9
Detachering personeel Juni 2016

Detachering juni 2016

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Detachering juni 2016

Detachering personeel Juni 2016

Page 2: Detachering juni 2016

Voor u ligt het whitepaper over het detacheren

van personeel, belicht vanuit de Vennootschaps-

belasting, de Wet Markt en Overheid, Loonhef-

fingen en Omzetbelasting.

Voor de Vennootschapsbelasting dient worden

onderzocht of wordt voldaan aan de onderne-

mingscriteria, waaronder het maken van winst.

Als de Wet Markt en Overheid van toepassing is,

zal vervolgens worden beoordeeld of de integrale

kostprijs wordt doorberekend. Voor de Loonhef-

fingen is met name van belang dat het personeel

onder leiding en toezicht staat van de inlener,

terwijl de formele werkgever de verplichting heeft

het personeel te betalen. Bijzondere aandacht

wordt hierbij gevraagd voor de werkkostenrege-

ling, zoals die bij de uitlener en de inlener wor-

den toegepast.

Voor de Omzetbelasting geldt dat als een ver-

goeding in rekening wordt gebracht, 21% btw het

uitgangspunt is, maar uitzonderingen zijn moge-

lijk.

Daar de belastingwetten alle Rijksbelastingen

zijn, zou u misschien verwachten dat detachering

uniform wordt behandeld. Helaas, als u perso-

neel detacheert dient u voor elke belasting te on-

derzoeken welke regels van toepassing zijn. De

grootste risico’s ontstaan als regels van de ene

wet worden toegepast op de andere wet. Met de

Wet Markt en Overheid daarbij wordt het er niet

eenvoudiger op.

EFK Belastingadviseurs heeft voor alle onderde-

len specialisten in huis en wij zijn graag bereid u

te ondersteunen bij detacheringsvraagstukken.

U kunt te allen tijde vrijblijvend uw vraag aan ons

voorleggen.

Inleiding

2

Page 3: Detachering juni 2016

Recent heeft de SVLO haar notitie over deta-

chering gepubliceerd. Tijd voor een beschou-

wing.

In deze notitie <klik hier> gaat de SVLO in het

bijzonder in op het winstcriterium bij detachering

aan verbonden lichamen. Het uitlenen of ter be-

schikking stellen van personeel op basis van een

dienst- verleningsovereenkomst (DVO) blijft in de

notitie buiten beschouwing. In gemeenteland is

het gebruikelijk af en toe personeel te detache-

ren bij derden. Gemeenten kiezen er bijna altijd

voor alleen de directe loonkosten door te belas-

ten, incidenteel verhoogd met een opslag voor

toerekenbare kosten.

Detachering kan (fiscaal) aan drie soorten partij-

en:

1. niet verbonden lichamen/(rechts)personen;

2. verbonden lichamen die volledig kunnen wor-

den vereenzelvigd met de detacheerder; en

3. overige verbonden lichamen.

Indien wordt gedetacheerd bij een lichaam dat

niet verbonden is met de gemeente, dient de ge-

meente te onderzoeken of wordt voldaan aan de

ondernemingscriteria. Hieraan wordt niet voldaan

als alleen de directe loonkosten worden doorbe-

rekend. Als een opslag wordt berekend, is enig

nader onderzoek vereist.

Dienstverlening aan verbonden lichamen die vol-

ledig worden vereenzelvigd met de detacheer-

der, kan bij de detacheerder tot winst leiden.

Eventuele winst die wordt behaald valt onder de

vrijstelling voor interne diensten.

Veel aandacht wordt in de notitie besteed aan de

situatie dat personeel wordt gedetacheerd bij

overige verbonden lichamen. Het fiscale begrip

verbonden lichaam wijkt af van het BBV-begrip

verbonden lichaam. De fiscale lat ligt aanmerke-

lijk hoger. Als een personeelslid wordt gedeta-

cheerd bij een verbonden lichaam zal, om vast te

stellen of wordt voldaan aan het winstcriterium,

ervan moeten worden uitgegaan dat de gemeen-

te detacheert tegen een zakelijke prijs. Dit is de

prijs die ook tussen onafhankelijke derden wordt

gehanteerd. Als deze prijsstelling niet wordt ge-

hanteerd, dient het resultaat te worden aange-

past. Als de prijsstelling niet afwijkt van de prijs-

stelling met onafhankelijke partijen is geen reden

aanwezig te corrigeren. Dit is ons inziens ook het

geval als de gemeente dezelfde prijsstelling han-

teert bij detachering tussen verbonden en niet

verbonden partijen (dus bijvoorbeeld tegen de

directe loonkosten).

