2
GELEZEN M.B.J. Blom, J. Spijker & R. van Dyck (red.) (2003). Behandelingsstrategiee ¨n bij chronische depressie en dysthymie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 168 pp., E 21,70 Pim Cuijpers Over de diagnostiek en behandeling van depressie is al veel geschreven, ook voor hulpverleners in de praktijk. Het gros van deze werken is echter gericht op behande- ling van acute depressies, terwijl maar liefst 25 tot 35% van alle depressieve stoornissen een chronisch karakter heeft. Het is dan ook prijzenswaardig dat de auteurs een praktijkgericht boek hebben geschreven dat specifiek gericht is op deze chronische depressieve stoornissen en dysthymie. De ziektelast en impact van deze chronische stoornissen maakt een specifieke benadering meer dan zinvol. Het resultaat is een bundel van twaalf hoofdstukken over verschillende aspecten van de chronische depressie. De hoofdstukken zijn grotendeels geschreven door voor- aanstaande wetenschappers die hun sporen op dit terrein ruimschoots hebben verdiend. Het boek is bedoeld voor hulpverleners – zoals psychiaters, psychotherapeuten, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen en huisartsen – die in de praktijk te maken hebben met mensen met chronische depressies. De belangrijkste aspecten van chronische depressies komen in het boek aan de orde. De auteurs zijn zo veel mogelijk uitgegaan van beschik- bare evidence, maar omdat er nog veel niet of niet vol- doende onderzocht is, hebben ze ook praktijkervaringen opgenomen. De meeste hoofdstukken zijn uitstekend geschreven en bieden de lezer een prima overzicht van het desbetref- fende deelterrein. Sommige hoofdstukken springen er wat dat betreft echt uit. Zo vat het eerste hoofdstuk (definitie, diagnostiek en epidemiologie) op uitmuntende wijze samen wat chronische depressie wel is en wat niet, wat de verschillen zijn tussen chronische depressie en therapieresistentie, de belooppatronen van chronische depressies, de diagnostiek en de differentie¨le diagnose. Goed en bondig geschreven en voor de lezer een snelle inleiding in het veld. Ook het hoofdstuk over chronische depressie en persoonlijkheidsstoornis (hoofdstuk 3) munt uit door een prettige leesstijl en een overtuigende vakkennis die de lezer snel invoert in de essentie¨ le vraag- stukken en die nieuwe inzichten gemakkelijk toeganke- lijk maakt. Een ander hoofdstuk dat er uitspringt gaat over psy- chotherapie bij chronische depressies (hoofdstuk 6). Dit hoofdstuk is voor psychotherapeuten natuurlijk extra van belang. Gedegen kennis van het onderzoeksveld wordt ook hier gecombineerd met een prettige schrijfstijl, zodat de minder ingevoerde lezer snel een gedegen over- zicht krijgt. Handig zijn de specifieke aandachtspunten, de dingen waar men als psychotherapeut op moet letten bij de behandeling van deze categorie patie¨ nten, zoals het onstabiele zelfbeeld dat veel betrokkenen hebben, de interpersoonlijke sensitiviteit waar de therapeut over moet beschikken, het benodigde vermogen van de thera- peut om met negatieve emoties om te gaan en de nood- zaak om ook als therapeut hoopvol te blijven. In dit hoofdstuk worden ook belangrijke behandelvormen van chronische depressies zeer inzichtelijk gepresenteerd, zoals het cognitive behavioral analysis system of psycho- therapy van McCullough en de mindfulness-based cogni- tive therapy van Teasdale. Deze laatste therapievorm is niet zozeer gericht op chronische depressies zelf, maar op terugvalpreventie na succesvolle behandeling van een acute depressie. Het gaat hier om de meest geavanceerde technieken die op dit moment in de psychotherapie beschikbaar zijn. Alleen al om dit hoofdstuk zouden psychotherapeuten dit boek moeten aanschaffen. Pim Cuijpers (*) PIM CUIJPERS is hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en tevens parttime verbonden aan het Trimbos-instituut in Utrecht. Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2004) 30:119–120 DOI 10.1007/BF03062080 13

