38
Kritische Reflectie

Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische Reflectie

Page 2: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 2

Kritische reflectie

Academische Opleidingsschool

ROSRijnland

Kritische reflectie t.b.v. toetsing en advies (academische) opleidingsschool door NVAO

Voor toetsing gekoppeld aan de accreditatieprocedure van de Hogeschool van Amsterdam

Hillegom, maart 2015

Page 3: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 3

Inhoudsopgave

1. Inleiding (p.5)

2. Algemene Beschouwing (6) 2.1. Terugblik NVAO beoordeling 2009 (6) 2.2. Terugblik NVAO beoordeling academische kop 2012 (8)

3. Kritische reflectie opleidingsschool (9)

3.1. Standaard 1 – Beoogde eindkwalificaties (9) 3.2. Standaard 2 – onderwijsleeromgeving (13) 3.3. Standaard 3 – Toetsing (21) 3.4. Standaard 4 – Kwaliteitszorg (23)

4. Kritische reflectie Academische kop (27)

4.1. Standaard 1 – Beoogde eindkwalificaties (27) 4.2. Standaard 2 – Onderwijsleeromgeving (29) 4.3. Standaard 4 – Kennisdeling (32)

5. Conclusies (33)

Bijlage 1: Administratieve gegevens ROSRijnland (35) Bijlage 2: Basisgegevens over de academische opleidingsschool (38)

Bijlagen kritische reflectie: Opleidingsschool: 1. Algemene gegevens ROSRijnland 2. Basisgegevens over de academische opleidingsschool 3. Samenwerkingsovereenkomst ROSRijnland 4. Opleidingsplan ROSRijnland 5. kwaliteitsbeleid Academische Regionale Opleidingsschool Rijnland 5a Beoordeling 2009 Academische kop: 6. Stand van zaken Academische opleidingsschool ROSRijnland maart 2015 7. Onderzoeksprogramma ROSRijnland 2012-2016 8. Beoordeling academische kop 2012

Page 4: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 4

Documenten ter inzage tijdens visitatie: Document 1. Stagegids ROSRijnland 2. Studiegidsen lerarenopleidingen 3. Rubrics (operationalisatie SBL, Dublin descriptoren) 4. Brochure werkplekleren HvA 5. Handboek kwaliteit ROSRijnland 6. Procedure speeddaten 7. Functiebeschrijving BOS en vakbegeleider 8. Uitwerking Beroepsopdrachten ROSRijnland Academische kop: 9 HvA: Onderzoeksleerlijn ROSRijnland 2013-2014 10 ALO: Thema’s en onderzoeksleerlijnen 11 Uitnodiging diner pensant 12 Uitnodiging miniconferentie Veel voorkomende afkortingen BOS Begeleider Op School (de term is gemunt door onze opleidingspartner ICLON

en komt min of meer overeen met de in het HBO meer gebruikelijke term: werk(plek)begeleider)

CROS Het hoogfrequente overleg van de opleidingscoördinatoren van de ROS met de directeur van de ROS. De opleidingscoördinatoren vertegenwoordigen de VO-scholen binnen ROSRijnland. De CROS is een beleidvoorbereidend - en een uitvoeringsoverleg.

ROSSO Het afstemmingsoverleg van de ROS tussen Scholen en Opleidingen. Kleine variant: DB ROSRijnland en stuurgroepleden opleidingen Grote variant: Instituutsopleiders, opleidingscoördinatoren, schoolopleiders, stuurgroepleden opleidingen, DB ROSRijnland

MEO Overleg van Managers Erkende Opleidingsscholen rond de HvA

Page 5: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 5

1. Inleiding De Regionale Opleidingsschool Rijnland (ROSRijnland) vindt haar oorsprong in een regio-specifiek kweekvijverproject van het Regionaal Platform voor de risicoregio Rijnstreek, dat tussen 2005 en 2007 plaatsvond. Aan dat project deed een aantal scholen uit de regio Rijnstreek mee. Doel was om studenten die uit de regio vertrokken naar de omliggende steden om een lerarenopleiding te volgen, te behouden voor de regio. Daartoe kregen de studenten aantrekkelijke stage-arrangementen, voor een deel duaal, aangeboden. Kennis en ervaring op het gebied van Opleiden in de school werden gedeeld; samenwerking met de opleidingen geïntensiveerd en studenten uitgewisseld. Na afloop van het project in 2007 besloten de bij het Platform Rijnstreek aangesloten scholen de regio-specifieke kweekvijver voort te zetten uit eigen middelen. Op 6 oktober 2007 werd in Museum De Zwarte Tulp te Lisse het Convenant getekend dat de start van ROSRijnland markeert. In het najaar van 2009 heeft ROSRijnland bij de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie) een aanvraagdossier ingediend ter erkenning van de opleidingsschool. In maart 2010 heeft de NVAO ROSRijnland als “goed” beoordeeld. Daarmee is ROSRijnland een erkende en structureel gesubsidieerde opleidingsschool geworden voor de duur van zes jaar. Sinds 2012 heeft ROSRijnland de academische status. In ROSRijnland wordt anno 2015 samengewerkt door 6 scholen voor voortgezet onderwijs met in totaal 15 locaties en 5 lerarenopleidingen (zie onderstaand kader). VO-scholen 1. Bonaventuracollege te Leiden en Roelofarendsveen 2. Fioretticollege te Lisse en Hillegom 3. Northgo College te Noordwijk 4. Rijnlands Lyceum te Sassenheim 5. Scholengroep Leonardo da Vinci te Leiden 6. Teylingen College te Voorhout, Noordwijk en Oegstgeest Opleidingsinstituten 1. Hogeschool van Amsterdam (HvA) 2. Universiteit van Leiden - ICLON 3. TU Delft - MSc Science Education and Communication (SEC) 4. Academie Lichamelijke Opvoeding (ALO) Amsterdam 5. Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) Diversiteit ROSRijnland is een regionale opleidingsschool. Onze scholen bevinden zich in de regio’s Leiden en de Bollenstreek. Dat betekent dat we een grote diversiteit kunnen bieden: scholen in een stedelijke omgeving en streekscholen, alle onderwijstypen (van VMBO-basis tot Gymnasium), vele onderwijsconcepten en profielen (zoals Tweetalig Onderwijs, Technasium, Topsport Talentschool, Cultuurprofielschool). Gedeelde visie De scholen binnen de ROS verschillen in cultuur en onderwijsaanbod, maar delen met elkaar de visie op opleiden en begeleiden. Dit betekent dat elk van onze scholen dezelfde herkenbare

Page 6: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 6

opleidingssituatie heeft, terwijl de student gedurende zijn opleiding kan kennismaken met de verschillende schoolculturen en onderwijsvormen die de ROS te bieden heeft. Algemene organisatiedoelen ROSRijnland De algemene organisatiedoelen van de ROS liggen besloten in haar missie en visie. De ROS wil:

• Een kwalitatieve opleidings- en begeleidingsstructuur in stand houden die herkenbaar onderdeel uitmaakt van de organisatiestructuur van de scholen.

• Opleiden voor de lokale en regionale onderwijsarbeidsmarkt. • Een brug slaan tussen de theorie van de opleiding en de praktijk van de school. • Bijdragen aan de professionalisering van het onderwijspersoneel om de kwalitatieve tekorten

op te heffen en het behoud van personeel te stimuleren. • In samenwerking met de opleidingen werken aan ontwikkeling en verbetering van het

curriculum. • Onderzoek koppelen aan de schoolontwikkeling van de afzonderlijke scholen.

Leeswijzer Deze rapportage bevat de kritische reflectie van ROSRijnland op basis van het toetsingskader Opleidingsschool van de NVAO. Hoofdstuk 2 geeft een algemene beschouwing, waarbij wordt teruggeblikt naar de ontwikkeling ten opzichte van de NVAO beoordeling in 2009 (opleidingsschool) en 2012 (academische kop). Hoofdstuk 3 beschrijft de kritische reflectie volgens de standaarden en criteria voor de opleidingsschool, hoofdstuk 4 doet dit voor de academische kop. Tot slot sluit hoofdstuk 5 af met de belangrijkste conclusies en ambities voor de toekomst. De algemene gegevens van de opleidingsschool zijn opgenomen als bijlage. 2. Algemene beschouwing Dit hoofdstuk beschrijft de ontwikkeling van ROSRijnland in de afgelopen jaren. Paragraaf 2.1 doet dit voor de ontwikkeling van de opleidingsschool ten opzichte van de beoordeling door NVAO in 2009, paragraaf 2.2 doet dit ten opzichte van de beoordeling van de academische kop in 2012. 2.1 Terugblik NVAO beoordeling 20091 ROSRijnland is in 2009 als goed beoordeeld en erkend door de NVAO. In het adviesrapport van de NVAO is destijds een aantal sterke punten en aandachtspunten benoemd. Op basis van de adviezen uit het rapport en de eigen sterkte-zwakteanalyse uit 2009 heeft ROSRijnland de afgelopen jaren flinke stappen gezet, te weten: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties:

• De visie op opleiden in de school binnen ROSRijnland is in de afgelopen jaren verder ontwikkeld en gedeeld: naast de uitwisseling van visie en expertise in de verschillende overleggremia van ROSRijnland, organiseert de opleidingsschool in een breder verband mini-conferenties en diner pensants2. De visie is geconcretiseerd in het opleidingsplan.

• De verbinding tussen theorie en praktijk in het opleidingsprogramma is in de afgelopen jaren verder versterkt door ontwikkelingen zoals “les op locatie”.

1 Zie Bijlage 5a 2 Zie documenten ter inzage 11 en 12

Page 7: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 7

Standaard 2 Onderwijsleeromgeving: • De website (www.rosrijnland.nl) is in de afgelopen periode verder ontwikkeld ter verbetering

van de interne en externe communicatie. Dit heeft geresulteerd in een transitie van passieve informatiebron tot een actief communicatieplatform. Als laatste stap in deze ontwikkeling wordt een digitaal dossier gebouwd, waar betrokkenen documenten kunnen uploaden en delen met anderen.

• De informatievoorziening naar studenten is verder verbeterd. Recent heeft ROSRijnland een heldere en toegankelijke stagegids voor studenten ontwikkeld, waarin de nieuwe studenten kort en bondig worden geïnformeerd over de inhoud en de eisen van de stage en de faciliteiten op de stageschool. Hierdoor wordt direct duidelijk voor studenten wat wij van hen verwachten en wat zij van ons kunnen verwachten (zie Stagegids ter inzage)).

• ROSRijnland heeft van meet af aan de overtuiging gehad dat zij, naast haar opdracht toekomstig onderwijspersoneel op te leiden, een belangrijke rol moet spelen op het gebied van professionalisering van zittend personeel. In de afgelopen jaren heeft zij die brede professionaliseringopdracht uitgewerkt door te participeren in professionaliseringprojecten, die mede door de toenemende focus in het onderwijs op professionalisering tot stand kwamen. De hechte band van ROSRijnland met het Regionaal Platform Rijnstreek, platform van de knelpuntenregio, was daarbij behulpzaam. Zo speelt ROSRijnland een belangrijke rol in het project Begeleiding Startende Leraren (BSL) van de Universitaire Lerarenopleiding ICLON3 en speelt zij zijdelings een rol bij het project Digitale Didactiek van het Regionaal Platform Rijnstreek, door de verworvenheden uit dit project te delen met haar opleidingspartners en het overleg met hen te stimuleren over aanpassing van het curriculum op dit gebied. Deze laatste ontwikkeling staat nog in de kinderschoenen, maar laat mooi zien hoe het onderwijsveld een rol kan spelen bij verbetering van de kwaliteit van de lerarenopleiding en explicitering van de gewenste vaardigheden van haar toekomstig onderwijspersoneel.

• ROSRijnland heeft belangrijke stappen gezet in de borging van de kwaliteit van begeleiders. ROSRijnland inventariseert jaarlijks de scholingsbehoefte bij de begeleiders binnen het samenwerkingsverband en organiseert scholing in samenwerking met de HvA (cursus werkbegeleiders) en het ICLON (BOS-cursus). De tevredenheid van de studenten over de begeleiding, gemeten met de kwaliteitsmonitor van Kwaliteitscholen en de jaarlijkse tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding. Maar allereerst wordt de kwaliteit van de begeleiding geborgd door middel van regelmatige contacten tussen de student 4en het begeleidingsteam (zie basisbegeleidingscyclus in het opleidingsplan, bijlage 4, p.12 ).

• ROSRijnland stimuleert het streven naar kwaliteit in de afstudeerproducten door het organiseren van een onderzoekswedstrijd voor studenten en publicatie van de beste onderzoeken op de website van de opleidingsschool.(zie bijlage 6 hfst. Spelregels onderzoeksprijs)

Standaard 3 Toetsing: • Er zijn met de verschillende opleidingsinstituten duidelijke afspraken gemaakt over de

beoordelingssystematiek (zie bijlage 4 opleidingsplan, p. 9).