Gemeentelijke praktijk

Gemeenten zullen gaan vaststellen aan welke

partijen zij personeel detacheren. Afhankelijk van

de partij zal de gemeente één van de hierboven

genoemde toetsen uitvoeren.

3

Vennootschapsbelasting

Page 4: Detachering juni 2016

Per 1 juli 2012 is de Wet Markt en Overheid

van kracht. De Wet Markt en Overheid is een

uitbreiding van de Mededingingswet en bevat

gedragsregels voor overheden die op de

markt opereren. Valt detacheren hier ook on-

der?

De belangrijkste gedragsregels zijn de verplich-

ting tot doorberekening van de integrale kostprijs

voor economische activiteiten en het bevoorde-

lingsverbod van overheidsbedrijven. Hiermee

wordt voorkomen dat overheidslichamen hun

economische activiteiten (deels) bekostigen met

overheidsmiddelen. Alle nieuwe economische

activiteiten dienen per 1 juli 2012 aan de eisen

van de Wet Markt en Overheid te voldoen. Voor

bestaande economische activiteiten geldt een

overgangstermijn van 2 jaar. Vanaf 1 juli 2014

geldt de Wet Markt en Overheid voor alle econo-

mische activiteiten.

Detachering is een economische activiteit die valt

onder de Wet Markt en Overheid. In beginsel

geldt hier dus de verplichting tot het doorbereke-

nen van de integrale kostprijs. In het kader van

de Wet Markt en Overheid zijn drie detacherings-

situaties mogelijk:

1. een gedetacheerde werknemer verricht ten

behoeve van het inlenende overheidslichaam

overheidsprestaties;

2. een gedetacheerde werknemer verricht ten

behoeve van het inlenende overheidslichaam

economische activiteiten;

3. een gedetacheerde werknemer verricht ten

behoeve van het inlenende overheidslichaam

deels overheidsprestaties en deels economi-

sche activiteiten.

De eerste situatie valt buiten het bereik van de

Wet Markt en Overheid. Het inlenende over-

heidslichaam gebruikt de ingekochte prestaties

voor het voortbrengen van overheidsprestaties,

waarop de Wet Markt en Overheid niet ziet.

In de situatie waarin een gedetacheerde werkne-

mer economische activiteiten verricht - niet zijnde

overheidsactiviteiten - geldt de verplichting tot

doorbelasting van de integrale kostprijs bestaan-

de uit directe kosten en overhead. Voor de bere-

kening van de integrale kostprijs kan aansluiting

worden gezocht bij de Handleiding Overheidsta-

rieven 2016.

Indien sprake is van een gedetacheerde werkne-

mer die voor de helft overheidsactiviteiten ver-

richt en die zich voor de andere helft bezighoudt

met economische activiteiten, geldt de verplich-

ting tot doorbelasten van de integrale kostprijs

alleen voor de tijd die wordt besteed aan econo-

mische activiteiten.

Gemeentelijke praktijk

De inlenende gemeente behoort te onderzoeken

of de gedetacheerde werknemer zich bezighoudt

met overheidsactiviteiten of met economische

activiteiten en voor welk percentage. Door deze

informatie door te spelen aan de uitlenende ge-

meente, wordt laatstgenoemde in staat gesteld

aan de activiteiten van de gedetacheerde werk-

nemer het juiste tarief te koppelen.

4

Wet Markt en Overheid

Page 5: Detachering juni 2016

Onder detacheren wordt verstaan een situatie

waarin een werkgever een werknemer ter be-

schikking stelt aan een andere werkgever,

waarbij die werknemer onder toezicht of lei-

ding van die andere werkgever arbeid ver-

richt.

Detacheren heeft gevolgen voor de loonhef-

fingen, welke hierna kort zullen worden bespro-

ken. Van detacheren is geen sprake indien een

overtollige werknemer door een ander overheids-

lichaam wordt overgenomen, waarbij de loonkos-

ten gedurende een zekere periode nog voor re-

kening van het overdragende overheidslichaam

komen.

Gedetacheerde arbeidskracht blijft werkne-

mer van uitlenend overheidslichaam

Op basis van de Wet op de loonbelasting 1964

(hierna: Wet LB) is een werknemer de natuurlijke

persoon die tot een inhoudingsplichtige

(werkgever) in privaat- of publiekrechtelijke

dienstbetrekking staat.

