31
 Onderwijskunde ALGEMENE DIDACTIEK  Inleiding Opvoeding= Lett: door het verschaffen van (lichamelijk en geestelijk) voedsel iemand grootbrengen, doen opwassen. Ruimer: het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen en waarden van diens opvoeder en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft Vorming= Het doelgericht overbrengen van kennis en vaardigheden aan leerlingen in combinatie met het doelgericht beïnvloeden van de houdingen (attitudes) van lln door leerkrachten o Combinatie van opvoeden en onderwijs o Materiële vorming: overbrengen van kennis en vaardigheden staat centraal o Formele vorming: leerkracht tracht leerling zelf te veranderen als wezen o Voorbeelden: leren zwemmen: beheersing techniek (materiaal) en de durf en het zelfvertrouwen dat erdoor gevormd wordt (formeel) Onderwijs= het overbrengen van kennis en vaardigheden met vooraf vastgestelde doelen en didactieken door specialisten o In schoolverband: onderwijzen wanneer het beheersen van kennis en vaardigheden wordt nagestreefd Kennis Onderwijs Vormen Vaardigheden Attitudes Opvoeden Didactiek = De wetenschap die zich bezig houdt met de vraag hoe kennis, vaardigheden en houdingen door een leerkracht kunnen worden geleerd aan leerlingen. o Steunt vnl op psychologie en pedagogiek o Didactiek is de theorie van vorming en onderwijs o Algemene Didactiek: bestudering van de algemene wetmatigheden volgens welke men het best iets aanleert => hoe motiveren? Hoe leerproces evalueren? Gebruik hulpmiddelen?... o Vakdidactiek= legt men uit hoe een bepaald vak het best wordt aangeleerd met vakspecifieke leermiddelen Methodiek = Een onderdeel van didactiek. Bestudeert enkel de methode of de manier van het lesgeven. 1

ONDERWIJSKUNDE samenvatting

  • Upload
    mijoni3

  • View
    892

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 1/31

Onderwijskunde

ALGEMENE DIDACTIEK 

 Inleiding

Opvoeding=Lett: door het verschaffen van (lichamelijk en geestelijk) voedsel iemand

grootbrengen, doenopwassen.Ruimer: het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen en

waarden van diensopvoeder en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft

Vorming=Het doelgericht overbrengen van kennis en vaardigheden aan leerlingen in

combinatie methet doelgericht beïnvloeden van de houdingen (attitudes) van lln door

leerkrachteno Combinatie van opvoeden en onderwijs

o Materiële vorming: overbrengen van kennis en vaardigheden staatcentraal

o Formele vorming: leerkracht tracht leerling zelf te veranderen alswezen

o Voorbeelden: leren zwemmen: beheersing techniek (materiaal) en de durf en het zelfvertrouwen dat erdoor gevormd wordt (formeel)

Onderwijs=het overbrengen van kennis en vaardigheden met vooraf vastgestelde

doelen en didactieken door specialisteno In schoolverband: onderwijzen wanneer het beheersen van kennis en

vaardigheden wordt nagestreefd

Kennis Onderwijs

VormenVaardigheden

Attitudes Opvoeden

Didactiek =De wetenschap die zich bezig houdt met de vraag hoe kennis,vaardigheden en houdingen door een leerkracht kunnen worden geleerd

aan leerlingen.o Steunt vnl op psychologie en pedagogieko Didactiek is de theorie van vorming en onderwijso Algemene Didactiek: bestudering van de algemene wetmatigheden

volgens welke men het best iets aanleert => hoe motiveren? Hoeleerproces evalueren? Gebruik hulpmiddelen?...

o Vakdidactiek= legt men uit hoe een bepaald vak het best wordtaangeleerd met vakspecifieke leermiddelen

Methodiek =Een onderdeel van didactiek. Bestudeert enkel de methode of de manier

van het lesgeven.

1

Page 2: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 2/31

Onderwijskunde

Hoofdstuk 1: Het Didactisch model

Van Gelder:

Mens- en maatschappijbeeld

Didactische beginsituatie

Doelstellingen

Leer- en vormingsprocesLeerinhouden Didactische werkvormenMedia

Evaluatie

Didactische sleutelvragen:o Didactische beginsituatie: in welke situatie begin ik? (welke lln? Klas?

School? Situationele factoren? Eigenschappen als lkr zelf?)o Doelstellingen: wat wil ik bereiken

o Volgens maatschappij en/of gezin? => eindtermen enontwikkelingsdoelen Leerlingen moeten een aantal vaardigheden ontwikkelen die

ervoor zorgen dat ze zich kunnen handhaven in een mtsch

met een enorm informatieaanbod.o Volgens de schoolgemeenschap/onderwijsnet =>leerplandoelstellingen Leerlingen moeten informatie kunnen ordenen en

structurereno Volgens de leerkracht => lesdoelstellingen

Bv. Leerlingen moeten een schema kunnen maken van eeneenvoudige zakelijke tekst.

o Algemene doelstellingen worden geïnspireerd door het heersende mens-en maatschappijbeeld en door de individuele levens- enwereldbeschouwing van de ouders, die hun kind aan de schooltoevertrouwen.

o Leer- en vormingsproces: wat doe ik om mijn doelstellingen tebereiken?

o Leerinhouden: waarmee?o Didactische werkvormen: hoe?o Media: met welke hulpmiddelen

o Evaluatie: met welk resultaat heb ik mijn lessen gegeven? Zijn dedoelstellingen bereikt?

Opmerkingen

o Mens- en maatschappij kwam bij Van Gelden niet voor (waar komen

doelstellingen dan vandaan?) dus werd toegevoegd

2

Page 3: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 3/31

Onderwijskunde

o Invloed van interactie tss leerkracht- leerlingen- medeleerlingen komt niettot uiting

o Evaluatie niet enkel op einde van het proces => beïnvloed deverschillende fasen (pijltjes!)

Hoofdstuk 2: de didactische beginsituatie

4 beïnvloedingsfactoren:

1- De Leerkracht

o Bekwaamheid van de leerkracht: leerlingen motiveren, gepasteleerinhouden en werkvormen kiezen, leerstof beheersen

o

Elke leerkracht heeft een leerkrachtstijl en interactiestijl: bepaaldevoorkeuren voor bepaalde cultuurdomeinen (cogn., aff., esth…) =>leerkracht moet zich hiervan bewust zijn en proberen bijdragen tot gehelepersoonlijkheid => af en toe andere interactiestijlen hanteren

o Persoonlijkheid van leerkracht => vorming van bepaalde houdingen ookbelangrijk

o Engagement van leerkracht naar zijn beroep, school en leerlingen toe

2- De leerlingen

o Welke leerdoelen zijn reeds verworveno Begaafdheido Wat zijn de behoeften de leerlingeno Milieuachtergrond (socio-economische structuur)o Socio-structuur van de klas (leiders, volgelingen…)

3- Situationele factoren

o Materiële accommodatie in de klaso Leersituatie

o Invloed van dag, maand, seizoen, jaar op schoolgebeureno Actuele gebeurtenissen die van belang zijn?$

EERSTE DRIE FACTOREN (LEERKRACHT, LEERLING, SITUATIE-= MICRO-NIVEAU

4- Externe factoren

Factoren op het niveau van de school en op niveau van maatschappij (meso enmacro)Op meso-niveau:

o School zelf o Onderwijsleermiddelen (praktijklokalen, audio-visuele middelen…)o Verdeling van de functies tss directie en ander personeel

(leerlingenbegeleider, graadcoördinator…)o  Tot welk net behoort de school?o Welk schoolwerkplan geldt er?

