Al Markaz Auxilia Flux vzw Hand in hand Kipa Vita Word...E-mail: [email protected] Contactpersoon: Patrick Hoens Tel: 09/242 94 39 E-mail: [email protected] 7 Malajka Organisatie:

Afsluitend Rapport Inventarisatie Huistaakbegeleiding en Studiecoaching FICHES T.a.v. Adviesgroep Studiebegeleiding 24 oktober 2006

14

Overzicht fiches

1 Al Markaz Organisatie: Al Markaz, educatief centrum Statuut: vzw Naam contactpersoon: Brahim Laytouss Tel: 0472 660 780 e-mail: [email protected]

2 Auxilia

Organisatie: Auxilia Vlaanderen vzw - regio Gent Statuut: vzw (voor Vlaanderen) Adres: Italiëlei 189 bus 8, 2000 Antwerpen (Centraal secretariaat) Tel: 03 226 25 41 E-mail: [email protected] Website: http://www.auxilia-vlaanderen.be/ Contactpersoon: Renée Smet Tel: 09 357 75 56 (vrijdagvoormiddag) E-mail: [email protected]

3 Flux vzw Organisatie: vzw Flux Statuut: vzw Adres: Antwerpsesteenweg 742 – 9040 Gent Tel: / E-mail:[email protected] Website: www.studentenverenigingflux.be Contactpersoon: Özgür Balci E-mail: balci_özgü[email protected]

4 Hand in hand Organisatie: Hand-in-Hand /Gent /Groeikansen voor jongere nieuwkomers Statuut: Feitelijke vereninging Karperstraat 75, 9000 Gent Tel: 0498/08.68.36 e-mail: [email protected] Contactpersoon: Chris Bens Tel: 0498/08.68.36 e-mail: [email protected]

5 Kipa Vita

Organisatie: Kipa Vita Statuut: vzw Adres: Schooldreef 141, 9000 Gent


15

Contactpersoon: Mavambu Mavungu Tel: 09/230 86 27 – 0473/99 43 98 E-mail: [email protected]

6 ‘t Leebeekje

Organisatie: ’t Leebeekje vzw Statuut: vzw Adres: E. Dedeynestraat 2, 9000 Gent Tel: 09/ 242 94 39 E-mail: [email protected] Contactpersoon: Patrick Hoens Tel: 09/242 94 39 E-mail: [email protected]

7 Malajka Organisatie: Malajka Statuut: vzw in oprichting Adres: Broekkantstraat 30, 9051 Afsnee Tel: 0473/52 25 13 E-mail: [email protected] Contactpersonen: Katherine Verbeek - Martine De Smet Tel: 0473/ 52 25 13 - 0477/40 23 77 E-mail: [email protected]

8 Meters en Peters van de Rabotwijk Organisatie: Meters en Peters van de Rabotwijk/ Speel-o-theek Pipo (vzw Jong) Statuut: vzw Adres: Jozef II straat 104-106, 9000 Gent Tel: 09/234 36 53 e-mail: [email protected] Contactpersoon: Martine Van Limbergen Tel: 09/234 36 53 e-mail: [email protected]

9 Meridiaan vzw Organisatie: Meridiaan Statuut: vzw Adres: Stapelplein 46 Website : www.meridiaan.info Contactpersoon: Ali Simsek e-mail: [email protected]

10 Pim Pam Poentje Project: Pim Pam Poentje – vzw Jamklub Statuut: vzw Adres: Meulesteedsesteenweg 25


16

Tel: 09/251 30 43 e-mail: [email protected] Naam contactpersoon: Winny Deprycker Tel: 09/251 30 43 e-mail: [email protected]

11 Studiecoaching Meisjeshuis Brugse Poort Naam organisatie: Meisjeshuis Brugse Poort - vzw Jong Statuut: vzw Adres: Bevrijdingslaan 165, 9000 Gent Tel: 09/227 94 20 (Meisjeshuis) of 09/268 89 50 (vzw Jong) E-mail: [email protected] Contactpersonen: Maudlin Coussens (trajectbegeleidster)/Ingrid De Bock (Gebiedscoördinator BP) Tel: 09/227 94 20 (Meisjeshuis) of 09/268 29 50 (Trajectbegeleiding centraal) E-mail: [email protected] / [email protected]

12 Vrijwilligers Brugfigurenproject Rode Kruis Organisatie: Rode Kruis Statuut: Bomastraat 10 Tel: 09/225 61 79 Website: www.rodekruis.be/ NL/Activiteiten/SocAct/Kinderen/

Contactpersoon: Michel de Decker Tel: 09/372 85 66 E-mail: [email protected]


17

1. Al Markaz

Gegevens Organisatie: Al Markaz, educatief centrum Statuut: vzw Contactpersoon: Brahim Laytouss Tel: 0472 660 780 e-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? Deze vzw werd opgericht in 1999 door (moslim)jongeren en oud-studenten om socio-culturele activiteiten en vormingen te organiseren. Deze vormingen richten zich naar alle aspecten dus zowel over school en onderwijs als vormingen m.b.t het islamitisch geloof. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? De organisatie wordt bestuurd door een raad van bestuur (7 personen), bestaande uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. Voor de dagelijkse werking is per afdeling een (vrijwillige) verantwoordelijke aangeduid. Zo heeft men de bibliotheek, de jongerenwerking, de vrouwenwerking en de werking van de moskee. Deze mensen staan in voor de planning en organisatie daarvan. De beslissingen worden steeds op bestuursniveau genomen. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? De organisatie ontvangt geen structurele subsidies. De enige bron van inkomsten voor de organisatie zijn giften van sympathisanten en lidgelden (deze lidgelden worden enkel gevraagd van de moskeebezoekers) en extra inzamelacties in de moskee. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! Deze gelden worden enkel aangewend voor werkingskosten. Uiteraard zijn er bij de start van de werking ook investeringen in het gebouw gebeurd, doch eerder minimaal. Er worden geen personeelsleden betaald, alles gebeurd op volledig vrijwillige basis. Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? Zoals reeds hierboven vermeld, werkt de organisatie uitsluitend met vrijwilligers. Deze vrijwilligers werken allen mee op occasionele basis en zijn een 10 à 20 vrijwilligers op jaarbasis. Door het vrijblijvend karakter hiervan is het heel moeilijk om een degelijke en vaste planning uit te bouwen. Men ervaart vooral een gebrek aan professionele inzet om leerlingen van het secundair onderwijs op een kwalitatieve manier te begeleiden. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? Zorgen dat meer jongeren vanuit minderheidsgroepen een degelijk einddiploma behalen :

- stimulansen bieden om verder te studeren


18

- verhogen van het zelfvertrouwen om op die manier schoolmotivatie te bevorderen en schoolmoeheid tegengaan

- stimuleren om bepaalde richtingen (oa. A.S.O en T.O) vol te houden door het bieden van extra ondersteuning om op die manier het welgekende watervaleffect tegen te gaan

Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Momenteel is er enkel : examenbegeleiding Deze examenbegeleiding gaat enkel door in december en in juni. Op korte termijn wil men starten met het aanbieden van een aantal studiemomenten onder de vorm van twee groepen nl. een wiskunde groep en een taal groep. Om te starten zal elke groep om de 2 weken doorgaan, maar men wil deze begeleiding uiteindelijk opdrijven naar elke groep tweemaal per week. Deze begeleiding richt zich naar leerlingen van het secundair (met bijzondere aandacht voor de eerste graad van het secundair). Gezien de heel grote vraag van ouders en kinderen rond begeleiding basisonderwijs, wil men tevens ook starten met taalondersteunende groepen voor kinderen van het lager onderwijs (vanaf het 4de leerjaar) op zaterdag en zondag. Daarnaast zou men idealiter willen werken met een vast permanentiemoment op woensdag van 16u00 tot minstens 17u00 waarop ouders en leerlingen terecht kunnen met vragen rond onderwijs en terecht kunnen voor individuele hulp. Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Momenteel gaat enkel de examenbegeleiding door : Hiervan is er tot op dit moment nog geen schriftelijke registratie en opvolging. Er komen hierover wel heel wat positieve reacties van jongeren en ze stellen ook een grote tevredenheid vast bij de ouders. Men stelt bovendien duidelijk vast dat het zelfvertrouwen van de betrokken leerlingen en op die manier ook hun motivatie naar school beduidend toeneemt. Voor de rest is alles momenteel nog in een opstartfase en zijn hier nog geen resultaten over bekend.

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Voor de examenbegeleiding die reeds doorgaat (december en juni) : Hiervoor richten ze zich naar kinderen uit het basis- en secundair onderwijs. Ze richten zich naar alle kinderen en jongeren uit de buurt (vanaf het 4de leerjaar). Hetzelfde voor de initiatieven die ze willen opstarten : Ook hier willen ze zich niet enkel richten tot (moslim)kinderen, maar tot alle kinderen en jongeren en hun ouders uit de buurt (of daarbuiten indien deze via anderen meekomen). Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Voor de examenbegeleiding : Hiervoor bereiken ze in totaal een 18-tal jongeren. Voor het basisonderwijs (4de ,5de en 6de leerjaar) : bereiken ze 10 jongeren Voor het secundair onderwijs (vooral 1ste graad van het secundair) : bereiken ze een 8-tal jongeren. Voor beide groepen bereiken ze zowel jongens als meisjes en van verschillende nationaliteiten. Tot nu (gezien de bekendmaking vooral gebeurd door de eigen organisatie) bereiken ze enkel moslimkinderen en jongeren. Is de organisatie toegankelijk?


19

Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Van de deelnemers aan de studiebegeleiding wordt geen bijdrage verwacht. Dit is enkel verwacht van de moskeebezoekers of bij socio-culturele activiteiten die georganiseerd worden en waarbij soms een kleine bijdrage wordt gevraagd. Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Het educatief centrum is zeer goed gelegen omwille van haar centrale ligging tussen de gebieden Rabot, Brugse Poort en Wondelgem. Het is tevens een buurt waar zeer veel anderstalige kinderen en jongeren wonen + ook maatschappelijke kwetsbare kinderen en jongeren. Inschrijvingsprocedure? Intake? De kinderen, jongeren en ouders kunnen zelf naar het centrum komen. Op dat moment wordt een inlichtingenfiche ingevuld, zodat men weet wie waar te bereiken + ook nodig om in orde te zijn voor de verzekeringen. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Zoals reeds hierboven vermeld, kunnen de deelnemers rechtstreeks naar de organisatie komen en zich aanmelden met hun vraag/probleem/… Gezien de ligging naast de moskee komen er ook heel wat mensen voorbij of kunnen op die manier bereikt worden om zaken bekend te maken. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? De organisatie is opgenomen binnen de Unie van Moskeeën (maar dat is weinig relevant, want op Vlaams niveau). Daarnaast is de organisatie aangesloten bij VOEM en kunnen ze ook rekenen op ondersteuning vanuit Agora. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? Ook dit werd hierboven reeds aangegeven : de organisatie ligt vlak in een gebied waar heel wat mensen ook wonen en voorbij gaan. Door de dichte nabijheid van de moskee komen hier toch wel wekelijks meer dan 500 mensen voorbij. Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners? Buiten Agora zijn er momenteel nog geen andere partners gecontacteerd. Men wil op termijn zeker wel samenwerken met de diverse scholen waar de leerlingen naartoe gaan. Bovendien zou men het wenselijk vinden om meer uit te wisselen met andere initiatieven rond studiebegeleiding. Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? Men ervaart nu enorm de nood om vrijwilligers te kunnen vergoeden om op die manier meer continuïteit te kunnen garanderen en het minder vrijblijvend te maken. Zeker diegene die de coördinatie van deze onderwijswerking zal opnemen, is het nodig dat dit goed georganiseerd kan worden en dit kan niet altijd op volledig vrijwillige basis.


20

Nood aan degelijk meubilair : tafels en stoelen Nood aan een degelijke computer en geschikte programma’s voor leerlingen Het kunnen uitbreiden van de bestaande bibliotheek met geschikt opzoekmateriaal en lesmateriaal Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking?

- Het kunnen samenwerken (opzetten van een netwerk) met andere Gentse initiatieven rond studie- en huistaakbegeleiding zodat informatie en deskundigheid kan uitgewisseld worden

- Eventueel een brochure van alle initiatieven opmaken + informatie/materialenbank met ondersteuning door leerkrachten/pedagogen ?


21

2. Auxilia

Gegevens Organisatie: Auxilia Vlaanderen vzw - regio Gent Statuut: vzw (voor Vlaanderen) Adres: Italiëlei 189 bus 8, 2000 Antwerpen (Centraal secretariaat) Tel: 03 226 25 41 E-mail: [email protected] Website: http://www.auxilia-vlaanderen.be/ Contactpersoon: Renée Smet Tel: 09 357 75 56 (vrijdagvoormiddag) E-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? Auxilia Regio Gent ontstond 25 jaar geleden vanuit de werking van Auxilia Vlaanderen dat 70 jaar geleden ontstond in Frankrijk op basis van schriftelijke correspondentie tussen 2 motorisch zieke vrouwen. Initiatief waaide over naar Vlaanderen. In de jaren ’80 van schriftelijke contacten naar persoonlijke contacten overgegaan. Oorspronkelijk onder Caritas vleugel, nu in praktijk pluralistisch. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Auxilia Vlaanderen is een vzw met een RVB en AV en een centraal secretariaat waar 2 VTE werken. Auxilia Vlaanderen heeft in elke provincie 1 tot meerder regionale contactpunten. Zo is er voor Oost-Vlaanderen de regio Waasland en de regio Gent. Auxilia Vlaanderen verzorgt de algemene administratieve ondersteuning voor de regio’s, bijeenkomsten voor de regiocoördinatoren en ondersteuning aan de regio’s op aanvraag. De regio’s hebben voor de rest een vrij autonome werking. De regio Gent kan voor de regio-organisatie rekenen op een regiocoördinator (Renée Smet) en een regio-assistent (Rick Coone) en 1 persoon voor GSM-assistentie (Petra Torrekens). Deze 3 vrijwilligers hebben regelmatig overleg en nemen gezamenlijk de beslissingen voor de uitbouw van Auxilia Regio Gent, en bekijken samen welke begeleidingen kunnen worden opgenomen door welke vrijwilliger.


22

Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? Auxilia Vlaanderen stelt jaarlijks aan de regio’s een minimaal werkingsbudget ter beschikking op basis van een begroting die wordt opgemaakt door de regiocoördinator. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! Het werkingsbudget per regio wordt aangewend voor het betalen van telefoonkosten/postzegels, verplaatsingskosten (enkel regiocoördinator & -assistent), verbruik en vergoeding sprekers en vorming op de regionale vrijwilligersbijeenkomsten. Een andere vaste kost is de verzekering voor de vrijwilligers, deze polis wordt voorzien van Auxilia Vlaanderen. Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? Op de secretariaatsmedewerkers van Auxilia Vlaanderen in Antwerpen, werkt de organisatie volledig op basis van vrijwilligers. Regio Gent is de 2de grootste regio binnen Auxilia Vlaanderen en kan momenteel rekenen op een 40-tal vrijwilligers. Recent breidde hun vrijwilligersgroep aanzienlijk uit via een artikel en oproep in Libelle. De vrijwilligers worden daarnaast gerekruteerd via de website van vrijwilligersnetwerk, en regelmatige oproepen in Visie en Kerk en Leven. De vrijwilligerspool van 40 neemt de effectieve begeleiding op, de regiocoördinator en –assistent staan hoofdzakelijk in voor de organisatie en nemen af en toe een begeleiding op. De vrijwilligerspool is evenwichtig man/vrouw verdeeld, bestaat vooral uit mensen die nog niet/niet meer werken, kennen een minimale scholingsgraad, recent meer jonge mensen. Een minderheid heeft een pedagogische opleiding genoten. De regiocoördinator en –assistent (tevens vrijwilligers) staan in voor: - de opvang van de aanvragen tot begeleiding - een eerste bezoek aan de aanvrager en het uitklaren van de vraag - de kennismakingsgesprekken met de vrijwilligers - het afsluiten van de vrijwilligersovereenkomsten - het matchen van de aanvraag met de vrijwilliger - begeleiden van het kennismakingsgesprek tussen aanvrager en vrijwilliger - regio-overleg - 3 regionale vrijwilligersbijeenkomsten per jaar, waarvan minstens 1 vormingsmoment Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling?

