Upload
elsdekker
View
229
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
2015Jaarverslag
Inhoudsopgave jaarverslag 2015
Inhoudsopgave jaarverslag 2015
Voorwoord bestuur
Leeswijzer
deel A: Bestuursverslag
1 Inleiding en algemene informatie
1.2 Jaaroverzicht
1.3 Strategie
1.4 Governance
1.5 Kengetallen
1.6 Duiding kengetallen
2 Kwaliteit
2.1 Systematische kwaliteitszorg
2.2 Overige verantwoording en de omgeving van de scholen
2.3 Passend Onderwijs
2.4 Klachten
3 Onderwijs
3.1 Beleid en resultaten 2015
3.2 Scholen voor speciaal basisonderwijs
3.3 Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
3.4 Scholen voor praktijkonderwijs
3.5 Bevindingen Inspectie van het Onderwijs
3.6 Collegiale visitaties
3.7 Veiligheid op school
4 Personele zaken
4.1 Samenstelling personeel
4.2 Beleid en resultaten
4.3 Arbeidsomstandigheden en verzuim
5 Financiële zaken
5.1 Staat/Raming van baten en lasten 2015
5.2 Balans
5.3 Vooruitblik
6 Huisvesting en materiële zaken
6.1 Bouwprojecten en onderhoud
6.2 ICT-beleid
7 Verslag Raad van Toezicht
8 Vooruitblik
9 Presentatie Kolomscholen
Bijlage Afkortingenlijst
deel B: Jaarrekening
4
6
7
8
24
32
44
50
58
62
66
68
84
85
4
In 2015 hebben een drietal van onze scholen het
predicaat excellente school behaald. Dit resultaat
heeft ook andere scholen geïnspireerd. Van onze
15 locaties hebben in januari 2016 vijf scholen het
predicaat ‘excellente school’ gekregen. Een schitte-
rende prestatie van directies en medewerkers.
Voorwoord College van BestuurDit jaarverslag van Kolom belicht enkele resultaten van 2015. Over de behaalde resultaten gaat het College
van Bestuur (CvB) graag met eenieder voor wie dit jaarverslag is geschreven of die met Kolom in contact staat
het gesprek aan.
Ons motto is ‘ruimte voor leren’. De focus op de scholen
van Kolom is gericht op onderwijskwaliteit in het primaire
proces. Kwaliteit is niet iets dat zich zomaar aandient. Kwali-
teit vereist – net als talentontwikkeling - permanent en plan-
matig onderhoud. Omdat alles wat aandacht krijgt groeit,
hechten wij aan het oordeel van de onderwijsinspectie. Hun
aanwijzingen en onze uitkomsten van collegiale visitaties,
zelfevaluaties en tevredenheidsenquêtes worden benut om
tijdig eventuele problemen te onderkennen en te voorko-
men. Kolom heeft geen zwakke scholen. De inspectie van
het onderwijs ziet geen risico’s. Onze scholen staan er goed
voor.
In 2015 hebben een drietal van onze scholen het predicaat
excellente school behaald. Dit resultaat heeft ook andere
scholen geïnspireerd. Van onze 15 locaties hebben in januari
2016 vijf scholen het predicaat ‘excellente school’ gekregen.
Een schitterende prestatie van directies en medewerkers.
Om onze kwaliteit te borgen zijn onze werkzaamheden vast-
gelegd in een kwaliteitshandboek. Succes zit echter in ge-
drag en niet in regels; alles kan mooi op papier staan, de
kwaliteit begint bij de medewerker. Onze medewerkers ma-
ken voor onze leerlingen het verschil. Excellentie begint met
vragen stellen, nieuwsgierig en gericht zijn op het verbeteren
van je eigen vakmanschap. Leren doe je met en van elkaar.
Onder het motto ‘delen is vermenigvuldigen’ organiseren
de scholen onderlinge uitwisseling en samenwerking door
middel van interne audits en schoolbezoeken. Deskundig-
heidsbevordering van schoolteams en individuele medewer-
kers wordt vanuit de Kolom-academie bevorderd. Leraren
worden gestimuleerd om d.m.v. een persoonlijke route op
masterniveau te komen. Dat alles komt ten goede aan onze
leerlingen.
In 2015 hebben we van een drietal vertrouwde directieleden
afscheid genomen. De directeur van KPC De Schakel vond
een nieuwe uitdaging in Amsterdam. De directeur van SBO-
Zuid St.Paulus en de adjunct-directeur van de VSO De Hel-
dring zijn met pensioen gegaan.
In dit verslagjaar zijn een aantal bouwactiviteiten voor nieu-
we schoolgebouwen gestart: nieuwbouw voor de VSO De
Heldring in Amsterdam West en voor KPC De Schakel in
Haarlem. Bij VSO Alphons Laudy in Amsterdam Zuid wor-
den onderwijs-zorglokalen gebouwd voor het flexibele arran-
gement, dat samen met Cordaan wordt verzorgd. In 2016
zal de nieuwe huisvesting in gebruik worden genomen. Met
dank aan de gemeentes Amsterdam en Haarlem die, met
veel ambtelijke inzet, ruimhartig investeren om eigentijds
onderwijs in mooie schoolgebouwen mogelijk te maken. Ge-
zien de toename in leerlingaantallen in zowel Amsterdam als
Haarlem zijn dat ook goede en maatschappelijk verantwoor-
de investeringen.
In het kader van Passend Onderwijs hebben de Amsterdam-
se schoolbesturen primair onderwijs gekozen voor het de-
centrale schoolmodel. Alle ondersteuningsmiddelen gaan
naar de schoolbesturen. Zij bepalen hoe passend onderwijs
en de zorgplicht op hun scholen vorm krijgt. De scholen van
Kolom maken onderdeel uit van het dekkende netwerk van
specialistische voorzieningen voor Amsterdamse leerlingen,
die daarop zijn aangewezen.
Omdat het speciaal (basis) onderwijs niet meer als een van-
zelfsprekende “kans” op succes wordt gezien en verwijzing
wordt ontmoedigd, constateren we een doorgaande relatieve
terugloop in de aantallen kinderen op deze scholen. Moei-
lijk te hanteren gedrag wordt steeds meer het springende
punt voor verwijzing. In de beeldvorming lijkt het speciaal
5
(basis) onderwijs er dan alleen te zijn voor lastige leerlin-
gen. SBO-expertise dreigt verloren te gaan als dit proces
uitmondt in een verdere vorm van koude sanering van het
speciaal basisonderwijs in Amsterdam.
In 2015 heeft Kolom plannen ontwikkeld om haar activiteiten
uit te breiden met het verzorgen van regulier basisonderwijs
op humanistische grondslag in een ‘alles-in-een-school’. Dit
maakt het mogelijk SBO-expertise te borgen en op een an-
dere manier beschikbaar te houden: expertise naar kinderen
brengen i.p.v. kinderen naar expertise. Daarmee blijft het
dekkende netwerk van voorzieningen voor het SWV Passend
Onderwijs Amsterdam-Diemen ook in de toekomst geborgd.
Het voortgezet onderwijs met haar diplomeringsdoelstel-
ling is anders van karakter dan het primair onderwijs. Voor
leerlingen, die leren door te doen in plaats van uit boeken
of leerlingen waar bij de entree in het VO diplomabereik al
twijfelachtig is of alleen met veel ondersteuning haalbaar
blijkt, is het in stand houden van voorzieningen van belang.
Het passend onderwijs heeft in het VO van Amsterdam een
andere invalshoek. Het samenwerkingsverband onderhoudt
– al dan niet met extra ondersteuning vanuit de gemeente -
een fijnmazig netwerk van scholen en tussenvoorzieningen
voor uiteenlopende doelgroep scholieren, waardoor scholen
voldoende toegerust zijn om aan hun maatschappelijke op-
dracht gehoor te geven.
Kolom is qua bedrijfsvoering ook in 2015 ‘in control’ geble-
ken. De gestructureerde planning- en controlcyclus en de
samenwerking met het administratiekantoor Groenendijk
verloopt goed. In het kader van het convenant ‘horizontaal
toezicht’ onderhouden we regelmatig contact met de belas-
tingdienst. In 2015 is een nieuwe accountant BDO aange-
steld. BDO controleert de inkomsten en uitgaven op recht-
matigheid en een correcte administratieve afhandeling.
Doordat de beleidsvoorbereiding voor een belangrijk deel
geschiedt vanuit werkgroepen met directeuren, we zorgen
voor korte lijnen, een gestructureerde P&C-cyclus hante-
ren en er sprake is van een goede interne terugkoppeling
(vier-ogen-principe) heeft en houdt Kolom risico’s in beeld;
we zijn alert en er kan – bij onverwachte ontwikkelingen - tij-
dig worden geschakeld.
Onder het motto ‘ziekte overkomt je, verzuim is een keuze’
zijn in het voorkomen en terugdringen van het verzuim zoda-
nige resultaten geboekt, dat Kolom in 2016 overgaat tot het
eigen risicodragerschap.
In het verslagjaar is gewerkt met het tweede jaarplan uit
strategisch beleidsplan 2014-2018. Momenteel wordt op de
scholen al gewerkt aan de jaardoelen 2016. Graag bedank
ik de directies, medewerkers en samenwerkingspartners die
hebben bijgedragen aan onze prestaties in het afgelopen
jaar.
Mede namens mijn collega Hassan el Hachhouchi wens ik u
veel leesplezier toe,
Jos de Wit, Voorzitter College van Bestuur
6
Leeswijzer In dit jaarverslag leggen we verantwoording af over het gevoerde
beleid en de behaalde resultaten op onderwijskundig en financieel
gebied. Het jaarverslag bestaat uit twee onderdelen: het bestuurs-
verslag (deel A) en de jaarrekening (deel B).
In het bestuursverslag rapporteren we over de belangrijkste sturingsgebie-
den te weten de kwaliteit, het onderwijs, personele, financiële en materiële
zaken. We kijken terug en blikken vooruit.
De jaarrekening beslaat de financiële aspecten van de organisatie en geeft
een toelichting op de cijfers.
Met dit jaarverslag krijgt u antwoord op de volgende vragen:
1. Wat is er in 2015 gedaan en welke doelen uit het strategisch meerjarenbe-
leidsplan en het jaarplan 2015 zijn behaald?
2. Wat waren belangrijke ontwikkelingen op de scholen?
3. Waar zijn de middelen aan besteed?
7
2015Bestuursverslag
Deel A
1
AlgemeenKolom biedt verschillende vormen van gespecialiseerd onderwijs aan 1956 leerlingen
in Amsterdam en Haarlem. Kolom heeft zes scholen voor Speciaal Basisonderwijs
(SBO), vijf scholen voor Praktijkonderwijs (PrO) en twee scholen voor (Voortgezet)
Speciaal Onderwijs ((V)SO) cluster 3 (twee SO-locaties en twee VSO-locaties).
Het CvB geeft leiding aan de professionele organisatie, bestaande uit 463 mede-
werkers waarvan 23 directieleden (13 directeuren en 10 adjunct-directeuren). In de
statuten, het bestuurlijk toetsingskader en het strategisch beleidsplan staan onze
visie, missie en (strategische) doelstellingen op de verschillende beleidsterreinen
verwoord. Vanuit het strategisch beleidsplan en het daaruit voortvloeiende jaarplan
worden de werkzaamheden uitgevoerd. Het CvB stuurt de schooldirecteuren aan en
toetst de door hen opgestelde schooljaarplannen aan het strategisch beleidsplan,
waarna vaststelling volgt. Medewerkers van het Centraal Buro en het administratie-
kantoor ondersteunen het CvB en de scholen daarbij.
Met elkaar staan wij voor kwalitatief goed en gespecialiseerd onderwijs aan leerlingen
met uiteenlopende ondersteunings- en begeleidingsbehoeften in de leeftijd van 4 t/m
20 jaar (en in de toekomst 2,5 t/m 20 jaar).
Inleiding en algemene informatie
Inleiding en algemene informatie
Kolom biedt verschillende
vormen van gespecialiseerd
onderwijs aan 1956 leerlingen in
Amsterdam en Haarlem.
1 8
School Adres postcode plaats stadsdeel Directeur
SBO Prof. Dumont Woudrichemstraat 2-4 1107 NG Amsterdam Zuidoost R. Hogerwerf
SBO De Driesprong Sloterweg 1192 1066 CV Amsterdam Nieuw-West S. Kooks
SBO De Hasselbraam K. Klinkenbergstr. 40 1061 AN Amsterdam Nieuw-West J. Hemprig
SBO-Zuid Meander Winterdijkstraat 10 1079 GT Amsterdam Zuid I. van Vuuren
SBO-Zuid St. Paulus Dufaystraat 19 1075 GS Amsterdam Zuid H. Labots (tot 01-08-2015)
Directeur a.i.
I. van Vuuren
SBO De Zeppelin Bessenpad 1 1033 LW Amsterdam Noord I. Scalé
SO De Heldring Bosrankstraat 1 1032 LH Amsterdam Noord H. Kok
M. Stolwijk
SO Alphons Laudy Meer en Vaart 9 1068 KV Amsterdam Nieuw-West F. Knol
S. Hogenbirk
VSO De Heldring Zuidelijke Wandelweg 30 1079 RK Amsterdam Zuid H. Kok
S. Valkenburg
VSO Alphons Laudy Van Nijenrodeweg 648 1082 HZ Amsterdam Zuid F. Knol
B. Vloedbeld
KPC De Atlant Teilingen 4 1082 JS Amsterdam Zuid R. van der Vaart
KPC De Dreef A. Dumaslaan 7 1102 WD Amsterdam Zuidoost T. Pijpers
KPC Het Plein Jan de Louterpad 5 1063 ME Amsterdam Nieuw-West M. Marzguioui
KPC Noord Oostzanerdijk 139 1035 EX Amsterdam Noord S. de Ridder
KPC De Schakel N. v/d Laanstraat 25 2013 BL Haarlem S. Jacobs
1.1 Overzicht van de scholen van Kolom
Inleiding en algemene informatie 1
Onderwijskundig Kolom Financiën Huisvesting
JAN SO De Heldring, VSO De Heldring
én VSO Alphons Laudy ontvangen
het predicaat Excellente School 2014
Start leergang Moreel Leiderschap
voor directies
Nieuwjaarsbijeenkomst 2015 in het
nieuwe gebouw van KPC De Dreef
Bijeenkomst administratief mede-
werkers en controller Kolom over
ProActive
FEB Inspectiebezoek SBO Zuid-Meander
Schoolbezoek CvB aan SBO Zuid-
Meander en St. Paulus en SBO
Professor Dumont
Aart Nolen en Danielle Besten
treden aan als nieuw lid bij RvT
Het oude gebouw van VSO De
Heldring wordt gesloopt
Voor de nieuwbouw van KPC De
Schakel is een kavel en een krediet
beschikbaar gesteld
MRT Inspectiebezoek SBO
De Driesprong
Schoolbezoek CvB aan SBO De
Hasselbraam, SBO De Driesprong,
VSO Alphons Laudy en KPC De
Atlant.
Studiedag voor interne contactper-
sonen van de scholen
Jaarlijkse ontmoeting van RvT, CvB
en directeuren
Bereikbaarheidsteam Kolom
bezoekt symposium Onderwijs en
crisis
Gesprek met belastingdienst over
voortgang horizontaal toezicht
APR Bezoek wethouders aan SO De
Heldring
Studiedag voor directies over Mo-
reel Leiderschap
Jaarlijks schoolbezoek RvT aan KPC
De Atlant, SO Alphons Laudy en
SBO Prof. Dumont
MEI Schoolbezoek CvB aan SO De
Heldring, SO Alphons Laudy en
KPC De Dreef
Laatste studiedag voor directies
over Moreel Leiderschap
Een groep medewerkers van Kolom
gaat op studiereis naar Marokko
RvT voert jaargesprek met de
accountant
JUN Schoolbezoek CvB aan KPC De
Schakel, KPC Het Plein, KPC Noord
en VSO De Heldring
Inspectiebezoek SBO De Hassel-
braam
Inspectiebezoek KPC Noord
Toekenning Amsterdamse leraren-
beurs voor vier scholen
Afsluiting schooljaar 2014-2015
Afscheid van RvT-leden Marion van
Sinttruije en Ruud Velthoven
Herbenoeming RvT leden Désirée
Verberk en Rob Heukels
BDO is de nieuwe accountant van
Kolom.
1.2 Jaaroverzicht
Inleiding en algemene informatie 1
Onderwijskundig Kolom Financiën Huisvesting
JUL Hans Labots, directeur van SBO
Zuid-Paulus, gaat met pensioen
Zomervakantie
Adrie van Erp stopt als voorzitter
GMR, Hans Verboom neemt voor-
zitterschap tijdelijk over
De aanbesteding van de VSO De
Heldring is afgerond
AUG Zomervakantie
Interim directie op SBO-Zuid St.
Paulus
Teams van SBO Zuid-Meander en
St. Paulus zijn geïnformeerd over de
plannen van de unilocatie
Drie ouders zijn toegetreden tot de
GMR: Kiki Stoffels, Fatima ait Mes-
saoud en Ranada van Kralingen.
Ed van der Vuurst is vanuit de
personeelsgeleding toegetreden tot
de GMR
De gemeente Haarlem heeft
krediet beschikbaar gesteld voor de
bouw van de nieuwe school voor
praktijkonderwijs
SEPT Studiedag voor directies over Leren
en Innoveren
Sanya Valkenburg is benoemd
tot locatie-directeur van VSO De
Heldring
Evaluatie studiereis Marokko
Vervolg horizontaal toezicht belas-
tingdienst
OKT Bijeenkomst met de GMR en RvT
over passend onderwijs
Bijeenkomst RvT en CvB over
Governance
Afscheid van directieleden Ella
Montagne en Hans Labots
Met acht scholen zijn begrotingsge-
sprekken gevoerd
De eerste paal voor de nieuwbouw
bij KPC De Schakel is geslagen
NOV Bestuursgesprek met de Inspectie
van het Onderwijs
Studiebijeenkomst voor directies
over actualisering en digitalisering
van de gesprekcyclus
Studiebijeenkomst voor directies
over Leren en Innoveren
Uitslag directe meting onder ouders
over belangstelling voor Humanis-
tisch basisschool
Kolomfeest
Met zeven scholen zijn begrotings-
gesprekken gevoerd
De eerste paal voor de nieuwbouw
bij VSO De Heldring is geslagen
DEC Vertrouwenspersoon integriteit is
toegevoegd aan vertrouwensper-
sonen
Afscheid Sander Jacobs, directeur
KPC De Schakel
De statuten van Kolom zijn aan-
gepast
Faillissement aannemer KPC De
Schakel
Bouwvergunning flexibel arrange-
ment VSO Alphons Laudy
Inleiding en algemene informatie
1
12
1.3 Strategie
Het doel van Stichting Kolom (zoals verwoord in de statuten) is in de meest ruime
zin des woords het verzorgen van verschillende vormen van (passend) speciaal on-
derwijs in scholen op Oecumenische, Algemeen Bijzondere en Openbare grondslag.
In december 2015 zijn de statuten aangepast en is Humanisme als grondslag toege-
voegd én het verzorgen van regulier onderwijs.
Daarmee willen wij een optimale ontwikkeling van onze leerlingen in Amsterdam en
Haarlem bereiken: zelfredzaamheid, participatie aan de maatschappij en een goede
aansluiting op vervolgonderwijs.
Deze visie gaat uit van de volgende kenmerken:
• iedere leerling zien en horen (aandacht voor de optimale plek, onder-
wijs en ondersteuning op maat)
• bevordering van zelfvertrouwen voor deelname aan de samenleving
• aandacht voor veiligheid, identiteit, diversiteit
• aandacht waarden, normen, verschillende culturen en levensbe-
schouwingen
• de leerling staat centraal, de medewerker maakt het verschil
• professionals die van en met elkaar leren
• investeren in ouderbetrokkenheid
• onderwijs in partnerschap met ouders en anderen om de toegevoegde
waarde van ons handelen te vergroten.
Inleiding en algemene informatie 1
13
Wij werken aan dit doel vanuit de missie “Kolom realiseert ruimte voor leren voor leerlin-
gen van zo mogelijk 2,5 t/m 20 jaar oud door specialistisch onderwijs, ondersteuning en
begeleiding in samenwerking met anderen, aangepast aan wat de ontwikkeling van elke
leerling (binnen het ondersteuningsprofiel) vraagt.” Dit vraagt continu om focus en flexi-
biliteit omdat zowel de maatschappij als (daarmee samenhangend) de vragen van leerlin-
gen veranderen. Kolom werkt voortdurend aan kwaliteitsverbetering om op veranderende
vragen te kunnen blijven inspelen.
In het strategisch beleidsplan 2014-2018 “Samen in beweging voor de leerling”
staan de volgende uitgangspunten:
• Kolom blijft gericht op goede kwaliteit van het onderwijs. We zorgen
voor robuuste scholen en/of organisatie zodat we goede onderwijs-
kwaliteit op de scholen blijven realiseren.
• Van ‘good to great’; als we alle resultaten en acties van het stra-
tegisch beleid realiseren dan spreken we eind 2017 over “excellent
onderwijs”.
Het strategisch beleid 2014-2018 is gericht op optimale ontwikkeling van de leerlin-
gen. Voor medewerkers vraagt dat vooral flexibiliteit, vraaggerichtheid (inspelen op
onderwijsvragen van leerlingen en anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen)
en permanente professionalisering. Daarnaast vindt Kolom een goede samenwerking
met partners, ouderbetrokkenheid en solidariteit tussen Kolomscholen belangrijk.
We streven naar een dynamische beleid op passend onderwijs en creëren optimale
randvoorwaarden voor digitalisering. Tot slot blijft het verankeren van de gezonde
organisatie en perspectiefrijk financieel beleid een belangrijk speerpunt voor de ko-
mende jaren.
Bovengenoemde punten (succesbepalende factoren) vormden de basis voor het jaar-
plan 2015 en de schooljaarplannen. In het jaarplan van Kolom zijn doelen, prestatie-
afspraken en actiepunten opgenomen die voortkomen uit deze uitgangspunten. Doe-
len zijn concreet uitgewerkt en verdeeld in stappen, zoals het intern bespreken van
wat permanente professionalisering inhoudt, welke ondersteuning met betrekking tot
gedragsregulering de leerlingen nodig hebben en op welke wijze de sociale leerop-
brengsten in kaart worden gebracht. In de schooljaarplannen zien we een concrete
uitwerking van de doelen, waarbij elke school haar eigen accenten legt. In hoofdstuk
3 beschrijven we de belangrijkste resultaten uit het jaarplan 2015.
Inleiding en algemene informatie 1
14
1.4 Governance
OrganisatiemodelHet organisatiemodel van Kolom is gelijk gebleven. Onderstaande figuur geeft de organisatiestructuur weer:
Statutair zijn de RvT en het CvB de enige twee organen. In lijn met de wetgeving kent Kolom een duidelijke scheiding van
bestuur (CvB) en intern toezicht (RvT). Het CvB onderhoudt de contacten met de directies van de scholen. Het CvB heeft regel-
matig overleg met de GMR. Op schoolniveau voeren directeuren regelmatig overleg met hun Medezeggenschapsraad (MR).
Raad van ToezichtDe RvT is het jaar 2015 begonnen met vijf leden en einde van dit jaar telde de raad zes leden. In september 2014 heeft me-
vrouw M. van Sinttruije zich herkiesbaar gesteld voor een overbruggingsperiode tot 23 juni 2015. Per 10 februari zijn mevrouw
D. Besten en de heer A. Nolen benoemd. In de vergadering van 16 juni 2015 zijn mevrouw D. Verberk en de heer R. Heukels
herbenoemd als lid voor een tweede termijn van drie jaar tot september 2018. Tevens zijn beiden voor een jaar herbenoemd
als voorzitter en respectievelijk vice-voorzitter.
Inleiding en algemene informatie 1
15
Samenstelling Raad van Toezicht eind 2015
Naam en jaar van
aftreden / herbenoeming*
Functies
Drs. D.A.M. Besten
2018
Hoofdfunctie: Zelfstandig financieel interim manager, eigenaar administratiekan-
toor Besten Finance & Control
Nevenfunctie: Eigenaar T2Holiday, Voorzitter Stichting Duurzaam Heeten
R. Heukels (vicevoorzitter)
2018
Hoofdfunctie: Zelfstandig adviseur, consultant, interim-manager, eigenaar Heukels
Advies en Heukels Media Consultancy.
Nevenfunctie: Penningmeester Stichting Migranten Media Opleidingen te Amster-
dam
Drs. A. Nolen
2018
Hoofdfunctie: Zelfstandig adviseur, Mediation, vertrouwenszaken, advies en bege-
leiding, eigenaar Lijnbaan-Amsterdam
Nevenfunctie: externe vertrouwenspersoon diverse basisscholen in Amsterdam,
lid RvT Centram, voorzitter bestuur Stichting Dienstverlening serviceflat Kinheim te
Haarlem en extern voorzitter klachtencommissie personeel stichting Sein.
Drs. M.C. van Sinttruije
2015
Hoofdfunctie: zelfstandig bedrijfseconoom www.vansinttruije.nl
Nevenfuncties: Penningmeester Stichting Bach Cantorij Baarn
Begeleider vakantiereizen mensen met een beperking bij Set Reizen BV te Rotterdam
en Stichting het Buitenhof Gouda
Drs. D. Verberk (voorzitter)
2018
Hoofdfunctie: zakelijk directeur bij Onderwijsadvies & Training, Centrum voor
Onderwijs en Leren Universiteit Utrecht
Nevenfuncties: Voorzitter Stichting Uitgeverij Parrèsia, te Amsterdam
Penningmeester Stichting VHTO, Landelijk Expertisecentrum Meisjes/Vrouwen in
Bèta/Techniek, te Amsterdam (tot november 2015)
J. Wijgergangs
2017
Hoofdfunctie: Algemeen directeur ROCA12
Nevenfuncties: Adviseur trainer (ZZP) bij Juff training en advies
Drs. M. Vreeburg
2017
Hoofdfunctie: Zelfstandig onderwijsprofessional, onderwijs, onderzoek en advies.
Nevenfunctie: voorzitter Femconsult te Den Haag, een bureau gespecialiseerd in
ontwikkelingsprojecten.
* De leden van de RvT zijn benoemd voor een zittingsperiode van drie jaren. Op 17 december 2015 zijn de statuten van Kolom gewijzigd en is de zittingsperiode
verlengd van drie naar vier jaar. Een herbenoeming is maximaal eenmaal aansluitend mogelijk, dit kan ook voor een kortere periode dan vier jaar zijn. Voor de
zittende leden geldt in hun lopende termijn de oude zittingsperiode van drie jaar.
In 2015 bedroeg de bezoldiging voor de RvT in totaal €27.333. De RvT werkt niet met aparte vergoedingen voor commissies
omdat de leden ongeveer evenveel werkzaamheden verrichten.
Voor elk lid van de RvT is €4.000 inclusief BTW beschikbaar, voor de voorzitter €6.000 inclusief BTW. Deze honorering is
gebaseerd op het VTOI advies van eind 2013. De RvT heeft de honorering hierop per 1 januari 2014 aangepast middels toe-
passing van het laagste maximumbedrag binnen de bandbreedte die is opgenomen voor besturen met een omzet tussen de
€15.000.000 en €30.000.000 per jaar. De RvT van Kolom kent geen onkostenvergoedingen. Verder bedroegen deskundig-
heidsbevordering en vergaderkosten samen € 5.319. De RvT is sinds februari 2013 lid van de VTOI.
Inleiding en algemene informatie 1
16
College van Bestuur Kolom heeft al jaren een stabiel bestuur, het CvB bestaat uit twee leden:
Samenstelling College van Bestuur eind 2015
Naam Functie
Drs. A.J.C. de Wit Hoofdfunctie: Voorzitter College van Bestuur
Nevenfunctie:
• Voorzitter Regionale Verwijzingscommissie Voortgezet Onderwijs, Leiden/Lisse
• Lid Provinciale Staten Noord-Holland
• Lid Beroepenveldcommissie Hogeschool van Utrecht
• Lid adviescollege CED
• Bestuurslid Arkade
• Voorzitter SWV Passend Onderwijs Amsterdam-Diemen
• Bestuurslid Stichting Steunfonds Speciaal Onderwijs
H. el Hachhouchi Hoofdfunctie: Lid College van Bestuur
Nevenfunctie: geen
In 2015 bedroeg de bezoldiging van het CvB € 202.812 conform WNT. Daarnaast werd voor het CvB € 10.461 aan scholings-
kosten uitgegeven.