3 In samenwerking met de Lerarenopleiding van de TU Delft (SEC) en de Lerarenopleiding van de Hogeschool van Rotterdam 4 In het belang van de leesbaarheid hanteren we consequent de mannelijke vorm, daar waar het zowel mannen als vrouwen betreft.

Page 8: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 8

Standaard 4 Kwaliteitszorg: • De kwaliteitszorg wordt verder versterkt door de ontwikkeling van het digitale ROS-dossier.

Het kwaliteitshandboek wordt opgenomen in het digitale ROS-dossier. Dit vergroot de bereikbaarheid, het gebruiksgemak en de transparantie. Zo is de studentenregistratie, voorheen een formulierenkwestie, geheel gedigitaliseerd en voorzien van geautomatiseerd e-mailverkeer tussen studenten en de organisatie van ROSRijnland.

2.2 Terugblik NVAO beoordeling academische kop 20125 In 2012 heeft ROSRijnland haar functie uitgebreid met de academische kop. Hierover is destijds een advies uitgebracht. Hieronder wordt aangegeven welke acties naar aanleiding van de aandachtspunten uit dit advies zijn ondernomen binnen ROSRijnland: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties:

• Het concept en de begeleidingsinfrastructuur van de academische opleidingsschool is verbreed en omvat zowel het eerste- als tweedegraads gebied. De onderzoeksbegeleiding binnen ROSRijnland is dan ook gericht op alle studenten, zowel eerste- als tweedegraads. Ook wordt er jaarlijks een onderzoeksprijs uitgereikt , zowel op het eerste- als op het tweedegraads niveau.

• De verbinding tussen studentonderzoek en schoolontwikkeling is voortdurend een punt van aandacht voor ROSRijnland. Eén van de kernpunten van het didactisch concept is “persoonsgericht”. Dit betekent dat de student niet alleen de eigen leervragen formuleert, maar ook de eigen onderzoeksvraag. Voor studenten is het belangrijk dat zij de ruimte krijgen om een onderwerp te kiezen dat aansluit bij hun interessegebied en zone van naaste ontwikkeling. Tegelijkertijd is ROSRijnland zich bewust van het belang van verbinding van onderzoek met schoolontwikkeling. Het overkoepelende onderzoeksthema is in de afgelopen jaren losgelaten, omdat dit in de praktijk lastig te verenigen bleek met de individuele interesses van de studenten. Hierdoor hebben studenten meer ruimte voor hun eigen onderzoeksvraag, die zij formuleren onder begeleiding van hun onderzoeksbegeleider. Waar mogelijk betreft dit een actuele vraag uit de school.

Standaard 2 Onderwijsleeromgeving: • De begeleidingsinfrastructuur is verbreed naar alle ROS-scholen en omvat zowel het eerste- als

tweedegraads gebied (zie ook standaard 1). • In de afgelopen periode zijn stappen gezet om de academische kop te integreren in het

kwaliteitszorgsysteem. Zo zijn in het handboek kwaliteit van ROSRijnland/ROS-dossier taakomschrijvingen opgenomen van docentonderzoekers en studentbegeleiders. Daarnaast maakt onderzoek inmiddels structureel onderdeel uit van het tevredenheidsonderzoek van Kwaliteitscholen dat onder de studenten wordt afgenomen. (zie Bijlage Interne Kwaliteitszorg p.17 ev.)

Standaard 4 Kennisdeling: • ROSRijnland participeert in een periodiek overleg met andere academische opleidingsscholen

onder leiding van de HvA. Desalniettemin verdient dit punt ook de komende jaren aandacht. Het kenniscentrum van de HvA is bij de ontwikkeling van een relatie met de academische opleidingsscholen meer op Amsterdam en Noord-Holland gericht. Versterking van de relatie met het kenniscentrum en structurele samenwerking is de opdracht voor de komende jaren.

5 Zie Bijlage 8

Page 9: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 9

• Afstudeerproducten van hoge kwaliteit worden via publicatie op de website gedeeld. Op een aantal ROS-scholen worden middagen georganiseerd waarop studenten hun onderzoeksresultaten presenteren.

3. Kritische reflectie opleidingsschool Dit hoofdstuk beschrijft de kritische reflectie van ROSRijnland voor de opleidingsschool. In de paragrafen wordt per standaard eerst op globaal niveau beschreven op welke wijze de opleidingsschool voldoet aan de standaard, gevolgd door een korte toelichting per criterium. Ook wordt per standaard een sterkte-zwakte analyse gegeven en worden de ontwikkeldoelen voor de betreffende standaard benoemd. 3.1 Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. 3.1.1 Beschrijving van de huidige situatie: beoogde eindkwalificaties Algemeen De eindkwalificaties van de opleidingen binnen ROSRijnland voldoen aan de geldende internationale eisen (‘Dublin descriptoren’) en sluiten aan bij de bekwaamheidseisen voor leraren die landelijk zijn afgesproken en vastgelegd in de Wet BiO (Beroepen in het Onderwijs). Door de eindkwalificaties concreet te verbinden aan de bekwaamheidseisen, wordt geborgd dat de opleidingen aansluiten bij de beroepspraktijk. Voor de hbo lerarenopleidingen en de wo lerarenopleiding van de TU Delft geldt dat de eindkwalificaties concreet zijn uitgewerkt op basis van de zeven competenties voor leraren in het voortgezet onderwijs (vastgelegd in het Besluit Bekwaamheidseisen Onderwijspersoneel) en gerelateerd aan de Dublin descriptoren. Voor de studenten van de Hogeschool van Amsterdam staat de leerlijn werkplekleren centraal, die tot doel heeft om studenten maximaal te laten profiteren van de leermogelijkheden in de schoolpraktijk en hen in staat te stellen om de eindkwalificaties te behalen. De leerwerktrajecten kennen een systematische opbouw van leerdoelen, die zijn afgeleid van de eindkwalificaties. Bij het formuleren van de eindtermen voor de wo lerarenopleiding van het ICLON is gekozen voor een ordening van de competenties naar zogenaamde docentrollen, die voor de studenten herkenbaar zijn in de beroepspraktijk. Voor de invulling van de verschillende rollen in de eindtermen is gekozen voor de formuleringen die gebruikt worden bij de startbekwaamheidseisen. Voor de beoordeling van wo studenten wordt bij elk studieonderdeel gebruik gemaakt van rubrics, die gebaseerd zijn op de eindtermen van de opleiding. Voor elk van de zes beroepsrollen waarvoor wordt opgeleid, is een rubric beschikbaar. Op basis van verzameld bewijsmateriaal wordt voor elk aspect in een rubric aangegeven op welk niveau de student dit beheerst. Criterium 1a: De opleidingsschool heeft een geëxpliciteerde visie op opleiden in de school geconcretiseerd in een opleidingsplan.

Page 10: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 10

De missie en visie van ROSRijnland op opleiden in de school zijn geëxpliciteerd en geconcretiseerd in het opleidingsplan (bijlage 4 p. 6). De belangrijkste uitgangspunten van de missie en visie van ROSRijnland zijn:

• Het werkplekleren staat centraal. Door te leren via participatie in het arbeidsproces krijgt de student de gelegenheid vaardigheden en competenties te ontwikkelen in een authentieke situatie. Theorie wordt verbonden met de praktijk en de student wordt in staat gesteld daar direct op te reflecteren. Daarbij is er sprake van een toename en verdieping van reflectie in de vorm van praktijkonderzoek. Leren van en met elkaar op basis van reflectie op en onderzoek van de eigen onderwijspraktijk leidt tot verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van de opleiding van toekomstig onderwijspersoneel.

• De ‘veranderingsbekwaamheid’ is een belangrijk element in het opleiden in de school. In de opleiding leren studenten te participeren in onderwijsvernieuwingen die zij met hun collega’s mede tot stand brengen en waarin zij een onderzoekende, lerende houding kunnen aannemen. Zo dragen aankomende leraren bij aan het creëren van nieuwe onderwijspraktijken.

• Het opleiden in de school is onderdeel van een bredere professionaliseringsopdracht om de instroom van onderwijspersoneel te bevorderen, onderwijspersoneel te behouden en door professionalisering en begeleiding de kwaliteit van het onderwijspersoneel te verhogen. De deelnemende scholen en lerarenopleidingen werken in de ROSRijnland in gezamenlijkheid aan een kwalitatief hoogstaande begeleiding van toekomstige, nieuwe docenten en zittende docenten.

De visie is vertaald naar een didactisch concept, met als belangrijkste kenmerken: kennisintensief, omgevingsgericht en persoonsgericht. Het didactisch concept wordt nader toegelicht bij standaard 2 (paragraaf 3.2.1). Criterium 1b: De opleidingsschool waarborgt dat studenten de gelegenheid hebben de verbinding tussen theorie en praktijk te leggen. Het opleidingstraject in de school kent voldoende diepgang door verbindingen met de theorie. Het opleidingstraject in de lerarenopleiding sluit aan bij de praktijkervaringen in de school en is geconcretiseerd in een opleidingsplan. Studenten worden binnen ROSRijnland voortdurend uitgedaagd en gestimuleerd om de verbinding tussen theorie en praktijk te leggen. De begeleiders op school (BOSsen) spelen hierbij een cruciale rol. Hieronder wordt beknopt geschetst op welke wijze deze verbinding concreet wordt gemaakt in de diverse onderdelen van het opleidingsprogramma (zie tevens het opleidingsplan):

• Begeleiding door BOSsen en vakbegeleiders: Alle studenten worden vanuit de school begeleid door een BOS en een vakbegeleider, die in staat zijn om de student actief de verbinding te laten leggen tussen theorie en praktijk. In de contacten met studenten en docenten, bijvoorbeeld bij de bespreking van een plan van aanpak, reflectie en bij de beoordeling, zal een BOS in samenwerking met de student bijvoorbeeld verbindingen zoeken met colleges en met literatuur. Binnen elke school van ROSRijnland is de literatuur die gebruikt wordt op de lerarenopleiding van de Hogeschool van Amsterdam beschikbaar. Op termijn moet ook het materiaal van de andere opleidingsinstituten beschikbaar komen.

• (Beroeps)opdrachten: Studenten voeren in de praktijk (beroeps)opdrachten uit, die de transfer tussen theorie en praktijk bevorderen. Deze opdrachten bevatten altijd een sterke praktijkcomponent. Het combineren van theorie en praktijk is voorwaardelijk om de

Page 11: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 11

verschillende opdrachten te kunnen maken. ROSRijnland heeft de beroepsopdrachten van de HvA nader uitgewerkt om zo de verbinding tussen de theorie en de praktijk te verstevigen (De uitwerking van de beroepsopdrachten ligt ter inzage ). Door deze uitwerking heeft de BOS meer inzicht in de theorie en kan hij de student op de werkplek aanmoedigen deze theorie uit de beroepsopdrachten toe te passen in de praktijk. Dit kan onder andere door gebruik te maken van de leertaken en leerwerktaken.

• Workshops: De scholen binnen ROSRijnland organiseren, waar mogelijk in samenwerking met de lerarenopleidingen, op locatie workshops voor studenten en docenten volgens het ROSRijnland format. Deze workshops vormen bij uitstek de plek om de verbinding tussen theorie en praktijkervaring te (leren) leggen. De inhoud van de workshops wordt verbonden aan de onderwijspraktijk op de school, waardoor het aanbod verschilt tussen de scholen. De workshops behandelen verschillende relevante thema’s, zoals klassenmanagement, orde houden, reflectie en onderzoeken.

• Intervisiebijeenkomsten: Op de scholen worden ieder jaar meerdere intervisiebijeenkomsten georganiseerd, waarin actuele en persoonlijke dilemma’s, vragen en problemen, die zich tijdens de stage voordoen, besproken worden. Hierbij reflecteren studenten en (nieuwe) docenten op het eigen handelen en worden zij door elkaar en de BOS uitgedaagd de verbinding te leggen tussen theorie en praktijk.

• Les op locatie (HvA): De eerste- en tweedejaars studenten van de Hogeschool van Amsterdam krijgen colleges op een locatie van ROSRijnland. De verbinding met de praktijk wordt gemaakt doordat de colleges consequent worden omzoomd door praktijkervaringen op dezelfde dag die in het teken staan van de besproken theorie. De student gaat direct na een college gericht onderzoeken wat in de praktijk is terug te vinden van de theorie uit het college. Studenten kunnen ook uitproberen of en hoe de theorie in een les kan worden toegepast.

• Onderzoeksopdrachten: de eerstegraads en tweedegraads studenten voeren onderzoeksopdrachten uit in de praktijk, gericht op vraagstukken uit de praktijk. Bij de onderzoeksopdrachten leggen studenten de verbinding tussen de algemene kennis (theorie) en de kennis vanuit hun dagelijkse onderwijspraktijk. Op basis van dit onderzoek kan de student zijn praktijk vervolgens verbeteren en/of kan de school vervolgbeleid ontwikkelen. In het tweedegraads gebied nemen onderzoeksopdrachten een prominente plaats in: ze vormen een schakel tussen de opleiding en de concrete beroepspraktijk en vormen samen de onderzoekslijn in de opleiding. In het eerstegraads gebied speelt onderzoek een grotere rol tijdens de gehele opleiding.

