20
Anders Gewoon Mooi anders ik ben moe zegt ze niet maar ze legt haar hoofd op m'n schouder ik heb honger zegt ze niet maar ze slaat haar vingers in de richting van haar mond ik heb je lief zegt ze niet maar ze laat het gewoon merken Ad Goos

anders_gewoon

Embed Size (px)

DESCRIPTION

ik heb honger zegt ze niet maar ze slaat haar vingers in de richting van haar mond ik heb je lief zegt ze niet maar ze laat het gewoon merken Mooi anders Ad Goos Eindredactie: Greet De Ridder, Veerle Meuleman en Bart Geenen Cartoons: Duppe Foto’s: uit het archief van Chirojeugd-Vlaanderen Vormgeving: Jan Van Bostraeten Taalcorrectie: Karen Cornelis 2 Deze brochure is het resultaat van denk- en doewerk van de Werkgroep rond ‘integratie van mensen met een handicap in de Chiro’.

Citation preview

Page 1: anders_gewoon

Anders Gewoon

Mooi anders

ik ben moezegt ze nietmaar ze legt haar hoofd op m'n schouder

ik heb hongerzegt ze nietmaar ze slaat haar vingersin de richting van haar mond

ik heb je liefzegt ze nietmaar ze laat het gewoon merken

Ad Goos

Page 2: anders_gewoon

2

Anders gewoon, gewoon anders

Deze brochure is het resultaat vandenk- en doewerk van de Werkgroeprond ‘integratie van mensen met eenhandicap in de Chiro’.

Eindredactie: Greet De Ridder, VeerleMeuleman en Bart GeenenCartoons: DuppeFoto’s: uit het archief vanChirojeugd-VlaanderenVormgeving: Jan Van BostraetenTaalcorrectie: Karen Cornelis

INHOUDSTAFEL:

Inhoudstafel ........................................................................................................ 2Voorwoord ........................................................................................................... 3Visietekst rond inclusie ........................................................................................ 4Over een goede begeleidingshouding ................................................................ 7Tips voor begeleiders ......................................................................................... 11Aangepaste activiteiten .................................................................................... 15Nuttige adressen ............................................................................................... 19Spel rond ‘de draagkracht van de leidingsploeg’ .............................................. 20

Page 3: anders_gewoon

3

BESTE,Voor je ligt een nieuwe brochure met als onderwerp “mensen met een han-dicap in de Chiro”.Een beetje gek, zal je misschien denken, want in de Chiro draaien al vele jarenkinderen en jongeren met een handicap mee. Het is echter nog maar sindskort dat er ook op nationaal niveau gewerkt wordt rond dit thema. Vorigjaar werd een werkgroep opgericht om eens na te gaan wat wij op nationaalniveau kunnen doen om de Chiro inderdaad ook op dit vlak open te stellenvoor alle kinderen en jongeren.Deze brochure is het resultaat van heel wat denk- en doewerk. Ze is ergekomen vanuit een noodzaak om chirogroepen een houvast, een hulpmid-del aan te reiken om zich een beetje te verdiepen in het onderwerp.We hebben niet de pretentie volledig te zijn. Wel willen we jullie een beetjebegeleiden in het streven om als chirogroep zoveel mogelijk open te staanvoor alle kinderen en jongeren.Je vindt hierin een visietekst rond inclusie, een woord dat ‘in’ is in de pedago-gie. Naast dit ideaalbeeld dat we met de Chiro willen nastreven, vind je ooknog heel wat nuttige informatie en tips: activiteiten die je kan spelen met jegroep of manieren om ze aan te passen, adressen waar je terecht kan voormeer informatie i.v.m. handicaps, getuigenissen van succesverhalen,…Al deze dingen kunnen je helpen om ook van jullie inclusie-verhaal een suc-cesverhaal te maken.Waarschijnlijk zit je ook na het lezen van de brochure nog met een aantalvragen. Aarzel niet om ze te stellen. Samen weten we meer dan alleen.Heel wat mensen weten veel over het onderwerp, en helpen je graag verder.

Wat je vooral nodig hebt om kinderen en jongeren met een handicap telaten deelnemen aan je Chiro, is een hoop enthousiasme.

Veel plezier ermee!

“MENSEN MET EEN HANDICAP

IN DE CHIRO”

Page 4: anders_gewoon

Op zekere dag besloten de dieren in het bos dat hun kinderen veel moesten leren omstraks de moderne bosproblemen te kunnen oplossen.Ze installeerden een bestuur dat bestond uit een beer, een hert en een bever. Datbestuur moest ervoor zorgen dat alle dieren zouden leren om te overleven in dezewereld die meer en meer door mensen naar de verdoemenis werd geholpen. Het huur-de een egel in die de kindertjes moesten opvoeden. Hij moest ze leren rennen, klimmenen vliegen. Het eendje was de beste zwemmer – in feite was het beter dan de egel – maar voorvliegen was het heel erg zwak en rennen kon het helemaal niet. Omdat het eendje zoslecht was in rennen, vond de egel dat het thuis elke avond twee uur moest oefenen.Het arme eendje werd daar zo moe van, zijn pootjes begonnen echt pijn te doen, dathet zelfs geen zin meer had om nog te zwemmen.Het eekhoorntje was een kei in klimmen, maar was zeer gefrustreerd tijdens de vlieg-lessen. De egel wou immers dat het eekhoorntje zou starten van op de grond, terwijldie zelf liever van boom tot boom wou vliegen. Het geraakte zodanig overstuur dathet na verloop van tijd lusteloos toekeek en niet meer wou deelnemen.De arend was een probleemkind en werd vaak gestraft. Tijdens het klimmen bereiktehij de boomtoppen vlugger dan eender wie, maar hij wou dit steeds op zijn eigenmanier doen. Daarom zette de egel hem in de hoek met ezelsoren op het hoofd.Het konijntje startte als kampioen voor rennen maar kreeg een zenuwinzinking vandat zwemmen.Na enkele maanden bleek dat een abnormale paling, die redelijk goed kon zwemmenen die ook kon rennen, klimmen en een beetje vliegen, het troetelkind was van de egel.Pa prairiehond wou zijn kindertjes niet meer laten opvoeden door de egel. Hij huurdeeen das in voor wie alle dieren troetelkindjes waren. Na een tijd vond de hond steunbij een wild zwijn en samen stichtten ze een privé-school, die al vlug een succes bleek.De egel werd ontslagen, tot grote opluchting van alle dieren in het bos die zagen dathet goed was dat al hun kindertjes zich gelukkig voelden en veel bijleerden.

