Campuskrant 24-nr08

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Campuskrant jaargang 24 (2012-2013), nr. 8. Campuskrant is het tijdschrift van de KU Leuven.

Citation preview

  • t ijdschrif t va n de k u l eu v en 2 mei 2 013 | nr 8 | 24 s t e ja a rg a ng | w w w.k ul eu v en.be /ck /

    verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

    afgiftekantoor2099 antwerpen X

    erkenning: p303221

    tijdschrift - toelating gesloten verpakking

    2099 antwerpen X n bc 6379

    Pb-nr. b-4883

    europa volgens habermasHet is uitzonderlijk dat een filosoof zoveel volk op de been brengt, zelfs in leuven. Zo begon Herman van rompuy zijn inleiding bij de lezing van jrgen Habermas, op vrijdag 27 april. De Pieter De someraula zat inder-daad vol en daarbuiten lokten twee grote videoschermen nog eens honderden genteresseerden. Habermas maakte een scherpe analyse van de problemen waarmee europa te kampen heeft en hield een pleidooi voor een echte politieke unie. Die visie lichtte hij ook toe aan Campuskrant. lees het interview op pagina 3.

    Zittenblijven is geen oplossingIn de Vlaamse basisscholen dubbelt n kind op zes minstens n leerjaar. Nochtans is zittenblijven helemaal geen oplossing, zo blijkt uit het doctoraatsonderzoek van schoolpsychologe Mieke Goos. Het kind laten overgaan en goed begeleiden is de beste optie. Zittenblijven vergroot het probleem alleen maar.

    Wouter verbeylen

    Voor kinderen en hun ouders is het een klein drama: op het einde van het jaar van de leerkracht te horen krijgen dat het kind niet meekan met de klas en het jaar maar beter overdoet. Vlaanderen telt enorm veel zittenblijvers: in de lagere school dubbelt 17 pro-cent minstens n jaar, in het eerste leerjaar alleen al 7 procent. Stel het je zo voor: in een basis-school met n klas per leerjaar blijft er over de zes jaren een vol-ledige klas zitten. Tegen het ein-de van het secundair spreken we zelfs over 35 tot 40 procent zitten-blijvers, vertelt Mieke Goos. De leerkrachten zelf hebben geen besef van de omvang van het zit-tenblijven scholen houden niet standaard de cijfers bij.

    Belgi zit met die aantallen internationaal aan de top, zegt

    Goos. We zijn trouwens mooi omringd door onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Luxem-burg. Zittenblijven zit in onze contreien duidelijk in het sys-teem ingebakken: als een kind niet goed scoort voor taal of wiskunde, dan geven we het vrij makkelijk een extra kans om bij te benen. Intutief klinkt het ook als een goede oplossing. Noch-tans is dubbelen niet zo vanzelf-sprekend als het hier lijkt: over het Kanaal, in Groot-Brittanni, is zittenblijven not done, en ook in de Scandinavische landen komt het nauwelijks voor. Daar zet men alles in extra bege-leiding, desnoods een summer course opdat toch maar ieder-een mee kan overgaan.

    aan het staartjeWant is je jaar overdoen ook echt een extra kans? In theorie klinkt

    het logisch, geeft Mieke Goos toe. Ons systeem gaat ervan uit dat de kinderen bouwsteentjes kennis vergaren, en als de eerste steentjes ontbreken, dan gaat een kind niet over, anders stort het gebouw in.

    Maar de praktijk toont een an-der beeld. Goos analyseerde de gegevens van 4.000 leerlingen van het eerste leerjaar doorheen hun lagereschoolcarrire. De resultaten spreken duidelijke taal: zittenblijvers in het eerste leerjaar presteren zwakker dan kinderen die toch mogen over-gaan, en ze brengen het er op lange termijn slechter vanaf. En dan heb ik het over kinderen met eenzelfde intelligentie, een ge-lijkaardige thuissituatie, enzo-voort. Zittenblijvers bengelen na verloop van tijd gewoon opnieuw aan het staartje.

    verschijningsdata campuskrant jaargang 24 nr. 9 29 mei 2013 nr. 10 26 jun 2013

    ( michael De lausnay)

    Ik ben een deadline-junkieleven na leuven: liesbetH van imPe, romanist en Politiek HoofDreDacteur Het nieuwsbl aD [14]

    Kyoto zal niet volstaanHans bruyninck X kl a ar voor toPjob bij euroPees milieuagentscHaP [5]

    Wie wordt de nieuwe rector?De vier k anDiDaten stellen Hun Programmas voor [12-13]

    Wereldkampioen in weetjesalumnus en toPquiZZer tom trogH moet leuven tot slimste gemeente kronen [15]

    De moord op een woordvan allocHtoon tot ocmw: Hoe Zinvol is Het scHraPPen van een term? [17]

    Pottenkijken in de keuken van Alma te gast tussen soePketel en ga ark ast [19] pagina 4

  • 2 Nieuws campuskrant

    Joris steekt de draak

    Wie wordt de nieuwe rector? de vier kandidaten stellen hun programmas voor op p. 12-13.

    colofon Campuskrantmaandelijks tijdschrift van de ku Leuven

    hoofdredaCtiesigrid somersreiner Van hove

    redaCtietine danschutter, ilse frederickx, Ludo meyvis, Julia nienaber, sarah somers, rob stevens, Jos stroobants,ine Van houdenhove, Wouter Verbeylen, inge Verbruggen

    redaCtieadresoude markt 13 bus 50053000 Leuvent 016 32 40 13 [email protected]

    adresWiJzigingen alumni Lovaniensesnaamsestraat 63 bus 56013000 [email protected] medeWerkersJaak poot, katrien steyaert grafisCh ontWerpCatapult, antwerpen

    Lay-out en zetWerkWouter Verbeylen

    fotografierob stevens, michael de Lausnay

    CartoonsJoris snaet

    reCLameregieinge Verbruggen t 016 32 40 [email protected]

    opLage39.700 ex.

    drukWerkeco print Center, Lokeren

    Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie.

    VerantWoordeLiJkeuitgeVerpieter knapenoude markt 13 bus 50053000 Leuven

    Copyright artikeLsartikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.

    In de eerste stap van het groot-schalige onderzoek duidden 9.000 beroepsactieve Belgen hun aantrekkelijkste werkgevers aan in een lijst van 600 organisaties. Dat leverde 60 nominaties op. De genomineerden dienden ver-volgens HR-dossiers in, die door een tienkoppige expertenjury be-oordeeld werden op coherentie, creativiteit, helderheid en conti-nuteit. Daaruit kwamen negen finalisten, drie per categorie: profit, non-profit en social pro-fit.

    In de laatste fase onderwierp Acerta de finalisten aan een ROIT-audit (Return On Invest-

    ment in Talent). Die bepaalde de uiteindelijke rangschikking van Employer of the Year 2013. De KU Leuven liet in de categorie non-profit de Vlaamse overheid en de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en So-ciaal Overleg (WASO) achter zich. In de categorien profit en social profit was het goud voor respec-tievelijk Audi Brussels en het Rode Kruis.

    Ondanks de crisis en de bijho-rende herstructureringen in tal van sectoren, blijven sterke mer-ken die erin slagen met een posi-tief verhaal naar buiten te treden, blijkbaar een grote aantrekkings-

    kracht uitoefenen op de kandi-daat, zo prezen de initiatiefne-mers de laureaten.

    Professor Koenraad Debackere, algemeen beheerder van KU Leu-ven, is uiteraard erg tevreden met de onderscheiding: Deze award is een expliciete en bijzonder mooie erkenning van het kwali-teitsgedreven personeelsbeleid

    van de KU Leuven, zeker omdat ze van HR-professionals komt. We hebben de prijs onder meer te danken aan de grote en deskun-dige inzet van alle medewerkers van onze Personeelsdienst. We mogen fier zijn op hen en op het resultaat dat we als instelling be-haald hebben. Een welgemeende proficiat!

    KU Leuven verkozen tot werkgever van het jaar

    een delegatie van de ku Leuven nam de prijs op 23 april in ontvangst tijdens een awardshow in het amerikaans theater. ( yves Coussement)

    De KU Leuven is verkozen tot Employer of the Year 2013 in de categorie non-profit. De onderscheiding wordt uitgereikt door Vaca-ture, Acerta en de Vlerick Business School. Zij gingen na in hoeverre het beeld dat de buitenwereld heeft van een organisatie als werkgever overeenstemt met het human-resources-beleid dat ze voert.

    Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.www.kuleuven.be/bachelorbeurs

    Bachelorbeurs. Zaterdag 4 mei 2013.

  • 2 mei 2013 Nieuws 3

    ludo meyvis

    Jrgen Habermas is 83. Dat is hem niet aan te zien. Hij is ook niet de gemakkelijkste interviewee en ondergaat het gesprek allerminst lijdzaam. Hij denkt al sprekend, en laveert voortdurend tussen fi-losofische bespiegeling en helder inzicht in wat praktisch en poli-tiek haalbaar is.

    europees sausjeHoe raakt een filosoof eigenlijk genteresseerd in de toestand van Europa? Dat is voor mij in een stroomversnelling geraakt met de Duitse eenmaking, een sleutel-moment voor mijn land. Helmut Kohl heeft de grote verdienste ge-had dat hij die Duitse eenmaking heeft weten in te bedden in de Eu-ropese eenwording. Het nieuwe Duitsland moest voluit deel uit-maken van Europa. Die visie was van historisch belang kijk maar naar de rol die Duitsland speelt in de hedendaagse Europese proble-matiek. Het was een voorafspiege-ling van wat op ruimere schaal in de toekomst nodig zal zijn: de vol-le erkenning van een rele Euro-pese dimensie. Niet alleen in het abstracte, verre Brussel, maar in onze leefwereld, op onze horizon. Dat is heel wat anders dan het overgieten van nationale kwesties met een flets Europees sausje, zo-als nog heel vaak gebeurt.

    Europa bevindt zich op een scharniermoment. We voelen over-duidelijk dat de monetaire unie

    niet volgehouden en uitgebouwd kan worden zonder een echte poli-tieke unie. Probleem is dat we net nu ook de volle hardheid van een complexe economische proble-matiek ondervinden, waarin Eu-ropa juist een hoofdrol speelt. Dat maakt een nochtans noodzake-lijke versterking van de Europese gedachte niet eenvoudig.

    In het verleden konden de inwo-ners van de lidstaten min of meer passief instemmen met Europa, omdat ze er baat bij hadden. Ze aanvaardden de praktische en voordelige resultaten, zonder zich veel te bekommeren om het con-cept. Die situatie is veranderd, nu Europa niet langer alleen voor-delen brengt en voelbaar op het dagelijks leven ingrijpt. Europa moet voortaan wel degelijk gele-gitimeerd worden. Het lijkt onze

    politici echter aan het vermogen te ontbreken om dat ook daadwer-kelijk te doen.

    In zijn voordracht wees Haber-mas erop dat er een groot gevaar verbonden is aan een politiek die rst maatregelen wil nemen, bij-voorbeeld om de euro te redden, en pas later aan democratische legitimering denkt. Politici ge-dragen zich te ontwijkend, ze leg-gen onvoldoende uit wat ze doen in Brussel, waarom ze dat doen. Europa is geen belangrijk thema in hun discours, en dt is het jam-mere. Ook de media gaan daarin niet vrijuit. Op die manier blijft Europa iets vaags, ook al is het be-lang enorm.

    het tij kerenIk ben benieuwd naar de Euro-pese verkiezingen van 2014. Zul-len er in de campagne cht Euro-pese themas aan bod komen, in plaats van nationale themas met een Europees kantje? De bevol-king wordt geconfronteerd met voelbare problemen, die tot ver-deeldheid kunnen leiden. Dat is waar populistische anti-Europese partijen garen bij spinnen. Ik vind dat een gevaarlijke tendens, om-dat het gevoel van onverbonden-heid met het Europese geheel kan leiden tot toenemende afstand tussen de lidstaten.