Auxilia staat voor onderwijs voor wie nergens anders terecht kan. Het is een vrijwilligersorganisatie die kansarmen, zonder onderscheid van huidskleur of levensbeschouwing de kans geeft les te volgen. De "leerlingen" zijn personen voor wie elders geen enkele mogelijkheid bestaat of voor wie voorzieningen als alfabetiseringscursussen, basiseducatie of Tweedekansonderwijs onvoldoende uitgebouwd of onbereikbaar zijn. Indien er een mogelijkheid is, verwijst Auxilia door. Voor Auxilia verwijst het woord kansarm dus niet in de eerste plaats naar een tekort aan financiële middelen, maar ook naar een kansarme situatie.


23

Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? De regiocoördinator en –assistent checken of de cliënt inderdaad nergens anders terecht kan op een voor haar/hem haalbare manier. Zij matchen de vraag van de cliënt en het aanbod binnen de vrijwilligerspool. Ze brengen ook de vrijwilliger en de cliënt samen. De vrijwilliger begeleidt 1 (soms 2) aanvragers, dit gedurende 2u per week, in 1 of meerdere sessies. De vrijwilliger kan kiezen om de ondersteuning per week uit te breiden. Wanneer de begeleiding doorgaat, wordt afgesproken tussen vrijwilliger en cliënt. De vrijwilliger gaat in principe een engagement aan voor een volledig kalenderjaar, tenzij de aanvraag korter loopt. Na 1 jaar volgt een evaluatie en is een verlenging mogelijk. Het aanbod is niet vast omlijnd en varieert naargelang de vraag van de cliënt: alfabetisering, Nederlandse les, studiecoaching, huistaakbegeleiding, inhalen schoolachterstand, begeleiding studenten Centrale Examencommissie, … De vrijwilliger gaat naar de cliënt toe, thuis of in de instelling (instellingen bijzondere jeugdzorg, gevangenis, …) Indien er zich tijdens de begeleiding problemen voordoen, worden die opgenomen door de regio-coördinator. Die is bereikbaar voor zowel de vrijwilliger als de cliënt. Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Per cliënt wordt een intake-formulier bijgehouden door de regio-coördinator. Als de begeleiding ten einde loopt, wordt dit aangegeven. Indien het resultaat gekend, wordt dit genoteerd. Dit wordt niet systematisch bijgehouden, ook al heeft de regio-coördinator Gent hier interesse voor. Indien de cliënt in een instelling verblijft, kan wel makkelijker contact genomen om informatie te verzamelen . De vrijwilliger is hier beter van op de hoogte, maar wordt niet gevraagd dit systematisch bij te houden of door te spelen.

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Ruwweg kunnen volgende groepen cliënt worden van Auxilia: langdurig zieken of mensen met een handicap, analfabeten, mensen die het Nederlands onvoldoende beheersen, kandidaten voor de Centrale Examencommissie, gedetineerden, allochtonen en asielzoekers. De cliënten kunnen zowel volwassenen als kinderen zijn.


24

Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Momenteel bereikt de regio Gent een uitgesproken en groeiend aandeel allochtonen en etnisch-culturele minderheden (80 %), zowel volwassenen als kinderen. Dit ligt deels aan de vaste contacten die er zijn met KOMPAS (onthaalbureau Nieuwkomers) en de CLB’s als vaste doorverwijzers maar ook aan mond aan mond reclame die goed werkt in de verschillende gemeenschappen. Er lopen momenteel een 30-tal begeleidingen, waarvan een 20-tal aan kinderen en jongeren. Er zijn momenteel 8 nieuwe aanvragen . De aanvragers wonen hoofdzakelijk in Gent, een kleiner aandeel in de omliggende gemeentes. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Jaarlijks wordt er een dossierkost van 7.5 Euro aangerekend. Indien de aanvrager de dossierkost niet kan betalen, kan er aan Auxilia Vlaanderen een vrijstelling gevraagd worden. Er is ruime aandacht voor situaties van (kans)armoede bij de regiocoördinator. Daarnaast betaalt de aanvrager in principe de verplaatsingskosten van de vrijwilliger (ofwel kaartje openbaar vervoer of 19cent/km met auto). In praktijk worden deze kosten veelal vermeden door het beperken van de afstand bij het matchen van cliënt en aanvrager. De meeste vrijwilligers rekenen de verplaatsingskosten in ieder geval niet aan. Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Eens de aanvraag de regiocoördinator heeft bereikt, gaat men zowel voor intake als begeleiding aan huis (of naar de instelling). De regiocoördinator merkt wel op dat het ontbreken van een vaste locatie voor de regio, wel een soms een minpunt is op het gebied van bereikbaarheid; eerste contact moet per telefoon of mail. Verder is er ook voor de administratie of de vrijwilligers geen vaste verzamelen ontmoetingsplaats, waar documentatie bereikbaar is. Inschrijvingsprocedure? Intake? Er gebeurt een intake-gesprek zowel met de vrijwilliger als met de aanvrager. Bij de vrijwilliger is dit gericht op introductie van de werking en principes van Auxilia, ondertekenen van de vrijwilligersovereenkomst (inclusief huishoudelijk reglement), het verzamelen van informatie over beschikbaarheid en mogelijkheden van de vrijwilliger, praktische afspraken op het gebied van de begeleiding. Bij de aanvrager is dit gericht op het nagaan of de vraag niet kan worden doorverwezen, 1ste kennismaking, het invullen van het intake-formulier en het verzamelen van informatie over leeftijd, financiële mogelijkheden, genoten onderwijs, aanvraagreden, verwachtingen en praktische afspraken op het gebied van de begeleiding. De regiocoördinator heeft idealiter een aparte eerste ontmoeting met de aanvrager, alvorens er een kennismakingsgesprek tussen vrijwilliger en aanvrager is. Omwille van efficiëntie gebeurt dit soms tegelijkertijd. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? De regiocoördinator kan rechtstreeks worden gecontacteerd door een aanvrager. Er wordt ook vaak doorverwezen door Kompas of CLB.


25

Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? De regio is ingebed in de werking van Auxilia Vlaanderen vzw, die op haar beurt is ingebed in Auxilia Internationaal. De regio Gent heeft nog geen internationale contacten gehad. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? Indien het om een schoolgaand kind gaat wordt er actief link gelegd met school, vaak de zorgcoördinator, ook om te vermijden dat er taken of ondersteuning wordt opgenomen die binnenschools bereikbaar is. Omdat de begeleiding aan huis doorgaat is er ook intens contact met de ouder(s) van het kind. Er wordt, waar mogelijk, naar gestreefd, de ouder bij de begeleiding te betrekken, zodat ook zij (in)zicht krijgen op hoe ze hun kind kunnen ondersteunen. Sowieso is er aandacht voor de bredere context van het gezin, hierbij wordt soms doorverwezen naar of ondersteund bij het vinden van andere dienstverlening waar het gezin nood aan heeft. Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners? - Scholen, Kompas, CLB’s en OCMW als belangrijkste doorverwijzers. - Huis van het Nederlands en Centrum Basiseducatie waarnaar zelf doorverwezen wordt. - Kennen Mariam vzw als gelijkaardige werking. Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? - Een degelijke en toegankelijke materialenbank, didactisch materiaal - Een duidelijker zicht op wat scholen kunnen/moeten aanbieden (GOK-decreet, uren anderstalige

nieuwkomers, …) - Toegankelijk ondersteuningsmateriaal allerhande voor de vrijwilligers (nu is er enkel de jaarlijkse

vorming) Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking? - Grotere bekendmaking, met de kanttekening dat Auxilia en gelijksoortige initiatieven noden of

hiaten in het onderwijssysteem niet onzichtbaar mogen maken - Aantal vrijwilligers doen groeien - Vrijwilligers uit de allochtone gemeenschap rekruteren


26

3. Flux vzw

Gegevens Organisatie: v.z.w. Flux Statuut: vzw Adres: Antwerpsesteenweg 742 – 9040 Gent (Dit is het adres van de voorzitter,Özgür Balci, Flux zelf beschikt momenteel niet over een locatie.) Tel: / e-mail:[email protected] website: www.studentenverenigingflux.be Contactpersoon: Özgür Balci e-mail: balci_özgü[email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? Flux is een jonge organisatie (ontstaan in 2004) die opgericht werd door een groep vrijwilligers (studenten en oud-studenten) met als bedoeling de doorstroom van allochtonen naar het hoger onderwijs te vergroten. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Flux is niet hiërarchisch gestructureerd; Naast de raad van bestuur werken ze op het terrein met diverse werkgroepen die op gelijke voet staan. Deze werkgroepen hebben zelf beslissingsrecht. De resultaten uit de verschillende werkgroepen worden samen gebracht door een coördinator.

Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? De organisatie heeft tot nu toe slechts éénmalige subsidies ontvangen via de Koning Boudewijn stichting.


27

Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! De subsidies werden louter aangewend als werkingskosten voor het organiseren van projecten. Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? Flux is een vrijwilligers organisatie, momenteel werken ze met een 14-tal vrijwilligers. Vorig schooljaar werd getracht wekelijks met de volledige groep samen te komen. Dit is echter moeilijk haalbaar wanneer gewerkt wordt met vrijwilligers. Dit schooljaar zal men zich op een andere manier organiseren. Er zullen maandelijkse vergaderingen gehouden worden met de volledige groep, terwijl de werkgroepen op regelmatige basis zullen samen komen. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling?

- Het vergroten van de INSTROOM van allochtone jongeren in het hoger onderwijs. - Het vergroten van de DOORSTROOM door te werken aan de slaagkansen van allochtone

jongeren in het hoger onderwijs. - Het werken aan de UITSTROOM door de jongeren te begeleiden op weg naar de

arbeidsmarkt. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Op vlak van INSTROOM:

- Organiseren van infomomenten voor laatstejaarsstudenten uit het secundair onderwijs met als bedoeling de drempel te verlagen. Met de jongeren wordt het gesprek aangegaan rond de mogelijkheden en de moeilijkheden binnen het hoger onderwijs. De vrijwilligers spelen hierbij een rol als voorbeeldfiguren, door het delen van ervaringen kan de drempelvrees worden weggewerkt.

- Sensibiliseringsacties naar ouders toe. Om de instroom te verhogen is het belangrijk om ook de ouders te bereiken zodat zij hun kinderen steunen en stimuleren bij hun keuze voor het hoger onderwijs.

- Geven van informatie op scholen, in jeugdcentra,… - Begeleiden van jongeren bij het maken van een keuze. Alle info m.b.t. de praktische kant van

zaken. Hoe worden de lessen gegeven, het belang van studiepunten, monitoraat..

Op vlak van DOORSTROOM:

- Peter en meter systeem: studenten uit hogere jaren ondersteunen 1ste jaarsstudenten. Zij worden samen gebracht op een kennismakingsavond en worden ook individueel via FLUX met elkaar in contact gebracht. Hierbij is het geven van studietips en delen van ervaringen belangrijk.

- Informatie geven rond studiefinanciering. Op vlak van UITSTROOM:

- Op dit vlak is de organisatie nog bezig met het ontwikkelen van een aanbod. Er wordt gedacht aan verschillende pistes o.a. sollicitatie training, ervaringen uitwisselen,…

Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Momenteel heeft de organisatie nog weinig zicht op of toegang tot de inschrijvingscijfers/ laagcijfers,… De organisatie is nog te kortstondig bezig om hier reeds een analyse van te kunnen maken.


28

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen?

- Laatstejaarsstudenten uit het secundair onderwijs. - Studenten hoger onderwijs. - Afgestudeerden. - Uit Gent en de provincie Oost-Vlaanderen.

Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Ze bereiken laatstejaarsstudenten, studenten en afgestudeerden van allochtone afkomst voornamelijk uit de Turkse, Marokkaanse en Afrikaanse gemeenschap. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Er wordt jaarlijks 5 euro lidgeld gevraagd. Voor sommige activiteiten wordt een bijdrage gevraagd maar steeds aan democratische prijs. Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? De organisatie heeft geen eigen locatie men doet beroep op verschillende locaties voor vergaderingen en activiteiten. Studenten worden voornamelijk via de website gecontacteerd. Inschrijvingsprocedure? Intake? Afhankelijk van activiteit tot activiteit kan men via de website inschrijven maar de procedure wordt niet strikt gehanteerd. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Rechtstreeks via de website.


29

Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Federatie van zelforganisaties Oost-Vlaanderen (FZOVL) biedt logistieke ondersteuning. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe?

- Oudersensibilisering. - Samenwerkingsverbanden met: - Sovoreg (Hogeschool Gent)

- Secundaire scholen voor het organiseren van infonamiddagen, promotie, uitleg in de klassen.

- Onderhandelingen met de cel diversiteit van de Ugent om erkenning te verkrijgen. Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners?

- Sovoreg - Ugent - FZO-VL - Secundaire scholen - CLB’s

Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? Vanuit de organisatie:

- Door het feit dat FLUX enkel op vrijwilligers draait is het niet altijd mogelijk al hun ambities te realiseren. Verdere versterking is noodzakelijk.

- Een vaste locatie. Op maatschappelijk vlak:

- Vanuit de hogescholen en de universiteiten zelf zou er meer aan drempelverlaging moeten gedaan worden door jongeren meer concrete informatie mee te geven.

- Het CLB schat de kansen van allochtone jongeren soms verkeerd in waardoor ze niet juist georiënteerd worden.

Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking? De organisatie is volop bezig ervaringen op te doen. Zij hebben nog veel ambities die ze mits versterking hopen te realiseren. Bijvoorbeeld het verder uitwerken van het luikje uitstroom.


30

4. Hand in Hand

Gegevens Organisatie: Hand-in-Hand /Gent /Groeikansen voor jongere nieuwkomers Statuut: Feitelijke vereninging Karperstraat 75, 9000 Gent Tel: 0498/08.68.36 E-mail: [email protected] Contactpersoon:Chris Bens Tel: 0498/08.68.36 E-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? Hand-in-Hand ontstond na Zwarte Zondag (1991), als reactie op de groeiende verrechtsing van de samenleving. Hand-in-Hand ijvert voor een multiculturele samenleving, met respect voor iedereen en met aandacht voor de allerzwaksten. Speciale ondersteuning gaat naar vluchtelingen en mensen-zonder-papieren, en meer bepaald naar de kinderen. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Hand-in-Hand bestaat uit een groep enthousiaste vrijwilligers (oude én nieuwe Belgen), samen met vluchtelingen en mensen-zonder-paieren. Deze groep bestaat uit een 35-tal personen die ongeveer 1x per maand samenkomen. Tijdens deze vergaderingen worden problemen voorgelegd en wordt gezamenlijk naar oplossingen gezocht. Iedereen heeft een gelijke inbreng in de groep. Een 3-tal maal per jaar worden acties voorbereid, ter sensibilisering van de publieke opinie rond het thema vluchtelingen, en om fondsen te werven. Een kerngroep (ongeveer 5 personen) houdt zich ook bezig met de dossiers van vluchtelingen, i.s.m. advocaten, sociale diensten, ziekenhuizen, scholen, etc. Deze kerngroep vergadert 1x per maand samen met de vrijwilligers van Werkgroep Vluchtelingen Gent, om ervaringen uit te wisselen. Zij nemen ook deel aan studie- en vormingsdagen rond het thema van de asiel- en vreemdelingenwet. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig ? Aangezien Hand-in-Hand een FV is, is ze niet gesubsidieerd. Wel wordt de algemene werking jaarlijks ondersteund door een subsidie van vzw Welzijnszorg: in 2006 ontvangt Hand-in-Hand een subsidie van € 1.500,00 Verder dient Hand-in-Hand jaarlijks een project in bij de Koning Boudewijnstichting. Vorig jaar ontvingen we een subsidie van € 5.000,- voor ons project “Groeikansen voor Jongeren” (in het kader van de K-projectoproep: Nieuwe mensen, nieuwe kansen). Met dit project willen wij anderstalige kinderen en jongeren door allerlei buitenschoolse culturele activiteiten de kans geven om hun kennis van het Nederlands te vergroten en op die manier het risico op schoolse achterstand verkleinen. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! De subsidies komen volledig ten goede van de doelgroep. Er zijn geen personeelskosten, aangezien de groep uitsluitend uit vrijwilligers bestaat. Een zeer klein gedeelte gaat naar werkingskosten (fotokopieën, huur vergaderlokaal, telefoonkosten).


