28
Veiligheid is een essentieel recht dat onlosmakelijk met alle andere rechten verbonden is. Steeds meer medeburgers vragen meer blauw in de straat. Beschikken de Brusselse politiezones over de nodige middelen om op die vraag in te gaan ? Welke budgetten zijn daarvoor nodig ? Hoe worden ze gefinancierd ? Wat is de impact van die financiering op het gemeentebudget ? Is het personeelskader van de politiezones effectief ingevuld ? Allemaal vragen waarop de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest een antwoord gezocht heeft via een analyse van de beschikbare cijfergegevens en hun evolutie in de tijd. Daarvoor danken wij de studiedienst van de Vereniging en in het bijzonder Robert Petit, die de studie uitgevoerd heeft. Welke conclusies kunnen we eruit trekken ? De eerste is dat de dotaties aan de politiezones (op basis van de cijfers 2009) meer dan 15 % uitmaken van de totale uitgaven van het eigen dienstjaar van de Brusselse gemeenten, tegenover 12 % voor de vier andere grote steden van het land (Antwerpen, Gent, Charleroi en Luik). De Brusselse gemeenten leveren met andere woorden een 25 % grotere financiële inspanning dan de vier andere grote steden. De tweede conclusie is dat de subsidies aan gemeenten en politiezones voor de Europese toppen 20.000.000 euro bedragen, maar de Brusselse gemeenten zelf nog 12.250.000 euro moeten ophoesten : de toelagen dekken dus slechts 62 % van de meerkost aan politiepersoneel wegens de Europese roeping van Brussel. De derde is dat er ten opzichte van het theoretisch kader in de vier grote steden een tekort is van 665 politieagenten, d.w.z. 10 % van het kader (Charleroi neemt de helft van dit tekort voor zijn rekening). In het Brussels Gewest is het tekort ten opzichte van het theoretisch kader 934 politieagenten, zijnde 14 % van het kader (waarvan de helft in zone Brussel-Elsene). De vierde conclusie is dat het financieringsstelsel van de eengemaakte politie en de norm die gebruikt wordt voor de verdeling van deze financiering onder de politiezones, op veel vlakken zeer ongunstig blijken voor de Brusselse politiezones. Die norm, de KUL-norm, wordt namelijk niet geactualiseerd, wat bijzonder nadelig is in hun geval, gezien de sterk groeiende bevolking, die ook steeds armer wordt. Het is niet normaal dat er geen rekening gehouden wordt met de stijging met 10 % van de Brusselse bevolking de voorbije tien jaar. Bovendien houdt de KUL-norm ook geen rekening met specifieke taken, zoals opdrachten in verband met de diplomatieke functie en de internationale rol van Brussel, de verkeersdrukte, het tweetalig statuut, … De vijfde conclusie is dat Brussel fel benadeeld wordt door het mechanisme van de “bevroren solidariteit”. Bij de eenmaking van de politie varieerde de situatie sterk van de ene gemeente tot de andere in België. Sommige gemeenten hadden in het verleden verhoudingsgewijs veel meer in hun politie geïnvesteerd dan andere. De zones die meer geïnvesteerd hadden, zagen hun door de federale overheid toegekende envelop krimpen met zowat 25 miljoen euro ten gunste van zones die minder geïnvesteerd hadden. Voor de zes Brusselse politiezones bedroeg de daling van hun dotatie in 2002 zowat 9.527.812 euro. Daarna zou deze solidariteit dalen met een twaalfde per jaar (zijnde 793.984 euro) en de jaarlijkse dotatie aan de Brusselse politiezones met evenveel stijgen elk jaar tot 2014 inbegrepen. Dat scenario werd echter helemaal niet gevolgd : de solidariteit werd bevroren met 50 % vanaf 2004 en vooral vanaf 2005, met 75 %. Als er geen maatregelen genomen worden, zou de solidariteit van de zes Brusselse zones pas in 2046 uitdoven! Het zou 197.503.609 euro kosten in plaats van de aanvankelijk aangekondigde 61.931.780 euro. Een verschil van 135.572.829 euro dus. Het akkoord over de herfinanciering van Brussel, dat gesloten werd bij de vorming van de nieuwe federale regering eind vorig jaar, heeft 30 miljoen euro opgeleverd, wat bijzonder op prijs gesteld wordt voor de veiligheid in ons Gewest. Die herfinanciering compenseert evenwel slechts gedeeltelijk de onderfinanciering van de Brusselse politiezones door de federale overheid. De financiering van de politiezones herzien EDITO Marc Cools Voorzitter van de VSGB INHOUD Interview met de voorzitter van de GOMB . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen : de OCMW’s zijn ongerust . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Europese Week van de Lokale Democratie : handvest over mensenrechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 De belasting op de vertoningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Ver. Uitg. MarcThoulen - Nr 7317 Nr 2012/03 - juni / juli 2012

Nieuwsbrief nr 2012/03

Embed Size (px)

DESCRIPTION

tijdschrift van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Citation preview

Page 1: Nieuwsbrief nr 2012/03

Veiligheid is een essentieel recht datonlosmakelijk met alle andere rechtenverbonden is. Steeds meer medeburgersvragen meer blauw in de straat. Beschikkende Brusselse politiezones over de nodigemiddelen om op die vraag in te gaan ?Welke budgetten zijn daarvoor nodig ? Hoeworden ze gefinancierd ? Wat is de impactvan die financiering op het gemeentebudget ?

Is het personeelskader van de politiezones effectief ingevuld ? Allemaalvragen waarop de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het BrusselsGewest een antwoord gezocht heeft via een analyse van de beschikbarecijfergegevens en hun evolutie in de tijd. Daarvoor danken wij destudiedienst van de Vereniging en in het bijzonder Robert Petit, die destudie uitgevoerd heeft.

Welke conclusies kunnen we eruit trekken ?

De eerste is dat de dotaties aan de politiezones (op basis van de cijfers2009) meer dan 15 % uitmaken van de totale uitgaven van het eigendienstjaar van de Brusselse gemeenten, tegenover 12 % voor de vier anderegrote steden van het land (Antwerpen, Gent, Charleroi en Luik). DeBrusselse gemeenten leveren met andere woorden een 25 % groterefinanciële inspanning dan de vier andere grote steden.

De tweede conclusie is dat de subsidies aan gemeenten en politiezones voorde Europese toppen 20.000.000 euro bedragen, maar de Brusselsegemeenten zelf nog 12.250.000 euro moeten ophoesten : de toelagen dekkendus slechts 62 % van de meerkost aan politiepersoneel wegens de Europeseroeping van Brussel.

De derde is dat er ten opzichte van het theoretisch kader in de vier grotesteden een tekort is van 665 politieagenten, d.w.z. 10 % van het kader(Charleroi neemt de helft van dit tekort voor zijn rekening). In het BrusselsGewest is het tekort ten opzichte van het theoretisch kader 934politieagenten, zijnde 14 % van het kader (waarvan de helft in zoneBrussel-Elsene).

De vierde conclusie is dat het financieringsstelsel van de eengemaaktepolitie en de norm die gebruikt wordt voor de verdeling van dezefinanciering onder de politiezones, op veel vlakken zeer ongunstig blijkenvoor de Brusselse politiezones. Die norm, de KUL-norm, wordt namelijkniet geactualiseerd, wat bijzonder nadelig is in hun geval, gezien de sterkgroeiende bevolking, die ook steeds armer wordt. Het is niet normaal dat ergeen rekening gehouden wordt met de stijging met 10 % van de Brusselsebevolking de voorbije tien jaar. Bovendien houdt de KUL-norm ook geen

rekening met specifieke taken, zoals opdrachten in verband met dediplomatieke functie en de internationale rol van Brussel, deverkeersdrukte, het tweetalig statuut, …

De vijfde conclusie is dat Brussel fel benadeeld wordt door het mechanismevan de “bevroren solidariteit”. Bij de eenmaking van de politie varieerde desituatie sterk van de ene gemeente tot de andere in België. Sommigegemeenten hadden in het verleden verhoudingsgewijs veel meer in hunpolitie geïnvesteerd dan andere. De zones die meer geïnvesteerd hadden,zagen hun door de federale overheid toegekende envelop krimpen met zowat25 miljoen euro ten gunste van zones die minder geïnvesteerd hadden. Voorde zes Brusselse politiezones bedroeg de daling van hun dotatie in 2002zowat 9.527.812 euro. Daarna zou deze solidariteit dalen met eentwaalfde per jaar (zijnde 793.984 euro) en de jaarlijkse dotatie aan deBrusselse politiezones met evenveel stijgen elk jaar tot 2014 inbegrepen.Dat scenario werd echter helemaal niet gevolgd : de solidariteit werdbevroren met 50 % vanaf 2004 en vooral vanaf 2005, met 75 %. Als ergeen maatregelen genomen worden, zou de solidariteit van de zes Brusselsezones pas in 2046 uitdoven! Het zou 197.503.609 euro kosten in plaatsvan de aanvankelijk aangekondigde 61.931.780 euro. Een verschil van135.572.829 euro dus.

Het akkoord over de herfinanciering van Brussel, dat gesloten werd bij devorming van de nieuwe federale regering eind vorig jaar, heeft 30 miljoeneuro opgeleverd, wat bijzonder op prijs gesteld wordt voor de veiligheid inons Gewest. Die herfinanciering compenseert evenwel slechts gedeeltelijk deonderfinanciering van de Brusselse politiezones door de federale overheid.

De financiering van de politiezones herzien

ED

ITO

Marc CoolsVoorzitter van de VSGB

INHOUD

Interview met de voorzitter van de GOMB . . . . . . . . . . . . . . . . . .13Degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen : de OCMW’s zijn ongerust . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17Europese Week van de Lokale Democratie : handvest over mensenrechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20De belasting op de vertoningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26

Ver.

Uitg.

Mar

cTho

ulen

-Nr7

317

Nr 2012/03 - juni /juli 2012

Page 2: Nieuwsbrief nr 2012/03

Algemene Vergadering

De periode waarvan we hier verslag uitbrengen, loopt vanmidden maart tot de Algemene Vergadering van deVereniging op 20 juni, wat de Vereniging uiteraard hetlaatste deel van dit semester in de ban hield. Desamenkomst vond dit keer plaats in de lokalen van Ethias,in aanwezigheid van meer dan de vertegenwoordigers van deleden van de Vereniging in een statutaire assemblee. Na hetstatutaire gedeelte werd het debat geopend met de heerDenis Grimberghs, voorzitter van de Gewestelijke

Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest. Hij schetste er de rol van de GOMB in destadsrenovatie en de economische expansie. Hij toonde aanhoe moeilijk het is om aan stadsvernieuwing eneconomische ontwikkeling te doen in een ruimte waarweinig grond voorhanden is. Grond wordt er zo’n zeldzaamgoed dat er zaken kunnen gebeuren die het evenwichttussen wonen en werken in het gedrang brengen. In hetboeiende debat nadien onderstreepte hij nog dat eennauwere samenwerking met de gemeente de efficiëntie vande acties nog zou kunnen verbeteren.

Veiligheid

Doordat de federale regering op volle toeren draaide enwellicht ook wegens de naderende gemeenteraads-verkiezingen, was de politieke actie van de “hogere”overheden de voorbije maanden intens. En de Verenigingheeft enthousiast mee aan die kar getrokken.

Zo kwam de Vereniging naar buiten met de resultaten vaneen studie waarop Robert Petit, adviseur bij de studiedienst,zich maandenlang toegelegd had, over de financiering vande Brusselse politiezones. De politieke organen kregen inprimeur de conclusies te horen, die aansluitend tevens aande burgemeesters van het Gewest bekendgemaakt werden.De conclusies werden eveneens gepubliceerd in hettijdschrift en op de website van de Vereniging, alsook in eenpersbericht dat rondgestuurd werd op 31 mei.

De Vereniging onderstreepte daarin dat de inspanning vande Brusselse gemeenten groter blijft dan in de andere grotesteden van het land en becijferde het tekort aanpolitiepersoneel in Brussel. Ze wees ook op het ongunstigefinancieringssysteem in Brussel, omdat de normen nietaangepast zijn, en op de bevriezing van de “voorlopige”solidariteit. Tot slot werd ook nog aangeklaagd dat deEuropese meerkost gedeeltelijk ten laste blijft van deBrusselaars. Al die elementen maken dat de 30 miljoen eurodie recent verkregen werd voor de veiligheid in Brussel,ruim overschreden wordt. Meer hierover in het editoriaalartikel in dit nummer.

Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet kondigdein het parlement de herziening aan van de KUL-normenvoor de federale dotatie. Zij heeft de studie van deVereniging uiteraard ontvangen.

Op 15 juni mocht de Vereniging samen met haarzusterverenigingen en 15 burgemeesters van verschillendeBelgische steden, deelnemen aan een debat met premier ElioDi Rupo, minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milqueten minister van Justitie Annemie Turtelboom over dekadernota “integrale veiligheid”. Deze “hoorzitting” werdgedomineerd door het probleem van de aanwerving en inBrussel het verloop van personeel. Er was nochtans ooksprake van samenwerking met het federaal veiligheidskorpsen de parketten, en van de administratieve boetes enwerklast. De Vereniging was verheugd dat haar nota in dedebatten geciteerd werd. Dit overleg zou na degemeenteraadsverkiezingen voortgezet worden.

Op 1 juni was de Vereniging uitgenodigd op het kabinet vande minister van Binnenlandse Zaken, om de spots te richtenop een eventuele wijziging van de wet op degemeenschapswachten. Er is sprake van de verruiming vanhun bevoegdheden : voortaan zouden ze de identiteitskaartvan mensen kunnen vragen of zelfs eisen. Er wordt tevensoverwogen hun ook de bevoegdheid te geven omvaststellingen te doen en administratieve sancties inzakeparkeren op te leggen. Diezelfde dag raadpleegde deminister van Binnenlandse Zaken de drie Verenigingenomtrent de administratieve sancties. Het was al een tweedeoverleg terzake, na aanpassing van een eerste tekst, met alsdoel het begrip onburgerlijk gedrag te definiëren en deminimumleeftijd te verlagen waarop jongeren eenadministratieve sanctie opgelegd kunnen krijgen. Hetaccent wordt in dat geval op bemiddeling gelegd. De dagvoordien had de Vereniging een brief geschreven naarminister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet, om tereageren op de optrekking van het maximumbedrag van deboetes, de behandeling van agressief gedrag tegenoveroverheidspersoneel en de mogelijke samenloop tussen destrafrechtelijke en administratieve behandeling vanovertredingen.

2 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

DE VERENIGING IN ACTIE

Page 3: Nieuwsbrief nr 2012/03

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 33

Overheidsopdrachten

Op 22 mei organiseerde de Werk- en InformatiegroepOverheidsopdrachten van het Brussels HoofdstedelijkGewest (WIG OO BSL), die steun geniet van onzeVereniging, in samenwerking met de Brusselse federatie vanondernemingen voor aangepast werk, een studiedag inEvere rond het thema “Gehandicapten en overheids-opdrachten : hoe kunnen we overheidsopdrachtentoegankelijker maken ? Welke mogelijkheden biedt desector van het aangepast werk ?”.

Een veertigtal opstellers van lastenboeken uit Brusselsegemeenten en vertegenwoordigers van ondernemingenvoor aangepast werk wisselden er ervaringen uit. Er werdook een bezoek gebracht aan enkele bedrijven vooraangepast werk.

Deze sector wordt ook hard getroffen door de crisis. In hunzoektocht naar nieuwe mogelijkheden vormen deoverheidsopdrachten een uitstekende opportuniteit.Drukwerk, levering van broodjes, schoonmaak vankantoren, huis-aan-huis-verdeling, onderhoud van groeneruimten, auto's wassen, scanning, … allemaal diensten diedeze bedrijven aan gemeenten en OCMW's aanbieden omwerk te bieden aan gehandicapten. Naast de sensibiliseringvan de gemeenten om gebruik te maken van bedrijven vooraangepast werk in het kader van hun overheidsopdrachten,kan de Vereniging een rol spelen om de wettelijke obstakelsvoor de invoering van sociale clausules uit de weg te ruimen.

Op 6 juni nam de Vereniging deel aan de briefing van hetvoorstel van richtlijn betreffende de modernisering van deoverheidsopdrachten, ter attentie van de pers en devoornaamste actoren van de sector in België: die wasgeorganiseerd op initiatief van Marc Tarabella, verslaggeverin het Europees Parlement. Het doel van het voorstel vanrichtlijn is voornamelijk de vereenvoudiging van deprocedures, een grotere flexibiliteit voor de aanbestedendeoverheden, meer duurzaamheid in de overheidsopdrachtenen samenwerking om de deelname van kleine enmiddelgrote ondernemingen te vergemakkelijken.