    Het tij kan alleen gekeerd wor-den als onze politici begrijpen dat het niet langer opgaat de kwestie te ontwijken. Ze zullen Europa moeten uitleggen aan de

    burger, in een betere taal dan tot nu toe gebruikelijk was. Europa was een eliteproject, ver van de individuele burger. Dat is grondig veranderd. Europa is niet langer een kwestie van willen omdat het voordelen biedt, maar van moe-ten, ook als het moeilijker gaat.

    een nieuwe solidariteitHabermas laat zich niet verleiden tot eenvoudig pessimisme. Als waarnemer zie ik wat ik zie, en ben ik misschien niet onbevangen optimistisch. Maar als filosoof en als intellectueel blijf ik het Euro-pese concept verdedigen. Allicht zal het dan wel op andere funda-menten moeten steunen. Haber-mas pleit voor een goed begrepen solidariteit als basis voor een her-nieuwd Europees elan: geen een-zijdige, vage goeddoenerij, maar een voorspelbaar en wederzijds voordelig mechanisme. Op korte termijn kan die solidariteit wel-iswaar nadelig lijken voor som-mige landen, maar het is de enige uitweg naar een gezond en sterk Europa.

    Na afloop van het gesprek be-geleiden we hem naar zijn hotel. Maar een historisch omwegje wijst hij niet af. De Oude Markt heeft hij gisteren al verkend, te midden van de talloze studenten die de eerste warme donderdagavond niet links lieten liggen. Wellicht vermoed-den ze niet dat die man daar aan dat tafeltje hoofdstuk 8 van hun cursus was. Het stadhuis mon-stert hij vanop afstand, maar de Sint-Pieterskerk wandelt hij graag binnen. Hochgotik, mijmert hij. Maar die preekstoel niet, die is veel recenter. Zijn oog valt op een gedenkplaatje bij het altaar. Ik ver-taal het opschrift, dat verwijst naar de naziconcentratiekampen. Hij is er even stil van. Vreemd, maar veel meer nog dan in zijn betoog voel ik in zijn stilte het waarm van zijn gedachtegoed.

    Een video met de integrale lezing en de inleiding door Herman Van Rompuy is te bekijken op nieuws.kuleuven.be/habermas. Daar vindt u ook een verslag, fotos en de teksten van de inleiding en de lezing.

    Hoe voelt het om een levende legende te zijn? Jrgen Habermas denkt er niet lang over na: I do not think that is very relevant. Goed, maar feit blijft dat hij er een is. Wanneer een van de belangrijkste fi-losofen van de 20ste eeuw Leuven aandoet, vindt de president van Eu-ropa het niet beneden zijn waardigheid om de spreker in te leiden.

    Geciteerd

    BiljetaanslagHet BelanG van limBurG, 29.3.2013

    Een gemiddeld bankbiljet in Europa draagt 26.000 bacte-rin. Dat blijkt uit een studie in opdracht van MasterCard. Maar of u daaruit mag af-leiden dat cash vies is? () Daar moet ik mee lachen, zegt bacterioloog Johan Van Eldere. Op kredietkaarten zitten inderdaad wellicht minder bacterin, omdat ze minder van hand tot hand gaan. Maar u steekt noch geld, noch kredietkaarten best in uw mond. U likt toch ook niet aan de toetsen van een betaalterminal?Als u bang bent van cash, dan moet u dat ook zijn van een hand of een kus. () Om nog maar te zwijgen van het knuffelen van een pasgebo-ren baby.

    Sint-JanHet laatste nieuWs, 5.4.2013

    Het pensioen van Jan Becaus plaatst de VRT voor een bij-zonder moeilijk vraagstuk: wie kan de meest vertrou-wenwekkende mannelijke nieuwslezer van de Lage Landen opvolgen? () Jan Becaus, maar ook Martine Tanghe, zijn haast mythische televisiefiguren geworden, zegt professor communica-tiewetenschappen Baldwin Van Gorp. Dat heeft niet al-leen met hun onberispelijke staat van dienst te maken, of met hun vakmanschap en ui-terst verzorgde taalgebruik. Het zijn beide charismati-sche figuren die vertrouwen en degelijkheid uitstralen, en terzelfdertijd veel sympathie opwekken bij de kijker. Op een BV-feestje zal je Becaus of Tanghe ook niet zien verschij-nen sterker nog: de term BV is bijna een belediging voor hen.

    Klikken is hipde morGen, 10.4.2013

    Nooit eerder klopten zoveel Belgen bij de fiscus aan om familie, buren, exen of col-legas te verklikken. Niet uit een vlaag van burgerzin, menen experts, maar vooral uit afgunst, gevoed door de crisis. () De onzekerheid is enorm, zegt sociaal psy-choloog professor Norbert Vanbeselaere. Het slechte nieuws slaat ons elke dag om de oren, van grootschalige besparingen tot spaarcenten die niet langer veilig zijn. Die onzekerheid voedt de jaloe-zie. Opeens heeft je buurman een kolossaal zwembad in de tuin, terwijl jouw koertje am-per een postzegel groot is. Als de buurman foefelt met zijn belastingen, zijn de jouwe daardoor misschien hoger. Het idee dat je met die mel-ding zogenaamd de maat-schappij een dienst bewijst, is voor veel klikkers het ultieme bewijs dat ze er goed aan doen. Het legitimeert hun klacht. Achteraf proberen ze hun ac-tie zo te rechtvaardigen.

    Voor zijn lezing bezocht Jrgen habermas het husserl-archief in het hoger instituut voor Wijsbegeerte. hier staat hij voor het bureau van husserl. ( m. de Lausnay)

    Politicimoeten Europain een

    betere taaluitleggen aan

    de burger.

    Europa is niet langer een eliteproject

  • 4 Nieuws campuskrant

    Tijdens hun verdere schoolcar-rire verlaten bissers ook makke-lijker de school zonder diploma. Nogmaals: in vergelijking met gelijkaardige kinderen die wl mochten overgaan.

    En dat is volgens Mieke Goos het echte drama: wat als een op-lossing gezien wordt, is er hele-maal geen. In de leraarskamer leeft de intutieve overtuiging dat zittenblijven echt helpt. Dat dot het ook op het eerste gezicht: een kind dat dubbelt, zal als het alles een tweede keer voorgeschoteld krijgt, wat beter presteren. Maar de leerkracht blijft blind voor wat er later gebeurt.

    Maar waarom presteren die doorstromers nu beter dan bis-sers? Zittenblijven werkt voor heel wat kinderen demotive-rend, stelt Goos vast. Het zou mr moeten zijn dan alle vak-ken overdoen zonder meer. Wie niet meekon met taal of wiskun-de, krijgt alle andere vakken ook opnieuw voorgeschoteld. Dat is saai, en dat knabbelt aan de mo-tivatie. Zestig procent van de zit-tenblijvers in het eerste leerjaar werden wel extra begeleid, maar zelfs ls kinderen een aangepast programma volgen en extra be-geleiding krijgen tijdens hun bisjaar, dan nog blijkt mee door-stromen met de klasgenootjes de beste keuze. De theorie van de bouwsteentjes werkt helemaal niet zo lineair: de kinderen krij-gen in het tweede leerjaar meer

    Zittenblijven is geen oplossing pagina 1

    ( Joris Snaet)

    uitdaging, en vooral: er speelt veel meer dan alleen die presta-ties. Zittenblijvers worden vaak gepest, er is de breuk met hun leeftijdsgenoten, leerkrachten hebben soms lagere verwachtin-gen van die kinderen

    Is zittenblijven in het eerste leerjaar dan nooit een oplossing? Mijn onderzoek is gebaseerd op statistiek en gemiddelden, zegt Goos. Ik zeg dus niet dat het voor werkelijk niemand de beste op-lossing is. Iemand die heel lang afwezig was, heeft er misschien wel baat bij. Maar nu is het bij

    zwakke leerlingen eerder regel dan uitzondering.

    Pervers effectOf een zwakke leerling al dan niet overgaat, blijkt trouwens deels nattevingerwerk. Er is in Vlaande-ren immers geen standaardtoets: de scholen beslissen autonoom. Goos: Ze handelen natuurlijk met de beste bedoelingen, maar zonder algemene standaardtoets wordt wel of niet bissen vaak een subjectieve beslissing, gebaseerd op perceptie. Wie bijvoorbeeld in de ene school de zwakste van de

    klas is, kan elders in een stads-schooltje met 15 nationaliteiten bij de sterksten behoren. In de ene school blijft het kind dan zitten, in de andere stroomt het door.

    Wie overgaat, presteert beter n voelt zich beter. Dringend tijd voor actie, volgens Goos: Een eerste stap naar een oplossing is dat scholen en leerkrachten zich bewust worden van de omvang van het aantal zittenblijvers. Het Ministerie van Onderwijs beseft dat en werkt inmiddels aan een actieplan rond zittenblijven.

    Ook in de financiering moet het roer om. Scholen krijgen geld op basis van het aantal leerlingen. Als er veel kinderen bissen, krij-gen ze dus extra middelen. Het perverse effect is dat scholen die alles op alles zetten om iedereen te laten overgaan, nu financieel benadeeld worden. Draai dat sys-teem dan om, zou ik zeggen. Pas op: zittenblijven afschaffen mag nooit een besparingsoperatie worden. De uitgespaarde midde-len moeten naar de begeleiding van de zwakke leerlingen vloeien: als die mee overgaan, dan worden de verschillen binnen een klas-groep weer groter, en dat moet je opvangen.

    Mieke Goos deed haar doctoraats-onderzoek aan het Centrum voor Onderwijseffectiviteit en -evaluatie (promotor prof. Jan Van Damme) op basis van gegevens verzameld door het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen in opdracht van het Vlaams Ministerie van Onderwijs.

    Van Huffel ere- doctor EindhovenDe Technische Universiteit Eind-hoven (TU/e) heeft op 25 april een eredoctoraat overhandigd aan pro-fessor Sabine Van Huffel van het Departement Elektrotechniek. Ze is een wereldautoriteit op het ge-bied van de biomedische signaal-verwerking. Dat expertisegebied levert technieken op die nodig zijn om zonder operatie in het li-chaam van patinten te kijken, en behoort ook tot de sterktes van de TU/e. De universiteit prees Sabine Van Huffel ook als rolmodel voor vrouwen in de wetenschap.

    Vlaanderen in ActieProfessor Koenraad Debacke-re, algemeen beheerder van de KU Leuven, wordt de nieuwe voor-zitter van de Raad van Wijzen van Vlaanderen in Actie (ViA). Hij ver-vangt professor Koen Geens, die begin maart minister van Finan-cin werd in de federale regering. Het toekomstproject ViA moet er-voor zorgen dat Vlaanderen tegen 2020 uitmunt als een economisch innovatieve, duurzame en sociaal warme samenleving. De Raad van Wijzen volgt de uitvoering van het plan op en fungeert als klankbord en alarmbel. Koenraad Debacke-re zal met de Raad van Wijzen een werkprogramma opstellen voor de komende twaalf maanden. Ze zullen daarbij gebruikmaken van de conclusies van het ViA-Toe-komstforum op 30 april.

    Rector Mark Waer heeft op 25 april samen met zijn collegas uit Brussel, Hasselt en Gent een eredoctoraat ontvangen van de Universiteit Antwerpen. Daarmee wil de UA het belang van de goede samenwerking tussen de Vlaamse universiteiten onder-strepen en de overheid oproepen om die verder te stimuleren. Voor een keer is het wel leuk om aan de ontvangende kant te

    staan, zei rector Waer. Mijn collegas en ikzelf mogen dan wel eens van mening verschillen, als het erop aankomt, spreken we met n stem.Van links naar rechts: Paul Van Cauwenberge (UGent), Paul De Knop (VUB), Alain Verschoren (UA), Luc De Schepper (UHasselt) en Mark Waer (KU Leuven)

    Eredoctoraat voor Vlaamse rectoren( Universiteit Antwerpen)

    Tijdenshun verdere

    schoolcarrire verlaten

    zittenblijvers makkelijker de school zonder

    diploma.

  • 2 mEi 2013 Nieuws 5

    Hoe gaat het eigenlijk met het milieu in Europa? Goed en slecht, zegt professor Hans Bruyninckx, expert milieubeleid. Europa is op klimaatvlak de beste leerling van de klas, maar wat we doen, is lang niet genoeg. Bruyninckx zelf komt weldra heel dicht bij de vuurlinie van het Europees milieubeleid. Vanaf 1 juni wordt hij als eerste Belg directeur van het Europees Milieuagentschap in Kopenhagen. Ik hou niet van pessimisme, dat werkt verlam-mend. Maar we moeten wel voortmaken.