Criterium 1c: De opleidingsschool waarborgt dat studenten de gelegenheid hebben ervaring op te doen in gevarieerde onderwijssituaties. Het werkplekleren binnen ROSRijnland heeft tot doel om studenten maximaal te laten profiteren van de leermogelijkheden in de schoolpraktijk. Binnen ROSRijnland zijn de leermogelijkheden optimaal door de grote diversiteit: scholen in een stedelijke omgeving en streekscholen, alle onderwijstypen (van VMBO-basis tot Gymnasium) en vele onderwijsconcepten en profielen (zoals tweetalig onderwijs6, technasium, lootschool, cultuurprofielschool). Deze diversiteit maakt het mogelijk om studenten ervaring op te laten doen in gevarieerde onderwijssituaties (bijvoorbeeld verschillende

6 Opleidingspartner ICLON heeft een aparte poot voor de eerstegraads opleiding voor TTO (en internationaal onderwijs) namelijk het WTTP, World Teacher Training Programm. Onze TTO-vestigingen betrekken hier jaarlijks enkele studenten van.

Page 12: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 12

lessituaties, werkzaamheden, werkvormen, buitenlesactiviteiten). Dit wordt binnen de ROS op verschillende manieren geborgd. Ten eerste speelt de BOS een belangrijke rol. De BOS en de student selecteren samen geschikte situaties om ervaring op te doen, passend bij de individuele leerdoelen van de student zoals geformuleerd in het POP en PAP. De BOS ziet erop toe dat er voor de studenten voldoende mogelijkheden zijn om alle competenties te kunnen ontwikkelen en lost eventuele knelpunten op. Ten tweede krijgen ROS-studenten standaard de gelegenheid een volgend stagejaar op een andere ROS-school door te brengen. In het voorjaar organiseert de ROS een interne speeddate om doorstroming binnen ROSRijnland te bevorderen. Voor eerstegraads studenten van ICLON en TULO gelden dit soort zaken niet of minder omdat hun opleiding korter en anders van structuur is dan de 2e graadsopleidingen. Dat neemt niet weg dat ook deze studenten in ieder geval de mogelijkheid hebben bij aanvang van hun stage en via de speeddate een keuze te maken uit de variëteit aan schoolprofielen en onderwijssituaties. Steeds weer blijkt dat de speeddate een krachtig instroominstrument is dat erg helpt bij het vinden van de juiste match tussen school en student. 3.1.2 Sterkte-zwakte analyse beoogde eindkwalificaties Deze paragraaf beschrijft de resultaten van de sterkte-zwakte analyse voor standaard 1 (beoogde eindkwalificaties). Sterke punten

• De visie op opleiden in de school binnen ROSRijnland is in de afgelopen jaren verder doorontwikkeld en gedeeld. Naast de uitwisseling van visie en expertise in de verschillende overleggremia van ROSRijnland, organiseert de opleidingsschool in een breder verband mini-conferenties en diners pensant. De visie is geconcretiseerd in het opleidingsplan.

• De verbinding tussen theorie en praktijk staat centraal in het werkplekleren binnen ROSRijnland en is een cruciaal onderdeel van de diverse onderdelen van het opleidingsprogramma. De verbinding tussen theorie en praktijk in het opleidingsprogramma is in de afgelopen jaren verder versterkt door ontwikkelingen zoals “les op locatie”.

• ROSRijnland heeft, in samenwerking met een IO van de HvA, een nadere uitwerking van de beroepsopdrachten gemaakt. Hierdoor heeft de BOS meer inzicht in welke theorie er in welke beroepsopdracht behandeld wordt. De BOS kan zo de student aanmoedigen de theorie toe te passen in de praktijk. Dit kan onder andere met behulp van leertaken en leerwerktaken.

• Op alle locaties van ROSRijnland is de vakliteratuur die op de HvA gebruikt wordt, beschikbaar. De komende tijd zal dat ook voor de literatuur van de andere opleidingen gelden.

• De verscheidenheid binnen ROSRijnland biedt een krachtige leeromgeving voor de studenten: het praktijkdeel van de opleiding wordt afgestemd op de schoolcontext, waardoor het leerproces van studenten aansluit op de praktijk en de studenten in staat worden gesteld de verbinding te leggen tussen theorie en praktijk. Zo bieden alle scholen een eigen workshopprogramma aan, waarbij uniformiteit wordt geborgd middels het ROSRijnland format.

• Via de interne speeddate stimuleert de ROS doorstroming van studenten binnen de eigen opleidingsschool.

Verbeterpunten

• De partners binnen ROSRijnland werken structureel samen in de opleiding van studenten, maar de afstemming kan op sommige gebieden nog verder worden versterkt.

Page 13: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 13

• Afstemming tussen de planning van praktijkopdrachten op de scholen (beroepsopdrachten en les op locatie) en de activiteiten op het opleidingsinstituut zijn een logistieke uitdaging waar nog wel winst is te behalen.

• De BOS speelt een cruciale rol in de opleiding van de studenten, bijvoorbeeld als het gaat om het verbinden van theorie-praktijk en het bieden van voldoende gevarieerde onderwijssituaties. Dit zou nog meer geborgd kunnen worden.

• Op termijn moet de vakliteratuur van alle opleidingsinstituten op de ROS-scholen beschikbaar zijn.

3.1.3 Ontwikkeldoelen beoogde eindkwalificaties Op basis van de sterkte-zwakte analyse voor standaard 1 (beoogde eindkwalificaties) zijn de volgende ontwikkeldoelen geformuleerd:

• Versterken van de afstemming tussen de partners, onder andere middels het digitale ROS-dossier en het voeren van het afstemmingsoverleg ROSSO op twee niveaus (1. Het DB van de ROS met de vertegenwoordigers van de opleidingen. 2. De schoolopleiders met de instituutsopleiders).

• Het verder concretiseren van de uniformiteit binnen ROSRijnland en het borgen hiervan in de praktijk.

• Het verder vergroten van de synergie tussen theorie en praktijk, onder andere door: o workshops structureel door scholen en lerarenopleidingen gezamenlijk uit te voeren; o het beschikbaar stellen van de literatuur van de wo lerarenopleidingen op de

schoollocaties en er structureel op toezien dat studenten in de praktijk ook daadwerkelijk gebruik maken van deze literatuur;

o het inhoudelijk en logistiek stroomlijnen van de praktijkopdrachten en het curriculum van het opleidingsinstituut.

3.2 Standaard 2: Onderwijsleeromgeving Het programma, het personeel en de opleidingspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. 3.2.1 Huidige situatie: Onderwijsleeromgeving Algemeen Voor ROSRijnland is het van groot belang dat er een transparante samenwerking is tussen het opleidingsinstituut, de ROSschool en de student. De samenwerkingspartners van ROSRijnland streven ernaar om de kwaliteit van het opleiden van studenten en de professionalisering van docenten voortdurend te verbeteren. Op verschillende manieren wordt geborgd dat de studenten in staat worden gesteld de eindkwalificaties te behalen:

• De eindkwalificaties van de opleidingen zijn helder en inzichtelijk voor de studenten en de begeleiders (o.a. middels studiegidsen, rubrics);

• De eindkwalificaties van de opleidingen zijn direct gekoppeld aan de bekwaamheidseisen (competenties en rollen, wet BiO) en uitgewerkt in concrete doelen en gedragsindicatoren;

• Alle opleidingsactiviteiten binnen ROSRijnland zijn gericht op het behalen van de eindkwalificaties en kennen een duidelijke opbouw;

Page 14: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 14

• ROSRijnland heeft op alle aangesloten scholen dezelfde begeleidingscyclus als uitgangspunt voor een individueel in te vullen traject, die het mogelijk maakt voor studenten om de beoogde eindkwalificaties te realiseren;

• Er wordt gewerkt met kwalitatief goede en geschoolde begeleiders en schoolopleiders; • De schoolopleider en instituutsopleider zorgen samen voor een optimale integratie van het

leren in twee leeromgevingen; • Er zijn onderling kwaliteitsafspraken gemaakt en vastgelegd, bijvoorbeeld over de

professionalisering van begeleiders en de begeleidingsuren; • De kwaliteitscyclus waarborgt de naleving van de gemaakte afspraken, zodat de kwaliteit van

de onderwijsleeromgeving is geborgd. Programma Criterium 2a: Het programma dat door de opleidingsschool is uitgewerkt stelt de studenten in staat om de eindkwalificaties te bereiken. ROS Rijnland leidt studenten op van verschillende lerarenopleidingen. Centraal uitgangspunt is dat de inhoud van het programma de studenten in staat stelt om de vereiste competenties te ontwikkelen tot het eindniveau. Voor de studenten zijn de stage-eisen per studiefase inzichtelijk middels de stagegids en de studiegids(en) van de opleidingen. Alle studenten worden bij hun individuele ontwikkelingsproces begeleid door een BOS en een vakbegeleider. De BOS begeleidt de student bij het formuleren van de leerdoelen en de leerroute, passend bij de opleidingsvariant. De ontwikkeling van competenties vindt vooral plaats door handelen in praktijksituaties aan de hand van (beroeps)opdrachten. Door reflectie op dit handelen verbindt de student zijn praktijkervaring met eerder verworven competenties en met theoretische kennis. Daarnaast bestaat het programma uit diverse algemene opleidingsactiviteiten, zoals workshops, intervisiebijeenkomsten en les op locatie, waarin de studenten competenties ontwikkelen die hen in staat stellen de eindkwalificaties te behalen. Criterium 2b: De opleidingsschool heeft een samenhangend programma waarbinnen het gedeelte van het curriculum dat in de school wordt verworven en het gedeelte van het curriculum dat in de lerarenopleiding wordt verworven een geïntegreerd geheel vormen. De individuele trajecten zijn verankerd in dit programma. In de opleiding worden het praktijkgedeelte van de opleiding en het instituutsdeel van de opleiding geïntegreerd. Studenten passen de kennisbasis toe in de praktijk aan de hand van (beroeps)opdrachten. In het opleidingsprogramma worden de studenten voortdurend gestimuleerd om de theorie uit het instituutsdeel toe te passen in de praktijk van de school. Dit geldt voor zowel de algemene opleidingsactiviteiten als voor de individuele begeleidingstrajecten. Zo wordt in het onderdeel ‘les op locatie’ (HvA) het instituutsdeel en het praktijkdeel expliciet geïntegreerd: studenten worden direct uitgedaagd om de verbinding met de praktijk te maken. In de individuele begeleidingstrajecten zorgen de schoolopleider en instituutsopleider samen voor een optimale integratie van het leren in twee leeromgevingen. Op basis van de praktijkervaringen en theorie ontwikkelen studenten een eigen visie op het leraarschap en maken studenten persoonlijke keuzes binnen het curriculum op basis van hun POP. De samenhang in het programma van het praktijkdeel en het instituutsdeel wordt geborgd binnen de overlegstructuur van ROSRijnland. Op de verschillende niveaus is er regelmatig afstemming tussen de

Page 15: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 15

scholen en de lerarenopleidingen. Het ROSSO is een overleg waarin vertegenwoordigers van de opleidingsinstituten en vertegenwoordigers van de scholen de gang van zaken binnen de opleidingsschool, zowel op organisatorisch gebied als inhoudelijk, met elkaar bespreken, afstemmen en evalueren. In de relatie met opleidingspartner HvA speelt een aantal overleggremia een belangrijke rol. In deze overleggen wordt tevens het contact, de uitwisseling en de afstemming met andere opleidingsscholen onderhouden. In het opleidingsplan (bijlage 4, p.22 ev.)) wordt de overlegstructuur nader omschreven. Criterium 2c: De afstemming tussen de instroomkwalificaties van de studenten en het te volgen programma is transparant. Verleende vrijstellingen moeten inhoudelijk worden verantwoord. De rol van EVC wordt hierbij beschreven. ROSRijnland hanteert haar eigen instroomprocedure. Tijdens speeddates tussen scholen en studenten wordt gezocht naar de beste match. Scholen zowel als studenten kunnen zo hun voorkeur bepalen. Vervolgens moet elke student solliciteren naar de stageplaats van zijn keuze. Een stagiair maakt binnen ROSRijnland deel uit van een team van professionals. Bij de selectie van de studenten acht de opleidingsschool met name de motivatie voor het beroep van groot belang, evenals de wens om te leren door opleiding en reflectie op praktijkervaringen. Tijdens het sollicitatiegesprek wordt nadrukkelijk op die motivatie gefocust. Daarnaast wordt de student gevraagd om aan de hand van zijn portfolio concrete voorbeelden te geven of producten te tonen waaruit reflectie blijkt. Op grond van ervaring, kennis, vaardigheden en alle in andere studie- en beroepssituaties ontwikkelde competenties volgen studenten van ROSRijnland een programma dat zo veel mogelijk aansluit bij de individuele behoefte van de student. Dit kan zijn een volledig programma voor een beginnende student zonder werkervaring, maar ook een verkort of versneld programma voor studenten die voldoen aan de eisen van de EVC-procedures van de lerarenopleidingen. Als uitgangspunt voor het individueel in te vullen traject wordt een basisbegeleidingscyclus gehanteerd, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkeling en leerbehoefte van de student. De verantwoordelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen ligt bij de lerarenopleidingen. Voor het verlenen van vrijstellingen hebben de lerarenopleidingen assessments en EVC-procedures ontwikkeld voor de verschillende doelgroepen. Op basis hiervan wordt het te volgen programma bepaald Criterium 2d: De scholen en de lerarenopleidingen hanteren in functie van het traject in de opleidingsschool een didactisch concept waarmee alle partners instemmen. De scholen en de lerarenopleidingen die binnen ROSRijnland samenwerken hebben in gezamenlijkheid een didactisch concept ontwikkeld, met als basis competentiegericht opleiden. De belangrijkste kenmerken van het didactisch concept zijn:

• kennisintensief: in het programma is veel aandacht voor het beheersen van kennis (theorie) als voorwaarde voor competent handelen en het bereiken van het gewenste niveau. Het kennisaspect komt primair aan bod op de lerarenopleidingen; de toepassing ervan vindt plaats in de scholen.