4

Anders gewoon, gewoon anders

INLEIDING: EEN FABELTJE… (DE FEVER, 1999)

Page 5: anders_gewoon

In onze samenleving komt degedachte dat iedereen moet toege-laten worden en volwaardig kunnendeelnemen, steeds meer naar voor.Verschillen in huidkleur, geslacht, ras,talenten en mogelijkheden mogengeen reden zijn om bepaalde men-sen uit te sluiten. In verdragen vande rechten van de mens staat datiedereen recht heeft op deelname ennon-discriminatie. Ook personenmet een handicap moeten kunnendeelnemen aan een gewone opvoe-ding en vrijetijdsbesteding. Tot voor kort dacht men dat men-sen met een handicap het bestekonden geïntegreerd worden doorhen zo normaal mogelijk te maken.Ze horen er pas bij als ze er –net alswij – normaal uitzien, naar eengewone school gaan, in een eigenhuis wonen en een druk sociaal levenhebben. Door allerlei specialistenworden deze mensen geholpen omnormaal te zijn op het gebied vanonderwijs, arbeid en vrije tijd. Hetvraagt heel wat van mensen metbeperkingen om te kunnen voldoenaan de normen die door ‘normale’mensen opgesteld zijn. We willenhen wel aanvaarden binnen onzeschool, onze kring, maar dan wel oponze voorwaarden. In het verhaalwordt door het bestuur van het bosde norm vooropgesteld dat iedereen

even goed moet kunnen zwemmen,klimmen, vliegen en rennen. Algauw wordt duidelijk dat dit een idi-oot ideaal is, want de dieren zijn teverschillend om hieraan te kunnenvoldoen. Binnen deze visie is men ook ijverigaan de slag met discriminerende eti-ketten als handicap, leerprobleem,enzovoort. Eens mensen dit labelopgekleefd krijgen gaan ze zichsteeds meer gedragen als ‘gehandi-capt’ of ‘probleemkind’, waardoor dehulp die ze nodig hebben steeds toe-neemt. Deze kinderen, jongeren envolwassenen zijn niet gelukkig. Zemoeten voortdurend inspanningenleveren om er ‘normaal’ uit te zien,om te slagen op school, om erbij tehoren, …. Net zoals het eendje inhet verhaal urenlang moet oefenenom het rennen onder de knie te krij-gen zodat het na verloop van tijdgeen zin meer heeft om nog iets teleren. Ondanks alle hulp, behandeling entherapie lukt het ons niet om ieder-een gelijk te maken. Er blijven heelwat kinderen naar speciale voorzie-ningen gaan. Zij kunnen niet vol-doen aan de eisen van de gewoneschool, sportclub of jeugdbeweging.

In tegenstelling tot het vorige,waarbij men ervan uitgaat dat

iedereen zoveel mogelijk gelijk moetzijn en alles even goed moet kunnen,komt er stilaan een visie op de voor-grond waarin men vertrekt vanuithet feit dat alle mensen verschillendzijn. Deze visie krijgt de naam ‘inclu-sie’; wat zoveel betekent als ‘deelzijn van het geheel, erbij horen’.Iedereen heeft beperkingen, maariedereen heeft evenveel talenten enmogelijkheden. Net zoals de eek-hoorn uit het fabeltje heel goed is inklimmen, maar moeite heeft metvliegen en het konijn goed kan ren-nen maar minder goed kan zwem-men. Kinderen die allemaal verschillendzijn kunnen heel wat leren vanelkaar, meer dan wat kinderen metgelijke mogelijkheden kunnen opste-ken van elkaar. Daarom wil menvanuit de inclusie-visie zoveel moge-lijk afstappen van speciale instellin-gen, scholen en groeperingen voormensen met bepaalde beperkingen.Indien het eendje wat hulp zou krij-gen van het eekhoorntje, dan zouhet misschien toch een beetje kun-nen klimmen. Maar hoe moet eengroep met alleen maar eendjes lerenklimmen?Binnen de inclusie-visie wil men nietvoortdurend de mensen aanpassenaan de eisen van de samenleving,maar wil men de omgeving een

5

Anders gewoon, gewoon anders

Page 6: anders_gewoon

beetje veranderen zodat iedereenkan deelnemen en leren hetgeen hijof zij kan leren. Hiervoor krijgtiedereen de hulp die hij of zij nodigheeft waar en wanneer het nodig is. Vertaald naar het onderwijs bete-kent dit dat alle kinderen samen inde klas zitten en dat leerkrachtenbepalen wie welke sommen zal kun-nen oplossen en wie welke boekenen verhalen zal kunnen lezen.Iedereen zal even veel zijn best moe-ten doen en werken volgens zijn ofhaar mogelijkheden. Ook in de Chiro biedt inclusie heelwat mogelijkheden. Sommige kin-deren kunnen minder snel lopenmaar kunnen dan weer prachtig zin-gen. Sommigen kunnen moeilijkraadsels oplossen maar zijn de bes-ten in Dikke Bertha. En verschillendals alle chiroleden zijn, kunnen ze1001 dingen van elkaar leren. Hetvraagt heel wat inspanning en cre-ativiteit van chiroleiding om uit tevissen wat iedereen goed en mindergoed kan en om hiermee rekeningte houden in een spelactiviteit. Tochkozen wij met de werkgroep voordeze visie en geloven wij in demogelijkheden ervan.

6

Anders gewoon, gewoon anders

Page 7: anders_gewoon

Voor de eerste keer op weekend. De rakwi’s zijn klaar om in bed te dui-ken. De sfeer is uitgelaten. Greet is een gemakkelijk slachtoffer. Ze kanmentaal niet mee met de rest en moet het dan ook bekopen. Tot ze vanmiserie begint te huilen …

Bart zit in een rolstoel. Dat maakt het een stuk moeilijker om activiteitente vinden die alle tito’s graag doen en waaraan ook Bart kan meedoen.Op een zondag stelt één van de andere tito’s enthousiast voor om eenfietstocht te maken. Er is echter geen regeling getroffen om Bart ook tekunnen betrekken. Je weet niet goed wat te zeggen, maar plots krijg jehulp. Kris werpt op dat Bart toch moet kunnen meedoen, en hij steltprompt een dorpsspel voor. De anderen zijn enthousiast, Bart is in stiltegelukkig om de spontane solidariteit.