31

Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? Uitsluitend vrijwilligers. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? Hoofddoelstelling is: een samenleving zonder discriminatie of racisme. Aangezien vluchtelingen en meer bepaald mensen-zonder-papieren tot de meest kwetsbaren behoren, krijgen zij extra aandacht. Bedoeling is hen op alle mogelijke manieren te ondersteunen op hun weg naar erkenning. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Hand-in-Hand werkt op twee manieren: 1. Vorming

- Een aanbod van acties, te sensibilisering van de buurt (Valentijnsactie, Sinterklaasactie, ..) - Een vormingsaanbod naar scholen en organisaties, i.s.m het Wereldcentrum voor

Internationale Opvoeding, Volderstraat Gent : Kleur Bekennen voor scholen en Internationale Samenwerking voor organisaties.

2. Individuele ondersteuning van gezinnen en alleenstaande vluchtelingen :

- Dossierondersteuning (financieel, hulp bij samenstelling, etc.) - Huisvesting (betalen van huren, EGW, bemiddelen bij het zoeken naar een geschikte woning) - Onderwijs (inschrijving in scholen, contactpersoon voor scholen, schoolonkosten betalen,

huiswerkbegeleiding aan huis). - Gezondheid (begeleiding naar dokters en ziekenhuizen, systeem Dringende Medische Zorgen

uitleggen, betalen van niet-terugbetaalbare medische kosten) - Algemene ondersteuning: integratiebevorderend. - Vrije tijd : vooral voor de kinderen wordt gezocht naar zinvolle vrijetijdsbesteding:

lidmaatschap van jeugdorganisaties, sport, speelpleinwerking, vakantiekampen, teken-, muziek- of danslessen, Circusplaneet, bibliotheekbezoek met voorlezen aan huis voor de allerkleinsten, etc.

Hier doet Hand-in-hand zelf een aanbod naar de kinderen toe, maar er wordt ook ingegaan op vragen van de jongeren zelf. In het project ‘Groeikansen voor jongere Nieuwkomers’, biedt Hand-in-Hand Gent aan een 20 à 30 jongeren (tot 18 jaar) huiswerkbegeleiding, sociale, culturele en sportactiviteiten aanbieden waarmee ze hun vaardigheden en kennis kunnen ontwikkelen. De jongeren zijn (kinderen van) nieuwkomers die een achterstand oplopen in het onderwijs. Dat heeft deels te maken met taalarmoede, maar deels ook met de sociaal-economische achtergrond van hun ouders. De activiteiten zijn erop gericht om beide handicaps te verhelpen: bibliotheekbezoek gaat gepaard met voorlezen aan huis, bezoeken aan speel-o-theken leiden tot gezelschapspelen thuis met de ouders erbij, knutselmiddagen verlopen samen met Nederlandssprekende kinderen, huistaakbegeleiding gebeurt aan huis en betrekt de ouders erbij, etc. Dat vergt een grote inzet van vrijwilligers, onder wie sommigen zelf nieuwkomers zijn. Zij staan ook in voor permanente terugkoppeling naar de schooldirecties Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? De uiteindelijke doelstelling is een samenleving zonder discriminatie. Om deze doelstelling te bereiken zijn er veel tussenstappen: er wordt een Jaarverslag opgemaakt, waarin de vele kleine en grote tussenstappen worden geëvalueerd. Deze jaarverslagen kunnen op verzoek worden toegezonden.


32

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Doelgroep: vluchtelingen en mensen-zonder-papieren, met bijzondere aandacht voor gezinnen met schoolgaande kinderen. Locatie: het Gentse. Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Hand-in-Hand bereikt een grote waaier aan zeer verschillende mensen:

- Vrijwilligers, van alle leeftijden en overtuigingen (pluralistisch) - Vluchtelingen uit alle windstreken

Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Er wordt geen financiële bijdrage van de deelnemers verwacht. Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Ja. Inschrijvingsprocedure? Intake? Hand-in-Hand werkt op basis van vrijwilligheid. Er is geen inschrijving. De toegang is erg laagdrempelig. De ‘intake’ gebeurt zeer informeel: geïnteresseerden worden uitgenodigd op onze maandelijkse vergadering, die wordt voorafgegaan door een gezamenlijke (gratis) brunchmaaltijd Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Rechtstreeks toegankelijk. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Hand-in-Hand Gent is in feite een wijkcomité van VAKA-Hand-in-Hand nationaal, in Antwerpen. Hand-in-Hand Gent functioneert echter wel onafhankelijk van Hand-in-Hand Nationaal. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? De organisatie gaat uit van en werkt sterk vanuit het samenleven in de wijk. De organisatie werkt vanuit de leefsituatie van de gezinnen en houdt een nauwe band aan met de scholen van de kinderen. Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners? Er wordt nauw samengewerkt met Werkgroep Vluchtelingen Gent, maar ook met een aantal partners van de stad :

- asielzoekerdienst Gent - Transithuis - ING - Odicé - Toren van Babel - Stedelijke Integratiedienst - OCMW


33

Verder met : Liga voor de Mensenrechten, OXFAM, Amnesty, Kerkwerk Multicultureel, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, e.a. Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? De noden situeren zich op verschillende terreinen:

- Integratie door degelijk onderwijs, maar ook kansen tot ontwikkeling buiten de school - Huisvesting (één van de grootste knelpunten) - Communicatie met en vorming van de doelgroep: wij hebben de indruk dat dit veel te weinig

gebeurt, zodat vrijwilligers vaak de taak moeten overnemen van officiële diensten. Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking? Wij hopen onze werking te kunnen verderzetten en uitbreiden.


34

5. Kipa Vita

Gegevens Organisatie: Kipa Vita Statuut: vzw Adres: Schooldreef 141, 9000 Gent Contactpersoon: Mavambu Mavungu Tel: 09/230 86 27 – 0473/99 43 98 E-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? Het idee om studiebegeleiding te voorzien voor Afrikaanse kinderen en jongeren is twee jaar geleden ontstaan vanuit de Afrikaanse Raad. De concrete organisatie van de begeleiding werd dan opgenomen door Mavambu Mavungu die op vrijwillige basis een trekkersrol opnam. Twee anderen staan mee in voor de ‘dagelijkse werking’ van de begeleiding. De filosofie achter de organisatie is dat mensen voor een stuk zelf verantwoordelijk zijn voor hun integratie. Daarom werd geconcludeerd dat er inspanningen uit de Afrikaanse gemeenschap zelf moeten komen die leiden tot integratie. De beste manier leek om te starten bij de jeugd en hen te helpen om een goede schoolloopbaan op te bouwen zodat ze een goede baan kunnen vinden omdat er op die manier aan hun toekomst kan gewerkt worden en er een continuïteit kan gegarandeerd worden naar verdere generaties toe. Hoewel de organisatie nu twee jaar bestaat, moet de organisatie nog steeds groeien. Mensen weten nog steeds niet altijd even goed wat er precies aangeboden wordt. Men kiest ervoor om op een persoonlijke manier naar de gezinnen toe te informeren over de activiteiten in plaats van reclame of promotie te maken via allerlei andere kanalen. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Mavambu Mavungu zorgt ervoor dat lokalen beschikbaar zijn, werkt de methodiek uit waarmee gewerkt wordt en zorgt ervoor dat de kinderen die het nodig hebben ondersteuning krijgen door iemand in de buurt. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? Neen Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! Niet van toepassing. Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? De organisatie werkt op dit moment met drie vrijwilligers. Allen houden ze zich hoofdzakelijk bezig met begeleiding van kinderen en hun ouders, naast hun professionele beroepsactiviteit.


35

Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? De hoofddoelstelling van Kipa Vita bestaat erin om Afrikaanse kinderen en jongeren te begeleiden in hun studiekeuze, huistaken, manier van studeren, enz. vanuit de Afrikaanse gemeenschap om er op die manier te voor zorgen dat ze integreren in de maatschappij en een goede toekomst tegemoet gaan (goede baan). Hiermee wil men vermijden dat Afrikaanse mensen zich afzonderen en in slechte leefomstandigheden terechtkomen, wat op zijn beurt moet vermijden dat mensen zich gaan afzetten tegen de maatschappij. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Het aanbod richt zich naar twee doelgroepen, namelijk de kinderen en daarnaast hun ouders.

o Gericht op de leerlingen o Studiebegeleiding: hierbij wordt ondersteuning voorzien op inhoudelijk vlak van de

lessen, vooral op vlak van wetenschappen en taal (Nederlands). Voor Nederlands worden weekends in Nederlandstalige gastgezinnen georganiseerd om de leerlingen een ‘taalbad’ te geven. Daarnaast probeert men de kinderen en jongeren in contact te brengen met Nederlandstalige leeftijdgenoten.

o Huistaakbegeleiding: Vaak begrijpen leerlingen niet goed wat er van hen verwacht wordt in een huistaak. Mensen van Kipa Vita leggen het concept van het huiswerk uit en ondersteunen hen om eraan te beginnen. Er wordt duidelijk gesteld dat het niet de bedoeling is dat het huiswerk overgenomen wordt!

o Examenvoorbereiding: Hierbij werkt men vooral rond ‘leren leren’. o Studie-oriëntering: Veel kinderen en ouders kennen het Belgische onderwijssysteem niet

zo goed. Daarom wordt er ook veel belang gehecht aan het maken van een gefundeerde keuze inzake studie-oriëntering. Éénmaal had een ontmoeting plaats met Afrikanen die hier een goede en leuke job uitoefenen. Op die manier kunnen jongeren vragen stellen rond welke keuzes zij gemaakt hebben en welke invloed die gehad hebben op hun leven. Voorbeelden van bezochte beroepen zijn: advocaat, onderzoeker aan de universiteit, enz. Daarnaast wil men graag starten met bedrijfsbezoeken in zeer uiteenlopende sectoren, zoals metaal, transport, administratie, chemie, enz. zodat jongeren een realistisch beeld krijgen van wat een dergelijke job inhoudt.

o Informatica: Vaak hebben leerlingen een computer nodig voor het maken van huiswerk, maar kunnen zij hier thuis niet over beschikken. Door middel van computerklassen of sessies bij de begeleiders thuis wordt mogelijk dat leerlingen toch hun huiswerk kunnen maken. Daarnaast wordt bijvoorbeeld ook uitgelegd hoe een document kan opgesteld en opgeslagen worden of hoe je iets op het internet zoekt.

o Gericht op de ouders o Ouders worden zoveel mogelijk betrokken. Het gaat er eigenlijk om hen te

sensibiliseren rond het belang van de schoolloopbaan van hun kinderen de bijdrage die zij kunnen leveren tot het verbeteren ervan. Concreet gaat het stimuleren tot het nakijken van de agenda, naar het oudercontact gaan, interesse tonen voor de schoolresultaten enz.

De begeleiding heeft plaats in gehuurde lokalen, bij de mensen thuis of bij de begeleiders thuis. Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Nu zijn er 15 kinderen in begeleiding. De resultaten van de begeleiding worden opgevolgd door de resultaten van de kinderen te bekijken. Daarnaast is het de bedoeling dat de begeleiding van kinderen én ouders zich overbodig maakt doordat zij zichzelf leren behelpen. Vaak gebeurt het dat ouders de coaching van hun kinderen na verloop van tijd overnemen en de begeleiding overbodig wordt.


36

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Zij willen kinderen en hun ouders van de Afrikaanse gemeenschap in Gent bereiken. De kinderen moeten op de basisschool of middelbare school zitten. Prioritair voor begeleiding zijn nieuwkomers, waarbij thuis geen Nederlands gesproken wordt en waarbij kinderen heel weinig in contact komen met Nederlandstalige kinderen. De gezinnen worden gecontacteerd via de Afrikaanse Raad of door één van de vrijwilligers via de raad hun land (voor Kongo bijvoorbeeld Cobak-09). Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? De organisatie bereikt 15 kinderen en hun ouders van Afrikaanse afkomst. Hiervan zijn de helft van de gezinnen nieuwkomers. De andere helft van de kinderen kampt met leerproblemen, waarvan de helft kinderen waarvan de ouders gebrekkig Nederlands spreken en de andere helft betrekkelijk goed. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Neen Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? De drie personen die de studiebegeleiding voorzien, wonen elk in andere gebieden in het Gentse, namelijk Gentbrugge, de Muide en de Brugse Poort. Daarom kan de studiebegeleiding betrekkelijk dicht bij de woonplaats van de mensen plaatsvinden. Inschrijvingsprocedure? Intake? Er wordt gerecruteerd vanuit de zelforganisaties. Voornamelijk gaat het opnemen van nieuwe begeleidingen via via. Dit voor een stuk omdat indien de organisatie zeer goed gekend is, mensen ook weten in welke gezinnen er begeleiding is. Aangezien er in de Afrikaanse gemeenschap een vrij groot taboe ligt op kinderen die het niet goed doen op school is deze manier van recruteren dus het meest aangewezen (in plaats van openlijke publiciteit bijvoorbeeld). Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Het initiatief is rechtstreeks toegankelijk indien één van de personen aangesproken wordt. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? De organisatie is ingebed in vzw de Afrikaanse Raad Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe?

o Ingebed in de Afrikaanse gemeenschap door de samenwerking met de verschillende zelforganisaties.

o Ingebed in het gezinsleven door in het gezin zelf te komen o Ingebed in de wijk door de verspreiding van de drie medewerkers over heel Gent


37

Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners?

o Federatie voor zelforganisaties o COBAK-09 (landelijke organisatie Kongo) o Koninklijk atheneum (niet structureel)

Verschillende zelforganisaties (Soedanezen, Somaliërs, Senegalezen, Congolezen, enz.) Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair?

- Vrijwilligers: moeilijk om Afrikaanse vrijwilligers te recruteren. Mensen hebben vaak geen vaste job waardoor ze zich niet gemakkelijk kunnen engageren als vrijwilliger. De organisatie ziet het als een optie om studenten of leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs in te schakelen, maar het ontbreken van een onkostenvergoeding wordt hierin als een hindernis ervaren.

- ICT: nu wordt de huur van de lokalen gedragen door de initiatiefnemer, wat begint op te lopen. Hier kan financiële tegemoetkoming goed van pas komen.

- Nood aan een studieruimte met leermateriaal (zoals een computer, woordenboeken e.d.) Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking?

- Indien meer vrijwilligers zijn, zou de impact van het project veel groter zijn. - Door bezoeken aan bedrijven zouden jongeren nog bewuster kunnen kiezen wat ze later

willen doen. - Door ouders te betrekken in de begeleiding, moet de extra hulp zich uiteindelijk overbodig

maken.


