61
Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.31 email: [email protected] studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2DS06 Technische Universiteit Eindhoven college 3 J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 1 / 28

Lineaire Algebra voor ST

  • Upload
    lambao

  • View
    234

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST

docent: Judith KeijsperTUE, HG 9.31

email: [email protected]: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2DS06

Technische Universiteit Eindhoven

college 3

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 1 / 28

Page 2: Lineaire Algebra voor ST

Inhoud

1 De determinant van een matrix

2 Eigenschappen van determinanten

3 Ontwikkeling naar een rij of kolom

4 Determinant en oppervlakte

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 2 / 28

Page 3: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

A =

[a bc d

],

is inverteerbaar dan en slechts dan als ad − bc 6= 0 en de inverse is dan

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

].

Bewijs: Gauss-Jordan reductie op[a b 1 0c d 0 1

]geeft een nulrij als ad − bc = 0, anders krijg je[

1 0 dad−bc − b

ad−bc

0 1 − cad−bc

aad−bc

]NB: het getal ad − bc heet de determinant van de matrix A.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 3 / 28

Page 4: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

A =

[a bc d

],

is inverteerbaar dan en slechts dan als ad − bc 6= 0 en de inverse is dan

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

].

Bewijs: Gauss-Jordan reductie op[a b 1 0c d 0 1

]geeft een nulrij als ad − bc = 0, anders krijg je[

1 0 dad−bc − b

ad−bc

0 1 − cad−bc

aad−bc

]

NB: het getal ad − bc heet de determinant van de matrix A.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 3 / 28

Page 5: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

A =

[a bc d

],

is inverteerbaar dan en slechts dan als ad − bc 6= 0 en de inverse is dan

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

].

Bewijs: Gauss-Jordan reductie op[a b 1 0c d 0 1

]geeft een nulrij als ad − bc = 0, anders krijg je[

1 0 dad−bc − b

ad−bc

0 1 − cad−bc

aad−bc

]NB: het getal ad − bc heet de determinant van de matrix A.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 3 / 28

Page 6: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

[1 23 4

]

det(A) = ad − bc = −2 6= 0

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

]= −1

2

[4 −2−3 1

]=

[−2 1

32 −1

2

]dus het stelsel [

1 23 4

]x =

[1020

]heeft als unieke oplossing

x =

[−2 1

32 −1

2

] [1020

]=

[05

]

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 4 / 28

Page 7: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

[1 23 4

]det(A) = ad − bc = −2 6= 0

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

]= −1

2

[4 −2−3 1

]=

[−2 1

32 −1

2

]dus het stelsel [

1 23 4

]x =

[1020

]heeft als unieke oplossing

x =

[−2 1

32 −1

2

] [1020

]=

[05

]

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 4 / 28

Page 8: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

[1 23 4

]det(A) = ad − bc = −2 6= 0

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

]= −1

2

[4 −2−3 1

]=

[−2 1

32 −1

2

]

dus het stelsel [1 23 4

]x =

[1020

]heeft als unieke oplossing

x =

[−2 1

32 −1

2

] [1020

]=

[05

]

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 4 / 28

Page 9: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

[1 23 4

]det(A) = ad − bc = −2 6= 0

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

]= −1

2

[4 −2−3 1

]=

[−2 1

32 −1

2

]dus het stelsel [

1 23 4

]x =

[1020

]

heeft als unieke oplossing

x =

[−2 1

32 −1

2

] [1020

]=

[05

]

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 4 / 28

Page 10: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

[1 23 4

]det(A) = ad − bc = −2 6= 0

A−1 =1

ad − bc

[d −b−c a

]= −1

2

[4 −2−3 1

]=

[−2 1

32 −1

2

]dus het stelsel [

1 23 4

]x =

[1020

]heeft als unieke oplossing

x =

[−2 1

32 −1

2

] [1020

]=

[05

]

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 4 / 28

Page 11: Lineaire Algebra voor ST

Determinanten

Definitie

Een permutatie van de verzameling S = {1, 2, . . . , n} van gehele getallenis een rij j1j2 · · · jn waarin al deze getallen precies eenmaal voorkomen:{j1, j2, . . . , jn} = {1, 2, . . . , n}.

Voorbeeld

Er zijn 6 verschillende permutaties van {1, 2, 3}, namelijk

123, 132, 213, 231, 312, 321

Voorbeeld

Als S = {1, 2, 3, 4}, dan is 4231 een permutatie van S . Deze permutatiekomt overeen met de afbeelding f : S → S gedefinieerd door:

f (1) = 4, f (2) = 2, f (3) = 3, f (4) = 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 5 / 28

Page 12: Lineaire Algebra voor ST

Determinanten

Definitie

Een permutatie van de verzameling S = {1, 2, . . . , n} van gehele getallenis een rij j1j2 · · · jn waarin al deze getallen precies eenmaal voorkomen:{j1, j2, . . . , jn} = {1, 2, . . . , n}.