• omgevingsgericht: door te leren via participatie in het arbeidsproces krijgt de student voortdurend de gelegenheid vaardigheden en competenties te ontwikkelen in een authentieke situatie. Op de school worden studenten geconfronteerd met de schoolpraktijk en de wereld van de leerlingen. Deze ervaringen worden binnen de lerarenopleiding gekoppeld aan de theorie. Aan de hand van de verworven ervaring en theorie verwerken studenten hun kennis

Page 16: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 16

en kunde in een eigen visie op het leraarschap en maken zij persoonlijke keuzes binnen het curriculum gebaseerd op hun POP.

• persoonsgericht: studenten leren reflecteren op hun persoonlijke competentieontwikkeling aan de hand van didactische middelen zoals het portfolio en het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP).

Personeel Criterium 2e: De opleidingsschool zet voldoende personeel in om de studenten op te leiden, te begeleiden en te beoordelen. Bij de algemene gegevens van de opleidingsschool wordt aangegeven het percentage master en hbo geschoolde docenten. Op elke ROS-school wordt gewerkt met dezelfde basisbegeleidingscyclus. De grootte van de ROS-school (meerdere vestigingen) bepaalt of functies/taken bij één persoon liggen of over meerdere personen verdeeld zijn). Hieronder wordt per functie aangegeven hoeveel personen binnen ROSRijnland deze rol vervullen en hoe zij hiervoor worden gefaciliteerd:

Begeleidingsrol Aantal functionarissen binnen ROS

Aantal klokuren Ten laste van ROSRijnland

Aantal klokuren Ten laste van de VO-school

Opmerking

Opleidingscoördinator 6 (1 per school) 200 Maximaal 300

leerlingafhankelijk: max bij 2.000 ll. of meer

Schoolopleider 15 (1 per vestiging)

50 (vergadervergoeding)

Maximaal 225

leerlingafhankelijk: max bij vestiging van 1.000 ll. of meer

BOS Afhankelijk van grootte school en aantal studenten. Gemiddeld 5 studenten per BOS

20 uur per student gemiddeld; differentiatie naar studiejaar

Instituutsopleider* Elke ROS-school (6) heeft een vaste instituutsopleider van de HvA. Het ICLON werkt met een systeem van supervisors die studentgebonden zijn, niet schoolgebonden.

Vakbegeleider Vakbegeleiders worden in principe niet gehonoreerd voor hun begeleidingsactiviteiten. Het is aan de scholen zelf om hier een uitzondering op te maken indien de situatie daar in alle redelijkheid om vraagt.

*De kleinere opleidingsinstituten binnen het samenwerkingsverband zijn over het algemeen niet in staat formatie vrij te maken voor schoolbezoeken. Het betreft hier de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) en de Hogeschool voor de kunsten (AHK), beide te Amsterdam, en de TU Delft. Binnen ROSRijnland is afgesproken dat één van de coördinatoren fungeert als aanspreekpunt/contactpersoon voor deze opleidingen. Voor de TU Delft geldt dat het ICLON fungeert als contactpersoon. . Overigens

Page 17: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 17

worden de vertegenwoordigers van alle opleidingen via mail voortdurend van alles op de hoogte gehouden. Het aantal en percentage hbo en master opgeleide begeleiders op de scholen is opgenomen in bijlage 2. Criterium 2f: Het personeel dat wordt ingezet voor de opleidingsschool is deskundig in het opleiden, begeleiden en beoordelen van de studenten. Binnen ROSRijnland wordt gewerkt met kwalitatief goede en geschoolde schoolopleiders, BOSsen en vakbegeleiders .De BOS bewaakt het proces rondom de te verwerven competenties. De BOS heeft een opleiding gevolgd en is bekwaam om op een juiste manier begeleiding te bieden. Begeleiding door BOSsen gaat al jaren verder dan begeleiding van studenten van lerarenopleidingen. Er zijn gaandeweg verschillende categorieën bij gekomen: nieuwe docenten, startende docenten, nieuwe docenten met een verlengd tijdelijke aanstelling en een opdracht van de schoolleiding, ervaren docenten met een begeleidingsvraag. Deze nieuwe categorieën vragen om meer en andere expertise. ROSRijnland moedigt daarom verdere scholing van BOSsen aan, organiseert de scholing en vergoedt de scholen de kosten daarvan. Opleidingscoördinatoren zijn BOSsen die, naast hun begeleidingswerk, een belangrijke organisatorische en stimulerende taak hebben binnen hun locatie(s). Behalve de opleiding die alle BOSsen moeten volgen en de aanvullende opleidingen, wordt met name van hen gevraagd om buiten de school de ontwikkelingen te volgen, bijvoorbeeld via congressen en studiedagen. De opleidingscoördinatoren vormen met de directeur het hart van de organisatie, de CROS. Dit gremium organiseert jaarlijks drie tot vier studiedagen rond relevante thema’s en in het kader van de kwaliteitszorg. De vakbegeleider ontfermt zich meer over de vakdidactische en pedagogische competenties. De verantwoordelijkheid voor de vakinhoud en de vakdidactiek is ondergebracht bij deze vakbegeleider, die een coachopleiding binnen de school of vanuit het opleidingsinstituut kan hebben gevolgd. Ook van deze vakbegeleider vragen we betrokkenheid en begeleidingsvaardigheid. De schoolopleiders en BOSsen van de ROSRijnland letten bij plaatsing van studenten dan ook zorgvuldig of aan deze eisen wordt voldaan. ROSRijnland inventariseert jaarlijks de scholingsbehoefte bij de begeleiders binnen het samenwerkingsverband en organiseert scholing in samenwerking met de HvA (cursus werkbegeleiders) en het ICLON (BOS-cursus). Hieronder wordt een overzicht gegeven van het scholingsaanbod binnen ROSRijnland: Doelgroep Scholing Verplicht/optioneel Aanbieder BOSsen BOScursus Verplicht ICLON,

Universiteit van Leiden (of gelijkwaardige opleiding)

BOSsen BOScursus 2, begeleiding ervaren docenten

Verplicht ICLON, Universiteit van Leiden (of gelijkwaardige

Page 18: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 18

cursus) BOSsen die starters begeleiden

PLG, project Begeleiding Startende Docenten (BSL)

Verplicht ICLON, Universiteit van Leiden

Vakbegeleiders Cursus werkbegeleider Optioneel Hogeschool van Amsterdam

Vakbegeleiders Coachingscursus Optioneel Binnen de school of vanuit het opleidingsinstituut

Vakbegeleiders workshops ROSRijnland

Optioneel ROSRijnland

Tevens dragen regelmatige bijeenkomsten tussen de opleidingscoördinatoren (CROS) en de schoolopleiders en instituutsopleiders (ROSSO) in het kader van de overlegstructuur bij aan de professionaliteit van de begeleiding. Tijdens deze bijeenkomsten worden met name de begeleidingsaanpak, de begeleidingsprocedure en de professionaliteit van de begeleiding van studenten verder aangescherpt en uitgebouwd. Tevens dragen de oplis-netwerken door twee- of driejaarlijkse bijeenkomsten bij aan de brede informatie- en deskundigheidsbevordering. De voortdurende scholing en professionalisering van de betrokkenen bij het samen opleiden, evenals de periodieke evaluaties en jaarplannen, zorgen voor een constante kwaliteit van personeel en materiaal. Criterium 2g: De opleidingsschool heeft een visie op professionalisering uitgeschreven en borgt op systematische wijze de kwaliteit van alle personeel dat betrokken is bij de opleidingsschool. ROSRijnland ziet de opleidingsschool als onderdeel van een bredere professionaliseringsopdracht. De deelnemende scholen werken in de ROSRijnland in gezamenlijkheid aan een kwalitatief hoogstaande begeleiding van zowel toekomstige en nieuwe docenten als van zittende docenten. Om de kwaliteit van de begeleiding te borgen, wordt binnen ROSRijnland veel aandacht besteed aan de professionalisering van de betrokken begeleiders. Een en ander is uitgewerkt in een scholingsplan (zie bijlage 4 opleidingsplan, p.25 en toelichting op criterium 2f). ROSRijnland organiseert bijeenkomsten tussen de verschillende groepen die in de ROS participeren, denk hierbij aan opleidingscoördinatoren (CROS overleg), stuurgroepleden of overleg met het opleidingsinstituut. Thema’s als programmering, samenwerking, innovaties maar ook intervisie kunnen onderdeel van de agenda zijn. Men blijft zo op de hoogte van elkaars functioneren en men kan als critical friend de kwaliteit van begeleiden ondersteunen. Om de kwaliteit van de begeleiding te bewaken en te borgen, hanteert de ROS een zelfevaluatiekader (studentenenquête kwaliteitscholen) waarmee de opleidingsschool jaarlijks tegen het licht gehouden wordt. Daarnaast wordt jaarlijks de scholingsbehoefte geïnventariseerd en verzorgd via onze opleidingspartners. Het belang dat ROSRijnland hecht aan brede professionalisering blijkt tevens uit de verbindingen van ROSRijnland met het Regionaal Platform Rijnstreek en het BSL-project (project inductiefase) van de Universitaire Lerarenopleiding ICLON en de TU Delft. Studiebegeleiding Criterium 2h: De opleidingsschool zorgt ervoor dat de begeleiding vanuit de school en vanuit de lerarenopleiding op elkaar is afgestemd, transparant is voor studenten en andere betrokkenen en

Page 19: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 19

aansluit bij de specifieke behoeften van de studenten binnen dit traject. Iedere student wordt begeleid door een team van begeleiders vanuit de school en het opleidingsinstituut. In de stagegids (Ter inzage) die alle studenten bij aanvang van hun stage, worden de begeleidingsstructuur en de taken en rollen van de verschillende begeleiders helder uiteengezet voor de studenten. Tevens spelen de schoolopleiders een cruciale rol in de voorlichting over de begeleidingsstructuur aan de studenten. De begeleidingsstructuur bestaat uit:

• Opleidingscoördinator (schoolniveau) • Schoolopleider (locatieniveau) • Begeleidingsteam student:

o Instituutsopleider7 o BOS o Vakbegeleider

Overlegstructuur Het begeleidingsteam van de student stemt onderling af over de individuele begeleiding van de student. De basisbegeleidingscyclus van ROSRijnland vormt het uitgangspunt voor de begeleiding (zie bijlage 4 opleidingsplan, p. 9). Er vindt structureel overleg plaats tussen de instituutsopleider en de BOS (minimaal twee keer per jaar); incidenteel sluit de vakbegeleider aan bij dit overleg. Afhankelijk van de behoefte kan het overleg frequenter plaatsvinden (maatwerk). Daarnaast vindt tussentijds (waar nodig) afstemming plaats via e-mail en telefoon. De BOS stemt daarnaast frequent af met de vakbegeleider. Voor de kleine opleidingen (ALO en AHK) is het vaak formatief niet haalbaar om instituutsbegeleiders langs de scholen te sturen. Veelal vindt dit contact plaats via e-mail en telefoon. Om het contact tussen de scholen en deze kleine opleidingen te waarborgen, is één van de opleidingscoördinatoren verantwoordelijk voor het afstemmingsoverleg. Naast deze individuele afstemming organiseert de ROS door het jaar heen overlegmomenten op verschillende niveaus waardoor de transparantie gewaarborgd blijft:

• Het CROS–overleg: hierin overleggen de opleidingscoördinatoren die elk één van de deelnemende VO-scholen vertegenwoordigen. Samen met de directeur van ROSRijnland vormen zij het CROS – overleg. In dit driewekelijks uitvoeringsoverleg wordt de samenwerking tussen de scholen geborgd.