Het CvB heeft maandelijks een CvB+ overleg, waar naast het CvB afhankelijk van onderwerp en/of relevantie verschillende
medewerkers van het Centraal Buro aansluiten.
De belangrijkste bestuursbesluiten waren:
• Het vaststellen van het Bestuurlijk Toetsingska-
der, managementstatuut en jaarplan 2015.
• Het vaststellen van de begroting 2015 en de
Kaderbrief met uitgangspunten bij de begroting
2016.
• Het vaststellen van het Meerjaren Bestuursfor-
matieplan 2015-2019 PO en VO.
• De aanstelling van een nieuwe adjunct-directeur
op VSO De Heldring, het omzetten van de tijde-
lijke aanstellingen van twee schooldirecteuren
en de senior beleidsmedewerker in vaste dienst
verbanden.
• De Meerjarenbegrotingen Planmatig onderhoud
2015-2018 en 2016-20102.
• De begrotingen Planmatig Onderhoud 2015 en
2016.
• De statutenwijziging.
• Het afsluiten van een 4-jarig contract met “de
Rolf Groep”. Het contract betreft de online
leeromgeving van het samengevoegde OinO-Ad-
vies en Teachers Channel, genaamd “Uw Be-
stuursacademie”.
• Met ingang van 1 januari 2016 gaat Kolom over
op Eigen Risico Dragerschap (ERD) voor de be-
kostiging en vervanging bij ziekte.
• Het vaststellen van het jaarplan 2016
• Het vaststellen van het jaarverslag en de jaarre-
kening 2014.
• Het vaststellen van de nieuwe schoolplannen
van alle SBO-scholen.
• Het vaststellen van de benoemingsprocedure
directie PO/VO voor (adjunct-) directeuren.
• Het vaststellen van het schoolveiligheidsplan
en de medische protocollen voor het SO/SBO en
het PrO/VSO.
Inleiding en algemene informatie 1
Daarnaast zijn de onderwerpen uit de planning- en controlcyclus: financiën (kwartaalrapportages), personele zaken (verzuim,
werkgelegenheid en ontslagbeleid, functiebouwwerk), huisvesting en kwaliteitsbeleid regelmatig besproken.
17
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
De GMR bestond uit eind 2015 uit zeven leden; drie vertegenwoordigers vanuit de ouders
en vier vertegenwoordigers vanuit het personeel. Elke schoolsoort is vertegenwoordigd
door een personeelslid en daarnaast is één personeelslid voorzitter. Na een gerichte wer-
vingsactie is het in 2015 gelukt om meer ouders in de GMR te krijgen.
De GMR hanteert een jaarlijkse vergadercyclus, parallel aan de CvB-vergaderingen waarin
belangrijke onderwerpen van het bestuur, zoals financiën en personeelsbeleid, geagen-
deerd worden. De voorzitter van het CvB is op verzoek een groot deel aanwezig bij de
maandelijkse vergaderingen. In 2015 waren er negen reguliere vergaderingen en daarnaast
was er de jaarlijkse ontmoeting met de RvT. De voorzitters van GMR en RvT onderhou-
den naast de geplande bijeenkomsten informeel contact. De GMR publiceert een eigen
jaarverslag per schooljaar op intranet en de website van Kolom. Een GMR-lid is lid van de
benoemingsadviescommissie voor RvT-leden.
De belangrijkste onderwerpen van gesprek waren:
• Bestuurlijk Toetsingskader en jaarplan 2015.
• Werving van ouders voor GMR/MR en scholing GMR leden.
• Het Meerjaren Bestuursformatieplan 2015-2019 PO en VO.
• Verzuimbeleid en de Kolom-uitwerkingen van de CAO PO en CAO VO.
• Mobiliteit en Eigen Risico Dragerschap (en de daarmee samenhangen-
de vervangingspool).
• Stichting van een nieuwe school (uitbreiding activiteiten en grond-
slag van Kolom).
• Verantwoordingsrapportage bedrijfsvoering (aan de hand van kwar-
taalrapportages).
• De Kaders t.a.v. professionalisering en vervolg van de Kolom-acade-
mie.
• Kaderbrief met uitgangspunten bij de begroting 2016.
• Planmatig onderhoud.
• Het Schoolveiligheidsplan.
• Extra banen voor medewerkers met een arbeidshandicap.
• Jaarverslag en jaarrekening 2014.
• Aftreden voorzitter A. van Erp en verkiezingen.
• Voorbereiden gespreksonderwerpen diner pensant.
• Benoemingsprocedure directie PO/VO.
• Gemeenschappelijke scholing voor alle mr-en en gmr leden
• Beoordelingsformulieren
• Integriteitsplan
Inleiding en algemene informatie 1
De GMR bestond uit eind 2015 uit zeven leden;
drie vertegenwoordigers vanuit de ouders en vier
vertegenwoordigers vanuit het personeel.
18
Centraal BuroEind 2015 werkten bij het Centraal Buro (CB) 12 mensen, die de scholen op verschillende terreinen ondersteunen. Naast de
twee CvB-leden werken twee personeelsadviseurs, een Arbo-/verzuimadviseur, een controller, een medewerker huisvesting,
een beleidsmedewerker kwaliteit en vier medewerkers voor (financiële) administratieve en secretariële ondersteuning op het
CB van Kolom.
Binnen Kolom is gekozen voor integrale verantwoordelijk-
heid van de directeuren. De schooldirecteur is onderwijskun-
dig leider en integraal manager. De medewerkers van het CB
hebben met name een signalerende, adviserende en onder-
steunende rol naar de directeuren.
Evaluatie van de dienstverlening van het CB vindt plaats vol-
gens een driejaarlijkse cyclus. In 2014 hebben we de dienst-
verlening geëvalueerd en in 2017 doen we dit opnieuw.
In 2015 is Kolom een verkenning aangegaan op adminis-
tratief gebied met ASKO. Een medewerker van Kolom was
werkzaam op de financiële administratie van ASKO. De
verwachting was dat beide organisaties voordeel van de sa-
menwerking zouden kunnen hebben door elkaar te kunnen
vervangen en door kennisdeling. De opbrengsten van de sa-
menwerking bleek te beperkt om voordeel te behalen. Om
die reden hebben beide organisaties besloten de samenwer-
king op te schorten.
Organisatieontwikkeling De schooldirecteuren hebben verschillende bovenschoolse overlegmomenten bij Ko-
lom, zoals directieoverleggen, schoolsoortoverleggen en overleg in werkgroepen. In
het directieoverleg bespreken de directeuren belangrijke ontwikkelingen, beleid en
lopende zaken. Dit overleg is het formele overlegmoment voor de directeuren en het
CvB. Daarnaast hebben de directeuren SBO/SO en PrO/VSO vijf keer per jaar een
schoolsoortoverleg, waarin met name inhoudelijke onderwerpen aan de orde komen.
Er wordt ook informatie uitgewisseld op basis van de actualiteit (zoals gevolgen
nieuwe cao’s, ontwikkelingen VO m.b.t. PrO en LWOO). Voor ontwikkeling van nieuw
beleid zijn vaste werkgroepen voor vijf beleidsterreinen. Zo denken directeuren mee
in de voorbereiding van beleidsvorming. Bij elke werkgroep is één van de directeuren
voorzitter en doen zij ook zelf verslag van de activiteiten van de werkgroep in het
directieoverleg.
Elke schooldirecteur bij Kolom heeft jaarlijks minimaal vier formele individuele ge-
sprekken met een bestuurder: een opbrengstengesprek, een voortgangsgesprek, een
managementcontractgesprek en een functionerings- of beoordelingsgesprek. Hierin
komt altijd het leiding geven aan het primaire proces aan de orde en wat is vastge-
legd in het managementcontract. De beleidsmedewerker kwaliteit voert apart twee
keer per jaar een kwaliteitsgesprek met de directie van een school. Dan bespreken zij
volgens een vast format verschillende kwalitatieve aspecten van de schoolorganisatie.
De gesprekken zijn informerend, bieden mogelijkheden voor verantwoording en feed-
back voor zowel de schooldirectie als het CvB.
Het CvB ziet toe op de uitvoering en kwaliteit van de P&C-cyclus. Mede door cyclisch
te werken vanuit een planning- & controlkalender borgt Kolom dat onderwerpen niet
van de agenda kunnen verdwijnen. Zo komen tijdens de schoolgesprekken (tenmin-
ste) de resultaatgebieden uit het strategisch beleidsplan aan de orde.
Elke maand schrijft het CvB een maandbrief voor de directeuren, CB-medewerkers,
GMR en RvT. Op basis daarvan wordt maandelijks een nieuwsbrief voor alle mede-
werkers op het intranet gepubliceerd. Het CvB bezoekt jaarlijks teambijeenkomsten
op alle scholen van Kolom.
Inleiding en algemene informatie 1
19
Sturen op omvangDe samenwerkingsverbanden PO en VO zijn op 1 augustus 2014 van start gegaan. In het SWV PO zijn het afgelopen jaar
gesprekken gevoerd over het dekkend netwerk SBO/SO en het gemeenschappelijk sturen op kwaliteit en leerlingaantallen.
Dit heeft nog niet geleid tot concrete vervolgstappen. De samenwerkingsverbanden VO Amsterdam en Zuid-Kennemerland
waaraan onze praktijkcolleges en VSO-scholen deelnemen, blijven grotendeels op een zelfde manier doorwerken.
Overzicht leerlingenaantallen Kolomscholen
Naam school 1-10-2012 1-10-2013 01-10-2014 01-10-2015
SBO Professor Dumont 84 82 70 78
SBO-Zuid Meander 81 73 66 67
SBO De Hasselbraam 188 174 189 159
SBO-Zuid St. Paulus 83 72 60 60
SBO De Driesprong 91 89 94 102
SBO De Zeppelin 57 64
TOTAAL SBO 527 490 536 530
VSO/SO De Heldring 157/58 (215) 131/62 (193) 131/61 (192) 129/65 (194)
VSO/SO Alphons Laudy 180/86 (266) 178/82 (260) 165/87 (252) 164/88 (252)
TOTAAL WEC 490 453 444 446
KPC De Atlant 201 208 205 208
KPC De Dreef 162 159 173 203
KPC Het Plein 206 211 214 217
KPC Noord 210 199 210 205
KPC De Schakel 128 128 143 147
TOTAAL PRAKTIJKCOLLEGES 907 905 945 980
TOTAAL BESTUUR 1924 1848 1925 1956
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat in oktober 2015 een toename van 31 leerlingen is t.o.v. oktober 2014. De effecten van Pas-
send Onderwijs vertalen zich vooralsnog niet in een grote afname van het aantal leerlingen op de SBO-scholen van Kolom. Bij
SBO De Zeppelin, SBO Professor Dumont en SBO De Driesprong is zelfs sprake van een lichte groei. SBO De Hasselbraam
heeft 30 leerlingen minder dan in 2014, dit is toe te schrijven aan de eerdere overname van SBO Iedersland. Door deze over-
name is er tijdelijk een forse groei van het leerlingaantal geweest, maar nu zijn er veel schoolverlaters die uitstromen. Op de
SBO scholen zijn er in totaal zes leerlingen minder dan het afgelopen jaar.
Het leerlingaantal op het (V)SO nam in vergelijking met vorig jaar toe met twee leerlingen, terwijl vorig jaar het leerlingaantal
daalde. Het leerlingaantal bij de praktijkscholen is bij vier van de vijf scholen toegenomen (met name een forse toename bij
KPC De Dreef). Bij KPC Noord is sprake van een lichte daling van het aantal leerlingen.
Inleiding en algemene informatie 1
20
Directies en totaal medewerkersIn 2015 zijn drie directieleden vertrokken bij Kolom. Per 1 augustus ging Hans Labots, directeur op SBO-Zuid St. Paulus, met
pensioen. Sander Jacobs, directeur van KPC De Schakel, startte per 1 januari 2016 met een andere baan. Bij VSO De Heldring
vertrok Ella Montagne en is Sanya Valkenburg per 1 september aangesteld als locatiedirecteur.
Gedurende de periode van 1 augustus 2015 tot en met 31 december 2015 is een interim-directeur voor SBO Zuid St. Paulus
benoemd. De uitgaven voor de schooldirecteur a.i. in 2015 waren €. 27.632.
Inleiding en algemene informatie 1
21
1.5 Kengetallen
Kengetallen Kolom (per kalenderjaar of stand 31 december en anders zie toelichting/voetnoot)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Norm
2015 trend
Aantal locaties 17 16 15 15 15 14 15 15
Aantal scholen 14 13 13 13 13 12 13 13
Aantal scholen met positieve kwaliteitsbe-
oordeling onderwijsinspectie
12 11 11 12 12 11 12 13
Aantal (zeer) zwakke scholen volgens
onderwijsinspectie
2 2 2 1 1 1 1 0 0
Aantal leerlingen (direct door het Rijk
bekostigd)
1971 1937 1941 1972 1911 1853 1925 1956
Leerlingen met een rugzakje 7,5% 6,3% 10,0% 9,5% 10,8% 12,5% n.v.t. n.v.t.
Leerlingen met niet-Nederlandse culture-
le achtergrond
64% 68% 68% 66% 69% 70% 66% 67%
Gemiddeld aantal leerlingen per groep 14 13 13 13 13 13 13 13
Gemiddeld aantal leerlingen per 1 FTE 4,5 4,5 4,6 4,8 5,0 5,2 5,6 5,7%
Gerealiseerde verplichte oudercontacten 95% 91% 87% 88% 96% 96% 96% 96% 100%
Instroom medewerkers 79 67 72 51 22 32 55 54
Uitstroom medewerkers 64 81 74 73 42 54 49 53
Aantal medewerkers 587 549 545 499 479 457 450 463
Aantal FTE 437 429 419 407 383 356 345 340,7
Verhouding OP t.o.v. OOP 2,3 2,2 2,1 2,3 2,1 2,1 2,1
Gewogen gemiddelde leeftijd (ggl) 44,5 45,3 45,9 45,6 47,4 47,2 48,3 48,2
Medewerkers die een
beoordelingsgesprek hebben gehad
10% 8% 8% 21% 23% 12% 16% 28% Min.
34%
Verzuimpercentage medewerkers 8,5% 7,8% 7,3% 6,8% 7,9% 7,4% 7,9% 7,1 6,9%/
7%
Rijksbijdragen *1.000 25.125 26.659 26.591 26.551 27.375 27.807 27,276 28.107
Personele lasten t.o.v. totale lasten 82,9% 78,6% 81,9% 82,3% 82,5% 83,2% 81,8% 82,6%
Rentabiliteit -2,7% -9,1% -3,2% -0,3% 4,8% 11,8% 6,8% 6,9% 0%-5%
Weerstandsvermogen (-/- MVA) 21,1% 7,7% 2,8% 2,6% 8,6% 21,7% 27,7% 34,1% Min.
9%
Kapitalisatiefactor 46% 30% 23% 27% 32% 48% 48% 57% Max
37,5%
Gerealiseerde bouwprojecten 0 1 1 0 0 3 2 0
Gemiddelde scholingskosten per mede-
werker
430 424 470 610 391 685 447 906
Gemiddeld aantal digitale schoolborden
per school
- - 9 10 11 12 12 11 Per
school
Gemiddelde ICT kosten per leerling 136 151 181 202 215 206 234 251 Incl
invest.
Inleiding en algemene informatie 1
22
1.6 Duiding enkele kengetallen(uit tabel vorige pagina)
Eind 2015 beschikken alle Kolomscholen over een basisarrangement van de onder-
wijsinspectie. KPC Noord werd in september 2014 in eerste aanleg als zwak beoor-
deeld. Na een herstelactie kreeg deze school na het inspectiebezoek op 11 juni 2015
gewoon weer een basisarrangement.
Kolom heeft in oktober 2015 1956 leerlingen, dit is een toename van 31 leerlingen
t.o.v.2014. Op de SBO-scholen loopt het leerlingaantal licht terug (zes leerlingen
minder dan 2014). Op de SO en VSO scholen is het leerlingaantal redelijk stabiel
gebleven. Het leerlingaantal neemt op het VSO iets af en bij het SO juist iets toe. Het
leerlingaantal op de praktijkcolleges is met 35 leerlingen toegenomen.
Sinds 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van kracht en worden er geen indicaties
voor een rugzak meer afgegeven. Vandaar dat we dit ook niet meer registreren.
Het percentage leerlingen met niet-Nederlandse culturele achtergrond blijft stabiel.
Het gemiddeld aantal leerlingen per groep blijft stabiel, maar het aantal leerlingen per
FTE is de afgelopen jaren steeds toegenomen. Gemiddeld is het opkomstpercentage
van ouders/verzorgers bij verplichte oudercontacten 96%. Dit percentage is gelijk
gebleven met afgelopen drie jaar. Bij zeven van de dertien scholen van Kolom was
100% van de ouders aanwezig bij de verplichte oudercontacten, conform de norm
die Kolom stelt.
De in- en uitstroom van medewerkers in 2015 is bijna gelijk en vergelijkbaar met vorig
jaar. Het aantal medewerkers is afgelopen jaar toegenomen, terwijl het aantal FTE
minder is geworden. De gewogen gemiddelde leeftijd van de medewerkers van Kolom
blijft hoog.
Inleiding en algemene informatie 1
Sinds 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs
van kracht en worden er geen indicaties voor
een rugzak meer afgegeven.
Sinds 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs
van kracht en worden er geen indicaties voor
een rugzak meer afgegeven.
23
In 2015 is tijdens de gesprekken tussen de directies en het bestuur geregeld aandacht be-
steed aan de gesprekcyclus. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal beoordelingsgesprekken
fors is toegenomen. We kunnen m.b.v. de MIS goed volgen of medewerkers jaarlijks een
beoordelings-, functioneringsgesprek of een POP-gesprek voeren.
Het verzuim is in 2015 met 0,8% gedaald t.o.v. het vorig jaar maar blijft nog steeds iets
boven het vastgestelde maximum van 7,0% voor de SBO en (V)SO scholen en 6,9% voor
de praktijkcolleges.
In 2015 zijn we druk bezig geweest met twee bouwprojecten, de planning is dat in
2016 deze projecten worden afgerond.
De gemiddelde scholingskosten per medewerker zijn fors toegenomen. De focus op
deskundigheidsbevordering en scholing is terug te zien in deze cijfers.
Na het vaststellen van de jaarrekening 2014 blijkt dat deze jaarrekening een onjuiste
weergave geeft van de niet geoormerkte subsidies OCW, overige overheidsbijdragen,
overige baten en huisvestingslasten welke respectievelijk €104.898 hoger, €166.667
hoger, €285.264 hoger en €50.254 hoger dienen te zijn. Het resultaat 2014 valt hier-
door €506.575 hoger uit. De in deze tabel opgenomen vergelijkende cijfers zijn hierop
aangepast.
Inleiding en algemene informatie 1
De gemiddelde scholingskosten per
medewerker zijn fors toegenomen. De focus op
deskundigheidsbevordering en scholing is terug
te zien in deze cijfers.
In 2015 zijn we druk bezig geweest met twee
bouwprojecten, de planning is dat in 2016 deze
projecten worden afgerond.
24
2Kwaliteit
Kwaliteit 2 24
Veel afspraken bij Kolom
zijn gericht op leren en
ontwikkelen. Scholing en
deskundigheidsbevordering
staan centraal in de cyclus
van continu verbeteren en het
borgen van kwaliteit.
2.1 Systematische kwaliteitszorgHet kwaliteitsbeleid staat bij Kolom hoog in het vaandel en wordt doorlopend geactu-
aliseerd en aangepast. Alle afspraken over wat wij doen om de gewenste kwaliteit te
borgen of te verbeteren en de instrumenten die we hierbij gebruiken zijn opgenomen
in het Handboek Kwaliteitsbeleid.
In 2015 vonden gesprekken tussen het CvB en directeuren plaats op basis van het
strategisch beleidsplan, het jaarplan en de managementcontracten. Vooral de kwali-
tatieve resultaatgebieden komen hierbij aan de orde.
De pilot met de integrale schoolbesprekingen is in het verslagjaar uitgebreid, elke
school heeft zo’n bespreking gehad. De opbrengsten en ontwikkelingen van de
scholen worden integraal besproken op basis van input van interne en externe in-
formatiebronnen. Deze pilot is met de directeuren geëvalueerd en afgesproken is
de gehanteerde formats op een aantal punten aan te passen. We hebben nog niet
besloten of het verslag van deze besprekingen een afdoende alternatief is om het
schooljaarverslag te vervangen. Deze vraag wordt meegenomen bij de nieuwe opzet
voor de cyclus van integrale schoolbesprekingen, audits en collegiale visitaties die in
2016 wordt voorbereid.
25 Kwaliteit2
Voor de zelfevaluatie maken de scholen onder andere gebruik van enquêtes. Het ge-
bruik van tevredenheidsenquêtes vindt op verschillende wijzen en in verschillende cycli
plaats tussen de schoolsoorten van Kolom. Alle scholen laten hieraan het personeel,
leerlingen en ouders deelnemen. De veiligheidsenquêtes worden door alle scholen ge-
lijktijdig afgenomen en de uitkomsten zijn onderling goed vergelijkbaar. Alle scholen
laten het personeel en de leerlingen deze enquêtes invullen.
Op verschillende niveaus binnen Kolom bespreken medewerkers de uitkomsten van
de zelfevaluaties en de resultaten het geboden onderwijs. Er is veel aandacht voor leer-
opbrengsten, leerlinggedrag, houding en (sociale) competentieontwikkeling en acties/
interventies om dit te borgen en/of te versterken. In de afgelopen jaren is het bespre-
ken van leerkrachtgedrag, houding, inzet, prestaties en competentieontwikkeling steeds
meer onderwerp van gesprek geworden.
De directeuren van Kolom bespreken ook regelmatig met elkaar algemene resultaten
van personeelszorg op schoolniveau zoals verzuim, in- en uitstroom (mobiliteit), inzet-
baarheid en deskundigheidsbevordering en evaluatie van het zorgsysteem (PDCA-cy-
clus) en de ouderbetrokkenheid. Deze uitwisseling is mede mogelijk door een binnen
Kolom opgezet managementinformatiesysteem.
Veel afspraken bij Kolom zijn gericht op leren en ontwikkelen. Scholing en deskundig-
heidsbevordering staan centraal in de cyclus van continu verbeteren en het borgen van
kwaliteit.
Het CvB monitort ook de schooldirecties om vast te kunnen stellen welke scholen even-
tueel risico’s lopen en extra aandacht moeten krijgen. Naast integrale verantwoorde-
lijkheid ziet Kolom (bevlogen) onderwijskundig leiderschap als belangrijkste pijler van
permanente verbetering van de onderwijskwaliteit.
Alle schooldirecteuren voeren aan de hand van een kijkwijzer lesbezoeken uit en bespre-
ken de resultaten met de teamleden. In 2015 heeft dit aandacht gekregen in bijna alle
gezamenlijke bijeenkomsten en gespreksvoering tussen directeuren en bestuurders.
Het bestuur differentieert in eisen aan en ondersteuning van schooldirecteuren, verge-
lijkbaar met leraren die de lessen afstemmen op de onderwijs- en ondersteuningsbe-
hoeften van de leerlingen.
Het kwaliteitsbeleid van Kolom is zich de afgelopen jaren steeds meer gaan richten op
het permanent onderhouden en verder verbeteren van kwaliteit. Uitwisseling tussen
scholen helpt daarbij.
Het kwaliteitsbeleid
staat bij Kolom
hoog in het
vaandel en wordt
doorlopend
geactualiseerd en
aangepast.
26
2.2 Overige verantwoording en de omgeving van de scholenHorizontale verantwoording aan ouders vindt vooral plaats in de gesprekken tussen school en ouders. Betrokkenheid van
ouders op de ontwikkeling van hun kind is belangrijk voor de leermotivatie en leersucces van onze leerlingen. Met de ouders
wordt periodiek over het OPP van de leerling (voor de SBO scholen en de (V)SO scholen ) of het OPP en het individueel
ontwikkelplan van de leerling (voor de colleges van praktijkonderwijs) gesproken. Hierbij komen de behaalde resultaten, de
nieuwe doelen en ambities en het verwachte uitstroomperspectief aan de orde.
De directies van de scholen zorgen ook voor een structurele dialoog met de schoolteams, stagebedrijven en samenwerkings-
partners. De directies van de scholen overleggen over het schoolbeleid met de medezeggenschapsraden, waarin zowel ouders
als medewerkers vertegenwoordigd zijn. Naast de opbrengsten van de school worden bijvoorbeeld ook de resultaten van
tevredenheids- en veiligheidsenquêtes teruggekoppeld naar betrokkenen.
Op de meeste scholen worden ook – voor zover dat mogelijk is - vormen gezocht van een horizontale dialoog met leerlingen,
bijvoorbeeld in de zogenaamde leerlingenraden. In het kader van het concretiseren van democratisch burgerschap voor onze
leerlingen, vinden we dit belangrijk.
Alle scholen van Kolom presenteren en verantwoorden zich naar buiten over hun
resultaten via ‘Vensters voor verantwoording’.
Het CvB hanteert intern een overlegstructuur met de schooldirecties, schoolteams,
GMR en de RvT. Extern voert het bestuur regelmatig overleg met gemeentes, ande-
re schoolbesturen uit Amsterdam en Haarlem, in overlegplatforms als BBO, OSVO,
RBO-ZK, SWV PO & VO en samenwerkingspartners.
Kolom heeft veel partners en stakeholders waarmee contacten worden onderhou-
den. Kolom is een netwerkorganisatie, de scholen staan in verschillende delen van de
stad en gemeenten met elk een eigen couleur locale. Kolom werkt met meer partijen
samen dan een gemiddeld schoolbestuur om voor leerlingen van de verschillende
soorten speciaal onderwijs de juiste ondersteuning te krijgen, kennis uit te wisselen
en toe te passen.
Onderstaande figuur illustreert de vele partners van Kolom (inclusief leerlingen, per-
soneel, schooldirecties, CvB en RvT).
Kwaliteit 2
Horizontale
verantwoording
aan ouders vindt
vooral plaats in de
gesprekken tussen
school en ouders.
27
2.3 Passend OnderwijsHet Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Amsterdam-Diemen houdt kantoor op Maasluisstraat 2 te Amsterdam. Me-
vrouw Liesbet Tijhaar is de directeur van het samenwerkingsverband. Voor meer informatie zie www.swvamsterdamdiemen.
nl Het samenwerkingsverband is het grootste samenwerkingsverband van Nederland met 46 schoolbesturen en ca. 67.000
leerlingen.
Het samenwerkingsverband heeft met instemming van de Ondersteuningsplanraad (OPR) gekozen voor een decentraal
schoolmodel. De verantwoordelijkheid voor de zorgplicht ligt bij de scholen zelf. Om dat optimaal vorm te geven, krijgen de
schoolbesturen zelf de ondersteuningsmiddelen om daarmee – al dan niet in onderlinge samenwerking - de zorgplicht en extra
ondersteuning voor leerlingen, die in aanmerking komen voor een aangepast arrangement te organiseren.
Kwaliteit2
Onze SBO en SO scholen vormen samen met vergelijkbare
scholen van andere schoolbesturen het dekkende netwerk
aan opvang- en ondersteuningsvoorzieningen. Deze voor-
zieningen zijn voor de leerlingen waar de reguliere scholen
de zorgplicht niet van kunnen realiseren binnen de eigen
schoolmuren. Na het volgen van de ontwikkelingen in het
zgn. groeidocument kan door scholen bij het SWV een toe-
laatbaarheidsverklaring (TLV) worden gevraagd die toegang
geeft tot het SO en SBO. Ten behoeve van de aanvragen en
beoordelingen van TLV zijn onderwijsadviseurs in elke regio
van Amsterdam werkzaam.
De gevolgen van Passend Onderwijs vertalen zich in een
verminderde instroom in het SO en SBO. Het lijkt alsof
zorgplicht ‘niet verwijzen’ betekent, tenzij er sprake is van
(overlast) gevend gedrag. O.i. moet het criterium voor een
aanvraag TLV de ontwikkeling van de leerling zijn en niet de
houdbaarheid van een leerling in de groep. Als bijtijds een
passende plek voor een leerling wordt gezocht, kan veel on-
nodig leed worden voorkomen.