    WoutEr VErbEylEn

    Allereerst proficiat met uw aan-stelling. Meteen een heel concre-te openingsvraag: hoe is het van-daag met het milieu in Europa?Hans Bruyninckx: (lacht) Dat is een rg brede vraag. Er zijn zeker succesverhalen, zoals de kwaliteit van het oppervlaktewater en de afvalsortering en recyclage: daar hebben we het laatste decen-nium reuzenstappen gezet. Ook de zware industrile vervuiling is grotendeels verleden tijd in alle landen van de Europese Unie. En op het vlak van het terugdringen van broeikasgassen hebben alle 27 lidstaten bindende afspraken gemaakt rond het Kyoto-proto-col. Maar daar moet ik meteen aan toevoegen dat Kyoto niet zal volstaan. Er is een kloof tussen wat we momenteel doen, en wat we moten doen om binnen het scenario van twee graden opwar-ming te blijven. De Wereldbank vreest inmiddels voor een sce-nario waarbij de temperatuur op aarde vier graden stijgt.

    Het Europees milieubeleid staat het verste in de wereld. Het is niet perfect, er is absoluut ruimte voor vooruitgang, maar als we in Europa iets afspreken, dan is dat tenminste dwingend. Voor alle landen van de Unie, dus ook voor de nieuwe leden. We zouden ook in Vlaanderen trouwens lang zo ver niet staan in milieu- en klimaatbeleid zonder Europa. Milieubeleid is in belangrijke mate Europees geworden.

    Europa heeft vandaag maar oog voor n zaak: de economische crisis. De Europese budgetten staan onder zware druk. Is mi-lieu daardoor niet naar de achter-grond verdrongen?Bruyninckx: Voor sommige lid-staten zijn milieu en klimaat mo-menteel niet de eerste van hun zorgen, dat klopt. En als de Eu-ropese begroting krimpt, is dat geen goed nieuws voor ons. Maar de budgetten voor onderzoek en beleid inzake klimaat, energie en duurzaamheid zijn wel toe-genomen, en staan centraler in de komende budgetperiode. Een grote hap uit het budget gaat bij-

    voorbeeld naar landbouw, maar binnen dat landbouwbeleid heeft Europa er ook expliciet voor ge-kozen om het landbouwsysteem duurzamer te maken.

    Iedereen is het er inmiddels ook over eens dat het huidige systeem van consumeren en pro-duceren niet duurzaam is. Het intellectuele debat daarover is al gevoerd. We moeten nu helder zijn in onze communicatie: ja, we zitten in Europa met krimpende budgetten, maar gn ambiti-eus milieubeleid voeren zal ons veel meer geld kosten. Europa wil bijvoorbeeld tegen 2050 kool-stofarm worden, en de uitstoot van broeikasgassen met 95% te-rugdringen. Sommigen zeggen: dat is niet realistisch. Maar we moeten die redenering omkeren:

    business as usual, dt zou niet re-alistisch zijn, dat zou pas onbe-taalbaar zijn.

    De extreme weerfenomenen nemen toe. In Zuid-Europa is de impact van de klimaatopwar-ming op de landbouw al duidelijk zichtbaar. De overstromingsri-sicos nemen overal toe, ook bij ons. Je moet niet naef zijn: we zijn nu al aan het betalen voor de opwarming van het klimaat. Hetzelfde geldt voor andere mi-lieuproblemen: we boeten in aan gezonde levensjaren door fijn stof. De Europese visserij is be-dreigd. Investeren in ambitieus milieubeleid kan dus op termijn enorme maatschappelijke kosten vermijden.

    Hoe verkoop je een traditioneel links thema als milieu aan het brede politieke speelveld?Bruyninckx: Milieu en klimaat gaan voorbij aan het links-rechts-

    denken. Men wekt vaak de indruk dat het een probleem in de marge is, maar het hoort thuis in de kern van de samenleving. We hebben het hier in essentie niet over een paar bedreigde diersoorten, maar over een systeem dat zijn grenzen bereikt heeft.

    Ook de universiteit moet haar verantwoordelijkheid nemen. In de meeste studierichtingen zijn vakken over milieu of kli-maat nog steeds keuzevakken in de laatste jaren. Je kan dus nog altijd afstuderen en nauwelijks iets over die problemen verno-men hebben. De impliciete bood-schap is dat dit niet essentieel is om een goede economist of soci-ale wetenschapper te zijn. Terwijl het een cruciale uitdaging voor de komende decennia is.

    De universiteit zet wel in op tech-nologisch onderzoek naar milieu en klimaat.Bruyninckx: De wetenschappe-lijk-technologische kant is n deel van het verhaal. Minstens even belangrijk is de maatschap-pelijke uitdaging waar we voor staan. Je mag niet verwachten dat lke wetenschapper de piste van het maatschappelijk debat kiest ieder zijn aard. Maar voor de universiteit hoeft de druk om excellent onderzoek te doen geen belemmering te zijn om nog meer in het publieke debat aanwezig te zijn. Ik heb mezelf altijd sterk gengageerd in dat debat (Bruy-ninckx was onder meer voorzitter van Bond Beter Leefmilieu, waar hij nu opgevolgd wordt door oud-Groen-voorzitter Vera Dua red.)

    Het is een clich, maar duur-zame ontwikkeling begint thuis. Het eerste ecosysteem waarvoor je verantwoordelijk bent is je ei-

    gen ecosysteem (lacht). Ik heb zelf mijn woning zo energiezui-nig mogelijk gemaakt, ik hoef geen taxichauffeur te spelen voor mijn drie kinderen omdat we op een plek zijn gaan wonen waar alles dicht bij is, ik kom met het openbaar vervoer naar het werk. Ik zou het gewoon niet wagen voor mijn studenten te gaan staan zonder zelf te doen wat ik predik. Dat ga ik trouwens het meeste missen in Kopenhagen: de fantastische interactie met mijn studenten, de klik die je soms voelt in de aula. Lesgeven kan magisch zijn.

    Ik merk dat de kennis over mi-lieu ook gegroeid is bij de jeugd. Maar het is nog niet omdat je kennis toeneemt, dat je dat auto-matisch vertaalt in je gedrag. Ook daar is nog een pak werk voor de boeg.

    Aan het andere uiteinde van de schaal: gelooft u in wereldwijde doemscenarios? De grote om-mekeer is niet voor morgen, en volgens sommigen is het vandaag al te laat.Bruyninckx: Luister, ik ben een realist. Ik zie dus ook wel dat het met een aantal evoluties cht de verkeerde kant op gaat. Ik ben niet naef: als een instantie als de Wereldbank niet meteen een groene lobbygroep al van een viergradenscenario spreekt, dan is dat ronduit alarmerend. Ik pleit niet voor nieuwe orkanen in de VS of overstromingsrampen in de Mekong-delta, maar ik vrees soms wel dat het wachten is op zulke grootschalige catastrofes vr we wereldwijd die omslag gaan maken.

    Maar ik zie niet hoe de wereld beter wordt van pessimisme. Ne-gativisme werkt verlammend. Ik zie die voorspellingen vooral als een niet te negeren signaal dat we dringend oplossingsgericht moe-ten gaan denken.

    Hans bruyninckx Wordt baas Van HEt EuropEEs miliEuagEntscHap

    Je kan nog altijdafstuderen en nauwelijks

    iets over milieu- en klimaatproblemenvernomen hebben.

    Moeten we echt wachten op rampen voor we de omslag maken?

    Het Europees milieuagentschapHans Bruyninckx wordt vanaf 1 juni voor 5 jaar directeur van het Europees Milieuagent-schap (EMA), een instelling van de Europese Unie met 215 me-dewerkers, met hoofdkwartier in Kopenhagen. Het EMA is de kennisinstelling achter het Eu-ropees milieubeleid. Voor alle duidelijkheid: het Milieuagent-schap maakt dus niet het be-leid, dat doen de lidstaten en de Europese instellingen in Brus-sel. Wij moeten objectieve data verzamelen, kritisch rapporte-ren, en het beleid evalueren: heeft een richtlijn voldoende vruchten afgeworpen, zal een bepaalde maatregel ook echt werken? We werken daarvoor samen met een paar honderd instellingen.Vroeger werkte het EMA meer thematisch: hoe zit het met waterkwaliteit, luchtver-vuiling, bodemverontreiniging in de verschillende lidstaten? Maar nu moeten we de omslag maken naar een gentegreerde, systeemgerichte benadering: hoe spelen al die factoren in op de gezondheid, de land-bouw, het transportsysteem in de lidstaten? Hoe gaan we die groene economie, dat koolstof-arm Europa tegen 2050 echt in de praktijk brengen?Die systeemgerichte aanpak op poten zetten is een enorme uitdaging voor het Milieuagent-schap en voor mezelf: er be-staan geen voorgeschreven pa-den voor. Maar ik kijk er enorm naar uit dat te mogen leiden. Ik knijp soms nog in mijn arm om-dat ik het niet kan geloven: in mijn vakgebied is het de beste job in de wereld.

    Hans Bruyninckx: In mijn vakgebied is dit de mooiste job. ( KU Leuven | RS)

  • 6 Nieuws campuskrant

    Onder de indruk. Meer van dat! Prachtig pro-ject! Amazing! De opening van het nieuwe en hypermoderne leercentrum AGORA, op 18 april, zorgde voor enthousiaste reacties op Twitter. In dit kruispunt van informatie, technologie en dienst-verlening op de Campus Sociale Wetenschappen kan een zeshonderdtal studenten terecht. Blok-ken kunnen ze in de stille ruimte, brainstormen in een groepswerkzone met verschillende lokalen, ontspannen met een broodje of een koffie in de sociale ruimte. De studenten brengen hun ei-gen laptop of tablet mee en hebben de nieuwste technologie tot hun beschikking, zoals videocon-ferentie, een montageruimte, touchscreens en een touchtable. Het leercentrum kreeg onderdak in het voormalig Farmaceutisch Instituut. Dat be-schermde gebouw dateert van 1932 en stond al een tijdje leeg. De KU Leuven investeerde 7 mil-joen euro in de renovatie. Het resultaat is een mix van moderne architectuur en authentieke ele-menten, zoals oude apothekerstafels.

    www.kuleuven.be/agora

    studeren 2.0 in aGOra

    ( KU Leuven | Rob Stevens)

    sarah sOmers

    Het is ooit begonnen als een grap op een late avond in de fakbar. Maar tijdens de kiesweek hebben we dan toch besloten om ermee door te gaan. We wilden eens iets anders dan anders doen, vertelt preses Ali Jelene Scheers.

    In eerste instantie waren veel studenten enthousiast om mee te werken. Maar toen puntje bij paaltje kwam, haakten enkele kandidaten af. Uiteindelijk gin-gen 19 studenten, allemaal vrou-wen, uit de kleren. De shoot op

    de archeologische site in het bos zal me altijd bijblijven. Het was ijzig koud, maar we waren zo op-gefokt van de zenuwen dat we het niet voelden. Op vijf minuut-jes was de klus geklaard, vertelt studente en gelegenheidsmodel Shanah De Boeck.

    GegiechelTijdens de eerste shoot was ie-dereen heel onwennig. We wis-ten niet goed waar te zitten en wat te bedekken. Maar naar het einde toe waren we meer op ons gemak. Er is vl gegiecheld. We

    hebben er een goed gevoel aan over gehouden en zouden het zo opnieuw doen! aldus Scheers en De Boeck in koor.

    De studenten hebben alles zelf gedaan: organisatie, fotos ne-men en lay-out. Met de kalender willen ze het leven van een ar-cheologiestudent in beeld bren-gen. Daarom zijn de fotos geno-

    men op plaatsen waar studenten veel tijd doorbrengen: in de bib, op een archeologische site, in de fakbar en in de Alma. Die laat-ste was ongetwijfeld de meest g-nante fotoshoot. Er liep hl veel volk voorbij! aldus Scheers.

    De kalender kost 10 euro en de opbrengst gaat naar de Letteren-bib. We brengen als studenten

    veel tijd door in de bib en willen daarom ons steentje bijdragen. Met het geld kan de bib de meest recente publicaties aankopen, besluit Scheers.

