20
spinaal stenose

spinaal stenose

  • Upload
    vuphuc

  • View
    226

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

1

spinaal stenose

2

Inhoudstafel

Inleiding .........................................................................................................................3

Anatomie van de wervelkolom ...................................................................................4

Functie van de wervelkolom ........................................................................................5

Wat is spinaal stenose? ................................................................................................5

Oorzaak van spinaal stenose .......................................................................................6

Klachten bij spinaal stenose ter hoogte van de lumbale wervels ..........................6

Niet-chirurgische behandeling van spinaal stenose ................................................7

Wanneer wordt een operatie overwogen? ...............................................................7

Operatieve behandeling van spinaal stenose ..........................................................8

Risico’s verbonden aan spinaal decompressie ........................................................9

Realistische verwachtingen na een operatieve behandeling voor spinaal stenose .......................................................................... 10

Wat moet u doen als voorbereiding op de operatie? ......................................... 10

Wat moet u meebrengen naar het ziekenhuis? .................................................... 11

Verloop van de ziekenhuisopname ......................................................................... 12

Dag van de opname (dag -1) ................................................................................. 12

Dag van de ingreep (dag 0) ................................................................................... 12

Herstelfase .................................................................................................................. 14

Revalidatiefase .......................................................................................................... 16

Gouden regels voor rughygiëne ............................................................................. 17

Notities ........................................................................................................................ 19

Het orthopedisch centrum az groeninge Kortrijk .................................................. 20

De onderwerpen aangeduid in het vet zijn belangrijk en moet u zeker lezen.

3

Inleiding

Onlangs bent u op raadpleging geweest bij een orthopedisch chirurg in az groeninge die een spinaal stenose heeft vastgesteld waarbij een ingreep aangewezen is.

Voor u zich laat opereren, moet u goed weten waarom de operatie nodig is, hoe u zich moet voorbereiden op de operatie, wat de operatie inhoudt en hoe het herstel na de operatie zal verlopen. Deze folder kan u daarbij helpen.

U kreeg al wat informatie tijdens de raadpleging maar de ervaring leert dat de patiënt veel van wat op dat moment verteld wordt, snel vergeet.

Bovendien tonen studies aan dat een goed geïnformeerde patiënt actiever deelneemt aan het genezingsproces. Daardoor bevordert u het genezings-proces in de goede zin en vermindert u het risico op verwikkelingen.

Indien u of uw familie/directe naasten nog vragen hebben, kan u altijd terecht bij:

Nathalie De Donder, protheseverpleegkundiget. 056 63 35 [email protected]

4

Anatomie van de wervelkolom

De wervelkolom bestaat uit:

1. zeven cervicale wervels (ter hoogte van uw nek)2. twaalf thoracale wervels (ter hoogte van de borstkas) 3. vijf lumbale wervels (ter hoogte van de lenden)4. vijf sacrale wervels (vormen het heiligbeen)

Rondom de wervelkolom bevinden zich spieren en ligamenten.

Een wervel bestaat uit:• een wervellichaam (voorzijde wervelkolom) • een wervelboog met drie gewrichtsuitsteeksels (achter-

zijde wervelkolom) • een wervelgat waarin het ruggenmerg loopt (tussen

wervellichaam en wervelboog)

Tussen twee wervellichamen ligt een tussenwervelschijf en de facetgewrichten.

De wervelgaten liggen allemaal boven elkaar en vormen zo het wervelkanaal.

Tussen de wervels vertrekken zenuwwortels naar de ledematen, organen, huid …

wervelboog (met drie gewrichtsuitsteeksels)

wervelgat

facetgewrichten

wervellichaam

5

Functie van de wervelkolom

De wervelkolom heeft vele functies:

• Zorgt voor stevigheid van het lichaam. Zo ondersteunt het ons bekken maar ook onze schoudergordel.

• Beschermt het ruggenmerg. • Bezenuwt ons lichaam• Absorbeert schokken door de tussenwervelschijven • Zorgt voor evenwicht door de vele spieren en ligamenten die rondom de

wervelkolom liggen

Wat is spinaal stenose?