Voorbeeld

Er zijn 6 verschillende permutaties van {1, 2, 3}, namelijk

123, 132, 213, 231, 312, 321

Voorbeeld

Als S = {1, 2, 3, 4}, dan is 4231 een permutatie van S . Deze permutatiekomt overeen met de afbeelding f : S → S gedefinieerd door:

f (1) = 4, f (2) = 2, f (3) = 3, f (4) = 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 5 / 28

Page 13: Lineaire Algebra voor ST

Determinanten

Definitie

Een permutatie van de verzameling S = {1, 2, . . . , n} van gehele getallenis een rij j1j2 · · · jn waarin al deze getallen precies eenmaal voorkomen:{j1, j2, . . . , jn} = {1, 2, . . . , n}.

Voorbeeld

Er zijn 6 verschillende permutaties van {1, 2, 3}, namelijk

123, 132, 213, 231, 312, 321

Voorbeeld

Als S = {1, 2, 3, 4}, dan is 4231 een permutatie van S . Deze permutatiekomt overeen met de afbeelding f : S → S gedefinieerd door:

f (1) = 4, f (2) = 2, f (3) = 3, f (4) = 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 5 / 28

Page 14: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Er zijn n! = n(n − 1)(n − 2) · · · 2 · 1 permutaties van {1, 2, . . . , n}.

Definitie

De verzameling van alle n! permutaties van {1, 2, . . . , n} duiden we aanmet Sn.Een permutatie j1j2 · · · jn heeft een inversie of omkering als jr voor js staatin de rij (d.w.z. r < s) voor zekere jr en js , terwijl jr > js .Een permutatie heet even als hij in totaal een even aantal inversies heeft,en oneven als het aantal inversies oneven is.

Voorbeeld

De permutatie 4231 van S4 is oneven: er zijn vijf inversies in totaal want 4gaat vooraf aan 2, 3, 1, verder gaat 2 vooraf aan 1, en 3 aan 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 6 / 28

Page 15: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Er zijn n! = n(n − 1)(n − 2) · · · 2 · 1 permutaties van {1, 2, . . . , n}.

Definitie

De verzameling van alle n! permutaties van {1, 2, . . . , n} duiden we aanmet Sn.Een permutatie j1j2 · · · jn heeft een inversie of omkering als jr voor js staatin de rij (d.w.z. r < s) voor zekere jr en js , terwijl jr > js .

Een permutatie heet even als hij in totaal een even aantal inversies heeft,en oneven als het aantal inversies oneven is.

Voorbeeld

De permutatie 4231 van S4 is oneven: er zijn vijf inversies in totaal want 4gaat vooraf aan 2, 3, 1, verder gaat 2 vooraf aan 1, en 3 aan 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 6 / 28

Page 16: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Er zijn n! = n(n − 1)(n − 2) · · · 2 · 1 permutaties van {1, 2, . . . , n}.

Definitie

De verzameling van alle n! permutaties van {1, 2, . . . , n} duiden we aanmet Sn.Een permutatie j1j2 · · · jn heeft een inversie of omkering als jr voor js staatin de rij (d.w.z. r < s) voor zekere jr en js , terwijl jr > js .Een permutatie heet even als hij in totaal een even aantal inversies heeft,en oneven als het aantal inversies oneven is.

Voorbeeld

De permutatie 4231 van S4 is oneven: er zijn vijf inversies in totaal want 4gaat vooraf aan 2, 3, 1, verder gaat 2 vooraf aan 1, en 3 aan 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 6 / 28

Page 17: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Er zijn n! = n(n − 1)(n − 2) · · · 2 · 1 permutaties van {1, 2, . . . , n}.

Definitie

De verzameling van alle n! permutaties van {1, 2, . . . , n} duiden we aanmet Sn.Een permutatie j1j2 · · · jn heeft een inversie of omkering als jr voor js staatin de rij (d.w.z. r < s) voor zekere jr en js , terwijl jr > js .Een permutatie heet even als hij in totaal een even aantal inversies heeft,en oneven als het aantal inversies oneven is.

Voorbeeld

De permutatie 4231 van S4 is oneven: er zijn vijf inversies in totaal want 4gaat vooraf aan 2, 3, 1, verder gaat 2 vooraf aan 1, en 3 aan 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 6 / 28

Page 18: Lineaire Algebra voor ST

Definitie

Laat A = [aij ] een n × n matrix. De determinant van A is per definitie

det(A) =∑

(±)a1j1a2j2 · · · anjn ,

waar gesommeerd wordt over alle permutaties j1j2 · · · jn vanS = {1, 2, . . . , n} en een + of een − genomen wordt voor de termbehorend bij de permutatie j1j2 · · · jn al naar gelang deze permutatie even(+) of oneven (−) is.Notatie: det A of |A|