• Het ROSSO–overleg: ROSSO staat voor ROS-Scholen en – Opleidingsinstituten. Het ROSSO is een overleg waarin vertegenwoordigers van de opleidingsinstituten en vertegenwoordigers van de scholen de gang van zaken binnen de opleidingsschool, zowel op organisatorisch gebied als inhoudelijk met elkaar bespreken, afstemmen en evalueren. Dit ROSSO-overleg kan op verschillende niveaus plaatsvinden:

• Een overleg tussen het DB en de stagecoördinatoren van de opleidingen (3 x per jaar structureel en incidenteel, indien nodig)

• Een overleg tussen DB, CROS, schoolopleiders en instituutsopleiders (3 x per jaar) 3.2.2 Sterkte-zwakte analyse onderwijsleeromgeving Hieronder worden de sterke en verbeterpunten ten aanzien van de onderwijsleeromgeving gepresenteerd.

7 De terminologie voor de begeleider namens de lerarenopleidingen verschilt tussen de instituten. Bij het ICLON begeleidt de supervisor; bij de TU Delft begeleidt de vakdidacticus.

Page 20: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 20

Sterke punten

• De website (www.rosrijnland.nl) is doorontwikkeld tot een actief communicatieplatform. Als laatste stap in deze ontwikkeling wordt een digitaal dossier gebouwd (het ROS-dossier), waar betrokkenen documenten kunnen uploaden en delen met anderen.

• ROSRijnland heeft een heldere en toegankelijke stagegids voor studenten ontwikkeld, waarin de nieuwe studenten op duidelijke wijze worden geïnformeerd over de inhoud en de eisen van de stage en de faciliteiten op de stageschool.

• Op basis van de visie heeft ROSRijnland een didactisch concept ontwikkeld, dat gedeeld wordt door alle partners. Op basis van het didactisch concept is het programma ontwikkeld, dat wordt beschreven in het opleidingsplan.

• ROSRijnland investeert veel in het vinden van een optimale match tussen student en school. Hiervoor worden speeddates georganiseerd, die digitaal worden ondersteund via de website van ROSRijnland en het ROS-dossier. Op basis van de speeddates bepalen scholen en studenten hun voorkeur en kunnen de studenten solliciteren naar de stageplaats. Bij de selectie van de studenten acht de opleidingsschool met name de motivatie voor het beroep van groot belang evenals de wens om te leren door opleiding en reflectie op praktijkervaringen. Tijdens het sollicitatiegesprek wordt nadrukkelijk op die motivatie gefocust. Daarnaast wordt de student gevraagd om aan de hand van zijn portfolio concrete voorbeelden te geven of producten te tonen waaruit reflectie blijkt.

• Een stagiair maakt binnen de ROS deel uit van een team van professionals. Van de stagiair wordt verwacht dat hij actief bijdraagt aan de kwaliteit van de stageschool en aan zijn eigen ontwikkeling.

• ROSRijnland heeft door het jaar heen overlegmomenten op verschillende niveaus waardoor de transparantie en samenwerking gewaarborgd blijft.

• De ROS heeft dezelfde basisbegeleidingscyclus op alle aangesloten scholen, wat duidelijkheid biedt voor de studenten en alle betrokkenen.

• Er zijn duidelijke afspraken gemaakt binnen ROSRijnland over de inzet van personeel vanuit zowel de scholen als de instituten. Deze afspraken worden door de verschillende partijen ook nageleefd. Het dagelijks bestuur van de ROS bewaakt de capaciteit en spreekt verantwoordelijken indien nodig aan.

• ROS Rijnland heeft een kwalitatief sterke begeleidingsstructuur met professionele begeleiders. Er wordt veel geïnvesteerd in de kwaliteit van de begeleiding. Zo wordt op basis van de inventarisatie van de scholingsbehoefte onder de begeleiders scholing georganiseerd. Hierbij dient wel een kanttekening te worden gemaakt wat betreft het personeelsverloop: dit vraagt waakzaamheid om deze kwalitatief sterke begeleidingsstructuur te kunnen blijven bieden. Hiervan is ROSRijnland zich terdege bewust.

Verbeterpunten

• Gezien het geringe aantal studenten is het overleg met de kleinere opleidingsinstituten (AHK, ALO) niet structureel georganiseerd. Het contact met deze opleidingen is momenteel belegd bij één van de opleidingscoördinatoren.

• Gezien het personeelsverloop is het een uitdaging om op alle locaties dezelfde kwaliteit van opleiding en begeleiding te (blijven) bieden. Dit vraagt veel investeringen in kwaliteitszorg, zeker binnen een opleidingsschool met veel locaties vallend onder 5 verschillende besturen. Dit vraagt acties om, waar nodig, nieuwe, gemotiveerde begeleiders aan te stellen en hen te

Page 21: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 21

professionaliseren om deze rol goed te vervullen. Hierbij is het van groot belang dat de opleidingscoördinator op zijn school voldoende de ruimte krijgt om ROS-brede afspraken lokaal te implementeren. Het dagelijks bestuur van ROSRijnland heeft hierin een actieve, bemiddelende rol.

3.2.3 Ontwikkeldoelen onderwijsleeromgeving Op basis van de sterkte-zwakte analyse voor standaard 2 (onderwijsleeromgeving) zijn de volgende ontwikkeldoelen geformuleerd:

• Organiseren van structurele afstemming met de kleinere opleidingsinstituten (AHK, ALO) binnen het samenwerkingsverband. De komende periode wordt verkend met de partners hoe deze structurele afstemming het beste kan worden georganiseerd en geborgd.

• Monitoren en borgen van de kwaliteit van de begeleidingsstructuur (gezien het eerder genoemde personeelsverloop).

3.3 Standaard 3: Toetsing De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. 3.3.1 Huidige situatie: Toetsing Algemeen De instituten zijn eindverantwoordelijk voor het systeem van toetsing. Alle in ROSRijnland participerende instituten dragen zorg voor een valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk systeem van toetsing en beoordeling. De basis voor het systeem van toetsing en beoordeling wordt gevormd door de bekwaamheidseisen zoals afgesproken en vastgelegd in de Wet BiO. De wijze van toetsing en beoordeling is inzichtelijk voor studenten en maakt onderdeel uit van de basisbegeleidingscyclus van ROSRijnland (zie opleidingsplan). Gedurende de gehele cyclus houden de student en BOS voortdurend zicht op de (kwaliteit van de) ontwikkeling van de student. De feitelijke beoordeling vindt plaats op vaste ijkmomenten, die voor alle betrokkenen inzichtelijk zijn. Criterium 3a: De opleidingsschool hanteert duidelijke afspraken over de rol, de taken en de verantwoordelijkheden van elk van de partners bij beoordeling en toetsing. Iedere student heeft volstrekte helderheid over wat die afspraken in de praktijk van de opleiding betekenen. Elk instituut binnen ROSRijnland heeft een eigen systematiek van en werkwijze ten aanzien van beoordelen. Binnen ROSRijnland zijn tussen de scholen en de instituten duidelijke afspraken gemaakt over de rollen, verantwoordelijkheden en taken bij beoordeling en toetsing. Bij de beoordeling zijn verschillende partijen betrokken: de student zelf, de BOS, de vakbegeleider en de instituutsopleider. Alle partijen beoordelen de student aan de hand van de rubrics of rollen, met behulp van de beoordelingsinstrumenten van het betreffende instituut. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd door de student, de BOS, de instituutsopleider en soms de vakbegeleider. Als de vakbegeleider niet deelneemt aan het beoordelingsgesprek, raadpleegt de BOS voorafgaand aan het

Page 22: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 22

gesprek de vakbegeleider. De beoordeling vindt gezamenlijk plaats onder eindverantwoordelijkheid van de instituutsopleider. Er wordt gestreefd naar consensus, maar waar nodig beslist de instituutsopleider. De BOS en de vakbegeleider zijn adviserend en ondersteunen de beoordeling. Op basis van de beoordeling worden ontwikkelpunten vastgesteld, die de student verwerkt in zijn PAP. De beoordeling is onderdeel van de basisbegeleidingscyclus van ROSRijnland. Er wordt op verschillende momenten beoordeeld. Het ICLON kent een go/no go-moment. ICLON en de HvA hebben tussentijdse evaluaties/beoordelingen (halverwege het schooljaar) en de eindbeoordeling (einde schooljaar). Voorafgaand aan deze beoordelingen bezoeken de BOS en de instituutsopleider ten minste 1 les. Voor studenten is het inzichtelijk en duidelijk wat de afspraken over de rol, de taken en de verantwoordelijkheden van elk van de partners in de praktijk betekenen. De instituten informeren de studenten hierover, bijvoorbeeld via informatiebrochures, de studiegids en persoonlijke instructie door de instituutsopleiders. Criterium 3b: De examencommissie van de betreffende instituten heeft expliciet een rol bij de beoordeling en toetsing. In het algemeen zijn de taken van de examencommissies van de opleidingsinstituten de volgende: 1. Het borgen van de kwaliteit van tentamens en examens. Het instellingsbestuur is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de accreditatie, maar de examencommissie dient de kwaliteit van de diplomaverlening te bewaken. 2. Het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen (binnen het kader van de OER) om de uitslag van tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen. 3. Het aanwijzen van examinatoren. 4. Het uitreiken van het getuigschrift. 5. Het verlenen van vrijstellingen. 6. Het treffen van maatregelen in geval van fraude. Ten aanzien van het tweede punt zijn de examencommissies van de opleidingsinstituten nauw betrokken bij de wijze van beoordelen van leerwerktrajecten in de opleidingsschool. De examencommissie toetst of gebruikte instrumenten (beoordelingsformulieren) en werkwijzen voldoen aan eisen van validiteit, betrouwbaarheid en transparantie. De gehanteerde procedures worden door de examencommissie beoordeeld op (juridische) juistheid. Vrijstellingen (punt 5) spelen vooral bij deeltijdstudenten; zij krijgen vaak aanzienlijke vrijstellingen op basis van opleiding of werkervaring, die onder toezicht van de examencommissie worden vastgelegd en waarmee bij aanname op de opleidingsschool rekening wordt gehouden. 3.3.2 Sterkte-zwakte analyse toetsing Hieronder worden de bevindingen van de sterkte-zwakte analyse voor toetsing beschreven: Sterke punten

• Er zijn met de verschillende opleidingsinstituten duidelijke afspraken gemaakt over de beoordelingssystematiek.

• Er zijn tussen de partners goede en duidelijke afspraken gemaakt over de rol van de instituutsopleider, de BOS en de schoolopleider bij de beoordeling van studenten.

• De beoordeling is geborgd doordat:

Page 23: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 23

o de beoordeling integraal onderdeel uitmaakt van de basisbegeleidingscyclus van ROSRijnland;

o de beoordeling een structureel punt van bespreking vormt in het ROSSO overleg. Verbeterpunten

• De borging van de beoordeling kan nog verder worden versterkt door middel van een betere afstemming van de beoordeling tussen de verschillende instituten en herbezinning op de rollen van de beoordelaars (instituutsopleiders en BOSSEN).

