Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Hilmes ( Only Connect )

  • Upload
    asefehe

  • View
    204

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)256-285 || CHAPTER 9 || THE CLASSIC NETWORK SYSTEM, 1965-1975 286-327 || CHAPTER 10 || RISING DISCONTENT, 1975-1985 || 335-369 || CHAPTER 11 || THE BIG CHANGE 1985-1995 424-456 || CHAPTER 13 || CONVERGENCE CULTURE IN THE NEW MILLENNIUM, 1995-2010 2 8 15 21

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

1

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) 256-285 || Chapter 9 || The classic network system, 1965-1975 Advertising

In de jaren zestig waren de advertenties vooral op jongeren gericht. Ook waren ze vaak seksueel getint en geweldadig. Er werd besloten dat er op de radio even veel tijd aan rookreclames als aan anti-rookreclames moest worden gegeven. Tot in 1971, toen de reclame voor roken helemaal verdween. Industry: the classic network system and its discontents

Tussen 1960 en 1980 was er een oligopolie (zij maakten de dienst uit) van 3 verticaal gentegreerde tv bedrijven: NBC, CBC & ABC. Affiliates : Een broadcaster die op lokaal niveau (een deel van ) het programma van een televisie- of radionetwerk uitzendt. Echter, de affiliate is niet in bezit van een televisie- of radionetwerk, HET WERKT VOOR een O&O. Een owned-and-operated station (O&O) is een broadcasting station dat in bezit is van een moederbedrijf. De FCC (Federal Communications Commission) beheert en reguleert het aantal O&O-stations. O&O-stations in grote steden > Hebben affiliates om op lokaal niveau om hun uitzendingen te broadcasten. De drie netwerken deelden de affiliaties bijna gelijk, en gebruikten alle de VHF band. Affiliaties met een netwerk werden minder, dit komt door de opkomst van individuele stations en publieke stations zoals PBS. Voor commercile netwerken en hun affiliaties waren het goede tijden. Er kwamen meerdere sponsoren, het magazine concept kwam op en de netwerken kwamen onder controle te staan. Ze kregen een deel van de winst van prime time in handen. Aan de netwerken werden residuales betaald, dit waren gelden die werden betaald door syndicaten stations die de series opkochten. Dit was een soort verticale integratie, waar de FCC een einde aan probeerde te maken. De FCC slaagde er niet in, maar kreeg wel de Prime-time Access Rule er door heen. Er ontstond de 50-50 regel. Die zorgde er voor dat de netwerken niet meer dan 50% van hun prime-time aan nieuwsprogrammas ging gebruiken. De FCC ging de prime-time acess rule toepassen in 1970, wat betekende dat de grote netwerken 1 uur van hun prime-time moesten vrijmaken en deze teruggeven aan de filialen, deze hadden dan meer vrijheid om te programmeren. Daarnaast ontstond deze regel ook om er voor te zorgen dat er minder netwerkcontrole ontstond. Hollywood groeide ook door de films en gefilmde series, ook kwamen er kleinere producenten met hun eigen label. In de jaren zestig werd de talent agent belangrijk in het productieproces. Men wilde wel differentiatie, maar doordat er maar drie netwerken waren, moest het wel in een nauwe beschrijving passen, ze kregen allen een nieuwe directeur en: ABC ging zich meer richting op de jongeren, met slong WE try harder CBS ging naar komedie met een jong, stedelijk, sociaal relevant imago NBC kreeg meer etnische en raciale diversiteit Agents of change

De drie netwerken waren strak op elkaar afgestemd. Er waren weinig openingen voor creatieve en innovatieve producties. En ook al lukte het een onafhankelijke producent, dan nog kreeg hij weinig winst. Door de fin/syn en PTAR regels van de FCC in de vroege jaren zeventig kregen de netwerken minder eigendom en werd het eerste uur van prime time vrijgemaakt voor syndicaten of lokaal geproduceerde programmering.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

2

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)Door de kabeltelevisie ontstond er concurrentie. Zo kwamen er meer kanalen vrij en het versterkte bestaande onafhankelijke stations. Dit versterkte de syndicaten markt, er kwamen meer kopers. En door publieke televisie werden creatieve en innovatieve programmas levensvatbaar. In andere woorden: De strenge controle die er door de 3 grote netwerken waren, zorgde ervoor dat er vrijwel geen competitie mogelijk was. Zij hadden de macht. Dit veranderde echter toen FCC met haar regels en haar PTAR kwam. Hierdoor kwam er een limiet aan de macht en opende er een vrijere markt voor lokale programmering. Cable

Community Antenna Television (CATV) begon als een manier om signalen over te brengen via een kabel tegen een vergoeding. Mensen wilden niet alleen de netwerken ontvangen, maar ook zenders van dichterbij, voor bijvoorbeeld lokaal nieuws. CATV gingen wire aanbrengen in de huiskamers. Hierdoor kwamen er enorm veel stations uit de grond in de jaren 50. Een paar bedrijven begonnen lokale systemen te kopen en ze werden de eerste kabel multiple systems operators (MSOs). De FCC had origineel controle over signalen via de lucht, niet via de kabel. Ze hadden enkel controle over kabel als het met luchtsignalen te maken had. Kabeloperators moesten een public/educational/government access (PEG) kanaal hebben. En de mustcarry regel stelde dat alle belangrijke lokale stations via de kabel moesten gaan. Uiteindelijk liet de FCC in 1972 de kabelsystemen legitiem toe. Kabel werd gezien als een alternatief voor de grote drie netwerken als bottleneck en om meer diversiteit en innovatie te brengen. Pay TV bracht een nieuwe markt voor films en sport. The rise of the independent stations

Door de kabel kwam er een grotere markt. Door de kabel werd televisie ook gemakkelijker, wat een boost gaf aan onafhankelijke stations. Educatieve televisie was ook beter te vinden via de kabel. Er werden duurdere shows aangekocht. Ook zogeheten first-run syndication producties, dit waren shows geproduceerd om te verkopen aan stations, niet aan netten. Syndicaten programmas zoals reruns werden populair, omdat ze al succes boden. Connection: at last, public television In Amerika was het vooral commercile televisie. Er werd soms een klein beetje ruimte gemaakt voor publieke of educatieve televisie. Het maken van dergelijke programmas werd vaak in de handen van bepaalde groepen geduwd, die er niet van gediend waren dat ze op onaantrekkelijke tijden mochten uitzenden. De National Educational Televison (NET) kreeg fondsen en door het quiz schandaal werden er vraagtekens bij commercie gezet. Hierdoor kwam er meer publieke televisie mede door Johnson en zijn great society. Ze wilden een soort BBC model, maar dan wel geheel Amerikaans. Het Congres tekende de Public Broadcasting Act in 1967 en er kwamen de Corporation for Public Broadcasting (CPB) en Public Broadcasting Service (PBS). De stations zouden zelf de controle in handen krijgen en uitgezonden worden via het netwerk PBS. Er werden veel eigen programmas gemaakt, maar ook een paar van de BBC geleend. De publieke televisie kreeg fondsen, insulated funding, dus slechts voor de televisie zonder tussenkomst van het congres. Dit werd gezien als een zwak punt. De publieke omroepen hebben het zwaar gehad in Amerika, maar toch hebben ze iets toegevoegd aan hun mediastructuur. Publieke omroepen waren moeilijk te definiren. Publieke televisie bleek controversieel. Het was te nationaal en moest meer controle geven aan de lokale stations. In Amerika is het altijd verscheurd. Aan de ene kant zijn hetOnderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

3

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)programmas voor de geleerde oppermiddenklasse. Aan de andere kant gemotiveerd door een democratisch, populistisch model dat de nadruk legt op lokale productie, diversiteit en publieke participatie. Het trekt maar een klein publiek aan, maar toch blijkt het machtig. Men groeit er mee op en keert er weer naar terug. Regulation: breaking the bottleneck

Tussen 1965 en 1975 ontstond er een contrast. De FCC was niet zo industrie vriendelijk meer. Ze wilden de structuur van uitzenden aanpassen, competitie blootleggen, alternatieven presenteren, en de Fairness Doctrine versterken. Fin/syn and PTAR

De Financial interest and syndication (fin/syn) regels kwamen erdoor in 1971. Ze waren ontworpen om een limiet te leggen op het aantal programmas dat een netwerk in bezit kon hebben tot 15 uur per week. Zo konden productiemaatschappijen onafhankelijk blijven en eigenaar blijven van hun programmas. Het syndication gedeelte betekende dat het netwerk een programma voor een gelimiteerd aantal keer uitzenden mocht kopen. Na bijvoorbeeld n of twee keer uitzenden keerden de rechten terug naar de productiemaatschappijen. Zo kon een programma aan meerdere stations worden verkocht. Er waren drie vormen van syndication: First-run syndication: een programma dat voor de eerste keer als syndication show kan worden gebruikt Off-network syndication: de verkoop van een programma dat oorspronkelijk werd uitgevoerd op het netwerk van een tv ( het is dus een soort van herhaling) Public-broadcasting syndication: ontstaan in de VS als een parallelle dienstverlening aan de stations in het PBS netwerk en een paar onafhankelijke publieke zenders. De Prime-Time Access Rule betekende dat stations geen netwerkprogrammas mochten gebruiken voor het eerste uur prime time. Het waren de eerste vijftig markten. De netwerken stopten simpelweg met feed voor dit uur zodat alle stations moesten schikken. Dit zorgde voor meer concurrentie. De netwerken hadden moeite zich te schikken en kregen een antitrust rechtszaak. Deze werd opgeheven, zonder vooroordeel. Untying cable

Er waren drie groepen die bijdroegen aan de re configuratie van de kabel als een alternatief voor broadcast televisie. Ten eerste degenen die de regels hadden hervormd. Ze wilden structurele veranderingen om een nieuw soort televisie te produceren. Ten tweede de sociale actiegroepen. Ze wilden een lokaal gereguleerd medium. Ten derde de kabeloperators. Ze gingen mee met de eerdere twee groepen, zolang ze maar toestemming kregen om uit te breiden. Fairness doctrine

Stations werden zelf verantwoordelijk voor een gebalanceerde presentatie van diverse kijkpunten. Ze moesten zelf oordelen welke insluiting positief effect had. Het Mayflower besluit van 1941 zorgde ervoor dat een station niet slechts een uitlaatklep werd voor de standpunten van de eigenaar. Er moest een gebalanceerde programmering komen die de algemene interesses en meningen van de gehele gemeenschap toonde. Het heette ook wel ascertainment.

Broadcasters moesten bepalen wat de belangrijkste onderwerpen waren in de lokale gemeenschappen en ze gebalanceerd en onbedeeld tonen. Hier ging de Red Lion over.Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

4

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)Voor de FCC werd het naleven van de Fairness Doctrine het belangrijkste om verlenging van een licentie te krijgen, het had in de jaren heel wat macht verloren. Connection: sorry, we are experiencing racial difficulties

WLBT en andere stations in het zuiden zonden geen programmas met Afro-Amerikanen uit. Het was uitgesloten in het zuiden en het uitzenden van dergelijke programmas zou protesten op de been brengen. De NBC was het hoofdnetwerk van de WLBT, en daarna kwam de ABC. Het was zelfs zo dat als het nieuws over Afro-Amerikanen ging, het beeld op zwart ging. De NAACP ging klagen bij de FCC, maar de FCC hernieuwde toch de licentie voor WBLT. Ze waren gefocust op blank. De eerste Afro-Amerikaan die zendtijd kreeg was Medgar Evers, een burgeractivist voor de NAACP. De WBLT werd onder druk gezet omdat ze de Fairness Doctrine zouden overtreden. Evers werd neergeschoten, en de FCC meldde dat onder de Fairness Doctrine alle rassen een gebalanceerde presentatie moesten krijgen. De burgers wilden niet dat WBLT nog een licentieverlenging kreeg. Uiteindelijk werd de licentie aan een groep burgers gegeven, waarin Afro-Amerikanen werden vertegenwoordigd. WLBT was het enige station ooit dat geen licentie kreeg, door slechte publieke service aan een raciale groep. Hiermee wordt duidelijk hoe langzaam regulatie gaat. En hoe automatische hernieuwing tegen de wensen van het publiek in kan gaan. Toch was het met de tijd misschien ook wel veranderd. En het was voor het eerst dat de FCC naar de burgers moest luisteren. De FCC gaf de burgers Legal standing. Connection: generational politics and the American TV family

De netwerken in het hart van het klassieke netwerksysteem waren vastbesloten van twee walletjes te eten. Ten eerste het winstgevende, jonge publiek met programmas waarin ze hun politiek en waarden konden herkennen. Echter, ze bleven in de mainstream om ook de trouwe kijkers, vooral de ouders, tevreden te houden. Smothered?

The Smothers Brothers Comedy Hour (CBC 1967 1969) was een show met alles erop en eraan, maar vooral met veel muziek. Het zorgde voor een generatieconflict in de jaren zestig. Vooral de muzikale gasten en hun liedjeskeuze zorgden voor censuur. Zo werden nummers geschrapt omdat ze dubbele boodschappen bij zich droegen enzovoort. De broers moedigden de schrijvers aan om opener politiek materiaal te schrijven. Het netwerk wilde ze echter in bedwang houden. De affiliaties begonnen te klagen. De kijkcijfers begonnen te dalen en de show werd stopgezet om politieke redenen. De jeugd werd wel aangesproken door de antioorlog houding, maar het mainstream publiek was er minder blij mee. Dragnet and double meanings

Een oude serie genaamd Dragnet werd weer nieuw leven in geblazen door de NBC. Ze probeerden een dubbele laag aan te brengen in het programma, enkel jongeren zouden de diepere boodschap snappen. De eerste aflevering behandelde LSD. De ouderen konden het kijken als een gewone politieserie. Echter, de jongeren konden zaken herkennen aan de LSD en konden lachen om de klungelige manier waarop de politie met de drug omgaan. Out in the open

All in the family bracht politiek in de huiskamer in de vorm van een generatieconflict, een programma met altijd in verhitte discussies over sociale en maatschappelijke onderwerpen. Later draaide het steeds meer om Archie en werd de serie Archie Bunkers Place genoemd. De steunende personages speelden in op de conservatieve ideen van Archie. De buren waren Afro-Amerikaans. Er zat een feministe in, een gezin waarin de rol van man en vrouw waren omgedraaid, eeuwige student, liberale dochter, goedwillige vrouw.Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

5

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)Er werd vooral om een liberaal standpunt gevraagd. De serie was zo succesvol dat er spin-offs zijn gemaakt. In een van de spin-offs kwam voor het eerst in de televisiegeschiedenis een interraciaal koppel voor. Real Americans? An American Family was een documentaire van de CBS(1971). Het bracht realisme in de komedie afbeelding van Amerikaanse families. een 12 delige documentaire over de Loud familie van Santa Barbara. Dit was een inspiratie voor de reality show genre. De filmmakers leefde 7 maanden met de Louds samen. De BBC nam haar eigen versie van de The family over, maar dit werd eerder een docusoap. Echter in Amerika kwam al snel een nieuw soort programma op: Americas most wanted rescue. Een echte kant met een paar dramatische reconstructies er in. De familie Loud was niet blij met hoe de film uiteindelijk geworden was. Ze hadden vijf kinderen en vielen hierdoor al een beetje buiten de boot. De ouders lagen in een scheiding. De oudste zoon zorgde voor veel ophef door op televisie uit de kast te komen. Het verschil tussen hoe families echt leefden en hoe ze werden getoond op televisie werd aangewezen. Ze stipten onderwerpen aan die All in the family buiten beschouwing liet. Dergelijke programmas maakten het politieke persoonlijk. Programming: the age of relevance

Het was tussen 1965 en 1975 dat alle drie de netwerken een barst maakten in het geloof dat het prime time publiek bestond uit een massapubliek van witte, middenklasse families. De netwerken ontdekten de jongeren. Het was the age of relevance, ofwel de jongeren moesten bij elke programmering in het achterhoofd worden gehouden. De jeugd was vooral rebels tegen hun ouders. Ze wilden realiteit, mensen als zichzelf op televisie zien. De netwerken wilden aan hun oligopolie vasthouden en moesten naast de jeugd ook niet hun andere publiek vergeten. De ouderwetse denkwijzen van de netwerken werden weggevaagd door The smothers brothers comedy hour. De komedies van Norman Lear op CBS hebben Amerikaanse televisie veranderd. The Mary Tyler Moore Show bracht feminisme in beeld. En The Flip Wilson Show bracht Afro-Amerikaanse artiesten in beeld. An American Family wordt vaak naar verwezen als een van eerste programmas waarin realiteit werd getoond, het begin van reality-tv. De BBC kwam met zijn eigen versie, namelijk The Family. Hierin werden vooral problemen met klassen duidelijk. Het was het begin van de docusoap, waarbij documentaire stijl werd gebruikt voor het filmen, maar het narratief ook een belangrijke rol speelde. De Amerikaanse commercile televisie kwam al snel met iets nieuws, namelijk realistische beelden met dramatische reconstructies. Dit hoorde bij de reality-tv en zorgde voor snelle entertainment. MASH toont een ander soort familie, namelijk in de werkplaats. De serie gaf commentaar op de oorlog en had een sterke cast van bekende koppen. Boodschappen die antioorlog waren kwamen in deze serie er gemakkelijker doorheen. Sitcoms waren nog wel populair, maar wat populairder was, was de urenlange, actie avonturen show. Dit waren series over de politie, ziekenhuizen, westerns enzovoort. Er waren nog een paar varit shows en films. Sommige prime time series waren moeilijk in een hokje te plaatsen. Het televisienieuws breidde uit en verdiepte zich tijdens de oorlog en politieke onrust. Het nieuws werd vooral door blanke mannen verzorgd. Het nieuws overdag kwam vaker en werd langer en door satellieten en videotape kon het nieuws over de hele wereld gemakkelijk worden verspreidt. Ook kwam er lokaal nieuws. Door de Vietnamoorlog zou de pers nooit meer in de buurt van een oorlog mogen komen. Er was vooral veel kritiek op de politiek. Rond deze tijd kwam ook de eerste Super Bowl, in 1967. En in 1968 de Olympische Zomerspelen live vanuit Mexico. Hier kwamen sport en politiek samen. Rond deze tijd gingOnderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

6

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)ABC de programmas over sport verbeteren zodat ze een betere rank zouden krijgen. De sport is nu fundamenteel voor bepaalde netwerken en zoals het er toen grafisch uitzag, ziet het er eigenlijk nog steeds uit. De Super Bowl heeft de duurste reclame.

Violence redux

In de jaren zestig kwam er steeds meer geweld op televisie, en hier werd ook steeds meer tegen geprotesteerd. Er werden studies gedaan naar de relatie tussen kijken naar televisie en het gebruiken van geweld bij kinderen. Was censuur het antwoord, en zo ja, wie zou dan de macht in handen krijgen? Dit vroegen de liberalen zich af. Citizen activism

Een groep vrouwen was bezorgd om het effect van televisie op hun kinderen. Ze verzamelden zich in de Action for Childrens Television (ACT). Door hen kwam er een limiet op advertenties voor kinderen, werd een uurtje televisie kijken met het gezin ingevoerd en kwam er de Childrens Television Act in 1992. Een andere groep focuste zich op publieke televisie en noemde zichzelf Childrens Television Workshop (CTW). Zij waren de makers van Sesame Street, waar vrijwel elk kind mee is opgegroeid. Het werd ook snel duidelijk dat vrouwen en etnische minderheden slecht werden vertegenwoordigd bij de televisie. Ook werd televisie steeds meer op lokaal en persoonlijker niveau gemaakt. De zenders die dergelijke televisie uitzonden waren public, educational, and governmental (PEG) access channels. Conclusion

Tussen 1965 en 1975 veranderde er veel op het gebied van televisie. De strikte controle van netwerken was niet meer en de PBS zorgde voor de televisie die niet mogelijk was bij commercile zenders en stations. De commercie reageerde daarop door de jeugd aan te spreken met programmas waarin het generatieconflict centraal stond. De Vietnamoorlog kwam bij de mensen thuis en op het nieuws werd ongelijkheid behandeld, maar ook gehandhaafd. De kabel maakte meer zenders bereikbaar. Televisie zorgde voor onderdrukking, maar maakte tegelijkertijd ook de weg vrij. Men was wel bang voor de macht van televisie. Tegen de jaren tachtig werd regulatie, compromissen en buitensluiting vervangen door competitie, diversiteit en de keuze van de consument.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

7

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) 286-327 || Chapter 10 || Rising discontent, 1975-1985 || Social context: crisis of confidence

De jaren zeventig kent een stereotype beeld. De president was Ronald Reagan. Baby boomers werd yuppies. Vrouwen en de zwarte middenklasse deden het een stuk beter. Echter, men werd steeds materialistischer en sociale status werd weer belangrijk. The satellite revolution

In de jaren zestig werden de eerste satellieten de ruimte in gestuurd. Het werden geostationary satellites, die een vaste plek in de ruimte hadden. Het was een beetje een strijd tussen Amerika en de Sovjet-Unie. Al snel werden de commercile doeleinden ontdekt. En in 1964 lanceerde AT&T de Early Bird om de eerste live verbinding te leggen. De satelliet technologie had een grote impact op het Amerikaanse leven en de media. McPaper

De geprinte media werd wakker geschud door het ontstaan van de eerste nationale krant in 1982, de USA Today. Het zou vanuit verschillende punten over de hele natie worden verspreidt en vooral licht nieuws bevatten. Men vond het geen echte krant. Echter, buitenlanders die het nieuws uit Amerika wilden volgen zagen wel potentieel. Veel lokale kranten verdwenen en werden meer nationaal. Ze behielden enigszins wel hun lokale basis. Movies

Door de fin/syn regels raakten Hollywood en televisie steeds meer met elkaar verbonden. Hollywood nam televisie steeds meer over. En door de komst van de videorecorder begonnen ze plannen te maken. Uiteindelijk kregen ze meer winst binnen via secundaire kanalen dan directe uitzending. In deze jaren vonden veel fusies plaats. De vele mini-majors en onafhankelijke die opkwamen gedurende deze periode laten de impact zien die kabel en televisie hebben gehad op de omstandigheden van filmproductie en toenemende globalisatie van de film en televisiemarkt. Kabeltelevisie bracht meer buitenlandse producties qua film naar Amerika. En meer co-producties waarbij Amerikaanse studios samenwerkten met Europese of Aziatische studios. Radio

Bij de radio kon het signaal vanuit n centraal punt worden uitgezonden. Hierdoor kwamen er wat openingen voor lokale advertenties en het weer. Dit zorgde voor homogenisering op de radio. Elke lokale markt werd ook weer onderverdeeld in verschillende zenders. Er werd nog steeds liever FM boven AM gebruikt. Door satellieten werd het gebruikelijker om veel te praten op de radio. Deregulation, breakup, and merger

Het is enigszins vreemd dat regulatie juist zorgde voor deregulatie. De televisie-industrie wilde geen deregulatie, omdat dit minder bescherming zou betekenen. Complete deregulatie zorgde ervoor dat kleine bedrijven minder kans maakten tegenover grotere. Door de fin/syn regels en kabeltelevisie kwam Hollywood in de televisie-industrie. En ze werden grote spelers die het niet eens waren met de huidige regels. De FCC had niet alleen te maken met deregulatie. Ze waren aan het experimenteren met low-power television, ofwel LPTV. Dit waren kleine stations die vrouwen en etnische minderheden zoudenOnderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

8

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)aantrekken. Echter, deze hadden moeite het hoofd boven water te houden. Ze hadden weinig publiek en weinig reclame. De Cable Communications Policy Act uit 1984 zorgde ervoor dat de kabeltelevisie vrij werd van beslissingen of bemoeienis van de overheid. De steden had weinig controle. Het kostte te veel om twee zenders met elkaar in hetzelfde gebied te laten concurreren. Nationale kabelzenders en MSOs mochten vrij uitbreiden. Het congres vocht al het mogelijke aan om deregulatie tegen te houden. Aan de andere kant probeerde het congres de Communications Act te hervormen. Het opkomen van nieuwe technologien en meer competitie tijdens de jaren zeventig en tachtig zorgde voor een mindere stemming. Rond deze tijd won de kabel het van de netwerken, waren de burgeractiegroepen verslagen en gingen de standaards van programmas naar seksueel en gewelddadig. Men was het er niet over eens wat het uiteindelijk moest worden. Meer controle of minder controle? Connection: Mark Fowlers Toaster

Mark Fowler werd directeur van FCC in 1981 en stelde dat competitie op de markt van televisie een goede zaak was. Hij was bekend om zijn uitspraak dat de televisie gewoon een huishoudelijk apparaat was, een toaster met afbeeldingen. Hij schreef samen met een medeschrijver een rapport over de oude regels en welke nieuwe regels hij daar voor in de plaats wilde stellen. Fowler stelde dat er tegenwoordig genoeg frequenties waren. Hij wilde dat men ging concurreren om frequenties te mogen gebruiken en soms zelfs om een kleine vergoeding te betalen. Men moest het publiek tegemoetkomen en tevreden stellen. Kijkers/luisteraars en de media moeten dezelfde first amendment hebben. De FCC maakte geen vrienden met de maatregelen voor regulatie bij een democratisch congres. Het laten verdwijnen van de fin/syn regels ging niet door, maar onder Fowler werd het wel gemakkelijker om een licentie te vernieuwen. Zo kwamen er meer zenders, en deze mochten zelf weten wat ze uitzonden. Velen vonden dat het leidde tot een markt die helemaal niet zo vrij was als Fowler deze voorstelde. Hij stelde dat programmas voor minder publiek maar een kleine vergoeding moesten betalen of anders verdwenen. Hier kreeg hij fel protest op en men vond zijn manier van dereguleren te willekeurig om daadwerkelijk te werken. Nog steeds geldt het standpunt van Fowler en leidde het tot de Telecommunications Act van 1996. Industry explosion

Tegen 1985 was het klassieke netwerksysteem nog niet helemaal verdwenen. Echter, mensen die de televisie van voor 1975 kenden, konden zich niet voorstellen zo veel keuze te hebben in televisiezenders. Kabeltelevisie en de videorecorder zorgden voor meer concurrentie bij de televisie. 57 channels and nothing on?

Tussen 1972 en 1985 breidde televisie flink uit. Het is moeilijk een over-the-air netwerk en een kabelnetwerk uit elkaar te houden. Het bracht meer diversiteit, net als de VCR. De kabel system operators waren bedrijven die de kabels door de stad legden en de zenders verzorgden tegen een kleine vergoeding. Dit begon te verspreiden in de jaren zeventig. Tegen 1980 waren er veel multiple systems operators, en deze kochten ook de kleinere op. De MSOs boksten tegen elkaar op om in zoveel mogelijk steden kabel te mogen verzorgen, hierdoor ontstond de verticale integratie. Echter, wat zou goed werken voor kabeltelevisie om echt te concurreren met de gevestigde netwerken? Waarvoor zouden mensen betalen? Pay cable

Pay cable is betaalde televisie voor speciale evenementen, verboden inhoud en films zonder reclame. Home Box Office was de eerste die dit aanbood. Wanneer iemand iets wilde kijken, moest men er maar voor betalen.Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

9

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)

Basic cable

Deze zitten in het goedkoopste pakket, ofwel tier. Deze stations overleven op de consumenten die betalen. Dit zorgt voor narrowcasting. Dit betekent dat er een heel specifiek publiek kan worden aangesproken en daarvoor willen adverteerders graag veel betalen. Superstations

Een van de eerste basis services was het superstation. Een lokaal televisiestation, vaak onafhankelijk, gedistribueerd naar een nationaal kabelpubliek via de satelliet. De pionier was Ted Turner die zijn signaal verkocht om een groter publiek te bereiken. Nichification

In 1980 richtte Turner Cable News Network op, beter bekend als CNN. Nieuws bestond al, maar nog nooit eerder in een geconcentreerde vorm. Hij breidde een niche uit en bracht iets nieuws en raakte hiermee een miljoenenpubliek. Eenzelfde voorbeeld is Entertainment and Sports Network, beter bekend als ESPN. Dit netwerk begon met het uitzenden van sporten die eerst niet zo veel aandacht kregen. Al snel werd het netwerk een grote speler in de nationale sport. Toch zond het nog steeds sporten uit die toen niet veel aandacht kregen. Nog een ander voorbeeld is Arts and Entertainment Channel, ofwel A&E. Het focuste vooral op theater, dans, documentaires en bewerkingen. Het zond kwaliteit van de netwerken uit. En co-producties met de Britse televisie. Al snel zond het BBC en Nickelodeon uit. De laatste was gericht op herhalingen en kinderen. Het laatste voorbeeld is MTV. Het bracht televisie en muziek samen in de muziekvideo. Ook werden veel adverteerders aangetrokken. Er kwam controversie omdat er een soort scheiding leek te ontstaan tussen blank en zwart bij MTV. Sommige kabelnetwerken gingen zich juist op de minderheden als publiek richten. Zoals BET, gericht op Afro-Amerikanen. En The Spanish International Network, gericht op Latinos die wonen in de Verenigde Staten. Er waren enkel Spaanstalige shows op te zien, en de kabel maakte dit mogelijk. Lifetime richtte zich eigenlijk op een benadeelde meerderheid, namelijk vrouwen. Het verschilde van de mainstream televisie, omdat het ook talkshows bood en zich echt richtte op de vrouw en haar interesses. Public service, public access

Men was bang dat door de kabeltelevisie PBS op de achtergrond viel. Toch was daar CSPAN, die eerst de politiek in Amerika toonde en later uitbreidde naar andere publieke affaires. En al snel was daar C-SPAN II. Lokale kabel operators betaalden een kleine vergoeding aan steden en zorgden voor al het materiaal om publieke televisie te maken. Het was een uitlaatklep voor iedereen die een programma wilde maken en wilde tonen. Sommige groepen begonnen met het maken van programmas voor lokale toegang, maar gingen later nationaal. Het grijpt een beetje terug op het model van hackers op de radio.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

10

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)De kabel heeft ook uitbreiding gebracht bij religieuze programmering, zelfhulp televisie, en erg gespecialiseerde informatie en services. Deregulatie van de kabel zorgde voor meer concurrentie en diversiteit, echter men was niet blij met nieuwe mogelijkheden van smakeloosheid en commercialisering.

Public television

Gedurende de jaren zeventig kregen publieke televisie en radio het zwaar te verduren, zoals het CPB en het NPR. Het NPR had geen duidelijk beeld van het publiek en de rol die ze speelde. Er kwamen alternatieven voor het NPR, ofwel de publieke radio. De publieke televisie breidde de aanbieding van programmas uit en ging over op informatie programmering van meer algemene interesse. Er kwam samenwerking met de BBC en meer verdieping in de geschiedenis van Amerika. De publieke televisie kreeg kritiek van alle kanten, links, rechts, van minderheden en vrouwen. Vrouwen en minderheden vonden dat ze niet goed vertegenwoordigd werden op zowel beeld als achter de schermen. NPR en PBS toonden dezelfde hirarchie als de commercile omroepen, namelijk blanke mannen aan de top. De jaren zeventig zorgden voor opschudding bij de publieke omroep. The end of an era

In 1985, om het officile einde van het klassieke netwerksysteem aan te kondigen, veranderden de drie grote netwerken voor het eerst van eigenaar. General Electric nam RCA en daarmee NBC over. Men was bang dat het nieuws niet meer integer zou zijn. ABC werd overgenomen door een kleiner bedrijf, namelijk Capital Cities Communications. Door strikte financin werd ABC gedwongen winst te maken. velen geloven dat dit het einde betekende van de gouden eeuw van nieuws op het netwerk. Er was een dubbele angst: dat een machtig individueel bedrijf de boodschap van het bedrijf zou verstoren. En aan de andere kant dat door de hang naar winst als standaard zou worden. CBS zou eerst worden opgekocht door Turner, totdat Lawrence Tisch een bod deed en veel aandelen kocht. CBS werd gestabiliseerd door te bezuinigen. De netwerken kregen minder kijkers. ABC en NBC vochten terug door binnen te dringen bij de kabeltelevisie. In de jaren tachtig kwamen er nog meer fusies. En men keek meer televisie en de netwerken probeerde uit alle macht aan deze kijkers vast te houden en ze te laten blijven kijken. Expanding programs

In 1983 waren er meer sitcoms op televisie dan in 1975. In deze periode kwamen een paar tekenende sitcoms naar voren. Voorbeelden zijn Soap, Happy Days, Mork & Mindy, Threes Company. Deze sitcoms en vele anderen bleven op televisie in 1982. In dat seizoen kwamen er meer sitcoms, als Cheers, Family Ties, The Cosby Show. Sitcom was niet dood, maar kwam in de schaduw te staan van het drama. Het klassieke netwerksysteem zorgde voor herkenbare programmas en liet deze draaien. Deze innovaties zouden de jaren daarna nog volop gebruikt worden.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

11

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) Connection: the culture of seriality and repetition

In de jaren van het klassieke netwerksysteem konden series uitgebreid worden en verdiept, ook werd er meer herhaald. Dit zorgde voor kritiek, maar het publiek was er dol op. Een basis programmering van de klassieke netwerken was de spin-off. Bestaande personages werden in een nieuwe situatie of locatie geplaatst. De meeste creatieve energie was geleverd door All in the family, The Mary Tyler Moore show en Happy Days. Netwerkschemas boden in het eerste uur prime time ook de rerun aan. In het weekend en op de late avond werd daar op gebouwd, net als tijdens de zomer. Zelfs op publieke televisie kwamen ze voor. Op een gegeven moment werden series al doorverkocht voor reruns, voordat de serie goed en wel klaar was. Critici vonden dat het publiek werd uitgemolken door herhalingen. De netwerken moesten met originele series komen. Ten eerste komt dit mede door de BBC en hun bewerking van literaire werken. Hierdoor kreeg de Amerikaanse televisie hetzelfde idee. In Amerika waren het wel populaire werken die werden bewerkt, maar ze trokken veel aandacht. Goed geschreven series waren vaak het resultaat van goede samenwerking. De spin-off en herhaling droegen ook bij aan betrokkenheid en narratieve diepgang. Herhalingen zorgen niet alleen voor het opnieuw ervaren van series, maar zorgt voor een nieuwe manier voor Amerikanen om hun mediageschiedenis te begrijpen. Er waren lang geen series op televisie. De televisie vond het fijn wanneer afleveringen een gesloten einde hadden. Hierdoor konden ze in elke willekeurige volgorde worden uitgezonden. In de jaren negentig werden series pas met open armen ontvangen. The new dramas

De series kwamen in prime time doordat vrouwen overdag meer begonnen te werken en de netwerken en kabel vrouwen wel als doelgroep wilden vasthouden. De verandering van de rol van de vrouw op televisie en in het dagelijkse leven kwam goed naar voren in Cagney and Lacey, female buddies, beide politieagenten. Door deze serie werden vrouwen anders in beeld gebracht en werd er een ander licht geschenen op bepaalde misdaden. Dallas werd als eerste internationaal populair en bracht soap naar de prime time. Het maakte de soapwereld mannelijk. Het was mede populair door de setting op ranches in Texas, de rijke families die het betrof, iedereen zag er goed uit, het was heel dramatisch. Het ging van een drama naar meer soapachtig, doordat niet elke week de verhaallijn werd afgesloten. Ien Ang deed een studie naar Dallas en hoe mensen het in hun dagelijkse leven inpasten enzovoort. Het zorgde in Europa voor het woord Dallasification. Het zorgde in Amerika voor veel imitators. Fred Silverman was de enige man die bij elk netwerk heeft gewerkt en heeft zijn sporen nagelaten in de televisie-industrie. Het was programming executive en had veel macht. Connection: the many qualities of Fred Silverman

Silverman begon met programmeren bij CBS in 1963. De gameshows werden vervangen door soaps van een halfuur. Silverman blies ook nieuw leven in de zaterdagochtend van CBS. Met cartoonseries en het Childrens Film Festival. Hij werd vicepresident van het programmeren en focuste meer op een jong en vrouwelijk publiek. Silverman stapte over van CBS naar ABC in 1975. Hij moest tegen zijn eigen gevormde prime time succes strijden, maar wist ABC in een paar seizoenen naar de top te krijgen. Silverman wist dat het belangrijk was de vrouwen in de avond meer aan te spreken, maar zonder de mannelijke kijker hiermee te verliezen. De misdaadseries georinteerd op een personage bleken het goed te doen bij CBS. Hij kwam er achter dat vrouwelijke hoofdpersonages het goed deden bij beide sekses, zolang ze maar sex appeal hadden. Zo kwam hij met Charlies Angels, wat veel kritiek kreeg van feministes. Toch bleek het een succes. Het bleek de perfecte balans tussen feministisch en antifeministisch. Roots bracht Silverman faam. Door de manier waarop hij het inplandeOnderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

12

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)zorgde het voor impact en nationale sensatie. Hij plande het zo in omdat niemand dacht dat het succes zou hebben, een serie met alleen Afro-Amerikanen die blanken in een niet zo goed daglicht stelden. De serie hielp Amerikanen hun verleden te begrijpen. De blanken werden niet enkel als boeman neergezet. Hij kwam met drie nieuwe komedies voor prime time, namelijk Soap, Threes Company en Mork & Mindy. Deze kregen veel kritiek te verduren zelfs voordat het werd uitgezonden. Het publiek vond het leuk omdat het een parodie was op het Amerikaanse gezin en de Amerikaanse televisie. Echter, men vond dat het publiek ook een nieuw dieptepunt had bereikt. De netwerken werden bang van de opkomende kabeltelevisie en de opkomende kritiek op de netwerken zelf. In 1979 ging Silverman over naar NBC en beloofde meer aandacht te geven aan kwaliteitsprogrammas. Echter, Silverman kon de andere twee netwerken niet voorbij streven en nadat hij ABC verliet werd CBS weer nummer n. Silverman bracht wel n succesvolle show, namelijk Hill Street Blues. Het was zijn idee vanaf het begin, een politieserie in een gewone buurt met een etnische mix van personages. Hij nam twee schrijvers, Bochco en Kozoll in dienst. Ten eerste had het wat weg van soaps, niet elke verhaallijn zou direct worden opgelost. Ten tweede stond de hele cast en niet n persoon centraal. En ten derde deden er vrouwen en etnische minderheden mee. Het werd de eerste dramedy, realisme gecombineerd met humor. En de visuele stijl was duister en een beetje chaotisch. Het ging van een slechte plaats naar een goede, door het winnen van awards. De meeste lof ging uit naar de schrijvers, maar ook naar Silverman door hen te kans te geven. Silverman zorgde voor meer vrouwen in prime time en ook etnische minderheden. In de prime time kwamen meer soaps, betekende dit automatisch dat het publiek dommer werd? Daytime

Gedurende de tijd veranderde er langzaamaan ook dingen in de dagprogrammering. De soap operas kregen meer kijkers, terwijl men dacht dat het verminderde door de werkende vrouwen. De soap operas lukte dit, door meer verjonging te zoeken. Ook werden de soap operas een uur lang gemaakt. Ook kwamen er meer talkshows. In 1985 werd de talkshow officieel ingeluid. Bij het ochtendnieuws had elk netwerk er n, Today, Good morning America en CBS Morning News. De strijd tussen deze drie begon in 1975 en duurt nog steeds voort. Nighttime news

De discussie over nieuws en entertainment duurde voort. De basisstructuur van het netwerknieuws bleef hetzelfde, ondanks dat CNN concurrentie bood. Magazine shows kwamen op, net als soft news shows. Deze boden nieuws aan met entertainment. Dit zorgde ervoor dat journalistiek minder serieus werd genomen. Sports

De netwerken vertrouwden nog steeds op hun mannelijke publiek om sport te blijven kijken. De Super Bowl werd het meest bekeken en was het meest begeerd bij adverteerders. ESPN maakte winst met sporten die de netwerken lang hadden genegeerd, toch kwamen dergelijke evenementen meer in de picture bij de netwerken, zoals de Olympische Spelen. Late Night

De Late night werd lang gedomineerd door de Tonight Show van Johnny Carson (NBC, 1962 tot 1992). Hij begon met een monoloog en ging daarna naar zijn gasten op de bank. Hij had wel gastpresentatoren, zodat hij niet elke avond hoefde. Jay Leno nam het van hem over en er kwamen meer late night shows bij, zoals late night with David letterman.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

13

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)De NBC was de koning van late night, de andere netwerken concurreerden nauwelijks. In 1975 kwam NBC met Saturday Night Live. Er was elke week een gastheer of vrouw te gast en de komedianten bleven hetzelfde. Muziek en komedie werden afgewisseld. De schrijvers waren vaak de komedianten. Het was live dus er kon van alles gebeuren, toch was het gelimiteerd. Het mocht niet te open en niet te gesloten zijn. Social discourse

Er werd veel over televisie gedacht en geschreven, maar zonder consensus. Er kwam de agenda-setting theorie. Deze stelde dat televisie ons vertelde waaraan we moesten denken, niet dat we moesten denken. Echter, diversiteit zorgde voor fragmentatie. Televisie werd als serieus onderwerp voor studie beschouwd. Steeds meer kwam het idee naar voren dat televisie kon helpen de geschiedenis te begrijpen. Televisie kon nu ook opgenomen worden en programmas verdwenen niet meer. Men duidde de jaren vijftig aan als het gouden tijdperk van televisie. Er werden documentaires uitgezonden, musea en archieven opgericht. Ook aan de academische kant kwamen er meerdere geschriften. TV werd gekoppeld aan andere media, maar werd ook onderzocht op gronden van unieke karakteristieken. In de late jaren zeventig was daar de publicatie van John Fiske en John Hartley, genaamd Reading Television in 1978. Hierin werd meer de nadruk gelegd op televisie in het dagelijkse leven. Televisie werd belangrijk in de academische studie, maar ook in de politiek en het moraal. De Moral Majority groep vond dat televisie zo veel mogelijk gecontroleerd moest worden. Het was in strijd met de ouders en autoriteiten om het gedachtegoed van jongeren. Conservatieven wezen naar de televisie als toner van seks en geweld. De Coalition for Better Television wilden boycots en protesten organiseren. Producent Norman Lear richtte People for the American Way op, die televisie verdedigden. Het moest meer verantwoordelijk en ethisch worden. Televisie was steeds meer een onderwerp van sociaal en politiek debat geworden. Ook al was het moeilijker om de verantwoordelijke partijen aan te wijzen.

Conclusion

De jaren zeventig waren economisch en sociaal niet goed en dit toonde zich onder andere in het opbreken van het klassieke netwerksysteem. Door regulatie, kabel en satelliet en opkomende zenders en programmas, kwam er competitie, diversiteit en keuze. Kabel kwam in vele vormen en sprak alle groepen in de samenleving aan. Netwerktelevisie experimenteerde met nieuwe vormen van series. Fred Silverman werkte bij alle drie de netwerken. De publieke televisie vond zichzelf opnieuw uit om tegen kabel op te boksen en tegen de kritiek in te gaan. Er was sprake van veel fusies. Call-in radio talkshows en de nationale krant concurreerden met de televisie voor publieke aandacht. Televisie bleef een onderwerp van debat, maar werd wel bestudeerd.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

14

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) 335-369 || Chapter 11 || the big change 1985-1995 Media context: the age of synergy

Synergie is het toverwoord van de jaren tachtig en negentig. Het woord werd meer en meer gebruikt door acties van Rupert Murdoch en zijn oprichting van het Fox netwerk. Synergie betekent letterlijk dat twee of meer componenten samenwerken, zodat ze een effect kunnen produceren dat groter is dan ze afzonderlijk zouden produceren. In de media begon men het woord te gebruiken wanneer ze het hadden over verticale en horizontale integratie door fusies, het uitbreiden van globale conglomeraten en cross-media waardoor er grotere winsten konden worden gewonnen. Tussen 1985 en 1995 vond er een tweede golf van fusies plaats, waarbij allerlei bedrijven in de media tot elkaar kwamen. De eerste die begon was Rupert Murdoch die de Metromedia groep van TV stations kocht in 1985. De grootste fusie was die van Time Inc. en Warner Communications tot Time Warner Inc. Time Inc. bezat niet alleen zenders, maar ook publicatiebedrijven, HBO, Cinemax enzovoort. De fusie bracht niet alleen vereniging, maar ook een rijke bron voor programmas voor de kabeltelevisie. Hieruit kwam Warner Bros voort, een groot netwerk. En Turner werd opgekocht, met alles wat er bij hoorde, zoals CNN. Het bedrijf ging Time Warner Turner heten. De tweede grote fusie in 1989 was die van Sony die Columbia Pictures Corporation opkocht. Hardware en software gingen samen. Er zat een zekere angst achter, dat de Verenigde Staten bang waren dat ze er niet als eerste bij zouden zijn en het buitenland het over zou nemen. Hierdoor ontstonden er nog meer fusies, die vooral met Hollywood te maken hadden. Viacom kocht Paramount op. Viacom zag namelijk dat film en televisie samenkwamen en dat er een globaal publiek werd aangesproken. Een tweede was Disney die samenging met ABC. Tegen het midden van de jaren negentig hadden vier Hollywood studios historische grenzen overschreden en een entree gemaakt bij de televisie. De gecombineerde activiteiten zouden de Amerikaanse televisie veranderen en een enorme impact hebben over de hele wereld. Disney kocht ook sportteams op en ESPN kwam met ESPN 2, waar het beste van Amerikaanse sport werd getoond en er een nieuwe manier van denken over sport werd gentroduceerd. Video

In de vroege jaren negentig was de videocassette belangrijk geworden voor de film. Er kwamen grote ketens van videotheken. Studios gingen meer videos uitbrengen zodat mensen deze zouden kopen, en ze haalden er veel winst mee binnen. Door video werd het voor kleiner publiek gemakkelijker om materiaal te vinden dat niet mainstream was. Vooral kinderen bleken een gouden markt, omdat de videos thuis bekeken konden worden en telkens opnieuw bekeken konden worden. Print

De meeste grote media conglomeraten hadden ook een deel in de geprinte media. Rupert Murdoch is een naam die hierbij veelvuldig terugkomt. Hij begon met een kleine krant in Australi en kreeg vervolgens controle over een heleboel kranten. Hij werd later ook actief in Engeland en Amerika. Ook was hij actief in de internationale televisie business, met het Britse B Sky B en de Asian Star TV systemen. Er was een moeilijke relatie tussen geprinte media en grote mediabedrijven. Ook in de worsteling van Murdoch met eigendom van kranten en televisiestations in dezelfde markt. Hij werd verdacht van het laten meespelen van eigen belangen.Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

15

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)Er kwamen meer magazines, omdat het drukken ervan goedkoper en sneller werd. Het aantal kranten verminderde of bleef hetzelfde. Er kwamen steeds meer klachten over meer advertenties, mensen gingen minder lezen omdat ze gewend waren aan de McPaper en een vervagende grens tussen geschreven stukken en advertenties. Bij boeken was ongeveer hetzelfde te zien. En tegen 1995 werd het internet gezien als een potentieel revolutionaire site voor het geprinte woord, met altijd toegang, lage kosten en geen gatekeepers.

Audio

Er kwam meer talk radio. Er werd steeds meer gebruik gemaakt van gedeelde formats. De talk radio werd wel duurder dan de muzikale alternatieven, maar was het wel waard. De presentator bond meestal een trouw publiek aan zich. National Public Radio (NPR) was de eerste die met satelliet experimenteerde en aandacht gaf aan formats van talk radio. Echter, het waren de experimenten van de commercile radio met radio personaliteiten dat nationale aandacht trok voor de nieuwe vorm. Talkshows op TV overdag waren meer voor vrouwen. De talk radio was meer voor mannen. Doordat de FCC de Fairness Doctrine had afgelast in 1987, konden conservatieve, mannelijke politici de grootste infotainment bezorgen op de radio. Talk radio en politiek kregen zo een link met elkaar. De originele presentator die schok veroorzaakte was Howard Stern, en die keek anders tegen de democratie van talk radio aan. Hij zocht met zijn programma echt de grenzen op qua onderwerpen. In 1986 ging de National Federation for Decency van Donal Wildmon klagen over Stern bij de FCC. De FCC liet Infinity Broadcasting boetes betalen voor Stern. En het mocht geen nieuwe stations meer kopen. De show van Stern ging door en hij werd een van de meest gedeelde talkshow presentatoren van de radio. De publieke radio ging ook steeds meer praten, waar luisteraars het niet altijd mee eens waren. De publieke radio bood wel raciale en gender diversiteit, ondanks de problemen. De publieke radio had haar missie verschoven van een meer traditionele definitie van serieuze of educatieve programmering bieden, naar een divers, diepgaand alternatief bieden. Het publiek van de publieke radio was hoger opgeleid. En de publieke radio experimenteerde met radio als een geluidsmedium. Advertising

De meeste mediabedrijven leunden nog steeds op adverteerders. Adverteerders hadden een breder veld tot hun beschikking om te adverteren. Door de komst van het internet werd het steeds moeilijker de grens te vinden tussen entertainment en redactionele inhoud. Wel bood het een nieuwe manier om het publiek te onderzoeken. Er ontstond een nieuw concept van integrated marketing Communications (IMC). Het adverteren van producten ging niet enkel meer via traditionele media, maar werd verspreidt over vele verschillende sites. De jaren negentig duurden voort en er kwamen twee soorten van adverteren naar boven. Ten eerste product placement. Hierbij worden commercile producten een deel van een programma of film. En infomercials, die het verkopen zelf in een entertainmentvorm gieten. Muziekvideos zijn een voorbeeld van een vorm van programmering die bijna exclusief is verbonden aan het verkopen van een product.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

16

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) Global markets

Sinds de jaren zestig zijn Amerikaanse televisieprogrammas overzee goedkoop, van goede technische en visuele kwaliteit en agressief gemarket door grote mediabedrijven. Het was moeilijk voor kleine zenders om niet toe te geven aan de verleiding van Amerikaanse programmas. Amerikaanse programmas zijn immens populair. In Amerika zelf zijn deze programmas meestal niet zo populair. Per land verschilt het welke programmas er populair zijn. De landen zijn bang voor dominantie van Amerika en hierdoor lenen ze wel programmas en formats van Amerika, maar zijn deze nooit het populairst. De populairste programmas zijn die in de eigen taal en met de eigen nationaliteit. Er kwam meer concurrentie, er waren geen limieten meer op adverteren. En door de satelliet moesten landen met elkaar concurreren om het publiek. De Europese mediabedrijven reageerden op fusies tussen Amerika en Japan door partners te vormen en vereniging te zoeken over de hele wereld. Satelliettelevisie speelde een grote rol in deze plannen, en nationale overheden reageerden door hun kernbroadcasting te beschermen. Frankrijk stelde quota in. Bertelsmann was het grootste conglomeraat van Europa in de jaren negentig vanuit Duitsland. Het had veel aandelen in allerlei bedrijven, zoals RTL, Canal Plus enzovoort. In Latijns Amerika hadden een paar grote nationale bedrijven de touwtjes in handen en breidden uit over grenzen en de lucht in. De drie grootste landen Mexico, Argentini en Brazili hadden de dominante positie. De meeste Latijns Amerikaanse landen hadden een gemixt systeem: een centrale publieke omroep, meestal met hechte banden met de overheid, gesteund door een grote private sector. Mexico had Televisa en TV Azteca. Dit waren twee publieke kanalen met zes private netwerken, die vochten om publiek. Er kwam Univision, wat het grootste Spaanstalige satellietkanaal werd. Brazili had Rede Globo, met een enkel kanaal TV Globo. Deze verzorgde de meeste telenovelas. In Japan had de broadcaster van de overheid NHK twee kanalen met vijf commercile tegenstanders, die allemaal een link hadden met geprinte mediabedrijven. In Afrika worstelden ze met armoede, politieke instabiliteit en oorlog, waardoor broadcasting niet consistent kon groeien. Digitale satellietradio beloofde onbereikbaar publiek te bereiken. Men had nog niet veel toegang tot digitale ontvangers, maar dat aantal groeit. Murdochs News Corporation was de eerste die een satelliet onderneming mocht aankondigen, the Sky Channel. Het was nog voorbarig, maar men zag hem als degene die Europa leidde in de richting van satelliet broadcasting. Sky fuseerde met BSB en werd B Sky B. Het verzorgd in Europa een mix van Amerikaanse, Britse en Europese televisie. Murdoch had ook STAR TV, een satelliet service uit Hong Kong, de eerste grote westerse binnendringing in China. Rupert Murdoch werd een belangrijke woordvoerder voor de dominante deregulatie, vrije markt ideologie van die tijd. Hij stelde dat satellieten een bedreiging waren voor totalitaire staten, maar hij had zelf banden met dergelijke staten. Industry: nothing succeeds like excess

Van wat er over bleef van de traditionele televisie-industrie, was het meest opmerkelijke resultaat van de deregulatie en conglomeratie het ontstaan van drie nieuwe over-the-air netwerken: Fox, UPN en WB. Het grootste deel van de populatie ontving nog televisie via de antenne. Door vele affiliaties konden netwerken meer publiek bij elkaar krijgen dan de kabel. Ten tweede, de kabel zat nog steeds vast in systemen die eigendom waren van tien of twaalf grote multiple systems operators (MSO) en een paar kleinere. Er was veel concurrentie om een programma uitgezonden te krijgen. De enige zekerheid was een eigen netwerk oprichten. Een derde motivatie waren de nieuwe onafhankelijke stations, ontstaan door de must-carry regels. Het eerste netwerk dat ze zou laten tekenen had een groot voordeel. En het aflopen van de fin/syn regels betekende dat de grote netwerken hun programmas meer voor zichzelf zouden produceren en het de beste plekken in prime time zouden geven.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

17

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) Upstarts: FOX, UPN, WB

Rupert Murdoch richtte Fox op in 1986, en tekende al snel affiliaties. Hij deed aan creamskimming; enkel achter prime time aan, het rijkste gedeelte van de traditionele netwerk business. Hij koos als doelgroep jonge, stedelijke mannen. Veel adverteerders waren genteresseerd. Fox gaf de affiliaties als beloning in toenemende advertenties, waardoor er meer winst binnen zou komen. Fox had welvarende shows, maar ook slechte. Het debuteerde wel Americas Most Wanted, een programma dat de aanzet was tot meer op realiteit gebaseerde televisie met een jong, mannelijk publiek. De maandag was vooral voor 20th Century Fox films. De grootste hit van Fox waren The Simpsons. Samen met Married with Children kreeg het kritiek, maar was volgens de Fox formule: hip en satirisch. Ook kwam het met Fox Kids Network. De kijkcijfers bleven echter onder die van de grote drie. In 1992 ging Fox alle dagen in de week uitzenden. Fox ging zich ook steeds meer op de Afro-Amerikanen richten. Het begon langzaamaan een beetje hetzelfde publiek te trekken als de grote drie, en soortgelijke programmas uit te zenden. Rond 1994 begonnen programmas eindelijk in de Nielsen top 10 te verschijnen. Fox werd een serieuze speler in het duel om hoge kijkcijfers. Door onder andere het succes van Fox kwamen er twee kleine netwerken bij, WB en UPN. Beide netwerken werden beheerd door oude directeurs van Fox. Beiden gebruikten de hoge functie van hun ouders en voorgangers om succes te behalen. WB leunde op cartoons en UPN op Star Trek. WB besteedde ook veel zendtijd aan kinderen. Men twijfelde of deze twee netwerken het wel aankonden tegenover grotere netwerken. Fox en WB hadden het geluk dat ze hun debuut maakten in een sterke adverteerders markt. Alle zes de netwerken hebben het overleefd. Jurassic Park? The big three survive

De drie grote netwerken raakten hun dominanten positie kwijt. Echter, wat ze konden vragen van adverteerders steeg alleen maar. De vier grote netwerken (Fox kwam erbij) boden nog steeds het grootste publiek om aan adverteerders te verkopen. Dit lag onder andere aan de goede distributie. Ze hadden lokale affiliaties met een trouw publiek. CBS ging snel achteruit, mede doordat het de rechten voor grote sportevenementen verloor aan Fox en het publiek dat ze trokken te oud was. Westinghouse Corporation kocht CBS op. Onder leiding van vorige directeur Tisch ging CBS alleen maar achteruit, door de vele bezuinigingen. Toch had het nieuwsmagazine 60 minutes nog steeds de hoogste kijkcijfers. CBS breidde het nieuws uit en maakte de programmas bovendien zelf. Westinghouse zag hier belofte in. NBC kende in die tijd juist gouden jaren door de programmas die grote hits waren. Het kende even een kleine tegenslag, maar was al snel terug met must-see tv, zoals Friends en ER. Door met programmas globaal te gaan had het een streepje voor op de andere netwerken. ABC had ook een sterke positie in de jaren negentig, vooral door het succes van de sitcoms die het uitzond. Het ging samen met Disney en dit bracht Home Improvement, de zaterdagochtend voor kinderen en een uitlaatklep voor sport. Cable Kabel ging over naar glasvezel, waardoor consumenten meer zenders konden ontvangen. De kabel haalde winst door nieuwe zenders toe te voegen en de consument er voor te laten betalen. De kabelsystemen hadden meestal een monopolie status, dus je kon niet zomaar van kabel veranderen. FCC kreeg vele klachten. In 1992 kwam de Cable Act om dit tegen te houden, en op een gegeven moment bevroor de FCC de stijging. De operators vonden een weg rondom deze act en de Telecommunications Act van 1996 rekende bijna geheel met deze limieten af. Door de Cable Act traden de must-carry regels weer in werking. Het vulde een zender in, maar dit waren vaak derderangs programmas waar geen of nauwelijks winst uit te halen viel. De lokale omroepen vonden het belachelijk en wilden ook betaald krijgen. Er kwam een retransmission consent wat betekende dat lokale stations mochten uitzenden inOnderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

18

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)het teken van must-carry, of dat ze niet uitzonden maar wel betaald kregen van de kabeloperators. Lokale stations konden soms een zender toevoegen, de netwerken konden dit ook. Kabeloperators zouden de absolute verliezers zijn, echter door deze extra zenders kregen ze meer inkomen en ze hadden nog steeds waardevolle lokale stations voor niets. De vijf grootste bedrijven waren TCI, Time Warner, US West, Comcast en Cox. De meeste MSOs deden aan verticale integratie door meerdere aandelen te hebben in kabelzenders. Ze kregen concurrentie van direct broadcast satellite (DBS). Dit omdat mensen de monopolie status van de kabel zat waren, of omdat de grenzeloosheid van DBS ze aansprak. De kabel ging hier ook mee experimenteren. De netwerken gingen achteruit en de kabel ging het steeds beter doen. Connection: ESPN = Entertainment and Sports empire

Sport was economisch wel belangrijk, maar kreeg op televisie niet veel aandacht. Slechts de grootste, nationale evenementen kregen aandacht, en dan vooral van mannen. NBC begon als eerste met het regelmatig uitzenden van sport. Echter, de ABC had er voor het eerst succes mee. New England Sports Network opgericht door Rasmussen, ging samen met Getty Oil. ABC zag potentieel in het constant uitzenden van sport. Elke vorm van sport kreeg aandacht bij ESPN. Het stelt een contract op met de National College Athletic Association (NCAA) om college sport ook een kans te geven. Chet Simmons werd directeur van ESPN, waardoor het gebruik mocht gaan maken van beeldmateriaal van NBC en ABC. Hij stelde een vast bedrag voor de zender. Het werd de meest winstgevende kabelzender van Amerika. ESPN bracht ook sportnieuws met SportsCenter, wat steeds vaker werd uitgezonden. De kijker werd constant op de hoogte gehouden van scores enzovoort. Er werden op een gegeven moment zelfs films uitgezonden. De doorbraak van ESPN in de grote sport was in 1987, toen het een contract kreeg met NFL voor acht grote wedstrijden op zondag. In 1993 kwam er ESPN2, die zich meer focuste op jonge kijkers. Het ging ook steeds meer extreme sporten uitzenden. Het kreeg steeds meer spin-offs. Er was ook kritiek op ESPN. Vrouwen zouden er seksueel gentimideerd worden, en vrouwen en Afro-Amerikanen zouden geen kans krijgen. Echter, dit beeld veranderde. ESPN kreeg een serieuze tegenstander in Fox Sports Net. Kabel spreekt een jong, mannelijk publiek aan wat aantrekkelijk is voor adverteerders, en ze krijgen inkomen door de vergoedingen van consumenten die kijken. Hierdoor krijgen zij de grote sportevenementen in handen. Programming: pushing the envelope

De netwerken moesten creatief worden om publiek vast te houden. In prime time lag de nadruk op kwaliteit. Dit bereikten ze door de nadruk te leggen op auteurs en te richten op de familie. Echter, tegelijkertijd werden er overdag meer tabloids en talkshows uitgezonden. Kwaliteit in de avond, trash tv overdag. Echter, de kabeloperators deden daar net zo goed aan mee. The new auteurs

De producer-auteurs kwamen op. Zij schreven en produceerden zelf. Hierdoor hielden ze meer controle over hun werk. Distributie en financin gingen nog steeds via productiebedrijven of een studio, maar ze bleven onafhankelijk als creatieve organisatie. Bij de BBC was er een onafhankelijke schrijver die een serie schreef van misschien zes tot acht afleveringen. In Amerika gingen ze niet helemaal de weg van de BBC volgen, omdat hun economie simpelweg anders was. In Amerika kreeg de writer-producer de aandacht. Vaak waren ze bekender om het produceren, want na een paar afleveringen huurden ze schrijvers in om het script te schrijven. Dat de auteur herkenbaar was, gaf blijk van authenticiteit en dit was belangrijk voor de kwaliteit van een programma.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

19

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) Dramedy

Het hoog opgeleide publiek werd weggejaagd richting de kabel. Drama van hoge kwaliteit was duurder om te maken dan de standaard shows van een half uur. De langere shows verkochten moeilijker en waren moeilijker in te plannen. Een nieuwe vorm ontstond: de dramedy. Een combinatie van drama en comedy, maar het duurde een half uur. Het eiste meer van de kijker, doordat de verhaallijnen niet na elke aflevering werden afgesloten, er werd geen lachband gebruikt. Franks place was zeer realistisch en betrof een AfroAmerikaans gezin. De kijker leefde echt mee met het hoofdpersonage. Het werd wel gecancelled. Een recenter voorbeeld van de dramedy is Ally McBeal.

Family shows in the new era

De familie sitcom maakte een comeback. Echter, de families waren anders dan de norm. De nadruk op kwaliteitstelevisie bracht goede programmas die ook hits werden. Zo kwam Ellen DeGeneres uit de kast op televisie, kregen zwarte stand-up comedians een kans en zag men potentie in animatie in prime time. Connection: the postmodern family: cosbys, conners, and simpsons

Bill Cosby schreef The Cosby Show met als centraal punt een Afro-Amerikaans gezin. Hierdoor kwam de sitcom rondom een familie weer in de picture en kreeg NBC weer succes. Hij stelde het gezin vooral als antwoord tegenover de stereotypes van Afro-Amerikanen. Bijna nooit werd het onderwerp ras echt aangekaart. De show leek een ideaal , vrij van vooroordelen binnen een gezin. Roseanne draaide om een blanke vrouw met overgewicht en haar gezin, ze kwamen uit de middenklasse. Het gezin werd ook op het werk vastgelegd en het bestond uit vooral leden met oude kleding, oude autos enzovoort. De show kaartte onderwerpen aan die andere komedies links lieten liggen. Het draaide vooral om geld, of het niet genoeg hebben van geld. Fox kwam met iets revolutionairs, namelijk The Simpsons. Het stond in sterk contrast met de Cosbys. Het trok vooral een jong publiek. Het was een animatiegezin dat vooral kritiek uitte over sociale onderwerpen, zonder heel serieus te worden. Bijna elk element van het Amerikaanse gezin en culturele leven kwamen wel naar voren. Door de intertekstualiteit spreekt het niet enkel kinderen aan, maar ook volwassenen, doordat het meerdere lagen heeft. Het was de eerste show die er een hele franchise omheen kreeg. Door de continue satire en commentaar op de gemeenschap won de show zo veel awards. Trash TV

Er kwam tabloid tv op. Dit soort tv liet de grens tussen feit en fictie vervagen, net als tussen nieuws en entertainment, praten en drama. Het was wel een populair format. De shows leken op echte nieuwsshows, maar ze gebruikten dramatische muziek en sensationalisering. Neem Americas Most Wanted van Fox, is een variatie op tabloid tv. Deze shows mixten actueel beeldmateriaal met dramatische reconstructies, op een manier die de conventies van traditionele journalistiek deden verdwijnen. Het was een startschot voor reality shows, zoals The Real World van MTV. Door dergelijke shows kwam er weer kritiek op het dommer worden van het publiek, verminderde journalistieke waarden enzovoort. Toch deden de realistische beelden wel bijdragen tot authenticiteit en werden de programmas doorverkocht. Gebaseerd op de inhoud was het moeilijk om tabloid en serieuze nieuwsshows uit elkaar te houden.Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

20

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)424-456 || Chapter 13 || Convergence culture in the new millennium, 1995-2010Het internet verbeterde oudere media en voegde nieuwe mogelijkheden toe. Oudere media reageerden hierop door oudere formats aan nieuwe eisen te laten voldoen. Internet verspreidde media over de hele wereld, en vooral kleinere groepen kregen zo een kans om het te ontvangen en produceren. De tekst werd opengelegd en meerdere media konden gebruik van elkaar maken. Televisie kreeg hernieuwd respect. Blurring boundaries

Het computerscherm nam het televisiescherm grotendeels over en door het internet was televisie als het ware overal te volgen. Door sociale media werd communicatie gemakkelijker, net als het delen van informatie en entertainment. In het begin van de 21ste eeuw werd er vooral nog gelet op succes in prime time bij televisie. Het publiek bestond nog steeds uit vrouwen, met mannen daar vlak achter. Er kwamen meer actie dramas, met vaker een vrouwelijke hoofdrol. Bijna alle genres zagen deze vervaging tussen actie en melodrama. Een serie kon jaren duren, in plaats van een paar uur. Tegen het einde van het millennium kwam de quiz show ook weer terug, na de schande van jaren vijftig. De quiz show bood een combinatie van live actie, lage productiekosten, publieksparticipatie mede door websites en grote bedragen met geld. Dit sprak mensen aan. De quiz show staat in nauw verband met de reality-tv. Reality programmas vervagen de grenzen tussen feit en fictie, documentaire en performance, nationaal en globaal ga zo maar door. Convergentie vond plaats in reality-tv, maar ook in andere programmas, doordat het archief van beeldmateriaal werd opengetrokken. Zo waren er vaak herhalingen op tv en werden series op dvd uitgebracht. Er kwamen extras op die dvds en meerdere interviews met sterren volgden om meer te verkopen. Sommige series werden een echte franchise. Connection: the triumph of reality TV

Reality-tv is echt iets voor het nieuwe millennium. Het vindt zijn herkomst in de (publieke) televisie van Europa, vaker werden deze ook uitgezonden in prime time. Ten eerste was het goedkoper te produceren. Ten tweede was het zeer nationaal, men zag als het ware zichzelf op beeld. En ten derde was het respectabel. Programmas gebaseerd op realiteit vonden steeds meer aanspraak. Dit omdat ze populair waren en de multiculturele samenleving toonden. Men zag zichzelf op beeld. De basis van reality-tv is dat het niet gescript is, echte mensen bevat, en actuele gebeurtenissen vastlegt. Sommigen bevatten ook nog elementen van een game show. En sommigen zijn meer een fly on the wall. Een variatie is de docusoap, over echte mensen waarvan het narratief kruist. En de make-over show. Dergelijke reality-tv heeft de gave om overal ter wereld een hit te worden, het was een goede format vorm. Big Brother is het meest bekend, en het meeste geproduceerd. Overal zorgde het voor ophef. Landen hebben altijd van elkaar geleend, maar reality-tv is aan te passen aan het land zelf. Het format stelt een paar vormen op, en het land mag deze naar eigen plezier invullen. Het publiek heeft door dat reality-tv niet helemaal authentiek is. Toch zien ze af en toe een glimp van authenticiteit. Dergelijke shows zijn gemakkelijk aan te passen en goedkoop. Ook kunnen ze goed producten verkopen en wordt het publiek er bij betrokken.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

21

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) Transmedia and hyperdiegesis

Een manier om het publiek vast te houden, is door ze dieper het verhaal in te trekken. Plots zijn meer en meer serieel, zodat de verhaallijnen langer voortduren. Het publiek moet steeds meer de achtergrond van een serie weten om het te snappen. Deze achtergrond is in de serie zelf te vinden, of online. Characterized proliferations gaan dieper in op de personages. Narrativized elaborations bieden meer informatie over het plot. Ook waren er op sites metacritical tekstualiteit te vinden, zoals verwijzingen naar fans en blogs. Dit werd ook wel hyperdiegesis genoemd, wat als het ware het bouwen van een wereld is. Ten eerste wordt feit aan fictie gekoppeld door het narratief. Ten tweede wordt dit benadrukt op de website. En verder krijgt elke aflevering een research file. Dit is het geval bij 24 volgens Derek Johnson. Dergelijk hyperdiegesis wordt uitgebreid door transmedia migration, die de serie om kan zetten in bijvoorbeeld boeken. Het verkoopt extra producten en moedigt kijkers aan om te blijven kijken. Echter, dergelijke uitbreiding is ook nodig, omdat het publiek steeds slimmer wordt. Mediarepresentatie wordt een deel van het dagelijkse leven en het publiek bestaat uit steeds meer verschillende groepen. De narratief van televisie ging over naar andere media en het publiek wilde respect. New audiences, fresh faces, different stories The new youth generation

De jeugd was al belangrijk voor televisie, maar dit werd een tandje erger in de jaren negentig. De netwerken gingen in overdrive, zowel oud als nieuw. Vooral Friends van NBC was een succes. WB en UPN waren nieuw, maar WB deed het goed bij de jeugd. Dit kwam doordat het programmas over jongeren bood, die problemen volwassen tegemoet zagen. Dit trok ook volwassenen aan. De jeugd is een aantrekkelijk publiek omdat ze veel geld uitgeven, en gewoontes vormen die het hele leven duren. De jongeren waren vooral blank. De zwarten gingen naar UPN. Het volgde het voorbeeld van Fox, die ook zwarten aansprak. UPN probeerde haar markt te verbreden, maar merkte dat het kijkers kwijt begon te raken. Al snel was het weer terug bij de minderheden. Kijkcijfers begonnen pas echt te stijgen toen de jonge mannen werden aangesproken, doordat UPN bokswedstrijden uit ging zenden. In 2005 veranderde alles. Er kwam nieuwe programmering in de zomer en de traditionele seizoenen werden korter. NBC verloor flink wat kijkers, ABC had veel hitseries en deed het steeds beter. Fox trok bijna alle jongeren en UPN trok nog steeds het Afro-Amerikaanse publiek. CBS en Warner maakten beide nauwelijks winst en besloten te fuseren tot CW. De focus bleef op het jongerenpubliek. De kabel ging het echter steeds beter doen, en zo was CW meer een blok aan het been dan een aanwinst. Ms television latina

Het Spaanstalige Univision trok prime time kijkers in latino huishoudens met telenovelas en talk shows. Adverteerders besteedden aandacht, en richtten zich op de latino populatie in mainstream en niche. Het ontstond uit het eerste Amerikaanse Spaanstalige station netwerk SIN. Tegen 2005 was het, het vijfde best bekeken netwerk in Amerika. Het zond vooral programmas uit die uit Mexico kwamen. Steeds meer werden de programmas in de Verenigde Staten geproduceerd, vanuit Miami wat ook wel Latin Hollywood genoemd werd. De programmas gaan over de grenzen van de Verenigde Staten heen, zowel geografisch als cultureel, doordat wat ze behandelen ook Zuid-Amerika betreft. Dit denationalizing roept enigszins kritiek op van Amerikaanse Latinos, die meer focus op hun leven en omstandigheden zouden willen. Univision is een belangrijk en permanent deel van de Amerikaanse media geworden en ook van de Amerikaanse cultuur. Telemundo ging meer uit van Puerto Rico, ook qua programmas. Telemundo werd opgekocht door Sony en begon zelf meer programmas te produceren en ook Amerikaanse series naar het Spaans te vertalen. Er werden meer telenovelas gemaakt, het werd opgekocht door NBC en er werdenOnderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

22

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)Engelse ondertitelingen toegevoegd. Niet alleen op Spaanstalige zenders hadden Latino programmas succes, wereldwijd werd Yo soy Betty, la fea een succes. Connection: the beauty of ugly Betty De serie begon op de radio en was bedoeld als telenovela. Het werd echter een enorm succes en kreeg verlenging. De serie ging de hele wereld over en werd nagesynchroniseerd. Ook kreeg het vertalingen naar andere nationaliteiten, die allemaal iets gemeen hadden, maar ook uniek waren voor hun eigen nationaliteit. In Amerika heette het Ugly Betty en werd het uitgezonden door de ABC. In Amerika bleef Betty Latino en werd de nadruk vooral gelegd op klasse. Univision zond een Mexicaanse versie bijna gelijktijdig uit. Ugly Betty kreeg zelf ook weer wereldwijd succes. Het is een soort Assepoester verhaal, het kent diepe wortelen en is globaal relevant. De waarden van het verhaal veranderen per context, dus per land. Men kan stellen dat het niet echt om een bewerking gaat, aangezien veel versies van het origineel verschillen. Ten eerste zit er een economisch voordeel aan het koppelen van een nieuw programma aan een bestaand, succesvol programma. Doordat het origineel een succes is, kan de bewerking ook een succes worden. De transnationale bewerking is een trend die zal blijven doorgaan. Een dergelijke bewerking laat zien dat het ergens vandaan komt, het laat zien wat het globaal deelt. Agitating for inclusion

In 1999 wilden de Spanjaarden een boycot tegen de grote netwerken starten, omdat deze te weinig Spaanstalige series uitzonden. De nieuwe seizoenen boden ook geen verbetering en de kijkgewoontes van blanken en etnische minderheden bleken verder uiteen te liggen dan ooit. De enige twee programmas die beiden aanspraken waren 60 minutes en NFL Football. Andere programmas bevatten wel etnische minderheden, maar deze hadden vaak een erg kleine rol. De NAACP en andere organisaties gingen in gesprek met de netwerken. Deze beloofden beterschap. Ze beloofden een programma waarin studenten stage konden lopen bij de netwerken, ze zouden fondsen starten voor studenten om communicatie te studeren op universitair niveau, en meer programmas van producenten te kopen. Dit betrof allemaal etnische minderheden. Er werden training programmas gestart, series geschreven met enkel minderheden in de rollen en bijrollen voor meer etnische minderheden. De adverteerders ontweken de zwarte zenders, terwijl deze ook blanke kijkers aantrokken. Adverteerders vonden het echter wel ok om etnische minderheden in reclames te gebruiken om blanken aan te spreken. De netwerken hoopten op een gemixt publiek. Men verlangde terug naar de goede oude tijd. Echter, de etnische minderheden hadden nu meer keuzes dan vroeger. Out onto prime time

Het werd steeds normaler om uit de kast te komen op prime time televisie. Ze waren daarvoor wel aanwezig, maar werden vooral gezien als rariteiten. Het werd steeds normaler om over seksualiteit te praten, en dan vooral homoseksualiteit. Historicus Ron Becker zegt dat dit ten eerste komt doordat de homobeweging grote stappen heeft gezet, vanaf de jaren zeventig. Adverteerders en marketingmensen zagen in homoseksuelen een nieuwe doelgroep. Ze hadden veel inkomsten om weer uit te geven en niche hield in dat het gezin niet meer samen keek, waardoor programmas die meer voor volwassenen waren ook een kans kregen in prime time. Homoseksualiteit werd hip. Tegen 2005 ging de trend weer een beetje liggen. Programmas toonden nog steeds homoseksuelen, en werd homoseksualiteit een licht onderwerp. Lesbiennes hadden nooit veel kijkers. Misschien was homoseksualiteit gewoon een gril. Of was het geen lachertje omdat het door Bush een politiek agendapunt was geworden. Viacom/MTV kwam met de homoseksuele zender Logo. Het beloofde diversiteit te benadrukken in de homoseksuele populatie. En tegen 2009 was de homoseksueel weer terug bij prime time.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

23

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect)

Cable: its not TV

In de late jaren negentig was het medium kabel eindelijk volwassen geworden. Originele kabelprogrammering ging van goedkoop en vergetelijk naar het beste wat televisie te bieden had. Kabel, en dan vooral betaalde kabel, was grensverleggend en meer divers. Twee series van HBO deden het goed, Sex and the City en The Sopranos. Showtime en HBO deden het allebei goed, niet alleen met films, maar langzamerhand ook met eigen series. Ze trokken trouwe kijkers en openden het sociale debat. Origineel drama van hoge kwaliteit werd gewoon op de meeste kabelzenders. Dit voor competitie of experimenten. MTV had het jonge publiek al in zijn zak, maar ging ook de glocalized of de hyphenated Amerikanen aanspreken. Dit waren jongeren die een andere cultuur belangrijk vonden, maar deze wilde zien in de Amerikaanse context. MTV richtte drie zenders op, allemaal gericht op Azi. De VJs werden speciaal voor het publiek gekozen en het was de oude vertrouwde mix van MTV die werd uitgezonden. De muziek van de wereld werd naar Amerika gebracht. In 2007 sloten de drie netwerken, vanwege de kosten, competitie en verminderde distributie. De landen begonnen zelf het publiek aan te spreken, zoals China. Connection: single women and family men

Sex and the City werd geschreven door Darren Starr en beleefde haar debuut op HBO. Het was een terugkeer van de dramedy. De show draaide om seks en vragen over relaties. Echter, de fans stelden dat de belangrijkste relatie die was tussen de vier vriendinnen. Het bleek heel succesvol over de hele wereld. David Chase schreef een de serie, The Sopranos, die ook werd uitgezonden op HBO. Het was een dure serie om te maken, over een maffiabaas die zijn gezin en zijn maffiafamilie tevreden probeert te houden. Het leverde echter ook veel op. Het ging in tegen de stereotypes van maffiabazen, en toonde het contrast tussen maffiabaas en vader. Critici vonden niet alleen dat het taalgebruik niet door de beugel kon, maar ook dat het te duur was. Echter, als het op een set gefilmd zou worden, zou het authenticiteit verliezen. Hoge kwaliteit aan drama was niets voor traditionele televisie, en daarom sprong HBO bij. Ze wilden een hoogopgeleid publiek aanspreken, en ze hoefden niet zo veel rekening te houden met adverteerders. Global culture in a digital era

Over de hele wereld verspreidde informatie zich via verschillende media. De effecten waren het grootst bij de naties die gesloten waren voor invloeden van buitenaf. Plotseling kregen deze toegang tot streaming media, waardoor invloeden van buitenaf kwamen, maar ook alternatieve culturen bracht die van binnenuit kwamen. Vooral India kreeg deze schok. Mediaconsumptie en productie kunnen een situatie creren waarin tegenstand tegen mainstream een stem krijgt. Minderheden krijgen zo een stem. Niet elke nationaliteit is hetzelfde en heeft andere gewoontes, ook met media. In sommige landen is toegang tot het internet moeilijk, omdat de overheid er zeggenschap over heeft, zoals in China. Het internet was eerst in handen van de elite, maar langzaamaan wordt het voor iedereen toegankelijk. Echter, er zijn nog landen waar de eigen nationaliteit wordt beschermd tegen informatie uit andere delen van de wereld.

Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

24

SV tekst - Deel B Hilmes (Only Connect) Connection: India goed global and local

India heeft de een na grootste filmindustrie, namelijk Bollywood. Via Azi verkopen ze de films door en ze kennen een groot thuispubliek. India is een diverse natie en heeft een Brits verleden, wat men nog een beetje kan merken aan de taal en achterdocht tegenover Amerikaanse populaire cultuur. Het televisienetwerk Doordarshan staat onder supervisie van de overheid en biedt programmas om de natie met elkaar te verbinden. Dit gebeurt samen met het Satellite Instructional Television (SITE) project. Het bood educatie, maar ook vermaak. Het volgt een beetje het BBC model en is soms de enige zender die inwoners kunnen ontvangen. Het ging over naar kleurentelevisie en trok de elite aan, met meer entertainment, en daarmee ook adverteerders. Prime time was voor het grote publiek, overdag was het voor ontwikkelingen. De populairste programmas waren historische epossen en dramaseries, omdat deze de natie bij elkaar brachten. Het werd zowel in Hindi als Engels uitgezonden en kreeg westerse invloeden. Het netwerk hield de monopolie vast en programmering bleef voorzichtig, om het buitenland buiten te houden. In 1991 kwam er concurrentie van STAR TV, via de satelliet met vier kanalen. Steeds meer mensen konden het ontvangen. Rupert Murdoch kocht STAR TV en liet MTV vallen. Hij zag een manier om echt specifiek lokaal uit te zenden. Westerse zenders probeerden ook in Azi binnen te komen en zagen potentieel. Zee TV kwam in 1995 en was de eerste zender in het Hindi die via de satelliet een tegenstander was voor Doordarshan. Ze produceerden lokale cultuur voor een lokaal publiek. Ook had het geen last van een limiet, omdat het niet onder een overheid viel. Er kwamen andere commercile netwerken vanuit private handen, die in andere dialecten uitzonden. Het publiek was breder dan gedacht en bestond uit allerlei kleine groepjes, die niet allemaal dezelfde taal spraken. Er was een combinatie van commercile competitie mogelijk en een verbreking van de monopolie. Toch deed Doordarshan het ook goed. Het maakte een eenheid van de lokale visie en door de winsten van adverteerders konden ze hogere kwaliteit bieden. De Indiase televisie is een afspiegeling van de Indiase identiteit. STAR TV is westers en biedt een globale stem, en zet zo vraagtekens bij uniformiteit en buitensluiting. Doordat adverteerders een rol begonnen te spelen, kreeg de overheid steeds minder zeggenschap. Deze case study van India laat zien dat commercile media grenzen heeft, omdat niet iedereen toegang heeft tot een televisie. Een deel van het succes van STAR TV was het feit dat het hybride was en meerdere delen van India aansprak. Channel V bood een mash-up tussen Indiase muziek en westerse invloeden. Social discourse: the decline of mass culture

De mainstream televisienetwerken werden plots respectabel. Dit wijst aan dat de televisie zoals we het kennen zal verdwijnen. Televisie wordt meer een soort kunstvorm. McGrath schreef een artikel in de krant over prime time en drama op televisie, dat het van hele hoge kwaliteit is. Hij geeft meteen toe dat niet alle televisieprogrammas daartoe behoren, maar hij legt de nadruk op de wekelijkse dramaseries. Hij trekt een vergelijking tussen de series en de grote literaire werken van bijvoorbeeld Charles Dickens. Televisie is een medium voor de schrijver geworden. De schrijver wordt gevierd terwijl de director op de achtergrond blijft. Echter, de manier waarop McGrath schrijft, sluit hij een heleboel successen op televisie uit. Door de DVD kan de kijker telkens opnieuw van een serie genieten zonder reclame en meerdere afleveringen achter elkaar kijken. Dit is hetzelfde als recorders. Dit was er echter nog niet in de tijd van het artikel. Steven Johnson schreef ook een artikel over het onderwerp. Hij stelt net als McGrath dat televisie meer weg heeft van literaire werken dan simpele, episodische televisie. Televisie kijken vergt veel van een kijker, stelt hij. Het geeft je een cognitieve workout. Hij stelt ook dat serialiteit te danken is aan de soap opera. Het zorgt namelijk voor complexiteit bij de personages en verhaallijnen. Televisie kent ook geen flashing arrows meer, de kijker moet zelf nadenken in plaats van dat alles wordt voorgekauwd. Het gaat minder om de inhoud en meer om de vorm. Het gaat erom hoe televisie ons mentaal uitdaagt, net als literaire werken. Televisie is nog niet klaar met veranderen.Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA Mediageschiedenis Only Connect (Hilmes) 2011/2012 Copyright Dropbox Media&Cultuur @ www.doublemindsproductions.com Made by Eva Hekman Edit by Asefeh

25