Voorbeeld

Als A = [a11] een 1× 1 matrix is, dan is det A = a11

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 7 / 28

Page 19: Lineaire Algebra voor ST

Definitie

Laat A = [aij ] een n × n matrix. De determinant van A is per definitie

det(A) =∑

(±)a1j1a2j2 · · · anjn ,

waar gesommeerd wordt over alle permutaties j1j2 · · · jn vanS = {1, 2, . . . , n} en een + of een − genomen wordt voor de termbehorend bij de permutatie j1j2 · · · jn al naar gelang deze permutatie even(+) of oneven (−) is.Notatie: det A of |A|

Voorbeeld

Als A = [a11] een 1× 1 matrix is, dan is det A = a11

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 7 / 28

Page 20: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

Als

A =

[a11 a12

a21 a22

]een 2× 2 matrix is, dan is

det A = a11a22 − a12a21

Voorbeeld

Als

A =

a11 a12 a13

a21 a22 a23

a31 a32 a33

een 3× 3 matrix is, dan is

det A = a11a22a33+a12a23a31+a13a21a32−a11a23a32−a12a21a33−a13a22a31

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 8 / 28

Page 21: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

Als

A =

[a11 a12

a21 a22

]een 2× 2 matrix is, dan is

det A = a11a22 − a12a21

Voorbeeld

Als

A =

a11 a12 a13

a21 a22 a23

a31 a32 a33

een 3× 3 matrix is, dan is

det A = a11a22a33+a12a23a31+a13a21a32−a11a23a32−a12a21a33−a13a22a31

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 8 / 28

Page 22: Lineaire Algebra voor ST

Eigenschappen van determinanten

Stelling

(a) Als A een matrix is, dan is det(A) = det(AT ).

(b) Als B een matrix is die uit A ontstaat door twee rijen (of kolommen)te verwisselen, dan is det(B) = − det(A)

(c) Als twee rijen (of kolommen) van A gelijk zijn, dan det(A) = 0.

(d) Als A een nulrij (of nulkolom) bevat, dan det(A) = 0.

Bewijs (voor 3× 3) van (a):

A =

a11 a12 a13

a21 a22 a23

a31 a32 a33

, AT =

a11 a21 a31

a12 a22 a32

a13 a23 a33

det A = a11a22a33+a12a23a31+a13a21a32−a11a23a32−a12a21a33−a13a22a31

det AT = a11a22a33+a21a32a13+a31a12a23−a11a32a23−a21a12a33−a31a22a13

= a11a22a33 + a13a21a32 + a12a23a31 − a11a23a32 − a12a21a33 − a13a22a31

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 9 / 28

Page 23: Lineaire Algebra voor ST

Eigenschappen van determinanten

Stelling

(a) Als A een matrix is, dan is det(A) = det(AT ).

(b) Als B een matrix is die uit A ontstaat door twee rijen (of kolommen)te verwisselen, dan is det(B) = − det(A)

(c) Als twee rijen (of kolommen) van A gelijk zijn, dan det(A) = 0.

(d) Als A een nulrij (of nulkolom) bevat, dan det(A) = 0.

Bewijs (voor 3× 3) van (a):

A =

a11 a12 a13

a21 a22 a23

a31 a32 a33

, AT =

a11 a21 a31

a12 a22 a32

a13 a23 a33

det A = a11a22a33+a12a23a31+a13a21a32−a11a23a32−a12a21a33−a13a22a31

det AT = a11a22a33+a21a32a13+a31a12a23−a11a32a23−a21a12a33−a31a22a13

= a11a22a33 + a13a21a32 + a12a23a31 − a11a23a32 − a12a21a33 − a13a22a31

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 9 / 28

Page 24: Lineaire Algebra voor ST

De volgende stelling beschrijft de verandering van de determinant bijtoepassen van elementaire rij-operaties (of elementaire kolom-operaties)

Stelling

1. Als B uit A ontstaat door twee rijen (of kolommen) te verwisselen,dan det(B) = − det(A).

2. Als B uit A ontstaat door een rij (of kolom) van A met een constantek 6= 0 te vermenigvuldigen, dan det(B) = k det(A).

3. Als B uit A ontstaat door een veelvoud van een rij (kolom) van A bijeen andere rij (kolom) van A op te tellen, dan det(B) = det(A).

Bewijs van 2. (vermenigvuldig rij r met k):

det(B) =∑

(±)b1j1b2j2 · · · brjr · · · bnjn

=∑

(±)a1j1a2j2 · · · karjr · · · anjn

= k∑

(±)a1j1a2j2 · · · arjr · · · anjn = k det(A)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 10 / 28

Page 25: Lineaire Algebra voor ST

De volgende stelling beschrijft de verandering van de determinant bijtoepassen van elementaire rij-operaties (of elementaire kolom-operaties)

Stelling

1. Als B uit A ontstaat door twee rijen (of kolommen) te verwisselen,dan det(B) = − det(A).

2. Als B uit A ontstaat door een rij (of kolom) van A met een constantek 6= 0 te vermenigvuldigen, dan det(B) = k det(A).