3.3.3 Ontwikkeldoelen toetsing Op basis van de sterkte-zwakte analyse is het volgende ontwikkeldoel geformuleerd:

• Herbezinning op de beoordeling en de rollen daarin. 3.4 Standaard 4: Kwaliteitszorg De opleidingsschool wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de opleiding actief betrokken. 3.4.1 Huidige situatie: Kwaliteitszorg Algemeen Kwaliteitszorg begint bij richting geven. Die richting ligt besloten in onze visie op opleiden en op de eisen die de overheid stelt aan de opleidingsschool en is leidend bij het formuleren van onze algemene organisatiedoelen. Elke ROS-school formuleert op basis van deze organisatiedoelen en diverse evaluaties jaarlijks ontwikkelingsplannen. Daarmee wordt de basis gelegd voor een cyclische en systematische kwaliteitszorg. Het INK-model, de PDCA-cyclus, ligt ten grondslag aan het kwaliteitszorgsysteem en is herkenbaar in de jaarlijkse formulering van ontwikkelingsplannen en de evaluatie daarvan. ROS-breed wordt deze cyclus onderhouden en afgestemd in het ROSSO (overleg schoolopleiders/instituutsopleiders), in de CROS (DB en opleidingscoördinatoren) en tijdens drie tot vier teamdagen van het DB en de opleidingscoördinatoren. Tijdens deze bijeenkomsten vindt ook inhoudelijke toetsing van de ontwikkelingen en deling van kennis, ervaring en expertise plaats. Om er voor te zorgen dat de diverse processen (bijvoorbeeld instroom van studenten) binnen de organisatie verlopen conform de kwaliteitseisen die we daar aan stellen, zijn vele processen vastgelegd in procedures die de systematiek waarborgen (processpecifieke evaluaties) (zie ter inzage het Handboek Kwaliteit ROSRijnland). Uiteraard worden deze procedures ook jaarlijks onderworpen aan een cyclisch proces. Een belangrijk hulpmiddel bij de zorg voor kwaliteit biedt het ROS-dossier; een digitale omgeving achter de inlog op de website van ROSRijnland. In het ROS-dossier worden alle facetten van de organisatie beschreven en up to date gehouden, zowel op niveau van de hele organisatie als op ROS-schoolniveau. Het ROS-dossier biedt alle betrokkenen bij de opleidingsschool inzicht in de afzonderlijke

Page 24: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 24

delen van de organisatie op eenvoudige en bereikbare wijze. De digitale omgeving is inmiddels gerealiseerd, momenteel wordt het dossier verder opgebouwd en ingevuld. In samenwerking met drie andere opleidingsscholen en Kwaliteitscholen.nl is een tevredenheidsenquête voor studenten ontwikkeld. Deze enquête biedt de mogelijkheid in eerste instantie te benchmarken met de samenwerkende opleidingsscholen onder de HvA. De verwachting is dat in de toekomst een landelijke benchmark mogelijk is. Jaarlijks evalueert ook de HvA het opleiden in de school onder zijn studenten. Criterium 4a: De opleidingsschool hanteert een kwaliteitszorgplan dat waarborgt dat de streefdoelen van de opleiding gerealiseerd worden en op regelmatige tijdstippen geëvalueerd worden. De kwaliteitszorg binnen ROSRijnland is uitgewerkt in een kwaliteitszorgdocument (zie bijlage 5), waarin systematisch is uitgewerkt hoe kwaliteitszorg binnen ROSRijnland is vormgegeven. Met de kwaliteitszorg wordt gestuurd op kwaliteit in samen opleiden, begeleiden, studenten en deelnemende scholen. De algemene organisatiedoelen van ROSRijnland zijn beschreven in hoofdstuk 1. Op basis van deze organisatiedoelen zijn de volgende kwaliteitsindicatoren afgeleid: Kwaliteitsindicatoren opleiden in de school De school begeleidt naast (duale) stagiairs en nieuwe docenten ook zittende docenten en zij-instromers. De school beschikt over een (vestiging overstijgend) opleidingsbouwwerk. Er is een draaiboek waarin rollen en verantwoordelijkheden van begeleiders, vakbegeleiders en instituutsbegeleiders en begeleidingsactiviteiten zijn uitgewerkt. De school biedt ruime mogelijkheden tot professionaliseren voor stagiairs, nieuwe- en zittende docenten. De school werkt vanuit de visie op opleiden, begeleiden en professionaliseren cyclisch en systematisch aan haar ontwikkeling. De school is een partnerschap met (een) lerarenopleiding(en) en/of andere scholen aangegaan. Het partnerschap leidt aantoonbaar op voor de markt door meer docenten op te leiden dan op de eigen scholen ingezet kunnen worden. Deze kwaliteitsindicatoren vormen de basis van het kwaliteitsbeleid en zijn vertaald naar kwaliteitseisen voor de partnerscholen (zie bijlage 5,p 4 ev) Criterium 4b: De opleidingsschool geeft aantoonbaar opvolging aan de resultaten van de regelmatige evaluaties. De opleidingsschool hanteert een kwaliteitsagenda waarin het cyclische proces is geborgd. (zie bijlage 5 p.7 ev.). Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor de teamdagen van het DB en de opleidingscoördinatoren. Tijdens deze teamdagen wordt per VO-partner de voortgang van de ontwikkelingen besproken en fungeren de opleidingscoördinatoren als critical friend. Er is expliciet aandacht voor de vertaling van de evaluaties naar concrete verbeteracties op het overkoepelend niveau van de opleidingsschool (bv. administratieve processen) en op het niveau van de samenwerkingspartners (bv. kwaliteit van begeleiding) De kwaliteitsagenda biedt de organisatie het

Page 25: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 25

keurslijf om het cyclische en systematische proces van de kwaliteitszorg te onderhouden. De opleidingscoördinatoren hebben in dit proces een sleutelrol. Zij vertalen ROS-brede ontwikkelingen door naar hun eigen school en voeden de ontwikkelagenda van de opleidingsschool vanuit hun lokale praktijk. Voorbeelden van recente ontwikkelingen:

1. Evaluatie: door de grote spreiding van de opleidingsschool over 15 locaties, is er behoefte aan basisafspraken t.a.v. de begeleiding van studenten, om de kwaliteit daarvan te borgen. Ontwikkeling: vaststelling van een basisbegeleidingscyclus.

2. Evaluatie: behoefte aan meer transparantie m.b.t. de inhoud van de stage en de wederzijdse verwachtingen. Ontwikkeling: samenstelling van een stagegids die aan alle nieuwe studenten wordt uitgereikt. (Stagegids ter inzage).

3. Evaluatie: Jaarlijks terugkerende moeizame proces van studentregistraties. Ontwikkeling: bouw en implementatie van een geautomatiseerd registratiesysteem.

Criterium 4c: De medewerkers en studenten van de opleidingsschool alsook het beroepenveld zijn actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleidingsschool. Medewerkers en studenten van de opleidingsschool zijn actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg. In het intern kwaliteitsbeleid wordt per activiteit in het kader van de kwaliteitsagenda in detail uitgewerkt welke groepen bij de betreffende activiteit zijn betrokken. Hieronder wordt kort aangegeven welke groepen bij welke activiteiten betrokken zijn. Groep Activiteiten Studenten Jaarlijkse evaluatie door:

• Tevredenheidsonderzoek Kwaliteitscholen • Tevredenheidsonderzoek HvA

Periodieke evaluatie in de vorm van een studentenklankbordgroep (in oprichting)

Alle betrokken medewerkers

Tevredenheidsonderzoek (in ontwikkeling)

schoolleiders Via stuurgroepvergaderingen en themabijeenkomsten (bijv. diner pensant)

Bossen, instituutsopleiders ROSSO-bijeenkomsten (afstemmingsoverleg tussen scholen en opleidingen op verschillende niveaus)

Opleidingscoördinatoren, DB

ROSSO-bijeenkomsten, Teamdagen

3.4.2 Sterkte-zwakte analyse kwaliteitszorg De resultaten van de sterkte-zwakte analyse voor kwaliteitszorg zijn als volgt: Sterke punten

• Het ROS-dossier is een belangrijk hulpmiddel bij de zorg voor kwaliteit. In het (digitale) ROS-dossier worden alle facetten van de organisatie beschreven en up to date gehouden, zowel op

Page 26: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 26

niveau van de hele organisatie als op ROS-schoolniveau. De dossiers per ROS-school bevatten tevens de ontwikkelingsplannen en evaluaties. Samenwerking binnen de brede structuur van de opleidingsschool, bestaande uit 6 afzonderlijke scholen met in totaal 15 locaties, vraagt om voldoende inzicht in de afzonderlijke delen van die organisatie. Het ROS-dossier biedt alle betrokkenen bij de opleidingsschool dat inzicht op eenvoudige en bereikbare wijze. De digitale omgeving van het ROS-dossier is inmiddels gerealiseerd, momenteel wordt het dossier verder opgebouwd en ingevuld.

• De samenwerking met andere opleidingsscholen en Kwaliteitscholen bij het samenstellen van het tevredenheidsonderzoek, waarbij elkaars inzichten en expertise worden uitgewisseld en benut.

• Een duidelijke kwaliteitsjaaragenda zorgt er voor dat de stappen die genomen worden transparant zijn voor alle betrokkenen.

• ROSRijnland is sterk op de buitenwereld gericht en betrekt alle stakeholders bij de activiteiten. Door de hechte relatie tussen het Regionaal Platform Rijnstreek (Platform van de knelpuntenregio) en ROSRijnland kan de opleidingsschool haar regionale functie waarmaken.

Verbeterpunten

• Er is nog geen vragenlijst voor begeleiders als onderdeel van het tevredenheidsonderzoek Kwaliteitscholen.

• De respons op de vragenlijsten van het tevredenheidsonderzoek Kwaliteitscholen is relatief laag (nu 30%).

• De betrokkenheid van studenten bij kwaliteitszorg (via enquêtes) kan nog verder vergroot worden.

• Bij het beoordelen van de kwaliteit van de opleiding wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt van input vanuit het afnemend beroepenveld

3.4.3 Ontwikkeldoelen kwaliteitszorg Op het gebied van kwaliteitszorg heeft ROSRijnland de volgende ontwikkeldoelen geformuleerd:

• Het ontwikkelen van een vragenlijst voor begeleiders, als onderdeel van het tevredenheidsonderzoek Kwaliteitscholen (in verband met de mogelijkheid tot benchmarken).

• Het verhogen van de respons op de tevredenheidsvragenlijsten in het kader van het tevredenheidsonderzoek Kwaliteitscholen door het verbeteren van de logistieke begeleiding van de afname van deze vragenlijsten.

• Het stimuleren van het gebruik van het digitale ROS-dossier en het volledig integreren van het kwaliteitshandboek in het ROS-dossier.

• Het instellen van een klankbordgroep van studenten. • Het onderzoeken van de tevredenheid in het afnemend beroepenveld. Daarbij zal ook gebruik

gemaakt worden van feedback via alumni.

Page 27: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 27

4. Kritische reflectie academische kop Dit hoofdstuk beschrijft de kritische reflectie van de academische kop van de academische opleidingsschool ROSRijnland. Per standaard wordt op globaal niveau beschreven op welke wijze de opleidingsschool voldoet aan de standaard, gevolgd door een korte toelichting per criterium (inclusief verwijzing naar relevante bijlagen algemeen en, waar relevant, per opleidingsvariant). 4.1 Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 4.1.1 Huidige situatie: Beoogde eindkwalificaties Deze paragraaf beschrijft de huidige situatie voor de academische kop van ROSRijnland wat betreft de criteria ‘academische kop’ voor standaard 1. Criterium 1d: De opleidingsschool met academische kop beschikt over een gezamenlijke visie, door alle partners gedragen op het concept ‘academische opleidingsschool´. ROSRijnland is sinds 2012 een academische opleidingsschool. Inmiddels worden op alle scholen studenten begeleid bij de uitvoering van hun onderzoek en verrichten docenten praktijkonderzoek naar actuele thema’s. Dit onderzoek draagt niet alleen bij aan de professionele ontwikkeling van de student of docent zelf, maar ook aan schoolontwikkeling. De academische opleidingsschool ROSRijnland staat voor leren en werken van docenten en studenten in een professionele omgeving. Kwaliteit staat daarbij centraal, zowel in het eindresultaat als in het proces er naar toe. Begeleiding in dit leerproces van studenten is de kerntaak van schoolbegeleiders en opleiders, in samenwerking met de instituutsopleiders. Praktijkonderzoek wordt binnen de academische opleidingsschool gezien als onmisbaar element van de opleidingsstructuur. De visie op het concept ‘academische opleidingsschool’ is dan ook integraal onderdeel van de gezamenlijke visie van de partners in het samenwerkingsverband. In haar visie op het concept ‘academische opleidingsschool’ heeft ROSRijnland een aantal uitgangspunten geformuleerd ten aanzien van de academische opleidingsschool wat betreft het onderzoeksprogramma, het onderzoeksteam, de training en begeleiding van nieuwe docentonderzoekers, de integratie van de onderzoeks- en opleidingsfunctie, kwaliteitsborging en kennisdeling. De visie en de op basis hiervan geformuleerde uitgangspunten zijn nader uitgewerkt in het onderzoeksprogramma 2012-2016 (zie bijlage 7, p. 8-12) (Zie ook voor verdere ontwikkelingen: Bijlage 6 – Stand van zaken Academische Opleidingsschool ROSRijnland maart 2015) Criterium 1e: De opleidingsschool met academische kop verbindt het opleiden van leraren met het verrichten van praktijkgericht onderzoek en schoolontwikkeling. In 2011 heeft ROS Rijnland haar functie uitgebreid met de academische kop vanuit de gedachte dat onderzoek zowel een sterk leerinstrument is als het gaat om de individuele professionele ontwikkeling van docenten alsook een krachtig middel is om leren en schoolontwikkeling aan elkaar te verbinden. Sindsdien zet de ROS in op de ontwikkeling van een onderzoekende houding bij studenten en docenten ten aanzien van hun eigen lespraktijk, maar ook op de ontwikkeling van (schoolbreed) praktijkonderzoek in de school als basis voor schoolontwikkeling.