Tot nu toe krijgen de SBO-scholen nog de bekostiging tot 2%.
Omdat het deelname percentage onder de 2% ligt, gaan er te
veel middelen naar de SBO-scholen. Het SWV heeft de inten-
tie om over te gaan tot bekostiging van SBO-scholen op basis
van het aantal leerlingen dat ook aanwezig is op de scholen
op een tweetal peilmomenten (1 oktober en 1 februari). Met
dit decentrale schoolmodel komt soms de samenwerking
tussen scholen onder druk te staan. In wijkverband willen
scholen gebruik maken van elkaars expertise (of naar elkaar
doorverwijzen) maar soms zijn op bestuurlijk niveau andere
afspraken gemaakt. Door min of meer gedwongen winkelne-
ring stagneert de samenwerking.
In 2015 is de transitie jeugdzorg van start gegaan. De gemeen-
te Amsterdam heeft gekozen voor een preventieve insteek
ter voorkoming van problemen in opvoeding- en ondersteu-
ning. Daarvoor hebben veel medewerkers uit de traditione-
le zorgaanbieders een functie als OKA’s gekregen. De inzet
van OKA in het SO en SBO loopt nog altijd niet gestroom-
lijnd. Nog niet op elke S(B)O school is een OKA aanwezig.
De werkzaamheden van de schoolmaatschappelijk werkers
en de OKA’s moeten goed op elkaar afgestemd worden en
ze moeten dezelfde ‘taal’ spreken. Doordat de gemeente wil
aansluiten op het zorgsysteem van de school zorgt dat voor
ongelijkheid. Scholen die hun zorgsysteem optimaal en met
inzet van eigen middelen hebben opgezet, worden voor hun
inspanningen ‘beloond’ , door een geringere inzet dan scho-
len die hun zorgsysteem minder goed op orde hebben.
28Kwaliteit 2
Het voortgezet onderwijs is ondergebracht in Samenwer-
kingsverband VO Amsterdam-Diemen en het Samenwer-
kingsverband VO Zuid-Kennemerland. De directeur van
het SWV in Amsterdam is de heer Frits Otto en het be-
zoekadres is Buiksloterweg 85, 1031 CG Amsterdam. Voor
meer informatie zie www.swvadam.nl. De directeur-be-
stuurder van het SWV Zuid-Kennemerland is de heer Jo-
han Vermeer, het bezoekadres is Schipholpoort 2, 2034
MA Haarlem. Voor meer informatie zie www.samenwer-
kingsverband-zuid-kennemerland.nl
Voor onze praktijkcolleges is niet veel veranderd in 2015.
De criteria van toelating blijven hetzelfde en de Regionale
Verwijzingscommissies (RVC-VO) ging in dit verslagjaar
nog over de toelaatbaarheid.
Vanuit de transitie Jeugdzorg hebben ook de OKA’s hun
entree gemaakt op de scholen voor voortgezet onderwijs.
T.o.v. het PO verloopt dit voor onze praktijkscholen vrij
probleemloos.
In 2015 is er verder niet veel veranderd in de structuur van
en/of de toestroom van het aantal leerlingen naar onze
VSO-scholen en praktijkcolleges. Gezien de demografi-
sche ontwikkelingen in Amsterdam (toename aantallen
leerlingen), moet het VO zich voorbereiden op blijvende
uitbreiding van het onderwijsaanbod. Dat geldt waar-
schijnlijk ook voor onze scholen.
Vanuit de transitie Jeugdzorg
hebben ook de OKA’s hun entree
gemaakt op de scholen voor
voortgezet onderwijs.
29
2.4 Klachten
BeleidOp alle scholen is een pestprotocol en is er jaarlijks aandacht voor preventie van on-
gewenst gedrag, zoals besprekingen over bejegening en gedrag. Op de colleges voor
praktijkonderwijs is een groot arsenaal aan programma’s beschikbaar zoals: Kies,
De vooroordelenkoffer, Leefstijl, Zo werkt dat, Go for it & Kikid. Daarnaast worden
programma’s als: Beware of loverboys, je lijf je lief, love limits, Marietje Kessels, No
Nonsense ingezet voor versterken van de seksuele weerbaarheid en het herkennen
van grensoverschrijdend gedrag. Op de VSO-scholen wordt ‘Liefde is ….’ ingezet en
is er veel aandacht voor omgangsgedrag en sova-training, het in praktijk brengen van
‘de gouden regels’ en vriendentraining (aangaan en onderhouden van waardevolle
vriendschappen). Op de SBO-scholen wordt gewerkt met Leefstijl, Zien, de Vreed-
zame School, PBS en SOVA-trainingen. Op het SO staan gedragsregels centraal en
wordt gebruik gemaakt van STIP en de Vreedzame School.
Op de scholen wordt ook gebruik gemaakt van het aanbod van samenwerkingspart-
ners als Bureau Halt en MEE.
Het bestuur en de directies van Kolom stimuleren een cultuur van openheid en pro-
fessionaliteit. Wij zijn laagdrempelig voor leerlingen, ouders, personeelsleden en an-
dere belanghebbenden en willen dat zij zelf meedenken en praten over (de uitvoering
van) het beleid van Kolom. In een open cultuur past ook dat iedereen die ergens on-
genoegen over heeft dit direct meldt bij degene die het aangaat. Als onderling overleg
naar aanleiding van ontevredenheid geen uitkomst biedt, kan een stap verder gegaan
worden in de klachtroute van Kolom.
Kwaliteit2
Bij een klacht over ongewenst gedrag kan een gesprek met de interne contactpersoon zinvol zijn (en indien aan de orde met
de externe vertrouwenspersoon). Bij een vermoeden van seksuele intimidatie van een volwassene jegens een minderjarige
leerling geldt een meld- en aangifteplicht (zedenmisdrijf). Deze meldplicht is ook uitgebreid naar (signalen van) radicalisering.
Schooldirecties vangen vaak gevoelens van ongenoegen en/of misverstanden door miscommunicatie op. Zij reflecteren hier-
op en bespreken dit intern met betrokkenen of het schoolteam om van te leren. Ook het bestuur beschouwt het in beeld krijgen
van meldingen en/of klachten als leermomenten om zaken te verbeteren.
Het bestuur en de directies van Kolom stimuleren een cultuur
van openheid en professionaliteit. Wij zijn laagdrempelig voor
leerlingen, ouders, personeelsleden en andere belanghebbenden
en willen dat zij zelf meedenken en praten over (de uitvoering
van) het beleid van Kolom.
30
Interne Contactpersonen Op elke school is er een tweetal interne contactpersonen. Zij fungeren als wegwijzer bij eventuele klachten van leerlingen, ou-
ders en medewerkers. De klachtenregeling van Kolom geldt daarvoor als leidraad. Elke nieuwe interne contactpersoon wordt
apart door het bestuur benoemd. Daarmee wordt hun onafhankelijke positie benadrukt. Elke interne contactpersoon volgt een
basistraining gegeven door onze vertrouwenspersoon.
Om de interne contactpersonen bekend te maken en in beeld te houden voor leerlingen, ouders en medewerkers worden
verschillende instrumenten en activiteiten ingezet, zoals:
• Klachtenbrievenbus op school met foto van de contactpersonen.
• Rondje langs de klassen door interne contactpersonen.
• Informeren over en bespreken van het onderwerp “bejegening” met leerlingen.
• Verstrekken van informatie aan ouders over de taak van interne contactpersonen en hoe ouders gebruik
kunnen maken van de klachtregeling.
• Informatie op de website.
• Informeren van teamleden door de interne contactpersonen over taken en procedures inzake machtsmis-
bruik en het omgaan met klachten.
De interne contactpersonen komen minimaal 2x per kalenderjaar bij elkaar. Eenmaal om lopende afspraken over rol en inhoud
en rapportages met elkaar te bespreken, ervaringen en informatie uit te wisselen en – indien aan de orde - nieuwe regelgeving
in te passen. Daarnaast wordt er een jaarlijkse scholingsdag onder leiding van een externe deskundige georganiseerd. Met de
interne contactpersonen vindt overleg plaats over de keuze van het onderwerp van de nascholing. De kosten van de nascholing
van contactpersonen worden bovenschools gedragen.
Externe vertrouwenspersoonKolom heeft sinds 2011 een overeenkomst met een vaste vertrouwenspersoon Heleen de Jong. Indien nodig is er ook een
externe mannelijke vertrouwenspersoon beschikbaar.
Externe vertrouwenspersoon IntegriteitIn februari 2012 is voor Kolom in aanvulling op onze Klachtenregeling en integriteitsbeleid de regeling ‘Melding vermoeden
van een misstand’ vastgesteld. Dit is overgenomen van de ‘(model) Regeling Melden vermoeden van een misstand in de
sector VO’ van de VO-Raad. Kolom heeft hiervoor een overeenkomst afgesloten met een (externe) vertrouwenspersoon Inte-
griteit. Deze persoon is bewust niet onze externe vertrouwenspersoon (voor klachten) vanwege de vertrouwelijkheid en een
gewenste duidelijke scheiding tussen ongewenste omgangsvormen en integriteit.
Kwaliteit 2
31
Meldingen en KlachtenDe interne contactpersonen op de scholen houden logboekgegevens bij over meldingen, klachten en officiële klachten.
In 2015 is er geen klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie.
Op basis van de aangeleverde informatie door de interne contactpersonen en de externe vertrouwenspersoon is onderstaand
overzicht1 van meldingen en klachten samengesteld.
2015 2014 *2013 2012 2011 2010
Meldingen 79 14 7 5 35 34
Klachten 0 12 2 3 3 12
Officiële klachten 0 0 0 0 1 0
Evaluatie externe vertrouwenspersonenDe externe vertrouwenspersoon heeft in 2015 een tweetal
meldingen n.a.v. een samenwerkingsprobleem gekregen.
Deze zijn voor verdere behandeling terugverwezen naar de
school/bestuur.
De kosten voor de externe vertrouwenspersoon voor 2015
bedroeg € 1.695.
In 2015 is geen contact gezocht met de (externe) Vertrou-
wenspersoon Integriteit betreffende een - vermoede - mis-
stand bij Kolom.
In 2015 heeft er een evaluatief gesprek plaatsgevonden met
beide vertrouwenspersonen. De huidige Vertrouwensper-
soon Integriteit stopt met zijn werkzaamheden. In het voor-
jaar 2016 moet een opvolger worden gezocht.
Op basis van de beschikbare cijfers zijn geen nieuwe trends
en/of knelpunten te distilleren. Maatschappelijke verschijn-
selen rondom de bekende thema’s zoals: pesten, social me-
dia en grensoverschrijdend seksueel gedrag tussen leerlin-
gen spelen ook op onze scholieren. De aandacht daarvoor
in de lessen, de zorgstructuur bij meer specifieke gevallen
en organisatie op de scholen zelf is zodanig dat hier intern
adequaat mee om wordt gegaan.
Maatschappelijke ontwikkelingenEen onderwerp dat na de gebeurtenissen in Parijs opnieuw
aandacht opeiste was alert zijn op signalen rondom radicali-
sering en de uitwassen daarvan, die scherp kunnen ingrijpen
op het samenleven. Op onze scholen hebben deze terreurac-
ties op leerlingen een behoorlijke impact gehad; het leidde
tot (tijdelijke) gevoelens van onveiligheid. Vanuit de gemeen-
te is er ook extra aandacht voor gevraagd.
Vanuit een vrije democratische samenleving bezien is radica-
lisering in welke vorm dan ook een ernstige vorm van onge-
wenst gedrag. Een vrije democratische samenleving doet een
beroep op gezond verstand, tolerantie en vertrouwen.
Kwaliteit2
1 Dit lijkt een forse toename. Een verklaring van de toename kan enerzijds liggen in de ‘open cultuur’ die nagestreefd wordt. Anderzijds is men gevoeliger geworden
voor registratie van uiteenlopende incidenten. Uiteraard draagt maatschappelijke aandacht ook verder bij aan de registratie van meldingen en klachten. Absolute
vergelijking is niet mogelijk omdat meldingen en klachten van verschillende aard en achtergrond zijn. Ook in 2015 hebben de interne contactpersonen en de externe
vertrouwenspersoon gegevens t.b.v. het jaarverslag aangeleverd.
32
3
3.1 Beleid en resultaten 2015Hieronder beschrijven we de belangrijkste resultaten uit het strategisch beleidsplan
en jaarplan 2015.
Werken aan de sociale leeropbrengsten Het in beeld brengen van de sociale leeropbrengsten wordt één van de belangrijkste
speerpunten van het onderwijs. Daarom krijgen de sociale leeropbrengsten, naast de
cognitieve leeropbrengsten, op alle Kolomscholen veel aandacht.
Binnen onze scholen hebben we het volgende gerealiseerd:
• Alle scholen beschikken over een leerlingvolgsysteem (LVS) waar de
sociale leeropbrengsten gemeten en gevolgd worden.
• Alle scholen gebruiken methoden en programma’s om sociale compe-
tenties van leerlingen te vergroten en om te zorgen voor een veilig
en vreedzaam schoolklimaat.
• Op een aantal scholen zijn leerkrachten in staat een analyse te ma-
ken van de sociale opbrengsten en hun pedagogisch handelen hier
goed op af te stemmen, op andere scholen blijft dit een ontwikkel-
punt. Dit doel is deels gerealiseerd en zal daarom terugkomen in het
jaarplan 2016.
Onderwijs
Onderwijs 3 32
Het in beeld brengen van
de sociale leeropbrengsten
wordt één van de belangrijkste
speerpunten van het onderwijs.
We streven ernaar dat uit
lesbezoeken door de directie
blijkt dat leerkrachten de
instructie en het leerstofaanbod/
de praktijksituaties goed
afstemmen op de individuele
leerling.
33 Onderwijs3
Ontwikkelingsperspectieven en behaalde uitstroomdoelenOp alle scholen van Kolom wordt binnen zes weken na plaatsing voor elke leerling een ontwikkelingsperspectief (OPP) opge-
steld. Het doel is om onze leerlingen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsvragen de afgestemde hulp te bieden, zoals
dat omschreven is in het OPP. Daarnaast streven we naar het goed inschatten van het te behalen uitstroomdoel.
• Bij het SBO en (V)SO worden goede resultaten gehaald. Het goed formuleren van een OPP met daarin
opgenomen de ondersteunende en belemmerende factoren is onderdeel geworden van de schoolpraktijk.
De leerkrachten zijn goed in staat om hun didactisch handelen hierop af te stemmen en de ondersteu-
ning te bieden zoals omschreven in het OPP. Het gemiddelde percentages gehaalde uitstroomdoelen
voor het SBO en (V)SO samen is 92%. (SBO 93% (4 van de 6 scholen), SO 93% en VSO 90%).
• Op de praktijkcolleges wordt nog met wisselend succes gewerkt met een OPP. In 2015 is hard gewerkt om
de planning van de leerstof in overeenstemming te brengen met het OPP van de leerlingen. De scholen
hebben realistische verwachtingen geformuleerd over de uitstroom van de leerlingen, maar ook hier
kan nog een verbeterslag gemaakt worden.
Het percentage uitstroomdoelen behaald is 85%.
Afstemming van de aanpak en het aanbod op onderwijs- en ondersteuningsvragen van de leerlingen We streven ernaar dat uit lesbezoeken door de directie blijkt dat leerkrachten de instructie en het leerstofaanbod/ de praktijk-
situaties goed afstemmen op de individuele leerling. Op alle scholen wordt gewerkt met een kijkwijzer, aan de hand waarvan
de lessen regelmatig worden geobserveerd.
• Het SBO en (V)SO hebben al veel ervaring met de kijkwijzer opgedaan.
Het activerende directe-instructiemodel en het opbrengstgericht en
handelingsgericht werken waarin leerlingen en worden voorbereid
op de les en op maat ondersteuning krijgen tijdens de instructie zijn
– naast de terugblik of de beoogde doelen wel zijn behaald - elemen-
ten van de kijkwijzer. Het SBO en (V)SO maken a.h.v. alle individuele
observatielijsten een balans op voor de hele school. Het schoolover-
zicht wordt met het hele team besproken. Op basis hiervan wordt
samen met het team voor de volgende periode nieuwe doelen gesteld.
• Op de praktijkcolleges worden ook lesbezoeken aan de hand van een
kijkwijzer afgelegd. De terugkoppeling van de bevindingen naar het
hele schoolteam en het stellen van nieuwe doelen o.b.v. deze uitkom-
sten behoeft nog verdere aandacht. Met de directies van de praktijk-
scholen is de balans van een (eenzijdige blik) op het schoolse leren
(de AVO-isering van ook deze vormen van onderwijs) versus echt leren
door doen in de praktijk (wat wil en kan een leerling levensecht en
op de toekomstgericht leren) onderwerp van gesprek. Uit de lesob-
servaties blijkt dat de meeste leerkrachten voldoende ondersteuning
kunnen bieden aan leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen.
Het gebeurt zelden dat een leerling doorverwezen wordt omdat de
school geen passend aanbod kan bieden.
Op alle scholen
wordt gewerkt
met een kijkwijzer,
aan de hand
waarvan de lessen
regelmatig worden
geobserveerd.
34
Professionalisering Omdat de leerkracht voor de leerlingen het verschil maakt
ligt de focus op verdere professionalisering en het versterken
van de competenties van leerkrachten. Deze visie wordt op
alle niveaus en in alle overlegsituaties bij Kolom benadrukt.
De huidige ontwikkelingen in het onderwijs rondom directie-
en lerarenregistratie en het bijhouden van hun registratie on-
dersteunen het beleid van Kolom. We hebben op dit gebied
in 2015 het volgende bereikt:
• De Kolom-academie is verder doorontwikkeld, er
zijn gecertificeerde modules van demaster SEN
(special educational needs) ingekocht. Mede-
werkers werden gefaciliteerd in tijd en geld
om daarop in te schrijven. Ook voor directies,
contactpersonen en onderwijsassistenten zijn
leertrajecten georganiseerd die ook worden
gevolgd.
Ongeveer 90 medewerkers hebben in 2015 een cursus of een
module gevolgd (bijvoorbeeld Master SEN module gedrag
of module geletterdheid), daarnaast zijn er teamscholings-
dagen vanuit de Kolomacademie georganiseerd en zijn er
op de Kolomdag voor 417 medewerkers workshops verzorgd.
Doordat de website van de Kolom-academie bij aanvang van
2015-2016 is verbeterd en verrijkt met een persoonlijke pagi-
na en een ruim aanbod in de zgn. elektronische leeromge-
ving (blended learning) is gerealiseerd, kan een ruimer en
ook meer ‘op maat’ aanbod gerealiseerd worden voor indivi-
duele medewerkers. Daartoe worden de medewerkers in per-
soonlijke ontwikkelingsgesprekken (p.o.p.) met de directies
uitgedaagd. Alle schoolteams hebben een voorlichting ge-
had over hoe de website werkt en hoe de persoonlijke pagina
ingericht en beveiligd is.
• Bij Kolom worden de scholen uitgedaagd te ex-
celleren. In 2015 hebben drie Kolomscholen het
predicaat “excellente school” gekregen. VSO De
Heldring heeft dit predicaat al voor de 3e keer
ontvangen, voor VSO Alphons Laudy en SO De
Heldring was het de 1e keer.
Passend onderwijs
De Kolomscholen moeten met hun aanbod en voorzienin-
gen inspelen op wijzigingen in de leerlingpopulatie als effect
van Passend Onderwijs. De scholen moeten het onderwijs
kunnen afstemmen op meer complex gedrag en problema-
tiek van leerlingen, maar hierbij ook de grenzen bewaken.
• Het CvB en directies hebben met de SWVen
afspraken gemaakt over wie welk type leerling
opneemt, welke bedragen daarvoor gereserveerd
worden en welke uitzonderingen er zijn. Dit
blijkt ook nodig, omdat als gevolg van de terug-
loop van het aantal leerlingen op met name het
SBO de neiging ontstaat om leerlingen toegang
te verlenen, die voor onveilige situaties kunnen
zorgen en daardoor het volgen van ‘passend
onderwijs’ van andere leerlingen beïnvloeden.
• In het kader van de transitie Jeugdzorg zijn
in het najaar 2015 op het SBO en V)SO de OKA’s
mondjesmaat aan de slag gegaan. Zij moeten
gaan aansluiten op de bestaande zorgstructuur
(o.a. afstemming met schoolmaatschappelijk
deskundigen) van de scholen en fungeren als
intermediair naar de Ouder Kind Teams (OKT). In
het VO is het anders geregeld. De praktijkcolle-
ges hebben voor 16 uur een OKA.
• De SO en SBO scholen participeren in wijkteams
van het SWV PO. Dit SWV is bezig met het evalu-
eren van het eerste ondersteuningsplan en in
2015 is een start gemaakt met de voorbereidin-
gen voor het nieuwe plan.
Omdat de leerkracht voor de leerlingen het
verschil maakt ligt de focus op verdere pro-
fessionalisering en het versterken van de
competenties van leerkrachten.
Onderwijs 3
35
DigitaliseringHet doel is om met digitale middelen aan te sluiten op de
leefwereld van leerlingen en om leerlingen wegwijs maken in
de digitale wereld. De expertise op dit gebied en het gebruik
van digitale middelen is bij onze scholen heel verschillend.
Bij een paar scholen is dit doel al gerealiseerd, maar bij veel
scholen nog volop in ontwikkeling.
• Er heeft nog te weinig scholing plaatsgevonden
op de digitale vaardigheden van leerkrachten.
Daarom zal de doelstelling gericht op des-
kundigheidsbevordering wederom opgenomen
worden in het jaarplan 2016.
• In 2015 is de norm m.b.t. hardware, afschrij-
vingstermijn en aanleg van netwerken bijge-
steld, zodat het gepersonaliseerde leren m.b.v.
ICT een verdere impuls kan krijgen.
• In 2015 zijn er zes scholen bezig geweest met het
vormgeven van een nieuwe website. De verwach-
ting is dat in het voorjaar 2016 de websites van
deze scholen online gaan.
Samenwerking
De scholen blijven steeds gericht op uitbouw van samenwer-
king met ouders, zorginstellingen en andere partners (zoals
het bedrijfsleven). Contractuitbreiding met Cordaan en De
Bascule in meerjarenperspectief is onderzocht. De (verplich-
te) oudercontacten staan hoog op de agenda en komen in
diverse besprekingen binnen teams en bij het directieoverleg
regelmatig aan de orde. Op de scholen is het volgende ge-
realiseerd:
• Kolom stelt zich al jaren tot doel dat 100% van
ouders bij verplichte oudercontacten bereikt
worden. Afhankelijk van de school gaat het
om oudercontacten als rapportbesprekingen,
twintig-minuten-gesprekken, huisbezoek en
bespreking van het IOP of OPP en het portfolio.
De scholen verlangen van ouders dat zij op de
hoogte zijn en blijven over de ontwikkeling van
hun kind. Op de Kolomscholen zijn gemiddeld
drie verplichte oudercontacten per leerling. Op
zeven van de dertien scholen is in het school-
jaar 2014-2015 de 100% score behaald. Gemiddeld
is het opkomstpercentage van ouders bij ver-
plichte oudercontacten 96%, we blijven streven
naar 100%.
• De samenwerking met Cordaan verloopt goed
en wordt bij VSO Alphons Laudy uitgebreid. Con-
tractuitbreiding met De Bascule is, vanwege vele
veranderingen binnen deze organisatie, voor-
lopig niet haalbaar. Er wordt naast deze twee
organisaties samengewerkt met andere partners
die van belang zijn voor de leerlingen.
• Veel activiteiten van externe onderwijs- en
jeugdzorgorganisaties vinden inmiddels plaats
op onze scholen zoals fysiotherapie, spelthe-
rapie, ondersteuning en begeleiding van de
OKA’s, trajectbegeleiding en gespecialiseerde
naschoolse opvang.
Vanaf het voorjaar 2015 is een ambitieplan ontwikkeld om
een nieuwe basisschool op humanistische grondslag te
stichten: het Alles-in-één-concept, naast de geplande Unilo-
catie SBO-Zuid (Paulus/Meander). Dit omdat de gemeente
Amsterdam voorziet dat er extra scholen moeten worden ge-
bouwd om de aanwas van kinderen in de basisschoolleeftijd
te kunnen plaatsen. De politiek, de directeuren van Kolom én
de medewerkers van de betrokken SBO-Zuid scholen (Pau-
lus en Meander) zijn positief over dit schoolconcept. Het
plan komt tegemoet aan diverse maatschappelijke wensen:
meerdere voorzieningen onder een dak; passend onderwijs
met passende ondersteuning en expertise. Deze uitgangs-
punten en het schoolconcept van een geïntegreerde ‘alles in
een school’ zelf bieden o.i. ook goede aanknopingspunten
Passend Onderwijs verder vorm te geven.
Onderwijs3
36
3.2 Scholen voor speciaal basisonderwijsHieronder staat een aantal ontwikkelingen beschreven die, naast de reguliere activiteiten, op de SBO-scholen plaatsvinden.
Onderwijs 3
Op SBO-Zuid Meander heeft de groep PAssend Zuid (PAZ)
goed vorm gekregen, een samenwerking tussen SO Alphons
Laudy en SBO-Zuid Meander. Deze groep is bedoeld voor
leerlingen met een indicatie die zeer moeilijk lerend zijn
en baat hebben bij het pedagogisch klimaat van een SBO-
school. Het gaat om een kleine groep binnen het SBO met
een gespecialiseerde leerkracht en onderwijsassistent uit het
ZML-onderwijs.
SBO-Zuid Paulus en Meander hebben afgelopen jaar de (vrij-
willige) deelname aan de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs
Amsterdam (KBA) succesvol afgerond. De scholen hebben
veel profijt gehad van dit KBA-traject. Meander heeft inge-
zet op algemene schoolontwikkeling en op bijna alle items
waar de KBA aandacht aan schenkt een grote vooruitgang
geboekt. Het traject op de SBO-Zuid St. Paulus is vooral ge-
richt geweest op het optimaliseren van de basiskwaliteit van
de school. Beide scholen hebben het traject met een zelfeva-
luatie afgesloten.
SBO De Hasselbraam heeft meegedaan met een landelijk
televisieprogramma LifeStyleXperience.. De school werd in
de gelegenheid gesteld om de expertise van het SBO en het
bijzondere van de school te laten zien. Het beeld van veel
ouders - een school met allemaal drukke kinderen met ge-
dragsproblemen - wordt weggenomen door te vertellen over
het pedagogisch klimaat, de routines en de positieve hou-
ding naar kinderen.
SBO De Zeppelin is gestart met leerKRACHT, waarbij
het motto is: Elke dag samen een beetje beter. In de leer-
KRACHT-aanpak gaat het team op school aan de slag met
drie instrumenten; Lesbezoek én Feedbackgesprek, Ge-
zamenlijk lesontwerp en gestructureerd kort overleg. Dit
overleg vindt plaats in het team bij een bord om doelen en
verbeteracties te bespreken. Leraren leren zo van elkaar en
innoveren samen het onderwijs.
Twee SBO scholen (SBO Professor Dumont en SBO De Zep-
pelin) zijn een uitwisselingsproject gestart met twee praktijk-
scholen (KPC De Dreef en KPCN). De leerlingen van de SBO
scholen volgen praktijklessen op de praktijkscholen.
Aan het rekenonderwijs is in 2015 veel aandacht besteed.
SBO De Driesprong en SBO De Hasselbraam zijn samen
bezig met het vernieuwen van de rekenmethode. SBO Pro-
fessor Dumont, SBO Zuid-Meander en SBO De Zeppelin zijn
eveneens bezig het rekenonderwijs te vernieuwen.
Bij vier SBO scholen is in 2015 het continue rooster (vijf ge-
lijke schooldagen) ingevoerd. De twee scholen waar het nog
niet gelukt is proberen dit in 2016 alsnog te realiseren.
37
3.3 Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
De (V)SO scholen werken samen met de Universiteit van Amsterdam en de Inspectie van Onderwijs in de Academische Werk-
plaats Sociale Opbrengsten. Het doel is om een zelfevaluatie instrument te ontwikkelen gericht op het zichtbaar maken van de
onderwijskwaliteit op de sociale opbrengsten.
Op SO De Heldring draait met subsidie van het SWV PO een trainingsgroep om leerlingen die dreigen uit te vallen op school
te handhaven en/of leerlingen die thuis zitten weer terug naar school te begeleiden.