    Een kalender bestellen kan online via http://tinyurl.com/NKalender

    Studentes archeologie uit de kleren voor LetterenbibWie zei daar dat studenten geen enga-gement meer tonen? Alfa, de kring van archeologiestudenten, toont zelfs veel meer dan dat: met een zelfgemaakte naaktkalender steunen ze de Letteren-bibliotheek. We wisten eerst niet goed waar te zitten en wat te bedekken.

    ( Alfa)

  • 2 mei 2013 Studenten 7

    Onze fotograaf Rob STevenS richt zijn lens op de mens achter de actualiteit aan de universiteit, en vuurt vrank en vrij vragen af. uitGelichtAls je in gebouw De nayer het sportcomplex van FaBeR rond-dwaalt, kom je naast hoogrood aangelopen jongelingen met voet-balschoenen rond de nek en een keur aan gestaalde spieren in trainingsmodus ook aanhangers van de meer gracieuze lijn der be-weging tegen. Zo tref ik in de spie-gelzaal een bende dames n een enkele heer die het lijf soepel in velerlei houdingen kneden. Leading lady is Heleen Uytterhoe-ven, master in de taal- en letter-kunde en bezig aan haar leraren-opleiding: Ik volg al sinds mijn achtste dansles aan de academie van Turnhout. Tijdens mijn studie in Leuven heb ik dat op een lager pitje gezet, maar in het laatste jaar hier wou ik toch nog eens vanalles uitproberen. en dus reageerde ik toen ik las dat er binnen de KU Leu-ven een danscompagnie opgericht zou worden. Toch enigszins tot mijn verbazing raakte ik niet alleen door de selectie, maar kreeg ik ook de

    solo aangeboden door Sanne Dil-len, de bezieler van het project, dat trouwens Modat gedoopt werd.en na maanden oefenen hebben we vorige week het stuk gedanst in een uitverkochte Aula De Somer. Het was een ongelofelijke erva-ring. Ik heb zo genoten dat ik tij-dens het optreden zelfs kippenvel had! er waren ook veel vrienden komen kijken die zeiden dat ze dit niet verwacht hadden, en sommige vriendinnen hadden zelfs tranen in de ogen gekregen (lacht). Wat kan tellen qua compliment. en de toekomst? Ik hoop dat we hierdoor nog een aantal kansen binnen de KU Leuven krijgen. ver-der dans ik dus nog in Turnhout, en moet ik volgend jaar werk gaan zoeken natuurlijk, liefst als leraar Grieks-Latijn. Ook nog wat op mijn cello spelen, het Romeins kamp dat onze richting organiseert volgend jaar mee op poten zetten en mis-schien ook maar eens tijd maken voor een lief (lacht).

    ine Van hOudenhOVe

    Het Fonds Roger Dillemans werd in 2004 opgericht toen de Vlaam-se Overheid besliste niet langer studiebeurzen uit te reiken voor verdere specialisatie na het halen van een eerste masterdiploma. De laureaten worden streng ge-selecteerd op basis van studiere-sultaten, maatschappelijk enga-gement en motivatie. Ook twee doctorandi in de kunsten worden door het Fonds gesteund. Op 23 april kregen de zeven bursalen van dit academiejaar hun beurs plechtig uitgereikt.

    extra bagageLien Seynaeve (24) is n van hen. Ze studeerde psychologie, maar had van bij het begin het verlan-gen om ook criminologie te stu-deren: Ik begon met psychologie omdat dat volgens het CLB de beste volgorde was en omdat het me de meeste kansen zou bieden als het toch bij n diploma zou blijven. Tijdens mijn stage kwam ik in een gesloten jeugdinstel-ling terecht en daar groeide mijn behoefte om criminologie bij te studeren. Ik voelde dat er, voor de richting die ik wilde uitgaan, la-cunes waren in mijn kennis, zoals op juridisch vlak. Maar voor mijn moeder, die alleenstaand is, was het niet evident om mij nog een jaar langer te moeten onderhou-den, en deze keer zonder studie-beurs. Een vriendin wees me op het bestaan van de beurzen van het Fonds Roger Dillemans. Ik was geweldig blij toen ik hoorde

    dat ik geselecteerd was.Vorig academiejaar had Lien al

    een voorbereidingsprogramma gevolgd en vanwege een aantal vrijstellingen ook al wat master-vakken opgenomen. Dit acade-miejaar volg ik dus enkel nog de overige mastervakken. Door de extra bagage die ik heb opgedaan, voel ik me klaar voor de richting die ik graag zou willen uitgaan. Wat ik wil, is achterhalen hoe het komt dat sommige jongeren ont-sporen, en, vooral, wat je er tegen kan doen. Dat is gegroeid tijdens mijn stage. Als je ziet in welke omgeving sommige jongeren op-groeien en hoe weinig kansen ze krijgen, is het soms niet verwon-derlijk dat het misloopt.

    Het liefst zou Lien onderzoek doen. Een doctoraatsproject bij-voorbeeld, maar het mag ook iets helemaal anders zijn. Ik ben in ieder geval klaar voor de arbeids-markt nu.

    Ogen geopendWei Lu (25) is afkomstig uit Min-qin in het noordwesten van China en kwam na zijn studie architec-tuur naar Leuven voor het master-programma human settlements. Dankzij het Fonds Roger Dille-mans volgt hij dit academiejaar ook nog de master urbanism and strategic planning. Voor mijn eer-ste master heb ik een beurs gekre-gen van VLIR-UOS (Vlaamse Inter-universitaire Raad Universitaire Ontwikkelingssamenwerking), en ook deze tweede opleiding had ik nooit kunnen volgen zonder het Fonds Roger Dillemans. Toen

    ik in de zomervakantie hoorde dat ik geselecteerd was voor een beurs, heb ik meteen mijn ouders gebeld, zo blij was ik.

    Mijn geboortestreek is een prachtige oase aan de Gele Rivier, maar is in snel tempo n van de meest onherbergzame streken ter wereld aan het worden. Mensen zoals mijn grootouders verliezen hun landbouwgrond en hun huis

    door de oprukkende woestijn. De oorzaak ligt niet enkel in het ex-treme klimaat maar ook in de on-oordeelkundige urbanisatie van

    de gebieden stroomopwaarts, waardoor de lager gelegen gebie-den te weinig water krijgen. Het is mijn droom om daar ooit zelf iets aan te kunnen doen. Deze studie zal me daarbij helpen. Als ik in september terugkeer naar China

    wil ik eerst een paar jaar werker-varing opdoen en dan een aan-vraag doen voor een Phd.

    In China wordt nog al te vaak aan landschapsplanning gedaan zonder naar de sociale en culture-le context te kijken, terwijl ik hier heb geleerd hoe belangrijk het is om oog te hebben voor het ge-heel. Deze studie heeft mijn ogen en mijn mind geopend.

    Info: www.kuleuven.be/mece-naat/Beurzen/Dillemans/kandi-daturen.htmKandidaturen voor volgend academiejaar kunnen worden ingestuurd tot 15 mei 2013.U kan bijdragen aan het Fonds Roger Dillemans door schenking op IBAN rekeningnummer BE45 7340 1941 7789; BIC code: KRED-BEBB van de KU Leuven met ver-melding van de gestructureerde mededeling 400/0007/11674.

    Dromen waarmaken met excellentiebeurzen Dankzij de excellentiebeurzen van het Fonds Roger Dillemans kunnen getalenteerde stu-denten een specialisatieopleiding volgen die anders niet voor hen zou zijn weggelegd. En dat zou zonde zijn: Deze studie heeft mijn ogen en mijn mind geopend.

    Wei Lu ( KU Leuven | Rob Stevens)

    Mijn geboortestreek wordt insneltempo n van de meest onherbergzame plekken ter

    wereld. Met deze studie wil ikdaar iets aan te doen.

    Lien Seynaeve ( KU Leuven | Rob Stevens)

  • 8 Onderzoek campuskrant

    Ilse FrederIckx

    Wat bestudeert u?Ik werk als postdoctoraal on-derzoeker bij het Instituut voor Sterrenkunde, in de groep die de wetenschappelijke gegevens van Herschel de ruimtetelescoop van de Europese ruimtevaartor-ganisatie ESA analyseert. Mijn topic is de levensloop van sterren in hun latere fase; zeg maar de bejaarde sterren. Die sterren ver-liezen materie via zogenaamde stellaire winden een belangrijke bron voor het gas en het stof dat we vinden in de ruimte. De mees-te sterren die wij hier bestuderen, zijn minder zware sterren die op een wat rustiger manier aan hun einde komen dan een supernova (waarbij een explosie als gevolg van een nucleaire kettingbotsing de bui-tenste laag van de ster wegblaast red.).

    Naar welke bijeenkomst bent u geweest?Een workshop over The Deaths of Stars and the Lives of Galaxies

    van het European Southern Ob-servatory (ESO) in Santiago de Chile. ESO is het Europees cor-dinatiecentrum voor waarnemin-gen vanop de grond. Het heeft in Chili een groot complex met te-lescopen de tegenhangers van telescopen in de ruimte. De work-shop ging over de verschillende eindfases van sterren en hoe die de evolutie van sterrenstelsels benvloeden. Ikzelf gaf een lezing over boegschokken die we met Herschel hebben waargenomen: een ster beweegt door de ruimte en verliest tegelijk materiaal. Dat resulteert in de richting van de beweging in een opeenhoping van materiaal, te vergelijken met de boeggolf bij een schip.

    Wat is u bijgebleven van de con-ferentie?Het was een hele diverse groep van onderzoekers; zeer verfris-send, want de meesten kende ik niet. Twee topics vormden de rode draad: binaire systemen en jets. Het overgrote deel van de sterren zit in een binair systeem: twee sterren die om elkaar draai-

    en. Onze zon is daarop dus een uitzondering. De sterren van zon paar kunnen heel verschillend zijn, maar ze benvloeden elkaars evolutie ook hun dood. Dat is zeer complex, maar daarmee kan je een heleboel verschijnselen verklaren.

    De tweede topic jets hangt samen met de binaire systemen: jets zijn samengebundelde stro-men van uitgestoten materiaal, vooral heet gas, die kunnen ont-staan vanuit een binair systeem. Jets zouden verklaren waarom een planetaire nevel een schil van gas rondom een oude, hete ster vaak asymmetrisch is. On-danks het feit dat het massaver-lies tijdens voorafgaande stadia symmetrisch gebeurt.

    Deze workshop inspireert me zeker om mijn onderzoek voort te zetten met behulp van nieuwe waarnemingen van andere tele-scopen dan Herschel: die bereikt nu het einde van zijn actieve leven. Ik heb ook belangrijke contacten gelegd voor een workshop die we zelf organiseren over boeggolven rond jonge en oude sterren.

    [De Congresganger] Elke maand vertrekken tientallen proffen en onderzoekers naar een con-gres, workshop of symposium om verse inspiratie op te doen. Welke nieu-we wetenschappelijke stromingen ontdekken ze in hun territoriale wate-ren? In deze aflevering stellen we de vraag aan sterrenkundige Nick Cox.

    nick Cox ( KU Leuven | rob stevens)

    tibele bloedgroep. Zo ontstond het idee van een ruil- of kruisdo-natie: de echtgenote van Kurt gaf een nier aan Tony en de echtge-note van Tony stond een nier af aan Kurt. Op die manier waren de bloedgroepen wel compatibel voor de twee donoren en de twee ontvangers.

    Mooi menselijk gebaarChirurgisch was er weinig speci-aals aan, zei professor Jacques Pi-renne in Het Nieuwsblad. Hij voer-de de ingrepen begin maart uit. Er moest gewoon goed gepland worden. De ene transplantatie een dag na de andere dus. Alles is per-fect verlopen, de nieren van elke patint functioneren prima.

    Het mooie is dat dit initiatief van de patinten kwam. Hier was geen enkel direct voordeel mee gemoeid. Dit was een pure geste van de patinten naar elkaar. Een mooi menselijk gebaar.

    Transplantatie met organen van levende donoren heeft in UZ Leuven en in Belgi nog groeipo-tentieel. In vergelijking met de ons omringende landen blijft het aandeel ervan in het totaal aantal transplantaties beperkt. In UZ

    Leuven vonden sinds de start van het levende donatieprogramma in 1997 ongeveer honderd trans-plantaties met nieren van levende donoren plaats.

    Er bestaat overigens ook een nationaal register voor incompa-tibele duos om kruisdonatie mo-gelijk te maken: het Living Donor Exchange Program (LDEP).