Page 28: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 28

Studenten voeren een praktijkonderzoek uit. Waar mogelijk onderzoeken zij actuele vragen in de school. De onderzoeksbegeleider helpt studenten om actuele thema’s in de school of sectie te achterhalen en verbindingen te leggen voor hun onderzoek. Het onderzoek heeft waarde voor de student in zijn ontwikkelproces tot startbekwaam docent en is tegelijkertijd van betekenis voor de ontwikkeling van de school. Studenten presenteren hun onderzoek in de school, zodat de onderzoeksresultaten kunnen bijdragen aan schoolontwikkeling. Voor de HvA studenten geldt dat de thematiek van het onderzoek afhangt van de fase van de studie. De docentonderzoekers doen onderzoek naar actuele vragen die spelen op hun school. We hebben een overkoepelend, bovenschools onderzoeksthema (voorlopig) losgelaten, omdat dat in de praktijk lastig te realiseren is. Ook hebben we het idee losgelaten dat studenten kunnen participeren in de onderzoeksteams, aangezien de aard van de onderzoeksopdracht van de studenten en het tijdsbestek waarin het onderzoek uitgevoerd moet worden, een koppeling erg moeilijk maken. De verbinding tussen studentonderzoek en schoolontwikkeling is voortdurend een punt van aandacht binnen ROSRijnland. We zijn op zoek gegaan naar alternatieve vormen van samenwerking. Zo investeren de scholen binnen ROSRijnland op verschillende manieren in de ontwikkeling van professionele leergemeenschappen. We zien de professionele leergemeenschap als een sterke vorm om een lerende cultuur in scholen te realiseren. Daarnaast participeert ROSRijnland in een onderzoekaanvraag van het ICLON: ‘Naar zelfstandig onderzoek van leerlingen in het voortgezet onderwijs’ , waarin drie ROSscholen vanaf volgend jaar zullen deelnemen (indien de aanvraag wordt gehonoreerd). Ook onderzoeken we de mogelijkheid tot de vorming van onderzoeksateliers in de school en/of bovenschools. Hieruit blijkt hoe we deze verbinding in de toekomst willen versterken. 4.1.2 Sterkte-zwakte analyse beoogde eindkwalificaties Hieronder staan de resultaten van de sterkte-zwakte analyse voor de ‘academische kop’ voor standaard 1. Sterke punten

• Het concept en de begeleidingsinfrastructuur van de academische opleidingsschool is verbreed en omvat zowel het eerste- als tweedegraads gebied.

• De onderzoekscultuur is op zowel het Bonaventura College als op het Da Vinci College sterk verankerd en nog volop in ontwikkeling. Zo werkt het Bonaventura College intensief samen met onderzoekers van buitenaf in verschillende projecten. Een voorbeeld daarvan is het project ‘De onderprestatie te lijf’, dat in 2013 is afgerond. De resultaten uit dat onderzoek zijn vertaald naar de praktijk in de school.

• Op het Da Vinci College heeft het onderzoeksteam een stevige plek in de school en doordat de docentonderzoekers zijn toegevoegd aan de teams kan het onderzoek gekoppeld worden aan schoolontwikkeling.

• Op verschillende ROSscholen vinden experimenten plaats met professionele leergemeenschappen van docenten in de school. Dit draagt bij aan de onderzoekende houding van docenten. Bovendien is dit ook de plek waar onderzoek direct leidt tot schoolontwikkeling.

• ROSRijnland participeert met drie ROSscholen in een onderzoekaanvraag van het ICLON, met als onderwerp: ‘Naar zelfstandig onderzoek van leerlingen in het voortgezet onderwijs’. Hiermee versterkt ROSRijnland de verbinding van het opleiden van leraren met het verrichten van praktijkgericht onderzoek en schoolontwikkeling nog meer.

• ROSRijnland reikt ROS onderzoeksprijzen uit aan het beste onderzoek door een ROS student in respectievelijk het eerste- en het tweedegraads gebied. De prijs is een succes en geeft de

Page 29: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 29

kwaliteit en voortgang van de onderzoeken een positieve impuls en speelt daarbij een rol in de bovenschoolse kennisdeling. Een ander succes is dat de zowel de HvA als het ICLON vertegenwoordigd zijn in de jury, wat voor beide partijen zeer leerzaam was. De prijzen zullen elk jaar uitgereikt worden.

• Er is veel ruimte binnen ROSRijnland voor studenten om hun eigen onderzoeksvraag te formuleren, passend bij het uitgangspunt ‘persoonsgericht’ van het didactisch concept. De studenten kiezen onder begeleiding van hun onderzoeksbegeleider een onderzoeksvraag die past bij hun persoonlijke interesses die waar mogelijk aansluit bij actuele vraag uit de school. Het onderzoek heeft waarde voor de student in zijn ontwikkelproces tot startbekwaam docent en is tegelijkertijd van betekenis voor de ontwikkeling van de school.

Verbeterpunten

• Er kan nog meer worden gehaald uit de onderzoeken van de studenten. Het gaat er daarbij enerzijds om dat studenten er zelf meer van leren en een onderzoekende houding ontwikkelen en anderzijds dat de onderzoeksresultaten meer gekoppeld worden aan schoolontwikkeling. Hierbij gaan we er op de lange termijn vanuit dat het onderzoek door studenten een stimulerend effect heeft op de onderzoekende en lerende cultuur in de school. De verbinding tussen studentonderzoek en schoolontwikkeling is voortdurend een punt van aandacht voor ROSRijnland. Binnen ROSRijnland wordt deze verbinding op verschillende manieren geborgd, maar op dit punt is nog winst te behalen.

• De onderzoekende houding en lerende cultuur in de school is nog niet in alle scholen een vanzelfsprekende praktijk.

• De samenwerking en kennisdeling tussen de verschillende partners binnen ROSRijnland kan verder worden versterkt.

4.1.3 Ontwikkeldoelen beoogde eindkwalificaties Op basis van de sterkte-zwakte analyse is het volgende ontwikkeldoel geformuleerd:

• Het stimuleren van de onderzoekende houding en lerende cultuur in de school door het uitbreiden van de experimenten plaats met professionele leergemeenschappen van docenten in de school, waar studenten in de toekomst in zouden kunnen participeren.

• Het versterken van de verbinding tussen studentonderzoek en schoolontwikkeling.. • Het versterken van de samenwerking en kennisdeling tussen de verschillende partners binnen

ROSRijnland.

4.2 Standaard 2: Onderwijsleeromgeving 4.2.1 Huidige situatie: Onderwijsleeromgeving In deze paragraaf staat de huidige situatie voor de academische kop van ROSRijnland wat betreft de criteria ‘academische kop’ voor standaard 2 centraal. Criterium 2i: De opleidingsschool met academische kop beschikt over een onderzoeksprogramma. ROS Rijnland beschikt over een onderzoeksprogramma, waarin achtereenvolgens de visie op de academische opleidingsschool, de onderzoeksthema’s en de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van partners zijn uitgewerkt (zie bijlage 7). Tevens wordt er

Page 30: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 30

voor ieder schooljaar een onderzoeksplan opgesteld met de stand van zaken, speerpunten en ambities voor het betreffende schooljaar (zie bijlage 6 hoofdstuk Evaluatie Academische Kop 2013-2014) ). Criterium 2j: Het programma is dusdanig vormgegeven dat de student in staat wordt gesteld het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek naar schoolontwikkeling op het juiste niveau te ontwikkelen. In de curricula van alle opleidingsinstituten neemt onderzoek en de ontwikkeling van een onderzoekende houding van studenten een belangrijke plaats in. Alle studenten sluiten hun opleiding af met een eindonderzoek dat voldoet aan de nationale en internationale eisen die gesteld worden aan respectievelijk de bachelor- en de masteropleidingen. Zowel op het instituut zelf als op de stageschool worden studenten begeleid, waarbij de opleidingen eindverantwoordelijk zijn. De begeleiding richt zich op drie aspecten: bewaken van de kwaliteit van het onderzoek, stimuleren van de voortgang van het onderzoek en stimuleren van de koppeling van onderzoek aan schoolontwikkeling. In het schooljaar 2013-2014 zijn er afspraken gemaakt met de HvA, ICLON, TU Delft en ALO over de taakverdeling in de begeleiding, waarbij de scholen zich voornamelijk richten op de begeleiding op de laatste twee aspecten en de lerarenopleidingen zich voornamelijk richten op de begeleiding op het eerste aspect. De onderzoeksbegeleiders stimuleren de voortgang door middel van individuele voortgangs- en reflectiegesprekken met studenten en drie plenaire bijeenkomsten. Daarnaast worden voor studenten onderzoeksworkshops georganiseerd door de docentonderzoekers van ROSRijnland. Sinds vorig jaar reikt de ROS onderzoeksprijzen uit aan het beste onderzoek door een ROS student in respectievelijk het eerste- en tweedegraads gebied. De prijs geeft de kwaliteit en voortgang van de onderzoeken een positieve impuls. Criterium 2k: De opleidingsschool met academische kop beschikt over voldoende en hoogwaardige begeleiding van studenten en een goede ondersteuning van docenten bij hun onderzoeks- en begeleidingstaken. De studenten worden bij hun onderzoek begeleid door onderzoeksbegeleiders van de school en door begeleiders van de lerarenopleidingen. Om hoogwaardige onderzoeksbegeleiding te kunnen bieden aan studenten, is het van belang dat de begeleidende docenten zelf beschikken over de benodigde onderzoeks- en innovatiecompetenties. Daarom is ervoor gekozen om eerst te investeren in de professionalisering van de docentonderzoekers door middel van onderzoekstraining en het opdoen van onderzoekservaring. Binnen ROSRijnland zijn op de verschillende scholen docentonderzoekers actief die praktijkonderzoek doen in opdracht van de schoolleiding. In totaal telt ROSRijnland in 2014-2015 11 docentonderzoekers, waarvan 7 nieuwe en 4 ervaren onderzoekers. De ervaren onderzoekers hebben in de afgelopen jaren ruime onderzoekservaring opgedaan door het verrichten van onderzoek naar de schoolontwikkeling. Alle docentonderzoekers zijn of worden getraind in het verrichten van onderzoek en voeren zelf praktijkgericht onderzoek uit. De docentonderzoekers krijgen in schooljaar 2014-2015 begeleiding en scholing op maat van het ICLON, in de vorm van plenaire bijeenkomsten en individuele gesprekken. Twee keer per jaar is er een bijeenkomst waarin de onderzoeksbegeleiders van de scholen o.l.v. de opleidingscoördinator elkaar bovenschools ontmoeten om kennis en ervaring met begeleiden te

Page 31: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 31

bespreken. Ook begeleiders van de lerarenopleidingen sluiten hier soms bij aan om de onderzoekslijn toe te lichten. Om de kwaliteit van de onderzoeksbegeleiding van studenten en de uitvoering van het onderzoeksprogramma te borgen, zijn taakomschrijvingen samengesteld van docentonderzoekers en studentbegeleiders. De academische kop maakt deel uit van van de jaarlijkse evaluatie onder studenten. 4.2.2 Sterkte-zwakte analyse onderwijsleeromgeving Sterke punten

• Er is een vaste structuur met onderzoeksbegeleiders, die zowel eerstegraads als tweedegraads studenten binnen ROSRijnland (samen met de begeleiders van de lerarenopleidingen) begeleiden bij hun onderzoek.

• Onderzoek heeft een stevige plek in de curricula van de opleidingsinstituten. • In de afgelopen periode zijn stappen gezet om de academische kop te integreren in het

kwaliteitszorgsysteem. • Het Da Vinci beschikt sinds vier jaar over een team van vier opgeleide docentonderzoekers die

ieder onderzoek doen naar een andere actuele schoolvraag. Zij komen wekelijks bijeen en wisselen kennis en ervaring uit. Zij zijn sinds vorig jaar gekoppeld aan de teams in de school wat een sterke impuls geeft aan de ontwikkeling van de onderzoekende cultuur in de school. Dit team dient ter inspiratie voor de andere scholen binnen de ROS.

Verbeterpunten

• In het tevredenheidsonderzoek dat de ROS in mei 2014 heeft uitgezet scoort de intensiteit en kwaliteit van de begeleiding van onderzoek onvoldoende. Dit heeft te maken met nog onvoldoende intensieve samenwerking op dit gebied tussen scholen en instituten en het tekort aan geschoolde onderzoeksbegeleiders. Investeren in de begeleiding van studenten en intensivering van de samenwerking met de opleidingen zijn dan ook speerpunten voor de nabije toekomst.

• Er is een relatief groot verloop van docentonderzoekers geweest, waardoor het team van docentonderzoekers nu bestaat uit 4 ervaren en 7 nieuwe docentonderzoekers.

• De organisatiestructuur binnen de ROS moet verbeterd worden, opdat de ontwikkeling van de Academische kop efficiënter gerealiseerd kan worden.

4.2.3 Ontwikkeldoelen onderwijsleeromgeving

• Intensiveren van de samenwerking met de lerarenopleidingen op het gebied van kennis en onderzoek.