Op SO Alphons Laudy en SO De Heldring zijn onderwijs/zorggroepen gestart in samenwerking met Cordaan. In deze groepen
zitten kinderen die het nog niet redden binnen het onderwijs, maar wel de potentie hebben hiervoor. Ook VSO Alphons Laudy
heeft subsidie gekregen om onderwijs- zorgarrangementen te realiseren. De verwachting is dat dit flexibele arrangement, dat
ook samen met Cordaan wordt vormgegeven, m.i.v. 1 augustus 2016 kan starten.
Bij alle vier de (V)SO scholen is het continue rooster (vijf gelijke schooldagen) ingevoerd.
Onderwijs3
38
3.4 Scholen voor praktijkonderwijs
Om het niveau van (begrijpend) lezen te verhogen, is op verschillende praktijkcolleges veel aandacht voor lezen. Zo wordt bij
KPCN in alle klassen twee keer per week 20 minuten gelezen. Er zijn veel mooie, nieuwe leesboeken aangeschaft.
Alle praktijkcolleges gebruiken het leerlingvolgsysteem van Magister. Daarnaast zijn er drie praktijkscholen in 2015 bezig ge-
weest met het ontwikkelen en implementeren van een ander leerlingvolgsysteem (Profijt, Presentis, E&A-match).
KPC De Dreef heeft afgelopen jaar de deelname aan de Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs Amsterdam (KVA) succesvol
afgerond. Op KPC De Dreef wordt met veel enthousiasme vorm gegeven aan het onderwijsconcept The Big Picture Learning
(BPL).
EindresultatenPraktijkonderwijs is in principe eindonderwijs. Dit onderwijs sluit niet af met een landelijk erkend diploma. De belangrijkste
doelstelling van het praktijkonderwijs is dat leerlingen via scholings- en stagetrajecten zich voor arbeid kwalificeren en daar-
mee een passende arbeidsplaats verwerven en behouden en op die manier zelfstandig participeren in de samenleving.
Belangrijkste uitstroomgegevens van schoolverlaters schooljaar 2014-2015
PrO Kolom PrO Landelijk
Werken (inclusief begeleid werken) 22% 32%
Werken en leren 7% 9%
Leren 50% 31%
Voortgezet onderwijs (naar andere vorm VO) 4%
VSO 3%
VMBO /andere PrOschool 1%
Anders 17%
Verhuizing naar het buitenland 1%
Dagbesteding 1%
Geen werk of school 12%
Onbekend 3%
Totaal 100%
Volgens de definitie van de landelijke uitstroommonitor praktijkonderwijs moet minimaal 90% van de leerlingen die het prak-
tijkonderwijs verlaten of een vervolgopleiding volgen of een werkplek hebben. Deze doelstelling voor de schoolverlaters van
2014-2015 op Kolom Praktijkcolleges samen niet gehaald. In totaal stroomden 83% van de leerlingen door naar een opleiding
en/of werk.
Wanneer we de uitstoomgegevens afzetten tegen de landelijke scores zien we dat leerlingen van praktijkcolleges van Kolom
minder doorstomen naar werk en de combinatie werk/leren dan het landelijk gemiddelde. We zien ook dat er veel meer leerlin-
gen van onze praktijkcolleges doorstomen naar een vervolgopleiding. De categorie ‘Voortgezet onderwijs’ en Anders’ konden
we niet vergelijken met het landelijk gemiddelde.
Onderwijs 3
39
Behaalde diploma’s en certificaten in het schooljaar 2014-2015
PrO Kolom PrO Landelijk
Percentage leerlingen dat een branche certificaat heeft
behaald.
45% 50%
Percentage leerlingen dat een diploma heeft behaald. 43% 25%
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat op de Kolomscholen minder leerlingen een branchecertificaat behalen dan het landelijk
gemiddelde. Het percentage leerlingen dat een diploma behaalt ligt aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde.
Op de praktijkcolleges haalden in het schooljaar 2014-2015 in totaal 74 leerlingen een AKA diploma, niveau 1 of het Entree.
Daarnaast behaalden 68 leerlingen (branche)certificaten.
BestendigheidOm te bezien of onze leerlingen één en twee jaar na schoolverlating nog een opleiding volgen of een werkplek hebben, wordt
de bestendigheid van onze leerlingen in beeld gebracht. Zitten leerlingen nog op de plek (school of werk), waar ze na het prak-
tijkcollege zijn ingestroomd of zijn ze doorgestroomd (en niet afgestroomd). Deze gegevens zijn van belang om de kwaliteit
en het duurzame effect van ons onderwijs aan te tonen.
Percentage leerlingen dat in 2012/2013 de school verliet en één jaar later aan het werken en leren is en het percentage leerlingen dat na twee jaar aan het werken en leren is
PrO Kolom PrO Landelijk
Werken
Situatie na 1 jaar 26% 29%
Situatie na 2 jaar 35% 35%
Werken en leren
Situatie na 1 jaar 11% 8%
Situatie na 2 jaar 9% 6%
Leren
Situatie na 1 jaar 37% 26%
Situatie na 2 jaar 27% 20%
Bij werken en leren is bij de situatie na twee jaar KPC De Schakel buiten beschouwing gelaten omdat we daar geen gegevens
van hebben. Het gaat daar dus om het percentage van vier praktijkcolleges.
Onderwijs3
40
3.5 Bevindingen Inspectie van het OnderwijsHet CvB heeft in november 2015 voor alle schoolsoorten samen een bestuursgesprek met twee inspecteurs (3e inspecteur was
verhinderd) voor het PO, VO en het (V)SO gevoerd. Er is, naast een terugblik op afgelopen jaar, gesproken over de ontwikkelin-
gen bij Kolom en de SWVen. De ontwikkelingen op onze scholen, het monitoren op de kwaliteit en ons streven naar excellentie
werden positief gewaardeerd. Bij onze scholen worden vanuit de inspectie geen risico’s gezien.
Onderwijs 3
Er is gesproken over de gevolgen van Passend Onderwijs,
de flexibele arrangementen op het SO en de start ervan op
het VSO, het opzetten van trainingsgroepen om voortijdig
schoolverlaten te voorkomen en terugkeer van thuiszitters
naar onderwijs mogelijk maken, de signalen op de scholen
n.a.v. de gebeurtenissen in Parijs. Ook is gesproken over het
aangekondigde inspectiebezoek op SBO Professor Dumont
n.a.v. het veronderstelde achterblijven van de leeropbreng-
sten. Aangegeven is dat de school de normering aan het
bijstellen is en de opbrengstgegevens daardoor een verte-
kend beeld geven. Vervolgens heeft begin 2016 een positief
gesprek plaatsgevonden i.p.v. een inspectiebezoek.
In 2015 heeft de onderwijsinspectie drie Kolomscholen be-
zocht, twee SBO-scholen en één Praktijkcollege. De twee
SBO-scholen kregen verschillende inspectiebezoeken. De in-
spectie kwam in februari bij SBO Zuid-Meander. De inspectie
sprak grote waardering uit over de inzet en betrokkenheid
van de medewerkers en directeur, maar vooral ook over de
bereikte resultaten.
SBO De Hasselbraam kreeg een verificatieonderzoek, de in-
specteur was positief over de afstemming van het onderwijs
op de behoeften van de leerlingen, goede kwaliteitszorg en
het planmatig werken aan verbeteringen. De school is am-
bitieus, stelt hoge doelen en haalt uit leerlingen wat erin zit.
In 2014 werd KPC Noord door de inspectie als zwak beoor-
deeld. Deze waardering van de inspectie over de kwaliteit
van het onderwijs bij KPC Noord werd niet gedeeld door de
school zelf en het bestuur. Het bestuur en de inspectie heb-
ben hierover tweemaal met elkaar gesproken. De uitkomst
van de gesprekken was dat de inspectie vervroegd een onder-
zoek zou doen. Begin maart vond een vervolggesprek plaats
met de inspectie en in juni het herhaalonderzoek. KPCN
kreeg, zoals verwacht was, het basisarrangement terug en
oogstte veel waardering voor de kwaliteitsslag die de school
in korte tijd had weten te maken.
Op 12 juni 2015 hadden alle scholen van Kolom weer mini-
maal een basisarrangement.
41
3.6 Collegiale visitaties
Onderwijs3
In aanvulling op lesbezoeken door directies, andere evaluaties en inspectiebezoeken vinden op aanvraag collegiale visitaties
plaats. Het doel van een collegiale visitatie is de kwaliteit van de school te verhogen én de samenwerking tussen scholen van
Kolom te vergroten. Leerkrachten en directeuren krijgen de gelegenheid om bij elkaar te kijken en van elkaar te leren. De visita-
ties leveren een rapport op met aanbevelingen en de bezochte school zorgt ervoor dat dit een vervolg krijgt. Ook de inspectie
maakt gebruik van de bevindingen uit de rapportages.
In 2015 is de werkgroep collegiale visitatie uitgebreid met vier mensen. De werkgroep bestaat nu uit tien (vaste) personen,
vanuit elke schoolsoort zijn er één of meerdere vertegenwoordigers. Bij een collegiale visitatie nemen naast een paar leden van
de werkgroep ook andere collega’s (meestal twee) eenmalig deel aan het bezoek van een school.
In 2015 is één school, KPC De Dreef collegiaal gevisiteerd. Aan de visitatiecommissie werd een oordeel gevraagd over in hoe-
verre de school in staat is om de leerling in het onderwijsleerproces centraal te laten staan volgens de uitgangspunten van Bic
Picture Learning (BPL). De visitatiecommissie heeft gekeken naar vijf kernpunten: Passie, Presentatie, Aandacht, Interactie
en Doorvragen. De school is op 27 maart 2015 bezocht en heeft daarna de bevindingen in een rapport met aanbevelingen
ontvangen.
Het afgelopen jaren zijn veel Kolomscholen bezocht door de onderwijsinspectie en de jury voor excellente scholen, daarom is
besloten om in 2015 geen externe audit te laten uitvoeren.
3.7 Veiligheid op school Een veilige en zorgzame schoolomgeving is basisvoor-
waarde om te kunnen leren. Vooral voor leerlingen met
extra onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Daarom
werken de Kolomscholen continu preventief aan een vei-
lige leeromgeving en meten we ook tweejaarlijks de vei-
ligheidsbeleving bij leerlingen en medewerkers om vast
te stellen of de uitkomsten daarvan overeenkomen met
de gestelde doelen. Op elke Kolomschool worden de uit-
komsten geanalyseerd, besproken en teruggekoppeld naar
betrokkenen. Op basis daarvan kan het veiligheidsbeleid
steeds worden geactualiseerd. De scholen die de Kolom-
norm niet halen, onderzoeken waar tekortkomingen op
het gebied van de veiligheid zijn en formuleren verbeter-
punten. Op basis van een plan van aanpak worden acties
ondernomen om de veiligheidsbeleving te verbeteren.
Wij hebben voor alle Kolomscholen twee doelstellingen
voor veiligheidsbeleving vastgesteld. Deze zijn opgeno-
men in het Bestuurlijk Toetsingskader onder het domein
‘onderwijs & identiteit’. Daarin staat: “Wij stellen veilig-
heid voorwaardelijk voor het bieden van ontwikkelingskan-
sen voor
leerlingen en personeelsleden.
• 95%-100% van het personeel voelt zich veilig
op school (met respons van minimaal 60%)
• 80%-100% van de leerlingen voelt zich veilig
op school. De ambitie is 100%.
42Onderwijs 3
Alle scholen van Kolom, behalve SBO Professor Dumont, hebben in 2015 de veiligheidsenquête afgenomen. SBO Professor
Dumont heeft in 2014 de WMK afgenomen en zal deze vragenlijst nogmaals in het schooljaar 2015-2016 afnemen. De vragen-
lijsten (met bijbehorende instructie) voor de leerlingen en personeel zijn exact hetzelfde als voorgaande jaren. Hierdoor is het
mogelijk om de enquêtes over meerdere jaren met elkaar te vergelijken.
In totaal hebben 906 leerlingen (van de 1956 leerlingen geteld op 1 oktober 2015) de vragenlijst ingevuld en 321 medewerkers
(van de 438 medewerkers).
De uitkomsten van de enquête van 2015 en de uitkomsten van de jaren ervoor staan in onderstaand overzicht.
Kolom (respons tussen haakjes)
Personeel Leerlingen
Doelstelling 95%-100% (60%) 80% - 100%
Resultaat 2015 92,2% (ruim 70% ) 76,2% in de klas
70,9% in de school
Resultaat 2013 91% (60%) 78% in de klas
75% in de school
Resultaat 2011 93% (54%) 81% in de klas
78% in de school
Resultaat 2009 93% (50%) 73%
Resultaat 2007 94% (55%) 75%
Voor Kolom als totaal hebben we onze doelstellingen niet
gehaald. In 2015 voelen medewerkers zich iets veiliger dan
in 2013 maar helaas halen we niet de zelf geformuleerde
norm van 95%. Een groter aantal leerlingen voelt zich iets
minder veilig in de klas en in school dan voorgaande jaren.
Dit is een belangrijk aandachtspunt!
Bij de bespreking van deze resultaten in het directieover-
leg hebben we onszelf de vraag gesteld of wij wel op een
juiste manier de veiligheid meten. De uitkomsten komen
al jarenlang niet overeen met bevindingen van directeuren
op het gebied van veiligheid. De meeste leerlingen en me-
dewerkers op onze scholen lijken zich namelijk wel veilig
te voelen. Stellen we in de enquête de juiste vragen (begrij-
pen de leerlingen de vragen) en gebruiken we een juiste
normering (de soms scores worden achterwege gelaten)?
Of ligt de oorzaak in het feit dat we binnen het speciaal
onderwijs toch meer te maken hebben met gevoelens van
onveiligheid. Om inzicht te krijgen in bovengenoemde vra-
gen is besloten om de werkgroep de opdracht te geven
om bovenstaande vragen te onderzoeken. De uitkomsten
van het onderzoek zullen in 2016 besproken worden in het
directeurenoverleg. Mogelijk zal dat leiden tot een aanpas-
sing van de veiligheidsenquête.
De uitkomsten van het
onderzoek zullen in 2016
besproken worden in het
directeurenoverleg. Mogelijk zal
dat leiden tot een aanpassing
van de veiligheidsenquête.
43 Onderwijs3
4
4.1 Samenstelling personeel
Op 31 december 2015 had Kolom 463 medewerkers in dienst, 427 medewerkers heb-
ben een vaste aanstelling, waaronder 129 mannen (30%) en 298 vrouwen (70%).
De verhouding man/vrouw is gelijk gebleven. Opvallend is dat er ten opzichte van
2014 er 23 medewerkers meer in vaste dienst zijn. De landelijke trend is dat er steeds
minder mannen kiezen voor een baan als leerkracht. Deze trend is ook bij Kolom
zichtbaar.
De gemiddelde werktijdfactor van een Kolommedewerker is 0,74 FTE.
Personele zaken
Personele zaken 4 44
De landelijke trend is dat er
steeds minder mannen kiezen
voor een baan als leerkracht.
Deze trend is ook bij Kolom
zichtbaar.
Op 31 december 2015 had Kolom
463 medewerkers in dienst, 427
medewerkers hebben een vaste
aanstelling, waaronder 129
mannen (30%) en 298 vrouwen
(70%).
45 Personele zaken4
Personeelsbestand op 31 december 2015 per schoolsoort (excl. tijdelijken)
V(SO) SBO PrO CB Totaal
Aantal 133 118 162 14 427
FTE 103 89 116 9 317
Personeelsbestand afgelopen 4 jaar (incl. tijdelijken)
2012 2013 2014 2015
Aantal 479 472 450 463
FTE 383 355 345 340,7
GGL 47,4 47,3 48,3 48,2
LeeftijdsopbouwDe gemiddelde leeftijd in 2015 is voor Kolom totaal 48,2 jaar (46,3 SBO, 44,8 SO, 49,7 VSO en 49,1 PrO). Dit is in het primair
onderwijs nagenoeg gelijk aan het Amsterdamse cijfer2 voor SO, namelijk 48,3 SBO en 47,1 (V)SO. Het Amsterdamse cijfer
in het voortgezet onderwijs is echter 49,2. De hoge leeftijd bij Kolom is voornamelijk in het VO een aandachtspunt. Het heeft
voor een groot deel te maken met het ophogen van de AOW leeftijd en het afschaffen van Flexibel Pensioen en Uittreden
(FPU). Medewerkers kunnen nu gebruik maken van ABP Keuzepensioen, waarbij ze vanaf hun zestigste met pensioen kunnen
gaan. Dit staat los van het individuele recht op AOW.
Ook al blijft het onzeker hoeveel personeelsleden gebruik gaan maken van het ABP
keuzepensioen, we verwachten een verdere stijging van de gemiddelde leeftijd tot
aan 2017. Daarna bereikt jaarlijks een grote groep medewerkers de leeftijd waarop
zij AOW zullen ontvangen. Hierdoor ontstaat vacatureruimte wat zal leiden tot een
verjonging van het personeelsbestand.
De gemiddelde
leeftijd in 2015 is
voor Kolom totaal
48,2 jaar
De grootste leeftijdsgroep binnen Kolom zit tussen de 45 en 54 jaar (zie bovenstaan-
de grafiek). De grafiek over de leeftijdsopbouw laat zien dat 33% van de medewerkers
zich bevindt in de leeftijdscategorie van 55 jaar en ouder. Hiervan is 17% ouder dan
60 jaar. Dit betekent dat binnen nu en 7 jaar zeker 20% van de medewerkers uit zal
stromen vanwege het bereiken van de pensioen (AOW) gerechtigde leeftijd.
3 Cijfers op www.stamos.nl.
46
PersoneelsverloopDe in- en uitstroom van medewerkers in 2015 is ongeveer gelijk met vorig jaar. In 2014
zijn 55 medewerkers ingestroomd en 49 medewerkers uitgestroomd. In 2015 is in- en
uitstroom met elkaar in evenwicht.
Vanuit de loopbaangesprekken en andere personeelsgesprekken concluderen we een toe-
nemende voorzichtigheid bij medewerkers, ze kiezen voor zekerheid en blijven bij de hui-
dige werkgever. Verder geldt net zoals (gemeld) bij de leeftijdsontwikkeling een effect van
de afschaffing van Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) en ophoging van AOW leeftijd.
Uitstroom 2015
Reden uit dienst Aantal VO Aantal PO
Blijvend arbeidsongeschikt 1 2
Einde vervanging 4 7
Einde inleenperiode - 4
Pensionering 2 6
Beëindigingsovereenkomst 2 4
Eigen verzoek 5 13
Niet geschikt voor functie - 2
Op staande voet - 1
LIO - 1
Totaal 14 40 54
Instroom 2015
Reden uit dienst Aantal VO Aantal PO
Regulier 6 19
Tijdelijke vacature 3 3
Project basis - 1
Vervanging 6 14
Interne mobiliteit 1 -
Totaal 16 37 53
De in- en uitstroom van medewerkers in 2015
is ongeveer gelijk met vorig jaar. In 2014 zijn 55
medewerkers ingestroomd en 49 medewerkers
uitgestroomd. In 2015 is in- en uitstroom met
elkaar in evenwicht.
Personele zaken 4
47
FunctiemixKolom benoemt excellente leraren in LC om meer loopbaanperspectief te kunnen bieden en tegelijkertijd de excellente leraar
te behouden voor de klas.
De verhouding van LB en LC3 binnen het onderwijzend personeel (OP) is in het kader van de functiemix vanaf 2009 gewijzigd.
Zowel voor SBO/(V)SO als voor PrO zijn met respectievelijk LC benoemingen van 15% en 46% de normen van 1 oktober 2014
behaald zoals onderstaand overzicht laat zien.
Overzicht leraren LB en LC benoemingen in % (in fte) op 31 december 2015.
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
School
soort
%LB %LC %LB %LC %LB %LC %LB %LC %LB %LC %LB %LC %LB %LC
SBO/
(V)SO
98,7 1,3 96,7 3,3 94,5 5,5 91,6 8,4 90,6 9,4 85 15 83 17
PrO 85,9 14,1 81,3 18,7 57,8 42,2 55,5 44,5 50,2 49,8 54 46 58 42
Bij het PrO is in 2015 een daling t.o.v. 2014 te zien in het aantal LC functies. Dit heeft te maken met de uitstroom van me-
dewerkers met een LC functie waar medewerkers met een LB functie voor in de plaats zijn gekomen. Het is namelijk steeds
moeilijker om kandidaten te vinden die aan de criteria LC voldoen.
Personele zaken4
3 LA, LB, LC en LD zijn salarisschalen voor leraren in het onderwijs
48
4.2 Beleid en resultaten 2015In 2015 heeft Kolom haar beleid voortgezet m.b.t. een personeelsbestand dat past binnen de structurele inkomsten. Vanwege
natuurlijk verloop (pensionering en ontslag op eigen verzoek) is er ook in 2015 geen sprake van boventalligheid. Eerder is er
sprake van vacatures die als gevolg van de arbeidsmarktontwikkeling soms lastig zijn in te vullen.
De markt voor onderwijspersoneel trekt aan en dit merkt Kolom. Het beleid richt daarom de komende jaren op toenemende,
permanente professionalisering en meer flexibiliteit en mobiliteit van de medewerkers. Doel hiervan is om medewerkers goed
inzetbaar te houden en te binden.
Mobiliteit en loopbaangesprekkenJaarlijks wordt vanaf februari geïnventariseerd welke mede-
werkers in aanmerking willen komen voor vrijwillige mobili-
teit. Vanwege de inzet van een vervangingspool m.i.v. 2016
en op een aantal scholen in het PO een toename van het
aantal leerlingen zijn er volop mogelijkheden voor vrijwillige
mobiliteit. Ook in 2015 was er voor medewerkers de moge-
lijkheid om zich aan te melden voor vrijwillige mobiliteit. Dit
heeft geresulteerd in de overstap van een medewerker van
het SBO naar het PrO.
In 2015 is er geen sprake geweest van situaties van onvrijwil-
lige mobiliteit.
Jaarlijks worden loopbaangesprekken gevoerd met medewer-
kers die aan bepaalde criteria voldoen of die aangeven dat ze
in aanmerking willen komen voor vrijwillige mobiliteit. In het
schooljaar 2014-2015 zijn loopbaangesprekken gevoerd met
alle onderwijsassistenten en lerarenondersteuners. Alle uitge-
nodigde werknemers hebben aan de uitnodiging gehoor ge-
geven en met hen is een loopbaangesprek gevoerd. In totaal
werken er bij Kolom 42 onderwijs-assistenten verdeeld over
SBO (6) (V)SO 30 en PrO 6. Ze zijn in dit loopbaangesprek ook
gewezen op de komende uitstroom van een grote groep leer-
krachten waardoor er een tekort aan leerkrachten ontstaat bij
Kolom (evenals op de arbeidsmarkt) in de komende 3 jaar. Met
deze medewerkers zijn de wensen en mogelijkheden van scho-
ling besproken. Dit heeft mede geleid tot het volgende resul-
taat op het gebied van scholing: 4x PABO, 1x Lerarenopleiding
consumptief, 1x pedagogiek, 1x creatief therapeut en 1x bevo.
Voor het schooljaar 2015-2016 is geen specifieke doelgroep
gedefinieerd voor het houden van loopbaangesprekken. Er
zijn wel aanvragen binnengekomen voor loopbaangesprek-
ken op eigen verzoek van de medewerker of op aanraden van
de directeur/leidinggevende. Al met al zit er een stijgende
lijn in de aantallen gevoerde gesprekken.
PensioengesprekkenKolom heeft ook in 2015 medewerkers de gelegenheid geboden
om een gesprek te voeren met een pensioenadviseur. Medewer-
kers weten niet goed wat de mogelijkheden zijn van keuze- en
deeltijdpensioen. Een ABP pensioenadviseur komt bij Kolom
en medewerkers kunnen zich voor het spreekuur inschrijven.
GesprekkencyclusIn 2015 zijn de formulieren voor de gesprekkencyclus na
evaluatie en in overleg met de directeuren van Kolom aan-
gepast. Belangrijke verandering is de onderverdeling en be-
schrijving van de benodigde competenties naar de niveaus
startbekwaam, basisbekwaam, vakbekwaam en vakbekwaam
LC. De beschreven niveaus sluiten hiermee aan op de cao.
Toekomstig beleidOm de scholen ook in de toekomst in staat te stellen hun ta-
ken kwalitatief goed te blijven verzorgen, moeten er voldoen-
de deskundige en gemotiveerde medewerkers op de scholen
aanwezig zijn.
De nadruk zal dan liggen op een gezonde verhouding tus-
sen startende leerkrachten afgezet tegen de uitstroom van
leerkrachten wegens natuurlijk verloop. Een evenwichtige
verhouding tussen startende en ervaren leerkrachten en tij-
delijke en vaste aanstellingen is essentieel.
De werkgelegenheid in het onderwijs komt de komende ja-
ren verder onder druk te staan door een oplopend tekort aan
ervaren leerkrachten op de arbeidsmarkt (vergrijzing versus
ontgroening) .
Het aantal studenten dat start met de pabo is in 2015-2016
met 33% gedaald ten opzichte van 2014-2015. Bij de werving
voor vacatures en de vervangingspool ondervindt Kolom nu
al dat er een tekort is op de arbeidsmarkt en dat er veel te
kiezen is voor leerkrachten.
Een grote meerderheid van de instroom aan de pabo, zo’n 76
procent, bestaat uit vrouwen. Naast het grote aandeel vrou-
wen, bestaat de instroom aan de lerarenopleidingen ook voor
een groot deel uit autochtonen. Bij de pabo is 5% van de in-
stromende studenten niet-westers allochtoon en nog eens 5%
is westers-allochtoon. Dit sluit niet aan bij de wens voor di-
versiteit als afspiegelingsbeginsel in ons personeelsbestand.
Kolom start in 2016 met een eigen vervangingspool om te
beschikken over kwalitatief goede vervangers. De vervan-
gingspool dient dan tevens als kweekvijver voor de toekomst.
Personele zaken 4
49
4.3 Arbeidsomstandigheden en verzuimIn 2015 zijn bij diverse scholen een nieuwe RI&E gemaakt. Dit betref SBO scholen, waarbij dit een cyclisch proces is. Daar-
naast zijn bij scholen waarbij ver- en nieuwbouw heeft plaatsgevonden een RI&E uitgevoerd. Alle RI&E’s zijn getoetst door
een externe partij waardoor deze geborgd is en betrouwbare informatie geeft bij een eventueel bezoek van de arbeidsinspectie.
Het schoolveiligheidsplan is op alle scholen geactualiseerd. Beide aspecten: de sociale veiligheid en de fysieke veiligheid zijn
opgenomen in dit plan. In elk plan staan Kolombrede uitgangspunten t.a.v. schoolveiligheid aangevuld met schoolspecifiek
beleid. Het plan zelf geeft een korte beschrijving van de diverse aspecten die verwijzen naar de bijbehorende bijlages.
De ontwikkeling van het totale verzuim over 2015Kolom heeft vooraf (landelijke) cijfers als maxima gesteld aan de verzuimpercentages van de medewerkers in 2015: voor SBO
en VSO/SO 7,1%, voor PrO 6,2%. Het totale verzuim schommelt tussen de 6 % en 9 % (Gemiddeld 7,1 %). Daarmee blijft het
verzuim nog steeds boven het vastgestelde maximum (7,0 % en 6,9 %).Het totale gewogen verzuim vertoont wel een daling
van 0,8% ten opzichte van dezelfde periode in 2014.
In onderstaand overzicht is aangegeven in welke categorieën het verzuim onderverdeeld is en geeft de resultaten weer over
deze periode.
Verzuimtype in de tijd 2015 2014
Kortverzuim [0-8] 0,7 %; 0,7%
Middelverzuim [8-43] 0,9 %; 0,9%
Langverzuim [43-366] 2,9 %; 4,3%
Lang > 366 2,1 %. 2,3%
Meldingsfrequentie 1,00 1,02
Verzuimduur 16,27 15,70
De algemene tendens is dalend: Het totale gewogen verzuim vertoont een daling van 0,8 % ten opzichte van dezelfde periode
in 2014.
De lichte stijging in het gemiddelde verzuim in 2014 heeft zich niet doorgezet, maar heeft plaats gemaakt voor een sterkere
daling in 2015. Het gemiddelde komt daarmee uit onder het niveau van 2013.