7

Anders gewoon, gewoon anders

OVER EEN GOEDE BEGELEIDINGSHOUDING

Als je als leider of leidster in een afdeling staat met een kind of een jongeremet een handicap kom je wel eens voor aparte situaties te staan.

Hoewel, natuurlijk.Klopt dat wel?

Rakwi’s zullen altijd wel kinderen zoeken om te pesten. Tito’s zullen altijdwel activiteiten voorstellen die niet voor iedereen geschikt zijn. Een afdelingis altijd een groep mensen die behoorlijk van elkaar verschillen. Iedereenheeft zo zijn eigenaardigheden (dat hoeven we jou wellicht niet te vertellen).Daarom hoef je het in je zoektocht naar een aangepaste begeleidingshou-ding niet zo ver te gaan zoeken. Als je de uitgangspunten voor een goedebegeleidingshouding in de Chiro toepast, kom je al een heel eind. Natuurlijkzijn er (afhankelijk van de handicap) ook nog wel enkele specifieke tips die jekan toepassen.Deze tips vind je verder in de brochure.

1. Begeleiden (in de Chiro)

Volgende vuistregels gelden in deChiro (waarschijnlijk zijn er nog eenheel pak te bedenken, maar goed).Je kan er rekening mee houden alsje je leden begeleidt, of ze nu eenhandicap hebben of niet.

Vertrekkend vanuit de leden

Als je als leider of leidster met Chirobezig bent, vertrek je in de eersteplaats van wat de leden bezighoudt,niet vanuit wat jezelf bezighoudt.Wat is voor hen belangrijk? Waarzijn zij mee bezig? Veel zal te maken hebben met watze thuis horen en wat ze daar moe-ten of niet mogen. Veel zal temaken hebben met hun school enhoe ze zich daar voelen. Veel zal temaken hebben met hun leeftijdsge-noten, welke vrienden ze hebben enhoe ze daar mee omgaan. En dan is er natuurlijk ook nog hunpersoontje: Hoe is hun karakter,wat zijn hun mogelijkheden enbeperkingen?

Zorg dat je leden in de Chiro ‘op ver-

Page 8: anders_gewoon

haal’ kunnen komen, en dat ze eenseen uitlaatklep hebben om alles vanzich af te spelen.

Je eigen plaatsje

Als leider of leidster heb je een eigenplaatsje in het leven van de leden.Zij komen nog met mensen in aan-raking die hen ‘begeleiden’, maareigenlijk ben jij met geen van hen tevergelijken.

Een chiroleid(st)er is niet hetzelfdeals een leraar. Een leraar is immersin de eerste plaats bezig met hetoverbrengen van kennis, en heeft debedoeling dat leerlingen braaf zittenen luisteren. In de Chiro mogen deleden spelen, zich uitleven, zichzelfzijn. Ze komen er als volledige per-soon naartoe, er is plaats voor watze weten, maar ook voor wat zevoelen, voor wie ze zijn.

Een chiroleid(st)er is niet hetzelfdeals een vader of een moeder. Eenvader en moeder hebben ze voor hetleven. Hun invloed is zeer groot, zekunnen er nooit met een volledignieuwe lei bij beginnen. Een chirol-eid(st)er hebben ze maar voor even,het is een lotgenoot in een bepaaldeperiode van het leven. Op bepaaldemomenten kan je als vertrouwensfi-

guur dan ook een meer aanvullenderol spelen bij die van de ouders.

Maar een chiroleid(st)er is ook niethetzelfde als een leeftijdsgenoot. Jehebt immers meer ervaring dan jeleden, je hebt je eigen overtuiging,en je hebt je verantwoordelijkheidals leid(st)er. Het is dus niet debedoeling om alles wat je ledendoen, zomaar goed te keuren. Alsze vandalenstreken willen uithalen,moet je dat uiteraard voorkomen.Als ze andere leden het bloed vanonder de nagels pesten, moet jeingrijpen (en eigenlijk liefst vroeger).

Observeren en reageren

observerenAls leid(st)er is het belangrijk dat jekan zien, luisteren en aanvoelen water bij je gasten omgaat. Dat veron-derstelt een bepaalde positie tenopzichte van de groep. Doet ieder-een mee? Krijgt iedereen voldoendekans en staat niemand aan de kant?Zit er niemand in de rats? Het magniet blijven bij constateren. Je moeter iets mee doen.

reagerenAls iets je opvalt, is het uiteraard debedoeling om te reageren.Wegblijven van de Chiro kan zo’nsignaal zijn. Ga na waarom iemandniet meer komt. Loop er eens langsof telefoneer even. Misschien kan jede reden van het ongenoegen welwegnemen. Misschien volstaat eentelefoontje om hem of haar terugzin te doen krijgen.

Waar willen we naartoe?

Je begeleidingshouding moet eropgericht zijn dat je leden zich uitein-delijk goed voelen in de afdeling endat ze graag en enthousiast naar deChiro komen. Je zal dus moetenwerken aan de ‘veiligheid’ en je zalde leden ook moeten ‘stimuleren’.

werken aan veiligheidProbeer de leden geborgenheid enveiligheid te bieden. Reageer tegenuitsluiting. Begroet iedereen éénvoor één op zondagnamiddag, engeef hen de tijd om opnieuw wat tewennen.

8

Anders gewoon, gewoon anders

Page 9: anders_gewoon

Zich veilig weten in de groep noe-men we psychische veiligheid. Maarook de fysieke veiligheid is belangrijk.Voor dit laatste ben jij verantwoor-delijk. Kies geen te gevaarlijke spel-vormen en -materialen. Voorkomongelukken door een goede en ver-antwoorde opbouw van de activi-teit. Let op voor gevaarlijke situ-aties. Veiligheid is een aspect waarinje je niet afwachtend kunt opstellen.Maatregelen moet je, wat ditbetreft, direct treffen.

stimulerenJouw enthousiasme kan je op jegasten overdragen. Dat begintuiteraard bij jezelf: beleef je er zelflol aan? Laat mensen merken watje ervan vindt.Speel zelf zoveel mogelijk mee.Zet mensen aan om ook mee tedoen met dingen waar ze niet zogoed in zijn of die ze niet gewoonzijn.Hier schuilt echter ook een gevaar.Stimuleren is immers niet hetzelfdeals forceren. Overvraag je ledenniet.