    Eerste niertransplantatie met kruisdonorenAan UZ Leuven is voor het eerst een niertransplantatie met kruisdonatie uitgevoerd: twee mannen die een nieuwe nier nodig hadden, kregen die van elkaars vrouw. De ingrepen verliepen succesvol en de donoren en ontvangers stellen het goed. Het gaat om een primeur in Belgi.

    & galerieWALRAVENSTiensestraat 94 - 3000 Leuven

    1 mei > 2 juni 2013Woensdag t/m zondag (van 13 tot 18u)

    www.galeriewalravens.be

    Vernissage & receptie vrijdag 3 mei 18 > 22uGastspreker Johan Van Cauwenberge (Klara)Van harte welkom!

    Frdric MartosSchilderijen

    aDvertentie

    Wie op een nier wacht voor trans-plantatie staat meestal op de wachtlijst om er n te ontvan-gen van een overledene. Maar er is een alternatief: ook een leven-

    de persoon kan donor zijn. Kurt en Tony leerden elkaar

    kennen op de Afdeling Hemo-dialyse. De twee mannen kwa-men in aanmerking voor een

    niertransplantatie en hun beide vrouwen waren bereid om een nier af te staan. Bij Kurt was dat mogelijk, maar Tony en zijn echtgenote hadden geen compa-

    Het mooieis dat dit initiatief

    van de patinten

    kwam.Een pure

    geste.

  • 2 meI 2013 Onderzoek 9

    een detail van een lab on a chip, te omschrijven als een miniatuurlabo: een klein, gla-zen plaatje, met daarop ofwel microkanaaltjes ter grootte van een menselijk haar, ofwel druppeltjes die via elektrische velden gestuurd worden. Zo kan men bloed of urine op micrometerschaal laten vloeien. De chip kan dan zeer gevoelig en snel bio-merkers opmeten: stoffen die indicatoren zijn van bepaalde biologische toestanden, zo-als ziektes.De kanaaltjes van zon chip worden zo gebouwd dat ze biomerkers kunnen vasthou-den in kleine compartiment-jes, vertelt bio-ingenieur Daan Witters: De putjes die je ziet, zijn microwells op het chipoppervlak. als men bij-voorbeeld een druppel bloed wil analyseren, voegt men er partikels aan toe. Dat zijn eigenlijk plastic deeltjes met een magnetische kern die ge-maakt zijn om de biomerkers

    te vangen. Meestal ontsnap-pen die partikels, maar hier blijven ze samen met hun re-actiecomponenten achter in de microwells. Zo kan je toch hele lage concentraties van biomerkers detecteren.eens de technologie van de lab on a chip op punt staat, zou dat heel wat beteke-nen, vertelt de doctorandus: Biochemische experimen-ten zouden dan geautomati-seerd, sneller, goedkoper en gevoeliger kunnen verlopen. Momenteel knelt het schoen-tje nog bij de standaardisa-tie van verschillende types chips. Maar als die horde genomen is, zou de lab on a chip een revolutie in het labo teweegbrengen, net zoals de transistor dat deed in de computerwereld. (if)

    Bent u onderzoeker aan de KU Leuven en maakt u intrige-rende wetenschapsfotos? Mail ze naar [email protected]

    BeeldIge wetenschap

    Ilse FrederIckx

    Doctoranda Monica Ganio stu-deerde wetenschap en technolo-gie voor cultureel erfgoed aan de universiteit van Turijn. Met een beurs werkte ze daarna een jaar in het Getty Museum in Los Ange-les: Ik werkte op glaskralen uit de Bronstijd. Ik ontmoette daar geoloog Patrick Degryse, die voor-stelde om een doctoraatsproject in te dienen. Zo kwam Monica Ganio in Belgi terecht en in mei verdedigt ze in Leuven haar doc-toraat over Romeins glas en de productieplaatsen daarvan.

    De Italiaanse reisde regelmatig terug naar haar geboorteland om Romeins glas te vinden: niet door het op te graven, wel door stukjes glas uit collecties te bemachti-gen. Musea zijn heel terughou-dend om je iets te geven. Heel frustrerend om te zien hoeveel glas ze hebben en dan te horen dat ze je niets kunnen bezorgen. Maar hier en daar krijg je wel een scherf. Uiteindelijk wist Monica Ganio 176 glasfragmenten te ver-zamelen, afkomstig uit Romeinse

    steden zoals Pompei en Hercula-neum, en uit twee scheepswrak-ken. De stalen van zowel gekleurd

    als kleurloos glas dateren van de 1ste tot de 4de eeuw na Christus.

    recyclageDat we de archeologe vandaag bij geologie vinden, heeft te maken met de technieken uit de che-mie en geologie die nu gebruikt worden om archeologische arte-facten te onderzoeken. Door de samenstelling van de chemische elementen van Romeins glas te bekijken, was al langer geweten dat al het Mediterraans en West-Europees glas uit de 1ste eeuw

    voor Christus tot de 8ste eeuw na Christus zeer weinig variatie toont in de samenstelling. En

    hypothese is dat al dat glas uit slechts een paar productiecentra in Syro-Palestina en Egypte komt en dat het dan in ruwe brokken verhandeld werd om lokaal be-werkt te worden. Omsmelten, kleuren of ontkleuren, en glas-blazen gebeurde in plaatselijke werkplaatsen. Een andere verkla-ring is dat op verschillende plaat-sen hetzelfde recept werd gevolgd om glas te maken.

    De techniek van de chemische analyse heeft wel zijn beperkin-gen, want glas werd ook toen al

    gerecycleerd: omdat verschillen-de samenstellingen zo vermengd geraken, wordt het moeilijk om de herkomst te bepalen. Bovendien roept de hypothese van de cen-trale productie een aantal vragen op. De kennis van het glasblazen raakte verspreid, waarom de ken-nis van het glas maken zelf niet? Klassieke auteurs zoals Strabo en Plinius de Oudere vermelden Ita-li, Spanje en de Lage Landen als glasproducenten. Maar tot nu toe vonden archeologen daar geen sites en konden analyses van glas herkomst uit die landen niet be-wijzen.

    veelzeggend zandVoldoende vragen om de her-komst van Romeins glas nog verder te onderzoeken. Monica Ganio gebruikte daarvoor isoto-penanalyse. Sommige scheikun-dige elementen komen voor in meerdere vormen isotopen. De verhouding tussen die verschil-lende vormen is niet overal op aar-de hetzelfde. Bij zand de grond-stof voor glas wordt gekeken naar de isotopenverhoudingen

    van strontium en neodymium. Zanden uit verschillende regios of afzettingen hebben immers een verschillende isotopensigna-tuur, afhankelijk van de geologi-sche ouderdom, oorspronkelijke samenstelling en verdere geolo-gische geschiedenis.

    De isotopenanalyse blijkt de centrale productie in het oosten van het gebied rond de Middel-landse Zee te bevestigen. Als we de isotopensignatuur van het glas vergelijken met een databank van geschikte zandgrondstoffen van het Middellandse Zeegebied, dan blijkt de meerderheid van het Ro-meins glas afkomstig van Syro-Palestina. Een uitzondering is het smaragdgroene glas: de samen-stelling daarvan wijst op het be-staan van een specifieke produc-tie van dit type glas en dat enkel in de 1ste eeuw na Christus.

    Maar er is nog werk aan de win-kel: Italiaans zand is totnogtoe weinig bestudeerd en lijkt sterk op zand uit Syro-Palestina. Boven-dien kan er nog altijd ergens een centrale productieplaats opgegra-ven worden. We blijven zoeken!

    Zand onthult herkomst Romeins glas

    De kennis van hetglasblazen raakte verspreid, waarom de kennis van het

    glas maken dan niet?

    Uit de eerste eeuwen van onze jaartelling zijn heel wat voorwerpen van Ro-meins glas teruggevonden, in de gebieden die bij het Romeinse Rijk hoorden of waarmee de Romeinen handel dreven. Met technieken uit de chemie en geologie proberen wetenschappers de productie en de handel van Romeins glas in kaart te brengen. De chemische en geologische handtekening van zanden helpt om klaar te kijken in het glas.

    romeins glas zoals wij het kunnen bewonderen in een museum. in het onderzoek van Monica ganio ging het om schilfers of scherven. ( arCHgLass,KU Leuven & semitic Museum, Harvard University)

    Cupcakes in de maak? golfballetjes op een rij?Fotograaf: Daan Witters

  • 10 Integratie campuskrant

    Een Test-Aankoop voor ethisch beleggen

    Jaak poot

    De HUB selecteerde het project van professor Lieven De Moor voor een subsidiring als BOF-on-derzoeksproject. Lieven De Moor: Onze onderzoeksgroep werkt al een tijd rond ethisch of duurzaam beleggen. Dat is een snel groei-ende markt. Bijna elke Belgische bank heeft minstens n ethisch fonds. Momenteel selecteren de banken op basis van eigen criteria de aandelen die ervoor in aanmer-king komen. Dat is telkens weer een moeilijke operatie met hec-tische commissievergaderingen. Precies omdat elk ijkpunt ont-breekt. Al die verschillende selec-tieprocedures maken uiteraard

    ook dat niet elk ethisch beleg-gingsfonds even duurzaam is.

    Vandaag beperkt men zich tot een opdeling tussen ethische en conventionele beleggingsfond-sen. Ethische fondsen houden rekening met een gezonde finan-cile basis, maar ook met ele-menten zoals gebruik van groene energie, milieuvriendelijkheid, deugdelijk bestuur en menswaar-dige arbeidsomstandigheden. Maar er bestaat geen instrument om het ethische karakter van een beleggingsfonds of nauwkeuri-ger: van de onderliggende selec-tieprocedure te meten. Het re-sultaat? De belegger ziet het bos niet door de bomen. Hij weet niet of de bedrijven waarin hij inves-

    teert wel het gewenste ethische profiel hebben. Zijn ze betrok-ken bij wapenhandel, zetten ze kinderarbeid in, of buiten ze hun werknemers uit? Op die vragen wil hij een antwoord.

    Ethische scoreWij willen meer: een methode om die duurzaamheid te meten, zegt professor Lieven De Moor. Anders geformuleerd: wij willen een Test-Aankoop voor Duurzaam en Maatschappelijk Verantwoord Investeren (DMVI) bij Instellin-gen voor Collectieve Belegging (ICBs). Die moet de potentile investeerder zo nauwkeurig mo-gelijk informeren over de balans tussen financile en ethische

    criteria, tussen prijs en kwali-teit. Dat onderzoek krijgt nu alle kansen in een BOF-project over vier jaar. We plaatsten een inter-nationale vacature om een on-derzoeker aan te trekken die over dit thema een doctoraat maakt. Uit de strenge selectieprocedure kwam Tim Verheyden, een belof-tevolle student handelsingenieur aan onze eigen HUB.

    Zijn opdracht is dubbel. Ten eerste moet hij een set van criteria vastleggen om beleggingsfond-sen te evalueren op hun duur-zaamheid. De criteria moeten we-tenschappelijk gefundeerd zijn, en voldoende divers, zodat ze de verschillen tussen de beleggings-fondsen duidelijk vastleggen. Ten tweede moet hij het belang van deze criteria bepalen, want niet elk criterium weegt even zwaar door in de ethische score. Dat is een moeilijke opdracht aangezien dat van een subjectief oordeel afhangt.

    Dat oordeel moet wel maat-schappelijk gedragen zijn. We gaan daarom de stakeholders zelf het belang van de criteria laten bepalen. We werken nu een ob-jectieve, reproduceerbare metho-de uit om opinies van experten te

    verzamelen, registreren en ver-werken tot gewichten. Het resul-taat wordt een algemene ethische score, met traceerbare deelscores op individuele criteria.

    Die score moet ook in rekening brengen of de selectieprocedure regelmatig een externe audit en eventuele bijsturing ondergaat. Een andere factor: bepaalt de bank de criteria zelf of vertrouwt ze dat toe aan een onafhankelijk adviesbureau? En hoe transpa-rant is ze over die criteria?