Voor de beschrijving van spinaal stenose ontleden we het woord.

SPINAALverwijst naar de wervelkolom.

STENOSEverwijst naar een vernauwing van een kanaal.

Dat is een vernauwing van het wervelkanaal of van het wervelgat waarin het ruggen-merg ligt en van waaruit de zenuwwortels vertrekken. Spinaal stenose gaat daarom vaak gepaard met een verhoogde druk op de zenuwen.

In deze brochure spreken we alleen over de lumbale spinaal stenose ofwel vernauwing van de wervelkolom ter hoogte van de lendenwervels of de lage rug.

vernauwing wervelkanaal

6

Oorzaak van spinaal stenose

Bij verschillende patiënten is zo’n vernauwing aangeboren.

Artrose in de rug kan echter ook spinaal stenose veroorzaken. Artrose of ge-wrichtsslijtage is een aandoenning die vooral voorkomt bij oudere mensen. Bij artrose in de rug kunnen de ligamenten verdikken en harder worden, doornach-tige uitsteeksels ontstaan op wervels, de tussenwervelschijven dunner worden ... Kortom, elke wijziging van de normale wervelkolom kan een vernauwing van het wervelkanaal of van het wervelgat veroorzaken.

Klachten bij spinaal stenose ter hoogte van de lumbale wervels

De vernauwing op zich veroorzaakt geen klachten. Het zijn de geklemde zenu-wen die de symptomen veroorzaken.

Bij spinaal stenose ter hoogte van de lendenwervels kunnen volgende sympto-men aanwezig zijn:• pijn ter hoogte van de lenden (lage rug)• uitstralingspijn vanuit de rug naar één been of beide benen• krachtsverlies ter hoogte van één been of beide benen• gevoelloosheid of tintelingen ter hoogte van één been of beide benen.• nachtelijke krampen De klachten ontstaan veelal bij het stappen, zelfs bij korte afstanden.Ze kunnen verminderen wanneer u gaat zitten, liggen of vooroverbuigt.

7

Niet-chirurgische behandeling van spinaal stenose

Dit onderdeel beschrijft een aantal niet-operatieve behandelingen. Ze helpen niet optimaal bij ernstige spinaal stenose.

• Pijnstillende en ontstekingsremmende medicatieMedicatie om ontsteking tegen te gaan om zo zwelling en pijn tijdelijk te onderdrukken.

• Fysiotherapie: kinesitherapie, ergotherapie, rugschoolKinesitherapie: bewegingsoefeningen gericht op het verstevigen van de spieren rond de wervelkolom en het optimaliseren en controleren van de flexibiliteit.Ergotherapie: aanleren van rugvriendelijke houdingen en bewegingen om het dagelijks functioneren te handhaven of te verbeteren.Dit alles kan de patiënt aanleren in de rugschool.

• Gebruik van een rugkorsetIndien kinesitherapie niet mogelijk is, kan u een rugkorset dragen. Het korset biedt steun aan de wervelkolom en kan het levenscomfort verbeteren.

• Epidurale infiltratieTijdelijke pijnverlichting door een inspuiting ter hoogte van de vernauwde zone.

Wanneer wordt een operatie overwogen?

Een operatie wordt pas overwogen als:• niet-operatieve technieken niet meer werken of onvoldoende effect hebben.• er sprake is van zwakte en gevoelloosheid ter hoogte van de benen.• er serieuze beperkingen zijn in het dagelijkse functioneren. • er nachtelijke krampen en pijn zijn.

8

• Laminectomie of laminotomieOm de spinale stenose te behandelen voert de chirurg een decompressie uit. Hij neemt een klein onderdeeltje van de aangetaste wervels weg. Zo ver-groot het wervelgat en daalt de druk op de zenuwen. Bij de laminotomie verwijderen we het bot maar aan één zijde van de wervelboog.