Mathieu Lambert, adviseur bij de UVCW enmedevoorzitter van de focusgroep Overheidsopdrachten vande Raad van Europese Gemeenten en Regio's,vertegenwoordigde er onze Verenigingen. Hij steunde deversoepeling van de regels en de wens van hetEuroparlementslid om geen bijkomende overheid te creërenvoor het toezicht op de overheidsopdrachten maar devoorkeur te geven aan het gebruik van de bestaandecontrole-instanties. Hij stipte echter aan dat wat de internebetrekkingen betreft, de voorwaarden (die beperkt worden

door het voorstel van richtlijn) bepaalde vormen vansamenwerking tussen de gemeente en diens OCMW ofregie onmogelijk kunnen maken.

Na een presentatie in commissie eind mei zal het rapport inseptember besproken worden. Het onderwerp heeftgevolgen voor onze lokale besturen en zal wellicht in hetnajaar op de agenda van een plenaire zitting komen. Hethoeft geen betoog dat de Vereniging dit dossier nauwgezetblijft volgen.

Tewerkstelling

In het voorjaar heeft de Vereniging deelgenomen aan decreatie van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu. Diealliantie is een initiatief van de Brusselse regering uit 2009en gaat uit van de vaststelling dat de milieu-uitdagingeneen bron van tewerkstelling en economische ontwikkelingvormen voor bedrijven. De alliantie omvat 3 assen :duurzaam bouwen, afval en water, waarbinnen deVereniging deelneemt aan 3 thema-werkgroepen. Die zijngericht op de organisatie van concrete acties in sectoren,zoals de behandeling van regenwater, overheidsopdrachtenen de bezetting van de weg. De alliantie zal concrete actiesop het getouw zetten, waarbij de verschillende openbare enprivéoperatoren uit de watersector in Brussel betrokkenzullen worden.

Huisvesting

In de loop van het eerste semester hebben de Vereniging enhaar Afdeling OCMW meegewerkt aan de opstelling vanhet advies van de Adviesraad voor de Huisvestingbetreffende de hervorming van de BrusselseHuisvestingscode. De hervorming, die door de regeringgedragen wordt, heeft tot doel de door het Gewestaangebrachte maatregelen operationeel te maken, de Codeleesbaarder te maken en aan te passen rekening houdendmet de moeilijkheden die bij de toepassing vastgesteldwerden.

Voor de opstelling van het advies, dat een basis levert voorde wijziging van de Code, werden enkele werkgroepensamengesteld die zich bogen over verscheidene thema's diebijgestuurd zullen worden: sociale huisvesting, toekenningvan gemeentelijke en OCMW-woningen, strijd tegenleegstand, sociale huisvestingskantoren, openbaarbeheersrecht, salubriteit van de woningen, … Dit werk isook het resultaat van een evaluatie van de wetgeving in deloop van het eerste semester 2011, waaraan de Verenigingreeds deelgenomen had.

DE VERENIGING IN ACTIE

Page 4: Nieuwsbrief nr 2012/03

De Brusselse Huisvestingscode werd goedgekeurd in 2003en 2004 en werd reeds meermaals bijgesteld. Enkelewijzigingen (o.a. de toekenning van gemeentelijkewoningen en de strijd tegen leegstand) werden goedgekeurdzonder rekening te houden met de realiteit op het terrein.Daarom heeft de Vereniging nogmaals de aandachtgevestigd op de vraag van gemeenten en OCMW's om dehervormingen coherenter en praktischer te maken.

Wegen

Na de ramp in Ghislenghien in 2004 vatte de federaleoverheid de idee op de gegevens betreffende ondergrondseleidingen te centraliseren. Daartoe werd het federaal Kabelsen Leidingen Informatie Meldpunt KLIM gecreëerd. Deleidingen voor gasvervoer en de kabels voor vervoer endistributie van elektriciteit via netwerken waarvan denominale spanning hoger is dan 70.000 Volt, vormen eenfederale bevoegdheid. De andere netwerken staan onder hettoezicht van de Gewesten. Momenteel zijn de meesteconcessiehouders die actief zijn in het Brusselse en hetWaalse Gewest, aangesloten bij het KLIM, terwijl hetVlaamse Gewest zijn eigen portaal KLIP gecreëerd heeft.

In een brief van 4 april aan Brussels minister voor OpenbareWerken Brigitte Grouwels gaf de Vereniging haar adviesover het voorontwerp van ordonnantie betreffende detoegang en de uitwisseling van informatie over onder-grondse leidingen en kanaliseringen. Dat advies werdopgesteld in overleg met de gemeentediensten vooropenbare werken en de gewestelijke vereniging vaningenieurs Ardic.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil een wettelijke basiscreëren voor het systeem voor centralisering van de gegevensen er de voorwaarden voor de toevoeging en de raadplegingvan vastleggen. Het doel is risico's te vermijden voor deveiligheid van omwonenden en het leefmilieu, en detoegang tot informatie te vergemakkelijken door de creatievan een gecentraliseerd systeem van de aanvraag vanplannen via internet. In een eerste fase stelt het Gewest hetfederale contactpunt aan als systeem. Het voorontwerpmachtigt de regering in een tweede fase een eigengewestelijke structuur te creëren, met op termijn de aanlegvan een kadaster van de ondergrond.

De Vereniging is tevreden met dit initiatief van de regeringen sluit zich aan bij het vooropgestelde doel. Gezien degevaren die de huidige situatie inhoudt, heeft ze er echter opaangedrongen de nodige middelen vrij te maken om zo snelmogelijk werk te maken van een kadaster van deondergrond. Ze heeft ook voorstellen gedaan ter verbeteringvan de tekst.

Alvorens deze materie te verlaten, willen wij eenvergetelheid rechtzetten uit het vorige verslag, metbetrekking tot een voorontwerp van besluit betreffende debouwplaatsen op de weg, waarvoor de Vereniging op 21februari een advies overgemaakt had aan de Brusselseminister voor Openbare Werken Brigitte Grouwels,waarvoor tevens samengewerkt werd met de gemeentelijkediensten voor openbare werken en Ardic.

Het voorontwerp in kwestie voert de ordonnantie van 3 juli2008 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg uiten legt de inwerkingtreding vast. Het zal van toepassing zijnop alle werken zonder onderscheid. Daarom heft het TitelIII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordeningbetreffende de bouwplaatsen nagenoeg volledig op.

Het voorontwerp werd opgesteld op basis van deantwoorden op een vragenlijst vanwege Mobiel Brussel, deMIVB, de raad van Brusselse netwerkbeheerders en degemeenten Ukkel, Sint-Jans-Molenbeek, Watermaal-Bosvoorde en Evere, met betrekking tot de informatie aanomwonenden. Bepaalde aspecten uit het voorontwerp,betreffende de waarborg bij eerste aanvraag, zijngeïnspireerd op het door de Vereniging opgestelde modelvan gemeentereglement.

Begin 2012 is de ordonnantie gedeeltelijk in werkinggetreden voor wat de samenstelling en de werking betreftvan de commissie voor de coördinatie van bouwplaatsen.De rest van de ordonnantie, de programmatie en deeigenlijke coördinatie, zal in werking treden zodra degemeenschappelijke toepassing voor besturen enconcessiehouders, die momenteel in de maak is, af zal zijn.

De Vereniging heeft enkele suggesties aangebracht terverbetering van de tekst in functie van de praktischeervaring van de gemeenten voor wat de bankwaarborgbetreft, de informatie aan omwonenden en vreemdelingenen het beheer van de werf. Ze heeft erop aangedrongen degemeenten de nodige middelen ter beschikking te stellenom een effectieve controle mogelijk te maken.

Burgerlijke stand

Samen met haar Vlaamse zustervereniging steunt deVereniging de vraag om algemene toegang tot hetrijksregister voor alle gemeenten. In een brief van 28 maartaan de commissie voor de bescherming van de persoonlijkelevenssfeer legde ze uit dat het belangrijk is de gemeententoegang te verlenen tot de gegevens van personen die niet ophet gemeentelijk grondgebied verblijven, via een algemenetoelating vanwege het sectoraal comité van het rijksregister.

DE VERENIGING IN ACTIE

4 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

Page 5: Nieuwsbrief nr 2012/03

Heel wat zaken zouden op die manier vlotter behandeldkunnen worden : de invordering van belastingen enretributies, de inning van administratieve boetes, per-soneelszaken, de opstelling van gemeentelijke plannen, …

Op 1 juni werd de Vereniging door het kabinet van deminister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansenuitgenodigd voor een vergadering gewijd aan gedwongenhuwelijken. Het verschijnsel wint terrein en houdt zoweljuridische als sociologische en ethische aspecten in. Hetadvies van de Vereniging werd gevraagd met betrekking totde middelen om mogelijke probleemsituaties te herkennenen de strijd tegen dergelijke huwelijken aan te binden.

De Vereniging heeft gepleit voor een inventaris van deregelgeving (Burgerlijk Wetboek, Strafwetboek, Wetboekvan Internationaal Privaatrecht, Wetboek van de Belgischenationaliteit) om die beter te kunnen toepassen en nieuweinitiatieven te bespreken en ook samenwerking tussenbetrokken instanties (justitie, parket, politie, onderwijzendpersoneel, maatschappelijk assistenten, …), aangezien deambtenaar van de burgerlijke stand alleen niet in staat is ditverschijnsel te bestrijden.

Pensioenen

Op 2 mei werden onze Verenigingen ontvangen doormedewerkers van minister van Pensioenen Vincent VanQuickenborne. De thema's die er aan bod kwamen, warende financiering van het pensioen van statutairen van delokale sector, de tweede pijler van de pensioenen vancontractuelen en de pensioenen van de mandatarissen.

Voor de statutairen onderstreepte onze Vereniging dat weons niet mogen beperken tot de maatregelen die betrekkinghebben op de financiering en niet te wachten om iets tedoen aan de pensioenkost, dat het probleem zodanigtoeneemt dat nieuwe financieringsmaatregelen dringendworden. De medewerkers van de minister toonden begripvoor de moeilijke financiële toestand van de gemeenten,maar verwezen naar het regeerakkoord of naar hetbudgettair kader, die samen weinig manoeuvreerruimtelaten. Toch zou het probleem dringend aangepakt moetenworden.

Voor de contractuelen werd de kwestie van een tweede pijleraangehaald door onze zusterverenigingen, die zich afvragenof het noodzakelijk is een wettelijk kader te creëren om indie richting vooruit te gaan.

Voor wat de mandatarissen betreft, hebben onze Verenigingherhaald dat de hervorming van de berekening van hetpensioen van de mandatarissen zeer snel doorgevoerd is,zonder voorafgaand overleg, en zonder rekening te houden

met het specifieke statuut van de gemeentemandataris. Wijhadden toen gepleit voor uitstel van de toepassing van dehervorming, niet alleen om die te doen samenvallen met deaanvang van een nieuwe bestuursperiode, maar ook om deregering de tijd te geven om andere punten van het statuutte corrigeren.

Intussen zijn de berekeningsregels ingewikkelder gewordenen zal het personeel van de betrokken diensten het moeilijkhebben om ze toe te passen. Aangezien onze Verenigingensteeds pleiten voor administratieve vereenvoudiging, vragenzij dat enkel de gegevens die absoluut noodzakelijk zijn voorde berekeningen, door de gemeentediensten verzameld enovergemaakt zouden moeten worden. Ze vroegen ook debijstand van het federaal niveau bij de toepassing van denieuwe regels. De medewerkers van de minister hebbenbeloofd dat voorstel in overweging te nemen.

Financiën

Tot nog toe is de belasting op verzekeringsoperaties,voorzien bij het Wetboek diverse rechten en taksen (9,25 %voor alle klassieke dekkingen van schade- en personen-verzekeringen en 4,40 % van de pensioenlast voor dewettelijke pensioenen van de eerste pijler gefinancierd doorde verzekering en alle pensioenlasten voor de tweede pijler)niet van toepassing voor de lokale, regionale en federaleoverheidsinstanties en -instellingen, omwille van eenspecifieke vrijstelling vastgelegd in artikel 176/2 6° van datwetboek.

In het kader van de onderhandelingen rond de zogenaamdeusurperende bevoegdheden wordt de afschaffing van dievrijstelling overwogen, ondermeer voor gemeenten,OCMW's en verenigingen van OCMW's, politiezones,kerkfabrieken, gemeentebedrijven en andere autonomeinstellingen of organismen die opgericht werden door ofafhankelijk zijn van lokale besturen, zoals scholen, sport- encultuurcentra en ziekenhuizen.

Daarom schreven onze Verenigingen op 26 maart een briefnaar de premier en de kern, om erop te wijzen dat deafschaffing van die vrijstelling bijkomende kosten voor degemeenten zal teweegbrengen en hen er dus toe zalaanzetten ter compensatie hun belastingen op te trekken.

In zijn advies van oktober 2011 stelde de Hoge Raad vanFinanciën - in volle onderhandeling met het oog op devorming van een nieuwe regering - dat de lokale besturen in2012 een inspanning van 1,4 miljard euro zouden moetenleveren om in de lijn te blijven van het in het kader van hetEuropees stabiliteitspact opgelegde begrotingstraject.Aan de hand van een persbericht hadden de Verenigingen,waaronder de onze, die cijfers gecontesteerd, te meer daar

DE VERENIGING IN ACTIE

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 55

Page 6: Nieuwsbrief nr 2012/03

het onmogelijk was degelijke analyses te verrichten omdatde Hoge Raad van Financiën (HRF) geen details gaf over degebruikte methodologie. Er werd dus gevreesd dat hetbedrag van 1,4 miljard - het verwachte lokale tekort voor2012 - in aanmerking genomen zou worden om deinspanning te becijferen die aan de lokale besturen opgelegdzou worden in het kader van hun bijdrage aan dedoelstellingen van het stabiliteitspact, waardoor de dienstenaan de bevolking in het gedrang zouden komen.

In het laatste bericht dat eind maart bekendgemaakt werd,heeft de HRF op basis van de gemaakte opmerkingen decijfers gecorrigeerd, om tot de conclusie te komen dat degemeenten niet (of nauwelijks) deficitair zijn en dus nietbijdragen tot de toename van het overheidstekort. Dieherziening is te danken aan het optreden van onzeVerenigingen, die de aanzet gegeven hebben tot deherziening van de cijfergegevens en de methode.

Het financieringssaldo van de lokale besturen is nu inevenwicht. Voor 2011 bedraagt het tekort van de lokalebesturen uitgedrukt in absolute waarde volgens deNationale Bank en de HRF immers nauwelijks 158 miljoeneuro. De evolutie van dat saldo moet echter nauwgezetgevolgd worden: de gemeenten moeten dit jaar namelijk,naast steeds toenemende dotaties aan OCMW's enpolitiezones, het hoofd bieden aan de toenemende kostprijsvan de financiering van de pensioenen van het statutairpersoneel.

Vorming

Op 30 maart vond in het Brussels Info Point de plenairezitting plaats ter afsluiting van de werkzaamheden van deintergemeentelijke werkgroep subsidies, die in goede banengeleid werd door de gemeenten Anderlecht en Schaarbeek.Heel het jaar 2011 lang werd de werkgroep gevolgd doorambtenaren uit bijna alle Brusselse gemeenten, die erproblemen en oplossingen uitwisselden met betrekking totsubsidies. Op de slotvergadering werden de aanbevelingenvoorgesteld die door de werkgroep opgetekend waren en diegebundeld werden in een soort draaiboek vanmogelijkheden die in de toekomst uitgediept kunnenworden. Die uiteenzetting werd gegeven door devertegenwoordigers van de twee gemeenten die het projectdroegen, en het Bestuur Plaatselijke Besturen van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest.

In 2011 had de Vereniging een bijdrage geleverd tot hetproject door logistieke bijstand te bieden, maar ook tweevergaderingen te leiden over de organisatie van degemeentediensten. Na 30 april heeft ze de follow-up geleiden haar diensten aangeboden om dit keer een werkgroep te

coördineren die zich buigt over de hulpmiddelen :informatie, planning, uitwisselingen, evaluatie, … Dezebijdrage vormt een natuurlijk verlengstuk van de creatie enhet onderhoud van de gegevensbank subsidies die ze met debijstand van het Gewest verwezenlijkt.

Op 26 maart organiseerde de Vereniging, in het Parlementvan de Franse Gemeenschap, in samenwerking met Ethias,een infosessie over de gemeentelijke aansprakelijkheid bijmanifestaties, onder de klinkende naam van hetrevolutionaire decreet “10 Vendémiaire van het jaar IV”.

Dat decreet werd uitgevaardigd in een klimaat van opstand,waar de overheid bij gebrek aan organisatie van de politiemoeilijk de openbare rust kon vrijwaren. Het is nog steedsvan toepassing en heeft de aansprakelijkheid van degemeente en haar inwoners verhoogd. Voor zover detoepassingsvoorwaarden van het decreet vervuld zijn, weegter een vermoeden van aansprakelijkheid op de gemeente,dat enkel weerlegd kan worden door het bewijs in te roepenvan de in het decreet vastgelegde gevallen van decharge. Inhet licht van recente gebeurtenissen in Brussel vonden wijhet nuttig de rechtspraak en de rechtsleer in dat kader telaten toelichten door deskundigen.