38

6. ’t Leebeekje Gegevens Organisatie: ’t Leebeekje vzw Statuut: vzw Adres: E. Dedeynestraat 2, 9000 Gent Tel: 09/242 94 39 e-mail: [email protected] Contactpersoon: Patrick Hoens Tel: 09/242 94 39 e-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? De Kinder- en Jongerenwerking van ’t Leebeekje is ontstaan vanuit de speelpleinwerking, opgestart in 1982. Er was toen een nood aan speelpleinbegeleiding en speelpleinterreinen voor de kinderen van de wijk. In 1993 wenste men de werking ook tijdens het schooljaar gestalte te geven door het verhogen van het vrijetijdsaanbod voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Vzw ’t Leebeekje, die niet deelnam aan de schaalvergroting Jong vzw, neemt sinds 01 januari 2005 op contractuele basis opdrachten op voor vzw Jong. De begeleider van de KJW, die zelf in het onderwijs staat in de buurt, merkte op dat kinderen met schoolachterstand hun huistaken niet opnamen. Van daaruit ontstond het aanbod van huistaakbegeleiding. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Vzw ’t Leebeekje algemeen: werd gevraagd vanuit vzw JONG om de kinderen jongerenwerking in Nieuw Gent verder te zetten. De Raad van Bestuur van zowel Jong vzw als ’t Leebeekje, volgen samen de uitvoering van de opdracht op. De stuurgroep KJW bepaalt o.a. de grote uitgaven en stuurt de beide werkingen betreffende vrijwilligers, opdrachten, regels, enz. De werkgroepen KW en JW bepalen de dagelijkse werking o.a. uitwerken van de activiteiten. De huistaakbegeleiding, wordt naast het vrijetijdsaanbod van de KW en JW opgenomen door 1 van de professionele Jeugdwerkers (gesteund door stagiairs). Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? ’t Leebeekje ontvangt vanuit Jong vzw sinds 2005 een jaarlijkse toelage voor de inzet van 1,75 VTE voor het realiseren van een jeugdwerkaanbod op de wijk Nieuw Gent/Steenakker. Het aanbieden van huistaakbegeleiding behoort niet tot de opdrachten in deze samenwerkingsovereenkomst. Vanuit de nood die wordt aangeven, wordt dit wel blijvend aangeboden. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! 1/3 investerings- en werkingskosten Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? 2 betaalde krachten: ½ FTE + ¾ FTE 20-tal vrijwilligers Enkele stagiairs


39

Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? De hoofddoelstelling van ’t Leebeekje is het verhogen van het vrijetijdsaanbod voor de kinderen en jongeren van de Wijk Nieuw Gent / Steenakker, in het bijzonder voor kansarme kinderen en jongeren. Met de huistaakbegeleiding wil ’t Leebeekje in eerste instantie zowel voor de kinderen die aan de huistaakbegeleiding deelnemen als hun ouders een welbevinden over en bij school en schooltaken (opnieuw) mogelijk maken. De huistaakbegeleiding wordt dan ook aangeboden voorafgaand aan het vrijtijdsaanbod. Kinderen komen naar ’t Leebeekje om hun vrije tijd door te brengen, ze nemen deel aan de huistaakbegeleiding uit vrije wil. Vaak gebeurt dit in samenspraak met de ouders. Betere schoolresultaten is van secundair belang. In eerste instantie wil men in de huistaakbegeleiding de (over)druk die het schoolse gebeuren met zich meebrengt voor kind en ouder wegnemen. Zo ervaart de begeleider in kwestie dat er thuis niet altijd de juiste fysieke en mentale ruimte is voor het kind om huiswerk te maken. Sommige ouders kunnen de juiste ondersteuning niet aanbieden, en dit om verschillende redenen: de ouder kan niet de fysieke of mentale ruimte bieden, de ouder is niet bekend met de leerinhoud of beheerst niet voldoende Nederlands. De begeleider stelt ook vast dat voor de kinderen met thuistaal niet-Nederlands de taalachterstand vaak mee oorzaak is van de schoolse moeilijkheden of schoolse achterstand. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Wat? ’t Leebeekje onderneemt acties die passen binnen de volgende functies: ontmoeting, permanente groepsvorming, spel en sport, creativiteit, vorming en naschoolse begeleiding vanuit een emancipatorisch proces en waar de vrije tijd ‘fijn en zinvol’ wordt ingevuld. Wanneer? KW

- Schooljaar + korte vakanties: weekdagen van 16.00 tot 18.00, uitgezonderd op woensdag en korte vakantie van 14.00 tot 17.00

JW - Woensdagavond van 18.00 tot 20.00 en vrijdagavond van 18.30 tot 21.30

Speelpleinwerking - Grote vakantie, gedurende vijf weken van 13.30 tot 17.30

Waar? In de gebouwen en op het terrein van ’t Leebeekje. Hoe? Door een veilige omgeving te creëren met plaats voor een fysieke en psychische ruimte waarin jongeren en jeugdwerkers een gezamenlijke weg afleggen. De werking vertrekt vanuit en komt op voor de rechten en plichten, gelijke kansen en belangen van kinderen en jongeren. ’t Leebeekje wil in het omgaan met en het ondersteunen van hen zoveel mogelijk participatief te werk gaan. De naschoolse begeleiding wordt dagelijks aangeboden van 16.00 tot 17.00 uitgezonderd op woensdag én enkel voor de kinderwerking. De huistaakbegeleiding gaat door in een apart daartoe uitgerust lokaal, waar ook internet toegankelijk is. De huistaakbegeleiding wordt verzorgd door één vaste begeleider.


40

Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? De resultaten worden bijgehouden in het logboek. (Bijv. voor de studiebegeleiding: Aantal deelnemers + begeleider) Dat de taken gemaakt zijn is de meest zichtbare bijdrage die ’t Leebeekje biedt. Ook het opvragen van een lesje hoort erbij. Voor de kinderen, de ouders en de leerkrachten is dit een wezenlijke bijdrage. De grootste resultaatsmeter blijft wél een (verhoogd) welbevinden en tevredenheid bij de kinderen.

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Wie? De werking richt zich naar alle kinderen en jongeren van 6 tot 17 jaar uit de wijk Nieuw Gent / Steenakker, met een bijzondere aandacht voor de maatschappelijke kwetsbare groep. Profiel: Leeftijd, enz.? KW (totaal: 235) 68% jongens – 32% meisjes / 76% autochtoon – 24 allochtoon / 72% uit wijk Nieuw Gent-Steenakker / Schoolkeuze: 48 % uit de drie scholen van de wijk – 25% BLO JW (totaal: 70) 71% jongens – 29% meisjes / 63% autochtoon – 37% allochtoon /75% uit wijk Nieuw Gent-Steenakker / Scholingsgraad: 9%ASO – 33% TSO – 35% BSO – 20% BuSO – 3% LO De huidige ruimte die voorzien is voor de naschoolse begeleiding en de mogelijkheid tot tijdsinvestering van de begeleider laat een groep van 5 à 10 kinderen toe. Gezien de naschoolse begeleiding voorafgaand aan de KW wordt aangeboden, gaat het over kinderen uit de wijk. De meeste aandacht gaat naar kinderen uit het eerste en tweede leerjaar. Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Er worden 5 à 10 kinderen per keer bereikt. ¾ komt uit de groep die het moeilijk heeft op school en uit de beoogde kansengroepen. Het gaat vooral over kinderen met schoolse achterstand die lage resultaten halen. Sommige kinderen komen ook specifiek omdat de begeleiding gratis is. De begeleider merkt op dat er vroeger allochtone jongens op het aanbod ingingen, hij kan geen reden aanhalen voor het wegvallen van die groep. Hij ziet wel dat van allochtone meisjes meer wordt verwacht dan van jongens wat betreft schoolse prestaties en dat zij algemeen gezien ook beter schoolresultaten halen, gemotiveerder zijn. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Kinderen en Jongeren die deelnemen aan het vrijetijdsaanbod van ’t Leebeekje betalen 3 euro lidgeld per schooljaar. De naschoolse begeleiding is gratis.


41

Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? In de onmiddellijke omgeving – grootste afstand = 1,5 km Inschrijvingsprocedure? Intake? Onmiddellijke inschrijving en overlopen van de belangrijkste reglementen: respect voor mensen en voor het materiaal; bereid om oplossingen te zoeken bij moeilijkheden . . . De meeste kinderen komen op vrijwillige basis naar de werking en nemen niet deel aan de studiebegeleiding. Bij ¾ van de aanwezige kinderen in de naschoolse begeleiding nemen ze deel in samenspraak en op basis van afspraken met de ouders. Deze afspraken laten ook toe dat de kinderen deelnemen aan het vrijetijdsaanbod. Sommige kinderen mogen immers niet komen als het huiswerk niet af is, ook al kunnen ze niet altijd rekenen op begeleiding of ondersteuning thuis. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Randvoorwaarden om tot een bruikbaar aanbod te komen zijn vervuld: lage drempel, hoge continuïteit van de werking, kennis en vertrouwen van de doelgroep, veel vaste begeleiders (ook vrijwilligers) die zich meerdere jaren engageren. De kinderen moeten zich nooit inschrijven om hun huistaken te maken. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Vanuit haar opdracht van buurtgericht en complementair werken, is ’t Leebeekje ingebed in de buurt en haar organisaties en werkt ze ook samen met JOC Nieuw Gent (Jong vzw). Voor de naschoolse begeleiding wordt er niet specifiek samengewerkt met andere organisaties. Vroeger werden er wel kinderen vanuit de school doorverwezen naar de naschoolse begeleiding, dit gebeurt niet meer. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? Ligt in de wijk en is ingebed in het vrijetijdsaanbod aan kinderen vanuit ’t Leebeekje. Is open aansluitend op de schooltijd, maar er wordt niet actief samengewerkt met de school. De scholen zijn wel op de hoogte van het aanbod (Pandaschool en 2 St-Paulusscholen). Heeft zeker tot doel het gezinsleven ten dele te verlichten voor kinderen ouders uit kansengroepen. Er wordt wel niet actief naar de ouders gewerkt vanuit de naschoolse begeleiding. Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners? Vzw JONG / scholen (informeel) / buurtcentrum en welzijnsbureau Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair?

- Allochtone kinderen wordt de laatste twee jaar niet bereikt om hun huistaken te komen maken. Jongens lijken het meer nodig te hebben dan meisjes.

- Er is wellicht ook nood aan studiecoaching van tieners. - De begeleider ziet een grote nood in de groeiende schoolachterstand bij kinderen en

jongeren, vooral van allochtone afkomst, omwille van taalachterstand. Ondanks het feit dat de kinderen al van op kleuterleeftijd in het onderwijs stappen, is er een grote taalachterstand bij veel kinderen voor wie de thuistaal niet-Nederlands is. Dit heeft volgens de begeleider een niet te onderschatten negatieve invloed op de schoolresultaten. Kinderen in concentratiescholen


42

krijgen nog minder oefenruimte omdat ook op de speelplaats de eigen taal wordt gesproken.

- Dit gaf ooit aanleiding tot een project waarin via de PC spelenderwijs een stuk basiskennis in het Nederlands werd beoogd (klok lezen, spelen met spelling, …). Dit werd aangeboden in de instuifruimte en gemengd met het vrijetijdsaanbod en werkte daarom niet.

- De begeleider merkt ook op dat er ook nood is aan een betere oriëntatie van de kinderen. Vaak zitten kinderen niet op het juiste niveau, in de juiste richting, school.

Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking? Als er voldoende stagiairs zijn (of studenten hogeschool onderwijs vragen) om bijv. huistaakbegeleiding aan huis te doen waar verschillende kinderen samen kunnen komen. Ook kinderen uit eenzelfde klasje laten samenkomen om samen te leren lijkt een werkbaar en motiverend idee. Dit zou kunnen gebeuren in samenspraak met de scholen.


43


44

7. Malajka Gegevens Organisatie: MALAJKA Statuut: vzw in oprichting Adres: Broekkantstraat 30, 9051 Afsnee Tel: 0473/52 25 13 Email: [email protected] Contactpersonen: Katherine Verbeek - Martine De Smet Tel: 0473/ 52 25 13 - 0477/40 23 77 Email: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? De organisatie is ontstaan vanuit de vaststelling dat huistaakbegeleiding algemeen gezien tekortschiet, bij kinderen van alleenstaanden, maar ook van tweeverdieners. In de scholen waar er studie aangeboden wordt (niet overal voorzien), maken deze ouders gebruik van het aanbod, maar ook daar ontbreekt de juiste ondersteuning. De kinderen krijgen veelal enkel een ruimte en stilte aangeboden, maar geen individuele ondersteuning. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Malajka is momenteel een vzw in oprichting. Ze laten zich ondersteunen door VSDC. De organisatie opereert nog niet. De initiatiefnemers zijn Martine De Smet (uit commerciële sector) en Katherine Verbeek (voormalig ontwikkelingswerkster in Afrika, project onderwijs en landbouw, pedagogische basisopleiding). Zij ontmoetten elkaar in een opleiding van Markant. Zij willen samen een initiatief met maatschappelijk meerwaarde opzetten en hiervoor de skills uit de opleiding inzetten. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? Er is financieringsplaatje voor de vzw in opmaak. De initiatiefnemers willen op (midden)lange termijn een deeltijdse job creëren. Zij zoeken de vzw te financieren zowel via ouderbijdrages als structurele subsidiëring voor het initiatief. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! De middelen zouden in eerste instantie en prioritair ingezet worden voor het betalen van vrijwilligersvergoedingen. In tweede instantie willen ze op (midden)lange termijn een loon kunnen aanbieden aan 2 medewerkers die de organisatie managen en de vrijwilligers coachen. Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? Zij willen werken met een vrijwilligerspool die de effectieve studiecoaching aanbiedt. De initiatiefnemers, idealiter als betaalde professionelen, managen de organisatie, stemmen de vraag naar huistaakbegeleiding en het aanbod van de vrijwilligers op elkaar af. De medewerkers coachen de vrijwilligers en bieden vorming en ondersteuning aan de vrijwilligers. De vrijwilligers worden bij voorkeur gerekruteerd uit pedagogische middens, lerarenopleiding, beroepskrachten in pensioen uit de onderwijswereld, mensen met ervaring met de doelgroep. Ze streven naar een minimaal engagement van 1 jaar bij de vrijwilligers, dit omwille van continuïteit en


45

kwaliteit. De medewerkers zijn o.a. door de opleiding van MARKANT, de modules ‘competentiemanagement’ en ‘coachen van medewerkers’ via VOKANS, en hun persoonlijke voormalige beroepservaring gekwalificeerd om de coaching op te nemen. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? Malajka wil door het aanbieden van huistaakbegeleiding volgende doelstellingen realiseren:

- herstellen van evenwicht in de gezinnen door het wegnemen van de schoolse druk en het lenigen van de nood aan ondersteuning

- voldoende en kwaliteitsvolle ondersteuning van het kind - opnemen van een signaalfunctie, zowel naar de ouder(s) als de leerkracht door een goede

opvolging van het kind en voldoende informatie-doorstromnig Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Malajka wil haar aanbod van huistaakbegeleiding realiseren

- in scholen uit de verschillende netten. - aan scholieren - tijdens naschoolse opvang op school - in aansluiting op de schooluren.

De huistaakbegeleiding wordt aangeboden door vrijwilligers die kunnen rekenen op ondersteuning en coaching van de medewerkers. Malajka biedt zich aan in de school. Als de school bereid is tot samenwerking, doet Malajka samen met en via de school een aanbod aan de ouders. Malajka wil haar aanbod nog in het lopende schooljaar opstarten, bij middel van 3 pilootprojecten in elk van de netten. Zij hebben al toezegging van: Henri D’Haese in Gentbrugge en de lagere school van het Atheneum op de Voskenslaan. Ze maakten hierover ook afspraken met de pedagogische begeleidingsdienst van zowel het Stedelijk net als het Gemeenschapsonderwijs. Zij zijn nog op zoek in het Katholieke net. Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden?

- Zij willen een opvolging v/d kinderen door een ‘fiche’ bij te houden, dit ook in functie van het signaleren aan en het informeren van de ouders en de leerkrachten

- Zij willen een opvolging van de vrijwillige medewerkers - Zij willen geen schoolse prestaties meten (dit behoort tot de opdracht van de school), maar

ouders en kinderen ondersteunen en de druk verlichten in de totaalcontext van het gezin

Ouders (niet de school of de leerkracht) blijven te allen tijde de keuze maken of hun kind gebruik maakt van het aanbod.