• FusieNa de decompressie plaatsen we bot-stukjes op het ruw gemaakt botopper-vlak. Die botstukjes zijn afkomstig van de laminotomie of

laminectomie en kunnen aangevuld worden met bot van de botbank. Bij de genezing van de wervelkolom zien we dat de botstukjes vergroeien met uw eigen wervelkolom.

• Bijkomende rugfusieBij een te uitgebreide decompressie kan de wervelkolom instabiel worden. Een bijkomende fixatie met schroeven en staven is dan nodig. Ook de tussen-wervelruimtes worden uitgeruimd en opgevuld met kooien (PEAK/carbon) gevuld met botstukjes.

zijaanzicht transforaminale toegangsweg vooraanzicht (fixatie met schroeven en staven én plaatsing van kooien)

Operatieve behandeling van spinaal stenose

Er zijn verschillende operatieve technieken. De chirurg kiest voor u de meest geschikte techniek. De keuze van de techniek is afhankelijk van de oorzaak van de spinaal stenose en de plaats. Hieronder beschrijven we de meest gebruikte technieken.

Bij elke techniek zorgt de arts voor een spinaal decompressie. Zo wordt de druk op de zenuwen opgeheven.

U krijgt een algemene verdoving.

voorbeeld: TLIF (= transforaminale lumbale interbody fusion) met plaatsing kooien en fusie

9

Risico’s verbonden aan spinaal decompressie

Zoals iedere chirurgische ingreep zijn er ook bij deze operatietechnieken compli-caties mogelijk. Een aantal acties kan de patiënt zelf ondernemen om de klachten te verminderen.

De belangrijkste risico’s

1. Reactie op de anesthesie: misselijkheid, hoofdpijn, braken

Actie patiënt: Volg het advies om en-kele uren voor de ingreep niet meer te eten/drinken/roken. Behandeling: medicatie

2. WondinfectieActie patiënt: Breng zeker uw arts op de hoogte mocht één of andere infectie aanwezig zijn. Indien u pijnlijke tanden heeft, ge-lieve naar de tandarts te gaan vóór u opgenomen wordt. Behandeling: antibiotica

3. Bloedklontervorming Actie patiënt: Tijdens uw verblijf draagt u antitrombosekousen (TED-kousen), wordt u aangemoedigd om te bewegen en krijgt u inspuitingen tot enkele weken na de ingreep.

4. Bloeding/hematoom/zwellingBehandeling voor bloeding: Druk-verband op de wonde plaatsen, toedienen van bloed Behandeling voor hematoom: zalf, pijnstillers ...

5. PijnEen goede pijnbestrijding bevordert uw herstel, maakt de kans op compli-caties kleiner en kan de ziekenhuis-opname verkorten. Behandeling: pijnstillers, ontste-kingsremmers en ijsapplicatie.Preventie: De verpleegkundigen zullen op regelmatige tijdstippen uw pijn bevragen. Via die bevraging kan u extra pijnstilling krijgen.

6. Zenuwbeschadiging

10

Realistische verwachtingen na een operatieve behandeling voor spinaal stenose

De meeste patiënten ervaren een vermindering van de pijn en een verhoging van de kracht binnen een jaar na de operatie.

• Preoperatief patiëntenboekje Tijdens de consultatie heeft u van de arts een patiëntenboekje gekregen. Met dat boekje gaat u naar de preope-ratief verpleegkundige. Zij geeft extra informatie over de ingreep en vraagt de kamer aan.

• Vragenlijst Om de operatie en de narcose veilig te laten verlopen, krijgt u vooraf een vragenlijst. Gelieve die lijst zo zorgvul-dig mogelijk in te vullen. Overleg best even met uw huisarts.

• Preoperatieve onderzoekenEen aantal bijkomende onderzoe-ken kunnen noodzakelijk zijn. Zo kan een standaard bloedafname en ECG gevraagd worden. Al die onderzoeken kan u vooraf laten uitvoeren bij de huisarts. U brengt de resultaten van die onderzoeken mee de dag van uw opname.

• MedicatielijstBij de opname is het belangrijk dat de verpleegkundigen goed weten welke medicatie u gebruikt. Als voorberei-ding op de opname zorgt u best voor een medicatielijst en brengt u die lijst en uw medicatie mee naar het zieken-huis.

• BloedverdunnersIndien u bloedverdunners neemt, zal uw huisarts nagaan welke u mag stop-pen én welke u eventueel tijdelijk moet opstarten.

• TandhygiëneIndien u pijnlijke tanden heeft, gelieve naar de tandarts te gaan vóór u opge-nomen wordt.

Wat moet u doen als voorbereiding op de operatie?

11

• ThuiszorgIn de eerste weken na de operatie kan u hulp nodig hebben bij het koken, wassen, onderhoud van uw huis, inkopen doen … U bekijkt best voor de operatie welke hulp u nodig kan heb-ben. Bij vragen kan u steeds terecht bij uw mutualiteit of de sociale dienst van het ziekenhuis.

Als u wenst te revalideren op de dienst revalidatie of in een hersteloord, moet u dat zo snel mogelijk aan de sociale dienst doorgeven. Hoe vroeger de so-ciale dienst de aanvraag kan regelen, hoe groter de kans dat er een plaats voor u vrij zal zijn.

Sociale dienst campus vercruysselaanDorine De Visschere: 056 63 68 56.

• Documenten - Identiteitskaart, verzekeringsformu-

lieren, aangifte arbeidsongeschikt-heid, bloedgroepkaart

- Resultaten bloedafname en eventu-eel ECG

- Preoperatieve vragenlijst - Medicatielijst

• MedicatieAls u medicatie gebruikt, neemt u die best mee naar het ziekenhuis. Bij inname van medicatie met een attest van de adviserend geneesheer, gelieve het attest mee te brengen. In het zie-kenhuis nemen we een kopie van dat attest.Neemt u bloedverdunners, dan moet u dat melden aan de arts en verpleeg-kundigen.

• Kleding en hulpmiddelen - Ondergoed en slaapkledij - Gemakkelijk zittende kledij - Kamerjas en gesloten pantoffels - Toiletartikelen - Platte, dichte schoenen - Antitrombosekousen (TED-kousen):

als u al eens geopereerd werd en u heeft witte steunkousen dan mag u die meebrengen.

Wat moet u meebrengen naar het ziekenhuis?

12

Verloop van de ziekenhuisopname

De ziekenhuisopname voor een operatieve behandeling van spinaal stenose volgt onderstaand schema. Aangezien we in az groeninge de zorg afstemmen op de zorgbehoeften van de patiënt, kan dat van patiënt tot patiënt licht verschil-lend zijn.

Dag van de opname

De dag van de ingreep wordt u op-genomen in het ziekenhuis. U moet zich aanmelden aan het onthaal. Daar wordt u afgehaald en begeleid naar uw kamer.

De dag van de opname moet u nuch-ter zijn. Dat wil zeggen dat u niet meer mag eten, drinken of roken gedurende enkele uren voor de ingreep. Dat wordt beschreven in uw patiëntenboekje.

Voorbereiding op de operatieAls u RX-foto’s, ECG, labo- en andere resultaten van onderzoeken bij u hebt, kan u die aan de verpleegkundige afgeven.

Bril, tandprothese, lenzen ... bewaart u in het nachtkastje. Juwelen, geld of an-dere waardevolle voorwerpen geeft u best terug mee naar huis of laat u thuis.

De verpleegkundigen van de ver-pleegeenheid brengen u naar het operatiekwartier. Daar maakt u kennis met de anesthesist en het verpleeg-kundig team. We plaatsen een infuus in de arm. Dat is nodig om u tijdens en na de ingreep de nodige medicatie (bijv. antibiotica, pijnstillers) te kunnen toedienen.

Verdoving Bij rugoperaties wordt telkens gekozen voor een algemene verdoving.

Na de operatieU wordt wakker in de ontwaakeenheid onder toezicht van de anesthesist en een verpleegkundige. Hier controleren we regelmatig uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en ademhaling. Boven-dien hebt u na de operatie een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht, antibioticum en eventueel bloed krijgt.

Indien u na de ingreep toch nog pijn heeft, aarzel dan niet om dat aan de verpleegkundige te melden. Zij kun-nen u dan de nodige pijnstillers geven.

Als u voldoende wakker bent en zodra uw conditie het toelaat brengen we u terug naar uw kamer.

Als neveneffect van de narcose is het soms moeilijk om te urineren. Naar-gelang de noodzaak wordt een sonde geplaatst om te plassen.

Op de wonde is een groot druk- en absorberend verband aangebracht.

13

Door de rugoperatie krijgt u de eerste dag verplichte bedrust. U mag zich draaien, maar alleen wanneer dat in blok gebeurt. Tijdens het eten mag u nog niet rechtop zitten.

Eén of 2 dagen na de ingreep

U mag vandaag beginnen met opstaan of rechtopzitten. Bij bepaalde patiën-ten doen we hiervoor een speciaal kor-set aan. Het opzitten moet geleidelijk aan opgebouwd worden. Eerst begint u met rechtopzitten tijdens het eten.

De kinesitherapeut en de ergothe-rapeut komen dagelijks langs. De ergotherapeut zal u helpen met het aanleren van draaien en transfers (bv. in en uit bed). U krijgt een zelfstandig-heidstraining als voorbereiding op uw thuiskomst. Bovendien leren we u aan hoe rugvriendelijk en rugsparend te functioneren.

Drie dagen na de ingreep

Ter controle van de ingreep nemen we vandaag een foto.

7 tot 8 dagen na de ingreep

De meeste patiënten verblijven zeven tot acht dagen op de orthopedische verpleegeenheid. Gedurende die periode werkt u aan uw herstel en bereidt u zich voor op uw vertrek. Verschillende disciplines begeleiden u hierbij: chirurg, kinesitherapeut, ergotherapeut, verpleegkundigen en sociale dienst.

14

Herstelfase

De herstelfase start vanaf dag 1 tot 4-6 weken na de operatie.

Tijdens de herstelfase willen we opnieuw een evenwicht bereiken tussen wat uw rug aankan en wat uw rug moet doen. Een korset kan hierbij een grote hulp zijn. Het is belangrijk om houdingen (liggen, zitten en staan) en bewegingen voldoen-de af te wisselen met rustpauzes voor de rug. De meest ontlastende positie voor de rug is rugligging met heupen en knieën in 90°.

Zitten is meer belastend dan liggen. Aanvankelijk mag u alleen opzitten om te eten (maximum 15-20 minuten). Na die inspanning gaat u opnieuw ‘rusten’ of lig-gen. U mag dat geleidelijk aan uitbreiden.

Uiteraard mag u ook stappen. Na het stappen gaat u opnieuw liggen om de rug te ontlasten van die inspanning. U mag dat geleidelijk aan uitbreiden.

Nog enkele gouden tips:• Draag vast en stevig schoeisel.• Zorg voor een vlotte stoelgang.• Hou uw armen tegen uw lichaam bij het hoesten.

Ruglig Horizontaal en recht liggen is een absolute must. Het is belangrijk om uw nek goed te ondersteunen door mid-del van een kussen. Uw armen plaatst u naast u.

Tijdens de opname kan u een rugligging krijgen met de knieën geplooid. Het is hierbij belangrijk dat uw knieën ter hoogte van het geplooide deel van uw bed lig-gen. Dat ontlast de rug.

Draaien en bloc• Knieën opgetrokken (voeten op bed)• Onder- en bovenlichaam tezelfdertijd

omrollen zodat uw rug tijdens deze bewe-gingsverandering recht blijft.