Van een privaat- of publiekrechtelijke dienstbe-

trekking is sprake indien cumulatief aan de vol-

gende criteria wordt voldaan:

a. De werknemer is verplicht om voor de werk-

gever arbeid te verrichten;

b. De werkgever is verplicht om de werknemer

voor het werk te betalen; en

c. Tussen de werkgever en de werknemer be-

staat een gezagsverhouding.

Van een gezagsverhouding is sprake indien de

werkgever het recht heeft opdrachten en aanwij-

zingen te geven aan de werknemer, bijvoorbeeld

over hoe het werk moet worden gedaan. De

werknemer is verplicht zich aan deze opdrachten

en aanwijzingen te houden.

De kern van detacheren is dus dat niet de forme-

le werkgever (uitlener), maar materiële werkge-

ver (de inlener) de leiding en het toezicht uitoe-

fent op de door de gedetacheerde arbeidskracht

uitgevoerde werkzaamheden en dat niet de ma-

teriële werkgever (de inlener), maar de formele

werkgever (uitlener) de verplichting heeft om de

gedetacheerde arbeidskracht hiervoor te betalen.

De consequentie hiervan is dat de gedetacheer-

de arbeidskracht op basis van bovengenoemde

criteria noch werknemer zou zijn van de uitlener

(geen gezagsverhouding), noch van de inlener

(geen verplichting loon te betalen). Dit is natuur-

lijk niet de bedoeling.

Om dit te voorkomen is in het Uitvoeringsbesluit

loonbelasting 1965 een fictieve dienstbetrekking

opgenomen, inhoudende dat als dienstbetrek-

king wordt beschouwd de arbeidsverhouding van

de persoon die door tussenkomst van degene tot

wie de arbeidsverhouding bestaat (uitlener) per-

soonlijk arbeid verricht ten behoeve van een der-

de (inlener). Door de fictieve dienstbetrekking

blijft de gedetacheerde arbeidskracht werknemer

van het uitlenende overheidslichaam, de formele

werkgever.

Loonheffingen

5

Page 6: Detachering juni 2016

Loon van gedetacheerde arbeidskracht onder

de werkkostenregeling

Het uitlenende overheidslichaam blijft dus werk-

gever en inhoudingsplichtig met betrekking tot

het aan de gedetacheerde werknemer betaalde

loon. Vergoedingen en verstrekkingen gedaan

aan de gedetacheerde arbeidskracht door het

uitlenende overheidslichaam vallen onder de

werkkostenregeling van het uitlenende over-

heidslichaam.

Dit geldt ook voor de door de inlener aan de ge-

detacheerde arbeidskracht betaalde vergoedin-

gen en verstrekkingen. In de Wet LB zijn name-

lijk regels opgenomen met betrekking tot de in-

houdingsplicht ter zake van het loon dat een

werknemer geniet van een derde.

Bepaald is dat ingeval de in te houden loonbe-

lasting mede afhankelijk is van het loon dat is

verstrekt of geacht wordt te zijn verstrekt door

een derde, die derde de van belang zijnde gege-

vens waaronder het burgerservicenummer van

de werknemer schriftelijk aan de inhoudingsplich-

tige dient mede te delen.

Aangezien onder de werkkostenregeling vergoe-

dingen en verstrekkingen tot het loon worden

gerekend, dient de inlener de uitlener te informe-

ren over aan de gedetacheerde arbeidskracht

betaalde vergoedingen (bijvoorbeeld reiskosten)

en verstrekkingen (bijvoorbeeld iPad). De uitle-

ner kan deze vergoedingen en verstrekkingen

dan aanwijzen als eindheffingsloon, waardoor

deze onder de gerichte vrijstelling onbelast zijn.

Het is verstandig om de voor rekening van de

inlener komende vergoedingen en verstrekkin-

gen op te nemen in de detacheringsovereen-

komst.

Ook kan het zijn (bijvoorbeeld bij het verstrekken

van een kerstpakket) dat de inlener ervoor kiest

om de belastingheffing voor haar rekening te ne-

men. Ook hierover dient de inlener de uitlener te

informeren.

Loonheffingen

6

Page 7: Detachering juni 2016

Inlenersaansprakelijkheid inlener

Ingeval een werknemer met instandhouding van

de dienstbetrekking met zijn formele werkgever

door deze aan een inlener ter beschikking wordt

gesteld om onder leiding en toezicht van de inle-

ner werkzaamheden te verrichten, kan de inlener

op basis van de inlenersaansprakelijkheid door

de Belastingdienst aansprakelijk worden gesteld

indien de formele werkgever niet voldoet aan zijn

financiële verplichtingen jegens de Belasting-

dienst.