9

Anders gewoon, gewoon anders

Enkele tips

actief luisterenMaak tijd voor je gasten. En niet alleen voor de groep, maar ook voor elk lidindividueel. Zorg dat je met elk van hen persoonlijk ook een praatje gemaakthebt, voor de zondagnamiddag om is. Als je één van je leden buiten de Chiro tegenkomt, blijf dan even staan, maaker tijd voor. Onnozele aandachtspunten misschien, maar ze kunnen wonde-ren doen. Actief luisteren wil dus eigenlijk zeggen dat je alle gasten de kansgeeft om een boodschap te geven. Ga zelf op zoek naar leden die niet van-zelf uit hun schelp komen.Actief luisteren wil ook zeggen dat als één van je leden een boodschap geeft,dat je die ook weet in te schatten.

ik-boodschappenAls je tegen je leden praat, praat dan uit jezelf. Meen wat je zegt, en formu-leer het in een de ik-vorm. Wees zo concreet mogelijk.Bv. Zeg niet: Bart en Els, jullie moeten meespelen, want anders gaat jullie

ploeg verliezen en dan is dat jullie fout. Dit is echt een bevel, een verwijt ook, en het zal de leden in kwestie nietecht motiveren om mee te doen.Zeg wel: Bart en Els, ik zou graag hebben dat jullie meedoen. Ik heb graagdat iedereen meespeelt en begrijp ook niet waarom jullie niet meedoen.Dit is veel meer uitnodigend, veel eerlijker ook. Je verschuilt je niet achterhet mogelijk verlies van hun ploeg; het gaat erom dat je zelf wil dat zemeespelen.

bevestigenDe gasten komen één dag in de week naar de Chiro. Vijf dagen zitten ze opschool. Sommige leraars doen knappe dingen, maar de algemene teneur opschool blijft er één van presteren en goede punten halen. In de Chiro moe-ten we tegengewicht kunnen bieden. Eén van die manieren is het bevestigenvan onze leden. We hebben graag dat ze naar de Chiro komen. We sprekendan ook regelmatig onze appreciatie uit over wat ze doen en wat ze laten, inde Chiro of daarbuiten.

Page 10: anders_gewoon

leden creatief laten zijnDe leden echt au sérieux nemen, betekent ze niet in een keurslijf steken. Alsje een programma hebt voorbereid, maar ze komen met andere ideeën af,speel dan in op hun ideeën. Hou niet krampachtig vast aan je voorbereiding,die je minuut na minuut wil naleven. Maak je programma’s zo, dat je hun creativiteit prikkelt. Dat je ze uitdaagtom zelf het heft in handen te nemen.

10

Anders gewoon, gewoon anders

Page 11: anders_gewoon

11

Anders gewoon, gewoon anders

Een kind of jongere met een handicap in je groep is niet evident. Het vraagtheel wat extra denkwerk en bijsturing. Dé manier om hét type kind teondersteunen bestaat niet, denken we. Wat je hieronder vindt, is een was-lijst aan tips. We kozen om een aantal problematieken meer te belichten.Het gaat hier om handicaps die het vaakst gesignaleerd worden binnen chi-rogroepen.Misschien zal je sommige tips overdreven vinden. Bedenk wel dat er gradatiesmogelijk zijn. Toch kunnen kinderen die slechts een lichte vorm vertonen ookveel baat hebben bij een aantal tips. We hangen nu de was buiten, hopelijkkan je er iets van oppikken!

TIPS VOOR TRIPS

Licht mentale handicap

Deze kinderen en jongeren zijn vaakeen krak in het camoufleren vanhun probleem. Zij hebben vooralmoeilijkheden met zeer typischeschoolse vaardigheden (lezen, reke-nen, schrijven, …). Zolang dit nietaan bod komt, kunnen zij hun man-netje wel staan. Als je echter watmeer gaat “peuteren”, zal je merkendat ook andere abstracte zakenmoeilijk liggen, dat hun woorden-schat beperkter is. Vooral binnen dejongste afdelingen zijn de proble-men minder merkbaar. Ze zijn mis-schien wat trager in het begrijpenvan opdrachten maar voor de restdoen zij gewoon mee. Vanaf detito-leeftijd zien we het probleemopduiken dat het voor hen moeilij-

ker wordt om bij de groep te blijvenaansluiten: ze volgen een anderonderwijssysteem, kunnen zich nietprofileren met hun schoolresulta-ten, … Overlevingsstrategieën zul-len dus meer en meer de boven-hand nemen. Die laatste zijn daar-om niet altijd positief maar nietszegt dat hierrond niet kan gepraatworden.

Tips

x Voorzie binnen je activiteiten ookopdrachten die niet steunen opschoolse vaardigheden.

x Hou het aantal spelregels beperkt.x Wanneer je een activiteit uitlegt,

pas ze dan toe op een kind zodatalles concreter wordt (bv. Als Jande tikker is, dan moet hij driemaal

fluiten).x Verander je spelregels niet te plots

en te vlug: speel lang genoeg meteen aantal spelregels en leg hetspel volledig stil wanneer je eenaanpassing uitvoert.

x Maak je taal niet te moeilijk:gebruik concrete woorden in kortezinnen.

x Overvraag hen niet in het nemenvan verantwoordelijkheid.

x De kracht van het onderwijs isjuist dat er voor kinderen en jon-geren veel mogelijkheden zijn omop hun niveau onderricht te krij-gen. Tracht daarom alle onder-wijsvormen (BLO, BSO, TSO, ASO,BuSO, alternatieve onderwijsvor-men, ...) naast elkaar te kaderen.

x Hou vanaf de tito-leeftijd nogsterker in het oog of zij nog aan-

Page 12: anders_gewoon

12

Anders gewoon, gewoon anders

sluiting vinden binnen de groep,zowel naar interesses als op emo-tioneel vlak.

x Beschouw het als positief dat zijzich binnen de middengroep kun-nen profileren.

x Hou er rekening mee dat zij ersoms omwille van redenen dievoor jou niet duidelijk zijn, er nietzullen staan.

x Tracht hun overlevingsstrategieënruimer te kaderen dan bij je andereleden; tracht deze naar de anderenook te duiden en duidelijk temaken dat iedereen op één ofandere manier “overleeft”.