3. Als B uit A ontstaat door een veelvoud van een rij (kolom) van A bijeen andere rij (kolom) van A op te tellen, dan det(B) = det(A).

Bewijs van 2. (vermenigvuldig rij r met k):

det(B) =∑

(±)b1j1b2j2 · · · brjr · · · bnjn

=∑

(±)a1j1a2j2 · · · karjr · · · anjn

= k∑

(±)a1j1a2j2 · · · arjr · · · anjn = k det(A)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 10 / 28

Page 26: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

∣∣∣∣∣∣1 2 31 5 32 8 6

∣∣∣∣∣∣ = 2

∣∣∣∣∣∣1 2 31 5 31 4 3

∣∣∣∣∣∣ = (2)(3)

∣∣∣∣∣∣1 2 11 5 11 4 1

∣∣∣∣∣∣ = (2)(3)(0) = 0

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 11 / 28

Page 27: Lineaire Algebra voor ST

Definitie

Een bovendriehoeksmatrix is een vierkante matrix met onder de diagonaalnullen: aij = 0 voor i > j .Een onderdriehoeksmatrix is een vierkante matrix met boven de diagonaalnullen: aij = 0 voor i < j .

NB: een diagonaalmatrix is per definitie zowel een bovendriehoeksmatrixals een onderdriehoeksmatrix.

Voorbeeld

A =

1 2 30 2 40 0 5

, B =

1 0 01 5 01 4 3

, C =

1 0 00 5 00 0 3

A is een bovendriehoeksmatrix, B is een onderdriehoeksmatrix, C is beidedus een diagonaalmatrix.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 12 / 28

Page 28: Lineaire Algebra voor ST

Definitie

Een bovendriehoeksmatrix is een vierkante matrix met onder de diagonaalnullen: aij = 0 voor i > j .Een onderdriehoeksmatrix is een vierkante matrix met boven de diagonaalnullen: aij = 0 voor i < j .

NB: een diagonaalmatrix is per definitie zowel een bovendriehoeksmatrixals een onderdriehoeksmatrix.

Voorbeeld

A =

1 2 30 2 40 0 5

, B =

1 0 01 5 01 4 3

, C =

1 0 00 5 00 0 3

A is een bovendriehoeksmatrix, B is een onderdriehoeksmatrix, C is beidedus een diagonaalmatrix.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 12 / 28

Page 29: Lineaire Algebra voor ST

Definitie

Een bovendriehoeksmatrix is een vierkante matrix met onder de diagonaalnullen: aij = 0 voor i > j .Een onderdriehoeksmatrix is een vierkante matrix met boven de diagonaalnullen: aij = 0 voor i < j .

NB: een diagonaalmatrix is per definitie zowel een bovendriehoeksmatrixals een onderdriehoeksmatrix.

Voorbeeld

A =

1 2 30 2 40 0 5

, B =

1 0 01 5 01 4 3

, C =

1 0 00 5 00 0 3

A is een bovendriehoeksmatrix, B is een onderdriehoeksmatrix, C is beidedus een diagonaalmatrix.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 12 / 28

Page 30: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

De determinant van een boven- of onderdriehoeksmatrix is het productvan de diagonaalelementen.

Bewijs: in een bovendriehoeksmatrix A is een term a1j1a2j2 · · · anjn van dedeterminant alleen ongelijk nul als jn ≥ n, jn−1 ≥ n − 1, . . . j2 ≥ 2, j1 ≥ 1,dus als jn = n, jn−1 = n − 1, . . . j2 = 2, j1 = 1. Dus a11a22 · · · ann is deenige term ongelijk nul.

Voorbeeld ∣∣∣∣∣∣1 0 01 5 01 4 3

∣∣∣∣∣∣ = (1)(5)(3) = 15

Voorbeeld

De determinant van de n × n eenheidsmatrix In is 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 13 / 28

Page 31: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

De determinant van een boven- of onderdriehoeksmatrix is het productvan de diagonaalelementen.

Bewijs: in een bovendriehoeksmatrix A is een term a1j1a2j2 · · · anjn van dedeterminant alleen ongelijk nul als jn ≥ n, jn−1 ≥ n − 1, . . . j2 ≥ 2, j1 ≥ 1,dus als jn = n, jn−1 = n − 1, . . . j2 = 2, j1 = 1. Dus a11a22 · · · ann is deenige term ongelijk nul.

Voorbeeld ∣∣∣∣∣∣1 0 01 5 01 4 3

∣∣∣∣∣∣ = (1)(5)(3) = 15

Voorbeeld

De determinant van de n × n eenheidsmatrix In is 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 13 / 28

Page 32: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

De determinant van een boven- of onderdriehoeksmatrix is het productvan de diagonaalelementen.