Eerst schetsten Geert Vandenwijngaert en Catherine Parisde inhoud van het decreet in het licht van de rechtspraak ende evolutie van de risico's van de burgerlijkeaansprakelijkheid. Karine Lalieux, volksvertegenwoordigeren schepen bij de stad Brussel, belichtte er de strafrechtelijkeaansprakelijkheid van de burgemeesters. Vervolgensmodereerden Hildegard Schmidt en Marc Thoulen eendebat, waarin mogelijkheden gezocht werden om deVereniging in te zetten voor de afbakening van destrafrechtelijke aansprakelijkheid van de mandatarissen, dievandaag vaak in het gedrang komt.

De gemeenten wisselen goede praktijkvoorbeelden uit ophet vlak van stedenbouwkundige vergunningen. Op 29maart had de Vereniging de vertegenwoordigers van de

DE VERENIGING IN ACTIE

6 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

Page 7: Nieuwsbrief nr 2012/03

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 77

Page 8: Nieuwsbrief nr 2012/03

diensten stedenbouw uitgenodigdop een informatievergadering diegeorganiseerd werd in samen-werking met het BrusselsAgentschap voor de Onder-

neming, goed voor meer dan 80 aanwezigen.

Omdat de regelgeving steeds complexer wordt, hebben degemeenten procedures, informaticatoepassingen ofwerkdocumenten uitgewerkt om de aanvragen vanstedenbouwkundige vergunningen doeltreffend tebehandelen en de gebruikers een degelijke dienstverleningaan te bieden. Ondanks hun eigenheid op het vlak vangrootte en bevolking kampen de gemeenten metvergelijkbare problemen en hebben zij er alle belang bijervaringen uit te wisselen.

De uiteenzettingen waren verdeeld in drie delen, dieaansluiten bij de chronologische volgorde van een

stedenbouwkundig project : de stedenbouwkundigeinformatie en de indiening van de dossiers voor de aanvraagvan stedenbouwkundige vergunningen, door de gemeenteUkkel, gevolgd door de analyse van de aanvragen vanstedenbouwkundige vergunningen, door de stad Brussel,om te eindigen met de afgifte van stedenbouwkundigevergunningen en hun uitvoering, door de gemeenteSchaarbeek. Na iedere uiteenzetting voerden de deelnemerseen kort debat.

De vergadering werd afgesloten met een toespraak van eenafgevaardigde van het Bestuur Ruimtelijke Ordening enHuisvesting, over de harmonisering van de werkwijzen ende samenwerking tussen de gemeenten en het gewestelijkbestuur voor stedenbouw.

Internationaal

Wat de gemeentelijke internationale samenwerkingbetreft, loopt de externe evaluatie van het programma2008/2009 – 2012 stilaan ten einde. Er is de voorbijemaanden meermaals vergaderd en de deskundigen vanPriceWaterhouseCoopers zijn op bezoek gegaan in de 5concentratielanden van het programma om er de evaluatiete verrichten. Bovendien hebben hun vertegenwoordigersook op 28 maart in Namen een ontmoeting gehad met deBrusselse en Waalse gemeenten die in Congo actief zijn inhet kader van een werkgroep die voor die gelegenheidsamengeroepen werd, en kregen ambtenaren enmandatarissen een debriefing van de evaluatie in Congo.Het eindverslag wordt begin juli verwacht.

Op 20 april nam de Vereniging deel aan een internationaalcolloquium, georganiseerd door de Luikse universiteit, overde volksinitiatieven voor internationale solidariteit. Meteen honderdtal personen uit de wereld van de ngo's,universiteiten, gemeenten, lokale verenigingen, … brachthet colloquium een denkproces op gang : het was degelegenheid om een debat aan te gaan, binnen een specifiekewerkgroep, over de nood om (al dan niet) deze initiatievente institutionaliseren en de betrekkingen tussen de dragersvan de projecten en de instellingen, waaronder degemeenten.

Op 23 april werden de drie Verenigingen van steden engemeenten ontvangen op het kabinet van minister voorOntwikkelingssamenwerking Paul Magnette, om detoekomst van het programma voor gemeentelijkeinternationale samenwerking te bekijken, in het licht vande huidige discussie over de usurperende bevoegdheden.Zonder echt richtlijnen te kunnen geven, aangezien deonderhandelingen toen aan de gang waren – en momenteelin commissie besproken worden – heeft het kabinet welbevestigd dat de minister gehecht is aan dit soortgedecentraliseerde samenwerking en het programma in defederale sfeer wil houden zolang er geen enkele duurzameoplossing gevonden wordt. Dit overleg werd voortgezet op31 mei met een nieuwe, technischere vergadering in deDGOS. Het werd bekrachtigd in brieven aan de ministersCharles Picqué en Guy Vanhengel, meer bepaald op 21maart en 4 april, waarin de Brusselse ontwikkelingen vanhet programma voorgesteld werden en uitgelegd werdwaarom de gemeentelijke internationale samenwerking inde ogen van de Vereniging geen usurperende bevoegdheid is.Gezien de verlenging met zes maanden van hetgrootstedenbeleid, meer bepaald op het vlak vanontwikkelingssamenwerking, waar acties en samen-werkingsverbanden over een langere termijn uitgevoerdworden, vraagt de Vereniging naar een oplossing op

8 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

DE VERENIGING IN ACTIE

Page 9: Nieuwsbrief nr 2012/03

middellange termijn, die een meerjarenactiekader omvat eneen planning van de beschikbare middelen.

En ondanks alles moeten we vooruit ! De werkgroep Senegalis op 4 juni samengekomen in Sint-Agatha-Berchem en hadhet genoegen een delegatie te ontvangen uit Groot-Dakar,

die voor een tiental dagen op bezoek waren bij hunBerchemse partner. Het was een uitgelezen kans om met dedelegatie uit Groot-Dakar en de andere aanwezige Belgischepartners te praten over het proefproject rond de organisatievan een gemeentefonds voor lokale ontwikkeling in departnerships Gesves/Diourbel en Sint-Agatha-Berchem/Groot-Dakar, waarover we het eind vorig jaar reeds haddenin dit tijdschrift. Hoewel het voorbarig is conclusies tetrekken uit dit innoverende initiatief, dat slechts in zijnstartfase is, lijken de bureaus voor lokale ontwikkeling vande Senegalese gemeenten en hun teams reeds operationeelom de dragers van lokale projecten te ontvangen, adviserenen begeleiden.

Mobiliteit

Op 30 maart had de mobiliteitscel een ontmoeting metvertegenwoordigers van het kabinet van de staatssecretarisvoor Mobiliteit, om de mobiliteitsconvenanten nieuwleven in te blazen en de uitwerking van bijakten tebespreken. De meeste gemeenten (17 van de 19) hebbenjaren geleden immers reeds mobiliteitsconvenantenondertekend, maar tot nu toe heeft geen enkele van dieconvenanten bijakten tot stand gebracht op basis waarvangemeenten financiering kunnen verkrijgen. DeMobiliteitsgids zal hierop terugkomen in een volgendnummer.

Het Gewest en diens partners, waaronder de Vereniging, isbegonnen met de voorbereiding van de volgendegewestelijke campagne verkeersveiligheid, die zoals elkjaar in oktober zal plaatsvinden. Het thema van dit jaar ishet respect voor fietspaden. Het begeleidingscomité werktreeds volop aan de voorbereiding van de campagne en heeftal vergaderd op 3 april en op 3, 24 en 29 mei jl.

Op 26 april organiseerde de mobiliteitscel een vergaderingvan de werkgroep “politie” in het kader van de start van devoorbereidselen van de volgende autoloze zondag op 16september. Nagenoeg alle zones waren aanwezig, alsookvertegenwoordigers van Mobiel Brussel, de federale politie,de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende MedischeHulp, de wegpolitie en het kabinet van de gouverneur. DeVereniging had overigens reeds deelgenomen aan deverschillende vergaderingen van de stuurgroep van de Weekvan Vervoering en de autoloze zondag, samen met hetkabinet van de Brusselse staatssecretaris voor Mobiliteit enMobiel Brussel, op 26 maart, 24 april, 2 mei, 22 mei en 1 juni. Op 6 juni hebben Mobiel Brussel en de Verenigingbovendien de organisatie op zich genomen van de plenairestartvergadering van de Week van Vervoering en de autolozezondag. Meer dan een veertigtal deelnemers vertegen-woordigden er gemeenten, Gewest, verenigingen,politiezones, … en maakten er met de organisatoren eenstand van zaken op van de lopende projectoproepen, deevenementen die tijdens de week en die zondaggeorganiseerd worden, en bekeken er het ondersteunings-materiaal van de volgende communicatiecampagne.

In het kader van het gewestelijk voetgangersplan dat in demaak is onder impuls van Brussels staatssecretaris voorMobiliteit Bruno De Lille en Mobiel Brussel, in hetbijzonder met betrekking tot het onderdeel school-mobiliteit, doet het Gewest in samenwerking met deVereniging een oproep om voetgangersrijen te organiserenin de Brusselse lagere scholen. Aangezien dat thema op hetraakvlak ligt tussen mobiliteit, educatie en preventie, wil deoproep de samenwerking bevorderen tussen de verschillendegemeentediensten die rond deze materies actief zijn.

De projectoproep sluit aan bij een technische en financiëlehaalbaarheidsstudie van de organisatie van de woon-school-verplaatsingen, die door studiebureau Stratec uitgevoerdwordt in samenwerking met de Voetgangersbeweging,moedigt gemeenten aan en steunt ze financieel om in deBrusselse lagere scholen in schooljaar 2012-2013voetgangersrijen te creëren voor hun leerlingen. Op 14maart vond de startvergadering plaats van dezeprojectoproep voor gemeentepersoneel en mandatarissen,op het kabinet van Brussels staatssecretaris voor MobiliteitBruno De Lille. Om de geïnteresseerde scholen engemeenten de mogelijkheid te bieden hun projecten zo goedmogelijk uit te stippelen, werd de deadline voor deindiening van de kandidaturen opgeschoven tot 15 juni. DeVereniging is betrokken bij de algemene coördinatie van hetinitiatief, de ondersteuning bij de indiening van dossiers ende organisatie van de jury, de vorming en de begeleiding vande deelnemers.

9N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

DE VERENIGING IN ACTIE

Page 10: Nieuwsbrief nr 2012/03

10 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

Duurzame ontwikkeling

Op het vlak van duurzame ontwikkeling begeleidt deVereniging de Lokale Agenda's 21 en organiseert ze heel watvergaderingen en uitwisselingen.

Zo nodigde ze op 22 maart de lokale coördinatoren uit inLeuven voor de ontdekking van de realisaties terzake inVlaanderen. Op het programma stond een presentatie vande duurzame projecten van de stad: Leuven klimaatneutraal,Leuven overmorgen en Leuven lokale voedselstrategie. Denamiddag was gewijd aan duurzame voeding in de stad enhet bezoek van enkele praktijkvoorbeelden: “Lerenondernemen”, een vzw die een sociale kruidenier tot standbracht, en “Het open veld”, een stadsboerderij waarbiologische en lokale producten ter plaatse verkochtworden.

Op 24 april organiseerde de Vereniging een workshop“Verandering ! En dan ?”. De spots werden er gericht op deweerstand tegen veranderingen, met de inbreng van eenextern deskundige, Serge De Backer, van het agentschapCap Conseil. De voormiddag begon met een presentatie vanwat verandering inhoudt en de typologie. Daarna werdenrecepten gepresenteerd om alles tot een goed einde tebrengen. Tot slot was er op 22 mei een workshop“Uitgesloten van participatie ? Uitdagingen eninspirerende voorbeelden”. Het thema van die voor-middag was de participatie van kansarmen en uitsluiting uitde processen van raadpleging en betrokkenheid van lokaleactoren. Het woord werd er gegeven aan een externedeskundige van de denktank “Pour la solidarité”.

In de marge daarvan was er in de Vereniging op 29 maarteen infosessie “duurzame voeding voor lekkerbekken”.Een gelegenheid om kennis te maken met realisaties vanonze overheden : overheidsopdrachten voor duurzameremaaltijden op school, biologische gemeenschapstuinen diesamenwerken met “resto du coeur” en tips rond duurzamevoeding voor gezinnen. Er werd ook een stand van zakenopgemaakt van het gewestelijk programma rond duurzame

voeding : voorstelling van verschillende projectoproepen, balansvan samenwerkingsverbanden die aan de gang zijn, …

Op 26 april was het Forum uitgenodigd als spreker op hetEuropees seminarie “Engage” dat georganiseerd werd in hetkader van de conventie van burgemeesters voor een Europavan duurzame energie. Het project Engage wordtgesubsidieerd door de Europese Unie en verenigt 12teststeden uit 12 EU-landen. Luik vertegenwoordigt erBelgië. Het project bestaat in een communicatiecampagnevoor drie doelgroepen: de gemeente, het middenveld en debevolking. De Vereniging stelde er het Brusselse voorbeeldvoor op het vlak van bevordering en ondersteuning vanduurzame ontwikkeling in gemeenten en OCMW's.

De Vereniging coördineerde ook de aanwezigheid vangemeenten en OCMW's op het Grote Milieufeest op 3 juni, waarvoor drie voorbereidingsvergaderingengehouden werden op 16 maart, 17 april en 15 mei. Hetthema voor de stand van de gemeenten op het Forum wasduurzame voeding. Animatie en documenten steldenverwezenlijkingen voor van de Brusselse lokale besturen :duurzame refters op school, volkstuintjes en gemeen-schappelijke boomgaarden, honingbijen op eenoverheidsgebouw, …

Europese Week van de Lokale Democratie

De werkgroep van de verantwoordelijken uit gemeenten enOCMW’s voor de organisatie van de Europese Week vande Lokale Democratie vergaderde op 15 mei om de editie2012 vorm te geven. De Week vindt gewoonlijk plaats rond15 oktober, datum van de openstelling voor ondertekeningvan het Europees handvest van de lokale autonomie in1985, maar wordt dit jaar omwille van degemeenteraadsverkiezingen verschoven : van 10 tot 16november.

DE VERENIGING IN ACTIE

Page 11: Nieuwsbrief nr 2012/03

Net zoals vorig jaar blijft het thema van het jaar 2012gekoppeld aan de mensenrechten. De Raad van Europaheeft immers beslist om die drie jaar lang op verschillendemanieren te belichten. In 2012 wordt het “demensenrechten voor meer inclusieve lokale overheden”.“Inclusief ” betekent hier de samenleving waarin iedereendezelfde kansen heeft om zijn rechten uit te oefenen en deelte nemen aan het beheer van de gemeenschap. Het globaledoel van de campagne 2012 is de bevoorrechte rol van deterritoriale gemeenschappen op het vlak van mensenrechtenen lokale democratie te bekrachtigen.

Het programma is reeds gedeeltelijk uitgestippeld door degemeenten, die omwille van de werklast door deverkiezingen, beslist hebben zich toe te leggen op enkelesterk zichtbare acties. Er zijn er al zo veel dat de Verenigingin naam van gemeenten, OCMW’s en het Brussels Gewesttoetreding heeft kunnen vragen tot het netwerk 12* van deRaad van Europa. De Vereniging coördineert ook enkelegemeenschappelijke evenementen: openingszitting en -colloquium, de kinderrechtenbus en het netwerk van desociale hogescholen met gelijktijdig evenement in degemeentehuizen. Meer details binnenkort op de website vande Vereniging in de rubriek “Lokale democratie”.

Ook in verband met dit thema hernieuwde de Vereniginghet voorstel van de Franstalige afdeling van AmnestyInternational Belgium om partner te worden van hetevenement 2012. Hun gids met goede praktijkvoorbeelden“Les droits humains au coeur de la cité” en het “Handvest –wereldagenda van de mensenrechten in de stad” voor delokale besturen, zijn dus brandend actueel. Meer toelichtingbij dit handvest-agenda in een artikel verder in dit nummer.

OCMW

Het samenwerkingsprotocol tussen de sectorvan de jeugdbijstand en de OCMW’s isafgerond ! Na meer dan een jaar overleg tussenbeide sectoren, hebben de gezamenlijkeregering van de Franse Gemeenschap en de FederatieWallonië-Brussel het samenwerkingsprotocol op 3 meigoedgekeurd. Het akkoord verbetert de opvang vankinderen in moeilijkheden, dankzij samenwerking tussen deactoren van de jeugdbijstand en het OCMW, waarbijrekening gehouden wordt met de grenzen van iedereinstelling: het is een reuzensprong vooruit in de begeleidingvan deze jongeren. Het protocol werd opgesteld door eenwerkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van deministers Evelyne Huytebroeck, Eliane Tillieux en PaulFurlan, van de DG Aide à la Jeunesse, de vereniging vanadviseurs en directeurs, het Observatoire de l’Enfance en deFederaties van OCMW’s van Brussel en Wallonië. Eeninformatiebrief, ondertekend door de minister vanjeugdbijstand, de Federaties van OCMW en de DG Aide àla Jeunesse werd naar alle partners verzonden. Eind junivergadert de werkgroep voor het laatst en geven zij de fakkeldoor aan een begeleidingscomité : die zullen instaan voor deorganisatie van ontmoetingen en vormingen tussen en voorde twee sectoren en de follow-up daarvan. De documentenbetreffende het protocol staan op de website van deVereniging, in de rubriek Afdeling OCMW.