Autismespectrum

Het “rainman-type” zalje binnen je groep nietvlug tegenkomen.Toch zijn er een pakkinderen en jonge-ren die binnen ditautismespectrumvallen. Het woordspectrum wijst eral op dat er heelwat gradaties, vor-men… bestaan.Neem daarbij dat ernog geen gekloondemensen rondlopen enje beseft ook dat we

geen afgelijnd persoonstype kunnenopmaken. Toch zijn er een aantalzaken die typisch te noemen zijnvoor deze handicap.

Tips

x Ze beschikken vaak over splinter-vaardigheden, zaken waarin ze een“krak” zijn. Hun ouders zullen dezezeker kennen. Informeer je hier-over en tracht ze ook eens aanbod te laten komen.

x Maak je speluitleg zo concreetmogelijk, vermijd abstracte ele-menten.x Zorg dat je je zinnen korthoudt, ze hebben meer tijd nodigom een zin te analyseren.

x Niet onmiddellijk reagerenkomt vaak doordat het netiets langer duurt om eenopdracht te begrijpen.x Herhaal een aantal

keer je opdracht op netdezelfde manier, zodat ze dekans krijgen deze te verwer-ken.x Hou in je achterhoofd dat zijtaal heel letterlijk nemen;interpreteer dit niet als eenmanier om je uit te dagen (bv. de

kaarten schudden kan gewoon zijndie kaarten op en neer bewegen).

x Woorden als ‘straks’, ‘later’, ‘mis-

schien’ kunnen voor hen weinigduidelijk zijn.

x Wanneer je een activiteit wil doenwaarin je leden en bepaalde rolmoeten spelen, onthoud dan dathet voor hen ofwel erg moeilijk isom in die rol te treden of net eensuperveilige manier is om in degroep te bewegen.

x Strategiespelen zijn voor hen nietzo gemakkelijk omdat ze zichmoeilijker kunnen inleven in ande-re personen; misschien is het welmakkelijker als je hen samenzetmet iemand anders.

x Voorzie voldoende tijd of een hulp-middel wanneer je voorwerpen

verstopt; geef hen bijvoorbeeldeen afbeelding van hetvoorwerp waarnaar ze op

zoek moeten gaan.x Bied hen voldoende

structuur en concre-tiseer dit indienmogelijk. Zo kanje je programma

overlopen in tijd,maar een over-zicht met teke-

ningen of prentenmaakt het voor hen makkelijker.

x Wanneer je hen verantwoordelijk-heid geeft, schat dan vooraf deverschillende aspecten in zodat je

hen niet overvraagt; maak

Page 13: anders_gewoon

13

Anders gewoon, gewoon anders

deze verantwoordelijkheid ook zoconcreet mogelijk.

x Tracht niet-zichtbare zaken voorhen te vertalen: benoem voor henemoties, interacties, gevoelens vananderen.

x Laat hen binnen vrije momentende ruimte om soms bizar gedragte vertonen, voor hen is dit eenmanier om zich veilig te voelen,om een overlevingsstrategie teontwikkelen.

x Beschouw gebrek aan oogcontactniet als onbeleefd of tegendraads,vaak is dit voor hen erg bedrei-gend.

x Doordat zij zich moeilijker kunnenverplaatsen in een ander, is hetvoor hen moeilijker om bij conflic-ten tot een oplossing te komen.Tracht daarom de andere partijduidelijk te laten verwoorden waardie het moeilijk mee heeft.

ADHD (Attention DeficitHyperactivity Disorder)

Lopen rennen springen zitten sprin-gen lopen huppen wiebelen schop-pen springen op de stoel naast destoel onder tafel boven tafel... Hetbeeld bij uitstek van een overbe-weeglijk kind. Een stuk klopt hetook wel maar daarnaast zijn er nog

wel een aantal elementen waar jebest rekening mee houdt.ADHD-kinderen hebben moeilijkhe-den om prikkels te selecteren. Waarje normaal in staat bent om bv.geluiden naar de achtergrond te ver-plaatsen of een geur niet te ruiken,komt bij hen elke prikkel even sterkbinnen. Alles is even belangrijk, evenuitnodigend en uitdagend. Logischdat zij dan ook op alles ingaan. Doordie massa prikkels wisselen zij heelvaak van activiteiten en komen zijmoeilijk tot diepgaande ervaringen.

Tips

x Doordat ze zo intensief leven, heb-ben zij ook veel slaap nodig.Respecteer op kamp en op week-end sterk hun bioritme en stophen op tijd in bed.

x Voorzie voldoende variatie in jeactiviteiten zodat ze niet de helemiddag moeten teruggeflotenworden.

x Een duidelijke structuur is voor heneen houvast, geeft hen duidelijk-heid en maakt hen ook rustiger.

x Een super-prikkelende omgeving isvoor hen veel lastiger. Een lokaalwaar ruimte is, waar de murenniet op je afkomen van de kleuren-gekte geeft hen minder moeilijk-heden om bij een activiteit betrok-

ken te blijven.x Beknot hen niet altijd in hun han-

dicap, ze hebben ook het recht omzo te zijn. Voorzie momenten datze vrij kunnen rondlopen.

x Tracht moeilijk gedrag vanuit jezelfte kaderen: “Ik vind het niet leukdat je op mijn auto staat!”

x Maak als leidingsploeg duidelijkeafspraken zodat iedereen op een-zelfde manier reageert, en niet éénpersoon altijd de boeman is.

x Ook in taal kan je overprikkelen:spreek aan met de naam, weeseenvoudig in je taal.