Bij alle schoolsoorten heeft een daling van het verzuim plaatsgevonden. De sterkste daling is in het Praktijkonderwijs geweest
met 3,7%.
In totaal heeft Kolom € 25.040 aan bedrijfshulpverlening en arbeidsomstandigheden besteed. Voor de bedrijfsgezondheids-
zorg en de bedrijfsarts lagen de kosten hoger, dit bedroeg € 95.256.
Personele zaken4
5
Het financiële resultaat over 2015 is €2,1 mln. positief; dat betekent een verdere toe-
name van het vermogen van Kolom. De financiële positie van Stichting Kolom is goed
te noemen. Een positief resultaat is echter geen doel op zich. Het bestuur streeft naar
een vermogen waarmee tegenslagen kunnen worden opgevangen.
Financiële zaken
Financiële zaken 5 50
De financiële positie van
Stichting Kolom is goed te
noemen. Een positief resultaat is
echter geen doel op zich.
51 Financiële zaken5
5.1 Staat / Raming van baten en lasten 2015
X 1.000 euro 2014 2015
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Baten
Rijksbijdragen 27.276 28.107 27.066 28.239 28.053 28.164 28.333
Overige overheidsbijdragen 1.412 1.061 475 816 506 506 506
en subsidies 0
Overige baten 1.036 1.034 272 131 88 88 88
Totaal baten 29.724 30.202 27.812 29.187 28.647 28.757 28.927
Lasten
Personeelslasten 22.690 23.264 23.195 23.588 23.850 23.907 24.002
Afschrijvingen 367 420 430 437 434 418 397
Huisvestingslasten 2.038 1.755 1.986 1.957 1.957 1.957 1.957
Overige lasten 2.656 2.731 2.174 2.517 2.532 2.551 2.581
Totaal lasten 27.751 28.170 27.785 28.500 28.773 28.833 28.937
Saldo baten en lasten 1.973 2.032 27 687 -126 -75 -10
Financiële baten en lasten 48 46 41 100 100 100 100
Resultaat (bestemming) 2.021 2.078 67 787 -26 25 90
Het resultaat over 2015 is positiever dan verwacht, namelijk €2,0 mln. positiever ten opzichte van de begroting. De baten vielen
€2,4 mln. hoger uit dan begroot en de lasten kwamen €0,4 mln. hoger uit dan begroot.
Alle schoolsoorten (SBO’s, Praktijkscholen en VSO-scholen) hebben positieve resultaten gerealiseerd. Voor alle schoolsoorten
geldt dat met name de incidentele inkomsten hoger waren dan verwacht.
52
De toename in baten is vooral te verklaren door hogere
baten van het Rijk in verband met de groei van het aan-
tal leerlingen, doordecentralisatie van de vergoeding voor
huisvesting; additionele bekostiging voor het SBO vanuit
het samenwerkingsverband. Een deel was niet bekend ten
tijde van het opstellen van de begroting 2015 en was der-
halve niet meegenomen.
De daling van de baten overige overheidsbijdragen en
subsidies ten opzichte van 2014 wordt met name veroor-
zaakt door een daling van de bekostiging vanuit het sa-
menwerkingsverband PO. Daarnaast werden er in 2014
meer baten van de gemeente Amsterdam voor de zoge-
naamde KBA (kwaliteits) trajecten. Dat deze baten toch
hoger zijn dan de begroting komt met name door de be-
wust niet begrote ESF-subsidies van het agentschap SZW
voor de VO-scholen. Zodra de definitieve beschikkingen
van het agentschap zijn ontvangen kunnen scholen een
beroep doen op deze middelen.
De totale lasten zijn €0,4K hoger dan begroot. In 2015
hebben zich geen materiele negatieve verrassingen voor-
gedaan aan de lastenkant. De personeelskosten zijn iets
hoger uitgevallen dan begroot. Met name kosten voor na-
scholing (+€218.000) en externen (+ €61.000) zijn in 2015
ten opzichte van 2014 fors toegenomen.
De huisvestingslasten vallen lager uit dan begroot en lager
dan 2014. Dit wordt met name veroorzaakt door de hoge
energiekosten in 2014. In 2015 zijn de contracten voor de
leveranties van gas en elektriciteit opnieuw aanbesteed en
zorgen daarmee voor lagere energiekosten in 2015 en de
jaren daarna.
De overige lasten zijn ten opzichte van vorig jaar heel
licht gestegen. Echter ten opzichte van het budget zijn de
kosten fors hoger (€0,6 mln.). Met name de kosten voor
lesmateriaal zijn hoger dan begroot. De scholen hebben
moeite hebben om hun eigen verbruik van lesmateriaal
goed in te schatten.
In 2015 heeft Kolom in totaal €273.362 ontvangen van OCW
inzake de Prestatiebox. De scholen van Kolom hebben
elk een eigen invulling gegeven aan de besteding van deze
middelen. Belangrijke thema’s waarvoor de middelen zijn
ingezet, zijn: handelingsgericht werken, opbrengstgericht
begeleiden, werken met ICT, invoeren cito toetsen, cul-
tuureducatie, muziekeducatie en duurzaam leiderschap.
De scholen hebben geïnvesteerd in teamscholingen, indi-
viduele opleidingen en studiedagen om de competenties
van de leerkrachten te vergroten om met deze thema’s om
te gaan.
Financiële zaken 5
53
5.2 Balans
X 1000 euro 31-12-14 31-12-15
Prognose
31-12-16
Prognose
31-12-17
Prognose
31-12-18
Prognose
31-12-19
Materiële vaste activa 2.344 2.390 2.146 2.250 2.400 2.400
Financiële vaste activa 0 0 0 0 0 0
Vorderingen OCW 974 907 900 900 900 900
Overige vorderingen 2.469 1.862 1.821 1.321 1.321 1.321
Liquide middelen 8.469 11.958 12.908 12.179 11.953 11.943
Totaal activa 14.256 17.117 17.775 16.650 16.574 16.564
Eigen vermogen 9.910 11.988 12.775 12.750 12.774 12.864
Voorzieningen 1.063 1.077 1.000 900 800 700
Kortlopende schulden 3.283 4.052 4.000 3.000 3.000 3.000
Totaal passiva 14.256 17.117 17.775 16.650 16.574 16.564
Ten opzichte van vorig jaar is het balanstotaal toegenomen
met €2,5 mln.
In 2015 is de materiele vaste activa iets toegenomen ten
opzichte van 2014. In 2015 was het totaal van de investe-
ringen hoger dan de afschrijvingen. In 2015 is extra geïnves-
teerd in ICT gerelateerde zaken zoals aanleg van draadloze
netwerken en investeringen in digiborden. Daarnaast is be-
sloten om met ingang van 1 januari 2015 de afschrijvingster-
mijn van de “ouderwetse” smartboards met 2 jaar (van 10
jaar naar 8 jaar) in te korten. Het effect op de afschrijvings-
kosten is ongeveer €38.000.
De post vorderingen OCW betreft het bedrag dat minder is
ontvangen van de personele bekostiging voor de scholen in
het PO voor schooljaar 2015/2016 dan dat er van de beschik-
kingen toegerekend kan worden aan het financiële jaar 2015.
Door een fout in het betaalritme van het ministerie OCW is
ook voor een deel van de bekostiging PAB (Personeel Arbeid
en Beleid) voor de VSO-scholen een vordering opgenomen.
De overige vorderingen zijn afgenomen met €1,0 mln.
doordat met de gemeente de nieuwbouwprojecten van KPC
Het Plein en SO De Heldring financieel zijn afgewikkeld. De
overige vorderingen bestaan voornamelijk uit vorderingen
inzake huisvesting (nieuwbouw en verbouwingsprojecten)
€0,5 mln., debiteuren €0,3 mln. en een vordering het agent-
schap SZW inzake ESF-subsidie 2014/2015 en 2015/2016.
Het saldo liquide middelen is in 2015 met €3,5 mln. ge-
stegen. Dit wordt met name veroorzaakt door het positieve
resultaat van 2015, daling van de overige vorderingen en een
stijging van de kortlopende schulden. Stichting Kolom heeft
geen beleggingen en een belangrijk deel van het saldo liqui-
de middelen staat op twee spaarrekeningen bij respectieve-
lijk de ING Bank en de ABN Amro bank.
Het eigen vermogen ultimo 2015 bedraagt €11,5 mln. In het
eigen vermogen wordt geen onderscheid gemaakt tussen
schoolreserves en algemene reserve. Met een deel van het
resultaat van 2015 is een bestemmingsreserve van €1,2 mln.
gevormd ten behoeve van kwaliteitsimpuls. Scholen kunnen
met een onderbouwd plan een beroep doen op deze reserve
bovenop hun eigen begroting. Ultimo 2015 bestaat het eigen
vermogen uit de eerdergenoemde bestemmingsreserve kwa-
liteitsimpuls, een bestemmingsreserve jonge leerkrachten
ad. €109.729 en een algemene reserve van €10,2 mln.
Het totale bedrag aan voorzieningen is ongeveer gelijk geble-
ven (toename van €14K) en bedraagt ultimo 2015 €1,1 mln.
De post voorzieningen bestaat uit een voorziening voor jubi-
lea uitkeringen personeel van €0,2 mln. en een voorziening
voor groot onderhoud aan de schoolgebouwen van €0,9 mln.
Onder de kortlopende schulden zijn posten opgenomen als
crediteuren, te betalen vakantiegeld, te betalen loonheffing
en vooruit ontvangen subsidies van diverse partijen. De
toename van €0,4 mln. wordt met name veroorzaakt door
een stijging van de post crediteuren met €0,1 mln. en een
stijging van de post te besteden huisvestingsprojecten ge-
meente (per saldo door de gemeente(n) vooruit gefinancier-
de nieuwbouwprojecten) met €0,5 mln.
Financiële zaken5
54
De financiële kengetallen hebben zich in de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Norm inspectieSBO
gem.
2014 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Onder
grens
Boven
grens
Solvabiliteit 1 0,7 0,7 0,7 0,7 0,8 0,8 0,8
Solvabiliteit 2 0,3 geen 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8
Liquiditeit 0,5 1,5 3,9 3,6 3,6 3,9 4,8 4,7 4,7
Rentabiliteit 0% 5% 0,0% 6,8% 6,9% 2,7% -0,1% 0,1% 0,3%
Weerstandsvermogen 33,6% 27,7% 34,1% 37,6% 37,4% 36,8% 36,9%
Kapitalisatiefactor geen 35,0 56,6 47,9 56,6 60,7 57,9 57,4 57,1
Geen van de kengetallen per ultimo 2015 komen onder de normen van de inspectie. De kengetallen solvabiliteit en weer-
standsvermogen zijn lager of gelijk aan het landelijk gemiddelde van SBO-schoolbesturen. Voor zowel de kapitalisatiefactor,
liquiditeit en rentabiliteit geldt een signaleringsgrens (bovengrens) die is geadviseerd door de commissie DON. Per eind 2015
komen de kengetallen van Kolom boven deze maximumwaarden.
Financiële zaken 5
Geen van de kengetallen per ultimo 2015 komen
onder de normen van de inspectie.
55
5.3 VooruitblikIn deze paragraaf worden de belangrijkste ontwikkelingen en risico’s beschreven die een financieel effect kunnen hebben.
Passend onderwijs gaat gepaard met een stelselwijziging
waarin geldstromen anders gaan lopen en het speciaal on-
derwijs deel uit gaat maken van de samenwerkingsverban-
den die een belangrijke rol gaan spelen bij de verwijzingen
naar het speciaal onderwijs. Dit leidt waarschijnlijk tot grote
personele verschuivingen.
Geldstromen die langzamerhand als structureel werden ge-
zien, zijn onzeker geworden en dwingen Kolom tot een her-
bezinning op de gewenste personele bezetting. Flexibiliteit
in personele inzet is noodzakelijk om adequaat in te spelen
op de veranderende positie van de scholen van Kolom. Dat
geldt niet alleen voor het speciaal onderwijs, maar ook voor
het speciaal basisonderwijs en het praktijkonderwijs.
Gezien de demografische ontwikkelingen in Amsterdam en
Haarlem (verwachte toename van de leerlingenaantallen) en
de ontwikkelingen t.g.v. passend onderwijs is het lastig in te
schatten hoe de ontwikkeling van de leerlingaantallen er uit
gaat zien de komende jaren. In het SBO wordt verwacht dat
de dalende trend van leerlingaantal stopt. Ook zijn er eerste
signalen van groeiverwachtingen van leerlingen op de SBO’s
van Kolom. Voor het praktijkonderwijs is de verwachting dat
het aantal leerlingen stabiel zal blijven de komende jaren.
Het aantal leerlingen op de (V)SO scholen van Kolom laat
de laatste jaren een dalende trend zien. Ook voor het (V)SO
wordt verwacht dat de daling tot staan is gebracht.
Ontwikkeling baten en lastenVoor 2016 heeft Kolom een begroting kunnen opstellen met
een positief exploitatieresultaat van €0,8 mln. Door mobili-
teit van personeel tussen de schoolsoorten is het waarschijn-
lijk dat Kolom ook voor de daaropvolgende jaren een sluiten-
de exploitatie kan realiseren.
Wel blijft er onzekerheid over geldstromen. Indien er geen
extra middelen worden ontvangen of wordt ingegrepen op
de formatie zullen de komende jaren negatieve exploitatiere-
sultaten kunnen ontstaan.
Financiële zaken5
X 1.000 euro 2014 2015
Begroting
2015
Begroting
2016
Prognose
2017
Prognose
2018
Prognose
2019
Baten
SBO 7.308 7.661 6.831 7.027 6.725 6.731 6.803
(V)SO 8.841 8.711 8.307 8.455 8.418 8.522 8.620
PRO 12.973 13.323 12.519 13.649 13.448 13.448 13.448
Overig 602 508 155 56 56 56 56
Totaal baten 29.724 30.202 27.812 29.187 28.647 28.757 28.926
56
In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen die is gebruikt bij het opstellen van de begroting
voor de komende jaren. De aantallen zijn gebaseerd op schattingen van de schoolleiders.
Leerlingaantallen
per 1 oktober
2014 2015 2016 2017 2018 2019
SBO scholen 536 530 530 523 532 537
(V)SO scholen 444 446 441 448 456 460
PRO scholen 945 980 975 967 967 967
Totaal 1.925 1.956 1.946 1.938 1.955 1.964
In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van het aantal medewerkers uitgedrukt in fte’s die is gebruikt bij het opstel-
len van de begroting voor de komende jaren. Dit aantal geldt zonder dat er actief op afbouw van de bezetting wordt gestuurd.
fte's 2014 2015 2016 2017 2018 2019
SBO scholen 79,1 89 85,6 84,9 84,9 84,9
(V)SO scholen 102,2 103 106,6 108,3 108,3 108,3
PRO scholen 125,9 116 137,7 137,1 135,2 134,3
Bovenschools 9,4 9 12,3 12,3 12,3 12,3
Totaal 316,6 317 342,2 342,6 340,7 339,8
Financiële zaken 5
Ontwikkeling balanspositieDe verwachting is dat Kolom de komende jaren mogelijk
niet zal interen op het vermogen. Scholen kunnen vanaf
2016 wel een beroep doen op de gevormde reserve kwali-
teitsimpuls van €1,2 mln. Het besteden van de reserve is in
de meerjarenopstelling niet meegenomen.
Van de materiele vaste activa is de verwachting dat deze
komende jaren niet zal stijgen. Bij bijna alle scholen is de
ICT en huisvesting op orde. Door het uitblijven van leer-
ling groei zullen grote uitbreidingsinvesteringen niet aan
de orde zijn maar zal de waarde van de jaarlijkse afschrij-
vingen geherinvesteerd worden.
De hoogte van de vorderingen wordt met name veroor-
zaakt door de nieuwbouwprojecten. Na 2017 worden op dit
moment geen nieuwbouwprojecten verwacht vandaar dat
de verwachting is dat het saldo van deze post zal afnemen.
Dit geldt eveneens ook voor de post overige schulden aan-
gezien hier de nieuwprojecten zijn opgenomen waarbij de
gemeente huisvestingsprojecten heeft voorgefinancierd.
57
Risicomanagement en administratieve organisatieVoor het speciaal onderwijs geldt dat fluctuaties in leerlin-
gaantallen veel grotere consequenties hebben dan in het
regulier onderwijs en dat door de invoering van passend on-
derwijs het speciaal onderwijs afhankelijk wordt van het be-
leid van het samenwerkingsverband. Kolom is dan ook nauw
betrokken bij de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs.
Dit betekent dat het eerder geschetste financiële plaatje bij
toename van het leerlingenaantal er volledig anders uit kan
zien. Kolom heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de
interne planning & control cyclus. Jaarlijks wordt de begro-
ting bottom-up opgesteld. Elke schooldirecteur maakt voor
zijn school een begroting. Alle schoolbegrotingen en de bo-
venschoolse begroting tezamen vormen de algehele Kolom-
begroting. Vier keer per jaar wordt aan het CvB en de Raad
van Toezicht over de voortgang ten opzichte van begroting
gerapporteerd. Daarnaast ontvangen de budgethouders
maandelijks overzichten over hun personele en materiele
uitgaven. Een dergelijk adequaat planning & control cyclus is
bij onzekerheden zeer belangrijk. Bovenstaande cijfers laten
zien dat een goede monitoring van de te verwachten baten
noodzakelijk is om de bijbehorende lasten tijdig te kunnen
bijsturen. Vanaf medio 2016 zijn de financiële resultaten van
de scholen op elk moment digitaal te raadplegen. Dit verbe-
tert de tijdigheid van de informatieverstrekking en helpt de
organisatie bij het tijdig bijsturen.
Voor de salarisadministratie maakt Stichting Kolom gebruik
van de diensten van Groenendijk B.V. in Sliedrecht. Zij be-
schikken ook over 2015 over een zogenaamde ISA3402 ver-
klaring waarin de administratieve processen zijn beoordeeld
door een externe accountant. Alhoewel Stichting Kolom
verantwoordelijk is voor de juiste verwerking geeft deze ver-
klaring extra vertrouwen in de administratieve processen die
extern zijn belegd.
In 2014 is de geplande risico-inventarisatie afgerond. De uit-
komst van de risico-inventarisatie is dat Kolom totaal gezien
geen verhoogd risicoprofiel heeft. Aandachtpunten in de ri-
sicobeheersing van Kolom die naar voren kwamen uit deze
inventarisatie zijn:
• ICT
• Leerlingadministratie
• Omgaan met personeelsgegevens
• Geformaliseerd beleid voor leerlingenzorg
• Personeelsbeleid
• Ziekteverzuim
• Toezicht gebruiksgoederen
Voor een aantal van deze aandachtspunten zijn er acties
uitgezet om te komen tot een verkleining van de risico’s op
deze aandachtsgebieden. In 2015 is niet gekeken of de acties
het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Dit zal in 2016
tegelijkertijd met de bijstelling van de risico-inventarisatie
plaatsvinden. Kolom is in 2014 een convenant horizontaal
toezicht met de belastingdienst aangaan.
Financiële zaken5
De gemiddelde scholingskosten per
medewerker zijn fors toegenomen. De focus op
deskundigheidsbevordering en scholing is terug te
zien in deze cijfers.
58
6
6.1 Bouwprojecten en onderhoud
BouwprojectenDit jaar zijn twee nieuwbouwprojecten gestart, die volgens de planning in oktober
2016 worden opgeleverd. Het betreft vervangende nieuwbouw van VSO De Heldring
aan de Burgemeester Eliasstraat, op de plaats waar de oude school stond. De om-
geving van de nieuwe school zal een parkachtig karakter krijgen. Daarnaast komt er
vervangende nieuwbouw voor KPC De Schakel in Haarlem, op een nieuw bouwkavel.
Nadat de uitvoerende hoofdaannemer in december 2015 failliet is gegaan, hebben
wij zonder financiële gevolgen een aangepast aannemingscontract ondertekend. Dit
komt omdat het eerste contract niet met de uitvoerende aannemer is aangegaan,
maar met het moederbedrijf, dat niet failliet is. Deze heeft nu een andere dochteron-
derneming ingeschakeld om het bouwwerk af te maken. Het tijdverlies beperkt zich
tot ongeveer twee maanden.
Huisvesting en materiële zaken
Huisvesting en materiële zaken 6 58
Dit jaar zijn twee
nieuwbouwprojecten gestart, die
volgens de planning in oktober
2016 worden opgeleverd.
De plannen voor de vervangende
nieuwbouw voor SBO-Zuid St.
Paulus en Meander (unilocatie)
wordt geïntegreerd in de
plannen voor de nieuwbouw van
een humanistische basisschool
(Alles-in-één-concept) met voor
en naschoolse opvang.
59 Huisvesting en materiële zaken6
PlannenDe plannen voor de vervangende nieuwbouw voor SBO-
Zuid St. Paulus en Meander (unilocatie) wordt geïntegreerd
in de plannen voor de nieuwbouw van een humanistische
basisschool (Alles-in-één-concept) met voor en naschoolse
opvang. Beide scholen zullen op de Zuidelijke Wandelweg 30
(thans tijdelijke huisvesting VSO De Heldring) op een logi-
sche wijze verbonden moeten worden. Voorafgaand aan de
realisatie van de nieuwbouw zal het bestaande gebouw op
het kavel worden gesloopt.
In 2016 zal ook de uitbreidingsbouw met twee lokalen bij
VSO Alphons Laudy aan de Van Nijenrodeweg worden gere-
aliseerd ten behoeve voor Stichting Cordaan. De investering
van de bouw van de lokalen wordt met een langlopend huur-
contract terugverdiend.
O mogelijke uitvoer
O planfase
O uitvoerfase
O ingebruikname
School Bouwproject Besluitvorming 2015 2016 2017
VSO De Heldring Vervangende nieuwbouw HVO 2013 Krediet
Energieneutraal 2016
Praktijkcollege De
Schakel
Vervangende nieuwbouw HVO 2014 – Krediet Realisatie-over-
leg
SBO-Zuid St. Paulus
SBO-Zuid Meander
Vervangende nieuwbouw
Unilocatie SBO-Zuid
HVO 2015 – Krediet
Energieneutraal 2017
VSO Alphons Laudy Uitbreidingsbouw T.b.v. Cordaan
60
OnderhoudHet Groot Onderhoud is na de verminderde productie van vorig jaar, weer volledig opgepakt. In het kalenderjaar is een bedrag
van afgerond € 320.000 uitgegeven aan groot onderhoud. Inhoudelijk is hiermee de achterstand van vorig jaar ingelopen.
Hieronder staat een selectie van belangrijke werkzaamheden die in 2015 plaatsvonden :
Bij SO Alphons Laudy is grootschalig binnenschilderwerk
verricht (€ 65.000), waarmee school weer geheel is opgefrist.
Bij SBO Professor Dumont is beklede lambrisering langs
de wanden van de gymnastiekzaal aangebracht, in het kader
van een nieuwe ARBO wettelijke eis voor gymzalen met bak-
stenen muren. De bedoeling is dat leerlingen zich niet beze-
ren bij het vallen en schuren tegen de ruwe muren.
Bij SBO De Driesprong is een deel van een verzakte vloer
in een leslokaal op de begane grond vervangen, omdat de
onderliggende balkenlaag deels door houtrot was aangetast.
Na de vervanging is de vloerafwerking in het gehele lokaal
vervangen. Ook zijn de muren van drie lokalen op de eerste
etage, een kantoorruimte op de tussenverdieping en langs
de trappengang geschilderd.
Bij SBO De Zeppelin is het gebouw geheel voorzien van
nieuw buitenschilderwerk en zijn rotte kozijndelen vervan-
gen. Voorts is een begin gemaakt aan het binnenschilder-
werk, dat vrijwel het gebouw betreft. Het zal zijn verdere be-
slag krijgen in 2016. Ook is de verwarming verbeterd.
Bij KPC Noord zijn de klimaatproblemen, veroorzaakt door
een niet goed functionerende verwarmingsinstallatie ener-
zijds en onvoldoende zonwering anderzijds grotendeels ver-
holpen. Het restprobleem aan zonwering zal in 2016 worden
opgelost.
Bij KPC De Atlant is door een interne verbouwing een nieu-
we haarverzorgingslokaal geformeerd. Daarnaast is een deel
van de keukenapparatuur van het leslokaal consumptief ver-
vangen en tevens de vloerafwerking van een gietvloer voor-
zien.
Bij SO De Heldring is al lange tijd een vochtprobleem in
de gang en ruimten naast het badgebouw. Doordat de aan-
nemer, die in 2013 de nieuwbouw heeft gerealiseerd, niet
met een adequate oplossing is gekomen, in een juridische
procedure gestart. Verwacht wordt dat deze actie in de loop
van 2016 tot een oplossing zal komen. Verder zijn de warm-
teklachten door verscheidene acties van het installatiebedrijf
die de verwarming en luchtbehandeling van de school in be-
heer heeft goeddeels weggenomen. In 2016 zullen verdere
afstelverbeteringen worden doorgevoerd.
Huisvesting en materiële zaken 6 60
61
6.2 ICT-beleidVanuit natuurlijke nieuwsgierigheid leren kinderen omgaan met de mogelijkheden
van ICT. ICT biedt in al zijn vormen veel mogelijkheden voor het verbreden en verdie-
pen van het leren door kinderen. ICT is een onmisbaar en essentieel onderdeel van
het leven en leren van kinderen en jongeren. Bij het gebruik van ICT gaat Kolom uit
van mediawijsheid en een ethisch verantwoord gebruik van sociale media door zijn
medewerkers, leerlingen, ouders en andere betrokkenen, zoals vastgelegd in de Kol-
omrichtlijnen nieuwe media en ICT.
Kolom heeft ervoor gekozen de techniek uit te besteden aan een professionele or-
ganisatie. Dit betekent dat de infrastructurele voorwaarden vervuld zijn en dat de
coördinatoren op onze scholen zich, in de tijd die daarvoor beschikbaar is, kun-
nen concentreren op de onderwijskundige implementatie van ICT. Kolom regelt de
basisvoorziening op het gebied van ICT bovenschools. De digitale infrastructuur is
in samenspraak met de scholen ingericht. In alle groepen staan computers en/of
laptops en elke stam groep/klas is voorzien van een digibord of Touch screen . Het
beheer van de infrastructuur en de data is in handen van Heutink ICT en QLICT. Alle
scholen beschikken over goede internetverbindingen. De overgang naar draadloze -,
naast vaste netwerken, is bijna afgerond. In 2015 is op 8 locaties de WIFI installatie
en de bekabeling vernieuwd. Ook voor de drie locaties die in de nabije toekomst een
nieuw gebouw krijgen, wordt de WIFI vernieuwd. Er is op verschillende scholen een
start gemaakt met het werken met tablets, kleine laptops en het gebruik van mobiele
telefoon in de lessen.
De implementatie van Office365 is op een school na (mei 2016 volgt KPC Het Plein)
vrijwel helemaal afgerond. Binnen dit systeem is het mailverkeer en intranet voor de
hele organisatie geregeld. Het nieuwe intranet biedt aanzienlijk meer mogelijkheden
voor onderlinge communicatie, het delen van documenten en informatie tussen di-
verse groepen en kenniskringen binnen Kolom.
Dit kalenderjaar is € 67.000,- geïnvesteerd in digitale schoolborden. De scholen kie-
zen steeds meer voor touch screens in plaats van digiborden. Alle Kolomscholen zijn
voorzien van digitale schoolborden of touch screens, conform de norm.
In het verslagjaar is tevens verder geïnvesteerd in de computers. Alle computers die
op scholen aanwezig waren en die binnen de Kolomnorm (één computer per vijf leer-
lingen plus één computer per groep) vallen en afgeschreven zijn, werden vervangen.
In het verslagjaar ging het in totaal om een investering van ruim € 220.000,- (com-
puters, tablets en servers).
Huisvesting en materiële zaken6
Vanuit natuurlijke nieuwsgierigheid
leren kinderen omgaan met de
mogelijkheden van ICT.