    MaatstafEr zijn drie vragende partijen. De financile instellingen willen hun ethische beleggingsfondsen pro-minenter in de markt zetten. Maar dat lukt heel moeilijk zonder ij-kingspunt: ze willen een maatstaf om het ethisch karakter van hun aanbod aan te tonen. Als tweede partij willen de investeerders dui-delijkheid over de fondsen waarin ze beleggen. De derde stakeholder is de overheid, die baat heeft bij een incentive om ethisch beleg-gen te promoten. Want op die ma-nier bevordert ze milieuvriende-lijkheid, groene energie, sociaal personeelsbeleid, enzovoort.

    Binnen de subfaculteit Econo-mie en Bedrijfswetenschappen aan de HUB werkt promotor Lie-ven De Moor voor deze combi-natie van fundamenteel en toe-gepast onderzoek samen met de onderzoeksgroep Finance, Ac-countancy and Tax en het Centrum voor Economie en Duurzaam On-dernemen. Binnen de KU Leuven participeren het Centrum voor Economie en Ethiek, het Center for Economic Studies en het De-partement Accountancy, Finance and Insurance. Het BOF-project kan ook rekenen op de medewer-king van een reeks externe part-ners, zoals het European Business Ethics Network, Ethibel, Febelfin, de Belgian Bankers Association en Ernst & Young.

    De Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) ontwikkelt een methodo-logie om beleggingsfondsen te scoren op hun ethisch karakter. Dat is een gat in de markt, want financile instellingen, investeerders n de overheid zijn al lang vragende partij voor zon instrument.

    Wat is de integratie ook weer?Op 5 juli 2012 keurde de Vlaamse Regering het decreet goed dat bepaalt dat de academische hogeschoolopleidingen, met uitzondering van de kunstopleidingen, vanaf oktober 2013 in een universiteit integreren. Binnen de Associatie KU Leuven zijn er negen hogescholen met opleidingen die integreren. Daardoor zal de universiteit campussen hebben in 11 steden verspreid over heel Vlaanderen. meer informatie: www.kuleuven.be/integratie

    Aandelenselecteren voor een

    ethisch fonds is altijd weer

    moeilijk. Precies omdat

    elk ijkpuntontbreekt.

    ( Joris Snaet)

    10% kortingVoor alle studenten van de KU Leuven

    op al hun aankopen bij Bakkerij Sint-Lambertus*

    Waversebaan 69, 3001 Heverlee tel. 016 22 14 05 [email protected] www.sint-lambertus.be*Dieetbrood en chocolade inbegrepen.

    ADVERtEntiE

  • 2 mei 2013 Integratie 11

    BioDe Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) verenigt de opleidingen van de vroegere hogescholen EHSAL, HOniM en VLEKHO en de Katholie-ke Universiteit Brussel (KU Brussel). Ook het vroegere Hoger instituut voor Gezinswetenschappen maakt deel uit van de HUB. De HUB biedt een brede waaier van opleidingen aan in zes verschillende domeinen: Economie en bedrijfswetenschap-pen, Gezondheidszorg, Lerarenop-leiding, Sociaal-Agogisch Werk, Letteren en Rechten. tot de HUB behoren verder nog EMS (EHSAL Management School), de Fiscale Hogeschool en het Groepscentrum voor Permanente vorming.

    campussen Campus Brussel

    Campus Hoger Instituut voorGezinswetenschappen

    Campus Parnas

    integrerende opleidingenHandelswetenschappen, Business Administration, Handelsingenieur, Milieu- en Preventiemanagement, internationale bedrijfseconomie en bedrijfsbeleid, international Busi-ness Economics and Management, Rechten, taal- en letterkunde, toegepaste taalkunde, Vertalen, tolken, Meertalige communicatie, Journalistiek, Vennootschapsrecht, intellectuele rechten

    aantal studenten Totaal: 8.202 Integrerende opleidingen: 3.769

    aantal personeelsleden Totaal: 929

    Integrerende opleidingen: 327

    academisch beheerderFrank Baert

    Bekende oud-studentenintegrerende opleidingen Pascal Paepen (journalist en

    docent) Sophie Dutortoir (Electrabel) Bert Anciaux (senator sp.a) Francesca Vanthielen

    (presentatrice) Lien Van de Kelder (actrice) Katja Retsin (presentatrice)

    Websitewww.hubrussel.be

    sloganGroei uit jezelf

    Waar zit u ergens?Ik ben voor twee weken in Chi-na, samen met collega Ching Lin Pang (tweede van links op de foto), van het Centrum Intercultura-lisme, Migratie en Minderheden. We bezoeken een vijftal universi-teiten om uitwisselingsprogram-mas te bespreken voor studenten en onderzoekers. Daarnaast zijn we hier voor overleg met onze onderzoekspartners in Tsinghua University. Het is onze bedoeling om het buitenlands beleid van China en van de EU te vergelijken, in het algemeen, maar ook speci-fiek toegepast op Congo. We zien dat men in Congo een veel positie-ver beeld heeft van China dan wij, en we willen achterhalen hoe dat komt. Wat wellicht een rol speelt, is de nadruk die Chinezen leg-gen op gelijkheid, partnerschap

    en harmonie. Niet inmengen is voor hen een teken van respect. Wij westerlingen worden toch vaak gezien als niet luisterbereid en slepen ons koloniaal verleden nog met ons mee.

    Het is de eerste keer dat ik China bezoek, en we worden heel goed onthaald, met uitgebreide maaltijden. Voor Chinezen is het van groot belang om elkaar goed te leren kennen als je een samen-werking aangaat van langere ter-mijn. En je mag dat proces niet overhaasten, heb ik geleerd. De lunches en de wandelingen naar het restaurant zijn vaak nuttiger dan de officile vergaderingen. Vooraf hadden we het advies ge-kregen een beetje op te letten voor de sterke drank: er wordt zeer veel geklonken tijdens zon lunch en hoe meer toosten, hoe

    beter de samenwerking. Ganbei!Hoe ziet de omgeving eruit?Ik ben enkel in de grote steden geweest. Daar zie je een zeer ka-pitalistische maatschappij. Het Volksplein in Shanghai bijvoor-beeld oogt nog spectaculairder dan Times Square. Je hebt overal luxueuze winkels, met Belgische ontwerpers bijvoorbeeld. Het to-nen van rijkdom is heel belangrijk. De bestaande ongelijkheid wordt gezien als tijdelijk aanvaardbaar. Mensen zijn doordrongen van de idee van vooruitgang en bereid om offers te brengen voor de op-leiding van hun kinderen.

    Je ziet ook overal bouwwerven. Tijdens de treinrit van Beijing naar Shanghai passeerden we om de tien minuten een nieuwe stad. Ik sprak iemand die bezig was met het bouwen van een hoog-

    technologische, duurzame stad voor 200.000 mensen. Onvoor-stelbaar.

    Ik heb een aantal daguitstap-pen gemaakt, naar de Chinese Muur en de Verboden Stad, en naar de Keizerlijke Zomertuinen in Beijing. En daarvan is in 1860 vernietigd door de Fransen en de Britten, in de nasleep van de tweede Opiumoorlog dat staat in het collectieve geheugen van de Chinezen gegrift.

    Het valt me op hoe groot de kennis over Europa is. In de boek-handels bij Beijing University en Tsinghua University staan tien-tallen meters vertaalde Europese werken over geschiedenis, men-

    senrechten, godsdienst Wat niet betekent dat men Europa als superieur beschouwt, verre van We worden veeleer gezien als zelf-genoegzaam. Bij de Chinezen die ik hier ontmoet, merk ik hoe dan ook een grote openheid en een kritische ingesteldheid, ook te-genover het eigen beleid, zelfs bij professoren die dicht bij de over-heid staan. Interessant is verder dat er een vorm van e-democratie ontstaat: via sociale media probe-ren de nieuwe machthebbers aan te voelen wat er bij de bevolking leeft en er op in te spelen. Op die manier zijn er bijvoorbeeld lokale overheden aangeklaagd en ver-oordeeld voor fraude. (ivh)

    Buiten de zoneIn deze rubriek jagen we de telefoonrekening van de KU Leuven schaamteloos de hoogte in. Maar wl met een achtenswaardig journalistiek doel: achterhalen waar onze professoren, onderzoekers en studenten in het buitenland zich zoal mee bezighouden. In deze aflevering professor Stephan Keukeleire (Instituut voor Internationaal en Europees Beleid).

    Professor Stephan Keukeleire (rechts) ( ingezonden)

  • 12 Rectorverkiezing campuskrant

    VIsIEDe universiteit heeft als op-dracht studenten academisch te vormen vanuit wetenschappe-lijk onderzoek. Vorming en on-derzoek staan ten dienste van de samenleving. De autonome uit-voering van deze opdracht staat echter onder druk: de overheids-financiering wordt mee bepaald vanuit politieke prioriteiten en de veranderende maatschap-pelijke omgeving stelt ons voor veel uitdagingen. Samen zullen we deze ontwikkelingen kritisch beoordelen en proactief verbete-ringen voorstellen. Ik wil daarbij zorg dragen voor het precaire evenwicht tussen resultaatge-richtheid en vrij onderzoek.

    De universiteit is een plaats van ontmoeting waarin het debat tus-sen wetenschappers, medewer-kers en studenten plaatsvindt. Vanuit die ontmoeting ontstaat een thematische samenwerking tussen mensen uit verschillende onderzoeksdomeinen en gaat de universiteit het debat aan met de samenleving. Die ontmoeting wil ik aanmoedigen en onder-steunen.

    Onderzoekseenheden of afde-lingen, departementen of facul-

    teiten en klinische diensten zijn het hart van de universiteit waar onderwijs n onderzoek gebeurt. Ze vormen op organische wijze de rijkdom en de actualiteit van de universiteit en haar zieken-huizen. Ze verdienen erkenning binnen een dienende organi-satie met een transparante en doeltreffende structuur. We zijn aan een reflectie toe over de wer-king van de structuren, die de voorbije jaren zijn opgebouwd.

    We zullen onze missie optimaal realiseren wanneer iedereen zich ondersteund en uitgedaagd voelt in zijn studie- en werkomgeving en als de gemeenschap zich be-trokken voelt bij de universiteit. Daarvoor wil ik met u zorgen.

    actIELIJnEnOrganisatie en bestuur met een Gemeenschappe-

    lijk Bureau als team dat de complexe interacties over domeinen en campussen heen samenbrengt, met een rector als primus inter pares en de Academische Raad die mee het inhoudelijk debat voert;

    waarbij besturen facilite-ren betekent, gebaseerd op

    vertrouwen in mensen en met respect voor subsidiariteit;

    met als doel het bewaren van ruimte voor een evenwichtige uitvoering van onderwijs, on-derzoek n dienstverlening;

    het verder verfijnen van de structuren en de werking van de universiteit en de universi-taire ziekenhuizen;

    met zorg voor inspraak, draag-vlak en betrokkenheid.

    Een universitairegemeenschap met gemeenschappelijke mis-

    sie en open blik op de wereld-wijde samenleving;

    inzet op talentontwikkeling en op studie- of loopbaanbegelei-ding voor iedereen;

    vanuit een coachende, zorgza-me en stimulerende omgeving met loopbaandifferentiatie, teamwerking en aandacht voor welbevinden;

    met orintering en extra-curriculaire vorming voor studenten;

    brede ontplooiing voor jonge onderzoekers;

    het realiseren van een geba-lanceerde werkomgeving voor academici en medewerkers;

    waarin stafmedewerkers en ondersteunend personeel zich betrokken voelen bij de kern-processen en het geheel.

    Onderwijs met nadruk op inhoudelijke

    discussies en samenwerking; intrinsieke aandacht voor

    kwaliteitszorg; verdere ontwikkeling van het

    orinteringsbeleid en het gebruik van nieuwe technolo-gien;

    een stabiele onderwijsorgani-satie met verbeterde processen;

    bewuste keuze binnen het opleidingsaanbod en

    kwaliteitsvolle rekrutering van internationale studenten.

    Onderzoek met streven naar excellentie

    vanuit een brede onderzoeks-basis als uitgangspunt voor de universiteit en haar ziekenhui-zen;

    gexpliciteerde beoorde-lingscriteria voor kwaliteit en samenwerking binnen een extern gericht competitief kader;

    rapportering en onderzoeksvi-sitaties als middel ter onder-

    steuning van de eigen werking en

    stimuleren van dynamische interdisciplinaire netwerken.

    Dienstverlening ook aandacht voor brede maat-

    schappelijke themas en voor inspanningen die betrek-

    king hebben op kwetsbare groepen.