Auditieve handicap:

Tips:

x Noem eerst de naam van deslechthorende, of raak hem/haareven aan. Zo weet hij/zij dat jemet hem/haar wil praten.

x Kijk de slechthorende aan als jetegen hem/haar spreekt. Voel jeniet bekeken als hij/zij je strak aan-kijkt.

x Spreek langzaam en rustig. Houdgeen hand voor de mond.

x Spreek duidelijk, maar zonder over-dreven bewegingen met de mondte maken.

x Roep nooit tegen een slechthoren-

Page 14: anders_gewoon

14

Anders gewoon, gewoon anders

de. Het geluid wordt dan ver-vormd.

x Zorg voor een goed verlichteplaats.

x Vermijd tegenlicht en achtergrond-lawaai.

x Heb geduld als je iets moet herha-len. Zeg hetzelfde woord nooitvaker dan twee keer. Gebruik devolgende keer liever een omschrij-ving.

Visuele handicap

Een blinde in je afdeling zal misschiennog het minste aanpassing vragen.Eerst en vooral kunnen je andereleden zich tot op bepaalde hoogteredelijk gemakkelijk inleven in dehandicap. Dit heeft tot gevolg datzij zich sneller zelf zullen bezighoudenmet de opvang van hun blindemedelid.Daarbij komt dat de communicatietussen de groep en het kind/de jon-gere met gezichtsproblemen mindergestoord is dan bij andere handicapshet geval is.

Tips

x Zorg ervoor dat er steeds iemandverantwoordelijk is om hem/haarte leiden, ofwel één van de leden,

ofwel één van de leidingsmensen.x Het begeleiden van een blinde is

een ver doorgedreven vertrou-wensspel. Let op dat dit vertrou-wen nooit geschaad wordt.

x Maak duidelijke afspraken rond hetvervoer, zowel van en naar als tij-dens de Chiro. Een (tweedehands-)tandem kan al heel wat proble-men oplossen.

x Maak gebruik van de mogelijkhe-den tot goede communicatie.

Fysieke handicap (mensen in een rolstoel)

Iemand met een rolstoel in je afde-ling vraagt heel wat aanpassingenvan praktische aard. Eerst en vooralmoet je lokaal toegankelijk zijn voorrolstoelen. Een lokaal op de verdie-ping is onmogelijk, en ook het sani-tair moet goed toegankelijk zijn voorde rolstoeler en een begeleid(st)er.Het terrein waarop gespeeld wordtmoet goed berijdbaar zijn. Er moetsteeds iemand ter beschikking zijnom de rolstoel te duwen.

Tips

x Zorg ervoor dat er steeds iemandverantwoordelijk is voor hetduwen van de rolstoel. Werk

eventueel met een beurtrol, zodatbijvoorbeeld elke week iemandanders de duwer is.

x Ook hier is het vertrouwen in debegeleider erg belangrijk. Geefeventueel enkele ‘lessen’ in hetduwen van een rolstoel. Ervarenwat het is om geduwd te wordenkan een goede les zijn, zeker wan-neer je leden inschakelt in hetduwen van een rolwagen. (Op ofaf een stoep rijden is namelijk nietzo gemakkelijk!)

x Voor het lid in een rolstoel is hetgoed dat hij/zij weet wie er wan-neer verantwoordelijk is. Hetgeeft hem/haar een gevoel vanveiligheid, wanneer hij/zij weet opwie hij/zij kan terugvallen.

x Organiseer je activiteiten op eenvoldoende veilig terrein.

Page 15: anders_gewoon

Programma opstellen:

Als we een programma maken, moeten we steeds rekening houden metwat de afdeling, de kinderen en jongeren, aankunnen. Dit geldt altijd.Eenzelfde spel wordt voor verschillende afdelingen anders voorbereid. Als daniemand met een handicap in de afdeling zit, spreekt het voor zich dat we hetspelaanbod met een kritischer oog moeten bekijken. Dit betekent niet dateen aantal dingen nu onmogelijk worden, of dat iemand met een handicapsteeds een speciale rol moet krijgen in de activiteit.Met een stevige dosis creativiteit worden heel wat zaken haalbaar.Vaak is het zo dat je aan het programma zelf niets moet veranderen, welmoet je vooraf rekening houden met enkele details. Bijvoorbeeld: Wanneerje een fietstocht plant, moet iemand met een rolstoel of een blinde nietthuisblijven. Met een aangepaste fiets of een tandem worden ook zij mobiel.Om fatsoenlijk rekening te kunnen houden met de mogelijkheden van jeleden (met een handicap) is een goed contact met de ouders van grootbelang. Zij kennen hun spruit natuurlijk het best. Zij kunnen je het bestinformeren over eventuele medische zorgen of andere dingen waarop jemoet letten. Als je daarmee nauwkeurig rekening houdt, boezemt dat bij deouders vertrouwen in.

Iemand met een handicap is geen special guest. Hij/zij mag zich niet de ‘spe-ciale’ gaan voelen. We geven geen overdreven aandacht. In een unieke situ-atie geplaatst worden, is soms nogal gênant voor de persoon in kwestie.

We willen hier enkele activiteiten meegeven, maar denk nu niet dat we jehapklare brokjes voorschotelen. Ook hierbij zal je hier of daar aanpassingenmoeten doen. Wees vooral niet te vlug tevreden over jezelf, denk niet tegauw dat een bepaalde activiteit niet zal lukken.

We willen uitgaan van de mogelijkheden van elk kind, elke jongere, en nietvan de beperkingen!

15

Anders gewoon, gewoon anders

AANGEPASTE ACTIVITEITEN:

Enkele activiteiten:

Eerder in deze brochure kreeg je aleen hele waslijst tips waarmee jerekening kan (moet) houden wan-neer een kind of jongere met eenhandicap deelneemt aan je activitei-ten. Die bruikbare ideeën kan jebest in je achterhoofd houden bijhet opstellen van een programma.

De volgende spelen zijn vrij simpel tespelen met je afdeling. Meestal ishet wel nodig de regels aan te pas-sen wanneer iemand met een han-dicap in je afdeling zit. We willenaantonen dat je het soms echt niette ver moet zoeken om een spelaan te passen aan de mogelijkhedenvan de kinderen in je afdeling. Meteen beetje creativiteit kan ook jijervoor zorgen dat een activiteit voorjouw ploeg geslaagd is.Eerst geven we de speluitleg.Cursief staat een mogelijke variatie,en daarna proberen we uit te leg-gen waarmee je rekening kan hou-den wanneer iemand met eenbepaalde handicap in je afdelingmeespeelt.