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? In eerste instantie:

- 6-12 jarigen - uit het basisonderwijs - aan de school gebonden


46

- niet specifiek naar onderscheiden doelgroepen Willen geen gespecialiseerde ondersteuning bieden in de aard van logopedie, e.a. Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Nog niet relevant, aanbod nog niet opgestart Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Is nog niet vastgelegd, maar ze denken een ouderbijdrage van 2 Euro per uur. Ze willen de ouderbijdrage via de schoolrekening door de ouders laten betalen. Op die manier valt de bijdrage onder kinderopvang die fiscaal aftrekbaar is. Dit in afwachting van een eigen erkenning voor het uitreiken van fiscale attesten (is in aanvraag) Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Op school waar de kinderen schoollopen Inschrijvingsprocedure? Intake? Via formulier dat via de school wordt aangeboden, kunnen de ouders intekenen. Eerste onthaal en ook verdere begeleiding in de infrastructuur van de school. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Er is de tussenschakel van de school om de ouders te bereiken. Tegelijkertijd wordt het zo wel opengesteld naar alle ouders en krijgt iedereen de kans om in te tekenen. Er bestaat in sommige gevallen wel het risico van ‘concurrentie’ met ander naschools aanbod binnen of gelinkt aan de school. Er is ook het risico van een onderscheid met de kinderen die enkel de studie volgen aangeboden door de school. Dit zijn mogelijke pijnpunten die in de loop van de proefprojecten nader moeten bekeken en opgevolgd worden. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Nog niet structureel, de initiatiefnemers zijn wel op zoek naar samenwerkingspartners. Ze maakten wel al kennis en afspraken met scholen, pedagogische begeleidingsdiensten, gelijkaardige initiatieven in kader van de opzet van de pilootprojecten (zie boven). Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? In eerste instantie in de schoolwerking door de plaats en de wijze van aanbod, maar tevens door de signaalfunctie naar de leerkracht. In tweede instantie door de signaalfunctie en regelmatige terugkoppeling naar de ouders met het gezin

Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners? Stedelijk onderwijs Gemeenschapsonderwijs


47

Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair?

o vrijwilligersnetwerk uitbouwen o administratieve uitbouw o Contact met de ouders o Kenbaar maken van MALAJKA en haar doelstellingen en aanbod

Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking?

o gevolg krijgen in verschillende delen van Gent en in andere regio’s o onderwijskansen van kinderen verhogen


48

8. Vzw Meridiaan

Gegevens Organisatie: Meridiaan Statuut: vzw Adres: Stapelplein 46 Website : www.meridiaan.info Contactpersoon: Ali Simsek e-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? Vzw Meridiaan is opgericht in 1999 als een initiatief van vrijwillige Turkse ouders vanuit hun bezorgdheid rond onderwijskansen voor hun kinderen en jongeren. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? De organisatie wordt bestuurd door een Raad van bestuur, welke 9 leden telt. Hier worden alle beslissingen genomen. Deze raad van bestuur wordt geadviseerd door een adviesgroep, bestaande uit 3 personen (allen ervaren leerkrachten). Bovendien bestaan er naast deze adviesgroep nog 3 comités : een oudercomité, een leerkrachten(begeleiders)comité en een kindercomité. Hierin wordt ook de concrete werking van Meridiaan, met name het aanbod besproken. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? De organisatie ontvangt geen structurele subsidies, maar ontvangt wel giften van sponsors (vaak lokale zelfstandigen). Bovendien dient de organisatie regelmatig wel een dossier in en konden zij op die manier gebruik maken van middelen van het Federaal Impulsfonds Migrantenbeleid voor de herstellingswerken aan het gebouw en voor de aankoop van meubilair. Ook ontvingen ze vorig werkjaar middelen van de Koning Boudewijnstichting voor hun vrouwenwerking. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! De verkregen subsidies worden volledig gebruikt voor werkingsmiddelen. De gemiddelde werkingskost per maand voor Meridiaan wordt geraamd op een 4000 €/maand. Dit omvat oa :

- 1500 € /maand : huur pand - 416 € /week : betaling/vergoeding vrijwilligers à rato van €8/uur

er werken 13 vrijwilligers mee, die gemiddeld 4u/week meewerken - energie en verwarmingskosten : € 250 /maand - telefonie & internet : €150 /maand - administratieve kosten : kopie en verzendingskosten - kosten voor activiteiten - kosten voor boeken en ander educatief materiaal

Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? De organisatie werkt uitsluitend met vrijwilligers (vooral studenten hogeschool).


49

Voor de huistaakbegeleiding werken ze jaarlijks ongeveer met een vaste groep van 13 studenten, van wie een vrij hoog engagement verwacht wordt. Zo wordt er verwacht dat de vrijwilligers zeker 2x week een huiswerkklas begeleiden en voor de studenten van het lager onderwijs dat ze op zaterdag mee activiteiten begeleiden. Bovendien wordt er ook van hen verwacht dat ze deelnemen aan de vormende activiteiten van het centrum en dat ze ook oudercontacten bijwonen. Alle studenten dienen ook zorgvuldig hun registratie bij te houden : aanwezigheidslijsten, beoordeling leerlingen, opmaak van tussentijdse rapporten,… Gezien Meridiaan zoveel verwacht van zijn vrijwilligers kan het ook een vrij goede kwaliteit en continuïteit bieden, maar is tevens een kleine vergoeding echt noodzakelijk. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? Een bijdrage leveren aan het ontstaan van een harmonieuze samenleving in Vlaanderen, waarin de persoonlijke ontwikkeling van het individu centraal staat. Dit wil men bereiken door:

- het verbeteren van de sociaal-culturele positie en het verhogen van het welzijnsniveau van de sociaal zwakkeren in de Vlaamse samenleving.

- Ondersteuning en begeleiding van ouders in relatie met hun kind in de ruimste zin van het woord.

- Betere doorstroom van allochtone leerlingen naar het Hoger Onderwijs, met de nodige begeleiding van deze leerlingen.

- Sensibilisering van allochtone ouders om hun kinderen op jonge leeftijd in het kleuteronderwijs te laten inschrijven.

- Het informeren, bemiddelen, begeleiden en ondersteunen van leerlingen in relatie met hun schoolloopbaan en ouders. het bijeenbrengen van de gemeenschappen in de Vlaamse samenleving door middel van onderwijs, welzijn en aan deze gerelateerde activiteiten.

- Het inlichten en voorlichten van allochtonen over maatschappelijke ontwikkelingen op allerlei terreinen door gebruik te maken van alle communicatiemiddelen.

- Het bevorderen van de bewustwording van gemeenschappen ten aanzien van kunst en cultuur en de beleving daarvan.

- Het organiseren van bijeenkomsten, seminaries, excursies,…aangaande onderwerpen op de werkterreinen van de stichting.

- Door middel van het organiseren van activiteiten op het gebied van onderwijs, welzijn, sport, maatschappij en cultuur.

- Door jongeren en hun ouders kennis te laten maken met voorbeeldfiguren, om zo de doelgroep te stimuleren en te motiveren.

- Door samenwerking met gerelateerde instellingen zoals scholen, jeugdcentra, verenigingen, overheid,…

Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Naar de kinderen en jongeren: De studiebegeleiding kan opgedeeld worden in 4 onderdelen :

- Huiswerkbegeleiding: De doelgroep van de huiswerkbegeleiding zijn leerlingen vanaf het 3de leerjaar basisonderwijs tot en met het 3de middelbaar. Deze begeleiding gebeurt op twee momenten per week. De leerlingen worden hier opgedeeld in groepen op basis van hun studiejaar op school Elke groep bestaat uit maximum 6 leerlingen, waardoor men een optimale begeleiding kan voorzien.

- Taalstimulering: De leerlingen worden in het centrum gestimuleerd om naast de eigen taal, zoveel mogelijk het Nederlands te gebruiken. Daarom gebeurt de begeleiding ook in het Nederlands en kunnen


50

de leerlingen ook boeken, cd’s en oefenboeken ontlenen. - Opvolgen van de schoolresultaten: De resultaten van de leerlingen worden nauwgezet door hun begeleiders opgevolgd, met een bijzondere aandacht voor eventuele tekorten bij leerlingen. Indien dit het geval is bij leerlingen (vooral op secundair niveau) dan kan voor de betrokken leerling specifieke bijles voorzien worden. Om dit goed te kunnen opvolgen is er uiteraard een goed contact met de school nodig. Bij de 1ste inschrijving gaat er dan ook vanuit Meridiaan een brief naar de school met de vermelding van het feit dat die betrokken leerling begeleiding krijgt in Meridiaan. Er zijn dan ook op regelmatige basis contacten met de leerkrachten en brugfiguren van de betrokken scholen. Niet enkel met de school moet er samengewerkt worden om de resultaten op te volgen, ook de ouders zijn hierin een belangrijke sleutel. Maandelijks zijn er dan ook oudercontacten in Meridiaan waarbij de problemen van leerlingen aan bod komen en waar er gezamenlijk naar een oplossing wordt gezocht. - Recreatie en sport : Voor de kinderen van het basisonderwijs zijn er wekelijkse activiteiten op zaterdag die vooral gericht zijn op sport en recreatie. Tijdens de schoolvakanties vinden er taalkampen, studiekampen, reizen en culturele evenementen plaats. Dit zowel om het contact tussen leerlingen en hun begeleiders te verbeteren als omwille van het educatieve en ontspannende karakter.

Bijlessen: Zoals reeds hierboven aangehaald verzorgt Meridiaan ook bijlessen voor alle vakken en op elk niveau. Deze extra bijlessen worden gegeven als de leerlingen hun reguliere huiswerk afhebben. Deze bijlessen kunnen gericht zijn op het wegwerken van achterstanden, het bijhouden van de actuele stof, het voorbereiden van een toets of examen of een combinatie ervan. Examenbegeleiding: Bij de specifieke examenbegeleiding wordt gewerkt aan :

- planning van de leerstof - wegwerken van achterstanden - verwerken en overhoren van de stof - werken met teksten (kennismaking multiple choice) - verbeteren van de spreek- en luistervaardigheid

Om de begeleiding van kinderen en jongeren optimaal te maken, wordt er bovendien vanuit Meridiaan aandacht besteed aan de oudergroep en de vrijwilligersgroep. Zo voorzien Meridiaan voor de ouders in maandelijkse oudercontacten, er zijn huisbezoeken en op regelmatige tijdstippen worden er ook info-avonden georganiseerd om ouders in te lichten over het Vlaamse onderwijssysteem en de diverse studierichtingen. Met een aantal ouders is er tevens een oudercomité opgericht. Om de twee weken wordt voor deze groep ouders de stand van zaken toegelicht en wordt er van gedachten gewisseld om de werking van Meridiaan te verbeteren. Voor de vrijwilligersgroep (bestaande uit studenten uit de Hogeschool of Universiteit) wordt er vanuit het centrum heel wat ondersteuning voorzien. Zo wordt er wekelijks met de begeleiders vergaderd om de leerlingen te bespreken en eventuele oplossingen bij problemen te zoeken. De begeleiders krijgen tevens jaarlijks een training en er zijn allerlei thema-avonden rond pedagogische en didactische aanpak. Daarnaast worden er ook regelmatig informele en gezellige activiteiten voor de begeleiders georganiseerd.


51

Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Opvallend is dat alle resultaten van alle ingeschreven leden heel nauwkeurig worden opgevolgd en ook bijgehouden. Per studiejaar is er een klasgroep (of soms meerdere) waarvoor een vaste vrijwilliger verantwoordelijk is. Voor iedere groep is er een aparte map voorzien waarin alle aanwezigheden worden bijgehouden, beoordeling van de leerlingen per bijeenkomst (beoordeling zowel op vlak van prestatie, motivatie, gedrag,…), tussentijdse rapporten, contacten met scholen of ouders,… Op die manier kunnen zij ook zeer goed de evolutie van hun leerlingen volgen. Het centrum geeft ook een tussentijds rapport waarin de evolutie van de leerling op elk vlak duidelijk te volgen is. Ze merken op dat de meeste kinderen zeker baat hebben bij de intensieve begeleiding door Meridiaan gezien de meeste leerlingen ook effectief betere resultaten behalen. Het meeste resultaat wordt echter gezien op vlak van het zelfvertrouwen en dit heeft een enorm grote invloed op de schoolmotivatie. Kinderen krijgen meer vat op hun werk en gaan daardoor ook liever naar school, krijgen er vertrouwen in dat hun prestaties ook iets zullen opleveren. Ook de intensieve examenbegeleiding werpt zeker zijn vruchten af en er wordt in het centrum dan ook opgemerkt dat het heel wat druk wegneemt bij studenten omdat ze weten dat ze in het centrum met hun vragen terecht kunnen. Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Ze richten zich naar kinderen vanaf het 3de leerjaar tot en met 3de graad middelbaar. Daarnaast hebben ze ook een specifiek programma voor studenten aan de Hogeschool en de Universiteit. Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Ze bereiken momenteel voor dit schooljaar (maar meestal komen er na het eerste rapport in de herfstvakantie nog heel wat aanvragen binnen) 100 leerlingen. Hiervan zijn er 60 leerlingen uit het basisonderwijs en 40 leerlingen uit het secundair onderwijs. Ze bereiken vooral kinderen uit de wijk. Het grootste aantal is Belg, van Turkse origine. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Aangezien de organisatie momenteel geen enkele structurele subsidie ontvangt is ze dus voor haar uitgebreide werking volledig afhankelijk van de giften van sympathisanten en de bijdrage van ouders. Dit betekent dan ook dat het inschrijvingsgeld per kind tussen 40 à 80 € bedraagt. Er wordt wel met elk gezin bekeken wat de financiële draagkracht is. Men wil graag via het verkrijgen van financiële steun deze inschrijvingsprijs drastisch reduceren. Momenteel is dit echter nodig om de basiskosten te kunnen betalen.


52

Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Het centrum heeft een zeer goede ligging en besteedt ook zeer veel aandacht aan goede verzorgde ruimtes met degelijk materiaal voor haar leerlingen zodat ze kan voorzien in een optimale studie-omgeving. Inschrijvingsprocedure? Intake? Kinderen en ouders kunnen elke dag terecht in het centrum voor inschrijvingen. Doordat de werking kwaliteit wil garanderen is een aantal van ongeveer 100 leerlingen het maximale. Vorig werkjaar stonden er een dertig-tal leerlingen op de wachtlijst. Indien ingeschreven leerlingen niet regelmatig komen, worden zij verwittigd. Na diverse verwittigingen worden ze uitgeschreven en kan er een ander kind worden ingeschreven. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Rechtstreeks toegankelijk. De kinderen en hun ouders kunnen zelf naar het centrum komen voor inlichtingen en voor inschrijvingen. Soms gebeurt het ook dat kinderen zich aanmelden via doorverwijzing van een school of ander initiatief. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Neen, uiteraard is het luik rond studiebegeleiding slechts een klein onderdeel van het totale centrum dat oa. ook een vrouwenwerking omvat. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? Ja, er zijn heel veel contacten met de ouders (zowel via de oudercontacten en informatiemomenten in het centrum als via huisbezoeken) en met de scholen van de betrokken leerlingen (brief bij het begin van het schooljaar en naargelang de noodzaak ook diverse telefonische en andere contacten met leerkrachten en brugfiguren). Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners?

- Ouders in eerste instantie : ouders dienen zich vanuit het centrum ook echt mee te engageren om naar de oudercontacten en bijeenkomsten te komen anders kan het kind ook niet ingeschreven worden.

- Scholen van de betrokken leerlingen - FZOVL en Agora

Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? Prioritair zien zij de inschakeling van één beroepskracht :

- om permanentie op het centrum te kunnen verzekeren en op die manier een grotere toegankelijkheid naar de deelnemers te kunnen bieden

- administratie - coördinatie en coaching vrijwilligers

Daarnaast zien ze een bijdrage in de maandelijkse werkingsmiddelen als belangrijk om de kostprijs naar ouders te kunnen drukken.