Na het begrotingsconclaaf van maart kondigdestaatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block aande Federaties van OCMW’s een wijziging aan in deterugbetaling van opvangplaatsen in lokale opvang-initiatieven (LOI) in twee fasen : de terugbetaling vanleegstaande plaatsen zou op 1 mei van 60 naar 40 % dalen,en de terugbetaling van plaatsen die door kindereningenomen worden, daalt van 100 naar 55 % vanaf 1 juli.De staatssecretaris stipte aan dat deze restrictiemaatregelendefinitief zijn, overwegende dat de door de OCMW’sbeheerde lokale opvanginitiatieven ruime financieringgenieten. De OCMW’s van het hele land zijn belangrijkepartners in de opvang van asielzoekers en kunnen dezebesparingsmaatregelen niet aanvaarden omdat zij hetfinancieel al moeilijk hebben en de opvang continu in crisisverkeert. De maatregelen zijn overigens van toepassing op 5Brusselse OCMW’s. In hun brief van 22 maart aan destaatssecretaris schreven de Federaties van OCMW’s dat zijniet tevreden zijn en zij betreuren dat dezebesparingsmaatregelen unilateraal genomen werden enzonder voorafgaand overleg, terwijl er ongetwijfeld anderepistes verkend hadden kunnen worden om de kosten te

11N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

DE VERENIGING IN ACTIE

Page 12: Nieuwsbrief nr 2012/03

beperken of het opvangbeleid in LOI te heroriënteren.Een plan voor besparingen op geneesmiddelen inrusthuizen zou in werking treden op 1 juli. De algemenebeleidsnota Volksgezondheid vermeldt het gebruik van deziekenhuisapotheker voor de afgifte van medicijnen in derusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen, wat eenbesparing kan opleveren. In de OCMW’s en de sector in hetalgemeen stellen velen zich vragen over de precieze inhoudvan deze maatregel van de regering, waaraan de federaleminister van Volksgezondheid momenteel werkt. Derusthuizen zullen geneesmiddelen kunnen verkrijgen via deapotheek van een ziekenhuis of via een voor het publiektoegankelijke farmacie. De kostprijs voor de ziekte-verzekering zou dezelfde zijn. Er lijkt dus niets te veranderenvoor het rusthuis, maar voor de facturatie door het Rizivwerkt de minister aan een nieuwe vergoeding van deapotheker, die rekening houdt met het werk van degene dieleveringen doet in een rusthuis. In een brief van 9 maart aanminister Laurette Onkelinx wezen de Federaties vanOCMW’s op de vele technische problemen die de geplandemaatregel teweegbrengt, en hebben zij hun twijfelsuitgesproken over een toepassing op 1 juli.

Degressieve werkloosheidsuitkeringen. De OCMW’shebben hun bezorgdheid uitgesproken tijdens een gesprekmet minister van Werk Monica De Coninck en hebben datbevestigd in hun brief van 31 mei. Algemeen zou het bedragvan de werkloosheidsuitkeringen zelfs bij degressiviteithoger blijven dan het leefloon, maar de Federaties vanOCMW’s hebben de aandacht van de ministers op tweesituaties gevestigd :- In de derde fase van de degressiviteit is het forfaitair

bedrag voor een samenwonende lager dan het leefloonvoor een samenwonende: dan zou het dus kunnen datde betrokkene naar het OCMW stapt om eenaanvullend inkomen te vragen

- De degressiviteit creëert het risico dat personen ofgezinnen in de armoede terechtkomen: zij zullen bij hetOCMW aankloppen om bijkomende steun te vragen ofeen beroep doen op gespecialiseerde diensten, zoalsschuldbemiddeling of de energiedienst.

Opnieuw krijgen de OCMW’s te maken met eenverschuiving van een federale last naar het lokaal niveau,wellicht zonder financiële compensatie of bijstand op hetvlak van personeel. Wij volgen dit op de voet. De ministerheeft namelijk overleg beloofd met de Federaties vanOCMW’s. In een artikel verder in dit nummer vindt ualvast enige toelichting terzake.

Studiedienst

We sluiten dit overzicht af met goed nieuws uit destudiedienst van de Vereniging. Op 16 mei verwelkomdenwij mevrouw Isabelle Vincke, de nieuwe adviseur die demateries overneemt van ChristiaanVan Sumere, die ze vervangt. Haarbevoegdheden zijn ondermeeroverheidsopdrachten, administratievepolitie en de aansprakelijkheid van demandataris. Dossiers waar beweging inzit … deze versterking is dus meer danwelkom.

1212 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

DE VERENIGING IN ACTIE

Marc Thoulen

Page 13: Nieuwsbrief nr 2012/03

In het kort

De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GOMB) is eenpubliekrechtelijke pararegionale instelling, die opgericht werd in 1974. Ze is actief in twee domeinen :

Economische ontwikkeling

De GOMB ondersteunt de economische ontwikkeling en de tewerkstelling in het Brussels Gewest. Haar activiteiten zijnvoornamelijk gericht op de infrastructuur voor bedrijven, namelijk bedrijfs- en researchparken en bedrijfsgebouwen.

De GOMB beschikt over om en bij de 200 hectare bedrijfsparken en -gronden en 75.000 m2 gebouwen voor economischeactiviteiten.

Ze heeft Inventimmo (www.inventimmo.be) in het leven geroepen. Dat is een databank van beschikbaar bedrijfsvastgoed datin Brussel te koop of te huur is: kantoren, ateliers, opslagruimten, bedrijfsterreinen, … Zo waren er eind mei meer dan 1.700 aanbiedingen.

Stadsvernieuwing

De GOMB bouwt woningen voor gezinnen met een middeninkomen in wijken die onvoldoende woongelegenheid bieden.Op die manier houdt of vestigt de GOMB bewoners in het Brussels Gewest. Die verschillende woonprojecten komen totstand dankzij samenwerking tussen de overheid en de privésector.

13N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

NIEUWS VAN HET GEWEST

Naar aanleiding van onze Algemene Vergadering van 20 juni vroeg de Vereniging aan devoorzitter van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels HoofdstedelijkGewest (GOMB) Denis Grimberghs om zijn visie te geven op de betrekkingen met degemeenten, in het kader van de economische ontwikkeling en de stadsvernieuwing. In hetverlengde van het debat met het publiek had Nieuwsbrief een gesprek met de heerGrimberghs.

Kan u de twee grote opdrachten van de GOMBen de evolutie van de instelling schetsen ?

Denis Grimberghs : “Economische expansie is van meet afaan de missie van de GOMB, maar een twintigtal jaar geledenkwam daar ook huisvesting bij vanuit de invalshoek van destadsvernieuwing. In 1988, vlak voor de creatie van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest, besliste de Brusselse executieve,toen nog binnen de federale regering, dat de leegloop van destad halt toegeroepen moest worden, door de bouw vanwoningen en stadsvernieuwing. Dat beleid sloot aan bij deinspanningen die de gemeenten reeds leverden met het oog op devernieuwing van wijken, wat later de wijkcontracten zoudenworden. Toen begon men dus te voelen dat het nuttig was naastde gemeentelijke initiatieven ook over een specifiek gewestelijkinstrument te beschikken gericht op huisvesting in wijken diemet moeilijkheden kampten, om de middenklasse er testabiliseren. Die woningen worden gebouwd onder impuls vande GOMB en te koop aangeboden. De GOMB schenktbijzondere aandacht aan de kwaliteit van de gebouwen. Deverkoopprijs kan vrij laag gehouden worden dankzijsubsidiëring (ongeveer 30 % van de kostprijs van het project),door ons toezicht op de vastgoedmarkt, maar ook door de kostenvan de bouwwerken binnen de perken te houden.

We moeten steeds meer onze twee opdrachten combineren methet oog op een degelijke stadsontwikkeling, waarin zowelaandacht gaat naar de groeiende nood aan woningen als naarde bevordering van de economische activiteit, die essentieel isvoor het Gewest en de Brusselaars.”

Hoe kan je die economische doelstellingen en decreatie van woningen combineren ?

Denis Grimberghs : “Laten we niet rond de pot draaien: wezullen te maken krijgen met een intenser gebruik van de ruimteen een toenemend streven naar integratie van de economischefuncties in de stad bij het ‘bouwen’ aan een gemengde stad zoalsde gewestelijke overheid al jaren aankondigt.

Bovendien pleit de GOMB ervoor specifiekeruimten te behouden voor de vestiging vaneconomische activiteiten die minder compatibelzijn met andere functies.

Dat is een grote uitdaging, aangezien hetgrondgebied geografisch beperkt is – en nietuitbreidbaar – en dat de toenemende vraag niet alleen geldtvoor huisvesting, maar ook ten aanzien van de bedrijven en dediensten. Er is nog wat reserve, maar die is ontoereikend om

Denis GrimberghsVoorzitter van de GOMB

Ontmoeting met de voorzitter van de GOMB

“ER MOETEN PRIORITEITEN VASTGELEGDWORDEN IN DE PLANNING”

Page 14: Nieuwsbrief nr 2012/03

14 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

aan al die behoeften tegemoet te komen. We zullen de ruimtedus moeten reorganiseren en dat zonder de kosten van hetonroerend goed de hoogte in te jagen, anders zouden dezwakkere functies uit het Gewest verdwijnen. En met zwakkerefuncties bedoel ik hier het economische, wat momenteel almoeilijk in Brussel te houden is. We moeten die taak niet nogcomplexer maken.

Velen denken dat de stad groeit op nieuw grondgebied. Dat isonwaar. Er blijft ook en vooral druk op het bestaandegrondgebied. We moeten dus ook aandacht schenken aanafbraak en heropbouw, ook al ligt dat uiterst gevoelig in Brusselwegens trauma's uit het verleden.

Dialoog tussen Gewest en gemeenten is cruciaal om samen na tedenken, gemeenschappelijke doelstellingen vast te leggen enbakens uit te zetten, zodat ieder volgens zijn eigenbevoegdheden kan handelen, in samenspraak met de anderemachtsniveaus. Zo kunnen we het onroerend goed beterorganiseren, via de regelgevende en planningsbevoegdheid vande gemeenten.

Een van mijn vermaarde voorgangers als voorzitter van deGOMB, Luc Bernard, had indertijd een visionaire intuïtietoen hij voor de economische activiteiten opteerde voor erfpachtin plaats van zuivere verkoop. Ook al waren de klanten

aanvankelijk enigszins terughoudend, uiteindelijk geraakte dieaanpak goed ingeburgerd. Zo behoudt het Gewest een zekergewicht in de schaal bij de bestemming van de percelen of als deactiviteit in andere handen terechtkomt. Erfpacht blijktimmers goed aangepast in geval van stopzetting van deactiviteit, aangezien de grond dan makkelijker gerecupereerdkan worden, of het nu gaat om een faillissement is of eenvereffening of eender welk ander type overdracht vanactiviteiten.

Ook al is het nog niet zo concreet, de toepassing van de erfpachtbegint ook terrein te winnen voor de woningmarkt.

Maar we mogen ons niet beperken tot de combinatiehuisvesting en economische activiteiten. Het is evenzeerbelangrijk om de ontwikkeling van collectieve uitrustingen tebevorderen. In dat opzicht bieden de blauwe zones in het GBP,dus bestemd voor uitrustingen, plaats voor bijna alle anderefuncties, wat de druk op de grondprijs verhoogt … en deinrichting van de uitrustingen bemoeilijkt.”

Over het GBP gesproken, welke aanbevelingendoet de GOMB in het nieuwe “demografischeGBP”? En wat denkt u van de OGSO(ondernemingsgebieden in een stedelijkomgeving), het nieuwe type gebied datwoongelegenheid creëert in sectoren die vroegervoorbehouden waren voor industrie ?

Denis Grimberghs : “Ook al is de GOMB een instrumentvoor het gewestelijk beleid, ze werd gecreëerd in functie vanbepaalde doelstellingen. Het is dus logisch dat ze voorkeurenheeft, keuzes maakt en de opmerkingen geeft die zenoodzakelijk vindt. Hetzelfde voor het demografisch GBP. Wehadden reeds bepaalde zaken verkregen in het ontwerp dat aanhet openbaar onderzoek onderworpen werd 1, en wij zullen nogeen advies naar buiten brengen. Zo denkt de GOMB dat er nogenkele amendementen doorgevoerd kunnen worden, bijvoorbeeld opdat de ‘mix’ waarnaar gestreefd wordt geenneveneffecten zou teweegbrengen voor bepaalde ondernemingendie er reeds gevestigd zijn. Wij vinden behoudsclausulesbelangrijk voor de ondernemingen die reeds gevestigd waren inde nieuwe OGSO.

De GOMB is erg te vinden voor het concept van de OGSO, nl.een gebied waar het economische tot ontwikkeling komt in eenomgeving die ook voor andere functies gebruikt wordt, metname wonen. Dit nieuwe type ruimte werd reeds gevestigd inongeveer even veel voormalige gebieden voor stedelijke industrie(GIS) en sterk gemengde gebieden. Het ondernemingsgebied ineen stedelijk omgeving OGSO beschermt de ondernemingenimmers beter tegen verdwijning dan sterk gemengde gebieden.Het beleid evolueert om zich aan te passen aan nieuwebehoeften. Vroeger was de woonfunctie in het gedrang gekomenen moest die beschermd worden. Dat is nu niet meer het geval,zoals recent nog aangetoond werd door het ‘Overzicht van dehuisvestingsvergunningen’, dat onthulde dat een deel van devergunningen voor woonprojecten toegekend werd buiten dezones die voor deze functie voorbehouden waren.

1 Het interview werd afgenomen eind mei.

NIEUWS VAN HET GEWEST

Van kantoren naar woningen … of dereaffectatie aan andere activiteiten

Naar aanleiding van het nieuwe nummer van het “Overzichtvan het kantorenpark” van maart jl. belichtte ministerBenoît Cerexhe de reconversie van een deel van het park :

“Een overvloedig en aanhoudend aanbod in bepaalde delenvan het grondgebied sterkt ons in de overtuiging dat wezonder dralen tot reconversie moeten overgaan. DeMinister-President heeft (…) allusie gemaakt op de conversievan kantoren in huisvesting. Maar in een demografischecontext van uitgesproken aanwas van de Brusselse bevol-king, moeten we niet vergeten dat deze mensen naast eendak boven het hoofd ook een baan nodig zullen hebben.

We moeten nog iets anders vermelden dat in het oog springt :de productieactiviteiten die een aanhoudende vraag naarwerkplaatsen en opslagplaatsen, en een ontoereikendaanbod om hierop in te spelen aan het licht doet komen.

De GOMB beschikt al over een solide ervaring inzake deconversie van industriële gebouwen naar gemengdegebouwen, meer bepaald door de renovatie van de oudesite Renova Bulex en onlangs van de Lavoisier-site (ex BritishAmerican Tobacco). Ik wens dat in de toekomst haarexpertise ook ten dienste gesteld zal worden voor deconversie van kantoren naar een gemengd gebruik, met alsduurzaam resultaat voldoende dienstactiviteiten enhuisvesting, zonder evenwel de economische bestemmingvan de site in gevaar te brengen.”

Page 15: Nieuwsbrief nr 2012/03

1515N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

2 Kan gedownload worden op http://stedenbouw.irisnet.be > Studies en publicaties > Studies en observatoria > Overzicht van de huisvestingsvergunningen.3 De GOMB is vertegenwoordigd in de gemeentelijke overlegcommissies voor stedenbouwkundige planning.4 Aangaande het GPDO, zie "Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling – interview met de gewestelijke coördinatiedienst" in Nieuwsbrief 2011/6

(blz. 6-11) of op www.vsgb.be > Documenten [14/12/2011].5 GGBUA = Gebied van Gewestelijk Belang met Uitgestelde Aanleg.

NIEUWS VAN HET GEWEST

In het ‘Overzicht van de Huisvestingsvergunningen’ 2 stondimmers : “De woningproductie is oververtegenwoordigd in‘gebieden met gemengd karakter’ ( ‘gemengde gebieden’ en‘sterk gemengde gebieden’ ). In die gebieden vinden weimmers een derde van de woningproductie, terwijl ze slechts15 % van de voor huisvesting bestembare ruimte van hetgewest uitmaken. Deze gebieden ervaren een bijzonderpositieve huisvestingsdynamiek waarin het loft-fenomeeneen niet te onderschatten rol speelt. Omgekeerd blijken de‘woongebieden met residentieel karakter’ (die 28 % van devoor huisvesting bestembare ruimte uitmaken ) slechts voor14 % bij te dragen in de gewestelijke woningproductie.”