M.B.J. Blom, J. Spijker & R. van Dyck (red.) (2003). Behandelingsstrategieën bij chronische depressie en dysthymie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 168 pp., € 21,70

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: M.B.J. Blom, J. Spijker & R. van Dyck (red.) (2003). Behandelingsstrategieën bij chronische depressie en dysthymie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 168 pp., € 21,70

GELEZEN

M.B.J. Blom, J. Spijker & R. van Dyck (red.) (2003).Behandelingsstrategieen bij chronische depressie en dysthymie.Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 168 pp., E 21,70

Pim Cuijpers

Over de diagnostiek en behandeling van depressie is al

veel geschreven, ook voor hulpverleners in de praktijk.

Het gros van deze werken is echter gericht op behande-

ling van acute depressies, terwijl maar liefst 25 tot 35%

van alle depressieve stoornissen een chronisch karakter

heeft. Het is dan ook prijzenswaardig dat de auteurs een

praktijkgericht boek hebben geschreven dat specifiek

gericht is op deze chronische depressieve stoornissen en

dysthymie. De ziektelast en impact van deze chronische

stoornissen maakt een specifieke benadering meer dan

zinvol.

Het resultaat is een bundel van twaalf hoofdstukken

over verschillende aspecten van de chronische depressie.

De hoofdstukken zijn grotendeels geschreven door voor-

aanstaande wetenschappers die hun sporen op dit terrein

ruimschoots hebben verdiend. Het boek is bedoeld voor

hulpverleners – zoals psychiaters, psychotherapeuten,

sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen en huisartsen –

die in de praktijk te maken hebben met mensen met

chronische depressies. De belangrijkste aspecten van

chronische depressies komen in het boek aan de orde.

De auteurs zijn zo veel mogelijk uitgegaan van beschik-

bare evidence, maar omdat er nog veel niet of niet vol-

doende onderzocht is, hebben ze ook praktijkervaringen

opgenomen.

Demeeste hoofdstukken zijn uitstekend geschreven en

bieden de lezer een prima overzicht van het desbetref-

fende deelterrein. Sommige hoofdstukken springen er

wat dat betreft echt uit. Zo vat het eerste hoofdstuk

(definitie, diagnostiek en epidemiologie) op uitmuntende

wijze samen wat chronische depressie wel is en wat niet,

wat de verschillen zijn tussen chronische depressie en

therapieresistentie, de belooppatronen van chronische

depressies, de diagnostiek en de differentiele diagnose.

Goed en bondig geschreven en voor de lezer een snelle

inleiding in het veld. Ook het hoofdstuk over chronische

depressie en persoonlijkheidsstoornis (hoofdstuk 3)

munt uit door een prettige leesstijl en een overtuigende

vakkennis die de lezer snel invoert in de essentiele vraag-

stukken en die nieuwe inzichten gemakkelijk toeganke-

lijk maakt.