Bewijs: in een bovendriehoeksmatrix A is een term a1j1a2j2 · · · anjn van dedeterminant alleen ongelijk nul als jn ≥ n, jn−1 ≥ n − 1, . . . j2 ≥ 2, j1 ≥ 1,dus als jn = n, jn−1 = n − 1, . . . j2 = 2, j1 = 1. Dus a11a22 · · · ann is deenige term ongelijk nul.

Voorbeeld ∣∣∣∣∣∣1 0 01 5 01 4 3

∣∣∣∣∣∣ = (1)(5)(3) = 15

Voorbeeld

De determinant van de n × n eenheidsmatrix In is 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 13 / 28

Page 33: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

De determinant van een boven- of onderdriehoeksmatrix is het productvan de diagonaalelementen.

Bewijs: in een bovendriehoeksmatrix A is een term a1j1a2j2 · · · anjn van dedeterminant alleen ongelijk nul als jn ≥ n, jn−1 ≥ n − 1, . . . j2 ≥ 2, j1 ≥ 1,dus als jn = n, jn−1 = n − 1, . . . j2 = 2, j1 = 1. Dus a11a22 · · · ann is deenige term ongelijk nul.

Voorbeeld ∣∣∣∣∣∣1 0 01 5 01 4 3

∣∣∣∣∣∣ = (1)(5)(3) = 15

Voorbeeld

De determinant van de n × n eenheidsmatrix In is 1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 13 / 28

Page 34: Lineaire Algebra voor ST

Determinant berekenen via reductie naar driehoeksvorm

Reduceer door middel van elementaire rij-operaties de matrix naarbovendriehoeksvorm. Elk van de gebruikte rij-operaties geeft eenvermenigvuldigingsfactor voor de determinant. De diagonaalelementen vande matrix in bovendriehoeksvorm zijn de overige factoren van dedeterminant.

Voorbeeld∣∣∣∣∣∣4 3 23 −2 52 4 6

∣∣∣∣∣∣ = 2

∣∣∣∣∣∣4 3 23 −2 51 2 3

∣∣∣∣∣∣ = (−1)2

∣∣∣∣∣∣1 2 33 −2 54 3 2

∣∣∣∣∣∣= (−2)

∣∣∣∣∣∣1 2 30 −8 −40 −5 −10

∣∣∣∣∣∣ = (−2)

∣∣∣∣∣∣1 2 30 −8 −40 0 −30

4

∣∣∣∣∣∣= (−2)(1)(−8)(−30

4) = −120.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 14 / 28

Page 35: Lineaire Algebra voor ST

Determinant berekenen via reductie naar driehoeksvorm

Reduceer door middel van elementaire rij-operaties de matrix naarbovendriehoeksvorm. Elk van de gebruikte rij-operaties geeft eenvermenigvuldigingsfactor voor de determinant. De diagonaalelementen vande matrix in bovendriehoeksvorm zijn de overige factoren van dedeterminant.

Voorbeeld∣∣∣∣∣∣4 3 23 −2 52 4 6

∣∣∣∣∣∣ = 2

∣∣∣∣∣∣4 3 23 −2 51 2 3

∣∣∣∣∣∣ = (−1)2

∣∣∣∣∣∣1 2 33 −2 54 3 2

∣∣∣∣∣∣= (−2)

∣∣∣∣∣∣1 2 30 −8 −40 −5 −10

∣∣∣∣∣∣ = (−2)

∣∣∣∣∣∣1 2 30 −8 −40 0 −30

4

∣∣∣∣∣∣= (−2)(1)(−8)(−30

4) = −120.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 14 / 28

Page 36: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Een vierkante matrix A is niet-singulier (inverteerbaar) dan en slechts danals det(A) 6= 0.

Bewijs: Als A inverteerbaar is dan is A rij-equivalent met I dus

det(A) = c det(I ) = c · 1 = c 6= 0

voor een constante c 6= 0 afhankelijk van de rij-operaties die A overvoerenin I .Als A singulier is, dan is A rij-equivalent met een matrix B die een nulrijbevat en dus

det(A) = c det(B) = 0

(want det(B) = 0).

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 15 / 28

Page 37: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Een vierkante matrix A is niet-singulier (inverteerbaar) dan en slechts danals det(A) 6= 0.

Bewijs: Als A inverteerbaar is dan is A rij-equivalent met I dus

det(A) = c det(I ) = c · 1 = c 6= 0

voor een constante c 6= 0 afhankelijk van de rij-operaties die A overvoerenin I .

Als A singulier is, dan is A rij-equivalent met een matrix B die een nulrijbevat en dus

det(A) = c det(B) = 0

(want det(B) = 0).

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 15 / 28

Page 38: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Een vierkante matrix A is niet-singulier (inverteerbaar) dan en slechts danals det(A) 6= 0.

Bewijs: Als A inverteerbaar is dan is A rij-equivalent met I dus

det(A) = c det(I ) = c · 1 = c 6= 0

voor een constante c 6= 0 afhankelijk van de rij-operaties die A overvoerenin I .Als A singulier is, dan is A rij-equivalent met een matrix B die een nulrijbevat en dus

det(A) = c det(B) = 0

(want det(B) = 0).