Om de woonfunctie te regenereren vraag ik mij af of bepaaldevoorschriften voor de woongebieden met overwegendresidentieel karakter niet herzien moeten worden, om er eenzekere vorm van densiteit te bevorderen die compatibel is metde stadsomgeving.”

Dat brengt ons bij de projecten van de GOMBen diens advies om op de demografischeuitdagingen in te gaan

Denis Grimberghs : “Het demografische GBP tracht tebeantwoorden aan de aangekondigde bevolkingsgroei, wat inde eerste plaats vertaald wordt in bijzondere aandacht voorhuisvesting. De GOMB zal aan de vraag trachten tegemoet tekomen door 900 woningen te creëren tegen 2015. Toch zijn wijer ons bewust van dat dit niet zal volstaan. We zouden meerwoningen moeten kunnen bouwen, tegen eenzelfdesubsidiëringspercentage. Daartoe moet we rekenen op deverlaging van de BTW voor nieuwe woningen in het kader vanhet sociaal huisvestingsbeleid, de verhoging van onzeverkoopprijzen en nieuwe mechanismen die de privésectorverplichten middenklassewoningen te creëren, dus buiten desubsidies voor projecten in samenwerking met de GOMB. Dieverplichting zou een meerwaarde opleveren, dankzij deverandering in bestemming die de stedenbouwkundige plannendie huisvesting creëren, teweegbrengen.

Er bestaan verschillende mechanismen om de bouw vanmiddenklassewoningen te bevorderen : de vergunningennatuurlijk, de stedenbouwkundige lasten, de bijzonderebestemmingsplannen, maar ook maatregelen in deverkoopsovereenkomsten van overheidsgrond. Om tot eencoherent globaal beleid te komen moeten al die mechanismenechter dringend geharmoniseerd worden. Het demografischGBP zou daar overigens een uitgelezen kans voor kunnen zijn.

En voor het economisch gedeelte vraagt de GOMB de remmenvoor bepaalde activiteiten op te heffen. Het verschil inbelastingen tussen gemeenten mag bij voorbeeld niet te grootzijn. We zien tevens dat bepaalde gemeenten leegstaandeindustriegebouwen belasten, net zoals dat ook voor woningengebeurt. Voor industriegebouwen is een zekere leegstand echter

inherent aan de levenscyclus van de industrie, want die isanders dan de woonmarkt. Lege industriegebouwen zijn vaakhet resultaat van faillissementen : die belasting straft dus nietalleen de eigenaar, maar uiteindelijk al diens schuldeisers. Enom terug te komen op de huisvesting, een laatste voorbeeld:bepaalde gemeenten taxeren ook de bouw van woningen, aande hand van heffingen op werkplaatsen. Het is duidelijk welkeremmen dat mechanisme kan teweegbrengen op de productievan die woningen.”

Naar welke soorten samenwerking met degemeenten streeft u ? 3

Denis Grimberghs : “Die samenwerking kan verschillendevormen aannemen.

In de eerste plaats vanuit de invalshoek van de uitrustingen. Alser in vergunningen verplicht wordt in collectieve uitrustingen tevoorzien (bv. een kinderdagverblijf ), moet er ook bepaaldworden wie daar moet voor zorgen en wie de kosten zal dragen.

Ten tweede door samen na te denken over het onroerend goed.De GOMB koopt nog gronden. Als gemeenten bepaaldepercelen willen verkopen omdat zij er niet zelf willen bouwen,kunnen wij geïnteresseerd zijn. Ook bij ruilverkaveling issamenwerking noodzakelijk.

Dat zijn allemaal zaken waarover de GOMB kan praten metde verkozenen tijdens de ronde die wij plannen bij de vormingvan de nieuwe gemeenteraden na de verkiezingen van oktober2012.”

We hebben het demografisch GBP van vandaagaangehaald, maar laten we ook naar de toekomstkijken : wat verwacht u van het GPDO ? 4

Denis Grimberghs : “Ik verwacht dat het prioriteiten vastlegtop het vlak van de overheidstussenkomst. Het tweede GewOPopende te veel mogelijkheden. We weten goed dat eronvoldoende overheids- of privégeld is om alle geplande‘prioritaire’ programma's uit te voeren. Daarom moeten dieprioriteiten vastgelegd worden, per interventiegebied of –type,en moet er een planning opgemaakt worden. Om mijn woordente illustreren wil ik het GGBUA 5 vermelden, dat veel reactieslosgeweekt heeft. Moeten we echt over die gebieden debatteren,terwijl de benaming zelf al voldoende aantoont dat deinrichting ervan uitgesteld zal worden ? Door niet op allefronten tegelijk te werken kunnen we integendeel de nodigedruk creëren om de aandacht te vestigen op de andere zones,waarvan de inrichting niet aan nieuwe deadlines gebonden is.Dit soort plannen moet ons de mogelijkheid bieden om dekeuzes te verduidelijken en de uitvoering te programmeren.”

Page 16: Nieuwsbrief nr 2012/03

16 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

Het GPDO verwerkt een visie rond duurzaamheid in destadsplanning. In welke mate is duurzame ontwikkelingaanwezig in het beleid en de verwezenlijkingen van deGOMB ?

Sinds 2007 is de GOMB een milieuvriendelijke instellingdie op dat vlak een voorbeeldrol tracht te spelen. Ze creëertuitsluitend lage-energie- of passiefwoningen. Sindsdienmoeten alle projecten – zowel voor woningen als bedrijven– kaderen in een duurzaamheidsbeleid.

Zo kondigde de GOMB in december jl. de bouw aan van119 passiefhuizen en lage-energiewoningen in Anderlecht,waardoor een stadskanker zal verdwijnen.

Voor de economische expansie wijzen we ook op het projectBrussels Greenfields, met het oog op de sanering vanvervuilde terreinen rond het kanaal en de bevordering vande vestiging van bedrijven, om tewerkstelling te creëren. Hetproject Brussels Greenbizz van de GOMB was één van deacht laureaten van het programma Brussels Greenfields enhet Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Brussels

Greenfields startte een tweede oproep tot indiening vanprojecten op 27 juni 2011 en de kandidaturen kunneningediend worden tot 28 juni 2013. De geselecteerdeprojecten genieten subsidies die tot 75 % van desaneringskosten kunnen dekken. Het programma voorzietook in administratieve begeleiding, het hele project lang:een begeleider helpt de laureaten bij het leggen vancontacten en beantwoordt hun financiële, administratieveen juridische vragen.

Brussels Greenbizz

Brussels Greenbizz maakt deel uit van de nieuwe duurzamewijk Tivoli in Laken. Er zal een incubator gecreëerd wordenvoor bedrijven die actief zijn op milieuvlak, en productie-ateliers. Dit project kwam tot stand dankzij samenwerkingtussen de GOMB, Leefmilieu Brussel (BIM), het BrusselsAgentschap voor de Onderneming (BAO) en hetWetenschappelijk en Technisch Centrum voor hetBouwbedrijf (WTCB).

Bron : www.gomb.be

6 Kan gedownload worden op http://stedenbouw.irisnet.be > Studies en publicaties > Studies en observatoria > Overzicht van het kantorenpark.

Wat verwacht u op het vlak van economischeontwikkeling van de “grootstedelijke zone”, eenbegrip dat vastgelegd werd in het kader van dezesde staatshervorming ?

Denis Grimberghs : “Buren moeten met elkaar spreken, nietalleen als bedrijven die men niet meer in de stad wil, zich eldersgaan vestigen. Als zoiets gebeurt, is het belangrijk een te

Brussels-centristische visie tevermijden. Omgekeerd bekijkteen zeker Vlaanderen Brusselmomenteel als de rand van degouden driehoek Mechelen-Antwerpen-Gent. Het isdaarentegen essentieel op voetvan gelijkheid te overleggen.Dat is bijzonder complex,temeer daar de voornaamstegesprekspartners van hetGewest minder homoloog zijndan de gemeenten die aan

Brussel grenzen of de provincie Vlaams- of Waals-Brabant. Hetzal dus moeilijk zijn. Maar ik denk dat de gemeenten een rolte spelen hebben om het debat in evenwicht te brengen, zowelVilvoorde, Halle als Waterloo …

Ik hoop dat de grootstedelijke zone geen nieuwe “pruts” wordt,alweer een creatie die de relaties nog ingewikkelder maakt danze al zijn. Integendeel: we moeten naar functionaliteit streven,misschien door de uitdagingen van de zone te bepalen.Mobiliteit lijkt mij daar de eerste van te zijn.”

NIEUWS VAN HET GEWEST

Interview door Philippe Delvaux met de medewerking van Robert Petit

Naar aanleiding van het nieuw nummer van het “Overzichtvan het kantorenpark” 6 van maart jl. belichtte ministerBenoît Cerexhe de kwestie van de grootstedelijke zone :

“Als Minister van Economie en Tewerkstelling ben ikbijzonder goed geplaatst om te zien hoezeer de zwakte vande coöperatieve dimensie tussen Brussel en zijn rand, zowelons Brusselaars, als de politieke overheden van de rand,opsluit in een wedren waarvan de uitkomst nul of zelfsnegatief is.

Zoals u weet, pleit ik voor een gemeenschappelijke engeïntegreerde sociaal-economische visie voor het geheel vande Brusselse metropool. Deze benadering zou totuitdrukking kunnen worden gebracht door eensamenhangend en doordacht project van economischeontwikkeling, waarin de ruimten met economischebestemming de ontplooiing van een gediversifieerde,complementaire en niet-concurrentiële economischeactiviteit mogelijk maken.”

Infowww.gomb.be

Naar aanleiding van de 20e verjaardag van de opdracht“stadsvernieuwing” werd er enkele jaren geleden eenspecifieke website gecreëerd : www.20jaar-woning-brussel.be

Volg de GOMB op Twitter : @sdrbgomb

Page 17: Nieuwsbrief nr 2012/03

17N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

Een maatregel die verpaupering in de handwerkt ?

De degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen werdaangekondigd in de algemene beleidsnota van de nieuweregering eind 2011 en zou in werking treden op 1 november2012. Het koninklijk besluit terzake zou in het begin van dezomer bekendgemaakt worden.

In principe blijven de werkloosheidsuitkeringen steedshoger dan het door de OCMW’s toegekende leefloon, zodatde werklozen niet naar het OCMW hoeven te gaan om eenaanvullend inkomen te vragen. Toch blijkt dat in de praktijkniet altijd het geval !

Het traject zal uit 3 fasen bestaan, waarbij er wel een verschilblijft bestaan tussen de categorieën (alleenstaande,samenwonende of gezinshoofd) maar de uitkeringenevolueren : het is belangrijk die evolutie onder de loep tenemen in vergelijking tot het leefloon.

Degressiviteit 1

- Een 1e periode duurt 12 maanden en omvat 3 fasen,waarvan de 2 eerste (een magere troost !) een iets hogereuitkering bieden dan vroeger … die in de volgende fasehelaas snel daalt :

• de eerste 3 maanden aan 65 % van het verloren loon,begrensd op 2.370,76 euro

• de 3 volgende maanden aan 60 % van het loon,begrensd op 2.370,76 euro

• de 6 volgende maanden ook aan 60 % van hetverloren loon, maar met een maximum van slechts2.209,59 euro

- Een 2e periode van 2 tot 36 maanden, naar gelang vanhet beroepsverleden, omvat ook 2 fasen :

De eerste periode duurt maximum 12 maanden :gedurende 2 maanden + 2 maanden per jaarberoepsverleden blijven de werkloosheidsuitkeringenidentiek aan de huidige uitkeringen, zijnde :

• 60 % van het verloren loon voor een gezinshoofd,begrensd op 2.064,81 euro

• 55 % van het verloren loon voor een alleenstaande,met een maximum van 2019,88 euro

• 40 % van het verloren loon voor een samen-wonende, begrensd op 2.019,88 euro

Vervolgens dalen de uitkeringen gedurende de 24volgende maanden per bijkomende schijf van tweemaanden in functie van het beroepsverleden,stapsgewijs, ieder semester voor alle werklozen, tot hetforfait.

- En tot slot een 3e periode : het “forfait”. Na de 2e periode is er een forfaitbedrag voor iedereen, metverschillen volgens de categorie. Wij vergelijken debedragen hier met het leefloon :

Volgens onze informatie ontsnappen bepaaldecategorieën werklozen aan de degressiviteit van hunuitkering en zouden zij in het oude systeem blijven.

Maar algemeen stellen wij vast dat het bedrag van deuitkeringen geleidelijk daalt en dat het inkomen van

1 Bron : cijfers ABVV.2 Bedragen op 1 februari 2012.

ACTUALITEIT

Het stelsel van de werkloosheidsuitkeringen ondergaat ingrijpende wijzigingen. Door dedegressiviteit zullen de inkomsten van werkzoekenden krimpen. Het risico dat die mensen bijhet OCMW terechtkomen, is reëel en er wordt geen enkele compensatie aangeboden. Er staantrouwens nog andere maatregelen op stapel, zoals de verlenging van de wachttijd, wat ooklasten naar de OCMW’s zal doorschuiven. De Afdeling OCMW heeft de minister vanTewerkstelling daaromtrent geïnterpelleerd.

DEGRESSIEVE WERKLOOSHEIDSUITKERINGENDe OCMW’s maken zich zorgen !

Gezinshoofd

Alleenstaande

Samenwonende

Categorie

1.090 €

916 €

484 €

Werkloosheids-uitkering

1.047,48 €

785,61 €

523,74 €

Leefloon 2

Page 18: Nieuwsbrief nr 2012/03

1818 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

ACTUALITEIT

samenwonenden in de “forfait”-fase lager zal zijn danhet leefloon. Er is dus duidelijk sprake vanverpaupering.

De OCMW’s vrezen dat werklozen bij henzullen aankloppen

Tijdens een overlegvergadering met minister vanTewerkstelling Monica De Coninck hebben de Federatiesvan OCMW’s hun vrees beschreven en in een brieftoegelicht.

Twee belangrijke punten baren de OCMW’s van het heleland zorgen :

1. Enerzijds zal de daling van de werkloosheidsuitkeringonze werklozen armer maken. Gezien de stijgendelevenskost, steeds duurdere huisvesting, energie engezondheidszorg zullen die mensen naar het OCMWstappen voor bijkomende steun, in verschillendevormen : voedselhulp, tussenkomst in medische enfarmaceutische kosten die het ziekenfonds niet dekt,tussenkomst in de energiefactuur, huurtoelage,schuldbemiddeling en dergelijke.

Dat betekent niet dat die bijstand automatischtoegekend zal worden : iedere aanvraag wordtindividueel behandeld en er wordt een sociaal onderzoekuitgevoerd dat de staat van behoeftigheid van debetrokkene verifieert, maar uiteindelijk is er meer risicoop sociale uitsluiting en zullen mensen en gezinnen inmoeilijkheden komen. Het OCMW zal ze moetenopvangen en hun vragen bekijken. Dat zal heel wat extrawerk met zich meebrengen voor het OCMW.

2. Anderzijds is het forfait dat samenwonenden in dederde fase ontvangen, lager dan het leefloon.Uiteraard krijgen niet alle samenwonenden recht opmaatschappelijke integratie, maar we vrezen datsommigen onder hen in specifieke situaties eenaanvullend leefloon zullen vragen bij het OCMW vanhun gemeente.

Het federaal niveau schuift de last door, zonderfinanciële middelen

De regering had beloofd dat er voor deze situaties eenbillijke compensatie toegekend zou worden aan deOCMW’s, zodat deze instellingen niet zouden lijden onderde beslissingen van de federale overheid op het vlak van dewerkloosheid. Een nieuwe verschuiving van de financiëlelast van de federale naar de lokale overheid moest immersvermeden worden.

Toch stellen we vast dat de maatregel binnenkort in werkingtreedt, terwijl er nog geen overleg gepleegd werd met deFederaties van OCMW’s.

Erger nog, tijdens de vergadering met de minister vanTewerkstelling minimaliseerde zij de impact van demaatregel op de OCMW’s.

Inmiddels heeft zij haar bewoordingen enigszinsbijgestuurd. Onlangs lazen we namelijk in de pers datmevrouw De Coninck wel met de OCMW’s rond de tafelwou gaan zitten om de gevolgen van de hervorming tebekijken.

Wij kijken uit naar dat overleg.