Page 16: anders_gewoon

Gecijferde omgeving

Voor het spel begint geven we eenaantal voorwerpen in de omgevingeen nummer.Bv. Tent = 1, Gras = 2, Zand = 3,Boom = 4, Steen = 5, Water = 6, …Iedereen wandelt kris-kras over hetspelterrein. Eén iemand (voorafafgesproken) roept een nummer.Iedereen zorgt dan dat hij zo vlugmogelijk het bijbehorende voorwerpaanraakt. Diegene die laatst hetvoorwerp aanraakt, zegt het volgen-de nummertje.Variëren kan door bij het nummerook een (of meer) lichaamsde(e)l(en)te zeggen.Je kan er ook een tikspel van maken.Wanneer je een nummer roept, pro-beert een tikker iedereen te tikkendie het voorwerp nog niet heeftaangeraakt.

Wanneer iemand van je leden eenmentale handicap heeft, begin je hetspel met slechts twee cijfers. Terwijleen begeleider het spel uitlegt, voerteen ander het spel daarnaast uit.Eventueel kan je de andere ledenhierbij betrekken. Variëren doe jepas wanneer het spel echt goedgekend is. Om een aanpassing tedoen, leg je het spel stil, en geef jeweer een duidelijke uitleg.

Zonder knopen

De deelnemers hebben per twee eentouw van 4 meter. Zij nemen hettouw dubbel, en houden het danaan beide zijden vast, zodat ze op 2m van elkaar zijn. De koppels gaannu over het (afgebakende) terreinbewegen, zonder in de knoop tegeraken met andere koppels.Variëren kan door op 4 m van elkaarte lopen.Hindernissen kunnen de klusbemoeilijken.Traditionele spelen zorgen voorongekende moeilijkheden. (voetbal,tikkertje, verstoppertje,…)

Wanneer een blinde meespeelt,moet je de moeilijkheden die er zijnvooraf duidelijk melden. Als je hin-dernissen inbouwt, zorg je ervoordat je terrein veilig blijft, en dat deblinde medespeler weet waaraan hijzich kan verwachten.

Op zoek naar een gelijke

De helft van de deelnemers wordtgeblinddoekt, terwijl de rest zich ophet terrein verspreidt. Als een aangeduide persoon eenteken geeft, blijft de niet-geblind-doekte helft staan. De geblinddoek-ten gaan nu tastend op zoek naareen gelijke, d.w.z. iemand die ietsheeft wat zijzelf ook hebben, bij-voorbeeld een bril, sandalen, oorbel-len, krullen, … Als iedereen iemandgevonden heeft, leggen de spelershun blinddoeken af en zeggen waar-om de ander zijn gelijke is.De spelers geven hun blinddoek dooren het spel begint opnieuw.

Dit spel vraagt weinig aanpassingvoor iemand met een rolstoel.Voorzichtigheid is wel geboden bijhet op zoek gaan naar een gelijke.

16

Anders gewoon, gewoon anders

Page 17: anders_gewoon

Siamese tweeling

Iedereen zoekt (of komt op een toe-vallige wijze samen met) een part-ner. De spelleider noemt telkenstwee lichaamsdelen. (rechteroor, lin-kerelleboog) Alle spelers moetendan met hun rechteroor de linkerel-leboog van hun medespeler aanra-ken. Wanneer er ‘wisselen’ wordtgeroepen, wisselen alle spelers vanpartner. Variëren kan door in groep-jes van drie of vier te werken.

Als iemand die doof is meespeelt,wordt het spel een beetje moeilijker.De aanwijzingen moeten zonderwoorden gegeven worden. Let opdat je eerst en vooral de regels goedoverbrengt.Daarna spreken jullie duidelijketekens af. Je kan de lichaamsdelenbij jezelf aanduiden. Bij jongereleden kan dit problemen geven,omdat zij zich moeilijk in jouw posi-tie kunnen inleven. Door twee kleu-ren af te spreken (rood=rechts,geel=links) wordt het misschien ietsgemakkelijker. Wanneer je eerst eenkleur omhoog steekt, trek je de aan-dacht (en duid je de linker- of rech-terkant aan), daarna toon je dan hetlichaamsdeel waar het om gaat.Het wisselen gebeurt via een afge-sproken teken of kleur.

Voetbal

Het gewone voetbalspel kent waar-schijnlijk iedereen. Maar het is nietvoor iedereen zo evident om eenwedstrijdje te spelen. Met enkelekleinere of grotere aanpassingen,kan het ook voor jongeren met eenhandicap een tof spel worden. Nietiedereen vindt het namelijk leuk ombij elk spel scheidsrechter of punten-teller te zijn.

Iemand die blind is kan mee voetbal-len wanneer er belletjes in de bal zit-ten. Wanneer alle spelers in koppelsvoetballen, waarbij een van de tweegeblinddoekt is, vertrekt elk koppelop dezelfde basis. In dat geval magenkel de ‘blinde’ speler tegen de baltrappen. Een doel kan een muur vanlege blikken worden, zodat iedereenkan horen wanneer er gescoordwordt. Het is nodig dat het terreinkleiner gemaakt wordt, zodat de balhoorbaar blijft. Dit spel kan bijvoor-beeld gespeeld worden in een zaal,zodat storende geluiden beperkt blij-ven.Zorg ervoor dat het terrein veilig is:obstakels worden verwijderd, hetterrein wordt eerst uitgebreid ver-kend.

Wanneer iemand met een mentale

handicap moeite heeft om te ont-houden naar welke kant hij moettrappen, en wie er bij hem/haar inde ploeg staat, kan er met kleurengewerkt worden. Truitjes in tweeverschillende kleuren kunnen helpen.Wanneer de rode ploeg naar eenrood doel moet spelen, wordt hetnog wat duidelijker.

Voor een doof iemand is het nood-zakelijk dat de scheidsrechter (en demedespelers) visuele signalen geeft(geven).