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 15 / 28

Page 39: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Als A en B vierkante matrices zijn, dan geldt det(AB) = det(A) det(B).

Bewijs: Als A singulier is, dan is ook AB singulier (want stel C is deinverse van AB, dan (AB)C = A(BC ) = I dus dan is A inverteerbaar metinverse BC , tegenspraak). Daarom geldt in dit geval

det(AB) = 0 = 0 · det(B) = det(A) det(B)

Als A inverteerbaar is, dan is det(A) = c det(I ) = c voor een constantec 6= 0 die de rij-operaties ‘codeert’ die A overvoeren in I . Maar deze zelfderij-operaties (product van elementaire matrices) voeren AB over in B.Daarom geldt

det(AB) = c det(B) = det(A) det(B)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 16 / 28

Page 40: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Als A en B vierkante matrices zijn, dan geldt det(AB) = det(A) det(B).

Bewijs: Als A singulier is, dan is ook AB singulier (want stel C is deinverse van AB, dan (AB)C = A(BC ) = I dus dan is A inverteerbaar metinverse BC , tegenspraak). Daarom geldt in dit geval

det(AB) = 0 = 0 · det(B) = det(A) det(B)

Als A inverteerbaar is, dan is det(A) = c det(I ) = c voor een constantec 6= 0 die de rij-operaties ‘codeert’ die A overvoeren in I . Maar deze zelfderij-operaties (product van elementaire matrices) voeren AB over in B.Daarom geldt

det(AB) = c det(B) = det(A) det(B)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 16 / 28

Page 41: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

Als A en B vierkante matrices zijn, dan geldt det(AB) = det(A) det(B).

Bewijs: Als A singulier is, dan is ook AB singulier (want stel C is deinverse van AB, dan (AB)C = A(BC ) = I dus dan is A inverteerbaar metinverse BC , tegenspraak). Daarom geldt in dit geval

det(AB) = 0 = 0 · det(B) = det(A) det(B)

Als A inverteerbaar is, dan is det(A) = c det(I ) = c voor een constantec 6= 0 die de rij-operaties ‘codeert’ die A overvoeren in I . Maar deze zelfderij-operaties (product van elementaire matrices) voeren AB over in B.Daarom geldt

det(AB) = c det(B) = det(A) det(B)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 16 / 28

Page 42: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

[3 12 1

], B =

[−1 3

5 8

], AB =

[2 173 14

]det(A) = 1, det(B) = −23, det(AB) = −23

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 17 / 28

Page 43: Lineaire Algebra voor ST

Gevolg: Als A inverteerbaar is, dan is det(A−1) = 1det(A) , want

det(A) det(A−1) = det(AA−1) = det(I ) = 1

Voorbeeld

A =

[3 00 3

], A−1 =

[13 00 1

3

]det(A) = 9, det(A−1) =

1

9

NB: Er geldt niet: det(A + B) = det(A) + det(B)

Voorbeeld

A =

[3 1−2 2

], B =

[−3 −1

2 −2

], A + B =

[0 00 0

]det(A) + det(B) = 8 + 8 = 16 6= 0 = det(A + B)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 18 / 28

Page 44: Lineaire Algebra voor ST

Gevolg: Als A inverteerbaar is, dan is det(A−1) = 1det(A) , want

det(A) det(A−1) = det(AA−1) = det(I ) = 1

Voorbeeld

A =

[3 00 3

], A−1 =

[13 00 1

3

]det(A) = 9, det(A−1) =

1

9

NB: Er geldt niet: det(A + B) = det(A) + det(B)

Voorbeeld

A =

[3 1−2 2

], B =

[−3 −1

2 −2

], A + B =

[0 00 0

]det(A) + det(B) = 8 + 8 = 16 6= 0 = det(A + B)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 18 / 28

Page 45: Lineaire Algebra voor ST

Gevolg: Als A inverteerbaar is, dan is det(A−1) = 1det(A) , want

det(A) det(A−1) = det(AA−1) = det(I ) = 1

Voorbeeld

A =

[3 00 3

], A−1 =

[13 00 1

3

]det(A) = 9, det(A−1) =

1

9

NB: Er geldt niet: det(A + B) = det(A) + det(B)

Voorbeeld

A =

[3 1−2 2

], B =

[−3 −1

2 −2

], A + B =

[0 00 0

]det(A) + det(B) = 8 + 8 = 16 6= 0 = det(A + B)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 18 / 28

Page 46: Lineaire Algebra voor ST

Gevolg: Als A inverteerbaar is, dan is det(A−1) = 1det(A) , want

det(A) det(A−1) = det(AA−1) = det(I ) = 1

Voorbeeld

A =

[3 00 3

], A−1 =

[13 00 1

3

]det(A) = 9, det(A−1) =

1

9

NB: Er geldt niet: det(A + B) = det(A) + det(B)

