen deze week thuis met jezelf voorstellen op de goede manier . Dit kan ook door voor een spiegel te gaan staan en net doen alsof je jezelf voorstelt . Let op je houding en wat je zegt .

Opdracht 4

Lees het verhaal hierna goed door en schrijf in het schema op of je er iets van jezelf uit herkent . Pro-beer het schema minimaal één keer in te vullen deze week .

OpdrachtenOpdracht 1

Marijke ging aan een tafel zitten met een lege tafel ernaast . Wat zou jij doen in dit geval?

Opdracht 2

Maak een gedichtje of tekening over kennismaken, een hand geven of jezelf voorstellen .

Opdracht 3

Oefen deze week thuis met jezelf voorstellen op de goede manier . Dit kan ook door voor een spiegel te gaan staan en net doen alsof je jezelf voorstelt . Let op je houding en wat je zegt .

Opdracht 4

Lees het verhaal hierna goed door en schrijf in het schema op of je er iets van jezelf uit herkent . Pro-beer het schema minimaal één keer in te vullen deze week .

22 © Eduforce

22 © Eduforce

Bang zijn

Alle mensen zijn wel eens bang, de een meer dan de ander en de een vaker dan de ander . Als je elke dag bang bent voor iets, dan is dat heel vervelend . Je kunt bang zijn om iets te doen, zoals een spreekbeurt houden of om iets uit je hoofd leren . Het kan zijn dat je daarbij bang bent dat je een onvoldoende haalt . Soms kennen kinderen thuis alles uit hun hoofd, maar zijn ze op school veel ‘vergeten’, omdat ze bang zijn dat het niet goed gaat . Sommige kinderen zijn bang dat ze niet mee mogen doen in de groep of dat ze afgewezen zullen worden door klasgenoten of vrienden . Andere kinderen zijn bang dat er iets fout gaat bij gymnastiek, tekenen of knutselen . Ze zijn dan zo bang dat iets wat ze wel kunnen, daardoor niet lukt .Angstige kinderen denken meestal dat ze iets niet kunnen . Die gedachte is zo sterk dat ze het echt geloven en het niet proberen of te zenuwachtig zijn, waardoor het mislukt . We noemen dit faalangst, het is heel vervelend als je het hebt, maar er is zeker wat aan te doen!

Lichamelijke reacties en klachten

Als je bang bent voor iets, dan reageert je lichaam daarop . Dat kan op verschillende manieren:Zweten ÍHartkloppingen ÍOverbeweeglijk zijn: friemelen of wiebelen en niet stil kunnen zitten ÍSnel ademen of diep zuchten ÍStotteren Í

Bang zijn

Alle mensen zijn wel eens bang, de een meer dan de ander en de een vaker dan de ander . Als je elke dag bang bent voor iets, dan is dat heel vervelend . Je kunt bang zijn om iets te doen, zoals een spreekbeurt houden of om iets uit je hoofd leren . Het kan zijn dat je daarbij bang bent dat je een onvoldoende haalt . Soms kennen kinderen thuis alles uit hun hoofd, maar zijn ze op school veel ‘vergeten’, omdat ze bang zijn dat het niet goed gaat . Sommige kinderen zijn bang dat ze niet mee mogen doen in de groep of dat ze afgewezen zullen worden door klasgenoten of vrienden . Andere kinderen zijn bang dat er iets fout gaat bij gymnastiek, tekenen of knutselen . Ze zijn dan zo bang dat iets wat ze wel kunnen, daardoor niet lukt .Angstige kinderen denken meestal dat ze iets niet kunnen . Die gedachte is zo sterk dat ze het echt geloven en het niet proberen of te zenuwachtig zijn, waardoor het mislukt . We noemen dit faalangst, het is heel vervelend als je het hebt, maar er is zeker wat aan te doen!

Lichamelijke reacties en klachten

Als je bang bent voor iets, dan reageert je lichaam daarop . Dat kan op verschillende manieren:Zweten ÍHartkloppingen ÍOverbeweeglijk zijn: friemelen of wiebelen en niet stil kunnen zitten ÍSnel ademen of diep zuchten ÍStotteren Í

© Eduforce 23

© Eduforce 23

Veel plassen ÍDiarree ÍBuikpijn, maagpijn, hoofdpijn, misselijkheid, niet kunnen eten of soms overgeven ÍSlecht slapen Í

Deze reacties zijn voor een buitenstaander niet altijd even duidelijk te zien . Veel kinderen met faal-angst weten ze te verbergen .

Gedrag van angstige kinderen

Kinderen die angstig zijn, laten vaak gedrag zien dat weinig zin heeft . We noemen dit niet-effectief gedrag . Dat wil zeggen, dat hoe je reageert je niet helpt . Er zijn drie verschillende soorten niet-effectief gedrag:

Sommige kinderen reageren door niet te reageren . Als er iets gebeurt wat hen angst bezorgt, 1 . doen ze niets . Ze trekken zich terug, houden zich stil of accepteren de schuld over iets wat ze niet gedaan hebben . Door dit gedrag worden deze kinderen vaak genegeerd door anderen of gepest . Het zijn onopvallende kinderen, je hoort of ziet ze weinig . In de klas steken ze als laatste hun vinger op, ze protesteren niet als ze niet mee mogen doen in een spel . We noemen deze manier van reageren wegkruipen. Er zijn kinderen die reageren door te gaan huilen, te discussiëren, een ander de schuld te geven 2 . of het probleem te ontkennen . Zij weten van niets en hebben het nooit gedaan . Dit gedrag mag

Veel plassen ÍDiarree ÍBuikpijn, maagpijn, hoofdpijn, misselijkheid, niet kunnen eten of soms overgeven ÍSlecht slapen Í

Deze reacties zijn voor een buitenstaander niet altijd even duidelijk te zien . Veel kinderen met faal-angst weten ze te verbergen .