3

Page 4: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 4/31

Onderwijskunde

o Welke reglementeringo In welke omgeving is school gesitueerdo Wat is het profiel van de school?o Hoe kan men het schoolklimaat typeren?

o Begeleidingsdiensten

o Vroeger de ‘inspectie’ genoemdo CLBo Pedagogische centrao Lokaal overlegplatform GOK 

o Ouderso Betrokkenheid bij leer- en vormingsproceso Informatie-uitwisseling tussen scholen en ouderso Sommige ouders zitten in een participatieorgaan

Op macro-niveau:o Ook overheid bepaalt mee welke leerdoelen de leerling minimaal moet

bereikeno Heeft een onderwijsbeleid => richtlijnen: eindtermen, decreten…o Vanuit maatschappij invloeden uit onderwijskunde, psychologie,

pedagogiek…, ook ethisch-religieuze opvattingen, politieke partijen…hebben invloed op de didactische beginsituatie

Algemene beginsituatie

Belangrijk voor het ontwerpen van een langere onderwijsperiode, dus geldendvoor zeer veel lessen (niveau klas, grootte groep, leerstoornissen…)

Specifieke beginsituatie

Van belang bij het ontwerpen van een specifieke les of lessenreeks (hebbenleerlingen alles begrepen om iets complexer te doen, actuele gebeurtenissen…)

In kaart brengen van de beginsituatie

Door observatie, analyse, studie van het leerplan en eindtermen, interview metmentorEnkel relevante beïnvloedingsfactoren formuleren!

4

Page 5: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 5/31

Onderwijskunde

Hoofdstuk 3: doelstellingen leren kiezen en formuleren

1- Begripsomschrijving en belang van doelstellingen

Leerdoel= een intentioneel (doelgericht) en systematisch nagestreefde,wenselijke en realiseerbare gedragsverandering

Aan de hand van de doelstelling kan worden afgeleid of een formele dan wel eenmateriële vorming wordt nagestreefd.

2- Soorten doelstellingen

o Niveau van algemeenheid: bv. Eindtermen (door Vlaamse Overheidopgesteld op macro-niveau) leerplandoelstellingen (door verschillendenetten op meso-niveau) en lesdoelstellingen (door leerkracht op micro-niveau)

o Naargelang persoonlijkheidsdomein (dynamisch affectief,psychomotorisch en cognitief)

Leerkracht is gebonden aan de eindtermen van de Vlaamse Overheid enleerplandoelstellingen van het net waartoe je school behoort. Toch zal deleerkracht ook zelf een hele waaier aan na te streven doelstellingen kiezen belangrijk om rekening te houden met de harmonischepersoonlijkheidsvorming

2.1 Soorten doelen naargelang het niveau vanalgemeenheid

2.1.1Eindtermen en ontwikkelingsdoelen

Eindtermen= minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar achtvoor een bepaalde leerlingenpopulatie in het gewoon secundair onderwijs

o Vakgebonden eindtermen: worden herkenbaar in de leerplannenverwerkt => moeten worden bereikt

o Vakoverschrijdende eindtermen: worden gerealiseerd dmv meerderevakken of onderwijsprojecten => worden “nagestreefd” (controle nietecht mogelijk)

Ontwikkelingsdoelen= minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht,vaardigheden en attitudes die de onderwijsoverheid wenselijk acht voor eenbepaalde leerlingenpopulatie en die de school moest nastreven (maar nietworden bereikt => oncontroleerbaarheid)

o Vakgebondeno Vakoverschrijdend

5

Page 6: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 6/31

Onderwijskunde

Verschil tussen beide moet dus worden gezocht in de mate waarin verwacht kanworden dat het vooropgestelde doel is bereikt. Het niet bereiken van eindtermengeeft aanleiding tot een grondige analyse en bijsturing van de didactischeaanpak van de leerkracht.Uitgangspunten ET en OD voor het Secundair Onderwijs:

o Een volwaardige vorming aanbiedeno Recht doen aan verschillen: zorgbreedteo Ontwikkelen van het zelfconcept van de leerlingeno Leerlingen leren kiezeno Leerlingen leren samenleven

In de eerste graad van het secundair onderwijs:o Ontwikkelingsdoelen in de B-stroom (1e leerjaar B)o Eindtermen in de A-stroom

Er zijn enkel eindtermen en ontwikkelingsdoelen vastgelegd voor de vakken uitde basisopties, de beroepenvelden en het keuzegedeelte. => geen eindtermenof ontwikkelingsdoelen voor levensbeschouwelijke vakkenVakoverschrijdende eindtermen:

Één gemeenschappelijke stam, met 27 eindtermen opgedeeld in rubrieken.Er zijn 7 rubrieken of contexten:

o Lichamelijke gezondheid en veiligheido Mentale gezondheido Socio-relationele ontwikkelingo Omgeving en duurzame ontwikkelingo Politiek-juridische samenlevingo Socio-economische samenlevingo Socio-culturele samenleving

+ LEREN LEREN als vakoverschrijdende rubriek

o Verticale samenhang = opbouwend (van makkelijk naar moeilijker)o Horizontale samenhang= samenhang tussen verschillende vakken

nastreven

2.1.2Leerplandoelstellingen

Voor dagelijkse onderwijspraktijk zijn de eindtermen niet concreet genoeg =>moeten vertaald worden op het niveau van de verschillende onderwijsvormen(BSO, KSO, TSO en ASO) gebeurt in een LEERPLAN

o Worden netgebonden opgesteldo Hierin moeten de eindtermen en ontwikkelingsdoelen verwerkt zitteno Leerplan is voor inrichtende macht een mogelijkheid om zich duidelijker te

profileren wat de doelstellingen betreft en bevat daarnaast ook didactischesuggesties en differentiatiemogelijkheden

Correcte leerplan, rekening houden met1) Betrokken inrichtende macht (gemeenschapsonderwijs/stedelijk

onderwijs/provinciaal onderwijs officieel onderwijs)2) De onderwijsvorm (ASO/TSO/BSO)3) De graad4) Het leerjaar5) Het vak

2.1.3Lesdoelstellingen

6

Page 7: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 7/31

Onderwijskunde

Gelden voor een bepaalde les(senreeks) en worden door de leerkracht zelf gekozen en geformuleerd.

2.2 Soorten doelen naargelang het persoonlijkheidsdomein

Doelstellingen kunnen worden ingedeeld naargelang het gebied van depersoonlijkheid waarop ze hoofdzakelijk betrekking heeft.o Cognitieve domein (memoriseren, analyseren, inzien): kennis en

intellectuele vaardighedeno Psychomotorisch domein (beheersing van lichamelijke, motorische en

technische vaardigheden): lichamelijke en zintuiglijke vaardigheden,gepast hanteren van materiaal, leerkracht doet beroep op de motoriek v/dlln

o Dynamisch affectieve domein (het wilsmatige en/of affectieve, hetgevoelsmatige): betrekking op gevoelens, interesses, gerichtheden,attitudes, de wil, het sociale

Deze 3 ontwikkelingsgebieden moeten EVENWICHTIG ontwikkeld worden streven naar een HARMONISCHE PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING

o  Tijdens leer- en vormingsprocessen verschillende ontwikkelingsgebiedenaanspreken en aan alle 3 de domeinen werken

o De persoonlijkheid is “ondeelbaar”o Bv: ‘kunnen zwemmen in diep water’:

Veronderstelling dat men kan zwemmen (cognitief) Maar men moet dit ook durven (dyn. Aff.)

o Bv: verkeersregels Regels perfect kennen (cogn.)

Regels willen toepassen (dyn. Aff.)

3- Een classificatieschema voor doelstellingen: detaxonomie van De Block 

3.1 Omschrijving van het begrip taxonomie en nut van eentaxonomie

= hiërarchisch classificatiesysteem dat – gebaseerd op bepaalde principes- decategorieën van leerdoelen en de relaties ertussen aanduidt.