Voorbeeld

A =

[3 1−2 2

], B =

[−3 −1

2 −2

], A + B =

[0 00 0

]det(A) + det(B) = 8 + 8 = 16 6= 0 = det(A + B)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 18 / 28

Page 47: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

De volgende uitspraken zijn equivalent voor een n × n matrix A:

1. A is niet-singulier (inverteerbaar)

2. Ax = 0 heeft alleen de triviale oplossing x = 0

3. A is rij-equivalent met In.

4. Ax = b heeft voor elke b ∈ Rn een unieke oplossing

5. A is een product van elementaire matrices

6. det A 6= 0.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 19 / 28

Page 48: Lineaire Algebra voor ST

Stelling

De volgende uitspraken zijn equivalent voor een n × n matrix A:

1. A is niet-singulier (inverteerbaar)

2. Ax = 0 heeft alleen de triviale oplossing x = 0

3. A is rij-equivalent met In.

4. Ax = b heeft voor elke b ∈ Rn een unieke oplossing

5. A is een product van elementaire matrices

6. det A 6= 0.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 19 / 28

Page 49: Lineaire Algebra voor ST

Ontwikkeling naar een rij of kolom

Definitie

Laat A = [aij ] een n × n matrix zijn. Laat Mij de (n − 1)× (n − 1)submatrix van A zijn verkregen door uit A de i-de rij en de j-de kolom wegte laten. De determinant det(Mij) heet de minor van matrixelement aij .

Definitie

Laat A = [aij ] een n × n matrix zijn. De cofactor Aij van matrixelementaij is gedefinieerd als

Aij := (−1)i+j det(Mij)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 20 / 28

Page 50: Lineaire Algebra voor ST

Ontwikkeling naar een rij of kolom

Definitie

Laat A = [aij ] een n × n matrix zijn. Laat Mij de (n − 1)× (n − 1)submatrix van A zijn verkregen door uit A de i-de rij en de j-de kolom wegte laten. De determinant det(Mij) heet de minor van matrixelement aij .

Definitie

Laat A = [aij ] een n × n matrix zijn. De cofactor Aij van matrixelementaij is gedefinieerd als

Aij := (−1)i+j det(Mij)

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 20 / 28

Page 51: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

3 −1 24 5 67 1 2

De minor van a12 is

det(M12) =

∣∣∣∣ 4 67 2

∣∣∣∣ = 8− 42 = −34

De cofactor van a12 is

A12 = (−1)1+2 det(M12) = (−1)(−34) = 34

Het schaakbordpatroon van (−1)i+j in een matrix: + − +− + −+ − +

+ − + −− + − ++ − + −− + − +

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 21 / 28

Page 52: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

A =

3 −1 24 5 67 1 2

De minor van a12 is

det(M12) =

∣∣∣∣ 4 67 2

∣∣∣∣ = 8− 42 = −34

De cofactor van a12 is

A12 = (−1)1+2 det(M12) = (−1)(−34) = 34

Het schaakbordpatroon van (−1)i+j in een matrix: + − +− + −+ − +

+ − + −− + − ++ − + −− + − +

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 21 / 28

Page 53: Lineaire Algebra voor ST

Stelling (Cofactor-expansie)

Laat A = [aij ] een n × n matrix zijn. Dan

det(A) = ai1Ai1 + ai2Ai2 + · · ·+ ainAin

(ontwikkeling van det(A) naar de i-de rij ) en ook

det(A) = a1jA1j + a2jA2j + · · ·+ anjAnj

(ontwikkeling van det(A) naar de j-de kolom. )

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 22 / 28

Page 54: Lineaire Algebra voor ST

Bewijs voor 3× 3, ontwikkeling naar eerste rij:

det A = a11a22a33+a12a23a31+a13a21a32−a11a23a32−a12a21a33−a13a22a31

= a11(a22a33 − a23a32) + a12(a23a31 − a21a33) + a13(a21a32 − a22a31)

= a11A11 + a12A12 + a13A13,

want

A11 = (−1)1+1

∣∣∣∣ a22 a23

a32 a33

∣∣∣∣ = a22a33 − a23a32

A12 = (−1)1+2

∣∣∣∣ a21 a23

a31 a33

∣∣∣∣ = a23a31 − a21a33

A13 = (−1)1+3

∣∣∣∣ a21 a22

a31 a32

∣∣∣∣ = a21a32 − a22a31

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 23 / 28

Page 55: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

Ontwikkel de determinant van

A =

3 1 0−2 −4 3

5 4 −2

naar de eerste rij (meeste nullen):

det(A) = (3)(−1)1+1

∣∣∣∣ −4 34 −2

∣∣∣∣+ (1)(−1)1+2

∣∣∣∣ −2 35 −2

∣∣∣∣+(0)(−1)1+3

∣∣∣∣ −2 −45 4

∣∣∣∣= 3(−4)− (1)(−11) + 0 = −1.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 24 / 28