Een ander hoofdstuk dat er uitspringt gaat over psy-

chotherapie bij chronische depressies (hoofdstuk 6). Dit

hoofdstuk is voor psychotherapeuten natuurlijk extra

van belang. Gedegen kennis van het onderzoeksveld

wordt ook hier gecombineerd met een prettige schrijfstijl,

zodat de minder ingevoerde lezer snel een gedegen over-

zicht krijgt. Handig zijn de specifieke aandachtspunten,

de dingen waar men als psychotherapeut op moet letten

bij de behandeling van deze categorie patienten, zoals het

onstabiele zelfbeeld dat veel betrokkenen hebben, de

interpersoonlijke sensitiviteit waar de therapeut over

moet beschikken, het benodigde vermogen van de thera-

peut om met negatieve emoties om te gaan en de nood-

zaak om ook als therapeut hoopvol te blijven. In dit

hoofdstuk worden ook belangrijke behandelvormen

van chronische depressies zeer inzichtelijk gepresenteerd,

zoals het cognitive behavioral analysis system of psycho-

therapy van McCullough en de mindfulness-based cogni-

tive therapy van Teasdale. Deze laatste therapievorm is

niet zozeer gericht op chronische depressies zelf, maar op

terugvalpreventie na succesvolle behandeling van een

acute depressie. Het gaat hier om de meest geavanceerde

technieken die op dit moment in de psychotherapie

beschikbaar zijn. Alleen al om dit hoofdstuk zouden

psychotherapeuten dit boek moeten aanschaffen.

Pim Cuijpers (*)PIM CUIJPERS is hoogleraar klinische psychologie aan de VrijeUniversiteit Amsterdam en tevens parttime verbonden aan hetTrimbos-instituut in Utrecht.

Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2004) 30:119–120

DOI 10.1007/BF03062080

13

Page 2: M.B.J. Blom, J. Spijker & R. van Dyck (red.) (2003). Behandelingsstrategieën bij chronische depressie en dysthymie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 168 pp., € 21,70

Ook de andere hoofdstukken zijn zonder meer de

moeite waard. Hoofdstuk 4 biedt een overzicht van chro-

nische depressies en suıcide, hoofdstuk 5 gaat in op far-

macotherapie, hoofdstuk 7 vat de problematiek van

chronische depressie in de eerste lijn samen, hoofdstuk

8 beschrijft de mogelijkheden en onmogelijkheden van

dagbehandeling en klinische opname, hoofdstuk 9

behandelt de specifieke situatie van ouderen met chroni-

sche depressies, hoofdstuk 10 beschrijft praktische hand-

vatten voor nazorg en begeleiding en hoofdstuk 11

beveelt aan wat men kan doen bij onvolledig herstel.

Deze hoofdstukken zijn voor de psychotherapeut niet

direct van belang bij de uitoefening van zijn of haar

werk, maar bieden wel belangrijke en wetenswaardige

achtergrondinformatie bij de problematiek.

Uit de toon valt het tweede hoofdstuk, dat de biolo-

gische en psychologische determinanten van chronische

depressie behandelt. Het eerste deel van dit hoofdstuk

gaat over biologische determinanten en staat vol met

uitermate specifieke vaktermen, opgewonden beschrij-

vingen van mogelijke mechanismen in de hersenen en

wapengekletter van de biologische psychiatrie. Maar

daarmee is dit stuk volstrekt ontoegankelijk voor de

overgrote meerderheid van de doelgroep van dit boek.

Het tweede deel, over cognitieve determinanten, is wel

leesbaar, maar daarin baseren de auteurs zich op essen-

tiele punten op sterk verouderde literatuur. Zo stellen de

auteurs dat experimenteel onderzoek twijfel heeft opge-

roepen over de causale status van cognities bij het ont-

staan van depressies, maar zij baseren zich daarbij

uitsluitend op onderzoek uit de eerste helft van de jaren

’80 en negeren de belangrijke vorderingen die sindsdien

in het onderzoek naar cognitieve therapie zijn gemaakt.

Al met al is het boek echter een uitermate leesbaar en

informatief werk geworden dat zowel de practicus als de

wetenschapper belangrijke achtergrondinformatie biedt

over een van de belangrijkste maar tegelijk genegeerde

aspecten bij de behandeling van depressies. Het is een

aanrader, ook voor de psychotherapeut. Al was het

alleen maar om het hoofdstuk over psychotherapie bij

chronische depressie en het samenvattende hoofdstuk 11,

waarin concrete aanbevelingen worden gedaan voor de

behandeling in de dagelijkse praktijk met een handzame

beslisboom.

120 Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2004) 30:119–120

13