3.2 De taxonomie van De Block 

7

Page 8: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 8/31

Onderwijskunde

1- Gedragscategorieën

Telkens zowel cognitief, motorisch als dynamische affectief o Weten

o Inzien

o Toepassen

o Integreren: spontaniteit INTEGRALE VORMING

2- Inhoudscategorieën

o Feiten

o Bv: in Mol staat een kerncentrum

o De betekenis van de afkorting m.a.w.

o 1302= Guldensporenslag

o Begrippen: abstracties, termen, lichaamshoudingen, geluiden… Ordeningsmiddelen

o Een alliteratie, evenwicht, vierkant…

o Relaties: verbanden tussen inhouden

o Bv. Industrialisatie bevordert een hoge levensstandaard

o Structuren: meervoudige relaties, in schema voorgesteld

o Methodes: werkwijzen, technieken, oplossingsmethoden

o Attitudes: houdingen, instellingen FUNDAMENTELE VORMING

8

Page 9: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 9/31

Onderwijskunde

3- Transfercategorieën

o Vaktypische transfer: voor 1 vak geldendo Vrij algemene transfer: voor meerdere vakken geldend,

maar niet voor allemaal ALGEMENE VORMINGo Algemene transfer: voor alle vakken geldend

Omschrijvingen ideale vormingHarmonische vorming= zie boven (cogn., psych.mot en dyn.aff)Algemene vorming= ‘volwaardige’ vorming

o Relevante basisvorming: voorbereiding op kritisch-creatief functioneren insamenleving en uitbouw van persoonlijk leven

o Doorstromingsgerichte vorming: bereidt lerende voor o de vereisten vanvervolgopleidingen binnen en buiten het onderwijs

o Beroepsgerichte vorming: voorbereiding op vereisten die gesteld wordenaan de beginnen beroepsbeoefenaar

Integrale vorming: werken aan alle gedragsniveaus => leerling integreert

leerinhouden in persoonlijkheid en kunnen ze toepassen in dagelijks levenFundamentele vorming: leerlingen een brede en degelijke basis bijbrengen aanleerinhouden => zowel attitudegericht als kennisgericht

4- Formuleren van de doelstellingen

De leerlingen kunnen + inhoudsniveau + beoogde gedragsniveauBv: de leerlingen kunnen het verband tussen klimaat en plantengroep

uitleggenBv: de leerlingen kunnen de stelling v/d congruentie v/d driehoeken

bewijzen

Basisregels en voorbeelden p. 55-57

HOOFDSTUK 4: LEERINHOUDEN

= ‘leerstof die uiteindelijk in de lessituatie zal terechtkomen’ => micro-niveauNIVEAU LEERINHOUDEN TE VINDEN IN:Macro Eindtermen en ontwikkelingsdoelenMeso LeerplannenMicro Handboeken, cursussen, oefeningen

1- Keuze van de leerinhouden

1.1 Leerinhoud als doel

o Volgens didactisch materialisten moet inhoud centraal staan =>leerinhoud als een doel op zich

o Materiële waarde staat centraal => aanleren van bepaalde kennis envaardigheden

o Kwaliteit van school wordt hier gemeten adhv de kwantiteit aan gezieneleerstof 

o Bv. Basket spelen om de techniek van het spel te oefeneno Bv. Leerlingen kunnen het begrip ‘democratie’ uitleggen

9

Page 10: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 10/31

Onderwijskunde

1.2 Leerinhoud als middel

o Didactische formalisten: leerstof als middel tot vormingo Leerinhoud = toevallig, kan vervangen worden door een andereo

Bereiken van belangrijke vaardigheden en attitudes => algemeen inzichtverwerven, oplossingsmethode, redenering  formele waarde centraal

BEIDEN MOETEN AAN BOD KOMEN IN ONS ONDERWIJS => ZOWEL KENNIS ALSVAARDIGHEDEN ZIJN NOODZAKELIJK IN ONZE MAATSCHAPPIJ

2- Ordening van de leerinhouden

Ordening in vakken

Binnen een vak:

1) Cursorische ordening: zorgvuldige voortschrijding doorheen de leerstof => leerinhoud A als basis voor B…o = sequentiële opbouw: duidelijke opbouw van op elkaar volgende

samenhangende leereenheden (bv. Wiskunde en vreemde talen)o Overzichtelijk en volledig

2) Exemplarische ordening: ipv gehele leerstof te bespreken, neemt menbepaalde ‘exempels’, thema’s uit het leerplan

o Men kies fundamentele leerstofonderdelen die de essentie enmethode van een vak illustreren => grondige uitdieping

o Leerling in staat andere analoge leerstofonderdelen zelfstandig te

verwerkenBinnen een les:

1) Inductief : ordening van de inhoud van iets concreet, naar eenalgemeenheid

o Leerlingen doen kennis op via het afleiden van regels uitvoorbeelden (dus iets algemeen –regel- uit iets concreet halen)

o Van praktijk naar theorieo Van algemeen naar concreet

2) Deductief : vanuit theoretische basisprincipes worden bijzonderhedenafgeleid

o Van de regel vertrekken om voorbeelden te toneno Van algemeen naar concreeto Wiskunde en logica zijn deductieve wetenschappen (bv. Van axioma

komen tot een bijzondere stelling)

Totaliteitsonderwijs

Kritiek op vakkenonderwijs is de levensvreemdheido Door sterke scheiding in vakken ziet leerling de samenhang niet meer en

krijgt geen zich op realiteitMen probeert te komen tot een integratie van vakken zodat de werkelijkheidmeer in haar geheel kan worden beleefd

 Totaliteitsonderwijs= overkoepelende term voor de verschillende stromingen dieproberen leerinhouden uit verschillende vakken te groeperen rond een bepaald

thema of kernprobleemo Kleuterschool: belangstellingscentra

10

Page 11: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 11/31

Onderwijskunde

o Secundair onderwijs: PAV in beroepsonderwijs => vakken: samenhangendgeheel

o Projectonderwijso Modulair onderwijs (+ zie artikel)o Geïntegreerde werkweek

o Wereldoriëntatie in lager onderwijs

11

Page 12: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 12/31

Onderwijskunde

HOOFDSTUK 5: DIDACTISCHE WERKVORMEN

1- Inleiding

Behandelt de ‘hoe’ vraag van het didactisch handelen => op welke wijze wordt

het leer- en vormingsproces georganiseerd om de leerdoelen te bereiken= vrij duidelijk omschreven wijzen van omgang tussen leerkracht en leerling, methet oog op het effectief en efficiënt realiseren van bepaalde soorten leerdoelen

o Wat doet de leerkracht en wat doen de leerlingen om de doelstellingen tebereiken?

o Keuze van didactische werkvorm wordt vnl bepaald door doelstellingen endidactische beginsituatie

Vormingsactiviteiten: vertellen, voorlezen, voordoen, iets tonen, laten horen,beschrijven, uiteenzetten, uitleggen, samenvatten, vragen stellen, opdrachten entaken geven, observeren, stimuleren, controleren…

Leeractiviteiten: luisteren, kijken, vragen stellen en beantwoorden, vertellen,samenvatten, herhalen, oplossing zoeken, tekenen, beleven, noteren,interpreteren, mening geven, samenwerken…

o Met het oog op bereiken van bepaalde soorten gedragsveranderingenwordt op en typische combinatie van deze deelvaardigheden een beroepgedaan => op die manier ontstaan didactische werkvormen

Indeling werkvormen:Leerkracht centraal Leerling centraalMededelende-aanbiedende vormen

Gespreksvormen Zelfwerkzaamheidsvormen

DocerenDemonstrerenVertellen/voorlezen

OnderwijsgesprekLeergesprekKlasgesprekStellingenspelKringgesprek…

Opdrachtsvormeno Open en gesloteno Opdrachteno BZW (Begeleid

zelfstandigwerken)

o BZL (Begeleidzelfstandig leren)

Coöperatievewerkvormen

o Groepswerko Projectwerk …

Dramatischewerkvormen

o Rollenspelo simulatiespel

2- Mededelende- aanbiedende vormen

o leerkracht heel centraalo leeractiviteiten: BEGRIJPEN als doel actief leerproces (niet enkel

passieve kennisoverdracht)

12

Page 13: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 13/31

Onderwijskunde

[leer- en vormingsactiviteiten staan telkens schuingedrukt, niet zeker of ik zeallemaal vind]

2.1 Doceren

Wordt in hoofdzaak voor informatieoverdracht aangewend, waarbij leerkrachteen uiteenzetting geeft terwijl de leerlingen luisteren

o eenrichtingsverkeer (van leerkracht naar leerling)o luisterprestaties na 20 minuten namen sterk af 