Iedereen aan het werk. Een utopie …

Zoals onze Waalse collega Bernard Antoine stelde in eenartikel in het tijdschrift CPAS+ 3 over de RVA-sancties : “DeOCMW’s ondergaan de gevolgen van de versnippering van defundamentele pijler van de sociale zekerheid. Zij moetenoplossingen vinden voor de steeds toenemende lasten in naamvan de ‘uitsluitende activering’ (vert.)”. En de woorden zijneruit : socio-professionele activering, sociale activering,maatschappelijke integratie, strijd tegen sociale fraude,sancties, … al deze begrippen zijn verbonden met de creatievan een (zeer) actieve sociale staat, die onder het mom vanmaatregelen voor sociaal-economische relance, vergeet datvolledige tewerkstelling eigenlijk niet bestaat en dat het inde huidige context moeilijk blijft mensen die soms zeerver van de arbeidsmarkt staan, te begeleiden naaraangepast en correct bezoldigd werk. De OCMW’s zijngoed geplaatst om daarover te oordelen, gezien de taken vanhun diensten Socio-Professionele Inschakeling.

De oplossing voor werkloosheid blijft tewerkstelling, maarwe moeten ons de vraag stellen : welk contract voor welkinkomen ? De actie “winter 2012” bracht een onthutsendewaarheid aan het licht : armoede zit verborgen ! Heel watgepensioneerden, werknemers met minimumloon ofdeeltijds werkenden komen niet rond met één inkomen enhebben het heel moeilijk om de eindjes aan elkaar teknopen.

En wat dan nog met al die mensen die sommigen “sociaalonaangepast” bestempelen, werklozen of leefloners.Stigmatisering levert niets op, het verbreekt sociale banden,remt het proces van evolutie en ontplooiing af enbemoeilijkt de begeleiding door professionals. Het is ookeen schending van de menselijke waardigheid.

3 Het artikel was getiteld “Une politique de déplacement des chômeurs” (mei 2012).

Page 19: Nieuwsbrief nr 2012/03

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 19

ACTUALITEIT

De OCMW’s zijn bekommerd omdat al die maatregelensystemen ontregelen zonder in de nodige investeringen inhet sociaal beleid te voorzien. De OCMW’s zijn ongerustomdat zij een toename van de steunaanvragen vrezenzonder de nodige financiële middelen en personeel omhun sociale en administratieve teams te versterken, entoch willen ze correcte sociale bijstand en begeleidingblijven aanbieden.

En dat is nog niet alles

Zijn er nog andere maatregelen op komst ? Wellicht, wantwe hebben vernomen dat zieken en mindervaliden ook“geactiveerd” zullen moeten worden.

Het houdt nooit op voor de OCMW’s. De zesdestaatshervorming voorziet namelijk in een regionaliseringvan de middelen voor beroepsinschakeling, nl. artikel 60§7 en 61, zijnde de tewerkstelling van begunstigden vansociale bijstand in de vorm van leefloon of equivalentleefloon in het kader van de organieke OCMW-wet en inhet kader van de wet betreffende het recht opmaatschappelijke integratie. Wij vrezen dat deze maatregeldoor andere operatoren “gekaapt” wordt ten koste van detaken van het OCMW.

En wat moeten we denken van de verlenging van dewachttijd, voortaan de “inschakelingstijd” voorschoolverlaters. De inschakelingstijd duurt niet langer 9 maanden maar wel 12 maanden, te rekenen vanaf deinschrijving als werkzoekende tot het genot van deinschakelingsuitkering. De jongeren die geen beroepkunnen doen op de gezinssolidariteit en afhangen van eenOCMW, zullen dus drie maanden langer ten laste blijvenvan de sociale bijstand.

Ook hier zijn de financiële gevolgen voor de OCMW’s nietonbelangrijk: wetende dat de federale overheid het leefloonniet voor 100 % terugbetaalt, blijft er nog altijd eenpercentage dat de OCMW’s met eigen middelen moetendekken. Opnieuw had de regering het over financiëlecompensaties voor de OCMW’s, maar wij zien nog niets ener is nog geen overleg gepleegd.

Gedurende de 12 maanden lange inschakelingstijd moet dejongere tonen dat hij werk wil vinden. Als zijn inspanningenontoereikend bevonden worden, krijgt hij geen recht op eenuitkering. Maar wie zal die inspanningen beoordelen alsde jongere geholpen en begeleid wordt door het OCMW ?Wij weten dat absoluut niet, aangezien er geen enkel overlegheeft plaatsgehad met de OCMW’s. De vraag “wie doet watvoor wie” blijft.

Besluit

De Afdeling OCMW en haar Vlaamse en Waalsetegenhangers hebben dus nogmaals een afspraak gevraagdbij de minister van Tewerkstelling, om de steun voor hetOCMW concreet te bespreken. Op het ogenblik dat we ditschrijven, vernemen we dat er eind juni 2012 overleg zalplaatsvinden tussen onze federaties en de strategische cel vande minister. Dat zal niet makkelijk zijn. Niemand kanimmers precies voorspellen hoe veel werklozen bij hetOCMW zullen aankloppen omwille van de degressievewerkloosheidsuitkeringen. In het beste geval kunnen we deinschakelingstijd extrapoleren en een inventaris opmakenvan de sociale bijstand die gevraagd kan worden. Maar devrees dat de sociale permanentie overstelpt zal worden metaanvragen, is groot bij de overheid en bij de maatschappelijkwerkers van onze OCMW’s. We moeten dus preventieveoplossingen zoeken voor deze mensen, want sommigezouden beschikbaar moeten zijn op de arbeidsmarkt terwijlze met verschillende sociale problemen kampen.

Onze instellingen tonen elke dag dat sociale ensocioprofessionele inschakeling complex is, want het is

gericht tot kwetsbare groepen in precaire situaties en vaakbotst de activering van mensen die sociale steun genieten,zoals die van werklozen, op haar eigen grenzen. We moetengeschikte begeleiding kunnen aanbieden : als die nietvoorzien wordt bij de invoering van de degressiviteit, zaldeze maatregel zijn doel missen en zal de samenleving metnieuwe armen geconfronteerd worden. De wetgever laat deOCMW’s een ruime beoordelingsbevoegdheid metbetrekking tot de toe te kennen sociale bijstand, demodaliteiten en de voorwaarden, maar de wetgeverdefinieert ook de filosofie die hun actie moet onderspannen :“Het OCMW heeft tot taak aan personen en gezinnen dedienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschapgehouden is. Het verzekert niet alleen lenigende of curatievedoch ook preventieve hulp. Deze dienstverlening kan vanmateriële, sociale, geneeskundige, sociaalgeneeskundige ofpsychologische aard zijn.” 4. Het is belangrijk daarnaar teverwijzen, want het onderspant alle acties van het OCMW,dat als het ware de laatste dam vormt tegen de socialeuitsluiting. Maar sociale tussenkomst heeft ook grenzen,vooral als de OCMW’s onvoldoende ondersteuning enfinanciering genieten.

Christine Dekoninck

4 Artikel 57 §1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s.

Page 20: Nieuwsbrief nr 2012/03

20 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

De woonplaats, ongeacht de administratieve vorm (stad,provincie, departement, regio, ...), kenmerkt zich door denabijheid van het bestuur en de burger. Men mag dusverwachten dat de individuele en collectieve basisrechten ertoegankelijker zijn dan in andere politieke ruimten.

Hoewel de woonplaats de ruimte bij uitstek isvoor de bescherming van de mensenrechten,wordt zij met heel wat uitdagingengeconfronteerd, vooral met betrekking tot deeconomische en politieke actualiteit opwereldvlak, zoals de toenemende migratienaar de stad, zelfs over de continentsgrenzenheen.

Om die problemen aan te pakken, moeten wevoorrang geven aan zogenaamde “inclusieve” overheidsactieswaarbij de menselijke waardigheid centraal staat. Een“inclusief” beleid focust zich rond drie pijlers: volwaardigburgerschap (rechten en plichten die van individuen burgersmaakt), duurzaamheid (verantwoordelijk engagement tenaanzien van de toekomstige generaties), democratie enburger-participatie.

Met andere woorden, drie grote pijlers moeten inaanmerking genomen worden om de mensenrechten tebegrijpen :

- de toegang tot de rechten voor iedereen

- de verplichting om rekenschap af te leggen voor wiedeze rechten moet leveren

- inspraak van iedereen die toegang tot de basis-rechten moet krijgen

De eerste plaats voor de mensenrechten

De sleutels tot actief burgerschap openen de deuren van delokale democratie. Deze laatste mag niet beperkt worden totdiensten aan burgers-consumenten (ook al blijft dienst-verlening een centraal begrip), diensten die beperkt wordendoor beslissingen van de beleidsvoerders of door(ontoereikende) budgettaire middelen waarover de ge-meenten beschikken. Het recht op huisvesting - om maareen voorbeeld te noemen - mag echter niet teruggebrachtworden tot de inschrijving op een wachtlijst. Het isbelangrijk dat de gemeente - hoewel zij daar niet als enigeinspanningen voor moet leveren - maatregelen treft om detoegang tot dit basisrecht te garanderen.

Zoals journalist Jean-Paul Marthoz stelt : “De bevoegd-hedenvan de gemeenten raken immers rechtstreeks aan de uitoefeningvan de basisrechten die vastgelegd zijn in de internationaleteksten en normen, in het bijzonder op het vlak van educatie,gezondheid, huisvesting of nog gelijkheid tussen man en vrouw.Ook in het lokale kader lijden bewoners onder onrecht enwillekeur : ze worden uit hun huis gezet, voelen zich onveiligof ondergaan geweld. Voor de burger is de gemeenteontegenzeglijk de eerste plaats van de mensenrechten, waar zegerespecteerd … maar ook soms met de voeten getredenworden.”

Hoewel nabijheid dus een essentiële factor is, ontspoort hettoch nog vaak tot “cliëntelisme”, waarbij de relatiemandataris-burger verglijdt van “rechten toekennen” naar“bevoorrechten”. Daarom is het belangrijk dat de plichtbestaat om rekenschap af te leggen, wat niet beperkt magzijn tot verkiezingsperiodes (als die al bestaan, wat in onsland gelukkig wel het geval is).

IN ONZE GEMEENTEN

De Europese Week van de Lokale Democratie wordt gewoonlijk rond 15 oktober georganiseerd, want opdie dag in 1985 werd het Europees Handvest van de Lokale Autonomie ondertekend. Door degemeenteraadsverkiezingen zal de editie 2012 echter met een maand uitgesteld worden en dusplaatsvinden van 10 tot 16 november.Net zoals vorig jaar zal het thema dit jaar betrekking hebben op de mensenrechten. De Raad van Europaheeft immers besloten dat dit onderwerp gedurende drie jaar, van 2011 tot 2013, vanuit verschillendeinvalshoeken belicht zou worden. Het thema van dit jaar is “mensenrechten voor meer inclusieve lokaleoverheden” geworden. Om deze editie te lanceren, publiceren we de oproep om het “handvest-wereldagenda van de mensen-rechten in de stad” te ondertekenen.

Om de mensenrechten nog beter in de activiteiten van de gemeenten op te nemen, werd er in 2011 eenhandvest uitgewerkt onder toezicht van de UCLG (United Cities and Local Governments), dekoepelorganisatie van lokale besturen op internationaal niveau. Het handvest dient nu door de gemeentenondertekend te worden. Het integreert de mensenrechten in het dagelijkse leven en is gekoppeld aanstimuleringsmaatregelen om de principes in een concrete vorm te gieten. Schaarbeek heeft het handvest alondertekend en ook Ukkel zal het goedkeuren. In andere gemeenten wordt er momenteel volop over hethandvest beraadslaagd.

De mensenrechten toepassen in het dagelijkse levenOPROEP TOT DE GEMEENTEN

OM HET HANDVEST TE ONDERTEKENEN

Page 21: Nieuwsbrief nr 2012/03

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 21

Verkiezingen zijn een “sanctionerende” evaluatie. Dat is eenfeit, maar volstaan niet om het gevoerde beleid diepgaand teanalyseren. Het is logisch dat de burger de pro’s en contra’szal afwegen van de beleidsvoering door de mandataris dieoproept om voor hem te stemmen, terwijl een minutieuzeevaluatie van de acties die tijdens de bestuursperiode in eenbepaald domein ondernomen werden, soms wijzigingen inaanpak of procedures teweegbrengen.

Actieve medewerking van de houders van rechten

Vandaar het belang om de raadpleging van de betrokkenpersonen en gemeenschappen in het politieke proces op tenemen, vanaf de eerste stadia van een initiatief tot deevaluatie achteraf. En hoewel we er hier niet nader opkunnen ingaan, mogen we niet vergeten hoe belangrijk hetis om de raadplegingsmogelijk-heden aan te passen aan debetrokkenen.

De verplichting om rekenschap af te leggen op basis vanonvervreemdbare rechten, vervormt ook de relatie tussen deburger en de mandataris of diens bestuurders.

Zoals een verantwoordelijke van een hulporganisatie voorkansarmen een tijdje geleden tegenover Amnesty Inter-

national onderstreepte, gebeurthet nog dat als men bijvoorbeeldeen arme en een politicus (of eenOCMW-vertegenwoordiger) in

een debat samen-brengt, de discussie snel ten einde komtomdat we met twee verschillende logica’s te maken hebben.

De kracht van een benadering op basis van de mensen-rechten is dus dat deze mensenrechten beschouwd moetenworden voor wat ze zijn : rechten die men verwerft, en nietvoordelen die men verdient.

Van een intentieverklaring naar een afdwingbaarhandvest

De voorbije jaren werden er verschillende initiatievengenomen om deze benadering van de mensenrechten opstadsniveau te waarborgen. Zo is er het “Europees handvestvan de rechten van de mens in de stad” 1. Een interessantdocument, maar zoals vele verklaringen bevat het jammergenoeg geen dwingend aspect noch middelen om mensenaan te zetten de principes ervan om te zetten in een concreetbeleid.

Dat is niet het geval bij het “handvest-wereldagenda vande mensenrechten in de stad”.

Dit project is ontstaan tijdens het forum van de lokaleoverheden voor sociale integratie in het Braziliaanse PortoAlegre, een forum van lokale mandatarissen dat sinds 2001parallel met het sociaal wereldforum plaatsvindt. Een van dedoelstellingen is om samen met de burgersamenlevingalternatieven voor openbaar bestuur uit te werken in dezetijden van globalisering.

In 2006 werd een werkgroep over demensenrechten opgericht, toengecoördineerd door de deputatie vanBarcelona, met als hoofddoelstelling deopstelling van het “handvest-wereldagenda van de mensenrechten inde stad”. De tekst van het handvest werdformeel goedgekeurd tijdens deWereldraad van de internationalevereniging van lokale besturen UCLG (dewereldorganisatie van steden engemeenten, waarvan onze VSGB overigens deel uitmaakt)die van 9 tot 11 december 2011 plaatsvond.

Grondslagen en actieplannen

Het handvest is gebaseerd op de volgende waarden enbeginselen :

- de waardigheid van elke mens als opperste waarde

- vrijheid, gelijkheid (vooral tussen man en vrouw),non-discriminatie en erkenning van de verschillen,sociale integratie en rechtvaardigheid

- democratie en participatie als lokale bestuursvorm

- de mensenrechten zijn universeel, ondeelbaar en metelkaar verweven

- duurzame ontwikkeling op sociaaleconomisch enmilieugebied

- samenwerking en solidariteit onder alle inwonersvan iedere stad en onder alle steden van de wereld

- gedeelde verantwoordelijkheid onder de besturenvan steden en hun inwoners, afhankelijk van hunmogelijkheden en middelen

Het handvest omvat twaalf basisrechten die telkensgekoppeld zijn aan een ontwerp van actieplan. Aangezienwe hier niet nader kunnen ingaan op alle elementen van hethandvest, verwijzen we u voor een overzicht van dezerechten en actieplannen door naar de website die doorAmnesty International opgezet werd :www.lesdroitshumainsaucoeurdelacité.org.

In België is gemeentebeleid op basis van mensen-rechten mogelijk

De Franstalige afdeling van Amnesty International Belgiumvoert dit jaar een campagne rond de bevordering enbescherming van de mensenrechten op lokaal niveau. In datkader legt ze het handvest-wereldagenda van demensenrechten in de stad ter goedkeuring voor aan degemeenteraden van de 281 Waalse en Brusselse gemeenten.

IN ONZE GEMEENTEN

1 Het “Europees handvest van de mensenrechten in de stad” is minder dwingend dan zijn tegenhanger op wereldvlak, maar kan nog steeds gedownloadworden op de website van de Vereniging : www.vsgb.be > Materies > Lokale democratie > Europese week van de lokale democratie > toolkit.