53

Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking? Ze willen eigenlijk via ervaring en feedback van scholen en ouders steeds de eigen werking verbeteren en optimaliseren. Bovendien willen ze ook meer signalen bundelen m.b.t. de onderwijspositie van minderheidsgroepen. Daarnaast is het eigenlijk erg dat er jaarlijks kinderen op een wachtlijst hoeven te staan omdat ze niet meer terecht kunnen bij Meridiaan.


54

9. Meters en Peters van de Rabotwijk

Gegevens Organisatie: Meters en Peters van de Rabotwijk/ Speel-o-theek Pipo (vzw Jong) Statuut: vzw Adres: Jozef II straat 104-106, 9000 Gent Tel: 09/234 36 53 e-mail: [email protected] Contactpersoon: Martine Van Limbergen Tel: 09/234 36 53 e-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? De idee komt van het schoolopbouwwerk (SOW). Het project startte in januari 2002. Ouders die vroegen om ondersteuning bij het huiswerk en leren lezen voor hun kinderen, wegens zelf te weinig kennis Nederlands. In het verleden deden de jeugdwerkers van JC El Paso huistaakbegeleiding: ‘De boekentassenclub’ Dat was niet bijzonder succesvol. Er was geen buurtschool op de wijk en de kinderen zaten dus op verschillende scholen. Het in groep begeleiden was moeilijk. Het was bovendien de keuze van de nieuwe coördinator om in het JC ook echt aan jeugdwerk te doen. De idee om kinderen individueel te begeleiden, haalde de schoolopbouwwerker bij het Antwerpse Meters & Peters-project startte ‘Meter en Peters van de Rabotwijk’ in het schooljaar 2001-2002. De begeleiding gebeurde aan huis, in het JC of bij de vrijwilliger thuis. De Schoolopbouwwerker zorgde voor het contact met de leerkracht en voor ervaringsuitwisseling tussen de vrijwilligers. Vanaf schooljaar 2002-2003 werd de begeleiding aan huis aangeboden. In 2003 viel de ondersteuning van SOW weg. De vrijwilligers probeerden het project recht te houden. Ze hielden met zes stand tot Speel-o-theek Pipo het project over nam. Sinds het schooljaar 2003-04 groeide het project elk jaar. Sinds 2003 is het project ook duidelijker omlijnd wat betreft doelgroep en concept:

- Alleen kinderen lagere school komen in aanmerking - De begeleiding gaat steeds aan huis door - Het accent is verschoven van huistaakbegeleiding naar taalstimulering - Hierdoor werd het doelpubliek scherper afgebakend: allochtone kinderen

Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Het Meter en Peter project is geënt op de Speel-o-theek Pipo en zeer sterk gebonden aan 2 sleutelfiguren in de wijk, Martine Van Limbergen en Nuriye Dogan, beide medewerkers van de spelotheek (SOT). Martine en Nuriye kennen de wijk, de ouders en de kinderen. Hierin zijn 2 zaken van cruciaal belang: de inbedding van het project in een wijkorganisatie en de koppeling van de vragen van ouders aan het aanbod van een specifieke vrijwilliger door de sleutelfiguren. De vrijwilligerspool wordt ondersteund door Martine en komt 2 keer per jaar samen voor uitwisseling. Elk jaar is er een afsluitend feest voor de vrijwilligers en de ouders, waar de vrijwilligers extra en als groep worden bedankt en de verbondenheid tussen ouders en SOT wordt aangehaald. Speel-o-theek Pipo is één van de deelwerkingen van vzw Jong in het werkingsgebied Rabot/Bloemekenswijk. In SOT Pipo werken de verantwoordelijke Martine Van Limbergen de


55

professionele medewerkerster, Nuriye samen met een grote groep vrijwilligers van Pipo vzw. Jong vzw kan op bestuurlijk niveau rekenen op een RVB, AV en DB. De dagelijkse leiding wordt waargenomen door de algemeen coördinator, ondersteund door het centrale team. Het werkingsgebied Rabot/Bloemekenswijk staat onder de verantwoordelijkheid van een gebiedscoördinator. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? Neen. Door de inbedding in en de ondersteuning vanuit de SOT is dat ook niet echt nodig. De Meters en Peters van de Rabotwijk kunnen gebruik maken van het speelleermateriaal van de SOT, de bijeenkomsten en het afsluitfeest kunnen doorgaan in het buurtcentrum Rabot en kan de minimale administratie kan opgenomen worden binnen de werking van de SOT. Dit is mogelijk dankzij de sterke vrijwilligerswerking van de SOT zelf, waardoor er bij de medewerkers ruimte is voor ontwikkeling en uitbouw van het meter en peters project. Voor de kosten van de bijeenkomsten en een kleine attentie voor de vrijwilligers wordt geput uit de werkingsmiddelen van de SOT. Er wordt wel naar ondersteuning en middelen gezocht om een materialenbank uit te werken. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! / Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? Peters en Meters van de Rabotwijk is in hoofdzaak een vrijwilligersorganisatie. Ze valt of staat wel bij de sleutelrol die wordt opgenomen door de SOT-verantwoordelijke, de inbedding in de wijk en de ondersteuning vanuit de lokale SOT (zie boven). De Sot-verantwoordelijke neemt volgende cruciale taken op zich:

- Rekruteren van vrijwilligers en bekendmaking Meters en Peters in functie ervan - Kennismakingsgesprekken met de vrijwilligers (individueel of in groep) - Vraag van de ouder noteren via de Speel-o-theek - Vraag van de ouder én van het kind duidelijk stellen - Matchen vrijwilligers en gezinnen - Matchen vraag ouder én vraag kind aan het aanbod van de vrijwilliger - Eerste ontmoeting en kennismakingbezoek organiseren en bijwonen - Vrijwilligers en ouders ondersteunen bij het maken van vaste afspraken - Vrijwilligers permanent ondersteunen/ tips geven - Uitbouw materialenbank in de Speel-o-theek - Vrijwilligersbijeenkomsten voor ervaringsuitwisseling organiseren - Jaarlijks afsluitfeest organiseren - Contactpersoon voor vrijwilligers en gezinnen bij eventuele problemen/stopzetten

De peters en meters nemen de effectieve begeleiding op. Begin schooljaar 2006-2007 kon het project rekenen op 117 vrijwilligers, waarvan 107 meters en 10 peters. Er zijn 27 duo’s die het meterschap voor 1 kind delen. Van de 117 vrijwilligers zijn er 69 studenten logopedie aan de Artevelde Hogeschool, 22 andere studenten, 11 werkende en 6 gepensioneerden/werkonbekwamen. Iedereen kan meter of peter worden, ook zonder pedagogische opleiding kan een vrijwilliger heel wat aanbieden zoals een Nederlandsprekende ouder dat zou doen. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? Onderwijskansen van kinderen verhogen door:

- Taalbevordering - Huistaakbegeleiding - Spelend leren leren


56

- Leefwereldverruimend en opvoedingsondersteunend werken met de gezinnen van de wijk - Ouder en kind ondersteunen in het zelfstandig en zelfredzaam zijn/worden naar de schoolse

context - De sociale samenhang (in de wijk) verhogen door mensen met verschillende achtergronden te

laten kennis maken en samenwerken. Voor studenten (logopedie) is het neveneffect dat zij de reikwijdte van achterstelling concreet ervaren in het gezin en ervaring opdoen met het aan huis gaan bij ‘cliënten’. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Er is altijd meer vraag dan aanbod. Er wordt expliciet gekozen voor 1 vaste vrijwilliger per kind, vanuit de vaststelling dat exclusieve aandacht werkt en betere resultaten oplevert. Een gezin met 3 kinderen waarvan de ouders vragen om begeleiding krijgt dus 3 Meters of Peters. De vrijwilliger begeleidt het kind gedurende een volledig schooljaar minimaal 1u/week, maar vaak meer. Studenten stoppen de begeleiding meestal in hun blokperiode. Bij de aanvang van de begeleiding wordt de leerkracht op de hoogte gesteld en gevraagd om inhoudelijke suggesties en tips voor de begeleider en om eventueel materiaal mee te geven de dag dat de vrijwilliger langskomt. Als de meeste kennismakingsbezoeken achter de rug zijn, krijgt de school (meestal de zorgcoördinatoren of brugfiguren) een overzichtje van alle leerlingen die begeleid worden en de contactgegevens van de vrijwilligers. Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Uit een eenmalige bevraging van de leerkrachten blijken zeer uiteenlopende effecten. Dat is logisch want er is ook een grote verscheidenheid wat betreft het begeleiden zelf. Meestal kan een verbetering van de schoolprestaties vastgesteld worden. Maar onderstaande effecten worden als even belangrijk ervaren en hebben effect voor het kind en het gezin op lange termijn:

- De exclusieve aandacht stimuleert het kind - De taalkennis van het kind versterkt - Het kind krijgt meer zelfvertrouwen - Het kind ervaart leerplezier

Een ander en niet onbelangrijk effect is dat de school via het meter en peter project ervaart dat ouders wel degelijk bekommerd over de schoolcarrière van hun kinderen. Ouders die het Nederlands niet goed beheersen, zijn vaker afwezig op oudercontacten, schoolfeestjes... De vraag van de ouder om een meter of peter stelt het beeld van ‘de ongeïnteresseerde allochtone ouder’ bij. Sommige peter en meters komen ook binnen de school actief op voor het kind. Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen?

- Kinderen die wonen in de Rabotwijk of lid zijn van Speel-o-theek Pipo, - Lagere school volgen, dit zijn meestal scholen buiten de wijk, gezien er voordien geen

buurtschool was - Allochtone kinderen. (zo gegroeid omdat de nood daar bestaat en geformuleerd wordt.) - Nieuwkomers (Er worden wel erkende vluchtelingen bereikt maar geen mensen zonder

papieren)


57

Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Komt algemeen overeen met wie ze willen bereiken. In schooljaar 2005-2006 werden 85 kinderen bereikt, waarvan:

- 44 jongens en 41 meisjes; - 70 wonende op de Rabotwijk; - meerderheid van Turkse origine, een minderheid Afrikaans, ex-Oostblok en Indisch; - 31 met een schoolachterstand van 1 jaar, 11 met 2 jaar schoolachterstand - 1 kind in het buitengewoon onderwijs - 83 lagere school, 1 kleuter en 1 middelbaar - uit Bollekensschool (7), De Dialoog (5), De Wijze Eik (20), De Feniks (1), De Accacia (1),

François Laurent Instituut (6), DE Teunisbloem (2), St Lievens Kolegem (10), St Pietersinstituut (1), De Regenboog (1), De Korenbloem (1), De Muze (4), Instituut van Gent (4), De Klimop (2), Groenweelde (1), Gaspar Coligny School (3), Sint Bavo (1), Wispelberg Atheneum (1)

- per geboortejaar: 2001 (1), 1999 (13), 1998 (20), 1997 (14), 196 (12), 1995 (15), 1994 (6), 1993 (3), 1992 (1)

Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Dit is een principieel niet-betalend vrijwilligersaanbod, ook al zijn sommige ouders hiertoe bereid. Een financiële bijdrage betekent mogelijks een drempel. Er wordt wel wederkerigheid verwacht: koken voor het afsluitfeest, stipt omgaan met afspraken. Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Is ingebed in de wijk en een wijkorganisatie, SOT Pipo, die over een eigen locatie beschikt. De begeleidingen gebeuren aan huis. Inschrijvingsprocedure? Intake? Wordt volledig opgenomen door de sleutelfiguur, Martine of Nuriye, matching staat centraal.

- Vraag komt altijd van de ouder in speel-o-theek Pipo - Gesprek met ouder om gegevens te noteren en vraag uit te klaren. Er is aandacht voor

culturele context, bijzondere noden ( bvb voorkeur vrouw als begeleider) - Op een matching tussen vraag en iemand uit vrijwilligerspool volgt een begeleid

kennismakingsbezoek van de vrijwilliger bij het gezin thuis. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Rechtstreeks toegankelijk, voorwaarde is wel dat de vraag van de ouder en dus niet van de school komt. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Speel-o-theek Pipo Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe?

- Inbedding in wijk is essentieel binnen het project. - Inbedding in het gezin op vlak van vraagstelling, aanbod begeleiding en gelijktijdige

ondersteuning kind én ouder Inbedding in school heeft lagere prioriteit, het project informeert de school en houdt link met leerkracht, maar wil onder geen beding een bijlesdienst zijn die werkt op vraag van de school.


58


- Buurtwerk: promotie via Buurtkrant - Artevelde Hoge School: recrutering vrijwilligers - Bestaande vrijwilligersgroep (zowel Peter en Meters als SOT): verruiming van het

vrijwilligersnetwerk - Speel-o-theek: entingsplaats, ontmoetingsplaats en speelleermateriaal. - Onderwijs: verwijzen ouders soms door, valkuil is het voorbijgaan aan vraag van ouders en

dat is de voorwaarde voor succesvol handelen in het gezin. Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? Voor Meter en Peters in de Rabotwijk:

- uitbreiden van het initiatief naar andere wijken zodat de Meters en Peters van de Rabotwijk zich ook echt tot de wijk kunnen beperken.

- Administratieve ondersteuning - Verder uitwerken van een materiaalbank - Contacten met opleidingen die kunnen helpen bij het uitbouwen van de materialenbank. - Meer mogelijkheden om vrijwilliger te ondersteunen en te verwennen (bvb bij het

afsluitfeestje) - Een activiteit/uitstap met vrijwilliger, kind en gezin mogelijk maken - Meer gelegenheden voor kinderen waar ze hun vrije tijd in het Nederlands kunnen

doorbrengen - Ideeën kunnen aanbrengen aan ouders om samen met hun kind meer Nederlands te ontdekken - Meer aandacht en creativiteit in het onderwijs voor taalverwerving en –bevordering - Een duidelijker zicht op wat de eindtermen per leerjaar en wat de school aan ondersteuning

kan/moet voorzien - Meer ondersteuning van diensten , oa de pedagogische begeleidingsdienst


- Uitbreiden naar kleuters vanuit vaststelling: hoe vroeger, hoe beter. (vraagt specifieke competenties van de vrijwilliger)

- Uitwisseling tussen de verschillende initiatieven over praktijkervaringen, methodes die werken, speelleermateriaal dat werkt

- Peters en Meters projecten in andere wijken realiseren op voorwaarde van een entingsplaats in de wijk en sleutelfiguren uit de wijk die de matching-rol kunnen opnemen.


59


60

10. Pim Pam Poentje Gegevens Project: Pim Pam Poentje – vzw Jamklub Statuut: vzw Adres: Meulesteedsesteenweg 25 Tel: 09/251 30 43 e-mail: [email protected] Contactpersoon: Winny Deprycker Tel: 09/251 30 43 e-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? Vanuit de werkgroep jeugd in de wijk Muide-Meulestede werd een vraag naar ‘huiswerkondersteuning’ gesignaleerd vanuit sommige gezinnen in de wijk. In de Werkgroep Jeugd zetelen de verschillende partners in de wijk die in aanraking komen met kinderen en jongeren, op vlak van school, op vlak van vrije tijdsaanbod of via ouder(s) van de kinderen. Het percentage kansarme en/of allochtone gezinnen in de wijk is bijzonder hoog. Waarbij leerachterstand in het basisonderwijs toch meer aanwezig is, en om deze reden vonden wij in samenwerking met onze partners het nuttig om iets met deze vraag te doen. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Beslissingen zullen gezamenlijk genomen worden, met alle partners op de betreffende bijeenkomsten/vergaderingen. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? Neen Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! Niet van toepassing Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? De organisatie werkt met vrijwilligers. Deze worden ingezet voor de ondersteuning van kinderen en hun ouders. Hoeveel vrijwilligers zullen ingezet worden is tot op heden niet bekend, gezien het project nog moet starten in november 2006. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? Het project heeft als doel die kinderen te bereiken die meer moeten vechten voor gelijkheid van kansen op vlak van school wegen sociale, economische en/of culturele factoren. We geloven dat extra ondersteuning kan leiden tot het verbreden van de ontwikkelingskansen en dit is reeds van bij de ‘eerste stappen’ in het onderwijs van belang.