Mogelijkheden (voordelen) Beperkingen (nadelen)

o geschikt voorinformatieoverdracht

o bereiken van cognitieve doeleno stof kan naast ‘weten’ ook

inzichtbevorderend zijno kracht van het woordo leerling is niet echt actief, maar

kan toch aanzetten totdenkactiviteit

o vergt weinig organisatorische enmateriële inspanningen van lkren school

o garandeert dat elke lln dezelfdeinfo krijgt aangeboden

o niet geschikt voor toepassen enintegratie

o weinig geschikt voor leren vansociale gedragsveranderingen

o basisdoelstellingen, weinigdifferentiatie

o gevaar verslapping aandachto lkr weinig zicht op wat in lln

omgaato lln= passieve luisteraaro makkelijk aanleiding tot

autoritaire instelling van lkr

2.2 Vertellen

Leerkracht wekt langs verbale weg concrete voorstellingen op bij de leerlingenvan wie hij verwacht dat ze actief luisteren => aangeboden verhalen zowelrealistisch als fictief 

o Initiatief gaat weer van lkr uit, maar meer nadruk op het scheppen van eenactief klimaat

o Doelstellingen van cognitieve aard staan meer op achterplano Variant= voorlezen

Mogelijkheden (voordelen) Beperkingen (nadelen)

o Illustratie van leerinhouden opcognitief vlak, maar ook geschiktvoor inleidend contact metdyn.aff leerinhouden

o Lln: gemotiveerdo Verhaal kan als hulpmiddel

dienen voor bv. Een opdracht inexpressiesfeer

o Lln wordt aangezet tot actief 

luistereno Oefening luistervaardigheid of luisterbereidheid

o Interessant om lln teintroduceren in nieuweleerinhouden of in contactbrengen met ideeën engevoelens. Lln weten wat anderevoelen, kunnen, kennen => dusgeen toepassing en integratie

o Gevaar blijft aanwezig dat menzich met gesproken woord alsexclusief medium van dezewerkvorm op een te abstractniveau beweegt.

13

Page 14: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 14/31

Onderwijskunde

o Nieuwe begrippen kunnenworden aangeleerd

2.3 Demonstreren

= een werkvorm waarbij leerkracht iets in zijn structuur en werking toont, ietsvoordoet, terwijl lln toekijken

Mogelijkheden Beperkingen

o Lln kan op aanschouwelijkemanier in contact komen metnieuwe leerinhoud

o Minder vermoeiend voor llno Aansturen op ‘weten’ en ‘inzien’o Laat reeds een bescheiden

‘toepassing’ toe vanonderzoeksvaardigheden(observeren, interpreteren,verklaren, voorspellen,concluderen…)

o Lln meestal geïnteresseerd engemotiveerd

o (voor illustrerende) demonstratieis een aanbiedende werkvorm=> vereis receptief gedrag vanlln

o Overzichtelijke opstelling: kan

vaak moeilijk zijn en veel tijdvragen

o Demonstratiemateriaal: kostelijken veroudert snel

o  Tijdens demonstratie nietmakkelijk om gedrag van lln inoog te houden

3- Gespreksvormen

o Gaat stapje verder dan enkel begrijpeno Interactie met leerling en ‘integreren’ van leerstof 

3.1 Onderwijsgesprek 

= een sterk geleid gesprek waarbij lkr de leerlingen, dmv vragen gebaseerd opvoorkennis, stapsgewijs tot nieuwe kennis en inzichten brengt.

o Gesprek wordt volledig geleid door leerkrachto Lkr stuurt niet aan op onderlinge gedachtewisseling tussen leerlingeno Stap voor stap specifieke kennis of inzichten bijbrengen adhv vraag en

antwoordo ‘socratische methode’

 Techniek vragen stellen:o Kennisvraag: herinnert lln zich feiten en definities?o Inzichtsvraag: kan lln feiten met elkaar combineren en met eigen woorden

beschrijven?o  Toepassingsvraag: kan lln technieken en regels toepassen?

Denk-o Analysevraag: kan lln het geheel ontleden?

vrageno Synthesevraag: kan lln voorspellingen doen, problemen oplossen?

o Evaluatievraag: kan lln mening geven over kwesties en waardeoordelengeven?

14

Page 15: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 15/31

Onderwijskunde

Doorvragingstechniek:Lln geeft antwoord dat voor lkr niet voldoet => lkr vraagt door bij dezelfde lln totantwoord voldoet

1- Toespitsen: ‘ik weet het niet’-antwoord, zeer zwak antwoordof antwoord dat geheel of gedeeltelijk foutief is•

Stellen van reeks vragen, wenken, hints• Verwijzen naar leerstof die gekend is• Lln stap voor stap in richting van goed antwoord

brengen2- Nader verklaren: zwak of onvolledig antwoord => leerkracht

zelf geeft geen extra info3- Relateren: antwoord is juist => kan in verband worden

gebracht met een ander onderwerp waarmee de llnenigszins vertrouwd is => lln helpen antwoord in een brederperspectief te zien = DENKVRAGEN

Doorspelingstechniek:o Deelname van lln vergroten door tijd, die lkr besteedt aan het stellen van

vragen, te verminderen

o 2 problemen dienen worden opgelost:o Soort vraag moet goed gekozen zijn => vragen waarop aantal

verschillende antwoorden mogelijk zijn + vragen waarbijmeningsverschillen mogelijk zijn

o Neiging om tijdens het doorspelen de vraag voor elke leerling teherhalen of anders formuleren, moet worden onderdrukt =>deelname van lkr moet verminderd worden

o Voordelen: leraar minder, leerlingen meer aan het woord + op langeretermijn: leerlingen kunnen reageren op elkaars antwoorden

Mogelijkheden Beperkingen

o Bruikbaar om lln in te leiden innieuw kennisgebied => doorvraag en antwoord elementairekennis aanbrengen en herhalen

o Lln wordt verplicht aandachtig tezijn

o Lkr kan uit antwoorden opmakenin welke mate lln meevolgen

o

Kan motiverend werken enbevordert het denkproces van llno Leerwinst kan groot zijn omdat

denkwijze wordt aangeleerd

o Moeilijk om lln tot volwaardiginzicht te brengen en tottoepassing van inzicht => lkrkan weg pogen lln via reeksvragen tot eindpunt te dirigerenen het beoogde verband latenformuleren, maar dit is geenechte inzichtelijk doorbraak =>eerder partieel

o Voorbereiding vraag tijdo Stelt hoge eisen aan lkro Geen simultane communicatie

mogelijk

3.2 Leergesprek 

= evaluatiegesprek: gaat na of lln stof begrepen hebben of bekijkt doorfoutenanalyse of de leerling een goede oplossingstrategie vond voor eenprobleem

o Uitgangspunt is m.a.w. een (complexe) probleemstellingo Gesprek leerling en leerkracht + leerlingen onderling

15

Page 16: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 16/31

Onderwijskunde

o Niveau van inzien en aanwenden van begrippen, structuren, methodes enattitudes

o Leergesprek vnl gebaseerd op foutenanalyse van llno ‘open’ karakter: niet te herleiden tot een vaste reeks aan de leerlingen

voor te leggen vrageno

Leerkracht nog steeds leidende rol => houdt leerdoel voor, biedtprobleemstelling aan, helpt tekorten ontdekken, organiseert samenwerkenen begeleidt besluitvorming

Mogelijkheden Beperkingen

o Laat toe tot volwaardigeinzichten en toepassingen tekomen

o Beroep op activiteit van llno Kansen tot individualisatieo Middel om algemeen vormende

leerdoelen te bereiken => toepvan fundamenteleoplossingsmethodes en attitudes=> grondigheid, kritischeingesteldheid aangemoedigd=>’leren leren’ => vorming

o Lln leren dat fouten maken zeerleerrijk kan zijn

o Neemt veel tijd ino Minder efficiënt voor elementaire

kennisoverdrachto Af te raden voor niet-

inzichtelijke, in te drillenleerinhouden

o Voorbereiding ook veel tijdo Stelt hoge eisen aan lkr wat

betreft stellen van goede vrageno Vragen moeten zeer goed

voorbereid zijn

3.3 Klasgesprek 

= hoofdzakelijk door leerlingen gevoerd en verloopt ook helemaal op niveau vande leerlingen. Leerkracht zoveel mogelijk op achtergrond.

o Leerlingen houden een gesprek over een door leerlingen zelf of doorleerkracht aangegeven onderwerp

o Klemtoon ligt op meedelen van  persoonlijke meningen en ervaringen

o Vnl dynamisch affectieve doelstellingeno Speciale vorm= kringgesprek : gesprek in een kring om oogcontact en

luistervaardigheid te bevorderen

Mogelijkheden Beperkingen

o Doet beroep op activiteit eninitiatief van leerlingen

o Sterk motiverend karaktero Leren omgaan met elkaar als

waardevolle doelstelling

o Kan weinig verhelderend zijn alshet gebruikt om basiskennis inte leiden

o Gesprek kan uitlopen op hol overen weer gepraat

o Levert pas echt effect op als deleerling geleidelijk met dit soortwerkvorm vertrouwd wordtgemaakt