62
Verslag Raad van Toezicht2015 was naar het oordeel van de Raad van Toezicht (RvT) een goed jaar
voor Stichting Kolom. De financiële positie is goed, het personeelsbeleid
wordt met zorg uitgevoerd. Met behulp van de Kolom Academie wordt
gericht geïnvesteerd in het personeel. Er zijn moderne en aantrekkelijke
schoolgebouwen in gebruik genomen en de bouw van twee nieuwe scholen
is gestart. Een zeer eervolle en stimulerende ontwikkeling op het terrein
van onderwijskwaliteit, de Excellente scholen, is binnen Kolom verder uit-
gebreid. Weer meer Kolomscholen hebben in 2015 het predicaat Excellente
scholen aangevraagd met als resultaat dat begin 2016 vijf Kolomscholen
de toekenning hebben gekregen. Een goed bewijs dat binnen de stichting
veel aandacht is voor de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs.
In het jaar na de invoering van de wet Passend Onderwijs is gebleken dat deze invoe-
ring veel invloed heeft en gaat krijgen op het werk van de scholen van Kolom. Veel
inspanningen en uitwerking van nieuwe ontwikkelingen blijven nodig om samenwer-
king, onderwijskwaliteit en financiële bedrijfsvoering te blijven borgen. Kolom heeft
een duidelijke visie op het passend onderwijs. De ontwikkelingen op dit terrein zijn
echter nog volop gaande. Dat betekent dat met de positieve opstelling van Kolom
zorgvuldig gemanoeuvreerd moet worden in deze - voor het speciaal onderwijs - uit-
dagende tijd. Daarom is dit jaar besloten om de denominaties van de stichting te ver-
breden met het humanisme. Met het humanisme als uitgangspunt wil Kolom in de
grootstedelijke samenleving van Amsterdam en Haarlem diverse groepen ouders en
kinderen nieuwe kansen geven op kwalitatief goed onderwijs in een hechte gemeen-
schap. Om binnen de ontwikkelingen van het passend onderwijs een goede brug
te slaan tussen speciaal en regulier onderwijs heeft de stichting tevens een nieuw
schoolconcept “het alles in één concept” ontwikkeld. Hiermee verwacht de RvT dat
Kolom haar specifieke bijdrage aan het onderwijs in Amsterdam en Haarlem kan
blijven leveren.
2015 was naar het oordeel van de Raad van
Toezicht (RvT) een goed jaar voor Stichting
Kolom. De financiële positie is goed, het per-
soneelsbeleid wordt met zorg uitgevoerd.
7
Verslag Raad van Toezicht 7
63
Activiteiten RvTDe RvT heeft in 2015 zeven keer vergaderd, dit waren de reguliere vergaderingen. Daarnaast is er een evaluatievergadering voor
het eigen functioneren en de relatie tot het CvB zonder het CvB.
Op 16 juni (1e deel) en 6 juli 2015 (2e deel) heeft de RvT net als voorgaande jaren een evaluatievergadering gehouden.
Daarnaast hebben de voorzitters van de RvT en het CvB maandelijks een bilateraal overleg.
De RvT werkt aan de eigen deskundigheid door het organiseren van themabijeenkomsten (zoals hiervoor genoemd), deelna-
me aan congressen en scholing, het bijhouden van literatuur en het volgen van de media.
Belangrijkste uitkomsten waren:
• Meer aandacht voor de lange termijnvisie bin-
nen Kolom.
• Meer aandacht voor de eigen informatieverga-
ring van de RvT
• Het bespreken van de samenwerking tussen de
RvT en CvB met speciale aandacht voor de cul-
tuur van kritische vragen stellen en informatie
op vragen.
• Actualisering van het toezichtkader en de be-
hoefte aan ondersteuning.
• De behoefte aan structurele informatie uit de
Samenwerkingsverbanden.
De RvT heeft als jaarlijkse extra activiteiten gehad:
• Een ontmoeting met de Gemeenschappelijke Me-
dezeggenschapsraad (GMR) over Passend Onder-
wijs: de invloed van het beleid van de Samenwer-
kingsverbanden op de scholen van Kolom.
• Een ontmoeting met de schooldirecteuren over
Passend Onderwijs en de verwachte ontwikke-
lingen.
• Schoolbezoeken.
• Een eigen themabijeenkomst over Toezicht /
Governance RvT/CvB
Verslag Raad van Toezicht7
64
Het ToezichtIn 2015 heeft de RvT zich naast de financiële bedrijfsvoering sterker kunnen richten op het onderwijs, de strategie voor de
lange termijn en continuïteit van de stichting. De RvT ontvangt meerdere verantwoordingsrapportages van het CvB over de
P&C-cyclus en items uit het jaarplan van Kolom. De RvT heeft in 2015 een commissie kwaliteit ingesteld naast de remune-
ratiecommissie en de auditcommissie. Zo houdt de RvT niet alleen toezicht op de bedrijfsvoering maar ook op de volledige
doelstelling van de stichting en de realisatie van het strategisch beleid.
Documenten die in 2015 zijn goedgekeurd:
• Jaarverslag en Jaarrekening 2014
• Het treasurystatuut
• Begroting 2016
• Statutenwijziging
• Stichting van een nieuwe school
• Begroting planmatig onderhoud voor het ka-
lenderjaar 2016 en meerjarenbegroting planma-
tig onderhoud 2016-2020
• Financiële rapportage jan-dec 2014
• Begroting planmatig onderhoud voor het ka-
lenderjaar 2015 en meerjarenbegroting planma-
tig onderhoud 2014-2018
• Memo Voorkomen van fraude op de werkvloer
en integriteitsverklaring
• Managementstatuut
Daarnaast zijn de volgende documenten besproken:
• Jaarplan 2015
• Verantwoordingsrapportage managementcon-
tracten
• Evaluatie code goed bestuur
• Scholingsplan RvT
• Identiteit Kolom
• Verantwoordingsrapportage bedrijfsvoering
• Financiering realisatie flexibel arrangement
VSO Alphons Laudy
• Terugdringen verzuim
• Verantwoordingsrapportage realisatie Jaarplan
2015
• Evaluatie accountant / voorbereiding gesprek-
ken nieuwe accountant
• Meerjaren Bestuursformatie plan 2015-2019 PO
en VO
De auditcommissie is vier keer bijeen geweest als onderdeel van de toezichthoudende en klankbordrol. In de bijeenkom-
sten worden financiële onderwerpen meer in detail behandeld om de vaststelling en bespreking in de plenaire vergaderingen
adequaat voor te bereiden. Daarnaast vindt een diepgaande bespreking van financiële onderwerpen plaats met het CvB. De
auditcommissie geeft vooraf aan vergaderingen de RvT schriftelijk advies bij de financiële stukken.
De remuneratiecommissie heeft in 2015 namens de RvT de werkgeversrol voor het college van bestuur vervuld. Er zijn func-
tioneringsgesprekken gevoerd en de veranderingen in de cao zijn onderwerp van gesprek.
De commissie kwaliteit is per 1 oktober 2015 formeel gestart en is in 2015 één keer bijeen geweest. Deze commissie zal op
een verdiepende manier bezig zijn met het primaire onderwijsproces, waarbij de Rv-leden zich als critical friend opstellen.
De RvT meent met de eigen rolopvatting en het instrumentarium dat voorligt (waar-
onder toetsingskaders, strategisch beleidsplan en resultaatgebieden, management-
statuut, profielen, diverse reglementen, regeling vermelden van een vermoeden van
een misstand, klachtenregeling) voor de RvT en het CvB de voorwaarden te hebben
gecreëerd om te voldoen aan de inhoud van de Code Goed Bestuur. Deze Code heb-
ben het CvB en de RvT in 2013 volgens de afgesproken cyclus aangepast. Omdat op
het bevoegd gezag (van Kolom) codes vanuit meerdere onderwijssectoren van toe-
passing kunnen zijn, hebben het CvB en RvT in overleg gekozen voor een aangepaste
code op basis van de Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs (PO) met aanvul-
lingen uit de code Voortgezet Onderwijs (VO).
De RvT bedankt alle medewerkers voor hun inzet voor de leerlingen van Kolom.
Désirée Verberk,
Voorzitter Raad van Toezicht
Verslag Raad van Toezicht 7
6565 Verslag Raad van Toezicht7
66
8
In de vorige hoofdstukken hebben we soms al kort vooruitgeblikt over verschillende
onderwerpen. Onderstaande punten zijn daarnaast belangrijke onderwerpen voor
2016:
In het strategisch beleidsplan 2014-2018 is de ambitie uitgesproken volop aandacht
te geven aan de kwaliteit van de primaire processen en te streven naar excellentie. Op
dit moment hebben vijf van de vijftien locaties van Kolom het predicaat ‘excellente
school’ gekregen. Dat predicaat is voor de duur van drie jaar geldig. Voor 2016 heb-
ben zich drie nieuwe scholen aangemeld. De ontwikkeling van ‘good to great’ krijgt
ook in 2016 een verdere invulling.
Na- en bijscholing blijft hoog op de agenda staan, waarbij – naast de basiscompen-
tenties om te werken in het speciaal onderwijs - komend jaar de digitale vaardigheden
van docenten een belangrijk aandachtspunt zijn. De Kolomacademie verzorgt een
breed scholingsaanbod, waar alle medewerkers van Kolom gebruik van maken.
Op al onze scholen staat de (sociale) veiligheid hoog in het vaandel. In 2016 zullen
we het instrument waarmee we de veiligheid van onze leerlingen en medewerkers
meten aanpassen.
Vooruitblik
Vooruitblik 8 66
Op al onze scholen staat de
(sociale) veiligheid hoog in het
vaandel. In 2016 zullen we het
instrument waarmee we de
veiligheid van onze leerlingen en
medewerkers meten aanpassen.
We streven naar een
evenwichtige verhouding
tussen startende en ervaren
leerkrachten, naar meer mannen
en naar meer personeelsleden
met een zelfde etnische
achtergrond als onze leerlingen.
67 Vooruitblik8
De diversiteit van ons personeelsbeleid zal in 2016 aan-
dacht vragen. We streven naar een evenwichtige verhouding
tussen startende en ervaren leerkrachten, naar meer mannen
en naar meer personeelsleden met een zelfde etnische ach-
tergrond als onze leerlingen.
Kolom heeft besloten om eigen risicodrager te worden en
te starten met een eigen vervangingspool. Door medewer-
kers aan te stellen in een eigen vervangingspool kunnen we
goede vervangers aan de organisatie binden en bijdragen
aan de ontwikkeling van deze medewerkers. Medewerkers
kunnen vanuit de vervangingspool doorstromen naar een
reguliere baan bij Kolom.
Bij de scholen en het Centraal Buro zullen in 2016 een aan-
tal personele wisselingen plaatsvinden. Er worden twee
nieuwe directeuren geworven voor SBO-Zuid St. Paulus en
KPC De Schakel. Daarnaast vertrekt eind april de controller
en de onderhoudsmedewerker en voor de zomervakantie
de Arbo- en Verzuimadviseur. De verwachting is dat voor de
zomervakantie deze vacatures vervuld zullen zijn, zodat het
Centraal Buro op sterkte blijft en nieuwe medewerkers ook
nieuwe inzichten kunnen geven aan verdere verbetering van
de dienstverlening aan de scholen.
In het najaar 2016 worden twee mooie nieuwe school-
gebouwen in gebruik genomen. VSO De Heldring gaat
terug naar de ‘oude plek’ in West waar een nieuwe school
wordt gebouwd. KPC De Schakel verhuist naar een andere
locatie en betrekt daar een nieuwe school. Bij VSO Alphons
Laudy komen twee extra lokalen ten behoeve van de onder-
wijs- zorg arrangementen.
In het SWV PO Amsterdam-Diemen gaan stemmen op de
bekostiging van de SBO scholen op basis van het werke-
lijke aantal leerlingen te laten lopen i.p.v. de 2% nu. Omdat
ook al de AB-middelen zijn weggevallen, zou dat een fikse
aderlating betekenen. Het SWV moet uiteraard een net-
werk van kwalitatief goede voorzieningen in stand houden.
Aangezien er sprake lijkt van de tendens dat ‘verwijzing op
basis van overlast gevend gedrag’ de hoofdmoot wordt, is
er steeds meer sprake van verdichting van problematiek op
de SBO-scholen. Daarom zijn er mogelijk meer ondersteu-
ningsmiddelen vanuit het SWV nodig de juiste ondersteu-
ning te kunnen (blijven) bieden op onze scholen.
De nieuwe basisschool op humanistische grondslag,
het Alles-in-één-concept, staat op het plan van scholen
van de gemeente Amsterdam. In 2016 zal daarover verre-
gaande besluitvorming gaan plaatsvinden. Vanuit Kolom
willen wij onze SO- en SBO expertise op een andere manier
inzetten, meer in overeenstemming met de doelstellingen
van Passend Onderwijs door onderwijsexpertise naar de
leerlingen brengen in plaats van andersom. Wij kunnen in
dit concept ontschotten en zo nog meer maatwerk leveren.
Door tijdig en tijdelijk (en soms in deeltijd) ondersteuning
in te zetten voor alle leerlingen, zowel voor kinderen met ge-
ringere als leerlingen met uitgesproken talenten. “Elk kind
een 10” is volgens ons mogelijk in een omgeving waar ge-
personaliseerd onderwijs aan alle kinderen kan worden gege-
ven. Daarnaast blijven we de taak van een gespecialiseerde
onderwijsinstelling in het dekkende netwerk van het SWV
Amsterdam-Diemen invullen.
Er ligt een wetsvoorstel bij de kamer waarin staat dat de
GMR altijd om advies gevraagd moet worden. De rol van de
GMR met betrekking tot bestuur en toezicht wordt hiermee
verder versterkt.
Alle samenwerkingsverbanden zijn op dit moment druk
bezig met de ontwikkelingen rondom passend onderwijs. In
2016 zal een nieuw ondersteuningsplan van kracht worden.
Ook zal de scheiding tussen bestuur en toezicht binnen het
SWV Amsterdam-Diemen gerealiseerd worden.
9 Presentatie Kolomscholen
Presentatie Kolomscholen 9 68
SBO
SO
VSO
PrO
Presentatie Kolomscholen9
SBO De Driesprong
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 89 94 102
Aantal groepen 6 6 7
Gem. Groepsgrootte 15 16 15
Aantal fte personeel 13,3 13,3 12,4
Typering van de school Een dynamisch en professioneel team werkt op een hande-
lingsgerichte manier om de kinderen te ondersteunen bij hun
leerproces. De kleinschaligheid, aandacht voor structuur, be-
trokkenheid en constante ontwikkeling van pedagogische en
didactische inzichten, zorgen binnen de school voor een pro-
fessionele en prettige leer- en werkomgeving.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Een gedegen analyse van de leeropbrengsten is een belang-
rijk onderdeel van onze werkwijze. Twee keer per jaar bespre-
ken we met het hele team de opbrengsten van ons onderwijs.
Naast de leeropbrengsten voor de kernvakken en de sociaal
emotionele opbrengsten, brengen we tevens de leerkracht-
vaardigheden in kaart. Uiteraard met als doel ons te blijven
professionaliseren, van elkaar te leren en onze onderwijsre-
sultaten te verbeteren.
Wat uit 2015 zal bijblijven?2015 bracht veel veranderingen. Vanwege groei in leerlin-
genaantal zijn we dit schooljaar begonnen met een zeven-
de groep. Ons team is uitgebreid met nieuwe betrokken en
enthousiaste personeelsleden. Tevens zijn we overgegaan op
het 5-gelijke dagenmodel en zijn we gestart met het aanbie-
den van naschoolse activiteiten.
Een dynamisch en
professioneel team werkt
op een handelingsgerichte
manier om de kinderen
te ondersteunen bij hun
leerproces
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016Een goed pedagogisch klimaat is van essentieel belang. De afgelopen jaren zien we een verandering in onze populatie. Om een
antwoord te geven op de veranderende ondersteuningsbehoefte van de leerling, zijn daarom twee leerkrachten benoemd tot
gedragsspecialisten (LC-functie). Deze leerkrachten sturen de werkgroep gedrag aan. Doel van de werkgroep is de veiligheid waar-
borgen en ons pedagogisch klimaat optimaliseren. We hebben hiermee een start gemaakt en de drie V’s van De Driesprong geïn-
troduceerd: Vriendelijk, Vertrouwen en Verantwoordelijk. Deze kernwaarden vormen richtlijnen om goed met elkaar om te gaan.
Presentatie Kolomscholen 9 70
SBO Professor Dumont
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 82 70 78
Aantal groepen 7 6 6
Gem. groepsgrootte 12 12 13
Aantal fte personeel 12,9 11,6 12,3
Typering van de school SBO Professor Dumont is een school waar alle leerlingen mo-
gen zijn wie ze zijn. Iedere leerling is uniek. Wij bieden leerlin-
gen een veilig pedagogisch en gestructureerd leerklimaat. Wij
geven de leerlingen wat zij nodig hebben.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Er is veel extra ondersteuning voor de leerlingen en ouders.
We hebben logopedie, leesbegeleiding, SOVA-training (door
professionals) en Kind en Motoriek. We werken nauw samen
met MOC ‘t Kabouterhuis, het Leger des Heils en met de on-
derwijsadviseur (OKA) van het samenwerkingsverband. Hier-
door kunnen we de leerlingen en ouders de ondersteuning
bieden die zij nodig hebben.
Wat uit 2015 zal bijblijven?2015 was opnieuw een goed jaar. De groei van de kleuter-
groep, de SOVA-training voor de jongste kinderen vanuit ’t
Kabouterhuis en het aanleren van gebarentaal en uitbreiding
woordenschat door de logopediste.
In de bovenbouw wordt er steeds meer thematisch gewerkt,
kinderen gebruiken meer hun handen en hun kwaliteiten. Een
onderdeel hiervan is de samenwerking met Praktijkcollege De
Dreef, waar onze oudste leerlingen lessen volgen. De kinde-
ren genieten hier volop van en leren veel.
In de school heerst een prettige en rustige sfeer (weinig tot
geen incidenten), mede door PBS en de pedagogische kwali-
teit van de leerkrachten.
De leerprestaties van de leerlingen gaan vooruit. Wij hebben
geconstateerd dat (ondanks een daling van het gemiddelde
IQ van onze leerlingen) er wel een stijgende lijn in de leerre-
sultaten te zien is.
Dit jaar zijn wij een stap verder gegaan met de Jump-in en
met de uitbreiding van de Brede School in eigen beheer, waar-
door wij de activiteiten kunnen aanpassen aan de behoeften
van de leerlingen (turnen, brassband, goals, techniek, koken,
muziek, creativiteit).
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016• Visieontwikkeling met het team
• Aanpassen aanpak aan verandering doelgroep (nog meer thematisch onderwijs/ nog meer gebarentaal)
• Professionalisering van het team
• Vervolg implementatie van het rekenonderwijs
• Voor het eerst op kamp, dat wordt vast en zeker een hoogtepunt voor de schoolverlaters.
Presentatie Kolomscholen971
SBO De Hasselbraam
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 174 189 159
Aantal groepen 13 13 12
Gem. groepsgrootte 14 14,5 13,3
Aantal fte personeel 27,31 29 27,5
Typering van de school De Hasselbraam: Groei op maat !
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?De Hasselbraam kenmerkt zich door een breed aanbod waar-
bij kinderen in een breed spectrum ondersteuning krijgen.
Zo volgen kinderen met een lage cognitie én kinderen die
vanuit hun sociaal emotionele ontwikkeling ondersteuning
nodig hebben, onderwijs op De Hasselbraam. De ontwikke-
ling van de kinderen wordt nauwlettend gevolgd binnen een
vastgestelde cyclus. De kinderen werken aan basisvaardighe-
den waarbij routines houvast geven en structuur bieden. De
betrokkenheid van de leerkrachten bij de ontwikkeling en het
welzijn van de kinderen is groot.
Wat uit 2015 zal bijblijven?Natuurlijk zal in 2015 de spectaculaire opening van het
schoolbrede project “Mijn ruimtereis” ons bij blijven.
De mooie musical voor meer dan 40 kinderen over geloof,
hoop en liefde liet zien dat de groep kinderen die van SBO
Iedersland op De Hasselbraam zijn gekomen gezamenlijk als
één grote groep schoolverlaters de stap naar het voortgezet
kunnen maken.
Wij hebben hard gewerkt om de mogelijkheden van coöpe-
ratieve werkvormen zichtbaar te maken in de lessen. We im-
plementeren de woordenschat binnen de projecten die we
samenstellen en we zijn in het schooljaar 2015-2016 gestart
met een nascholing over de juiste feedback geven aan de kin-
deren.
Wij missen vooral de zorg die we samen met De Bascule kon-
den bieden op De Hasselbraam. Door onder andere de tran-
sitie in de jeugdzorg moest er dermate bezuinigd worden bij
De Bascule, dat de samenwerking stagneert. Dit leidt tot een
beperkter aanbod in de ondersteuning voor kinderen van De
Hasselbraam en daardoor zijn we ook beperkt in de mogelijk-
heden om kinderen te plaatsen.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016Wij merken dat feedback geven aan kinderen samen valt met de doelen die je stelt bij de ontwikkeling van de
kinderen. Wij leren van de onderzoeken van Hattie en willen de juiste feedback geven aan de kinderen op hun
werk maar ook op hun gedrag. Wij werken daarnaast aan de keuze en implementatie van een nieuwe taalmetho-
de, waarbij de digitale ondersteuning een belangrijk aandachtspunt is.
Wij gaan de beeldende vorming met de vakleerkracht, die we al in huis hebben, extra aandacht geven. De lessen
worden door de groepsleerkracht en vakleerkracht samen gegeven.
Presentatie Kolomscholen 9 72
SBO-Zuid Meander
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 73 66 67
Aantal groepen 6 6 7
Gem. groepsgrootte 12 11 10
Aantal fte personeel 14.8 12,6 10,2
Typering van de school Een kleine school voor speciaal basisonderwijs in de Amster-
damse Rivierenbuurt.
‘Elk kind een 10!’ is ons motto. Elke leerling heeft een eigen
start en finish. De leerling wordt betrokken bij z’n eigen leer-
proces. ‘Die 10 heb je al, maar wat wil je nu nog leren en doen
zodat het over een half jaar nog een 10 is?’ Dit doen we met
kindgesprekken en kindplannen. De leerlingen verzamelen
werk waarop ze trots zijn in hun eigen portfoliorapport. Een
rapport betekent ogen die stralen!
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Op SBO-Zuid zitten veel kinderen met ‘gouden handen’. Dit
talent stimuleren wij door een wekelijks keuzeaanbod uit di-
verse creatieve workshops. Daarnaast zijn er elk jaar school-
breed 10 wereld-oriëntatiethema’s, de thema’s zie je in alle
klassen terug en zijn gekoppeld aan de taalmethoden. We zijn
een vreedzame school. Alle leerlingen leren naast de weke-
lijkse lessen Vreedzame School ook expliciet verantwoorde-
lijkheid te dragen voor hun eigen klas. We hebben een breed
naschools aanbod. We hebben onze eigen voetbalteams en
werken nauw samen met verschillende organisaties die een
aanbod verzorgen als de kookclub, kickboksles, judo, kleu-
tergym, gitaarles, djembé-les, keyboardles, vioolles en musi-
calles.
Wat uit 2015 zal bijblijven?In het najaar werd onze bovenbouw uitgenodigd voor het
Kids Crowd evenement. Leerlingen uit groep 6, 7 en 8 moch-
ten workshops volgen waarin zij gingen nadenken over de
school van de toekomst: hoe zag die eruit? In januari was er
een vervolgworkshop voor de leerlingen van groep 6/7 waar-
in zij hun ‘droomschool’ mochten gaan bedenken: ‘hoe ziet
die eruit? En wat is volgens hen nodig in het onderwijs om
tot hun droomschool te komen?’ Zo kregen onze leerlingen
een belangrijke stem in de ‘Staat van de Leerling’. En dat niet
alleen, ze mochten op 13 april naar Maarssen om dit docu-
ment met de hele groep aan Staatssecretaris Sander Dekker
te overhandigen! We zijn zo trots op onze leerlingen! En..
gaan als school natuurlijk aan de slag om onze droomschool
te realiseren!
Last but not least: kreeg SBO-Zuid Meander in juni 2015 de
kans zichzelf een 10! te geven door zich te presenteren voor
de jury Excellente Scholen. In september 2015 bracht de jury
Excellente Scholen een bezoek aan de Meander. Op 18 januari
het predicaat Excellente School toegekend en mocht de Me-
ander de vlag uithangen!
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016Naast het borgen van de kwaliteitsverbetering ingezet door het KBA, het beter afstemmen van het lesaanbod
bij de leerlijnen van rekenen, het verbeteren van ons onderwijs in begrijpend lezen en het omgaan met agres-
sie als facet van de communicatie, waarbij SBO-Zuid Meander hard werkt aan het huidige onderwijs bouwen we
ook aan een uitdagende, deskundige, veelzijdige, betrokken, veilige, plezierige en groene nieuwbouwschool
samen met het team van SBO-Zuid St. Paulus.
Presentatie Kolomscholen973
SBO-Zuid St. Paulus
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 72 60 60
Aantal groepen 6 6 5
Gem. groepsgrootte 12 10 12
Aantal fte personeel 17 14 10
Typering van de school SBO-Zuid St. Paulus is een school voor speciaal basison-
derwijs. We hebben leerlingen in de leeftijd van 6 tot 13 jaar
met leer- en/of gedragsproblemen. De groepen zijn klein en
overzichtelijk, in een groep zitten maximaal zestien kinderen.
We gaan uit van veiligheid en zelfvertrouwen als basis om
te kunnen leren. Ons doel is om onze leerlingen met plezier
naar school laten komen. Elke nieuwe dag gaan de deuren
letterlijk open, ook voor de ouders. Een open en betrokken
houding van ouders én school staan bij ons voorop om alles
te doen wat voor elk kind nodig is.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Op onze school zorgen wij ervoor dat de kinderen zich pret-
tig en veilig voelen. Wij laten merken dat wij hen waarderen.
De kinderen voelen daardoor dat ze de moeite waard zijn. Ze
leren bovendien dat problemen er zijn om te overwinnen. Ze
merken dat dit stapje voor stapje ook lukt en krijgen daardoor
zelfvertrouwen. Dit zelfvertrouwen zorgt ervoor dat ze beter
en met meer plezier gaan leren. Kinderen krijgen ook meer
zelfvertrouwen wanneer ze weten wat wij van hen verwach-
ten. Wij werken daarom met duidelijke regels en een vaste
structuur. Het uitstroomniveau is afhankelijk van de moge-
lijkheden van elk kind. Kinderen stromen bij ons door naar
verschillende vormen van voortgezet onderwijs.
De groepsleerkrachten en de vele specialisten bieden onder-
wijs op maat en hebben individuele aandacht voor het kind.
Speltherapie is een belangrijk speerpunt van de school. SBO-
Zuid St. Paulus gaat uit van de grondslag dat ieder kind uniek
is. Wij willen de kinderen besef van eigenwaarde bijbrengen,
waarmee ze zelfverzekerd de toekomst tegemoet gaan.
Wat uit 2015 zal bijblijven?In 2015 heeft de directeur Hans Labots afscheid genomen
van de school. SBO-Zuid St Paulus en SBO-Zuid Meander
groeien steeds meer naar elkaar, met een aanstaande fusie
in het verschiet. Het project ‘Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs
Amsterdam (KBA)’ hebben we in 2015 succesvol afgesloten
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016We zijn nu gestart met het traject leerKRACHT. We willen vanaf nu “elke dag samen een beetje beter”; we gaan
werken aan onderlinge communicatie, klassenbezoeken en feedback geven aan elkaar. Ook blijven we ons ont-
wikkelen in het werken met het ADI-model.
Presentatie Kolomscholen 9 74
SBO De Zeppelin
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 57 64
Aantal groepen 6 5
Gem. groepsgrootte 9,5 13
Aantal fte personeel 7,7 7,7
Typering van de school SBO De Zeppelin is een kleine school, gelegen in een groene
omgeving in Amsterdam Noord. De samenhorigheid en klein-
schaligheid geven de school iets extra’s. Wij bieden onze kin-
deren een veilige en gestructureerde leeromgeving, waarin de
kinderen elkaar accepteren en waar ze volledig tot hun recht
kunnen komen. De Zeppelin wil leerlingen de kennis en de
vaardigheden bijbrengen die ze nodig hebben om zelfstandig te
functioneren binnen onze steeds veranderende samenleving.
De leerkrachten zijn nauw betrokken bij hun leerlingen, zij
weten een ontspannen en uitnodigend pedagogisch klimaat
te realiseren. Leerlingen worden gezien en gehoord
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Op de Zeppelin kennen alle kinderen elkaar en de leerkrach-
ten. De school heeft veel gezamenlijke activiteiten, zoals
de opening en sluiting van de blokken van de Vreedzame
school, de natuurlessen in onze gemeenschappelijke tuin
en de groeps doorbroken BEVO lessen. De kinderen zijn ac-
tief betrokken bij hun leerproces. De kinderen in de hogere
groepen stellen zelf , met behulp van de uitgangspunten van
stichting leerKRACHT, doelen op. De kinderen nemen deel
aan een aantal commissie, zoals de feestcommissie, gang-
commissie en voetbalcommissie. De betrokkenheid van de
leerlingen staat bij ons hoog in het vaandel
Wat uit 2015 zal bijblijven?We zijn dit jaar gestart met het traject van stichting leer-
KRACHT. De school leverde een coach, die geschoold werd
door leerKRACHT en het team meenam in het leren van en
met elkaar. De bordsessie werden ingevoerd, de leerkracht-
consultaties zijn gestart en er werden vele verdiepingssessie
over meetbare doelen, feedback geven en krijgen gehouden.
Er is een cultuurverandering in gang gezet. Ook de leerlingen
zijn hierin meegenomen middels een leerling arena. Hier
worden de leerlingen bevraagd door de leerkrachten over
een bepaald onderwerp, zodat de mening van de leerlingen
wordt meegenomen.
De methode De wereld in getallen is ingevoerd op De Zep-
pelin. De discussie over vormen van differentiëren kwam
daarmee op gang.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016We gaan verder met:
• de invoering van de Vreedzame school,
• de invoering van het traject LeerKRACHT,
• ontwikkelen van een ICT visie.
Presentatie Kolomscholen975
SO Alphons Laudy
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 82 87 88
Aantal groepen 8 7 8
Gem. groepsgrootte 10 12 11
Aantal fte personeel 22 19,6 20
Typering van de school SO Alphons Laudy geeft onderwijs aan 4 tot 12 jarigen die
zeer moeilijk lerend zijn. De school heeft in 2015 de erkenning
“Excellente School” gekregen op basis van de hoge leerop-
brengsten, de kwaliteit van onderwijs (waarbij de kijkwijzers
als voorbeeld voor andere scholen zijn gebuikt) en de grote
ouderbetrokkenheid.
Naast een sterk aanbod op de cognitieve vakken ligt het ac-
cent op de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling.
De missie van de school “Willen worden wie ik ben” is de
leidraad in de hele schoolontwikkeling. Er staat een professio-
neel team dat zorgt voor een uitstekend pedagogisch klimaat
waar de leerling en zijn/haar ontwikkeling centraal staat.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Het bijzondere pedagogische klimaat van de hele school en
de grote ouderbetrokkenheid zijn mede reden geweest voor
de erkenning Excellente School. Ook heeft de school een
groot aanbod op het gebied van Kunst en Cultuur. Daarnaast
heeft het SO een aanbod gecreëerd met SBO Zuid - Meander.
De zogenaamde PAZ-groep (Passend Zuid) biedt onderwijs
op maat aan zml-leerlingen op de SBO school. Dit is een
nieuw project dat in het tweede jaar zeer succesvol blijkt.
Wat uit 2015 zal bijblijven?De afgelopen drie jaar heeft de Stuurgroep Kwaliteit bestaan-
de uit personeelsleden van het SO en VSO gewerkt aan door-
lopende leerlijnen gericht op de uitstroomprofielen van de
leerlingen. Het totale onderwijsaanbod (OPP´s, aanpassing
leerlijnen, uitstroomperspectieven, streefniveaus, didactisch
pedagogische handelen van de docenten) en de kwaliteits-
zorg is verbeterd en aangepast op de doelgroep SO en VSO.
Eind 2014 heeft de locatiedirecteur een stap terug gedaan (hij
is docent geworden op het VSO) en er is een nieuwe locatie-
directeur aan getreden.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016De Stuurgroep Kwaliteit rondt in 2016 haar werkzaamheden af (ontwikkeling en afronding zorgplan, leer-
lijnen van 4 tot 20 jaar). Daarmee heeft ze de gestelde doelen ruimschoots gehaald. Het onderwerp “Sociale
Veiligheid” zal nu verder worden opgepakt. Ook wordt met medewerking van alle personeelsleden een nieuw
schoolplan gemaakt.
Presentatie Kolomscholen 9 76
SO De Heldring
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 62 61 65
Aantal groepen 5 7 7
Gem. groepsgrootte 12 9 9
Aantal fte personeel 20 21 21
Typering van de school SO De Heldring is een school voor speciaal onderwijs (zeer
moeilijk lerend) in de nieuwe wijk Buiksloterham. Het prachti-
ge, nieuwe schoolgebouw is het middelpunt van deze wijk. De
leerlingen van onze school zijn in de leeftijd van 4 tot en met
13 jaar en komen vanuit verschillende delen van de stad en de
plaatsen eromheen.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Het onderwijs kenmerkt zich door het warme en veilige pe-
dagogische klimaat, het opbrengstgericht werken, de groeps-
doorbroken niveaugroepen en het uitgebreide aanbod voor
cultuureducatie.
De ouderbetrokkenheid binnen de school is hoog en dit
draagt bij aan een goede samenwerking met ouders. De kwa-
liteit binnen de school is goed op orde. In 2014 en 2015 heeft
de school het predicaat Excellente School ontvangen.
Wat uit 2015 zal bijblijven?Het ontvangen van het predicaat Excellente School 2015-
2017 was een bijzonder moment.
De allereerste week van de Lentekriebels was een succes.
Grote opkomst van ouders bij de presentatie en veel leermo-
menten binnen de groepen.
De bijzondere samenwerking met de muziekschool, dans-
docenten en kunstenaars zijn heel inspirerend en dragen
steeds bij aan nieuwe inzichten en uitdagingen.
De perikelen rondom een lekkage kabbelen voort en we ho-
pen dat hier in 2016 een eind aan komt.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016Ontwikkelen van een nieuwe visie op rekenen en het aanschaffen van een nieuwe methode om deze visie te
ondersteunen.
Presentatie Kolomscholen977
VSO Alphons Laudy
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 178 165 164
Aantal groepen 14 14 14
Gem. groepsgrootte 13 12 12
Aantal fte personeel 39,2 38,2 35
Typering van de school VSO Alphons Laudy geeft onderwijs aan 12- tot 20-jarigen
die zeer moeilijk lerend zijn. De school heeft de erkenning
“Excellente School” gekregen op basis van het grote aan-
bod in kunst en cultuur, de lerende schoolorganisatie, grote
ouderbetrokkenheid, goed pedagogisch klimaat én de hoge
leeropbrengsten. Naast een sterk aanbod op de cognitieve
vakken ligt het accent op werknemersvaardigheden en soci-
aal-emotionele ontwikkeling van de leerling. De missie van
de school “willen worden wie ik ben” is de leidraad in de hele
schoolontwikkeling.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Bijzonder is dat er voor bijna alle vakken gespecialiseerde
vakdocenten zijn die goed afstemmen en samenwerken met
de mentoren. Met name de leerlijn “leren leren” is in alle vak-
ken doorgevoerd. Er staat een heel stabiel en professioneel
team dat zorgt voor een uitstekend pedagogisch klimaat. Het
aanbod kunst en cultuur staat op een hoog plan. De school
is sterk gericht op wat de leerlingen in de toekomst nodig
hebben. Daarvoor wordt samengewerkt met ouders en veel
verschillende organisaties. De school is een ondernemende
school die kansen benut en mogelijkheden zoekt voor de on-
derwijsvragen van de leerlingen. Er wordt in het team veel
aan scholing gedaan, zoals de master SEN modules die in
company worden gevolgd.
Wat uit 2015 zal bijblijven?In 2015 is het VSO voor de tweede keer excellent geworden
en dat is een grote erkenning voor het team. Er wordt ruim-
schoots voldaan aan de kwaliteitseisen van de inspectie. In
2015 zijn twee bijeenkomsten georganiseerd om de visie op
kunst en cultuur binnen het team te ontwikkelen en scherp
te krijgen.
Het VSO is aspirant lid van de Cultuur Profielschool gewor-
den en is één van de oprichtingsscholen van de vereniging.
De afgelopen drie3 jaar heeft de kwaliteitsstuurgroep be-
staande uit personeelsleden van het SO en VSO gewerkt
aan doorlopende lijnen gericht op uitstroomprofielen van de
leerlingen. Het totale onderwijsaanbod (OPP´s, aanpassing
leerlijnen, uitstroomperspectieven, streefniveaus, didactisch
pedagogische handelen van de docenten) en de kwaliteits-
zorg is verbeterd en aangepast op de doelgroep SO en VSO.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016De kwaliteitsstuurgroep rondt in 2016 haar werkzaamheden af (ontwikkeling en afronding zorgplan, leerlij-
nen van 4 tot 20 jaar). Daarmee heeft ze de gestelde doelen ruimschoots gehaald.
De school doet al 1,5 jaar mee met de academische werkplaats over de sociale kwaliteit, een project van de in-
spectie en universiteit van Amsterdam. In 2016 wordt de zelfevaluatie ten behoeve van sociale kwaliteit verder
ontwikkeld en uitgevoerd.
Presentatie Kolomscholen 9 78
VSO De Heldring
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 131 131 129
Aantal groepen 12 11 10
Gem. groepsgrootte 11 12 13
Aantal fte personeel 37 37 30,3
Typering van de school Wij bieden speciaal onderwijs aan leerlingen met een verstan-
delijke beperking (zeer moeilijk lerend) in de leeftijd van 12 tot
20 jaar. Het onderwijs is gericht op wonen, werken en vrije tijd.
De school is tijdelijk gehuisvest in Amsterdam Zuid, in oktober
2016 gaan we terug naar Amsterdam Nieuw-West. Daar wordt
momenteel een mooie nieuwe school gebouwd.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Het onderwijs op onze school kenmerkt zich door een warm
en veilig pedagogische klimaat. We werken opbrengstgericht
en met groepsdoorbroken niveaugroepen. Er is een uitgebrei-
de aanbod voor cultuureducatie. De kwaliteit op onze school
is zeer goed op orde; in 2013, 2014 én 2015 heeft VSO De
Heldring het predicaat Excellente School ontvangen!
Via verschillende leerroutes en uitstroomniveaus wordt pas-
send onderwijs voor iedere leerling gerealiseerd. Het ontwik-
kelen van sociale competenties is een belangrijk leerdoel en
draagt bij aan actief burgerschap.
Wat uit 2015 zal bijblijven?Het behalen van het predicaat Excellente school voor een pe-
riode van drie jaar was een van de hoogtepunten. We werken
met z’n allen hard om een heel goede school te blijven waar
de leerlingen met veel plezier naar toe gaan.
Dit jaar zijn er vier leerlingen uitgestroomd naar dagbeste-
ding/arbeid en 15 leerlingen naar arbeid/ ROC1.
Wij hebben veel uitstapjes gemaakt. Zo zijn we dit school-
jaar met alle leerlingen naar Nemo geweest. Alle leerlingen
en collega’s zijn met een rondvaartboot over de Amstel naar
Nemo gebracht en ’s middags weer teruggebracht.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016Het rekenonderwijs wordt verder aangescherpt. We sluiten volgend schooljaar een driejarig traject af.
We zijn samen met OBA-Milesstone een e-planner (leerlingvolgsysteem) aan het ontwikkelen. Dit wordt vol-
gend jaar in gebruik genomen.
Presentatie Kolomscholen979
Praktijkcollege De Atlant
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 208 205 205
Aantal groepen 12 12 12
Gem. groepsgrootte 17 17 17
Aantal fte personeel 28,2 28,8 29
Typering van de school De commissie die een collegiale visitatie uitvoerde in februari
2016 typeert de school als volgt: er heerst een rustige sfeer
op school waar veel orde is en structuur geboden wordt. De
leerlingen voelen zich prettig en veilig op school. Tijdens
de lessen hebben we gezien dat er fouten gemaakt mogen
worden. Docenten tonen respect voor de leerlingen en geven
hierbij ook het goede voorbeeld. Docenten ondersteunen het
zelfvertrouwen van leerlingen in de vorm van complimenten
geven. Er is veel controle en er wordt veel voor de leerlingen
geregeld waardoor ze soms te weinig gelegenheid krijgen om
te ervaren dat ze bepaalde zaken goed zelf kunnen.
Docenten hebben goed zicht op het niveau van de leerlin-
gen en weten wat ze van elke leerling kunnen verwachten.
Docenten zorgen voor een gedifferentieerd lesaanbod dat is
afgestemd op het niveau van de leerlingen.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?We hebben in 2015 het leerlingvolgsysteem E & A match ver-
der gevuld en bruikbaar gemaakt, de meeste lesstof zit er
nu in.
Er is een intensieve samenwerking met Salto Altra, zodat wij
bij problemen tussen school en gezin bijna onmiddellijk de
hulpverlening kunnen starten.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016• Verder implementeren van intervisie.
• De uitwisseling van de kennis met VSO Alphons Laudy in het kader van de POS-groep.
• Het nieuwe schoolplan 2016-2020 is klaar.
• De aanvraag excellente school loopt.
• De bekendheid van het praktijkonderwijs bij reguliere basisscholen verder vergroten.
• De leraren moeten zich meer bewust worden van het eigenaarschap van de leerling met betrekking tot
zijn eigen leerproces, de controle en structuur moet geen keurslijf zijn.
In 2015 hebben we ons op het gebied van CKV verder ontwik-
keld, een grote groep is bij de theatervoorstelling Anne Frank
geweest.
We besteden veel aandacht aan het voorkomen en bestrijden
van pesten.
De school is nog steeds in staat om nagenoeg alle leerlingen
aan een stageplek te helpen.
Wat uit 2015 zal bijblijven?In het kader van de CKV-activiteiten hadden we in de taalweek
een theatervoorstelling op school van de cabaretier Bart. Het
thema van de taalweek was pesten, de voorstelling ging uiter-
aard ook over dit thema, op de foto zien we Bart bezig. Bart
roemde de school om zijn rust en gestructureerdheid, dit was
hij in zijn 88 bezoeken aan scholen nog maar weinig tegen
gekomen, zo’n rustig en positief publiek.
We hebben in het kader van zorg en zelfredzaamheid twee
kleedkamers omgebouwd tot een mooi haarverzorgingslo-
kaal.
Presentatie Kolomscholen 9 80
Praktijkcollege De Dreef
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 131 131 129
Aantal groepen 12 11 10
Gem. groepsgrootte 11 12 13
Aantal fte personeel 37 37 30,3
Typering van de school De Dreef is een praktijkschool in Zuidoost met leerlingen die
voornamelijk uit de wijk komen. We hebben de voeten in de
aarde. De foto hierboven is misschien wel illustratief. Open
en bereid om te leren. Onze school probeert de leerling cen-
traal te stellen.
Domani faccio la brava betekent: ‘ Morgen ga ik het goed
doen.’ Tussen haakjes staat ‘forse’ dat betekent: misschien.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Naast de basiskwaliteit zijn er twee zaken die ons bijzonder
maken. Onze visie en onze manier van gespreksvoering.
Onze basiskwaliteit is eigenlijk opgebouwd uit deze twee ele-
menten. Onze visie is die van the Big Picture Learning (BPL),
een onderwijsfilosofie uit Amerika waarin onderdelen uit de
vrije school, jenaplan en montessori herkenbaar zijn. Samen
met ambitie is dit een uitstekende manier gebleken om het
leren persoonlijk te maken. Onze leerlingen gaan uit van hun
passie en stellen zelf hun persoonlijk leerplan op. Kernbe-
grippen van BPL zijn: Relatie, Relevantie en Resultaten.
De tweede steunpilaar is het gebruiken van de oplossings-
gerichte manier van werken, denken en gesprekken voeren.
De leerling wordt hiermee eigenaar van zijn of haar eigen
oplossingen.
Wat uit 2015 zal bijblijven?Uit 2015 blijft een aantal louter positieve zaken hangen.
Ons leerlingaantal stijgt gestaag omdat leerlingen en ouders
bewust voor onze school en visie kiezen. De aanvraag voor
excellentie was een geweldige impuls voor het hele team en
de leerlingen die meededen met hun presentaties. Ze heb-
ben het laten zien. De teleurstelling dat het nét niet gehaald
is heeft geleid tot een hernieuwde aanvraag. Ambitie is een
sterkte motivatie..
Wat vooral bijblijft is het oordeel van de visitatiecommissie
en de inspectie over de veiligheid van het pedagogisch kli-
maat. Volgens ons jaarplan lag in de tweede helft van 2015
vooral de nadruk op veiligheid. We zijn er nog lang niet, het
blijft altijd een aspect om hard aan te werken.
De start met een horizontaal rooster met elke dag stillezen
is ons bijgebleven omdat het een prettig ritme door de week
oplevert.
Naast vele gebeurtenissen is vooral de ouderavond met 150
gasten het opvallendst. De ouderbetrokkenheid neemt ieder
jaar toe.
2015 was een jaar waarin het vertrouwen in innovatie is om-
gezet in zichtbare resultaten!
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016De belangrijkste ontwikkelpunten zijn het ondernemerschap en in het tweede halfjaar de lerende organisatie,
tevens onze inzet bij de nieuwe aanvraag excellentie.
We streven naar groei zonder in te boeten op kwaliteit.
In 2016 zal een aanzet tot uitbreiding van ons mooie schoolgebouw worden gegeven.
Presentatie Kolomscholen981
Kolom Praktijk College Noord
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 199 210 205
Aantal groepen 15 15 16
Gem. groepsgrootte 13 14 13
Aantal fte personeel 30 29,1 30
Typering van de school “Samen werken aan jouw toekomst”
Kleinschalige school voor praktijkonderwijs in een mooi ge-
bouw waar we in een open en betrokken sfeer werken aan de
persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. We zijn constant
bezig ons onderwijs verder te professionaliseren en verbe-
teren.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?De positieve energie die loskwam na de beoordeling van de
inspectie hebben we weten te behouden om ons onderwijs
verder te verbeteren. De leerlingen worden hier actief bij be-
trokken. Het leren van en met elkaar is hierbij een belangrijk
uitgangspunt.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016Blijven ontwikkelen als professionele organisatie met als speerpunten:
• Het verder ontwikkelen van coaching vaardigheden.
• Het geven en ontvangen van professionele feedback.
• Volledige implementatie van het nieuwe LVS Presentis.
Wat uit 2015 zal bijblijven?In 2014 werd KPC Noord door de inspectie als zwak beoor-
deeld. Deze waardering van de inspectie over de kwaliteit
van het onderwijs bij KPC Noord werd niet gedeeld door de
school zelf en het bestuur. Direct zijn we als team aan de
slag gegaan om onze basiskwaliteit te verbeteren en is een
plan van aanpak opgesteld. Insteek was om voor het einde
van schooljaar 2015-2016 de basiskwaliteit weer op orde te
hebben. Bijzonder trots waren wij dan ook toen wij in juni
weer het basisarrangement terugkregen. Het voltallige team
en alle betrokkenen hebben hier veel werk voor verzet en ver-
dienen hiervoor een pluim!
Er is afgesproken dat we niet stil blijven zitten en de school
nog verder zullen verbeteren.
Presentatie Kolomscholen 9 82
Praktijkcollege Het Plein
1 oktober 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 211 214 217
Aantal groepen 16 16 16
Gem. groepsgrootte 13 13 13,5
Aantal fte personeel 28,9 28,9 29
Typering van de school Praktijkcollege Het Plein is een aantrekkelijke en kleinschalige
school voor praktijkonderwijs in Amsterdam West, waar betrok-
ken medewerkers leerlingen stimuleren door het inzetten van
vernieuwend onderwijs en goed geregelde zorg. Leerlingen van
Het Plein zijn daarmee in staat zich te ontwikkelen tot zelfbe-
wuste jongvolwassenen met een goede toekomst.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Het team van Praktijkcollege Het Plein zet zich al jaren in zo-
veel mogelijk branchecertificering te realiseren zodat de leer-
lingen in staat worden gesteld om de school te verlaten met
erkende branchecertificaten waar zij de arbeidsmarkt mee op
kunnen. In het schooljaar 2014-2015 is branchecertificering
gerealiseerd in vijf verschillende richtingen.
Het pedagogische klimaat op Praktijkcollege Het Plein is
erop gericht dat werkelijk iedere geplaatste leerling, ongeacht
de mogelijkheden en uitdagingen, zich gewaardeerd, gekend
en gehoord voelt. Onder leiding van het leerteam “pedago-
gisch klimaat” heeft het team de afgelopen jaren tal van ac-
ties op touw gezet om het pedagogische klimaat verder te
verbeteren.
Wat uit 2015 zal bijblijven?Een hoogtepunt in het schooljaar 2014-2015 was het vast-
stellen van de gezamenlijke kernwaarden van het team dat:
betrokken, positief, veilig, professioneel en innovatief is. Het
team heeft in een aantal sessies onder leiding van een exter-
ne deskundige overeenstemming bereikt over de kernwaar-
den door het hele team worden gedeeld. Deze kernwaarden
vormen de leidraad in het professionele handelen van onze
teamleden.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016• Verbeteren didactisch handelen teamleden in het geven van taalonderwijs door middel van het aanbie-
den van een mastermodule geletterdheid.
• Bevorderen professionele cultuur d.m.v. het traject “de wil om te winnen”.
• Pedagogisch klimaat verbeteren door passende inrichting kantine, aula en schoolplein.
Presentatie Kolomscholen983
Praktijkcollege De Schakel
1 oktober 2015
Aantal leerlingen 147
Aantal groepen 10
Gem. groepsgrootte 15
Aantal fte personeel 17
Typering van de school Ambitieus in kleinschaligheid gekoppeld aan hoge opbreng-
sten! De Schakel kiest voor een tweesporenbeleid: enerzijds
toeleiden naar werk door in te zetten op branchecertificering
voor elke leerling. Anderzijds de weg naar het MBO open
houden door een ambitieuze benadering van de theoretische
vakken.
Wat maakt de school bijzonder naast de basiskwaliteit?Buitenstaanders ervaren de school als een warme en veilige
omgeving waar hard gewerkt wordt met veel aandacht voor
21e -eeuwse vaardigheden en respectvol met elkaar omge-
gaan wordt.
Belangrijkste ontwikkelpunt 2016Vanuit werknemersvaardigheden/competenties en de bijbehorende gedragsindicatoren een koppeling maken
met de ontwikkelfase van de leerling waarop wij ons onderwijs inrichten in een levensechte leeromgeving.
Er wordt een plan geformuleerd om te komen tot een eenduidige, systematische manier van handelen op
pedagogisch-didactisch gebied door alle personeelsleden van De Schakel. Dit op basis van de vastgestelde
criteria waarop gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt beoordeeld.
Wat uit 2015 zal bijblijven?Binnen het gebied van ‘vrije tijd’ hebben alle leerkrachten met
elkaar activiteiten ontwikkeld van vijf weken a twee lesuren
gericht op het vergroten van de levensechte leerbronnen, zelf-
standigheid en sociale competenties, die qua inhoud buiten
het reeds bestaande programma vallen. Leerlingen in de on-
derbouw hebben al deze activiteiten doorlopen.
Veel personeelswisselingen aan het einde van het jaar zoals
het vertrek van de directeur Sander Jacobs, de schoolpsycho-
loog en een zwangerschapsverlof. Dit heeft veel extra inzet
van het team gevraagd.
Bijlage AfkortingenlijstAKA Arbeidgerichte Kwalificatie Assistent of een kwalificatie op MBO-niveau 1
BPL Big Picture Learning
CB Centraal Buro
CvB College van Bestuur
FTE fulltime-equivalent
GMR Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad
ID Instroom Doorstroom
IBL Intensief Begeleide Leerling
IOP Individueel Ontwikkelings Plan
KBA Kwaliteitsaanpak Amsterdam voor basisonderwijs
KPC Kolom Praktijkcollege
LGF Leerlinggebonden Financiering
LVS Leerling Volg Systeem
MBO Middelbaar Beroepsonderwijs
MIS Management Informatie Systeem
MLK Moeilijk Lerende Kinderen
MOP Meerjaren Onderhoudsplan
MR Medezeggenschapsraad
OCW Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
OKA Ouder Kind Adviseur
OKT Ouder Kind Team
OOP Onderwijsondersteunend personeel
OP Onderwijzend personeel
OPP Ontwikkelingsperspectief
OPR Ondersteuningsplanraad
PBS Positive Behavior Support
PAZ Passend onderwijs Zuid
PO Primair Onderwijs
PrO Praktijkonderwijs
RDDF Risicodragend deel van de formatie
RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie
REC Regionaal Expertise Centrum
ROC Regionaal Opleidingscentrum
RvC Regionale Verwijzings Commissie
RvT Raad van Toezicht
SBO Speciaal Basisonderwijs
SO Speciaal Onderwijs
SOVA Sociale Vaardigheid
SWV Samenwerkingsverband
TLV Toelaatbaarheidsverklaring
VO Voortgezet Onderwijs
VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs
WEC Wet op de Expertisecentra
WPO Wet op het Primair Onderwijs
WVO Wet Voortgezet Onderwijs
ZML Zeer Moeilijk Lerend
2015Jaarrekening
Deel B
87
Inhoudsopgave Jaarrekening 2015
Inhoudsopgave Jaarrekening 2015
Toelichting op de jaarrekening
Balans per 31 december 2015
Staat van baten en lasten over 2015
Kasstroomoverzicht over 2015
Toelichting op de balans en staat van baten en lasten
Overige gegevens
Voorstel resultaatbestemming
Gebeurtenissen na balansdatum
Gegevens over de rechtspersoon
Controleverklaring
88
89
1 Algemene toelichting
1.1 ActiviteitenDe activiteiten van Stichting Kolom bestaan voornamelijk uit:
• dienstverlening op het gebied van onderwijs in het speciaal basisonder-
wijs, (voorgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs.
1.2 StelselwijzigingenGeen
1.3 Verbonden partijenGeen
1.4 Toelichting op het kasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen
in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit
hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
1.5 SchattingenOm de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen,
is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel
vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaar-
rekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW
vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de
bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarre-
keningposten.
1.6 RisicomanagementVoor de algemene risico’s wordt een financiële buffer aangehouden in het eigen vermogen.
Kolom hanteert geen doelstelling op het percentage weerstandsvermogen maar vertaalt
de benodigde buffer in een absolute doelstelling van het eigen vermogen. Het eigen ver-
mogen heeft een aantal functies: financieringsfunctie, transactiefunctie en bufferfunctie.
Voor de vertaling van het vereiste bufferfunctie naar eigen vermogen hanteert Kolom het
onderzoek van PWC naar de vermogenspositie in het primair onderwijs van 2008. Con-
form het PwC onderzoek is het vereiste eigen vermogen voor stichting Kolom minimaal
€5,0 miljoen. In 2014 heeft er bij Kolom een risico-inventarisatie plaatsgevonden. Deze
inventarisatie had als basis het risico-inventarisatiemodel van de PO-raad. De bijsluiter
van dit model geeft aan dat als er uit de inventarisatie geen verhoogd risicoprofiel blijkt,
de organisatie het minimaal vereiste vermogen kan aanhouden conform het onderzoek
van PwC. De uitkomst van de risico-inventarisatie bij Kolom is dat de organisatie geen ver-
hoogd risicoprofiel heeft volgens de definitie van het PO-raad model. Derhalve er is geen
noodzaak tot het aanhouden van een hoger eigen vermogen van €5,0 mln.
90
2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1 AlgemeenDe jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken
van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Richtlijn 150 (aange-
past in 2015) is eerder toegepast. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs.
Voorts is rekening gehouden met de van toepassing zijnde ministeriele regelingen. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde.
Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de
staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar
de toelichting.
In verband met in de praktijk tegenvallende levensduur van één bepaald soort digitale schoolborden is de afschrijvingstermijn
hiervan ingekort van 10 jaar naar 8 jaar. Het financiële effect van deze schattingswijziging in 2015 is €16.187.
De indeling naar bedrijfssegmenten vindt plaats naar onderwijssector: PO (SBO en (V)SO) en VO (praktijkonderwijs). Baten
en lasten die direct zijn toe te rekenen aan de scholen worden toegerekend aan de onderwijssector van de betreffende school.