61

Het motiveren van deze kinderen – zin krijgen in zogenaamde ‘schoolse’ activiteiten die de ontwikkeling bevorderen – heeft volgens ons positieve gevolgen voor het verder slagen van hun schoolse carrière. We willen hierbij een ondersteunende partner zijn voor het kind enerzijds, en voor de ouder(s) anderzijds – omdat het ook voor hen een zoektocht kan zijn, bijvoorbeeld doordat ze zelf weinig geschoold zijn, negatieve ervaringen hebben met de schoolse context, het Belgische schoolsysteem weinig gekend is, enz. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Met het project willen we, via het speels leren een link leggen tussen het schoolse gebeuren en het thuisgebeuren. Beiden hoeven niet als extremen gezien te worden, doordat spel een belangrijke leermethode kan zijn voor het kind en die op verschillende vlakken. Zo kunnen ze ook tot de positieve ervaring komen dat leren ook leuk kan zijn. Dit willen we het kind én de ouder(s) laten zien en laten beleven. Ontwikkelingsstimulerend spel vormt hierbij een goede ingangspoort. Via dit project willen we dus ondersteunend optreden bij factoren die het welslagen alsook het welbevinden op school beïnvloeden: de thuistaal verschilt van de Nederlandse taal, onvoldoende kennis van schoolse context in België, tekort aan positieve betrokkenheid met betrekking tot schools gebeuren… Algemeen kunnen we stellen dat we met dit project willen werken op volgende vlakken:

- Extra ontwikkelingsstimulansen geven - Ouderbetrokkenheid bevorderen - Mogelijkheden en sterktes van de ouder in de verf zetten - Visie en werking van Belgisch schoolsysteem verduidelijken - Stimuleren extra scolaire vormingskansen zoals spelen leesmomenten, waarbij ook aandacht

is voor doorstroming naar organisaties in de buurt - Opvangen en signaleren van vragen van gezinnen bij vertrouwensfiguur - Contact van gezin met school (leerkracht, brugfiguur) ondersteunen

De ondersteuning gaat steeds door bij het gezin thuis om de betrokkenheid van de ouders te bewaren, alsook de band tussen de vrijwilliger en het gezin te bestendigen. De vrijwilliger dient vooral op zelfstandige basis initiatief te nemen met het gezin wat betreft de praktische regeling van de huisbezoeken. In een eerste bezoek aan de familie kan de vertrouwensfiguur samen met de student en het gezin wel deze praktische kant bespreken. Verder is de vertrouwensfiguur ook steeds de persoon naar wie de vrijwilliger kan terugkoppelen met vragen of bedenkingen. Continuïteit is hierbij belangrijk voor het vertrouwen, maar ook het bestendigen van wat met dit project bereikt wil worden bij kind en ouder. Een minimum van één bezoek in de week is aangeraden. Geregeld is er een terugkoppelingsmoment met de groep vrijwilligers. Afhankelijk van de leeftijd van het kind, op wie de ondersteuning betrekking heeft, alsook de vraag van de ouder(s) kan er nadruk gelegd worden op verschillende punten.

- Voorlezen aan huis – gekoppeld met bezoek kinderbibliotheek Baloe - Samen ontwikkelingsstimulerende spelletjes spelen – gekoppeld aan bezoek speel-o-theek De

Speelsproet - Samen lezen (bv. Aan de hand van leesmethode ‘Overstap’ gebruikt in basisschool Victor

Carpentier) - Regels van de school verduidelijken, bv. Werking van schoolagenda, rapport, huiswerk,… - Samen huiswerk maken - ‘vertalen’ van communicatie school-ouders - …

Daarnaast wordt er vanuit vzw Jong-Jamklub een methodiek uitgewerkt rond spelend leren om vrijwilligers te ondersteunen. Deze methodiek, samen met ‘Overstap’ (materiaal dat hoort bij de methodiek Veilig Leren Lezen ), wordt aangebracht aan de vrijwilligers in een infosessie als houvast tijdens de ondersteuningsmomenten.


62

Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Aangezien het project pas in november 2006 van start gaat zijn er nog geen resultaten behaald.

De resultaten zullen getoetst worden via verslagen van vrijwilligers enerzijds en vergaderingen (tussentijdse en eindevaluatie), de vorderingen welke het kind maakt tijdens en na het project, zijn/haar resultaten op school. Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Het project wil kinderen bereiken uit de 3de kleuterklas of het 1ste leerjaar. Daarnaast behoort het gezin omwille van bepaalde factoren tot een kansengroep. De ouders moeten tijdens het bezoek van de vrijwilliger thuis zijn (liefst betrokken op de ondersteuning), en het gezin moet in zijn geheel gemotiveerd zijn om mee te werken aan de ondersteuning (vraag gestuurd werken). Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Dit onderdeel is niet van toepassing. De opstart is voorzien voor november 2006. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Neen, de ondersteuning is gratis. Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Aangezien de ondersteuning aan huis gebeurt, moeten ouders en kinderen zich niet verplaatsen. Inschrijvingsprocedure? Intake? Kinderen en ouders komen in aanraking met het project via verschillende partners, zoals de veldwerker van dienst asiel- en vluchtelingenbeleid Stad Gent, de brugfiguur van de buurtschool, jeugdwerkers van vzw Jong en mensen van vzw De Sloep.

Bij de start start zal er geen centraal aanspreekpunt zijn. Iedere organisatie brengt gezinnen in. In dit proeffase zal echter hoofdzakelijk gewerkt worden met kinderen van buurtschool basisschool Victor Carpentier. Na verloop van tijd zal ook het jeugdwerk (vzw Jong) een aanspreekpunt zijn. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Het verkrijgen van extra begeleiding verloopt in rechtstreeks contact met de partners (Brugfiguur van de school, jeugdwerkers). Zij bekijken dan de mogelijkheid om een vrijwilliger in te schakelen. Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Neen, het is eerder een samenwerkingsverband tussen verschillende diensten voor het inzetten van vrijwilligers. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? Ja. Door het samenwerken met verschillende partners in de wijk en de buurtschool is de werking ingebed in de buurt/wijk. Daarnaast worden ouders actief betrokken bij de begeleiding thuis.


63


- Dienst asiel- en vluchtelingenbeleid - Brugfiguur van basisschool Victor Carpentier - VZW Jong – Jamklub - VZW De Sloep. - Hogeschool Gent (voor de aanlevering van vrijwilligers)

Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair?

- Opvolging ondersteuningstraject vanuit de partners Werkgroep Jeugd actief in de wijk (individueel & groepsbijeenkomsten naar vorming en/of terugkoppeling toe)

- Signaalfunctie door vrijwilliger bij vertrouwensfiguren - Voorkeuren vrijwilliger (bv. Kleuter/lager) en familie (bv. Vrouw/man) bevragen - Afbakenen project (nee kunnen en durven zeggen) waarbij de doelstelling van het project

steeds voor ogen dient gehouden te worden. - Contact met de leerkracht en de brugfiguur van de school. - Verdere uitbreiding naar andere (buurt)scholen.


Door mee dit project te ondersteunen willen we: - T.a.v de doelgroep:

o Antwoord bieden aan een bestaande nood o Ouders en kinderen leren spelen & spelend leren.

T.a.v de Jong vzw deelwerkingen: - Toeleiden & bekendmaken van de eigen Spelotheekwerking Speelsproet en de kinderwerking

van de Jamklub


64

11. Studiecoaching Meisjeshuis Brugse Poort

Gegevens Naam organisatie: Meisjeshuis Brugse Poort- vzw Jong Statuut: vzw Adres: Bevrijdingslaan 165, 9000 Gent Tel: 09/227 94 20 (Meisjeshuis) of 09/268 89 50 (vzw Jong) e-mail: [email protected] Naam contactpersoon: Maudlin Coussens (trajectbegeleidster)/Ingrid De Bock (Gebiedscoördinator Brugse Poort) Tel: 09/227 94 20 (Meisjeshuis) of 09/268 29 50 (Trajectbegeleiding centraal) e-mail: [email protected] / [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? De studie-coaching is ontstaan vanuit de vroegere huiswerkbegeleiding van het Meisjeshuis. Het niet meer subsidiëren van jeugdwerkinitiatieven voor deze functie viel samen met de start van een trajectbegeleidster binnen het Meisjeshuis. De taak van de trajectbegeleidster is het ondersteunen en begeleiden van jongeren binnen de werking met allerlei (hulp-)vragen. Binnen het Meisjeshuis merkte de trajectbegeleidster dat de jongeren veel vragen hadden rond onderwijs. Dit was het signaal om te starten met de studie-coaching. Geen klassieke huiswerkbegeleiding maar wel een specifieke methodiek met als doel de jongeren zelfstandig te leren werken, met aandacht voor contact met de school en thuismilieu. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? De studiecoaching is ingebed in de werking van het Meisjeshuis Brugse Poort, deelwerking van vzw Jong in het werkingsgebied Brugse Poort. Jong vzw heeft kan op bestuurlijk niveau rekenen op een RVB, AV en DB. De dagelijkse leiding wordt waargenomen door de algemeen coördinator, ondersteund door het centrale team. De trajectbegeleidster Brugse Poort wordt ingezet vanuit het project Trajectbegeleiding o.l.v. de projectcoördinator in het centrale team. De verschillende deelwerkingen in de wijk worden aangestuurd door de gebiedscoördinator. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? De studiecoaching wordt aangestuurd vanuit de trajectbegeleidster Brugse Poort. Zij wordt binnen haar vast takenpakket een aantal uren vrijgesteld om dit op te nemen. Het project trajectbegeleiding wordt gesubsidieerd vanuit VECO-middelen - Dienst Lokale Preventie en Veiligheid. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! Door de inbedding in het Meisjeshuis brengt de studiecoaching geen noemenswaardige werkingskosten met zich mee. De infrastructuur is er, de vrijwilligerswerking is ingebed in de algemene vrijwilligerswerking van het Meisjeshuis en de gebiedswerking. Personeelskost: zie hierboven.


65

Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? De studie-coaching wordt in hoofdzaak opgenomen door de trajectbegeleidster met ondersteuning van vrijwilligers. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling?

1. Jongeren begeleiden in het verwerven van de nodige vaardigheden om een positieve schoolloopbaan uit te bouwen.

Leren leren is meer dan technieken en vaardigheden aanleren. Het is belangrijk om ook oog te hebben voor motivatie, zelfvertrouwen, faalangst, houding t.a.v. school en allerlei andere randfactoren. De studie – coaching is geen vorm van bijles, het is een methode om samen met de jongere te werken rond school en hen te ondersteunen om meer zelfredzaam te worden. Hierbij vertrekken we vanuit evenwaardigheid en het vertrouwen in de potenties van de jongeren. Er wordt gewerkt volgens de methodiek van coaching die uit 5 stappen bestaat:

- BEWUSTZIJN: Wat moet ik doen? Kan ik beginnen? Door deze vragen systematisch bij het binnenkomen te overlopen met de meisjes kan de begeleiding beter gepland worden. Op langere termijn kan nagegaan worden of bepaalde meisjes telkens op hetzelfde probleem stuiten. Indien we merken dat meisjes steeds over hetzelfde struikelen wordt dit met hen en eventueel met de ouders en de school besproken. Samen zoeken we naar een oplossing b.v. bijles op school, extra taalles, verandering van richting, bespreken van en werken aan faalangst,…

- VERANTWOORDELIJKHEID: Heb ik er zin in?

Wanneer alles gepland is en de nodige hulp aanwezig is, is het aan het meisje om haar verantwoordelijkheid op te nemen. De begeleider kan aanmoedigen,

stimuleren en eventueel wijzen op de mogelijke gevolgen maar indien iemand de groep stoort wordt die naar huis gestuurd. Soms ligt de verantwoordelijkheid niet helemaal bij het meisje maar spelen er ook andere zaken mee, het is belangrijk hier oog voor te hebben. B.v. Iemand zit in een verkeerde studierichting, iemand kan niet goed studeren door persoonlijke problemen, iemand beheerst onvoldoende Nederlands,… Ook rond deze zaken kan gewerkt worden (in samenspraak met de ouders/school).

- DOEL: Wat wil ik bereiken? Is dit realistisch? Meisjes stellen soms erg onrealistische verwachtingen. Te hoge verwachtingen kunnen zorgen voor teleurstelling of erg veel druk. Te lage verwachtingen kunnen voor onterechte negatieve resultaten zorgen. De begeleidsters trachten te peilen naar de verwachtingen van de meisjes en die eventueel samen met hen bij te stellen.

- MIDDEL: Weet ik hoe ik elke vak moet leren? Hier begin je aan de concrete uitvoer vak per vak. De begeleiders proberen samen met de meisjes te zoeken naar wat voor hen de beste methode is, zonder hun eigen methodes op te dringen.

- ACTIE: Ik begin eraan! Ik maak een werkplan!

Samen met de jongere wordt nagegaan welke vorm van ondersteuning nodig is. Hierbij wordt erop gelet hen geen dingen uit handen te nemen die ze zelf kunnen.

Bij coaching maak je als begeleider zoveel mogelijk gebruik van vragen. Hoe heb je dit in de klas


66

gezien? Op welke manier zou je dit aanpakken? Waar begin je mee? Leg mij eens de theorie uit die hierbij hoort? Dit om het oplossingsvermogen van de jongeren aan te scherpen.

2. Jongeren begeleiden bij de overstap van het basisonderwijs naar het secundair.

Naast de coaching begeleiden we onze kinderen ook bij de overgang tussen het lager onderwijs en het secundair. Hiervoor werken we nauw samen met De STAP (Studieadviespunt Gent). We merken dat de meisjes die naar zo een info moment komen degenen zijn die het nodig hebben en die echt op zoek zijn naar informatie. Dikwijls zijn het ook meisjes die alleen staan voor hun keuze, omdat ouders onvoldoende kennis hebben van het schoolsysteem en/of door taalproblemen deze kennis moeilijk kunnen verwerven. Wanneer de meisjes na de infonamiddag in de STAP aangeven dat ze individueel willen begeleid worden bij hun studie – keuze dan worden de ouders hier altijd actief in betrokken. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Er zijn twee momenten van studie-coaching binnen het Meisjeshuis. Op maandag van 17u tot 19u voor het eerste en tweede middelbaar. Op woensdag van 13u tot 17u vanaf het derde middelbaar. We kiezen er bewust voor elke groep slechts één maal in de week te laten komen omdat de ervaring ons leert dat de jongeren anders afhankelijk worden van de begeleiding. Ook de splitsing in twee groepen is een bewuste keuze. Zo is de groep van het eerste en tweede middelbaar een kleinere groep die we sterker kunnen begeleiden bij hun start in het secundair.

Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Van de meisjes die regelmatig naar de studie-coaching komen en zelf hierin hun verantwoordelijkheid nemen (zie boven bij methodiek) durven we stellen dat het slaagpercentage op 80% ligt. Het gaat dan vooral om meisjes uit ASO en TSO richtingen. De resultaten van de meisjes worden opgevolgd door de begeleidsters. Meisjes komen meestal spontaan hun rapport tonen. Daarnaast merken we een sterke vooruitgang in zelfstandig werken bij jongeren die regelmatig deelnemen aan de studie-coaching.

Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? We richten ons, in de eerste plaats, tot alle meisjes uit de wijk Brugse Poort van 12 tot 18 jaar. Af en toe krijgen we vragen van vriendinnen van de meisjes die reeds bij ons komen of van scholen van buiten de wijk. Op deze vragen wordt steeds ingegaan. Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Eerste en tweede middelbaar: ongeveer 10 meisjes die regelmatig komen. 5 Turks, 5 Marokkaans, 2 ASO, 8 TSO. Vanaf derde middelbaar: ongeveer 15 meisjes die regelmatig komen, 3 Algerijns, 1 Tunesisch, 6 Marokkaans, 5 Turks, 6 ASO, 7 TSO, 2 BSO. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? De studie-coaching is gratis. Een algemene inschrijving in het Meisjeshuis kost 1,5 euro per jaar.