    In de kerntaken en door de ganse universitaire gemeen-schap heen verdienen internati-onalisering en diversiteit volge-houden aandacht.

    www.tinebaelmans.be

    Wie wordt de nieuwe rector?

    De academische kern BELEIdsprogramma Van karEn maEx

    Eenheid in verscheidenheid de universitaire gemeenschap als katalysator voor een duurzame samenleving

    BELEIdsprogramma Van tInE BaELmans

    De universiteit laat zich niet grijpen in cijfers en formules, in structuren en provisies. Haar kracht ontleent zij aan haar tra-dities en aan het besef dat zij krachteloos wordt wanneer zij zich enkel door de belangen van de huidige generatie laat leiden. De universiteit, dat is de weg die wij samen hebben afgelegd, dat zijn onze ambities in een maat-schappij die steeds verandert en die wij vorm willen geven. Wij willen dat ongebonden doen, kritisch en creatief. Dat is de aca-demische kern die wij steeds op-nieuw willen versterken, in het belang van de samenleving die ons in het leven heeft geroepen.

    De studenten belichamen de toekomst van deze samenleving. Zij hebben recht op heldere ori-entaties en duidelijke studietra-jecten. De universiteit waarin zij hun weg zoeken, is een uni-versiteit die wordt bezield door

    lesgevers die deskundig en in-spirerend zijn, die weten dat die bezieling in het detail zit en tegelijkertijd aanzetten tot vrij denken. Zo is het ook in het on-derzoek: uitmuntendheid kan slechts bestaan door samen-werking, competitiviteit vereist gelijkgestemdheid omtrent het doel. Niets mag ons daarbij vreemd zijn. Disciplinair en in-terdisciplinair, fundamenteel, toegepast en klinisch werk, bin-nen de waardeketen van ons onderzoek moeten alle elkaar bevruchten.

    Een schottenloze universiteit is vaak een fetisj geweest. Maar wij moeten onze ambitie om onze horizon te verwijden niet opgeven. De drie wetenschaps-groepen moeten elkaar niet op afstand houden, maar elkaar in universiteitsbrede initiatieven trachten te vinden. Het Univer-sitair Ziekenhuis houdt een rijk-

    dom in waarvan de uitzonder-lijkheid door de academische opdrachten van zijn stafleden wordt benadrukt. Kulak is geen eiland, maar een klankbord van de universitaire ondernemings-zin en onderwijsvernieuwing. Onze nieuwe campussen verrui-men elk met hun eigen profiel de maatschappelijke inbed-ding van de universiteit. Een wijdere horizon, ook internatio-naal: binnen de departementen, de faculteiten en de diensten worden grenzen overschreden, vaak op vanzelfsprekende wijze. Het is een lokale cultuur die moet worden gekoesterd.

    Op die manier zal de universi-teit zichzelf steeds heruitvinden. Maar in dat proces zal ieders betrokkenheid essentieel zijn. De permanente horizonverrui-ming van de universiteit lijkt het begrip academische gemeen-schap soms tot een archasch

    begrip te hebben gemaakt. Wie de universiteit wil leiden, zal daarom veel aandacht moeten hebben voor het sociale weefsel dat studenten en medewerkers kan verenigen, en voor een orga-nisatiecultuur die daarbij past: mogelijkheden tot verdieping en herbronning, duidelijkheid over de toekomst, geen verantwoor-delijkheid zonder erkenning.

    De rector moet zich inzetten om het collectieve streven van de universiteit werkelijkheid te laten worden. Maar haar leider-schap moet ook een authentiek en integer leiderschap zijn, ge-richt op het respect voor ieders inzet, de waardering voor elk individueel talent. Ik wil een rec-tor zijn die openheid en luister-bereidheid koppelt aan beslist-heid en vasthoudendheid, een rector die zowel het belang van de dialoog kent als de noodzaak eens genomen beslissingen met

    kracht te verdedigen. Ik wil het idee van de universiteit uitdra-gen, in zijn kern, om zijn maat-schappelijk belang. Want hoe dwaas zou het zijn, zo schreef Keynes tachtig jaar geleden, de zon en de sterren te willen slui-ten omdat ze geen dividend uit-betalen?

    www.karenmaex.be

    Professor Tine Baelmans( KU Leuven | Rob Stevens)

    Professor Karen Maex( KU Leuven | Rob Stevens)

  • 2 mEI 2013 Rectorverkiezing 13

    Samen onze universiteit inspireren BELEIdsprogramma Van Bart dE moor

    De universiteit zoals ze zijn kan.Moed en optimismeBELEIdsprogramma Van rIk torfs

    professoren tine Baelmans, Bart de moor, karen maex en rik torfs zijn de vier kandidaten die mark Waer willen opvolgen als rector van de ku Leuven. de verkiezing vindt plaats in maximaal drie stemrondes, op maandag 13, vrijdag 17 en donderdag 23 mei. de resultaten vindt u telkens op de nieuwssite van de

    ku Leuven (nieuws.kuleuven.be). op deze paginas stellen de kandidaten zich voor met een korte versie van hun programma.de volledige programmas en cvs zijn te vinden op de website van de rector-verkiezing: www.kuleuven.be/rectorverkiezing2013

    Als kandidaat-rector is het een voorrecht na te denken over de toekomst van onze universiteit. Zij geniet internationaal grote naambekendheid door haar ge-schiedenis en de topkwaliteit die ze biedt in onderwijs, onderzoek en dienstverlening.

    In deze biotoop werk ik nu dertig jaar: als student, onder-zoeker, gewoon hoogleraar, met beleidsfuncties binnen zowel als buiten de universiteit. Als vice-rector heb ik het strategisch plan Internationaal Beleid uitgerold.

    Onze universiteit is een bloei-ende organisatie, een levende ge-meenschap, waar studenten wor-den gevormd tot de sterkhouders van morgen, waar onderzoekers de toekomst winnen voor vol-gende generaties, waar professi-onals ons ondersteunen.

    Die universitaire gemeenschap, dr moeten we aan werken. In de visietekst op mijn website poneer ik daarvoor vier doelstel-lingen en ook hoe we die zouden kunnen realiseren.

    Laten we sleutelen aan de or-ganisatiecultuur, in de universi-teit en het ziekenhuis. Sleutelen

    aan het werk zodat het beter in balans is met het leven. Dicht-slibbende regelgeving en orga-nisatorische complexiteit te-rugschroeven. Functieprofielen laten evolueren in de tijd. Doel-stellingen en evaluaties mutua-liseren en niet individualiseren. Duidelijker communiceren en terugkoppelen. Samenwerking tussen geledingen bevorderen. De informatica gebruiksvrien-delijker maken. Het aanbod van opleidingen verbeteren. Hiertoe de personeelsdienst verder pro-fessionaliseren. Voor dit alles een vicerector responsabilise-ren.

    Laten we verder de kwaliteit in onderwijs, onderzoek en dienst-verlening verdiepen, maar de kwantiteit ervan temperen. In de spannende driehoek van onze kerntaken geeft onderzoek diepte en scherpte, onderwijs toekomst en toetsing, dienstver-lening breedte en verankering.Onderwijs verdiepen door het

    te vernieuwen en te herwaarde-ren. Niet door verdere conceptu-alisering, wel door studenten het onderwijs van hn millennium

    te bieden: brede vorming, ver-hoogde leerefficintie, gevarieer-de lesvormen, adequate interac-tieve e-platformen, peer assisted learning, sociale leeromgevin-gen, gestructureerde inter-nationale mobiliteit. Betere onderwijsondersteuning voor docenten, in mens- en compu-terkracht. Mutualisering via do-cententeams. Meer interactie met de arbeidsmarkt. Valorisa-tie van onderwijs via het web en summer schools.

    Onderwijs verbeteren door de instroom te orinteren, de door-stroom bedachtzaam te flexibi-liseren. Ook in de academise-rende opleidingen. Diversiteit bevorderen maar massificatie vermijden. De capaciteit en fi-nancile gezondheid van de so-ciale sector verbeteren.

    De kwaliteit van onderzoek anders sturen, richting slower science, de integriteit bewaken, het palet van financieringska-nalen vereenvoudigen, verder werken aan loopbaanperspec-tieven, de kansen voor interdis-ciplinariteit drastisch opvoeren, internationale samenwerking en onthaalvriendelijkheid aan-

    zwengelen, de diversiteit bij de onderzoekers verbeteren, het onderzoek dat met de integratie meekomt, integreren.

    Inzake dienstverlening, de eco-nomische valorisatie bestendi-gen, maar de interactie met de maatschappij rond wetenschap, duurzaamheid, ontwikkelings-samenwerking, ethiek, religie en zingeving versterken.

    Laten we de bestuursstructu-ren verhelderen: Zorgen voor bestuurlijke hygine op alle ni-veaus, de ingewikkelde integra-tiestructuren vereenvoudigen, Kulak nemen als rolmodel voor de kullocs, de bestuursstructuur van het ziekenhuis in zijn verwe-venheid met de universiteit opti-maliseren.

    Laten we onze politieke slag-kracht verbeteren, omdat in de tsunami van wetten en decreten, kwantiteit belangrijker lijkt dan kwaliteit. Maar vooral om de kan-sen die Vlaanderen en Europa ons bieden, beter te benutten.

    Dit zijn mijn vier doelstellin-gen. Academisch en beleids-

    matig heb ik heel wat ervaring, met een juiste mix van gegeven vertrouwen en genomen verant-woordelijkheid. Eenzelfde ver-antwoordelijkheid wens ik graag op te nemen als rector. Daarvoor vraag ik uw vertrouwen.

    www.bartdemoor.be

    Er zijn dingen waarover de ver-kiezingen niet gaan. Natuurlijk moet onze universiteit optimaal worden bestuurd, bieden we in-novatief onderzoek, inspirerend onderwijs en maatschappelijke dienstverlening van de bovenste plank. Ze zijn een vanzelfspre-kend uitgangspunt.

    Maar er is meer nodig. Een hel-dere visie over wat de universiteit is en kan zijn. Ze is niet langer de hirarchische instelling van de renaissance, of de in vakgebie-den verzuilde universiteit waar-van we vandaag de uitlopers be-leven, maar een netwerk, waarin naast ruimte voor verdieping ook plaats is voor dwarsverbin-dingen en onverwachte invals-hoeken. Daaraan werken, wil ik doen aan de hand van zeven toetsstenen die u leest in mijn vi-sietekst. Een academische sfeer van erkenning en vertrouwen is daarvan de basis.

    Daarom is lineair denken uit den boze. We mogen ons niet neerleggen bij de gedachte dat alle trends aan de universiteit eindeloos door zullen gaan. Dat de administratieve overlast blijft groeien omdat vooralsnog nie-mand hem kon stuiten. Dat bij het beoordelen van onderzoek kwantiteit primeert, ook al leidt publicatiedruk steeds vaker tot academische fraude. Dat inspi-rerend onderwijs als puntje bij paaltje komt niet echt wordt ge-honoreerd. Dat de universiteit almaar vaker moet buigen voor een regelzuchtige overheid, of het nu over de organisatie van tweejarige masters of verplichte taaltesten Engels voor docen-ten gaat. Dat de associatie en de integratie uitgroeien tot een complexe, alleen voor specia-listen begrijpelijke constructie met een democratisch deficit. Dat wantrouwen en een louter bedrijfsmatige visie nu eenmaal

    kenmerken van een universitair ziekenhuis zijn.

    Aan een moedige en optimis-tische universiteit is geen plaats voor doemdenken en fatalisme. Ze moet de plek blijven, zijn of worden waar vrijheid heerst en ruimte bestaat. Om te denken en na te denken. Ook om langer na te denken over diepere vragen. Om gebaande paden te verlaten, werkelijk vernieuwend en ver-rassend te zijn.

    De voorbije decennia brokkel-de de maatschappelijke positie van de universiteit langzaam af. Zij is niet langer de gids van de samenleving. Die positie moeten wij herwinnen. Door slagkrach-tiger te worden in onderhande-lingen met politieke beleidsma-kers, gebaseerd op een gedegen kennis van de besluitvormings-mechanismen. Door voor de samenleving een lichtbaken te

    zijn waar vrij en moedig op lange termijn wordt gedacht. Het ver-moeide Europa waarin wij leven heeft daar nood aan en recht op. De universiteit is geen bedrijf dat vooral zijn eigen boordtabel-len koestert. Zij behoort de hele samenleving toe.