Wanneer iemand met een rolstoelmeespeelt, moeten we waarschijnlijkiets verder afwijken van de gewonespelregels. We spelen vakvoetbal. Het terreinwordt in kleine vakken gedeeld(zoveel als er spelers zijn). Elke spelerkrijgt een vak toegewezen, waarinhij moet blijven. Enkel wanneer debal in zijn/haar vak is, mag hij/zijtegen de bal trappen. Iemand dieniet kan schoppen mag dan uiter-aard tegen de bal boksen. In plaatsvan op snelheid, wordt dit spel meerop tactiek gespeeld.

We kunnen ook een wedstrijd spelenwaarbij elke speler met een touwvan 5 m aan een piket of paalgebonden wordt. Hij/zij kan de bal

17

Anders gewoon, gewoon anders

Page 18: anders_gewoon

dus maar binnen een bepaalde zonetrappen.Door het invoeren van beperkingenvoor alle spelers, worden de echtevoetbalkwaliteiten een beetje naarde achtergrond verbannen.

Waarschijnlijk is het erg moeilijk omelke week alle activiteiten aan tepassen aan die ene persoon met eenhandicap. Wij denken dat dit ookniet de bedoeling hoeft te zijn. Wemoeten rekening houden met alleleden, dus ook met de andere kinde-ren en jongeren van de afdeling.Het lid met de handicap mag ookniet steeds bestempeld worden alsde speciale. Waarschijnlijk zou hij/zijzich daar ook niet goed bij voelen. Inhet begin is het een kwestie vanzoeken naar het juiste evenwicht.Het is de bedoeling dat de deelnamevan iemand met een handicap eenverrijking is, ook voor de andereleden van de afdeling.Overleg met de jongere of het kindmet de handicap en/of de ouders zalzeker en vast nuttig en nodig zijn,maar ook de andere leden van deafdeling moeten in het gesprekbetrokken worden.

18

Anders gewoon, gewoon anders

Page 19: anders_gewoon

Op de volgende pagina’s vind je enkeleadressen waar je terecht kan met alge-mene of meer specifieke vragen rondmensen met een handicap. Deze lijst isverre van volledig, maar bij de vernoem-de verenigingen kan men je indien nodigwel doorverwijzen.

Op je nationale chirosecretariaat zijnheel wat adressen beschikbaar:

Chirojeugd-VlaanderenBart GeenenKipdorp 30, 2000 Antwerpen(03)231 07 95www.chiro.bee-mail: [email protected]

Katholieke Vereniging voorGehandicapten (KVG)Nationaal SecretariaatA. Goemaerelei 66, 2018 Antwerpen(03)216 29 90www.kvg.beOrganiseert vakanties voor kinderen enjongeren met een handicap, heeft ookplaatselijke kernen

Vlaamse Federatie vanGehandicaptenSint-Jansstraat 32/38, 1000 Brussel(02)515 02 61

Pluralistisch PlatformGehandicaptenzorg vzwJunostraat 32, 2600 Berchem(03)366 49 97www.ppg.be

Vlaamse Vereniging AutismeGroot Begijnhof 14, 9040 Gent(09)238 18 18

BrailleligaEngelandstraat 57, 1060 Brussel(02)533 32 11

Blindenzorg Licht en Liefde vzwOudenburgweg 34 A, 8490 Varsenare(050)38 68 21

Federatie van Vlaamse doven-verenigingen (Fevlado)Jules Destreélaan 67, 9050 Gent(09)232 04 97

Federatie OPDOSS (OptimaleParticipatie en integratie van DOven enSlechthorenden in de Samenleving)Sint-Lievenspoortstraat 1179000 Gent(09)223 81 71

Oranje vzwBilkske 5, 8000 Brugge(050)34 46 68Regionale organisatie (in de ruimeomgeving van Brugge), actief op het vlakvan dagbesteding, arbeidszorg entewerkstelling, wonen en kortopvang,vrije tijd en jeugdwerk.

AKABE, scouting Anders & ValiedVVKSM Scouting vzwLange Kievitstraat 74, 2018 Antwerpen(03)231 16 20www.vvksm.bescouting voor kinderen en jongeren meteen handicap

HINT (Handicap INformation Tips)Holsstraat 123, 9000 Gent(09)223 27 79http://home.pi.be/~hintOrganisatie die zorgt voor onafhankelijkedienstverlening. Ze geven informatie offungeren als tussenpersoon.

Centrum Zit Stil vzwHeistraat 321, 2610 WilrijkVlaamse vereniging voor ouders van kin-deren en jongeren met aandachtsstoor-nissen, impulsief en overbeweeglijkgedrag.

Vormingsdienst SIG (Stichting Integratie Gehandicapten)Kerkham 1 bus 2, 9070 Destelbergen

19

Anders gewoon, gewoon anders

NUTTIGE ADRESSEN

Page 20: anders_gewoon

SPEL ROND DRAAGKRACHT

In de Chiro vinden we het belangrijk dat alle kinderen en jongeren een plaatskrijgen, dus ook kinderen en jongeren met een handicap. We willen in de Chirokiezen voor inclusie, maar daarover lees je elders meer. Dat is echter niet altijdzo vanzelfsprekend en het heeft maar kans op slagen als je er met de ganse lei-dingsploeg achterstaat. Daarom willen we jullie een spel aanbieden om hetopnemen van kinderen en jongeren met een handicap bespreekbaar te makenin je leidingsploeg.We vinden het namelijk erg belangrijk dat je “bezint eer je begint”!

Samen met de leidingsploeg gaan jullie stilstaan bij de volgende vragen:x Staan wij open voor kinderen en jongeren met een handicap?x Willen wij werk maken van integratie/inclusie?x Kan onze ploeg dit dragen?x Hoe kunnen we eventueel onszelf versterken om ons toegangsbeleid te ver-

ruimen?

Het spel/gesprek dat we je aanbieden bestaat uit twee delen:x Er wordt gestart met een inleefspel.x Na onbepaalde tijd kan dan het gesprek gevoerd

worden.

Durf je met de leidingsploeg het gesprek rond julliedraagkracht aan?Laat dan vlug een seintje aanBart op Kipdorp (03)231 07 95 ofvia [email protected]. Wij bezor-gen je dan zo snel mogelijkhet spel.Houd je er wel rekeningmee dat het spel nog eenbeetje voorbereidingvergt door iemand diehet spel wil leiden?Veel plezier ermee!