67

Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Ja, het Meisjeshuis is gevestigd in de Bevrijdingslaan, een centraal punt in de Brugse Poort. Inschrijvingsprocedure? Intake? Jaarlijks schrijven de meisjes zich in voor het algemene activiteiten aanbod van het Meisjeshuis. Ze betalen hiervoor 1,5 euro per jaar. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Rechtstreeks toegankelijk.

Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? Vzw JONG – Afdeling Brugse Poort – Meisjeshuis Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? De organisatie als geheel is sowieso ingebed in de wijk, er zijn regelmatige contacten met buurtorganisaties, buurtscholen, brugfiguren,… Als Meisjeswerking hebben zijel contacten met de ouders. Het vertrouwen van de ouders is belangrijk om de meisjes de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten. Het studie-coachingsaanbod is makkelijker verdedigbaar naar de ouders toe. In het kader van studie-coaching zijn er vooral contacten met de ouders voor schoolopvolging. Leerproblemen worden besproken met de ouders. Ouders worden aangemoedigd om zelf contact op te nemen met de school. Indien nodig worden ze hierbij ondersteund bijvoorbeeld door samen naar een oudercontact te gaan. Scholen worden regelmatig gecontacteerd door de begeleidster van de studie-coaching zowel voor een algemene uitleg rond studie-coaching als voor het bespreken van individuele problemen. Steeds in samenspraak met de jongeren en eventueel de ouders zoals hierboven vermeld. Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners? Scholen, individuele leerkrachten, leerlingenbegeleiders, CLB,… Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? 1. Noden t.a.v de maatschappij en het onderwijs

- Bij de overgang van de lagere school naar het secundair, het zoeken naar een nieuwe school en het veranderen van richting staan heel wat jongeren alleen. Hun ouders zijn niet voldoende op de hoogte en op de scholen wordt vaak enkel standaard informatie meegegeven. Jongeren hebben nood aan informatie op maat, iemand die hen wegwijs maakt in de verschillende keuzemogelijkheden die hen overspoelen. Iemand die hierbij ook oog heeft voor de verwachtingen die van thuis uit leven bijvoorbeeld: een school die niet te ver is, niet te duur, … Zonder deze informatie worden veel ongefundeerde keuzes gemaakt.

- Overschakelen van het ene naar het andere net is, niet altijd gemakkelijk zelfs als dit voor de

jongere de beste keus is. Zo wordt in het gemeenschapsonderwijs vanaf het eerste jaar Engels onderwezen, wat in het katholieke net niet het geval is, dergelijke incongruenties maken een overstap moeilijk.

- Veel verschillende instanties (leerkrachten, CLB’s, leerlingenbegeleiders,…) geven advies bij

het oriënteren van leerlingen, dikwijs bestaat er echter geen consensus over welke richting het meest geschikt is. Ook CLB-testen en schoolresultaten spreken elkaar soms tegen. Zeker voor


68

jongeren die alleen voor deze keuze staan is dit erg verwarrend.

- Bij de oriëntatie merken we soms vooringenomenheid t.a.v. allochtone leerlingen, zij worden soms op basis van hun afkomst en niet op basis van hun resultaten doorverwezen naar TSO of BSO. Ook bij de inschrijving merkten we in bepaalde gevallen, ondanks het GOK-decreet, nog steeds een ongelijke behandeling bestaat.

- De communicatie tussen de ouders en de school loopt vaak mank. Pogingen om ouders te

betrekken worden relatief snel gestaakt, er wordt weinig beroep gedaan op tolken en wanneer vertaling van documenten wordt aangeboden wordt dit soms afgewimpeld. In samenwerking met ons werden hier rond in bepaalde scholen echter wel inspanningen geleverd.

- De ingang naar ASO-scholen voor allochtone jongeren blijft moeilijk. Zij voelen zich er vaak

niet thuis, de school heeft soms weinig voeling met leefwereld van deze jongeren en ze staan er vaak alleen tussen autochtone leerlingen uit middenklasse gezinnen.

2. Noden m.b.t. de interne werking van de studie-coaching

- Vanuit het onderwijs worden steeds meer eisen gesteld i.v.m. computergebruik, lay-out en dergelijke meer. Het Meisjeshuis beschikt momenteel niet over voldoende materiaal om hieraan tegemoet te komen. Dit zorgt voor een nieuwe ongelijkheid binnen de klasgroep. Sommige leerkrachten zijn zelfs tijdens het instuderen on-line beschikbaar voor vragen, leerlingen zonder internet zijn hierdoor in het nadeel.

- Doordat jeugdwerkers momenteel niet meer gesubsidieerd worden om met studie-coaching

bezig te zijn trachten wij zoveel mogelijk beroep te doen op vrijwilligers. De moeilijkheid hierbij is het vinden van mensen die zich langdurig (minstens een volledig schooljaar) willen engageren. Gezien de aard van de methodiek (contacten met het thuismilieu, oog voor allerlei randfactoren,…) is het belangrijk dat de vrijwilligers een vertrouwensband opbouwen met de jongeren die zij bereiken. Zij worden hierin sterk begeleid door de trajectbegeleidster. Momenteel wordt er bekeken, in samenwerking met Hogeschool Gent, of studenten uren studie-coaching kunnen laten meetellen als alternatieve stage.

Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking? Door te werken aan een positieve mentaliteit rond onderwijs en een grotere zelfstandigheid trachten wij onze jongeren voor te bereiden op hogere studies. Daarnaast hopen we dat ze die mentaliteit zullen doorgeven aan hun eigen kinderen. Dit jaar zal de eerste generatie jongeren van de studie-coaching afstuderen in het secundair onderwijs. Wij hopen dat een aantal van hen een engagement zal opnemen naar de jongere meisjes binnen de organisatie. Daarnaast trachten we ook een mentaliteitswijziging bij de scholen, CLB’s,… te bekomen door zo veel mogelijk met hen in communicatie te gaan. Helaas ben je op dat vlak nog al te zeer afhankelijk van de goodwill van de personen waarmee je samenwerkt. Binnen het thuismilieu merken wij ook reeds een mentaliteitswijziging, steeds meer ouders zien het belang van een diploma in en trachten hun dochters te stimuleren en te steunen. Jammer genoeg hebben de ouders zelf vaak weinig ervaringen met onderwijs en zien we dat de lat voor de kinderen soms erg hoog wordt gelegd.


69

12. Vrijwilligers brugfigurenproject Rode Kruis

Gegevens Organisatie: Rode Kruis Statuut: Bomastraat 10 Tel: 09/225 61 79 Contactpersoon: Michel de Decker Tel: 09/372 85 66 e-mail: [email protected] Wie is de organisatie? Hoe is de organisatie ontstaan? Historiek? In 2001 stapte Rode Kruis-Vlaanderen in in het brugfigurenproject van Stad Gent dat loopt in kleuter- en lagere scholen. Een tijdje na de opstart van het brugfigurenproject in 1997 werd duidelijk dat sommige brugfiguren te veel vragen kregen naar begeleiding. Het vrijwilligersproject van het Rode Kruis wou op dit knelpunt inspelen door de brugfiguur te voorzien van extra assistentie om zijn/haar taak tot een goed einde te brengen. Hoe is de organisatie gestructureerd? Organigram? Waar/op welk niveau worden beslissingen genomen? Organigram: Rode Kruis

Ziekenvervoer Materiaal uitlenen Sociale activiteiten

Voor ouderen en zieken Voor kinderen

Vakanties Vrijwilligers in het Brugfigurenproject: Coördinator + vrijwilligers

Voor mensen met een handicap Ziekenhuisbibliotheken Opvang asielzoekers Hulp op evenementen Hulp bij rampen Bloedvoorziening Jeugdwerking Opleidingen

Het Rode Kruis staat in voor verschillende activiteiten. Één luik bestaat uit ‘sociale activiteiten’. In dit luik is de vrijwilligerswerking ‘brugfiguren’ van het Rode Kruis gesitueerd. De vrijwilligers die in dit luik ingeschakeld worden, worden gerecruteerd via het Rode Kruis (hiervoor is een coördinator voorzien op Gents niveau nl. Michel de Decker). Het Rode Kruis staat in voor de organisatie van infovergaderingen voor vrijwilligers en de registratie van de vrijwilligers zodat zij verzekerd zijn. Deze coördinator heeft ook regelmatig contact met de coördinatoren van het brugfigurenproject, nl. Kristien Vancoppenholle (voor het stedelijk onderwijs) en Diane Lefere (voor het vrij onderwijs). De brugfiguren zelf beslissen individueel, naargelang hun nood aan assistentie, hoeveel vrijwilligers zij willen. Zij publiceren hun vrijwilligersvacatures in een krantje uitgegeven door het Rode Kruis. De


70

vrijwilliger kiest uiteindelijk zelf op welke plaats zij het liefst ingezet worden. De brugfiguur staat ook in voor de coaching van de vrijwilligers. Ontvangt de organisatie subsidies? Welke kanalen? Structureel of eenmalig? De organisatie ontvangt geen subsidies. Er is ook geen onkostenvergoeding voorzien, vrijwilligers worden enkel verzekerd. Aanwending subsidies? Investeringen? Personeel? Werkingskosten? Verhouding! Niet van toepassing. Werkt de organisatie met professionelen en/of vrijwilligers? Aantal en verhouding? Inzet? Het project werkt met 1 betaalde beroepskracht (Coördinator) en ongeveer 65 vrijwilligers. Alle vrijwilligers worden ingezet in begeleiding naar de kinderen zelf toe. De coördinator staat in voor de recrutering van de vrijwilligers, de intervisiemomenten, de infosessies, de communicatie met de coördinatoren van het brugfigurenproject, bijhouden van lijsten met vrijwilligers, enz. Wat doet de organisatie? Wat is de hoofddoelstelling? De hoofddoelstelling van het project is bijdragen aan de taak van Brugfiguren in Gentse basisscholen. Brugfiguren willen een brug bouwen tussen thuis en school, tussen ouders en kinderen en het schoolteam. Men ziet immers vaak dat er een kloof is tussen de schoolcultuur en de het thuismilieu van kansarme leerlingen ontstaat. Kansarme leerlingen blijven op die manier verstoken van de mogelijkheden die de school kan bieden waardoor achterstanden ten opzichte van de andere leerlingen zich opstapelen. Door zich te richten op maatschappelijk kwetsbare kinderen en te werken aan taalvaardigheid, schriftelijke vaardigheden door het aanbieden van huistaakbegeleiding en beperkte remediëring wil men ervoor zorgen dat kinderen meer kansen krijgen om hun achterstand bij te benen. Welk aanbod volgt hieruit? Wat, wanneer, waar, hoe en door wie? Het aanbod bestaat in grote lijnen uit:

- Huiswerkbegeleiding o Individuele hulp bieden bij kinderen (lezen, huistaken maken, …) o Vaak op school, soms in de gezinnen zelf

- Brede schoolactiviteiten o Middagmaal begeleiden o Schoolbibliotheek openhouden o Taalbadklasjes o Voorleesmomenten o Begeleiding van kinderen naar vrijetijdsactiviteiten in de buurt

- Klasondersteuning o Leesklasjes o Ondersteunen leerkracht bij sport- en spelactiviteiten o Nederlandse les

- Gezinsondersteuning o Spelenderwijs kennismaken met Nederlands (samen met ouders) o Bij mensen thuis rond taalstimulering gaan werken o Huiswerkbegeleiding aan huis o Samen lezen aan huis o Talige activiteiten doen met het hele gezin (museum bezoeken, een gezelschapsspel

spelen, enz.) - Nederlandse taallessen voor anderstalige ouders


71

Meestal hebben elk van deze activiteiten 1 keer per week gedurende het hele schooljaar plaats. Ze zijn gericht naar kleuters en kinderen uit het basisonderwijs. De begeleiding wordt integraal gegeven door de vrijwilligers van het Rode Kruis, met coaching en ondersteuning van de Brugfiguur. Welke resultaten worden bereikt? (Hoe) worden ze bijgehouden? Aangezien de Brugfiguren verbonden zijn aan de school kunnen zij eventuele vorderingen van kinderen opvolgen. Daarnaast krijgen de vrijwilligers de gelegenheid om het project te evalueren a.d.h.v. een vragenlijst. Dit evaluatiemoment is gesitueerd binnen het Rode Kruis zelf. Er is ook overleg tussen de vrijwilligers en de professionelen (brugfiguren) zelf. Tenslotte worden intervisiemomenten voorzien waar alle vrijwilligers hun ervaringen kunnen uitwisselen. Dit is een organisatie van het Rode Kruis. Wie bereikt de organisatie? Wie willen ze bereiken? Profiel: Leeftijd? Gebonden aan locatie/school? Onderscheiden doelgroepen? Met het project wil men maatschappelijk kwetsbare kinderen (uit kleuter- en basisonderwijs) bereiken die met moeilijkheden kampen op school omwille van een leerachterstand, taalachterstand, enz. Wie bereiken ze? Aantallen en profiel(en)? Er is niet direct een zicht op hoeveel kinderen bereikt worden en hun profielen. Individuele brugfiguren kunnen hier wel een zicht op hebben. Is de organisatie toegankelijk? Wordt er een bijdrage verwacht van de deelnemers? Zo ja, hoe wordt die bepaald? Neen, de dienstverlening is gratis. Is de organisatie bereikbaar voor haar doelgroep? Wat betreft: Ligging? Door de inzet van vrijwilligers bij de Brugfiguur gaan de vrijwilligers zelf naar de doelgroep toe, hetzij in hun school, hetzij bij hen thuis. Inschrijvingsprocedure? Intake? De Brugfiguur geeft aan welke kinderen in aanmerking komen voor extra begeleiding. Door de structurele aanwezigheid van de Brugfiguur in de school heeft hij/zij een goed zicht op eventuele problemen waar kinderen mee kampen. Ouders en kinderen worden aangesproken om dit aanbod van vrijwilligers kenbaar te maken en indien zij geïnteresseerd zijn kan de begeleiding in onderling overleg (tussen de brugfiguur, de vrijwilliger, de ouders en het kind) plaatsvinden. Er is dus geen echte inschrijvingsprocedure of intake. Rechtstreeks of onrechtstreeks toegankelijk initiatief? Dit initiatief in niet rechtstreeks toegankelijk aangezien de doelgroep via de school en de brugfiguur aangedragen wordt. Anderzijds is het Rode Kruis daar zeer flexibel in en kan bij een rechtstreekse vraag naar de coördinator van de vrijwilligers van het Rode Kruis toe ook gepolst worden bij de vrijwilligers naar de mogelijkheid om ook deze vraag naar begeleiding op te nemen.


72

Werkt de organisatie samen? Is de organisatie ingebed in/onderdeel van een grotere structuur/organisatie? De vrijwilligerswerking is ingebed in het Rode Kruis, onder het luik ‘sociale activiteiten’. Is de organisatie ingebed in wijk/school/gezinsleven van het kind? Hoe? Doordat de vrijwilligers samenwerken met de Brugfiguren in de basisscholen in Gentse wijken, staan ze heel dicht bij de kinderen en hun gezinnen. Wie zijn de belangrijkste samenwerkingspartners? Niet van toepassing Noden en kansen? Welke noden ervaart de organisatie? Welke ziet zij als prioritair? De dienst draait voor 100% op vrijwilligers. Daardoor is er geen zekerheid van inzet; het ene jaar zijn er minder vrijwilligers, dan het andere jaar. Welke kansen ziet de organisatie voor de eigen werking? Er moet vooral geloofd worden in wat vrijwilligers kunnen betekenen voor de kinderen en hun gezinnen. Er moet geloofd worden in de inzet van vrijwilligers om kansen van kinderen te vergroten door hun schoolse achterstand aan te pakken.

Documents

Al Markaz Auxilia Flux vzw Hand in hand Kipa Vita Word...E-mail: [email protected] Contactpersoon: Patrick Hoens Tel: 09/242 94 39 E-mail: [email protected] 7 Malajka Organisatie: