Upload
s-theys
View
221
Download
5
Embed Size (px)
Citation preview
Reflexzonemassage volgens E. Dicke
S. Theys � Y. Delheusy
Keywords Dicke Elisabeth � massage reflexzone �reflexzonemassage � thermisch effect
Samenvatting
De ‘reflexzonemassage van het bindweefsel’ is een
methode, die haar oorsprong vindt in het jaar 1929. In
dat jaar leed Elisabeth Dicke aan ‘ernstige vaatspasmen
in haar beide benen’, waarbij men reeds wilde overgaan
tot amputatie van het rechterbeen. Zij genas echter zich-
zelf door de verhardingen te masseren, die zij waarnam in
het onderhuidse bindweefsel van haar benen.
Men dient zich hierbij te realiseren dat symptomen
van vasculaire stoornissen toentertijd vaak werd ver-
klaard in termen van vaatspasmen en vasomotorische
problemen. De massage van reflexzones vormde een
behandeltechniek, die goed in dit concept paste.
Met de ontwikkeling van de vaatchirurgie na de
Tweede Wereldoorlog raakte dit concept in het vergeet-
boek. Toch is men vandaag de dag nog steeds vanmening
dat reflexzonemassage de temperatuur van ischemische
extremiteiten verhoogt.
Onderzoek
Een onderzoek naar het thermische effect van reflexzo-
nemassage werd uitgevoerd bij 18 proefpersonen, waar-
bij metingen werden verricht op 36 onderste ledematen.
De proefpersonen werden in twee onderzoeksgroepen
verdeeld:
1. Groep I: 4 mannelijke patienten (tussen 62 en 71 jaar
oud), die elk een rechtse femoropopliteale bypass-
operatie ondergingen. Bij ieder van hen was er nog
een obstructie van de linker A. femoralis, gepaard
gaande met claudicatio-klachten.
2. Groep II: 14 gezonde proefpersonen, die in twee deel-
groepen werden onderverdeeld:
1. groep IIa: mannelijke en 3 vrouwelijke proefperso-
nen (tussen 21 en 25 jaar);
2. groep IIb: 2 mannelijke en 4 vrouwelijke proefper-
sonen (tussen 21 en 35 jaar).
Met behulp van een infraroodcamera werden tempe-
ratuurmetingen uitgevoerd op zes verschillende huidge-
bieden van de onderste extremiteit (distale derde deel van
de voorzijde van het onderbeen, voorzijde van de enkel,
hiel, voetzool, voor- en achterzijde van de grote teen).
Het onderzoek werd uitgevoerd bij een vaste omgevings-
temperatuur van 21˚C, omdat voeten zeer gevoelig zijn
voor temperatuurwisselingen.
Een eerste meting werd uitgevoerd op alle proefperso-
nen nadat men hen gedurende een half uur met ontblote
benen had laten acclimatiseren. De proefpersonen van
groep I en IIa ondergingen in twee opeenvolgende dagen
even zoveel massagebehandelingen van elk 30 minuten.
De behandeling bestond uit symmetrische technieken op
het bekken en specifieke trekken op de linker dij, welke
alleen de tweede dag werden uitgevoerd. Een eerste tem-
peratuurmeting werd onmiddellijk na de behandeling
verricht. De volgende metingen vonden 10, 20 en 30
minuten later plaats. Groep IIb fungeerde als
controlegroep.
S. Theys, e.a. Verkorte weergave, (*)Le massage d’Elisabeth Dicke [Annales de Kinesitherapie1992;19:357–362]Kinesitherapie vasculaire, Cliniques UCL deMont-Godinne, Yvoir, Belgie
Stimulus (1994) 13:183–184
DOI 10.1007/BF03075909
13
Resultaten
Demeetresultaten werden op tweemanieren verwerkt. In
de eerste plaats werden de begin- en eindwaarden binnen
de afzonderlijke groepen met elkaar vergeleken. In de
tweede plaats werden de verschillende groepen onderling
vergeleken.
Temperatuurverschillen binnen de groepen
1. Groep I: in 27% van de gevallen werd een significante
daling van de huidtemperatuur van het linkerbeen
vastgesteld (p<0,01); in 2% zelfs een zeer opmerkelijk
verschil (p <0,001). Dit effect was voornamelijk na de
eerste behandeling merkbaar. In het rechterbeen wer-
den daarentegen geen belangrijke verschillen
vastgesteld.
2. Groep IIa: na de eerste behandeling werden signifi-
cante temperatuurverschillen gemeten, voornamelijk
van het linkerbeen (links 29%; rechts 12,5%). Na de
tweede behandeling leverde bijna de helft van de
metingen wezenlijke verschillen op; het onderscheid
tussen links en rechts was hierbij minder uitgesproken
(links 45,8%; rechts 41,6%).
3. Groep IIb: slechts in een klein aantal gevallen was hier
sprake van opmerkelijke verschillen (14,6%).
Vergelijking van de groepen onderling
In het algemeen lagen de beginwaarden van de huidtem-
peratuur in groep I significant hoger dan in de andere
groepen. Het temperatuurverschil tussen de groepen I en
IIa bleef gehandhaafd na de behandeling. De tempera-
tuurdaling in groep I (pathologische gevallen) was echter
verhoudingsgewijs groter dan in groep IIa (gezonde
proefpersonen). Ook herstelde de temperatuur sneller
bij de gezonde proefpersonen dan bij de patienten met
arteriopathie.
Beschouwing
Zowel binnen de groep gezonde proefpersonen als bin-
nen de patientengroep werden na behandeling signifi-
cante temperatuurverschillen gemeten, in de zin van een
temperatuurdaling. Dit verschijnsel deed zich niet voor
bij de controlegroep. Deze vaststellingen komen overeen
met een eerdere studie van Gross (1969), die in 50% van
de gevallen een temperatuurdaling waarnam na de eerste
behandelingen. Gross meldt evenwel gelijkwaardige tem-
peratuurverschillen in beide benen, terwijl uit de boven-
staande studie blijkt dat de verschillen links meer
uitgesproken zijn dan rechts. Voor dit fenomeen is geen
duidelijke verklaring.
Conclusie
De reflexzonemassage pretendeert door vasodilatatie de
perfusie in een extremiteit te verbeteren. Hierbij kunnen
evenwel drie kanttekeningen worden gemaakt:
1. is dit vaatverwijdende effect mogelijk in geval van
gescleroseerde bloedvaten of vaten, die reeds door
autoregulatie gedilateerd zijn?
2. heeft vasodilatatie geen bloeddrukverlagend effect,
waardoor de perfusiedruk nog meer zou afnemen?
3. zou dit vaatverwijdend effect niet bij voorkeur optre-
den in de proximale gebieden, waar geen sprake is van
ischemie? Dit zou dan mogelijk geschieden ten koste
van de distale, slecht gevasculariseerde zones.
Deze drie bezwaren worden door de hier besproken
studie zeker niet weerlegd.
[93105 ’ vert. G.J. Carlens]
184 Stimulus (1994) 13:183–184
13