Page 22: Nieuwsbrief nr 2012/03

Directie : Marc Thoulen

Coördinatie : Philippe Delvaux

Redactie : Marc Cools, Philippe Delvaux, Christine Dekoninck, Philippe Hensmans, Céline Lecocq, Boryana Nikolova Ruslanova, Julie Robeet, Marc Thoulen

Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest, Hugues Moiny

Secretariaat : Céline Lecocq, Chantal Matthys

Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49 • [email protected]

Publiciteit : Agentschap Publiest - 02 550 38 04 - [email protected]

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier

Cette revue existe aussi en français.Si vous souhaitez recevoir le Trait d'Union,

contactez notre secrétariat : [email protected]

Sinds 2002 is Nieuwsbrief-Brussel integraal beschikbaar op www.vsgb.be

Vereniging van de Stad en de Gemeentenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Aarlenstraat 53 bus 4-1040 Brussel Tel 02 238 51 40-Fax 02 280 60 90

[email protected]

Redactie : [email protected]

Nieuwsbrief

Nr 2012-03juni / juli 2012

Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Belfius en Ethias

22 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

Het internationale karakter van het handvest (het geldt voorelke stad van de hele wereld) mag de initiatieven niet in deweg staan en zou dus aangepast moeten worden aan delokale situatie. Het actieplan dat bij elk recht hoort, bakentnu al goed af wat de gemeenten zouden kunnen doen alsdeze maatregelen nog niet uitgevoerd werden. Elkegemeente is natuurlijk vrij om de keuzes te maken die hetbest bij de lokale situatie passen. Er wordt zeker niet van henverwacht dat ze alles onmiddellijk implementeren. In datopzicht kan het handvest als een checklist gebruikt worden,om goede werkwijzen te bepalen en eventuele tekort-komingen aan te duiden die de gemeenten ondervinden.

Eind april 2012 hadden zeven gemeenten het handvest algoedgekeurd, namelijk Schaarbeek, Ottignies, Louvain-la-Neuve, Chaumont-Gistoux, Visé, Ramillies en La Bruyère.Maar de komende maanden zouden nog vele anderegemeenten in hun voetsporen treden en zich aansluiten bijhet voorstel van Amnesty International. Het harde werk vande plaatselijke militanten werpt dus vruchten af. DeFranstalige afdeling van Amnesty International Belgium istrouwens erg ambitieus en zou willen dat alle 281 Waalse enBrusselse gemeenten het handvest goedkeuren.

IN ONZE GEMEENTEN

Philippe Hensmans, Directeur van de Franstaligeafdeling van Amnesty International BelgiumJulie Robeet, Campagneverantwoordelijke

Info- U vindt het “handvest-wereldagenda

van de mensenrechten in de stad” ophttp://lesdroitshumainsaucoeurdelacite.org (enkel in het Frans)

- Het handvest werd opgesteld door de UCLG :www.cities-localgovernments.org

- De Franstalige afdeling van Amnesty InternationalBelgium ondersteunt het handvest in België :www.amnesty.be

- Het programma van de Europese Week van de LokaleDemocratie wordt bekendgemaakt in de loop vanseptember : www.vsgb.be > Materies > Lokale democratie> Europese week van de lokale democratie

- De Engelse versie van het handvest, “Global Charter-Agenda for Human Rights in the City”, is beschikbaar ophttp://issuu.com

Page 23: Nieuwsbrief nr 2012/03

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 23

ONDER DE LOEP

I. Gemeentebelastingen en inkomstenbelasting1. Principe : geen gemeentebelasting en inkomsten-

belasting tegelijkHet Wetboek van de Inkomstenbelastingen verbiedt degemeenten enerzijds om aanvullende belastingen op deinkomstenbelastingen te heffen en anderzijds omgelijkaardige belastingen aan de inkomstenbelastingente innen op de grondslag of op het bedrag van dezeheffingen. De federale wetgever wil vermijden dat degemeenten een tweede maal putten uit dezelfde bron 5

als de Staat door zowel een gemeentebelasting als eeninkomstenbelasting te heffen 6.Er zijn twee uitzonderingen op de regel: de gemeentenzijn uitdrukkelijk gemachtigd om opcentiemen teheffen op de onroerende voorheffing en op deaanvullende personenbelasting 7.Buiten de opcentiemen is de situatie heel wat minderduidelijk. Anderzijds wou de wetgever mechanismeninvoeren tot verdediging en regulering van deRijksbelasting ten aanzien van de bevoegdheid van delokale entiteiten om belastingen te heffen, en dus de

gemeentebelastingen verbieden die geheven wordennaast de inkomstenbelastingen 8. Anderzijds kunnen delokale overheden op grond van de gemeentelijkeautonomie op het gebied van belastingen 9 vrijwel elkesituatie belasten. Alleen een federale wet, waarvan denoodzaak aangetoond is, kan de autonomie van delokale overheden beperken10. We zullen later naderingaan op dit principe (zie II, 3).

2. Ommezwaai : rechtspraak Raad van State voor-taangunstig voor gemeentenOp 12 januari 2010 had de afdeling bestuursrechtspraakvan de Raad van State tijdens een Algemene Verga-dering 11 de gemeenten al gesterkt in hun perceptie datdeze belastingen niet vallen onder het verbod van hetWIB 1992 12 .Na meer uitleg gegeven te hebben over de historischeevolutie van de bepaling die nu artikel 464, 1° van hetWIB 1992 geworden is, besluit de Raad van State dat degemeenten “in de plaats zijn gekomen” van de Staatvoor de belastingheffing op vertoningen en eenbelasting mogen heffen op basis van de ontvangsten van

In een recent arrest verklaart na de Raad van State in 2010 nu ook het Grondwettelijk Hof 1 degemeentebelastingen op evenementen 2 en vertoningen geldig, die berekend worden op basis van de bruto-ontvangsten 3 of ontvangen entreegelden van de exploitant.

LICHT OP GROEN VOOR BELASTINGEN OP VERTONINGEN

In het kortBelastingen op evenementen en vertoningen voortaanmogelijk

De organisatoren van vertoningen en vermakelijkheden zijnonderworpen aan hetzij de personenbelasting, hetzij devennootschapsbelasting. Ook de gemeenten heffenbelastingen op deze vertoningen, die vaak berekend zijn opbasis van de bruto-ontvangsten 4.

Wij stellen ons dan ook de vraag in welke mate de gemeenteeen gelijkaardige belasting aan de inkomstenbelasting heft,wat verboden is.

In eerste instantie heeft eensluidende rechtspraak ditinitiatief streng veroordeeld.

De Raad van State is daarna van mening veranderd enbevestigt voortaan dat de gemeenten geen verbodenbelastingen heffen (zie I,2).

Niet in strijd met de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie

Dan rijst de bijkomende vraag: in welke mate is artikel 464,1° van het WIB 1992, dat in die zin geïnterpreteerd wordtdat het deze belastingen op vertoningen toestaat, strijdigmet de beginselen voor gelijkheid en niet-discriminatie ?

Naar aanleiding van een prejudiciële vraag zal hetGrondwettelijk Hof een interpretatie voorstellen om dehouding van de gemeenten ten aanzien van deze voorheenverboden, “aanvullende” belasting te verdedigen, metinachtneming van de beginselen voor gelijkheid en niet-discriminatie (zie II).

1 G.H., 16 februari 2012, nr. 19/2012, Inforum nr. 263713.2 Voorbeelden zouden kunnen zijn evenementen, tentoonstellingen of vertonen die op privélocaties georganiseerd worden.3 De bruto-ontvangsten op het gebied van vertoningen omvatten doorgaans het brutobedrag van de verkoop van tickets en consumpties.

4 Sommige belastingreglementen voorzien in een vaste belasting € X/aantal verkochte tickets/plaatsen. Andere leggen de belasting vast op een percentage van debruto-ontvangsten (exclusief btw) die de activiteit oplevert.

5 Parl. St., Kamer, 1918-1919, nr. 320, p. 1435. 6 Zie hierover : V. SEPULCHRE, commentaar onder Rb. Luik, 26 oktober 2005, Rev. Dr. Comm., 2008/1, p. 25.7 Voor meer details over gemeentelijke opcentiemen, zie “Praktisch handboek voor burgemeesters en schepenen” (www.avcb-vsgb.be/nl/publicaties/praktisch-

handboek-voor-burgemeesters-en-schepenen/de-fiches.html).8 Het Hof van Cassatie had de gemeentebelastingen op basis van het kadastraal inkomen verboden. Zie Cass., 10 oktober 2008, F.06.0096.N/2, Inforum nr. 243373.9 Artikelen 170, §4, 162 en 41 van de Grondwet.10 G.H., 15 december 2011, nr. 189/2011; R.v.S., 24 mei 2002, nr. 106.994; G.H., 21 januari 1998, nr. 4/98.11 R.v.S., nr. 199.454 en 199.455, 12 januari 2010, Inforum nr. 244862.12 Zie : J. KIRKPATRICK, noot onder arrest R.v.S., 12 januari 2010, R.G.C.F., 2010/2, p. 155.

Page 24: Nieuwsbrief nr 2012/03

de exploitant. Bijgevolg vormt artikel 464, 1° eenuitzondering op de autonomie van de gemeenten opfiscaal gebied, die door de Grondwet toegekend wordt :“Overwegende dat uit hetgeen voorafgaat en uit degezamenlijke lezing van de artikelen 34 (dat artikel 464, 1°,van het WIB 92 is geworden) en 36 van de wet van 24december 1948 moet worden geconcludeerd dat eengemeentebelasting op de bruto-ontvangsten van vertoningenniet geacht kan worden in strijd te zijn met het verboduitgevaardigd bij artikel 464, 1°, van het WIB 1992. 13”Met het arrest van 16 februari 2012 heeft het Grond-wettelijk Hof met bijna dezelfde woorden deze principesuitgebreid en aangevuld, waardoor de lokale overheidvoortaan nog meer bewegingsruimte heeft.

II. Gelijkheid en non-discriminatie1. Prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof

De Raad van State stelde de volgende prejudiciële vraagaan het Grondwettelijk Hof 14: “Schendt artikel 464, 1°,WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indienhet in die zin wordt geïnterpreteerd dat het vanwege artikel36 van de wet van 24 december 1948 niet geacht wordt degemeenten te verbieden om een belasting op vertoningen envermakelijkheden te heffen op basis van de grondslag vande personen- of vennootschapsbelasting, terwijl artikel 464, 1°,WIB 1992 de gemeenten wel verbiedt zulks te doen vooralle andere activiteiten die op het grondgebied van degemeente plaatsvinden ? ”Met andere woorden, in welke mate stemt artikel 464,1° van het WIB 1992 (bijgevolg van artikel 36 van dewet van 24.12.1948 betreffende de gemeentelijke enprovinciale financiën), dat in die zin geïnterpreteerdwordt dat het de gemeente toestaat om belastingen opvertoningen op basis van de personen- of vennoot-schapsbelasting goed te keuren, nog overeen met debeginselen voor gelijkheid en niet-discriminatie(artikelen 10 en 11 van de Grondwet) ? Is er dan geenverschil in behandeling tussen de organisatoren vanvertoningen enerzijds en de organisatoren van alleandere activiteiten, in zoverre de gemeente enkelbelastingen mag innen op basis van de personen- ofvennootschapsbelasting ten aanzien van deorganisatoren van vertoningen ?

2. Veeleer bruto-inkomsten en ontvangsten danpersonenbelasting als grondslag Artikel 464, 1°, van het Wetboek van deinkomstenbelastingen 1992, in samenhang gelezen metartikel 36 van de wet van 24 december 1948 betreffendede gemeentelijke en provinciale financiën, schendt deartikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien het in die zinwordt geïnterpreteerd dat het niet wordt geacht de

gemeenten te verbieden een belasting op vertoningen envermakelijkheden te heffen op basis van de grondslag vande personen- of de vennootschapsbelasting.Artikel 464, 1°, van het Wetboek van deinkomstenbelastingen 1992, in samenhang gelezen metartikel 36 van de wet van 24 december 1948 betreffendede gemeentelijke en provinciale financiën, schendt deartikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, indien het in diezin wordt geïnterpreteerd dat het niet wordt geacht degemeenten te verbieden een belasting, meer bepaald opvertoningen en vermakelijkheden, te heffen op de bruto-ontvangsten van de entreegelden of op de bruto-inkomsten.Wat moeten we onthouden uit de beschikking van hetarrest van 16 februari 2012 :- De gemeenten mogen, zonder noch de beginselen

van gelijkheid en niet-discriminatie, noch artikel

24 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

ONDER DE LOEP

13 R.v.S., 12 januari 2010, nr. 199.455, p. 6. 14 Als er twijfel bestaat over de grondwettigheid van een norm, kan het rechtscollege waarbij het geschil aanhangig gemaakt werd, een prejudiciële vraag

stellen aan het Grondwettelijk Hof. Hoewel de interpretatie van het Hof alleen opgelegd wordt aan de rechtbanken die de vraag gesteld hebben, volgen inde praktijk alle rechtbanken deze lering en waarborgen zij op die manier de rechtszekerheid. Zoals B. LOMBAERT benadrukt: “We begrijpen niet goedhoe de rechter zich ervan zou kunnen onttrekken om de grondwettelijke interpretatie van de wet te stimuleren zonder de samenhang van het rechtsstelselin gevaar te brengen” in “Les techniques d’arrêt de la Cour d’arbitrage”, R.B.D.C., 1996, p. 352.

15 Wet van 24 december 1948 betreffende de gemeentelijke en provinciale financiën, B.S., 6.1.1949, p. 78. Dit artikel 34 vervangt zelf de tekst van artikel 83van de gecoördineerde wetten betreffende de inkomstenbelastingen.

16 Voor meer details, zie: P. SEUTIN, op. cit., p. 339.

Oorsprong van artikel 464, 1° van het WIB 1992 en context

Artikel 464, 1° (en 465) van het WIB 1992 zijn als volgtgeformuleerd :

- “De provincies, de agglomeraties en gemeenten zijn nietgemachtigd tot het heffen van :opcentiemen op de personenbelasting, op devennootschapsbelasting, (…) of van gelijkaardigebelastingen op de grondslag of op het bedrag van diebelastingen, uitgezonderd evenwel wat de onroerendevoorheffing betreft; (…)

- Art. 465. In afwijking van artikel 464, mogen deagglomeraties en de gemeenten een aanvullendebelasting vestigen op de personenbelasting.”Artikel 464 volgt op artikel 34 van de wet van 24december 1948 15, dat reeds voorzag in een algemeenverbod voor de gemeenten op het heffen van“opcentiemen op de gesplitste inkomstenbelastingen ofgelijkaardige belastingen op de grondslag of op hetbedrag van deze belastingen” met uitzondering van degrondbelasting.

Artikel 36 van dezelfde wet vult de gemeentelijkebevoegdheden als volgt aan : “Worden opgeheven (…) de tenbehoeve van het Rijk geheven belastingen op :

a) De vertoningen en vermakelijkheden ; (…) b) De provinciale en gemeentelijke belastingen op de

vertoningen en vermakelijkheden mogen geentoepassing vinden op de vertoningen gegeven in deschouwburgzalen en in te delen in een der volgendecategorieën : treurspel, opera, opera comique, operette,blijspel, vaudeville, folkloristische klucht, drama, begin-,eindeseizoenrevue of eindejaarsrevue door de vastverbonden gezelschappen. 16”

Page 25: Nieuwsbrief nr 2012/03

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 25

464 van het WIB 1992 te schenden, belastingenheffen (meer bepaald op vertoningen) met alsgrondslag de bruto-ontvangsten van de exploitant.

- Maar de gemeenten mogen nog altijd geenbelastingen heffen op basis van de personen- ofvennootschapsbelasting.

3. Verdeling van de respectieve bevoegdheden ombelastingen te heffen onder Staat en gemeente Het Hof wijst op de reikwijdte van artikel 464, 1° vanhet WIB 1992, namelijk het verbod voor de gemeentenom aanvullende belastingen te heffen (behalvebovenvermelde uitzondering). We mogen niet uit hetoog verliezen dat de prejudiciële vraag niet alleenbetrekking heeft op artikel 464, 1° van het WIB 1992op zichzelf, maar ook op de interpretatie ervan inverband met artikel 36 van de wet van 24 december1948 (cf. kader supra).Het Hof legt uit dat als de fiscale autonomie van degemeenten beperkt moet worden, dat zou zijn als “eensoort verdedigingsmechanisme voor de Staat t.o.v. deverschillende andere bestuurslagen, om een eigen fiscalematerie te behouden 17 ”.De Staat wendt zijn macht niet blindelings aan. Ergelden twee voorwaarden :- Het moet aangetoond worden dat de bevoegdheid

van de gemeente om belastingen te heffen, beperktmoet worden.

- Zelfs in dat geval zou de op die maniergoedgekeurde federale wet strikt geïnterpreteerdmoeten worden.

Het Grondwettelijk Hof gaat verder met zijn analysevan de voorbereiding van de wet van 24 december 1948:door de fiscale bevoegdheid van de gemeenten op hetgebied van opcentiemen te beperken, streefde defederale wetgever drie doelstellingen na :- voorkomen dat de gemeenten het nationale beleid

op het vlak van inkomstenbelastingen al te zeerzouden verstoren

- bijdragen tot een gelijke behandeling van debelastingplichtigen op het vlak van inkomsten-belastingen, ongeacht hun woon- of verblijfplaats- de belastingheffing in het algemeen vereen-

voudigen 18

Het Grondwettelijk Hof besluit dat artikel 464, 1° vanhet WIB 1992 een regeling voor de verdeling van defiscale bevoegdheden tussen de gemeenten en de Staatomvat. Op basis van artikel 36 van de wet van 1948kunnen wij artikel 464, 1° van het WIB 1992 op demeest correcte manier interpreteren. Krachtens hetvoornoemde artikel 36 doet de Staat uitdrukkelijkafstand van zijn eigen belasting op vertoningen tenvoordele van de gemeenten. Hun bevoegdheid op ditgebied wordt dus uitgebreid.

4. Gemeentebelasting op basis van de bruto-ontvangst /bruto-inkomsten is toegestaan: rechtvaardigingIs deze bevoegdheidsoverdracht van de ene entiteit naarde andere voldoende om te rechtvaardigen dat degemeente het algemene verbod om een belasting opvertoningen op basis van de bruto-ontvangsten/verkochteplaatsen door de exploitant te heffen (tot dan toe bijnaaltijd beschouwd als de grondslag voor de berekeningvan de inkomstenbelasting), mag negeren ?Het Grondwettelijk Hof antwoordt op deze vraag metde volgende redenering : “De grondslag van depersonenbelasting bestaat in het belastbaar inkomen zoalsbepaald in artikel 6 van het WIB 1992. De grondslag vande vennootschapsbelasting bestaat in de winst zoals bepaaldin artikel 185 van het WIB 1992. Artikel 464, 1°, van hetWIB 1992 verbiedt de gemeenten onder meer gelijkaardigebelastingen te heffen als de personenbelasting en devennootschapsbelasting ‘op de grondslag van diebelastingen’. (…) dient die bepaling vanwege de daaruitvoortvloeiende beperking van de fiscale autonomie van degemeenten, restrictief te worden geïnterpreteerd.”De grondslag van de inkomstenbelasting stemt nietovereen met de bruto-ontvangsten die de activiteitoplevert. Er bestaat ook geen proportionele verhoudingtussen de twee. De bruto-ontvangsten vormen eenuitgangspunt voor de bepaling van het belastbaarinkomen naast andere elementen.“Met de grondslag van de belasting wordt (…) niet elkelement bedoeld dat in aanmerking wordt genomen voor deberekening van de belasting, doch uitsluitend het bedragwaarop de belasting finaal wordt berekend. (…) Artikel464, 1°, van het WIB 1992, in samenhang gelezen metartikel 36 van de wet van 24 december 1948, verbiedt(…) om een belasting (…) te heffen op basis van degrondslag van de personen- of vennootschapsbelasting, zoalsartikel 464, 1°, van het WIB 1992 (…) verbiedt zulks tedoen voor alle andere activiteiten (…), doch verbiedt hunniet, noch ten aanzien van vertoningen en vermakelijk-heden, noch ten aanzien van andere activiteiten, eenbelasting te heffen op de bruto-ontvangsten vanentreegelden of op de bruto-inkomsten.”

De gemeentebelasting op het bedrag waarop de belastingfinaal berekend wordt, zou een aan de inkomstenbelastingvormen en is dus verboden. Een lokale belasting berekendop basis van de bruto-ontvangsten of entreegelden is echterniet gebaseerd op het bedrag van de inkomstenbelasting enontsnapt aan het verbod zoals bedoeld in artikel 464, 1° vanhet WIB 1992.Zoals M.J. Kirkpatrick benadrukt in zijn studie hierover:(…) de belasting op vertoningen is, in tegenstelling tot devennootschaps- of personenbelasting, niet gebaseerd op eenjaarlijks nettoresultaat. De belasting op vertoningen wordtop ad hoc basis geheven op een deel van de bruto-ontvangsten van de belastingplichtige, namelijk deontvangsten die de belastingplichtige haalt uit elkevertoning of vermakelijkheid op het grondgebied van degemeente (...) 19.

ONDER DE LOEP

17 Parl. St., Kamer, 1979, nr. 10-8/4°, p. 4.18 G.H., op. cit., p. 8.19 JJ. KIRKPATRICK, vertaling uit “La légalité des règlements communaux établissant des taxes sur les spectacles”,

R.G.C.F., 2009/3, p. 200.

Page 26: Nieuwsbrief nr 2012/03

26 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3

ONDER DE LOEP

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26.03.2012 t/m 08.06.2012

29.03.2012 Wet houdende diverse bepalingen (I)B.S.,30.03.2012 - 264088

29.03.2012 Wet houdende diverse bepalingen (II)B.S.,30.03.2012 - 264179

29.03.2012 Programmawet (I)B.S.,06.04.2012 - 263692

BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING

Loop van de bevolking en cijfers van de werkelijkebevolking, per gemeente, op 01.01.2011B.S.,03.04.2012 - 2400

15.03.2012 MB tot vaststelling van de rangschik-king van de gemeenten in uitvoering van art. 5,eerste lid, NGW, - B.S., 23.04.2012 - 264945

15.03.2012 MB tot vaststelling per gemeente vande bevolkingscijfers op 31.12.2011,B.S., 24.04.2012 - 210554

26.05.2012 KB wijz. KB 23.03.1998 betr. hetrijbewijs - B.S., 8.06.2012 - 265776

FINANCIËN/BELASTINGEN

Grondwettelijk hof - Arrest nr. 19/2012 van16.02.2012 - De prejudiciële vraag betr. art. 464,1°, WIB 1992 - B.S.,11.04.2012 - 263712

HANDEL

11.04.2012 Wet wijz. wet 10.11.2006 betr. deopeningsuren in handel, ambacht endienstverlening wat de toegelaten afwijkingenbetreft - B.S.,27.04.2012 - 265037

HUISVESTING

10.05.2012 BBHR wijz. BBHR 26.09.1996houdende de regeling van de verhuur vanwoningen die beheerd worden door de BrusselseGewestelijke Huisvestingsmaatschappij of doorde openbare vastgoedmaatschappijenB.S.,06.06.2012 - 265710

INTERCOMMUNALES

22.03.2012 Wet wijz. Wetboek van Vennoot-schappen en wet 17.07.1975 met betrekking tot deboekhouding van de ondernemingen B.S.,12.04.2012 - 264692

KANSSPELEN

13.04.2012 Bericht - Kansspelcommissie. - Lijstverboden websites - B.S., 13.04.2012

LEEFMILIEU

26.04.2012 BBHR wijz. BBHR 21.01.1999 totvaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voorbenzinestations - B.S.,08.05.2012 - 265194

10.05.2012 Ordonnantie betr. de afstemming vande milieuwetgeving op de Richtlijn 2008/99/EGinzake de bescherming van het milieu door middelvan het strafrecht - B.S.,23.05.2012 - 265447

26.04.2012 BBHR wijz. BBHR 21.01.1999 totvaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voorbenzinestations. - Rechtzetting - B.S.,23.05.2012

OCMW

Beroepsgeheim

23.02.2012 Wet wijz. art. 458bis [Straf.W.]teneinde het uit te breiden voor misdrijven vanhuiselijk geweldB.S.,26.03.2012 - 264341

Centra voor dagverzorging

14.03.2012 MB wijz. MB 22.06.2000 totvaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in art.37, par. 12, van de wet betr. de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging enuitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, in decentra voor dagverzorging B.S.,29.03.2012 - 264416

Kinderbijslag

29.03.2012 KB wijz. KB 12.08.1985 totuitvoering van art. 62, par. 5, van desamengeordende wetten betr. de kinderbijslag voorloonarbeiders en het KB 25.02.1994 tot bepaling

WETGEVING

5. Besluit

Rekening houdend met de analyse van de recenterechtspraak van het Grondwettelijk Hof en de Raad vanState, kunnen we dus het volgende bevestigen :

• De gemeente is bevoegd om belastingen op ditgebied te heffen. Krachtens nieuwe ontwikkelingenin de wetgeving heeft de federale overheiduitdrukkelijk afstand gedaan van deze belasting tenbehoeve van de gemeenten 20.

• De bruto-ontvangsten zijn een essentieel elementom de grondslag van de inkomsten-/vennoot-schapsbelasting te bepalen. Maar de inkomsten-belasting die de exploitant van een vertoning moetbetalen, kan niet alleen berekend worden op basisvan de ontvangsten die de vertoning oplevert.Aangezien het verbod in artikel 464, 1° van hetWIB 1992 betrekking heeft op “de grondslag of ophet bedrag van deze [inkomsten]belastingen”, brengt

het een beperking van de gemeentelijke autonomieteweeg. Voor zover het verbod de bevoegdheidbeperkt van de lokale overheid om belastingen teheffen, moet de bepaling van het WIB 1992 striktgeïnterpreteerd worden en is deze bepaling niet vantoepassing op belastingen op basis van deontvangsten of entreegelden.

• Met betrekking tot de vraag of de toestemming vanhet Grondwettelijk Hof ten behoeve van degemeenten geldt voor alle belastingen op basis vande bruto-ontvangsten of entreegelden, citeren wijeen voldoende duidelijk fragment uit het arrest van16 februari : “ (…) artikel 464, 1°, van het WIB1992 (…) verbiedt hun niet, noch ten aanzien vanvertoningen en vermakelijkheden, noch ten aanzienvan andere activiteiten, een belasting te heffen op debruto-ontvangsten van entreegelden of op de bruto-inkomsten 21.”

Boryana Ruslanova Nikolova

20 Theaterstukken, opera, ... zoals bedoeld in de wet van 24 december 1948, worden niet belast.21 G.H., op. cit., p. 10.

[belasting op de vertoningen]

Page 27: Nieuwsbrief nr 2012/03

van de toekenningsvoorwaarden van de gezins-bijslag in hoofde van de werklozenB.S.,26.04.2012 - 265022

Personeel

Grondwettelijk hof - Arrest nr. 23/2012 van16.02.2012 - De prejudiciële vraag over over art. 7,par. 1, van de wet 06.02.1970 betr. de verjaringvan schuldvorderingen ten laste of ten voordelevan de Staat en de provinciën, dat art. 106, par. 1,van de wetten op de Rijkscomptabiliteit,gecoördineerd bij het KB 17.07.1991, vormt B.S.,12.04.2012 - 264689

Rust- en verzorgingstehuizen

14.03.2012 MB wijz. MB 06.11.2003 totvaststelling van het bedrag en de voorwaarden voorde toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld inart. 37, par. 12, van de wet betr. de verplichteverzekering voor geneeskundige verzorging enuitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, in derust- en verzorgingstehuizen en in de rustoordenvoor bejaarden - B.S.,29.03.2012 - 264418

Schulden

26.03.2012 Wet wijz. Gerechtelijk Wetboek watde collectieve schuldenregeling betreftB.S.,13.04.2012 - 263486

Tewerkstelling

05.07.2011 MB tot vaststelling van de lijst vansteden en gemeenten waarvan de openbare centravoor maatschappelijk welzijn kunnen genieten vaneen verhoogde staatstoelage voor specifiekeinitiatieven gericht op sociale inschakeling -

215279

26.04.2012 Ordonnantie betr. de socialeeconomie en de erkenning van inschakelings-ondernemingen en plaatselijke initiatieven voor deontwikkeling van de werkgelegenheid met het oogop de toekenning van toelagenB.S.,07.05.2012 - 265161

29.04.2012 KB tot vaststelling van deverhoging/een bijkomende verhoging van hetbedrag van de alternatieve financiering met dekostprijs van de dienstencheques voor de jaren2011 en 2012 - B.S.,09.05.2012 - 213311

Vreemdelingen

28.03.2012 Omz. van FOD MI betr. de burgervan de EU en zijn familieleden : wijziging van devoorwaarden om aanspraak te maken opmaatschappelijke dienstverleningB.S.,17.04.2012 - 264595

28.03.2012 Omz. van FOD MI betr. de burgervan de EU en zijn familieleden : wijziging van de

voorwaarden om aanspraak te maken opmaatschappelijke dienstverleningB.S.,17.04.2012 - 264595

02.04.2012 Omz. Van Fedasil : aanpassing vantarief van 60 % - 264750

26.03.2012 Omz. Wijzigingen aan de wet12.01.2007 betr. de opvang van asielzoekers envan bepaalde andere categorieën van vreemdelingenen aan de organieke wet van 08.07.1976 betr. deopenbare centra voor maatschappelijk welzijn -

264788

22.04.2012 Wet wijz. wet 15.12.1980 betr. detoegang tot het grondgebied, het verblijf, devestiging en wijz. wet 12.01.2007 betr. de opvangvan asielzoekers en van bepaalde anderecategorieën van vreemdelingenB.S.,30.05.2012 - 265598

26.05.2012 KB tot uitvoering van het art. 57/6/1,vierde lid, van de wet 15.12.1980 betr. de toegangtot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en deverwijdering van vreemdelingen, houdende devastlegging van de lijst van veilige landen vanherkomst - B.S.,01.06.2012 - 265631

Werking

29.03.2012 Wet houdende diverse bepalingen (I) -Volksgezondheid - Wijzigingen van de wet29.06.1981 houdende de algemene beginselen vande sociale zekerheid voor werknemers (art. 33)B.S.,30.03.2012 - 264227

PERSONEEL

15.03.2012 Ordonnantie wijz. de NieuweGemeentewet teneinde de afzetting als straf op-nieuw in te voeren B.S.,28.03.2012 - 264388

04.03.2012 KB wijz. art. 41, 43 en 46 van KB30.03.1967 tot bepaling van de algemeneuitvoeringsmodaliteiten van de wetten betr. dejaarlijkse vakantie van de werknemersB.S.,02.04.2012 - 264461

19.04.2012 Bericht - Arbeidsongevallen -Indexering van de loongrenzen bedoeld bij art. 39,eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallenwet10.04.1971 - B.S.,19.04.2012 - 34044

24.04.2012 Omz. nr. 616 Vakantiegeld 2012 B.S.,30.04.2012 - 16425

26.04.2012 KB tot uitvoering, inzake hetpensioen van de werknemers, van de wet28.12.2011 houdende diverse bepalingen B.S.,30.04.2012 - 265083

POLITIE

30.03.2012 MB tot vaststelling van defunctiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende

profielvereisten van de inspecteur-generaal en vande adjunct-inspecteur-generaal van de federalepolitie en van de lokale politie B.S.,23.04.2012 - 264937

Grondwettelijk hof - Arrest nr. 05/2012 van11.01.2012 - De prejudiciële vraag betr. art. 42,par. 3, tweede lid, van de wet 01.08.1985houdende fiscale en andere bepalingen(Toekenning van een bijzondere vergoeding ingeval van fysieke schade geleden door leden vanpolitie- en hulpdiensten) B.S.,04.05.2012 - 264478

Oproep voor burgemeesters met het oog op desamenstelling van de Adviesraad van bur-gemeesters - B.S.,16.05.2012 - 245696

13.04.2012 Ministeriële richtlijn MFO-2 betr.het solidariteitsmechanisme tussen de politiezonesinzake versterkingen voor opdrachten van bestuur-lijke politie - B.S.,18.05.2012 - 265357

PROJECTOPROEP

Impulsfonds voor het Migrantenbeleid - Project-oproep 2012 - B.S.,21.05.2012 - 94000

SUBSIDIES

15.03.2012 BBHR tot toekenning van eensubsidie van 15.100.000 EUR aan de gemeententot financiering van de loonsverhoging van depersoneelsleden van de gemeenten, de OCMW's,de verenigingen gevormd overeenkomstig debepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet08.07.1976 op de Openbare Centra voormaatschappelijk welzijn waarvan de raad vanbestuur uit OCMW's bestaat, de openbareziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort tenlaste nemen en de Berg van BarmhartigheidB.S.,29.05.2012 - 256215

VERKEERSVEILIGHEID

14.05.2012 Omz. houdende de campagne voorverkeersveiligheid : “Rijden onder invloed vanalcohol - BOB” - B.S.,23.05.2012 - 251685

VERKIEZINGEN

15.03.2012 Ordonnantie ertoe strekkendeafwisselend evenveel mannen als vrouwen teplaatsen op de kieslijsten voor de gemeente-raadsverkiezingen in het Brussels HoofdstedelijkGewest - B.S.,28.03.2012 - 264386

19.04.2012 Omz. betr. de organisatie van degemeenteraadsverkiezingen van 14.10.2012 B.S.,19.04.2012 - 264865

19.04.2012 BBHR betr. de voordracht enbewilliging van kandidaten bij de gemeente-raadsverkiezingen - B.S.,04.05.2012 - 265148

WETGEVING

N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3 27

Page 28: Nieuwsbrief nr 2012/03

28 N i e u w s b r i e f 2 0 1 2 / 0 3