• Vergroten van het aantal en de kwaliteit van docentonderzoekers. • Investeren in de scholing van onderzoeksbegeleiders, via de training onderzoeksbegeleiding

van het Kenniscentrum van de HvA DOO. • Uitbouwen en intensiveren van het contact tussen onderzoeksbegeleiders van de scholen,

bijvoorbeeld door het organiseren van meer bijeenkomsten o.l.v. de opleidingscoördinator, om de begeleiding van studenten beter op elkaar te laten aansluiten.

• Verbeteren van de organisatiestructuur AOS door het oprichten van een ROS-brede werkgroep, die alle partners vertegenwoordigt.

Page 32: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 32

4.3 Standaard 4: Kennisdeling 4.3.1 Huidige situatie: Kennisdeling Hieronder wordt de stand van zaken binnen ROS Rijnland wat betreft de academische kop voor standaard 4 toegelicht. Criterium 4d: De opleidingsschool met academische kop zorgt voor de kennisdeling tussen de partners en met de andere opleidingsscholen met academische kop. Schooloverstijgende kennis uit praktijkonderzoek wordt gedeeld binnen de academische opleidingsschool en de VO-sector, zodat deze partijen hieruit profijt kunnen trekken, onder andere op de volgende manieren:

• Kennisdeling van docentonderzoek vindt bij grote onderzoeken waar kennisinstituten van buiten bij betrokken zijn plaats op landelijk niveau. Zo heeft het Bonaventura College de resultaten van het project ‘De onderprestatie te lijf ‘gepresenteerd op een grote conferentie en op een speciaal daarvoor opgezette website ( www.deonderprestatievoorbij.nl) . Ook zijn de resultaten van het gemeenschappelijke ROS-onderzoek naar de onderzoeksvaardigheden van docenten gepresenteerd op de Oogstconferentie van de VO-raad, alsook op de website Leraar24.

• De onderzoeksprijs van de ROS voor het beste onderzoek door een ROS student draagt bij aan de bovenschoolse kennisdeling. De genomineerde onderzoeken zijn te lezen op de website van de ROS.

• Sinds dit schooljaar organiseren alle scholen een Good Practice middag waarop studenten hun onderzoeksresultaten presenteren aan collega’s in de school.

• Binnen de ROS vindt kennisdeling plaats tijdens de twee bijeenkomsten met docentonderzoekers die jaarlijks plaatsvinden waarin de resultaten en de voortgang van de onderzoeken wordt besproken.

• ROSRijnland neemt deel aan het MEO8-overleg over onderzoek in de school van de HvA, waarin kennis wordt gedeeld met andere (academische) opleidingsscholen.

• Door het werken met koppels van BOSsen en instituutsopleiders is er een structuur waarin relevante ontwikkelingen gedeeld worden.

• De organisatiestructuur van ROSRijnland bevat personele dwarsverbanden die kennisdeling stimuleren.

8 Overleg Managers Erkende Opleidingsscholen rond de HvA

Page 33: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 33

4.3.2 Sterkte-zwakte analyse kennisdeling Sterke punten

• ROSRijnland zet in op kennisdeling, zowel intern als extern via conferenties. Dat gaat niet alleen over de academische kop. Zo heeft ROSRijnland in samenwerking met het project BSL van het ICLON, een workshop over de begeleiding van startende leraren verzorgd op de conferentie van het Steunpunt Opleidingsscholen in 2014.

• Van de onderzoeksprijs ROSRijnland gaat een stimulerende werking uit en draagt bij aan het leren van elkaar.

Verbeterpunten

• Intensievere samenwerking met het kenniscentrum van de HvA om de kwaliteit van de onderzoeken en de begeleiding van studenten beter te kunnen bewaken.

• Betere kennisdeling tussen de docentonderzoekers onderling. 4.3.3 Ontwikkeldoelen kennisdeling

• Realiseren van meer structurele kennisdeling op het gebied van onderzoek door alle partners

binnen de opleidingsschool. • Versterken van de relatie tussen ROS Rijnland en het kenniscentrum van de HvA . • Verder verstevigen van de onderzoeksteams op alle ROSscholen die praktijkonderzoek doen

naar actuele schoolvragen, waarbij kennis en ervaring intern en bovenschools actief worden gedeeld.

• Versterken van kennisdeling naar voorbeeld van de Good Practice middag op het Da Vinci College, waar studenten hun onderzoeksresultaten presenteren aan collega’s in de school, zodat dit een structureel onderdeel vormt.

5. Conclusies In ROSRijnland wordt anno 2015 samengewerkt door 6 scholen voor voortgezet onderwijs met in totaal 15 locaties en 5 lerarenopleidingen. De opleidingsschool kenmerkt zich door diversiteit. De scholen binnen de ROS verschillen in cultuur en onderwijsaanbod, maar delen met elkaar de visie op opleiden en begeleiden. In 2010 is ROSRijnland erkend als opleidingsschool. Sinds 2012 heeft ROSRijnland de academische status. Deze kritische reflectie beschrijft de huidige situatie binnen ROSRijnland op basis van het toetsingskader Opleidingsschool van de NVAO ten behoeve van de herbeoordeling door NVAO. Terugblik In de afgelopen jaren heeft ROSRijnland verder gewerkt aan de kwaliteit van het samen opleiden en begeleiden. Deze kritische reflectie beschrijft deze ontwikkeling en de huidige situatie in meer detail. Zo is de visie op opleiden in de school verder ontwikkeld en geconcretiseerd in het opleidingsplan. De

Page 34: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 34

verbinding tussen theorie en praktijk in het opleidingsprogramma is in de afgelopen jaren verder versterkt door ontwikkelingen zoals “les op locatie”. Ook is de website (www.rosrijnland.nl) in de afgelopen periode verder ontwikkeld tot een actief communicatieplatform en is de informatievoorziening naar studenten verder verbeterd. Met betrekking tot het samen professionaliseren heeft ROSRijnland haar brede professionaliseringopdracht uitgewerkt door te participeren in professionaliseringprojecten, die mede door de toenemende focus in het onderwijs op professionalisering tot stand kwamen. Ook heeft ROSRijnland belangrijke stappen gezet wat betreft de borging van de kwaliteit van begeleiders. Er zijn met de verschillende opleidingsinstituten duidelijke afspraken gemaakt over de beoordelingssystematiek. De kwaliteitszorg wordt verder versterkt in het kader van de digitale ontwikkeling van ROSRijnland. Het kwaliteitshandboek wordt opgenomen in het digitale ROS-dossier. Dit vergroot de bereikbaarheid, het gebruiksgemak en de transparantie. Ontwikkeling academische kop Ook ten aanzien van de academische kop is er binnen ROSRijnland het nodige gerealiseerd. Zo is het concept verbreed: het omvat zowel het eerste- als tweedegraads gebied. De begeleidingsinfrastructuur van de academische opleidingsschool is verbreed naar alle ROS-scholen. Er wordt jaarlijks een onderzoeksprijs uitgereikt aan zowel eerste- als tweedegraads studenten om de kwaliteit van het onderzoek te stimuleren en kennis te delen. In de afgelopen periode zijn stappen gezet om de academische kop te integreren in het kwaliteitszorgsysteem. Ook wordt veel aandacht besteed aan kennisdeling. Zo participeert ROSRijnland in een periodiek overleg met andere academische opleidingsscholen onder leiding van de HvA. Op een aantal ROS-scholen worden middagen georganiseerd waarop studenten hun onderzoeksresultaten presenteren. Ambities voor de toekomst Dit document beschrijft in detail de sterke punten, verbeterpunten en ontwikkeldoelen per standaard. Concluderend kan worden gezegd dat ROSRijnland op basis van de sterkte-zwakte analyse de volgende ambities voor de toekomst heeft: 1. Verdere verbinding tussen theorie en praktijk en streven naar integratie van de afzonderlijke entiteiten (VO-school en opleidingsinstituut) tot één opleiding. 2. Verder uitbouwen van de kwaliteitszorg met periodieke onderlinge visitaties. 3. Verdere versterking van de koppeling van onderzoek van studenten aan schoolontwikkeling 4. Meer structurele kennisdeling op het gebied van onderzoek door alle partners binnen de opleidingsschool

Page 35: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 35

Bijlage 1. Algemene gegevens ROSRijnland B1.1 Administratieve gegevens penvoerende instantie Naam organisatie: Stichting Fioretti Teylingen Postadres, postcode, plaats: Postbus 200, 2215 ZL Voorhout Bezoekadres, postcode, plaats: Van den Endelaan 5A, 2182 ES Hillegom Bestuursnummer: 53990 Gegevens contactpersoon: Drs. H. Wilmink Bankrekeningnummer: 366041142 B1.2 Administratieve gegevens van partners Opleidingsinstituten: Naam organisatie: Hogeschool van Amsterdam, Domein Onderwijs en Opvoeding BRIN-nummer: 28DN Postadres: Postbus 1025 Postcode: 1000BA Plaats: Amsterdam Contactpersoon: Ir. H.C. Dirks e-mail: [email protected] Status accreditatie voldoende Naam organisatie: ICLON, Universiteit van Leiden BRIN-nummer: 21PB Postadres: Postbus 905 Postcode: 2300 AX Plaats: Leiden Contactpersoon: Dr. N.A.H. Belo e-mail: [email protected] Status accreditatie: voldoende Naam organisatie: TU Delft - MSc Science Education and Communication (SEC) BRIN-nummer: 21PF Postadres: Postbus 5 Postcode: 2600 AA Plaats: Delft Contactpersoon: Drs. M.A.F.M. Jacobs e-mail: [email protected] Status accreditatie: voldoende

Page 36: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 36

Naam organisatie: Hogeschool van Amsterdam, domein bewegen, sport en voeding

(ALO) BRIN-nummer: 28DN Postadres: dr Meurerlaan 8 Postcode: 1067 SM Plaats: Amsterdam Contactpersoon: Dhr. A.C. de Ruijter e-mail: [email protected] Status accreditatie: voldoende Naam organisatie Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, afdeling Academie

Beeldende Vorming BRIN-nummer 21QA Postadres Zeeburgerdijk 112 Postcode: 1094 AJ Plaats: Amsterdam Contactpersoon: Raphael van Crimpen e-mail: [email protected] status accreditatie: voldoende Scholen: Naam organisatie: Bonaventuracollege BRIN-nummer: 21GW Postadres: Mariënpoelstraat 6 Postcode: 2334 CZ Plaats: Leiden Contactpersoon: Mevr. C. Werner e-mail: [email protected] Oordeel inspectie: voldoende Naam organisatie: Fioretticollege BRIN-nummer: 00UZ Postadres: Postbus 138 Postcode: 2160 AC Plaats: Lisse Contactpersoon: Drs. N.N. de Bruin e-mail: [email protected] Oordeel inspectie: voldoende Naam organisatie: Northgo College BRIN-nummer: 23KU Postadres: Postbus 429 Postcode: 2200 AK Plaats: Noordwijk

Page 37: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 37

Contactpersoon: Drs. P. Lindenburg e-mail: [email protected] Oordeel inspectie: voldoende Naam organisatie: Rijnlands Lyceum Sassenheim BRIN-nummer: 14TD Postadres: Van Alkemadelaan 2 Postcode: 2171 DH Plaats: Sassenheim

Contactpersoon: Mevr. drs. L. van den Berg e-mail: [email protected] Oordeel inspectie: voldoende Naam organisatie: Scholengroep Leonardo da Vinci BRIN-nummer: 20DF en 20CL Postadres: Kagerstraat 7 Postcode: 2334 CP Plaats: Leiden Contactpersoon: Mevr. M. Warmer e-mail: [email protected] Oordeel inspectie: voldoende Naam organisatie: Teylingen College BRIN-nummer: 02KB Postadres: Langelaan 1 Postcode: 2211 XT Plaats: Noordwijkerhout Contactpersoon: Drs. S. Brenkman e-mail: [email protected] Oordeel inspectie: voldoende

Page 38: Kritische Reflectie - Platform Samen Opleiden · 2016. 1. 22. · tevredenheidsmeter van de HvA, voorziet tot op locatieniveau in informatie over de kwaliteit van de begeleiding

Kritische reflectie toetsing academische opleidingsschool, ROSRijnland, maart 2015 38

Bijlage 2. Basisgegevens over de academische opleidingsschool Studentenaantallen per categorie

categorie

2011-2012

2012-2013

2013-2014

1 regulier hogeschool (1e-4e/LIO) 116 135 169 2 kopopleiding 4 5 4 3 ULO 60 ECTS 29 53 35 4 ULO 120 ECTS 7 6 15 5 educatieve minor ULO 7 6 13 6 zij-instromer 0 3 1 7 opscholer 1 3 0

totaal 164 211 237

Opleidingsniveau docenten opleidingsschool Graad Hbo-bachelor Master (hbo/wo) PhD Percentage 58% 41 % 1% Betrokkenen onderzoek en begeleiding in 2014-2015 Onderzoekscoördinator Docent-onderzoeker onderzoeksbegeleider 1 11 9 Opmerking: in een aanzienlijk aantal gevallen gaat het om gecombineerde functies. Het totaal aantal betrokkenen is 16