08:45 - 10:10 Gastcollege door Gijs van Wulfen
10:10 - 10:25 Pauze
10:25 - 11:45 Brainstorm Technieken
Brainstorm Workshop
PAUZE
BRAINSTORM TECHNIEKEN“kwantiteit geeft kwaliteit” (Alex Osborn)
Di·ver·ge·ren (onov.ww.)Uiteenwijken
Con·ver·ge·ren (onov.ww.) zich naar één punt richten
GRONDREGELSHoe meer ideeën hoe beter
(Eerst kwantiteit, daarna kwaliteit)
Lever geen kritiek(Niks is fout, alles is goed)
Ego’s opzij zetten(Loop niet altijd voorop, geef andere de ruimte)
Manieren om een idee om zeep te helpen!Nee! Doe niet zo dwaas. Mag niet van Brussel. Het gaat toch goed zo? Dat is niet ons probleem. Denk er nog eens over na. Laten we realistisch blijven. Zet het eerst maar op schrift. Dat is in strijd met ons beleid. Daar zijn wij nog niet rijp voor. De minister zal er niets inzien. Laten we het in beraad houden. Sta je er garant voor dat het werkt. Sinds wanneer ben jij een expert geworden? Daar moeten we nog maar eens over praten. Als het echt een goed idee was, hadden anderen het al lang geprobeerd.
Brainstorming vraagt om een duidelijke leiding, de facilitator.
Problemen bij klassiek brainstormen
Herhaling zelfde ideeën (groepsdenken en bedrijfsblindheid) Deelnemers voelen zich niet gelijkwaardig
Men voelt zich niet op zijn gemak door onbekendheid met creativiteit De sessie wordt gedomineerd door 1 of 2 personen Deelnemers haken af omdat ze niet aan bod komen
Klassiek brainstormen moet in een groep Sommige mensen verschuilen zich in de groep en doen niet mee
Deelnemers vinden zichzelf niet creatief De facilitator geeft onvoldoende leiding
Deelnemers geven kritiek op ideeën Angst om plenair ideeën te noemen
TECHNIEK“Kruip in de huid van”
Kruip in de huid van(Rollenspel)
Creëren van andere invalshoeken(‘Out of the Box’)
Klantinzicht(Customer insights)
12-16 deelnemers(zowel intern als extern)
Interne deelnemers uit ‘ontdekkingsfase’
(VOORT methode)
Externe deelnemers(Bewust afwezig geweest bij ‘ontdekkingsfase’)
Faciliator(gids)
30 - 60 min
Stap 1: Concrete doelgroep reeds bepaald(noodzakelijk)
Stap 2: Deelnemers onderscheidendoelgroep in ‘types’ / ‘karikaturen’
Als voorbeeld:
“De (ogenschijnlijk) onverschillige tiener”“De linkse Greenpeace-idealiste”
“De 24/7 Xbox-gamer”“De bierzuipende brommerrijder uit Doetinchem” (met alle respect)
Stap 3: Personages verdelen onder de deelnemers
(individueel of in groepsverband)
Stap 4: Deelnemers brainstormen door de bril van het personage
Stap 5: Uitkomsten verzamelen
VoordeelDirecte benadering door bril van ‘de klant’
(customer insight)
NadeelInleven kan nooit het denken van een ‘echte
klant’ evenaren
TECHNIEKSCAMPER
Bob Eberle (1991)
Om voort te borduren op vorige ideeën(Na de eerste braindump)
7 verschillende invalshoeken(Verdiepende vraag per invalshoek)
12-16 deelnemers(zowel intern als extern)
Interne deelnemers uit ‘ontdekkingsfase’
(VOORT methode)
Externe deelnemers(Bewust afwezig geweest bij ‘ontdekkingsfase’)
Faciliator(gids)
+/- 60 min
Wat kan je aan de samenstelling, het materiaal, het uiterlijk, de grootte, etc van het concept vervangen?
S : Substitute (vervangen)
C : Combine (combineren)
A : Adapt (aanpassen)
M : Magnify / Minimize / ModifyP : Put to other use (ander gebruik)
E : Eliminate (weglaten)
R : Reverse / Rearrange (omdraaien)
S : Substitute (vervangen)
C : Combine (combineren)
A : Adapt (aanpassen)
M : Magnify / Minimize / ModifyP : Put to other use (ander gebruik)
E : Eliminate (weglaten)
R : Reverse / Rearrange (omdraaien)
Met welk product zou je jouw concept kunnen combineren zodat het beter wordt?
S : Substitute (vervangen)
C : Combine (combineren)
A : Adapt (aanpassen)
M : Magnify / Minimize / ModifyP : Put to other use (ander gebruik)
E : Eliminate (weglaten)
R : Reverse / Rearrange (omdraaien)
Content aanpassen aan iets anders of iets kopiëren uit andere sectoren?
S : Substitute (vervangen)
C : Combine (combineren)
A : Adapt (aanpassen)
M : Magnify / Minimize / ModifyP : Put to other use (ander gebruik)
E : Eliminate (weglaten)
R : Reverse / Rearrange (omdraaien)
Kan ik iets enorm vergroten, verkleinen of veranderen?
S : Substitute (vervangen)
C : Combine (combineren)
A : Adapt (aanpassen)
M : Magnify / Minimize / ModifyP : Put to other use (ander gebruik)
E : Eliminate (weglaten)
R : Reverse / Rearrange (omdraaien)
Kan ik het huidige concept ook voor iets anders gebruiken?
S : Substitute (vervangen)
C : Combine (combineren)
A : Adapt (aanpassen)
M : Magnify / Minimize / ModifyP : Put to other use (ander gebruik)
E : Eliminate (weglaten)
R : Reverse / Rearrange (omdraaien)
Kan ik iets weglaten?
S : Substitute (vervangen)
C : Combine (combineren)
A : Adapt (aanpassen)
M : Magnify / Minimize / ModifyP : Put to other use (ander gebruik)
E : Eliminate (weglaten)
R : Reverse / Rearrange (omdraaien)
Kan ik iets omdraaien? Binnenstebuiten keren? In andere volgorde zetten?
Verschillende invalshoeken waar je zelf niet zo snel aan denkt.
(Denk “out of the box”)
Om eens te wringen aan de karaktereigenschappen van je concept.
TECHNIEK“Gekke Dingen”
Creatieve techniek die volledig buiten het oorspronkelijke product ligt.
(Niet voor nuchtere, rationele denkers)
Terugkoppeling van de eigenschappen zorgen voor nieuwe productideeën.
12-16 deelnemers(zowel intern als extern)
Interne deelnemers uit ‘ontdekkingsfase’
(VOORT methode)
Externe deelnemers(Bewust afwezig geweest bij ‘ontdekkingsfase’)
Faciliator(gids)
+/- 30 min
Filmpie
Verrassende nieuwe verbanden
‘Out of the box’ denken
Valt totaal buiten de context
Terugkoppeling naar de opdracht
ANDERE (GEKKE)TECHNIEKEN
Negatief brainstormen
Denk eens andersom.
Probeer niet te verbeteren maar zeik je concept eens lekker af.
Mindmappen
Begin bij de stam en werk naar de punten.
Je bouwt voort op je vorige ideeën. Baseer je nieuwe ideeën op de oude.
Stripheld-analogie
Kruip in de huid van je superheld.
Hoe zou je superheld het probleem oplossen? Welke krachten heeft hij?
Beelddenken
Beeld zegt meer dan 1000 woorden.
Gebruik pen en papier of bijvoorbeeld klei.
BRAINSTORMWORKSHOP
20 minuten
KEUZEOPDRACHTWerk n.a.v. de korte workshop (‘gekke dingen’) tijdens de les een door jou
bedacht idee uit tot een productconcept met positionering en usp’s en voeg een kort verslag van de brainstormsessie bij
(750 woorden, 1 punt)
KEUZEOPDRACHTKies twee brainstormtechnieken uit het lijstje ‘B. Brainstormtechnieken
om te divergeren’ (pagina 165 uit ‘Nieuwe producten bedenken’, Gijs van Wulfen) uit en vertel waarom je juist met deze technieken het meeste
resultaat denkt te behalen.
(750 woorden, 1 punt)
KEUZEOPDRACHTNeem de resultaten van de korte workshop uit de les en koppel deze terug
naar je huidige project. Probeer met de resultaten uit de workshop nieuwe ideeën te genereren voor je project en werk deze uit.
(750 woorden, 1 punt)
KEUZEOPDRACHTSchrijf een essay met als onderwerp het verhaal van Gijs van Wulfen
tijdens het gastcollege. Ga in op zijn verhaal, analyseer de VOORT methode en geef hierover je eigen mening.
(750 woorden, 1 punt)