Page 56: Lineaire Algebra voor ST

Voorbeeld

Ontwikkeling naar de derde rij (meeste nullen):∣∣∣∣∣∣∣∣1 2 −3 4−4 2 1 3

3 0 0 −32 0 −2 3

∣∣∣∣∣∣∣∣= (3)(−1)3+1

∣∣∣∣∣∣2 −3 42 1 30 −2 3

∣∣∣∣∣∣+ (−3)(−1)3+4

∣∣∣∣∣∣1 2 −3−4 2 1

2 0 −2

∣∣∣∣∣∣= 3

((−2)(−1)3+2

∣∣∣∣ 2 42 3

∣∣∣∣+ (3)(−1)3+3

∣∣∣∣ 2 −32 1

∣∣∣∣)+3

((2)(−1)3+1

∣∣∣∣ 2 −32 1

∣∣∣∣+ (−2)(−1)3+3

∣∣∣∣ 1 2−4 2

∣∣∣∣)= 3(2(−2) + 3(8)) + 3(2(8)− 2(10)) = 3(20) + 3(−4) = 48

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 25 / 28

Page 57: Lineaire Algebra voor ST

We kunnen mbv rij- en kolomoperaties veel nullen introduceren in een rijof kolom en dan naar die rij/kolom ontwikkelen:

Voorbeeld∣∣∣∣∣∣∣∣1 2 −3 4−4 2 1 3

1 0 0 −32 0 −2 3

∣∣∣∣∣∣∣∣ = (kolomoperatie)

∣∣∣∣∣∣∣∣1 2 −3 7−4 2 1 −9

1 0 0 02 0 −2 9

∣∣∣∣∣∣∣∣= (1)(−1)3+1

∣∣∣∣∣∣2 −3 72 1 −90 −2 9

∣∣∣∣∣∣ = (rijoperatie) (1)

∣∣∣∣∣∣2 −3 70 4 −160 −2 9

∣∣∣∣∣∣= (2)(−1)1+1

∣∣∣∣ 4 −16−2 9

∣∣∣∣ = (2)(36− 32) = 8

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 26 / 28

Page 58: Lineaire Algebra voor ST

Volume en oppervlakte

Met behulp van determinanten kan de oppervlakte van een driehoek ofparallellogram worden uitgerekend:

Stelling

Als P het parallellogram in R2 is dat opgespannen wordt door de vectoren[x1

y1

]en

[x2

y2

]dan geldt

opp P =

∣∣∣∣det

([x1 y1

x2 y2

])∣∣∣∣ =

∣∣∣∣det

([x1 x2

y1 y2

])∣∣∣∣Een analoge uitspraak geldt voor het volume van een eenparallellepipedum in de R3, en algemener in Rn.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 27 / 28

Page 59: Lineaire Algebra voor ST

Volume en oppervlakte

Met behulp van determinanten kan de oppervlakte van een driehoek ofparallellogram worden uitgerekend:

Stelling

Als P het parallellogram in R2 is dat opgespannen wordt door de vectoren[x1

y1

]en

[x2

y2

]dan geldt

opp P =

∣∣∣∣det

([x1 y1

x2 y2

])∣∣∣∣ =

∣∣∣∣det

([x1 x2

y1 y2

])∣∣∣∣Een analoge uitspraak geldt voor het volume van een eenparallellepipedum in de R3, en algemener in Rn.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 27 / 28

Page 60: Lineaire Algebra voor ST

Hieruit volgt voor de oppervlakte van een driehoek:

Stelling

Als T een driehoek met hoekpunten (x1, y1), (x2, y2) en (x3, y3) in R2 isdan geldt

opp T =1

2

∣∣∣∣det

([x1 − x3 y1 − y3

x2 − x3 y2 − y3

])∣∣∣∣ofwel

opp T =1

2

∣∣∣∣∣∣det

x1 y1 1x2 y2 1x3 y3 1

∣∣∣∣∣∣

Voorbeeld

De driehoek met hoekpunten (0, 0), (0, p) en (p, p) heeft oppervlakte 12p2.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 28 / 28

Page 61: Lineaire Algebra voor ST

Hieruit volgt voor de oppervlakte van een driehoek:

Stelling

Als T een driehoek met hoekpunten (x1, y1), (x2, y2) en (x3, y3) in R2 isdan geldt

opp T =1

2

∣∣∣∣det

([x1 − x3 y1 − y3

x2 − x3 y2 − y3

])∣∣∣∣ofwel

opp T =1

2

∣∣∣∣∣∣det

x1 y1 1x2 y2 1x3 y3 1

∣∣∣∣∣∣Voorbeeld

De driehoek met hoekpunten (0, 0), (0, p) en (p, p) heeft oppervlakte 12p2.

J.Keijsper (TUE) Lineaire Algebra voor ST college 3 28 / 28