4- Zelfwerkzaamheidsvormen

16

Page 17: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 17/31

Onderwijskunde

4.1 Opdrachtsvorm

= welkome afwisselingen in het klassikaal gebeureno Bedoeling de leerlingen de kans te bieden ongedane inzichten te laten

toepassen in gevarieerde situatieso Leerkracht leert lln ook zaken zelf te ontdekken

o Belang: zelfstandigheid is als maatschappelijke waarde heel belangrijkgeworden

o Draagt bij tot ‘leren leren’

Mogelijkheden Beperkingen

o Leerinhouden die zijn verworvenop een productieve en creatievemanier aanwenden in meer opensituaties => tot integratie

o Als huistaak kan het debeperktheid van een lesuurnuttig aanvullen

o Lln worden aangezet totzelfactiviteit

o Met taken kan men los vanelkaar werken, los van klasgroep=> praktische mogelijkheden(diff naar tempo, aanpak,doelstellingen…)

o Laten maken van huistakenheeft als gevolg dat zezorgvuldig moeten besproken envoorbereid worden in de klas +coördinatie noodzakelijk

o  Taken moeten geselecteerdworden obv nauwgezetteanalyse vangedragsveranderingen

o Er moet voldoende aandachtworden besteed aan de controleen nabespreking van deresultaten => confrontatie mettaak niet altijd genoeg

4.2 Coöperatieve werkvormen

Groepswerk 

Klas wordt ingedeeld in groepen die elk zoveel mogelijk onder eigenverantwoordelijkheid werken aan de uitvoering van een groepstaak 

o Lln denken gedurende bepaalde tijd intens na en werken aan een opdrachtdie zinvol aansluit bij vooropgestelde doelstellingen

o

Resultaat wordt nadien samengebracht tot een geheelSoorten:• Parallel groepswerk : klas opgesplitst in subgroepen die allen dezelfde

opdracht uitwerken• Complementair groepswerk : subgroepen werken aan verschillende

opdrachten => samenhang bij taakverdeling lkr en verslag vanverschillende groepen voor ganse klas

o Kunnen gecombineerd worden

Mogelijkheden Beperkingen

o Mogelijkheid tot breedtoepasbare methodes enattitudes (kritische zin,

o Kan snel hele didactischgebeuren domineren => wordtdan een doel op zich ipv middel

17

Page 18: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 18/31

Onderwijskunde

zelfstandigheid…)o Kans tot sociale vorming =>

harmonische vorming (overleg,hulpvaardigheid…)

o Kans op integratie van

leerinhoudeno Doet beroep op zelfactiviteit vande leerlingen

o Motiverend door o.a bepaaldevrijheid van werken enaangename van samenzijn

o Geeft meer kans tot inbreng vaneigen ideeën dan bij frontaalonderwijs

o Wordt vaak gebruikt terafwisseling, maar men staat nietecht stil bij relevantheid voordoelstellingen

o Leidt door het leerlinggericht

karakter makkelijk totonderschatting vanbegeleidingstaak van lkr

o Sommige lln presteren mindero Voldoende materiaal nodigo Veel voorbereiding van lkro Levert vaak rumoer op

Projectwerk 

Oplossen van allerlei problemen die sterk bij de motivering van lln aanleunen enin groepsverband worden behandeld

o Vakoverschrijdendo Heeft een ‘sociaal probleem’ als themao Mondt uit in actieo ‘creativiteit’ van leerling centraal

Dramatische werkvormen

Werkvormen die zich onderscheiden van de andere door hun typisch spel- en

rolkaraktero Lln kunnen door het spelen van een rol ervaringen opdoen die hen

motiveren om vooral sociaal-affectieve vormingsdoelen te integrereno Ook cognitieve doelen kunnen worden gerealiseerdo Meest gehanteerd zijn rollenspel en simulatiespel

BESLUIT: belangrijk dat alle werkvormen steeds in functie vandoelstellingen en didactische beginsituatie worden gekozen

HOOFDSTUK 6: DIDACTISCHE PRINCIPES

1- Motivatie- of belangstellingsprincipe

De leraar moet steeds trachten te leerlingen te motiveren en interesseren in eonderwijsleersituatie en leerinhouden. Het is hierbij belangrijk om aan te knopenbij de belangstelling en interessevelden van de leerlingen. => afhankelijk vanhun psychische en fysische rijpheid en milieu waarin ze vertoeven.

o Leerkracht vertrekt vanuit interesseveld van de leerlingen om tot eenbreder onderwerp te komen die nog buiten de interessesfeer van deleerlingen ligt

Leermotivatie: motieven die de leerling ertoe brengen leerdoelen na te streven=> 2 soorten:

o

Intrinsieke leermotivatie: wanneer een leerling geïntresseerd isin de leerstof of leeractiviteit op zich => motivatie is dan gericht opde bevrediging van de behoefte om te leren

18

Page 19: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 19/31

Onderwijskunde

o Extrinsieke motivatie: leren en kennis van de leerstof is vaakgeen doel op zich, maar eerder een middel om een ander doel tebereiken (bv diploma halen, aanzien…) => leren wordt dus indirectgemotiveerd

Middelen om leerlingen te motiveren in het onderwijs:o Leerkracht moet zelf ook gemotiveerd zijn en dat enthousiasmeoverbrengen naar leerlingen

o Vertel aan leerlingen waarom ze bepaalde zaken moeten leren en wat zeeraan kunnen hebben

o Voldoe aan het niveauo Breng variatie (zowel in werkvormen als leeromgeving als media als eigen

gedrag)o Wek nieuwsgierigheid opo Zorg voor een goede sfeero Stimuleer verantwoordelijkheid door een deel van de controle bij lln te

leggeno Straffen en belonen kunnen een oplossing zijn als de intrinsieke motivatie

moeilijk te ontwikkelen is => mag niet belangrijker worden dan leerdoel

2- Aanschouwelijkheidsprincipe

Stelt dat leerinhouden zoveel mogelijk zintuiglijk waarneembaar moeten wordenvoorgesteld.

o Om onderwijs ervaringsgerichter te makeno Indien aanschouwelijkheid niet voldoende naar voor komt spreekt men van

verbalisme

A.S.A- principe

Het denken verloopt in 3 fasen: van een aanschouwelijk via een schematischnaar een abstract stadium afkomstig van Duitse denkpsycholoog Selz, wordtook ‘Schichtentheorie’ genoemd

1) De aanschouwelijke faseo Denken op niveau van het concreet-zintuiglijk waarneembareo Weergeven van de concrete werkelijkheido Weinig aandeel van het verbaleo Bv. ‘het hefboomprincipe demonstreren met een koevoet’o Bv. ‘buitenspel uitleggen adhv videobeelden van een

voetbalwedstrijd’2) De schematische fase

o Geobserveerde werkelijkheid wordt ontdaan van alle niet relevanteaspecten

o De essentie wordt vereenvoudigd, geschematiseerdo Bv. Tekening van hefboomprincipe en schematische voorstelling van

buitenspel3) De abstracte fase

o Gebruik maken van zuivere begrippen, symbolen enordeningscategorieën waarin de wezenskenmerken zeer algemeenzijn samengevat

o Bv. Hefboomprincipe met formule weergeveno Bv. Begrip buitenspel met woorden uitleggen

19

Page 20: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 20/31

Onderwijskunde

o Om te komen tot abstractie best eerst aanschouwelijkheid enschematisering doorlopen

Functies van het aanschouwelijkheidsprincipe:o Aan de gang brengen, ondersteunen en controleren van het denkproceso Onderwijs aantrekkelijker en levendiger maken

3- Activiteitsprincipe

Stelt dat leren meer kans op slagen heeft als de leerlingen in het leerproces geenpassieve rol vervullen, maar er op een of andere manier actief bij betrokken zijn.

o Stimulering van activiteit van de leerlingeno Externe of uiterlijke activiteit: hoe jonger de leerling, hoe meer

behoefte aan motorische activiteit => via motoriek de leerling tot hetbegrijpen van de werkelijkheid laten komen

o Interne of innerlijke activiteit: tijdens de adolescentiefase wordtabstract denken mogelijk => verbaal en geestelijke activiteit

Functies:Het moet gericht zijn op de doelstellingen. Activiteit in het vormingsproces isnoodzakelijk om:

o Tot integratie van het geleerde te komen: loopt over weten, inzien entoepassen. => zelf doen, zelf verwerven, zelf proberen, zelf opzoeken…

o Tot algemene vorming komen: aanwenden en situeren van hetgeleerde binnen een breder verband => gevarieerde toepassing van hetgeleerde => lln kan zich een beeld vormen van de algemeenheidsgraadvan hetgeen werd nagestreefd => lln moet zelf ondervinden dat ietsbelangrijk kan zijn om gedrag te beïnvloeden

o Tot fundamentele vorming komen: streven naar integratie vanoplossingsmethodes en attitudes => er is een duidelijk verband tussenactiviteit, motivatie en belangstelling (motivatie en belangstelling wekkenof ondersteunen activiteit)

o Vergemakkelijkt het controleren en bijsturen van vormingsproces door lkro Zelfwerkzaamheid van lln => houdt zelfstandigheid in

Hoe activiteit brengen:o Gelegenheid bieden tot zelf denken, zelf ontdekken, zelf doen (zowel

extern als intern)o Actieve werkvormen, gevarieerde opdrachten, oefeningen materialen en

hulpmiddelen gebruikeno Lkr moet ook streven naar gunstig sociaal en emotioneel klimaat (waarin

leerlingen fouten mogen maken om eruit te leren)

4- Individualisatie- of differentiatieprincipe

Wil dat de leraar bij het lesgeven rekening houdt met de verschillen tussenleerlingen en dat hij het onderwijsleerproces afstemt op de behoeften enmogelijkheden van individuele leerlingen of groepjes van lln => hiertoe kan je alslkr differentiëren: concrete maatregelen nemen om tegemoet te komen aan deeigenheid van de llnMiddelen om te differentiëren:

o Individueel onderwijs: onderwijs dat aan één leerling wordt verstrekt,dus niet in klasverband geen goede oplossing om tegemoet te komen

aan de verschillen tussen de leerlingen omdat het ontwikkelen van sociale

20

Page 21: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 21/31

Onderwijskunde

en communicatieve vaardigheden alleen kan gebeuren in relatie metanderen => differentiatie mag dus geen sociale interactie uitsluiten

o Afzonderlijke scholen: bestaan van buitengewoon onderwijs => inspeciale scholen, waar kinderen op grond van hun mogelijkhedengegroepeerd zijn, zijn de mogelijkheden tot individualisatie groter

o

Externe differentiatie: door inrichten van niveaugroepen een meerhomogene klas verkrijgen toch een aantal bezwaren. Niveaugroepen:o Werken fixerend: overstappen naar hoger niveau gebeurt zeldeno Verbeteren de motivatie en leerprestaties v. goede en middelmatige

lln niet zo sterko Doen zwakke lln meer afzakken (moeraseffect): lkr verwacht te

weinig van deze llno Werken stigmatiserend: lln zijn zich bewust van inferioriteit en

superioriteito Blijken vaak homogeen te zijn naar milieu van herkomst => werkt

groepering id hando Werken een uniformiserende aanpak vanwege lkr in de hand

o Interne differentiatie: binnen moderne didactiek opteert men meervoor individualisatie met behoud van het heterogene klasverband menprobeert uit elke leerling zoveel mogelijk te halen in overeenstemming metzijn bekwaamheden en kenmerken, door het leerproces voor deverschillende leerlingen te differentiëren:

o Differentiatie naar doelstellingen: niet alle lln moeten zelfdedoelstellingen nastreven (bv minimumdoelen voor iedereen endifferentiële doelen)

o Differentie naar belangstellingo Differentiatie naar methodische aanpak: er zijn verschillen in leerstijl

per llno  Tempodifferentiatie

5- Geleidelijkheidsprincipe

Als leraar zijn onderwijsproces wil aanpassen aan de leerlingen en niet over hunhoofden heen wil praten, zal hij geleidelijk te werk moeten gaan. Dit impliceertdat doelstellingen slechts geleidelijk bereikt kunnen worden en dat hetonderwijsleerproces systematisch en geleidelijk moet worden opgebouwd.Gradaties:

o Van concreet naar abstracto Van gemakkelijk naar moeilijko Van bekend naar onbekendo Van bijzonder naar algemeen

(uitwerking p. 114 en 115)

6- Integratie- en herhalingsprincipe

Met integratie wordt bedoeld dat het nieuw geleerde moet kunnen aansluiten bijwat de lln reeds verworven hebben => elke nieuwe kennis, vaardigheid of attitude moet geïntegreerd kunnen worden in de gehele persoonlijkheid van delln

o Het persoonlijk verwerkt hebben van de lln en de spontane toepassing

ervan in wisselende omstandigheden Toepassingen van integratieprincipe:

21

Page 22: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 22/31

Onderwijskunde

o Leggen van verbandeno Aanbieden van voldoende structuur en duidelijkheido Oefenen, herhalen en toepassen van het geleerde in verschillende situaties

HOOFDSTUK 7: EVALUATIE

Begrip: Algemeen betekent ‘evalueren’: vaststellen wat iets of iemand waard iso In didactisch verband: nagaan van het resultaat en waarde van het leer- en

vormingsproces => dus nagaan in welke mate de leerdoelstellingen doorde leerlingen zijn bereikt

1- Functies van evaluatie

o De resultaatbepaling: bv toekennen van getuigschrift of attesto De plaatsing, oriëntering en selectie van lln: bv. Lln plaatsen in een

bepaalde niveaugroepo Het signaleren en diagnosticeren van tekorten of individuele

leerproblemen bij lln met bedoeling te remediëren. Bv het organiseren vanaangepaste oefeningen, herhaallessen

o De sturing van het onderwijsleerproces of aanbrengen van wijzigingen inhet didactisch handelen: bv het lestempo verhogen, leerstof aanpassen…

2- Vormen van evaluatie

2.1 Formatieve evaluatie en summatieve evaluatie

o Formatieve evaluatie: een voortdurende, tussentijdse evaluatiedie de basis vormt voor de optimalisering van hetonderwijsleerproces: het leerproces van de leerlingen en hetonderwijzen van de leraar Moet de goede vordering van het onderwijsleerproces kunnen

bevestigen of gebieden identificeren waar lln nog extra uitlegen begeleiding nodig hebben

Cruciaal is feedback, zowel voor lln als lkr (zowel eeninformatieve als motiverende als ondersteunende functie) Hoofdbekommernis is dus leerlingen helpen en begeleiden,

niet zozeer beoordeleno Summatieve evaluatie: gericht op resultaatbepaling =>

bedoeling is een eindoordeel uit te spreken over de leerprestatiesvan de lln: een globaal waardeoordeel, op grond van allebeschikbare gegevens (toetsen, observaties, taken…) Gaat na in welke mate de lln de gestelde doelen heeft bereikt

op einde van het leerproces Leidt tot beslissingen ivm functies 1 en 2 (resultaatbepaling

en plaatsing van lln) Essentieel is een kwaliteitsoordeel

22

Page 23: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 23/31

Onderwijskunde

Beoordelen => toelaten (welk vervolgonderwijs voor lln?) enafsluiten (welk eindoordeel kan worden uitgesproken overprestaties lln?)

2.2 Productevaluatie en procesevaluatie

o Productevaluatie: het vaststellen van het rendement of hetproduct van het onderwijs => men onderzoekt in hoeverre devooropgestelde leerdoelen zijn bereikt bij de lln die de leeractiviteithebben ondergaan

o Procesevaluatie: het didactisch handelen zelf ipv het rendement,tot voorwerp van evaluatie nemen => zoeken naar het waarom vaneen bekomen onderwijsrendement door de verschillendecomponenten (leerdoelen, did.beginsituatie, leerinhouden…) tebeschrijven en beoordelen Wordt ook nog in een andere betekenis gebruikt: in sommige

leerplannen wordt de term gehanteerd wanneer met niet het

eindresultaat van de leerling evalueert maar het proces datertoe heeft geleid

Proces- en productevaluatie zijn complementair:o Informatie bekomen door productevaluatie kan vragen doen rijzen over de

kwaliteit van het didactisch handelen zelf, die dan verder aanleiding zijntot procesevaluatie

o Lkr krijgt rechtstreeks via de procesevaluatie en onrechtstreeks via deproductevaluatie de nodige informatie waardoor hij zijn didactischhandelen kan bijsturen

Permanente evaluatie:

o Doel het continue karakter van de evaluatie te beklemtoneno Kan zowel summatief(alle evaluaties voor eindresultaat zijn duidelijk

gespreid) als formatief zijn (continue niet-sanctionerende evaluatie omvorderingen van lln zo goed mogelijk te begeleiden)

3- Fasen in het evaluatieproces

o Verzamelen van informatieo Het beoordeleno Het beslisseno Het rapporteren

Vb: Leerkracht laat lln een toets maken over de geziene stof van wiskunde(verzamelen). Maaike kan 9 van de 10 opgaven correct oplossen en de leerkrachtvindt dit een fantastische prestatie (beoordelen). Hij vraagt zich af of Maaike zichzou willen inschrijven voor de wiskundeolympiade (beslissen) en stelt haar devraag (rapporteren).(Uitwerking p. 122 e.v)

Verschillende soorten observatietechnieken:o Vrije observatie: men beschrijft systematische en zo exact mogelijk

handelingen die als betekenisvol worden beschouwd. Vb. leraar noteertongewoon gedrag: onverschillende leerling die ineens interesse toont in

iets observator moet onderscheid maken tussen de feiten en deinterpretatie van het gedrag

23

Page 24: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 24/31

Onderwijskunde

o Checklist: een inventarisblad met een reeks concrete beschrijvingen vanactiviteiten (deelvaardigheden) of gedragswijzen die een leerling moet (of zou moeten) stellen

o Beoordelingsschaal: of rating scale, laat toe aan te duiden in welke mateeen bepaald gedrag bij de leerling voorkomt => geobserveerde

gedragingen in graden te waardereno Beschrijvendeo Grafischeo Numeriekeo Grafische- numerieke schaal (zie p 132)

DE NIEUWE LERAAR

1- Historiek van het onderwijs in Vlaanderen

Unitaire staat België => in 1993: federale staato Gemeenschappen (Vlaamse, Franse, Duitstalige)o Gewesten (Vlaams, Waals, Brussels hoofdstedelijk)

In Vlaanderen vallen gewest en gemeenschap samen, dus 1 parlement en 1regering

 Tussen 1970 en 1993: 4 staatshervormingenFederalisering: impact op onderwijs in België:

o In 1989: een aantal bevoegdheden werden overgeheveld naar degemeenschappen, waaronder onderwijs: alle verantwoordelijkhedenbehalve:

o Bepaling van het begin en einde van de leerplichto De minimale voorwaarden voor het uitreiken van diploma’so De pensioenregeling

2- Vrijheid van onderwijs

Ondertekening schoolpact in 1958 (socialisten, liberalen en katholieken) =>schoolvredeOnderwijs is vrij:

o Vrijheid van inrichting van onderwijso Pedagogische vrijheid (10 criteria p. 165)o Vrije schoolkeuze en inschrijvingsrecht

3- Leerplicht

Leerplicht: In België is men verplicht om te lereno Leerplichtwet van 1983o Iedere minderjarige moet gedurende minstens 12 jaar leren

24

Page 25: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 25/31

Onderwijskunde

o Kind inschrijven is niet voldoende: er moet sprake zijn van een‘regelmatige leerling’

o Leerling die niet voldoet aan hoedanigheid van regelmatige leerling (p169) is een ‘vrije leerling’

o Controle op leerplicht door Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)o

Controle op inschrijvingeno Controle op regelmatige aanwezigheid

o Zolang een jongere leerplichtig is, is het verboden hem/haar arbeid tedoen verrichten (tenzij in kader van opvoeding of vorming). Vakantiejobdus maar mogelijk ten vroegste vanaf 15j.

o Leerplicht geldt voor alle kinderen die in België verblijven, ook voorkinderen van vreemde nationaliteit (vanaf 60e dag na inschrijving inregister)

o Kinderen zonder officiële verblijfspapieren hebben ook leerrecht, kunnendus niet geweigerd worden door scholen

Begin van de leerplicht- Vangt aan na zomervakantie van het jaar waarin het kind de leeftijd van 6

bereikt- Vanaf begin leerplicht wordt kind geacht regelmatig de school te bezoeken- Op leeftijd van 6 vatten kinderen eerste leerjaar in lager onderwijs aan

(start leerplicht)o ouders kunnen beslissen hun kind vroeger te laten beginnen in

lager onderwijs, nl na de zomervakantie van het jaar waarin het kind5 wordt. (advies van schoolhoofd en CLB)

o Ouder kunnen ook beslissen kind later te laten beginnen en het kindhet eerste jaar van de leerplicht in het kleuteronderwijs te latendoorbrengen

- Leerplicht dus vanaf 6 jaar. Kleuteronderwijs kan vanaf 2.5 jaar.

- Lager onderwijs: 7 jaar: langer niet wenselijk- Een leerling die 15 jaar wordt voor 1 januari van het lopende schooljaarkan geen lager onderwijs meer volgen

- Leerlingen die het LO niet met vrucht hebben beëindigd worden in het SOingeschreven in het 1e leerjaar B

Einde van de leerplicht- Leerplicht duurt 12 jaar- Maar leerplicht eindigt sowieso bij het bereiken van de leeftijd van 18

 jaar (in het kalenderjaar waarin leeftijd van 18 wordt bereikt: leerplichteindigt op 30 juni voor lln die reeds 12 jaar SO hebben doorlopen of leerplicht eindigt op dag van de 18e verjaardag zelf)

- Behaalt de jongere op jongere leeftijd (bv 16jaar) het diploma SO, daneindigt de leerplicht op dat ogenblik

School is geen plicht: men is echter niet verplicht naar school te gaano  Thuisonderwijs: onderworpen aan inspectie

4- Structuur van het onderwijs

25

Page 26: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 26/31

Onderwijskunde

Onderwijsniveaus:- Basisonderwijs: BaO- Secundair onderwijs: SO- Buitengewoon onderwijs: BuO

o 8 types: voor kinderen…: Met een licht mentale handicap Met een matige of ernstige mentale handicap Met ernstige emotionele en/of gedragsproblemen Met fysieke handicap Die opgenomen zijn in een ziekenhuis of op medische

gronden verblijven in een preventorium Met een visuele handicap Met een auditieve handicap Met ernstige leerstoornissen

o BuSo (Buitengewoon Secundair onderwijs): opleidingsonderdelen:1: sociale aanpassing2: Sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking3: Beroepsonderwijs4: Algemeen-, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs

- Hoger onderwijs: HO

Initiatieven van permanente vorming:VDAB, SYNTRA, OSP (Onderwijs Sociale Promotie), BIS (Begeleid individueelstuderen) …

5- Onderwijsbeleid

5.1 De Vlaamse Overheid

- Minister van werk, onderwijs en vorming (Vlaams Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel= Pascal Smet -SP.A))

- De Vlaamse Onderwijsraad (VLOR)

- Onderwijsinspectie

26

Page 27: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 27/31

Onderwijskunde

Entiteit curriculum= bevoegd orgaan binnen de overheid voor het opstellenvan de eindtermen en ontwikkelingsdoelen Ontwikkeling ET, OD en specifieke ET Ontwikkeling basiscompetenties voor lerarenopleiding Ontwikkeling studieprofielen

Ontwikkeling instrumenten voor kwaliteitsbewakingZe worden voorgesteld door de VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) en bekrachtigddoor het parlement

Pedagogisch Project= omschrijft de ideologische waarden die duidelijk, bewusten zonder enige vorm van indoctrinatie in elke gemeenschapsschool wordennagestreefd => biedt een referentiekader om lln te begeleiden in hun totaleontwikkeling tot mens als individu en als lid v/d gemeenschap PPGO= Pedagogisch project van het gemeenschapsonderwijs Gesteund op 7 pijlers (p. 204) + bijlage