15

Aandoen van het korset

U draagt het korset altijd behalve als u in bed ligt. Hoe doet u het korset aan? Dat kan u best zelf doen, zittend op de bedrand of rechtstaand. Het korset is gemarkeerd zodat u weet welke zijde u bovenaan moet plaat-sen. Span het korset voldoende aan zodat het goed aansluit. Afhankelijk van het doktersvoorschrift is het met of zonder plastic vorm..

Zijlig (draaien naar zijlig: enkel en bloc)

U mag op uw zijde liggen maar u moet met bepaalde aandachtspun-ten rekening houden. Zo moeten uw achterhoofd, het borstkasgedeelte van de rug en uw zitvlak op één lijn liggen. U plaatst best een kussen tus-sen de knieën zodat die op dezelfde hoogte liggen als de heupen. Dat verhoogt de stabiliteit en bewaart de natuurlijke kromming.

16

Correct rechtopzitten

Aandachtspunten• Uw zitvlak moet tegen de rugleu-

ning komen.• Uw voeten steunen op de grond

of op een steunplankje.• De stoel heeft best armleuningen.• Een ruggensteun ter hoogte van

de lenden en eventueel in de nek is aangeraden

• U kijkt recht voor u.

Van zit naar rechtstaan

Aandachtpunten• U leunt schuin naar voor en duwt

gelijktijdig af op het zitmeubel of bed.

• Heup- en kniegewricht strekt u op hetzelfde moment.

Revalidatiefase

Bij het oefenen gaan we steeds een stapje verder maar de belasting van uw rug moet steeds in evenwicht staan met wat uw rug aankan. Een goede rughygiëne kan u maar bereiken wanneer u over voldoende fysieke conditie beschikt.

17

1. Houding: bewaren van de nor-male fysiologische kromming

Zo moeten uw achter-hoofd, het borstkasge-deelde van de rug en uw zitvlak zich op één lijn bevinden.

2. Bewegen: zo veel mogelijkHoudingen zoals staan en zitten zijn meer belastend.

Verplaats steeds uw voeten in de richting van uw neus.

Torsiebewegingen zo-als voorgetoond op de foto zijn nadeliger voor de rug. Wij raden aan om dat niet te doen.

3. Vertrek vanuit een goede en stabiele uitgangspositie

Zorg voor een goede spreidstand van de voeten.

4. Probeer zo veel mogelijk steun te nemen

Dat ontlast uw rug.

5. Vermijd heffen indien moge-lijk. Als u toch moet heffen, houd uw last dan zo dicht mogelijk bij het lichaam

6. Werk op de correcte hoogte

Gouden regels voor rughygiëne

Rughygiëne = maatregelen die de patiënt kan nemen om rugvriendelijk en rug-sparend te werk te gaan.

18

7. Probeer te buigen ter hoogte van de knieën en heupen

19

Notities

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

20

vzw az groeninge, zetel: Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk

t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69, www.azgroeninge.be

vu: Inge Buyse, Pres. Kennedylaan 4, 8500 Kortrijk

doc. 52723 - juni 2017

Het orthopedisch centrum az groeninge Kortrijk

Orthopedie, campus kennedylaanPres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijkt. 056 63 35 40 - route D041

dr. Joeri Barth: heup - trauma dr. Stefan Clockaerts: voet - enkel dr. Frederick Michels: knie - voet - enkeldr. Dirk Oosterlinck: heup - knie - rugdr. Guy Putzeys: trauma - schouder - bekkendr. Jan Van Cauwelaert de Wyels: schouder - kniedr. Jaap van der Maas: kniedr. Jan Van Der Bauwhede: knie - voet - enkeldr. Luc Vercruysse: heup - kniedr. Luk Verhelst: heup - schouder

Nathalie De Donder, [email protected], t. 056 63 35 70

Handgroep, campus loofstraatt. 056 63 35 80

dr. Marleen Dezillie: hand - pols - elleboogprof. dr. Filip Stockmans: hand - pols - congenitale handchirurgiedr. Jeroen Vanhaecke: hand - pols