Niet direct toe te rekenen baten en lasten waaronder kosten van het bestuurskantoor en andere overheadkosten worden naar
rato van de hoogte van de basisbekostiging van het rijk in het betreffende jaar toegerekend aan de verschillende onderwijs-
sectoren.
2.2 Materiële vaste activaDe materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van
lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte economische levensduur.
Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de gebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De
toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens
tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.
2.3 Financiële vaste activaDe eerste waardering en vervolgwaardering van effecten vindt plaats tegen reële waarde. Waardeveranderingen van deze effec-
ten worden direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving
van de effecten worden direct in de staat van baten en lasten verwerkt.
2.4 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activaDoor de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waar-
devermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief
vastgesteld. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare
waarde.
Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is
afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die
bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.
Ook voor financiële instrumenten beoordeelt de instelling op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bij-
zondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve
aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt de instelling de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzon-
dere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de staat van baten en lasten.
91
Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermin-
dering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kas-
stromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking
van het instrument. Het waardeverminderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien
de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt
beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van
de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in
de staat van baten en lasten verwerkt.
2.5 VorderingenVorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen
worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld
op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante
waarde van de verwachte ontvangsten. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering te gebracht op de boekwaar-
de van de vordering.
2.6 Liquide middelenLiquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden.
Rekening-courantschulden bij banken worden opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
2.7 VoorzieningenVoorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij
het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen
per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar
verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.
Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal
worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.
Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal
boekjaren.
92
3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat
3.1 AlgemeenDe baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar
waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts geno-
men voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verlie-
zen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van
het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het
vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
3.2 Overige batenOverige baten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ou-
derbijdragen en overige baten.
3.3 OverheidssubsidiesExploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat
van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kos-
ten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer
een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan.
De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat
deze worden ontvangen en de instelling de condities voor
ontvangst kan aantonen.
Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste
activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende
actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de
staat van baten en lasten.
3.4 Afschrijvingen op materiële vaste activaMateriële vaste activa worden vanaf het moment van inge-
bruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige
gebruiksduur van het actief.
Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economi-
sche levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen
aangepast.
Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste
activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.
3.5 PersoneelsbeloningenPeriodiek betaalbare beloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de
arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten
voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
Pensioenen
De instelling heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens
de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar ver-
schuldigde premie wordt als last verantwoord. Behalve de
betaling van premies heeft de instelling geen verdere ver-
plichtingen uit hoofde van deze pensioenregeling.
3.6 Bijzondere postenBijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit
gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat
uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de ver-
gelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard,
omvang of het incidentele karakter van de post.
3.7 Financiële baten en lastenRentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt,
rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betref-
fende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten
wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactie-
kosten op de ontvangen leningen.
3.8 FoutherstelNa het vaststellen van de jaarrekening 2014 blijkt dat deze
jaarrekening een onjuiste weergave geeft van het eigen ver-
mogen per 31-12-2014. De niet geoormerkte subsidies OCW
uit 2012 dienen te worden beschouwd als aanvulling op de
Rijksbijdrage in 2012 en niet als een overlopend passief,
waardoor het resultaat 2014 afneemt met €52.449 en het
eigen vermogen met €157.347 toeneemt. De overige over-
heidsbijdragen ESF over het schooljaar 2014/2015 dienen
te worden toegerekend aan het boekjaar 2014, waardoor het
resultaat 2014 toeneemt met €166.667.
De private middelen dienden onder het eigen vermogen te
worden gepresenteerd, waardoor het resultaat 2014 afneemt
met 50.254 en het eigen vermogen per met €285.264 toe-
neemt. Per saldo betekent dit dat het resultaat 2014 met
€63.964 toeneemt en het eigen vermogen voor resultaatbe-
stemming 2014 met €442.611 toeneemt, waarvan €235.010
private reserves betreffen. De in deze jaarrekening opgeno-
men vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast.
93
Balans(na resultaatbestemming)
31 december 2015 31 december 2014
Ref. in euro in euro
Activa
Vaste activa
Immateriële vaste activa - -
Materiële vaste activa 1 2.390.099 2.344.050
Financiële vaste activa 2 - -
2.390.099 2.344.050
Vlottende activa
Voorraden - -
Vorderingen OCW 3 906.828 973.637
Overige vorderingen 4 1.861.639 2.469.517
Effecten - -
Liquide middelen 5 11.958.346 8.469.281
14.726.813 11.912.435
Totaal activa 17.116.912 14.256.484
94
Balans
31 december 2015 31 december 2014
Ref. in euro in euro
Passiva
Eigen vermogen
Eigen vermogen 6 11.988.384 9.910.674
11.988.384 9.910.674
Voorzieningen 7 1.076.615 1.062.846
Langlopende schulden - -
Kortlopende schulden 8 4.051.912 3.282.964
Totaal passiva 17.116.912 14.256.484
95
Staat van baten en lasten
2015 2015 2014
Ref. in euro begroting in euro
Baten
Rijksbijdragen 9 28.107.409 27.065.702 27.118.946
Overige overheidsbijdragen en subsidies 10 1.061.196 474.713 1.411.645
College-, cursus-, les- en examengelden - - -
Baten werk in opdracht van derden - - -
Overige baten 11 1.033.670 271.575 750.451
Totaal baten 30.202.275 27.811.990 29.281.042
Lasten
Personeelslasten 12 23.263.990 23.195.137 22.689.445
Afschrijvingen 13 419.995 430.158 366.561
Huisvestingslasten 14 1.754.909 1.985.950 2.038.405
Overige lasten 15 2.731.324 2.174.015 2.656.439
Totaal lasten 28.170.218 27.785.260 27.750.850
Saldo baten en lasten 2.032.057 26.730 1.530.191
Financiële baten en lasten 16 45.798 40.555 47.807
Resultaat 2.077.855 67.285 1.577.998
Belastingen - - -
Resultaat deelnemingen - - -
Resultaat na belastingen 2.077.855 67.285 1.577.998
Aandeel derden in resultaat - - -
Nettoresultaat 2.077.855 67.285 1.577.998
96
Kasstroomoverzicht
2015 2014
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo exploitatie 2.032.057 1.530.191
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen 419.995 366.561
Mutatie voorzieningen 13.624 -16.014
433.620 350.547
Veranderingen in vlottende middelen:
Voorraden - -
Vorderingen 674.687 237.616
Kortlopende schulden 768.948 -2.069.720
1.443.635 -1.832.104
Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties 3.909.311 48.634
Ontvangen interest 45.798 47.807
Betaalde interest - -
Buitengewoon resultaat - -
45.798 47.807
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 3.955.110 96.441
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa -464.902 -879.764
Desinvesteringen materiële vaste activa -1.142 11.576
Investeringen in immateriële vaste activa - -
Desinvesteringen immateriële vaste activa - -
Investeringen in deelnemingen en/of samenwer-
kingsverbanden
- -
Mutaties leningen - -
Overige investeringen in financiële vaste activa - 235.868
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -466.045 -632.320
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen - -
Aflossing langlopende schulden - -
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten - -
Mutatie liquide middelen 3.489.065 -535.879
97
Toelichting op de balans per 31 december
Referentie 1 Materiële vaste activa Schoolgebouwen
De door de stichting beheerde schoolgebouwen zijn economisch niet, doch juridisch wel eigendom van de stichting.
Deze gebouwen zijn volledig gesubsidieerd en dienen, wanneer ze niet meer conform de bestemming worden gebruikt, om
niet te worden overgedragen aan de Gemeente. Voor een overzicht van de onder ons bestuur staande scholen verwijzen wij
naar het bestuursverslag.
Aanschaf
waarde t/m
31-12-14
Afschrij-
ving t/m
31-12-14
Boekwaar-
de per
01-01-15
Invest./
Desinvest.
2015
Afschrij-
ving
2015
Aanschaf-
waarde t/m
31-12-15
Afschrij-
ving t/m
31-12-15
Boekwaar-
de per
31-12-15
Inventaris, apparatuur 2.891.008 1.254.065 1.636.943 169.869 182.863 3.060.877 1.436.928 1.623.949
Digitale schoolborden 534.588 261.831 272.757 67.684 86.707 602.272 348.537 253.735
ICT 687.920 393.151 294.769 220.024 111.294 907.944 504.445 403.499
Auto's 92.680 39.370 53.310 - 18.952 92.680 58.322 34.358
Leermethodes 154.097 67.826 86.271 7.325 19.038 161.422 86.864 74.558
Totaal vaste activa 4.360.293 2.016.243 2.344.050 464.902 418.853 4.825.195 2.435.096 2.390.099
De lineaire afschrijvingsmethode wordt gehanteerd. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn:
Inventaris, apparatuur: 5%, 6,7% en 10%
Digitale schoolborden: 12,5% en 20%
ICT: 10% en 20%
Auto’s: 25%
Leermethodes: 12,5%
Referentie 2 Financiële vaste activa
2015 2014
Stand per 1 januari - 235.868
Lossing 233.301-
Koersresultaat 2.567-
Stand per 31 december - -
98
Referentie 3 Vordering OCW
31-12-15 31-12-14
Vordering OCW 906.828 973.637
906.828 973.637
Brin Kenmerk Datum Bedrag
Toe te reke-
nen 2015
Ontvangen
in 2015
Te vorderen
31-dec-15
Personeel PO 15-16 01VF 690720-3 20-11-15 709.313 295.547 245.092 50.455
Personeel PO 15-16 06ZQ 690757-2 20-11-15 663.893 276.622 229.398 47.224
Personeel PO 15-16 12QB 699463-2 20-11-15 1.282.399 534.333 443.113 91.220
Pers. VSO 15-16 12QB 699727-2 20-11-15 1.802.066 750.861 622.676 128.185
PAB 15-16 12QB 700900-2 20-11-15 103.797 43.249 35.866 7.383
Personeel PO 15-16 14UA 699461-3 20-11-15 1.615.674 673.197 558.271 114.926
Pers. VSO 15-16 14UA 699748-2 20-11-15 2.432.357 1.013.482 840.463 173.019
PAB 15-16 14UA 700912-2 20-11-15 133.429 55.596 46.104 9.492
Personeel PO 15-16 18YA 690879-2 20-11-15 2.044.209 851.754 706.345 145.409
Personeel PO 15-16 19HM 690843-2 20-11-15 555.104 231.293 191.808 39.485
Personeel PO 15-16 19XM 690846-3 20-11-15 887.513 369.797 306.666 63.131
Personeel PO 15-16 20OF 690923-2 20-11-15 518.741 216.142 179.243 36.899
Auto's 39.370 53.310 - 18.952 92.680 58.322 34.358
12.748.496 5.311.873 4.405.045 906.828
Referentie 4 Vorderingen
31-12-15 31-12-14
Debiteuren i/z uitlening personeel 300.134 147.292
Vorderingen inzake huisvesting 798.422 1.396.864
Vordering ESF 621.667 668.729
AWBZ/PAB uren 32.313
SWVB i/z Clinic/LGF 4.166
Risicofonds/UWV 39.329 39.196
Vordering WAO premie - -
Vorderingen smv A'dam - Diemen 109.783
Lening personeel 45.953 47.298
Rente 11.648 45.773
Vooruitbetaalde kosten/overlopende activa 26.149 -
Overige vorderingen 98.337 58.103
Af: Voorziening wegens oninbaarheid 80.000 80.000
Totaal vorderingen 1.861.639 2.469.517
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als
volgt:
31-12-15 31-12-14
Stand per 1 januari 80.000 150.000
Onttrekking
Vrijval - 70.000
Dotatie -
Stand per 31 december 80.000 80.000
De voorziening is opgenomen indien vorderingen gemeen-
ten inzake huisvestingsprojecten niet worden geaccepteerd.
99
Referentie 5 Liquide middelenDe post geldmiddelen in het kasstroomoverzicht is als volgt samengesteld:
31-12-15 31-12-14
Tegoeden op bank- en giro rekeningen 1.714.374 1.807.678
Spaarrekening 10.237.657 6.653.764
Kas 6.315 7.839
Totaal liquide middelen 11.958.346 8.469.281
De liquide middelen staan geheel ter vrije beschikking.
Referentie 6 Eigen vermogenDe post geldmiddelen in het kasstroomoverzicht is als volgt samengesteld:
Stand per
01-01-15
Resultaat
2015
Overige
mutaties
Stand per
31-12-15
Algemene reserves 9.491.245 877.855 145- 10.368.955
Bestemmingsreserve publiek
Jonge leerkrachten 109.729 109.729
Kwaliteitsimpuls scholen - 1.200.000 1.200.000
Bestemmingsreserve privaat
Projecten 309.700 309.700
Totaal algemene reserves 9.910.674 2.077.855 145- 11.988.384
De bestemmingsreserve kwaliteitsimpuls scholen betreft een door het College van Bestuur gereserveerd bedrag waar de
Kolom scholen tot €80.000 een beroep op kunnen doen om te investeren in het onderwijs. Het CvB keurt de aanvragen
goed op basis van een door de schoolleider ingediend plan. Er geldt geen einddatum voor deze bestemmingsreserve.
De bestemmingsreserve jonge leerkrachten is gevormd ten gevolge van een besluit van het CvB. Indien bij een school
tijdelijke boventalligheid dreigt voor jonge leerkrachten kan een school een beroep doen op deze bestemmingsreserve.
Het CvB keurt de aanvragen goed. Voor de deze bestemmingsreserve is geen einddatum bepaald.
De bestemmingsreserve privaat betreft het opvangen van (eventuele) onoverkomelijke tekorten in huisvestingsdossiers in het
primair onderwijs. Er geldt geen einddatum voor deze bestemmingsreserve.
100
Referentie 7 VoorzieningenDe post geldmiddelen in het kasstroomoverzicht is als volgt samengesteld:
Stand per
01-01-15
Resultaat
2015
Overige
mutaties
Stand per
31-12-15
Stand per
31-12-15
Jubileum 191.950 35.765 37.965 - 189.750
Grootonderhoud 870.896 340.000 324.030 - 886.866
Reorganisatievoorziening - - - - -
Totaal voorzieningen 1.062.846 375.765 361.996 - 1.076.615
Jubileum: kortlopend deel< 1 jaar € 73.000
Jubileum: langlopend deel > 1 jaar € 116.750
Onderhoud: kortlopend deel< 1 jaar € 340.000
Onderhoud: langlopend deel > 1 jaar € 546.866
Voorziening jubilea: De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband van
de werknemers.
Voorziening grootonderhoud: De voorziening grootonderhoud wordt opgenomen voor verwachte lasten in de toekomst.
Referentie 8 Kortlopende schulden
31-12-15 31-12-14
Crediteuren 507.086 377.657
Loonheffing 1.014.678 892.575
Schulden terzake van pensioenen 249.283 283.408
Schuld vervangingsfonds 39.069 37.514
Schuld risicofonds 42.166 40.187
Te betalen btw 12.047 568
Te besteden huisvesting projecten gemeente 852.986 322.658
Vooruitontv. OCW niet geoormerkt (m.stage, f.mix) 18.306 26.460
Vooruitontv. OCW lerarenbeurs 2014/2015 27.717
Schuld OCW Toetsing PF, wachtgeld VO 24.807 50.682
Schuld OCW FRE 80.000
Schuld OCW lerarenbeurs 23.327
Vakantiegeld en bindingstoelage 757.793 763.601
Te betalen USZO/WAO gelden - 127.960
Nettolonen 39.056 4.759
Accountants en administratiekosten 30.000 30.000
Overig 464.635 193.891
Overlopende passiva 2.280.865 1.729.324
Totaal kortlopende schulden 4.051.912 3.282.964
101
Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW (RJ 660 model G) G.1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (regeling ROS art. 13, lid2 sub a)
Toewijzing
Kenmerk
Toewijzing
Datum
bedrag
van
toewijzing ontvangen tm
De prestatie is ultimo verslagjaar
conform de subsidiebeschikking
geheel uitgevoerd
Lerarenbeurs 645370-1 Datum 5.053 2015 ja
Lerarenbeurs 645910-1 22-09-14 5.053 5.053 ja
Lerarenbeurs 643919-1 20-08-14 4.386 4.386 ja
Lerarenbeurs 644583-1 20-08-14 3.658 3.658 ja
Lerarenbeurs 644373-1 20-08-14 5.432 5.432 ja
Lerarenbeurs 644726-1 20-08-14 6.440 6.440 ja
Lerarenbeurs 601994-1 20-01-14 184 184 ja
Lerarenbeurs 601987-1 20-01-14 5.617 5.617 ja
Lerarenbeurs 707345-1 21-09-15 5.810 5.810 nee
Lerarenbeurs 709805-1 20-10-15 9.684 9.684 nee
Lerarenbeurs 707724-1 21-09-15 9.108 9.108 nee
Lerarenbeurs 709132-1 21-09-15 6.779 6.779 nee
totaal 67.206 67.206
G.2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (regeling ROS art. 13, lid2 sub b)
G2.A aflopend per ultimo verslagjaar
Omschrijvingkenmerk bedrag
van toewijzing
ontvangen tm
2015
ontvangen tm 2015 Te verrekenen
31-12-2015
G2.B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Omschrijvingkenmerk bedrag
van toewijzing
saldo
2015
ontvangen tm
2015
lasten 2015 te besteden
31-12-2015
102
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Niet uit de balans blijkende rechten
Vordering op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Per 1 januari 2006 vindt de bekostiging niet meer op schooljaarbasis, maar op kalenderjaarbasis plaats. Op basis van art. 5
van de Regeling ‘Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs’ (kenmerk; WJZ-
2005/54063802) is het toegestaan een vordering op te nemen op het ministerie van OCW. Deze vordering betreft maximaal
7,5% van de personele lumpsum VO van het boekjaar. Deze vordering kan pas worden geïnd bij discontinuïteit c.q. opheffing
van de onderwijsinstelling. Er is derhalve sprake van een voorwaardelijke vordering. Aangezien Stichting KOLOM uitgaat van
“going concern” is deze vordering niet opgenomen op de balans, maar opgenomen onder de niet uit balans blijkende rechten
en verplichtingen. De voorwaardelijke vordering op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft per
ultimo 2015 een waarde van € 742.000
Duurzame inzetbaarheid
Er is nog geen voorzieining voor duurzame inzetbaarheid in de jaarrekening opgenomen omdat hieromtrent nog geen indivi-
duele afspraken zijn gemaakt met de personeelsleden.
Gelden REC Boven Amtel
Per 31 december 2014 is het REC Boven Amstel (RBA) opgeheven. Bij opheffing van het RBA resteerde een saldo niet uitge-
geven AWBZ middelen. Aangezien de heer A.J.C. de Wit (voorzitter CvB Stichting Kolom) vereffenaar is van het RBA is het
saldo liquide middelen in juni 2015 aan Stichting Kolom overgedragen. In 2015 zijn nog enkele facturen voor het RBA betaald.
Per 31 december 2015 bedraagt het saldo te vereffenen of terug te betalen aan het Rijk €1.192.177.
Meerjarige financiële verplichtingen
Stichting Kolom is de volgende verplichting aangegaan:
Te betalen termijnen < 1 jaar
Tussen
1-5 jaar > 5 jaar
Kopieermachines tot 1 juli 2016 50.500 -
Eneco levering aardgas tot 1 januari 2021 214.000 856.000
DVEP levering elektriciteit tot 1 januari 20121 97.000 388.000
Aanneemcontract nieuwbouw de Schakel
Hegeman BV oplevering medio 2016 2.294.886
Aanneemcontract nieuwbouw Heldring VSO
Jansman BV oplevering medio 2016 2.010.107
Huurcontract bestuurskantoor tot 31 december 2017 47.250 47.250
Daarnaast is Stichting KOLOM is met de Gemeente Amsterdam de verplichting aangegaan voor het uitvoeren van de
huisvestingsprojecten bij de scholen van KOLOM. De gemeente heeft hiervoor gelden overgemaakt, welke onder
de kortlopende schulden zijn opgenomen.
103
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten
Staat van baten en lasten naar onderwijssector 2015
PO
in euro
VO
in euro
Totaal
in euro
Rijksbijdragen 15.538.375 12.569.035 28.107.409
Overige overheidsbijdragen 584.087 477.109 1.061.196
Overige baten 474.333 559.337 1.033.670
Totaal baten 16.596.794 13.605.481 30.202.275
Personeelslasten 13.096.377 10.167.612 23.263.990
Afschrijvingen 176.588 243.407 419.995
Huisvestingslasten 1.043.108 711.801 1.754.909
Overige lasten 1.046.326 1.684.997 2.731.324
Totaal lasten 15.362.401 12.807.818 28.170.218
Saldo baten en lasten 1.234.394 797.663 2.032.057
Financiële baten en lasten 25.983 19.815 45.798
Netto resultaat 1.260.377 817.478 2.077.855
Referentie 9 Rijksbijdragen
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Rijksbijdragen 25.980.358 25.297.787 24.950.829
Geoormerkte OCW subsidies 52.484 36.200 39.648
Niet geoormerkte OCW subsidies 1.469.365 1.415.243 1.972.429
Ontvangen doorbetaling Rijksbijdrage SWV 605.202 316.472 156.040
Af: inkomens overdrachten
Totaal rijksbijdragen 28.107.409 27.065.702 27.118.946
104
Referentie 10 Overige overheidsbijdragen en - subsidies
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
SWVB verplichte overdracht - 200.861- 203.900
SWVB paburen 125.887 91.498 146.571
SWVB Jonge Risico Kinderen, projecten 142.101 137.306 105.688
SWVB inhuur personeel 61.760 170.400 94.787
SWVB tussentijdse instroom - -
DMO projecten (VSD,kwaliteit/prestatie) 141.514 125.370 244.603
ID banen 30.363 12.000 62.178
Overschrijdingsvergoeding
Gymzaal/huuropbrengsten/ozb 96.630 80.000 65.623
Op de Rails 7.940 24.044
ESF 455.000 59.000 464.250
Totaal overheidsbijdragen en - subsidies 1.061.196 474.713 1.411.645
Referentie 11 Overige Baten
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Ouderbijdragen 124.733 60.150 127.485
Detacheringen 216.533 118.000 206.907
Lees-spellingcentrum 22.457 35.000 4.166
AWBZ (CIZ indicatie) 21.875 35.625 151.250
Consumptieve techniek 30.725 - -
Huuropbrengsten 86.271 10.864
Overig 531.076 22.800 249.780
Totaal 1.033.670 271.575 750.451
105
Referentie 12 Personeelslasten
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Bruto lonen en salarissen 17.198.482 16.035.552 16.970.838
Sociale lasten 3.755.662 3.496.834 3.626.799
Pensioenpremies 2.133.155 2.457.589 2.485.474
Totaal lonen en salarissen 23.087.298 21.989.974 23.083.111
Dotaties personele voorzieningen 2.200- - 16.050-
Personeel niet in loondienst 190.122 149.000 128.657
Nascholing 419.349 333.500 201.330
Overig 386.183 722.663 365.707
Totaal overige personele lasten 993.454 1.205.163 679.644
Af: Uitkeringen 816.763 - 1.073.310
Totaal personele lasten 23.263.990 23.195.137 22.689.445
Referentie 13 Afschrijvingen en bijzondere waardevermindering op materiële vaste activa
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Materiële vaste activa 419.995 430.158 378.136
Afboeken vaste activa - 11.576-
Totaal afschrijvingen 419.995 430.158 366.561
Referentie 14 Huisvestingslasten
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Huur 84.636 81.000 68.093
Onderhoud 322.541 305.950 327.297
Dotatie voorziening grootonderhoud 340.000 340.000 410.000
Energie en water 479.849 615.000 609.770
Schoonmaakkosten 475.489 533.000 453.388
Heffingen 32.515 95.000 50.214
Overig 19.879 16.000 119.644
Totaal huisvestingslasten 1.754.909 1.985.950 2.038.405
Gemiddeld aantal werknemers
Gedurende het jaar 2015 waren
gemiddeld 349 fte in dienst.
(2014: 359 fte)
106
Referentie 15 Overige lasten
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Onderwijskosten lesmateriaal 1.003.612 542.800 918.485
Onderwijskosten boekenfonds 64.940 65.750 71.661
Algemene schoolkosten 184.352 72.200 157.712
Ambulante dienst 45.738 - 17.737
ROC trajecten 246.011 132.500 302.207
ESF projecten 56.461 28.500 11.566
Overige projectkosten 147.375 142.115 126.814
Kopieerkosten, drukwerk 158.260 73.100 179.465
Telefoon, porti 63.486 92.700 84.258
ICT kosten 206.169 203.500 239.924
Administratie-en beheerslasten 279.328 540.798 201.426
Uitbesteding administratie 211.695 225.052 289.073
Accountantskosten 63.897 55.000 56.111
Ambulatorium,advisering, OSO gelden
Totaal overige lasten 2.731.324 2.174.015 2.656.439
Accountantshonoraria
In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen ten laste van het resultaat gebracht:
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Controle van de jaarrekening 35.826 35.524
Andere controlewerkzaamheden 28.071 20.587
63.897 56.111
Referentie 15 Overige lasten
2015
in euro
Begroting
2015
in euro
2014
in euro
Rente baten 49.768 60.000 54.903
Bankkosten 3.970- 19.445- 4.529-
Waarde verandering financiële vaste activa
en effecten
- 2.567-
Totaal financiële baten en lasten 45.798 40.555 47.807
107
Vermelding bezoldiging topfunctionarissen (WNT)
Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1
(vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking)
Naam Voorzitter
j/n
Ingangsda-
tum dienst-
verband
Bind-
datum
dienst-
verband
Omvang
dienst-
verband
in FTE
Beloning
€Belastba-
re onkos-
tenver-
goeding
€
Voorzie-
ning be-
loning op
termijn €
Uitkering
beëin-
diging
dienst-
verband
€
Motive-
ringen
overschrij-
ding norm
en andere
toelichtin-
gen
De heer A.J.C. de Wit J 21-07-11 1 96.408 164 12.961
De heer H. el
Hachhouchi
N 21-07-11 1 81.536 189 11.554
De beloning van de heer A.J.C. de Wit is inclusief een ambtsjubileumuitkering van € 6.901
Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2
(vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking)
Niet van toepassing
Vermelding toezichthouders
(lid van het hoogste orgaan)
Naam Voorzitter
j/n
Ingangsda-
tum dienst-
verband
Bind-
datum
dienst-
verband
Omvang
dienst-
verband
in FTE
Beloning
€Belastba-
re onkos-
tenver-
goeding
€
Voorzie-
ning be-
loning op
termijn €
Uitkering
beëin-
diging
dienst-
verband
€
Motive-
ringen
overschrij-
ding norm
en andere
toelichtin-
gen
mevr. D.A.J.M. Verberk J 01-09-12 4.959
mevr. D.A.M. Besten N 10-02-15 3.031
de heer A.P. Nolen N 10-02-15 3.031
de heer R.P. Heukels N 01-09-12 3.306
mevr. M.M. Vreeburg N 01-03-14 3.306
mevr. A.M.M. Wijger-
gangs
N 01-03-14 3.306
mevr. M.C. van Sinttruije N 01-02-11 23-06-15 1.653
Vermelding niet-topfunctionarissen
(andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt)
Niet van toepassing
Vermelding niet-topfunctionarissen
(zelfde opgave als hierboven, maar dan over het voorgaande verslagjaar)
Niet van toepassing
108
Overige gegevens
Voorstel bestemming saldo van baten en lasten
In de bestuursvergadering heeft het College van Bestuur besloten het resultaat als volgt te bestemmen:
2015
in euro
2014
in euro
Resultaat PO
Ten gunste van algemene reserves
(publiek)
460.377 931.311
Bestemmingsreserve kwaliteitsimpuls
scholen
800.000 -
Bestemmingsreserve jonge leerkrachten - 24.927
Resultaat VO
Ten gunste van algemene reserves (publiek) 417.478 621.760
Bestemmingsreserve kwaliteitsimpuls
scholen
400.000 -
Totaal resultaat 2.077.855 1.577.998
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen te vermelden.
109
Gegevens over de rechtspersoon
Naam
Stichting Kolom
Adres
Kalfjeslaan 380, 1081 JA Amsterdam
Telefoon
020-5148080
E-mailadres
Internetsite
www.stichtingkolom.nl
Bestuursnummer
77690
Contactpersoon
De heer A.J.C. de Wit
Telefoon
020-5148080
E-mailadres
Gegevens over de onder de KOLOM ressorterende scholen is opgenomen in het sociaal jaarverslag.
Controleverklaring
110
111