    Alleen in een universiteit die de onze is, waarbij we ons betrokken voelen, waarin we vertrouwen en erkenning geven en krijgen, kunnen we geloven en gelukkig zijn. Professoren, onderzoekers, studenten, administratieve me-dewerkers: allemaal zijn ze vol-waardige leden van de universi-teit. Dat wordt weerspiegeld in transparante besluitvorming en openbaarheid van bestuur, waar-bij alle geledingen echte beleids-verantwoordelijkheid dragen.

    De universiteit is geen nauwe-lijks te besturen tanker die ons beschutting biedt, maar uitvaart

    naar havens die wij niet willen aandoen.

    Het kan beter. We mogen niet toegeven aan twijfel in ons hart. We kunnen de koers zelf kiezen. Nu. Leuven is het aan zijn rijke traditie verplicht een lichtend voorbeeld te zijn.

    www.riktorfs.be

    Professor Bart De Moor( KU Leuven | Rob Stevens)

    Professor Rik Torfs( KU Leuven | Rob Stevens)

  • 14 Leven na Leuven campuskrantromanist en politiek hoofdredacteur Het Nieuwsblad

    liesbeth Van impe

    politici nooit vergeten dat ze met een journalist aan het praten zijn. Ik heb n vriend in de politiek, maar die bel ik nooit voor infor-matie.

    Het kringetje Wetstraatgangers en verslaggevers is zeer klein. Daarom is het misschien goed dat ik er na acht jaar nu wat af-stand van neem. Sinds 1 januari 2012 is Van Impe politiek hoofd-redacteur, in een triumviraat met Pascal Weiss en Guy Fransen. Vanaf begin volgend jaar gaan Weiss en Van Impe als tandem voort. Als hoofdredacteur moet ik vooral vergaderen, de redac-ties managen en nadenken over de krant van vandaag en morgen. In dit vak leer ik nog elke dag bij, over mijn capaciteiten om de krant te sturen, maar evengoed over mijn stilistische en interview- kwaliteiten.

    Het zoeken leidt soms tot vloe-ken, zelfs bij iets wat ze al zo lang en graag doet als commentaren schrijven. Soms denk ik: Moet ik nu weer ergens een mening over hebben? Maar het blijft mijn le-venslijn met de journalistiek. Als het goed is, kun je iets schrijven dat het verschil maakt. Ik vind het de taak van een politiek journa-list om politiek bij een zo breed mogelijk publiek te brengen. Dat kan nergens beter dan bij een populaire krant. Het is mis-schien niet evident om het in Het Nieuwsblad over Syri te hebben, maar als ik dat op een goeie ma-nier doe, levert dat zo veel meer op. Bij De Morgen voelde het soms als preken voor eigen parochie. Tegen al wie blas doet over mijn overstap zeg ik: Het Nieuwsblad heeft n miljoen lezers. En u?

    Alles welbeschouwdEn toch is ze nog niet gerust. Het beangstigt me dat veel mensen geen kranten kopen. Hoe vormen die dan in godsnaam hun we-reldbeeld? Het klinkt misschien

    katrien steyaert

    Ik kan een vloek niet onderdruk-ken. Ben ik op weg naar de kanto-ren van Het Nieuwsblad en wordt er wereldkundig gemaakt dat Margaret Thatcher is gestorven. Meteen steekt de vrees de kop op dat mijn gesprek met Liesbeth Van Impe (36) uitgesteld zal wor-den. Nee nee, sust Van Impe een halfuur later van achter haar koffie verkeerd. De collegas zijn ermee bezig. Ik moet alleen een com-mentaar schrijven. Dat doe ik van-avond wel. Ik ben een deadline-junkie, altijd geweest. Misschien heb ik daardoor mijn thesis niet op tijd af gekregen. Twee jaar is een iets te lang tijdsbestek.

    Het onderwerp het intellec-tueel discours rond de oorlog in Algerije boeide haar nochtans. Ik ben Romaanse gaan studeren omdat ik genteresseerd was in de relatie tussen taal en macht, en dan kom je snel bij de Franse intellectuelen uit. Ik was toen zot van Brel en Brassens, en van de klank en de toon van de taal. Mijn fascinatie voor Zuid-Amerika duwde me alleen maar meer in de richting van Romaanse.

    Op je achttiende weet je nog niet goed waar je naartoe wilt. Ik kon niet wachten om groot te zijn en vond het bijvoorbeeld leuker om 28 te zijn, toen ik al journa-list was en echt aan iets bouwde. Maar aan de unief is mijn den-ken, mijn lezen en schrijven wel gevormd. Mocht ik het opnieuw doen, ik zou aan dezelfde unief studeren ook al was de Kulak een keuze van mijn ouders , in dezelfde richting, op dezelfde manier.

    Is dit een grap?Onbezonnen uitgaan hoort daar niet bij. Deels omdat ik een werkstudent was, deels omdat Kulak geen kater-unief was. We zaten wel nachtenlang te discus-siren en te lachen. Overdag ver-zamelden we in de zeteltjes. Ze zegt het bijna met hoofdletters. Ik was onlangs terug aan Kulak en werd overspoeld door een golf van nostalgie bij het zien van die zeteltjes. We zaten daar altijd koffie te drinken en sigaretten te roken. Dat ik een nogal selectieve lesvolger was, komt omdat ik het soms nuttiger vond te werken of een interessant boek te lezen. Je

    moet daar wat zelfvertrouwen voor hebben, ja, maar daaraan heb ik nooit een gebrek gehad, lacht ze.

    Ik heb altijd graag en mak-kelijk gestudeerd. Na eerste kan wist ik: Dit gaat wel lukken. Als journalist heb ik die basiszeker-heid pas na een tijd gekregen. Po-litiek journalist worden was voor mij zoals astronaut willen zijn: ik droomde ervan, maar niemand kon me precies vertellen hoe ik het moest aanpakken. En dus trekt ze eerst een jaar met de rug-zak door Zuid-Amerika en doet interims bij Kluwer en Davids-fonds. Godzijdank ben ik daar ontslagen. Anders zat ik daar nu misschien nog.

    En was ze nooit ingegaan op de advertentie voor de MediAcade-mie, het interne opleidingsinsti-tuut van De Persgroep, waardoor ze niet veel later, in 2004, aan de slag kan als Wetstraatjournalist bij De Morgen. Het eerste jaar

    verwachtte ik dat iemand zou zeg-gen: We hebben nog eens goed ge-keken en het is toch een grapje dat jij hier binnen mocht. Ik deed on-geveer mijn absolute droomjob, maar het heeft een tijd geduurd voor ik dat gevoel kreeg zoals na eerste kan: Ik ga dit kunnen.

    Wraak en risicosIn 2009 is er bij de krant van haar hart de grote ontslagronde. Het gevolg van een aantal rampzalige hoofdredactionele beslissingen en een pak mismanagement. Een puinhoop, kortom, die ze nu nog altijd aan het opruimen zijn. Ik heb zes maanden mee onderhan-deld. Dat was emotioneel en in tijd heel intensief. Toen uiteinde-lijk de lijst met 26 namen bekend werd en ik zag dat er wraakoefe-ningen bij waren, kon ik het niet meer opbrengen voor die mensen te werken. Ik heb mijn ontslag gegeven. Achteraf bekeken is het misschien het beste dat me kon

    overkomen.Ik heb geen twee seconden na-

    gedacht over wat ik erna zou doen. Toen Peter Vandermeersch uit-eindelijk belde, dacht ik dat het voor De Standaard zou zijn, maar hij stelde Het Nieuwsblad voor. Had iemand me op mijn acht-tiende gezegd dat ik voor die krant zou werken, ik zou gedacht hebben: Tiens, raar. Het was ook een enorm risico. De krant zwalp-te, verraste te weinig, had onge-veer de politieke berichtgeving afgeschaft, en de verkoop bleef maar dalen. Het had de domste carrirezet aller tijden kunnen zijn, maar ik vond het interessant genoeg om te springen.

    Als Chef Politiek groeit Van Impe uit tot het gezicht van Het Nieuws-blad. Het feit dat ik een vrouw onder de veertig ben, heeft daar-bij geholpen, maar ik heb vooral keihard gewerkt. Meestal begin ik om zeven uur en stop ik niet voor elf uur s avonds. Maar ik heb

    geen gezin, ik heb nooit kinderen gewild. Ik probeer tijd te maken voor familie en vrienden, en als ik opnieuw een lief heb, zal ik dat voor hem ook doen. Het voelt dus niet alsof ik offers breng. Na mijn uren lees ik nog over politiek. Dat is ontspanning voor mij. En elke avond kijk ik naar The Daily Show. Jon Stewart is n van mijn abso-lute helden.

    En miljoen lezersIk ben al sinds mijn achttiende gefascineerd door macht, niet als iets vies, maar als iets waarmee je zowel goede als slechte dingen gedaan krijgt, en iets dat diege-nen die hem uitoefenen bijna altijd verandert. Als politiek jour-nalist ben je de bevoorrechte ob-servator daarvan. Het belangrijk-ste is alles in vraag durven stellen, plus: een beetje een slecht karak-ter hebben. Blijven graven. Poli-tici zenuwachtig maken met zeer foute, juiste vragen. Beseffen dat

    ouderwets, zeker voor de digital natives, maar ik vind kranten ver-schrikkelijk belangrijk en vind dat ze moeten blijven bestaan. De drager zal misschien veranderen, maar door betrouwbaarheid, ge-loofwaardigheid, relevante keu-zes en laagdrempeligheid kun je het verschil blijven maken. Toen ik zag hoe goed onze krant ver-kocht na de verkiezingen van 2010 en 2012 kreeg ik weer hoop. De verkoopcijfers zitten inderdaad in de lift en in 2011 en 2012 wordt Nieuwsblad.be uitgeroepen tot Nieuwssite van het Jaar. Ik ben blij dat we Het Nieuwsblad weer op de kaart gezet hebben en ben ook megatrots op ons nieuwe sportmagazine Fan.

    Maar eerlijk: hoofdredacteur zijn stond niet op mijn lijstje. Commentator zijn wel, omdat je dan de lijn van een krant uitzet en een zekere impact kunt hebben. Toch ben ik ingegaan op de vraag om hoofdredacteur te worden, omdat ik na een tijdje wist wat er mankeerde aan de krant en wat er moest gebeuren. Ik ben absoluut bereid me daar 100% voor te ge-ven, maar dit is niet voor de rest van mijn leven. Na vijf jaar ga ik bekijken of ik nog wel een meer-waarde ben voor de organisatie. Ik heb die goede raad gekregen van Batrice Delvaux, die tien jaar Le Soir heeft geleid en er spijt van heeft dat ze zo lang is blijven zit-ten. Op mijn veertigste ga ik dus eens goed nadenken. Tegen dan ga ik ook heel moe zijn.

    Van Impe wordt 40 over vier jaar. Verdorie, zucht ze. Dat klinkt wel heel serieus h? Maar ik ben niet ongelukkig, hoor. Ik heb de gewoonte me op mijn verjaardag ergens te zetten en eens naar mijn leven te kijken. Vorige week heb ik dat gedaan en ik voelde wat ik had verwacht: ik vind opnieuw mijn appartement wat te rommelig, maar voor de rest valt het mee. Ik heb het leven dat ik wil leiden.

    Aan zelfvertrouwen had ik nooit gebrek

    Had iemand me op mijn achttiende gezegd dat ik op mijn zesendertigste voor Het Nieuwsblad zou werken, ik zou ge-dacht hebben: Tiens, dat is raar. Maar hadden ze me gezegd dat ik politiek commentator of hoofdredacteur zou zijn, dan had ik gedacht: You go, girl! Liesbeth Van Impe over haar gebetenheid, de krant van de toekomst en het geluk van ontslagen te worden.

    Als politiek journalistmoet je een beetje een

    slecht karakter hebben.

    ( KU Leuven | Rob Stevens)

  • 2 mei 2013 Alumni 15

    alumnus en topquizzer tom trogh

    jes vertoont. Dat geldt niet voor mij. Misschien wel een geek, ie-mand die veel wil weten van wat hem interesseert. Maar daar be