Aangezien de formele werkgever altijd een over-

heidsinstelling is, zal de inlenersaansprakelijk-

heid niet snel aan de orde zijn en blijft deze ver-

der onbesproken.

Gemeentelijke praktijk

Allereerst is van belang vast te stellen of sprake

is van detachering dan wel van een situatie

waarin de werknemer door een ander overheids-

lichaam wordt overgenomen. Ingeval van deta-

chering blijft de formele werkgever de inhou-

dingsplichtige. De materiële werkgever dient de

formele werkgever te informeren over aan de

gedetacheerde werknemer betaalde vergoedin-

gen en verstrekkingen voor een correcte behan-

deling van de werkkostenregeling.

7

Loonheffingen

Page 8: Detachering juni 2016

Het ter beschikking stellen van personeel te-

gen betaling van een vergoeding kwalificeert

voor de btw als een economische activiteit.

Hoofdregel is dat voor deze prestatie 21% btw

is verschuldigd. In bijzondere situaties kan

daarvan worden afgeweken.

Het ter beschikking stellen van personeel tegen

betaling van een vergoeding kwalificeert voor de

btw als een economische activiteit die belast is

met btw. De uitlenende partij reikt daarvoor een

factuur uit aan de inlenende partij. Hoofdregel is

dat voor deze prestatie 21% btw is verschuldigd.

De btw die betrekking heeft op het uitlenen komt

voor verrekening als voorbelasting in aanmer-

king.

Op deze hoofdregel geldt een uitzondering. Als

de werknemer beschikbaar wordt gesteld om

werkzaam te zijn bij de uitvoering van een werk

van stoffelijke aard dat betrekking heeft op een

onroerende zaak die de inlenende gemeente re-

aliseert binnen haar bedrijf (dus niet in haar hoe-

danigheid van overheid), is een verleggingsrege-

ling van toepassing. In dat geval wordt de ver-

schuldigde btw niet geheven van de uitlener,

maar van de inlenende partij. De uitlener be-

houdt zijn recht op verrekening van btw.

Voor de btw wordt voor de begrippen

‘werknemer’ en ‘dienstbetrekking’ aangesloten bij

de loonheffing. Van uitlenen van personeel is

sprake als de desbetreffende werknemer onder

leiding en toezicht van de inlenende partij werk-

zaamheden verricht. Dat een personeelslid over

specifieke vakkennis beschikt, al dan niet gekop-

peld aan professionele verantwoordelijkheid die

hoort bij dat beroep, sluit niet uit dat het perso-

neelslid onder leiding en toezicht van de inlenen-

de partij werkzaam kan zijn.

Als de verantwoordelijkheid voor de inhoud en

kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden bij

de uitlenende partij ligt, is geen sprake van uitle-

nen van personeel en verricht de presterende

ondernemer een andersoortige dienst.

In een aantal specifieke gevallen <klik hier> heeft

de staatssecretaris vastgesteld dat weliswaar

sprake is van ter beschikking stellen van perso-

neel, maar vanwege de bijzondere omstandighe-

den goedgekeurd dat heffing van btw achterwe-

ge blijft. De goedkeuring is van toepassing in de

sociaal-culturele sector, de gezondheidssector,

de onderwijssector, in het kader van herstructu-

rering van publiekrechtelijke lichamen, ter bevor-

dering van arbeidsmobiliteit en Euregio’s.

Bij de herstructurering van publiekrechtelijke li-

chamen gaat het met name om situaties rond

privatisering, gemeentelijke herindeling en fusies.

In alle gevallen heeft de staatssecretaris voor-

waarden opgenomen waaronder btw heffing ach-

terwege kan blijven. Hoewel de goedkeuring niet

inhoudt dat sprake is van een vrijstelling, sluit

toepassing van de goedkeuring de aanspraak op

aftrek van voorbelasting uit. Daarbij komt de

vraag op of de btw op gemaakte kosten compen-

sabel is. Als geen sprake is van een vrijgestelde

prestatie of een individuele verstrekking (de afne-

mer betaalt immers voor het beschikbaar stellen

van het personeel) is het kiezen voor de goed-

keuring in het algemeen niet zo gunstig. Als ech-

ter het bcf-plafond in ogenschouw wordt geno-

men, dan is de goedkeuring zo gek nog niet.

Welke afweging u maakt zal daarom afhangen

van de feiten en omstandigheden van het indivi-

duele geval en welke beleidsmatige keuze de

gemeente heeft gemaakt met betrekking tot het

bcf-plafond.

8

Omzetbelasting

Page 9: Detachering juni 2016

Fiscalisten voor de publieke sector

T 072 535 05 27

E [email protected]