Gedrag van angstige kinderen

Kinderen die angstig zijn, laten vaak gedrag zien dat weinig zin heeft . We noemen dit niet-effectief gedrag . Dat wil zeggen, dat hoe je reageert je niet helpt . Er zijn drie verschillende soorten niet-effectief gedrag:

Sommige kinderen reageren door niet te reageren . Als er iets gebeurt wat hen angst bezorgt, 1 . doen ze niets . Ze trekken zich terug, houden zich stil of accepteren de schuld over iets wat ze niet gedaan hebben . Door dit gedrag worden deze kinderen vaak genegeerd door anderen of gepest . Het zijn onopvallende kinderen, je hoort of ziet ze weinig . In de klas steken ze als laatste hun vinger op, ze protesteren niet als ze niet mee mogen doen in een spel . We noemen deze manier van reageren wegkruipen. Er zijn kinderen die reageren door te gaan huilen, te discussiëren, een ander de schuld te geven 2 . of het probleem te ontkennen . Zij weten van niets en hebben het nooit gedaan . Dit gedrag mag

24 © Eduforce

24 © Eduforce

je van kinderen tot een jaar of vier verwachten, maar niet meer bij kinderen van 10 jaar . Het laat gedrag zien dat niet bij de leeftijd past . Dit gedrag noemen we eveneens wegkruipen, want het kind wil zich verbergen voor zijn echte leeftijd . Als laatste zijn er kinderen die agressief gedrag vertonen . Zij vallen het meest op . Zodra hen iets 3 . niet zint, slaan ze er op of beginnen direct te schreeuwen, dreigen, uitschelden of ontkennen van de omstandigheden . Slaan, schoppen, duwen of met voorwerpen smijten komt regelmatig voor . Zij voelen zich daar meestal niet schuldig over, het is hun manier van doen, en een ander moet dat maar accepteren . Ze proberen door dit gedrag of clownesk gedrag de aandacht op zich te vestigen . We noemen dit knokken.

Oplossing voor dit gedrag

Het kan zijn dat je jezelf herkent in het bovenstaande . Er is een oplossing voor dit probleem, je zult er wel aan moeten werken . Het begint met rustig blijven, de ander aankijken en rechtop staan . De situ-atie zien zoals hij werkelijk is en daar realistisch over denken, dus zonder er dingen bij te bedenken die er niet zijn .Dat kun je oefenen, het heet aanpakken.

Dat gaat niet zomaar, omdat je gewend bent te reageren zoals je doet . Eerst zul je je eigen gedrag moeten leren herkennen, dan kun je het aanpakken . Je eigen gedrag herkennen kan aan de hand van het schema op de volgende bladzijden .

je van kinderen tot een jaar of vier verwachten, maar niet meer bij kinderen van 10 jaar . Het laat gedrag zien dat niet bij de leeftijd past . Dit gedrag noemen we eveneens wegkruipen, want het kind wil zich verbergen voor zijn echte leeftijd .

3 . Als laatste zijn er kinderen die agressief gedrag vertonen . Zij vallen het meest op . Zodra hen iets niet zint, slaan ze er op of beginnen direct te schreeuwen, dreigen, uitschelden of ontkennen van de omstandigheden . Slaan, schoppen, duwen of met voorwerpen smijten komt regelmatig voor . Zij voelen zich daar meestal niet schuldig over, het is hun manier van doen, en een ander moet dat maar accepteren . Ze proberen door dit gedrag of clownesk gedrag de aandacht op zich te vestigen . We noemen dit knokken.

Oplossing voor dit gedrag

Het kan zijn dat je jezelf herkent in het bovenstaande . Er is een oplossing voor dit probleem, je zult er wel aan moeten werken . Het begint met rustig blijven, de ander aankijken en rechtop staan . De situ-atie zien zoals hij werkelijk is en daar realistisch over denken, dus zonder er dingen bij te bedenken die er niet zijn .Dat kun je oefenen, het heet aanpakken.

Dat gaat niet zomaar, omdat je gewend bent te reageren zoals je doet . Eerst zul je je eigen gedrag moeten leren herkennen, dan kun je het aanpakken . Je eigen gedrag herkennen kan aan de hand van het schema op de volgende bladzijden .

© Eduforce 25

© Eduforce 25

Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Groep . . . . . . . . . . . . .

Gebeurtenis:

De situatie zoals ik hem zie

De situatie vanachter een film-

camera gezien

De situatie zoals ik hem had

willen zien

Gevoel:

Wat voelde je?

Wat had je willen voelen? Dit doe ik de volgende keer

Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Groep . . . . . . . . . . . . .

Gebeurtenis:

De situatie zoals ik hem zie

De situatie vanachter een film-

camera gezien

De situatie zoals ik hem had

willen zien

Gevoel:

Wat voelde je?

Wat had je willen voelen? Dit doe ik de volgende keer

26 © Eduforce

26 © Eduforce

Gedachte:

Wat dacht je?

Wat had je willen denken? Dit denk ik de volgende keer

Gedrag:

Wat deed je?

Wat had je willen doen? Dit doe ik de volgende keer

Gedachte:

Wat dacht je?

Wat had je willen denken? Dit denk ik de volgende keer

Gedrag:

Wat deed je?

Wat had je willen doen? Dit doe ik de volgende keer

Recommended