Neutraliteit: gemeenschapsonderwijs is gehouden tot neutraliteit: eerbiedigingvan de filosofische, ideologische en godsdienstige opvattingen van de leerlingenen hun ouders. ‘neutraal’ wordt door grondwetgever niet opgevat als‘waardevrij’. Het GO is niet gebonden aan een levensbeschouwelijke richting of ideologische groep en staat open voor alle levensbeschouwingen (= pluralisme)

5.2 De onderwijsnetten

Er zijn 3 onderwijsnetten:- Gemeenschapsonderwijs (GO)- Officiële scholen

o Provinciaal onderwijs (POV)o Stedelijke onderwijs (OVSG)o Ander publieksrechtelijk onderwijs

- Vrije scholen georganiseerd door één of meerdere privaatrechterlijkepersonen

o Katholiek onderwijs (VSKO)o Andere privé-initiatieven (bv Steiner…)

Naar inrichtende macht worden 2 soorten scholen onderscheiden:- Officiële scholen, opgericht door openbare besturen- Vrije scholen, die niet officieel zijn (bv bisdom, vzw…)

Inrichtende

Macht/schoolbestuur OFFICIEEL ONDERWIJS VRIJ ONDERWIJS

OnderwijsnetGemeensc

haps-Onderwijs

Officiële scholengesubsidieerd door

provincies,gemeenten of 

anderepublieksrechtelijken

Vrije scholengeorganiseerd doorprivaatrechterlijke

personen

Financiering of subsidiëring

Rechtstreeks

gefinancierdGESUBSIDIEERD

Officieel

gefinancierd

Officieel gesubsidieerd

onderwijs

Vrij gesubsidieerd

onderijsIdeologisch Niet- Niet- Confessio Confessio Niet-

27

Page 28: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 28/31

Onderwijskunde

karakterConfessione

elconfessio

neelneel neel

Confessioneel

Schoolwerkplan (SWP)= enkel verplicht in het basisonderwijs, niet in SO Behandelt alle aspecten die belangrijk zijn om de visie van de school op

het onderwijs (het pedagogisch project) te implementeren in de praktijk, inde organisatie van de school, de opdeling van de leerlingen, de manier vanbeoordelen en rapporteren, de nascholing, het schoolreglement

Daarnaast bevat het een werkplanning voor een zeker periode waarbijbepaalde prioriteiten worden opgesteld als werkpunten

Verschillende onderdelen: o.a schoolcultuur, schoolorganisatie, organisatievan begeleiding … (p 207)

Scholengemeenschap= een verzameling verschillende scholen van eenzelfdeonderwijsniveau (basis- of secundair) die samenwerken op diverse vlakken.Kunnen scholen zijn met eenzelfde inrichtende macht of een verschillende,kunnen ook behoren tot verschillende onderwijsnetten. Vnl om doorstromingsmogelijkheden te vergemakkelijken voor leerlingen Valt onder verantwoordelijkheid van de betrokken schoolbesturen/

inrichtende macht en worden erdoor beheerd

Verder aan de hand van de doelstellingen

Aangeven welke basisprincipes van VSO ook in eenheidstype terug tevinden zijn:

- Verdagen van studiekeuze- Individueel gericht onderwijs- Gelijkwaardigheid van de verschillende vormen van het SO- Permanente begeleiding- Ophalen van socio-culturele achterstanden- Progressieve studieoriëntering- Betere voorbereiding op gemeenschapsleven- Betere voorbereiding op hoger onderwijs- Organisatie van de inspraak

Kunnen aangeven wat, binnen de structuur van het eenheidstype,centraal voor alle scholen geregeld is, wat de vrijheid van deinrichtende machten is, wat de vrijheid van de scholen is

- Centraal voor alle scholen: voor eerste graad, ongeacht net en school isde basisvorming vastgelegd die aan elke leerling moet verstrekt worden

- Vrijheid inrichtende macht: invulling van het aantal wekelijkse lestijdenvoor elk vak van de basisvorming en opvulling van resterende lestijden- Vrijheid school: ?

De algemene structuur van het SO schetsen (cursus ook schema p 214)

28

Page 29: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 29/31

Onderwijskunde

Eerste graad:- Eerste leerjaar A- Eerste leerjaar B- Tweede leerjaar eerste graad- Beroepsvoorbereidend leerjaar

 Tweede en derde graad telkens in ASO, TSO, BSO en KSOVierde graad enkel in BSO

Volgende begrippen situeren, verklaren en nader bespreken:o Voltijds/deeltijds secundair onderwijso Regelmatige/vrije leerlingen: zie boven ergenso Onderwijsvorm: ASO, BSO, TSO, KSOo Onderwijsniveau: SO, LO, Kleuter en HOo Basisvorming: opgebouwd uit een aantal vakken die aan elke leerling van

een bepaald leerjaar dienen te worden onderwezeno Basisoptie: groep leervakken die in het 2e leerjaar van de 1e graad een

bredere observatie en oriëntatie van de leerling mogelijk maakt. Llnopteert voor 1 optie (bv grieks, latijn, economie…)

o Beroepenveld: combinatie van technische disciplines die onderwezen

worden in een beroepsvoorbereidend leerjaaro Complementair gedeelte: zorgt voor evenwicht in het studiepakket (bv

projecten)o GIP: Geïntegreerde proef : bv eindwerk, het doelt op het

vakoverschrijdend karakter, er is verplichte deelname

Uiteenzetten welke elementen een schoolreglement zeker moetbevatten

- Studiereglement- Ordereglement- Tuchtreglement

- NIEUW: een engagementsverklaring (sinds september 2010)Vermelden wat de algemene doelstellingen zijn van de eerste graad SO

29

Page 30: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 30/31

Onderwijskunde

- Lln bepaalde werkmethoden en leerattitudes bijbrengen dmv min of meeruniforme leerpakketten

- Leergedrag van lln bestuderen

Weergeven wat de functie is van de onthaalperiode in het 1ste leerjaarDe leerlingen vertrouwd maken met de schoolomgeving, medestudenten, enleerlingen met specifieke onderwijsnoden of tekorten ontdekken

Doelstellingen 1e leerjaar B:- De in het basisonderwijs opgelopen achterstand bijwerken om

doorstroming naar A te vergemakkelijkenDoelstellingen beroepsvoorbereidend leerjaar:

- ‘observatieklas’- Leerlingen worden in contact gebracht met verschillende

“beroepenvelden”

Aangeven wat ‘met vrucht beëindigd’ betekent

- Conform de toelatingsvoorwaarden zonder enige beperking in het volgendleerjaar kunnen overgaan

Betekenis oriënteringsattesten A, B en C- Attest A: toegang tot volgend jaar zonder beperkingen- Attest B: toegang tot volgend jaar, met beperkingen- Attest C: blijven zitten

Toelatingsvoorwaarden 1e graad:A: houder van getuigschrift basisonderwijs, regelmatige leerling zijn (indien niet:beslissing toelatingscommissie)B: regelmatige leerling, diploma LO behaald of niet (correcte leeftijd hebben),gunstig advies van toelatingsklasseraad

Studiegetuigschriten en diploma’s:Getuigschrift:

- Na basisonderwijs- Na 1e graad voltijds SO- Na 2e graad voltijds SO- Dus na afwerken van een module- BSO: na 3e graad

Diploma:- ASO na 3e graad

- BSO: na volbrengen van een 7e

jaar

3 soorten klassenraden en de functies Toelatingsklassenraad:

- Toelaten van leerlingenBegeleidende klassenraad:

- Vorming en evaluatie van de vorderingen van een bepaalde groepleerlingen

Delibererende klassenraad:- Bekrachtiging van de studies

De 10 functionele gehelen

30

Page 31: ONDERWIJSKUNDE samenvatting

5/12/2018 ONDERWIJSKUNDE samenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/onderwijskunde-samenvatting 31/31

Onderwijskunde

1- Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen2- Leraar als opvoeder3- Leraar als inhoudelijk expert4- Leraar als organisator5- Leraar als innovator – als onderzoeker6- Leraar als partner van ouders of verzorgers7- Leraar als lid van een schoolteam8- Leraar als partner van externen9- Leraar als lid van de onderwijsgemeenschap10-Leraar als cultuurparticipant

+ oefeningen

+ onderwijshervormingen

31